Op grond van de Wet betreffende de strafvordering moeten de rechter, de openbare aanklager en de onderzoeksautoriteit de personen ten aanzien van wie handhavend wordt opgetreden, informeren over hun rechten en plichten, en wel voordat een procedurele handeling plaatsvindt.
Van misdrijven kan mondeling of schriftelijk aangifte worden gedaan bij de openbare aanklager of de onderzoeksautoriteit. De aangifte mag ook worden geaccepteerd door een andere instantie of de rechter, die de aangifte naar de onderzoeksautoriteit zullen doorsturen. In de wet worden geen specifieke formaliteiten vereist voor het aangeven van een misdrijf; misdrijven kunnen per brief, post of e-mail of in persoon worden aangegeven.
Strafrechtelijke procedures worden in het Hongaars gevoerd, maar een slachtoffer dat geen Hongaars spreekt, heeft de mogelijkheid gebruik te maken van zijn of haar eigen moedertaal of een andere taal naar keuze. Zelfs als het slachtoffer Hongaars spreekt, mag hij of zij zich in de strafrechtelijke procedure van zijn of haar nationale taal bedienen. Tolk- en vertaalkosten worden niet op het slachtoffer verhaald en het slachtoffer mag niet worden verplicht een voorschot op deze kosten te betalen of deze te dragen.
Het slachtoffer van het misdrijf heeft recht op ondersteuning door een dienst voor slachtofferhulp wanneer op het grondgebied van Hongarije een misdrijf of strafbaar feit tegen het eigendom van een natuurlijke persoon is gepleegd, en wanneer op het grondgebied van Hongarije een natuurlijke persoon letsel heeft opgelopen als rechtstreeks gevolg van een misdrijf of strafbaar feit tegen het eigendom van een natuurlijke persoon; het gaat hierbij dan vooral om fysiek letsel of emotionele schade, mentale shock of economische schade. Dit geldt alleen voor Hongaarse burgers, burgers van de EU-lidstaten, burgers van een niet-EU-lidstaat die rechtmatig op het grondgebied van de Europese Unie verblijven, staatloze personen die op het grondgebied van Hongarije verblijven, slachtoffers van mensenhandel of andere personen die in aanmerking komen op grond van internationale verdragen die tussen de staat waarvan zij de nationaliteit bezitten en Hongarije of op basis van wederkerigheid zijn gesloten.
De staat ondersteunt de slachtoffers nadat hij heeft vastgesteld wat hun behoeften zijn. Deze steun kan bestaan uit het volgende: de behartiging van de belangen van de slachtoffers bevorderen, onmiddellijk financiële hulp bieden, de status van bewezen slachtofferschap verlenen, getuigen bescherming bieden en voor beveiligde huisvesting zorgen. Als aan de wettelijk vastgestelde voorwaarden is voldaan, heeft het slachtoffer tevens recht op schadeloosstelling door de staat.
Daarnaast kan opdracht worden gegeven tot de persoonlijke bescherming van een slachtoffer als er geweld tegen een persoon of strafbare feiten die een collectief gevaar voor een persoon betekenen, tegen de slachtoffers worden gepland of gepleegd, met als doel hun te beletten aan een strafrechtelijke procedure deel te nemen, hun rechten te doen gelden of hun verplichtingen na te komen, of als een dergelijk misdrijf waarschijnlijk is. Een verzoek hiertoe kan worden ingediend of geregistreerd bij de rechter, de procureur-generaal of de onderzoeksautoriteit die het strafproces voert.
Persoonlijke bescherming houdt in dat de particuliere woning of een andere verblijfplaats van het slachtoffer wordt beschermd, dat verkeersroutes worden beveiligd en dat een veilige deelname aan het strafproces en andere officiële handelingen wordt gewaarborgd. Deze maatregel heeft tot doel strafbare feiten tegen de fysieke integriteit of vrijheid van de persoon in kwestie te voorkomen of te stoppen.
Persoonlijke bescherming wordt met name geboden via regelmatige patrouilles, technische middelen, permanente communicatieverbindingen, het verschaffen van beschermende kleding en, als andere methoden van persoonlijke bescherming niet doeltreffend zijn, via bewakingspersoneel. Deze bewakers kunnen worden gepost op de plaats die onder het beheer valt van de rechtshandhavingsinstantie die bevoegd is om opdracht te geven tot persoonlijke bescherming en deze te verzorgen.
Het kan voorkomen dat een slachtoffer dat aan een uitermate belangrijke strafrechtelijke procedure deelneemt, niet via persoonlijke bescherming kan worden beveiligd, en dat hij of zij met de autoriteiten samenwerkt en zich in een dreigende situatie bevindt en dat het daarom nodig is om speciale beveiligingsvoorzieningen te treffen. In dat geval kan het slachtoffer ook aan een getuigenbeschermingsprogramma met speciale beveiligingsvoorzieningen deelnemen mits aan specifieke aanvullende voorwaarden wordt voldaan.
In bepaalde gevallen mag het slachtoffer zich tijdens het proces laten vertegenwoordigen en heeft het slachtoffer, als hij of zij als plaatsvervangend particuliere aanklager optreedt, recht op rechtsbijstand. De algemene regel is dat het slachtoffer hiervoor in aanmerking komt wanneer hij of zij deze ondersteuning nodig heeft, dat wil zeggen dat met inachtneming van het inkomen van personen die onder hetzelfde dak wonen, zijn of haar maandelijkse netto-inkomen niet hoger is dan het minimale bedrag aan ouderdomspensioen dat op basis van een arbeidsverhouding is vastgesteld (in 2017 HUF 28 500), en hij of zij onvoldoende vermogen heeft om deze juridische dienstverlening zelf te kunnen bekostigen.
Mogelijk kan het slachtoffer op enig moment tijdens het strafproces een civiele procedure aanspannen om vergoeding te eisen van schade als gevolg van een misdrijf dat de verdachte heeft gepleegd. Om zijn of haar civiele vordering zeker te stellen, kan het slachtoffer een verzoek indienen om de eigendommen van de verdachte in beslag te nemen. De rechter zal opdracht tot deze inbeslagname geven wanneer er goede redenen zijn om aan te nemen dat voldoening van de vordering zal worden gefrustreerd. De rechter doet uitspraak over de civiele vordering en aanvaardt of verwerpt het verzoek. Als de afsluiting van de procedure hierdoor aanzienlijk zou worden vertraagd of als de verdachte wordt vrijgesproken, of als het verzoek vanwege andere rechtelijke omstandigheden niet in de strafrechtelijke procedure kan worden behandeld, beveelt de rechter dat de civiele vordering via andere juridische middelen wordt aangebracht.
Onder speciale voorwaarden heeft het slachtoffer het recht om samen met de verdachte deel te nemen aan een bemiddelingsprocedure. De bemiddelingsprocedure kan niet worden uitgevoerd zonder toestemming van het slachtoffer en zelfs als het slachtoffer daarmee instemt, is het geen vanzelfsprekende gang van zaken en hangt het af van vele andere factoren.
De directe contante uitgaven die het slachtoffer en zijn of haar vertegenwoordiger met betrekking tot de zaak verrichten, behoren tot de kosten van de strafrechtelijke procedure, evenals de kosten van het slachtoffer die verband houden met zijn of haar aanwezigheid als getuige. De eerstgenoemde uitgaven worden niet voorgeschoten door de staat; de laatstgenoemde kosten worden na afloop van de procedure vergoed. Als de verdachte schuldig wordt verklaard, moet hij of zij de kosten van de strafrechtelijke procedure dragen.
De Wet betreffende de strafvordering voorziet in de bescherming van rechten in verband met procedures die onder de rechtsmacht van Hongarije vallen, ongeacht nationaliteit en woonplaats. Slachtofferhulp verleent de onderdanen van EU-lidstaten dezelfde diensten als Hongaarse burgers.
Het slachtoffer ontvangt uitsluitend afzonderlijk bericht over de beslissing om een onderzoek in te stellen, als hij of zij zelf geen aangifte van het misdrijf heeft gedaan. Daarnaast worden er in de Wet betreffende de strafvordering situaties en besluiten beschreven waarover het slachtoffer moet worden ingelicht.
Het slachtoffer heeft het recht om op zijn of haar verzoek, in verband met het misdrijf dat op hem of haar betrekking heeft, bericht te ontvangen over de vrijlating of ontsnapping van een persoon in voorarrest; de voorwaardelijke of definitieve invrijheidstelling of ontsnapping van een tot gevangenisstraf veroordeelde persoon of wanneer de gevangenisstraf van deze persoon wordt onderbroken; de invrijheidstelling of ontsnapping van een tot hechtenis veroordeelde persoon of wanneer de hechtenis van deze persoon wordt onderbroken; de invrijheidstelling van een persoon die onvrijwillig onder medische behandeling staat; de invrijheidstelling, het verlof zonder toestemming en het aanpassingsverlof van een persoon die onvrijwillig onder medische behandeling staat; en, in geval van een opleiding voor jeugddelinquenten, hun tijdelijke of permanente invrijheidstelling of wanneer zij de instelling zonder toestemming verlaten en hun opleiding onderbroken wordt.
Het slachtoffer moet met name over de volgende beslissingen bericht ontvangen: aanwijzing van een deskundige, opschorting van het onderzoek, afsluiting van het onderzoek, beëindiging van het onderzoek, tenlastelegging, gedeeltelijk weglaten van de tenlastelegging, laten vallen van de aanklacht, beslissingen die bepalingen bevatten die het slachtoffer rechtstreeks aangaan, en de eindbeslissing.
Het slachtoffer moet worden geïnformeerd over de plaats en datum van alle procedurele handelingen waaraan hij of zij mag deelnemen. Bij deze handelingen gaat het om het horen van een deskundige tijdens het onderzoek, inspecties, reconstructies, presentaties met het oog op identificatie en rechtszaken en openbare zittingen in de loop van gerechtelijke procedures.
Tijdens het onderzoek kan het slachtoffer informatie verkrijgen over of, tegen een vergoeding, kopieën ontvangen van adviezen en dossiers van deskundigen over onderzoeksacties waarbij hij of zij aanwezig mag zijn. Ook kan het slachtoffer een afschrift van andere documenten verkrijgen, als dat het onderzoeksbelang niet schaadt. Na de afsluiting van het onderzoek mag het slachtoffer de stukken inzien die betrekking hebben op het tegen hem of haar gepleegde misdrijf.
Tijdens het onderzoek kan het slachtoffer een beroep instellen of een klacht indienen tegen alle beslissingen die bepalingen bevatten die rechtstreeks op hem of haar betrekking hebben. Het slachtoffer kan onder andere een klacht indienen tegen beslissingen waarin zijn of haar aangifte van het misdrijf wordt afgewezen, of tegen beslissingen waarin het onderzoek wordt opgeschort of beëindigd.
Als de aangifte van het misdrijf wordt afgewezen of het onderzoek wordt beëindigd, kan het slachtoffer binnen de in de wet gestelde termijn als plaatsvervangend particuliere aanklager optreden. Het slachtoffer kan deze rol ook op zich nemen in bepaalde gevallen waarin een formele aanklacht wordt ingediend als onderdeel van een tenlastelegging en waarin de klacht van het slachtoffer niet tot het gewenste resultaat leidt. Het slachtoffer mag ook als plaatsvervangend particuliere aanklager fungeren als de openbare aanklager, als gevolg van het onderzoek, vaststelt dat er geen sprake is van een misdrijf dat door het openbaar ministerie moet worden vervolgd of als de openbare aanklager de vervolgingstaak niet van de particuliere aanklager heeft overgenomen. Een slachtoffer dat als plaatsvervangend particuliere aanklager optreedt, kan via zijn of haar advocaat een verzoek om vervolging indienen en op deze wijze zelf een tenlastelegging tegen de verdachte formuleren.
Tijdens de gerechtelijke procedure kan het slachtoffer alleen beroep instellen tegen de behandeling van de civiele vordering, maar niet tegen de beslissing zelf. Tijdens de gerechtelijke procedure kan het slachtoffer als plaatsvervangend particuliere aanklager optreden als de openbare aanklager de aanklacht laat vallen.
Strafrechtelijke procedures worden in het Hongaars gevoerd, maar u mag niet gediscrimineerd worden op grond van het feit dat u de Hongaarse taal niet kent. Tijdens een dergelijke procedure mag u zowel mondeling als schriftelijk gebruikmaken van uw moedertaal, uw streek- of uw minderheidstaal of een andere taal die u spreekt. In zulke gevallen hebt u gratis recht op een tolk en op de vertaling van officiële documenten die aan u zijn gericht.
De autoriteiten streven ernaar zowel mondeling als schriftelijk op eenvoudige en gemakkelijk te begrijpen wijze met u te communiceren. Informatie over uw rechten en waarschuwingen in verband met uw verplichtingen worden op een gemakkelijk te begrijpen wijze gecommuniceerd; hierbij wordt rekening gehouden met uw omstandigheden en persoonlijke vermogens. Tijdens de mondelinge communicatie moeten de autoriteiten ook nagaan of u de aan u meegedeelde informatie hebt begrepen. Zo niet, dan moeten zij u uitleg over deze informatie of waarschuwing geven. Als u minderjarig of gehandicapt bent, moeten de autoriteiten speciale zorg aan de communicatie met u besteden. Als u slechthorend of doofblind bent of een spraakgebrek hebt, kunt u om een gebarentolk vragen of een schriftelijke verklaring opstellen in plaats van aan een rechtszitting deel te nemen.
Op staatsniveau worden de bescherming van slachtoffers en de rechtshulp geregeld door de overheidsinstanties van de hoofdstad en de 19 provincies. Als u slachtoffer van een misdrijf bent, krijgt u gratis persoonlijke bijstand. In het kader daarvan ontvangt u
Als onderdeel van de rechtsbijstand geven de overheidsinstanties u gratis juridisch advies wanneer de feiten van de zaak relatief eenvoudig zijn. Als u financiële problemen heeft, kunt u gebruikmaken van juridische diensten (bijvoorbeeld voor het opstellen van documenten) via rechtshulp buiten het kader van strafrechtelijke procedures en van procesvertegenwoordiging binnen het kader van zulke procedures.
De contactgegevens van de overheidsinstanties in Boedapest en in de provincies kunt u vinden op http://www.kormanyhivatal.hu/; verdere informatie over slachtofferhulp en rechtsbijstand is te verkrijgen op https://igazsagugyiinformaciok.kormany.hu/aldozatsegito-szolgalat en http://igazsagugyihivatal.gov.hu/jogi-segitsegnyujtas.
Behalve tot slachtofferhulporganisaties van de overheid kunt u zich als slachtoffer van een misdrijf ook wenden tot een aantal maatschappelijke organisaties, zoals:
Indien u als slachtoffer van een misdrijf naar de politie gaat, krijgt u van de politie schriftelijke informatie met de gegevens van de relevante dienst voor slachtofferhulp; u krijgt ook informatie over de mogelijkheden die u hebt om slachtofferhulp te ontvangen, en op uw verzoek zal de politie de benodigde verklaring afgeven, die aan u zal worden overhandigd of naar de desbetreffende dienst slachtofferhulp zal worden gezonden.
Tijdens de strafrechtelijke procedure moeten uw persoonlijkheidsrechten en het recht op respect voor de betrokkenen in acht worden genomen, en het is verboden om onnodig gegevens over uw persoonlijke levenssfeer openbaar te maken. Indien u als getuige moet optreden, kunt u verzoeken om vertrouwelijke behandeling van uw gegevens, die vanaf dat moment uitsluitend openbaar zullen worden gemaakt aan de bij de procedure betrokken autoriteit.
Om in aanmerking voor door de staat verleende slachtofferhulp te komen, hoeft u geen aangifte over te leggen van het misdrijf waardoor u bent benadeeld. Niettemin hebt u alleen maar recht op geldelijke steun (vergoeding, onmiddellijke geldelijke steun) als u schriftelijk bewijs heeft dat er een strafproces is ingesteld.
U kunt persoonlijke bescherming krijgen nadat een strafrechtelijke procedure is gestart. Als u zich in een dreigende situatie bevindt vanwege uw deelname aan het strafproces, kunt u de bij de procedure betrokken autoriteit vragen om u als slachtoffer of getuige en uw familie- en gezinsleden persoonlijke bescherming te bieden. Deze persoonlijke bescherming kan worden geregeld door de bij de procedure betrokken onderzoeksautoriteit, de openbare aanklager of de rechter, en het besluit zal worden genomen door de politie die voor deze bescherming zorg draagt.
Indien u als getuige zult worden gehoord en uw getuigenis heeft betrekking op de belangrijkste omstandigheden van een bijzonder ernstige zaak, kunt u de status van speciaal beschermde getuige krijgen wanneer het bewijs dat naar verwachting uit uw getuigenis zal voortvloeien, niet op andere wijze kan worden verkregen, en wanneer uw leven, lijf of leden of persoonlijke vrijheid of die van uw familieleden ernstig in gevaar zouden komen als uw identiteit in verband met uw deelname aan het strafproces bekend zou worden.
De onderzoeksrechter beslist of de getuige de status van speciaal beschermde getuige krijgt, eventueel op verzoek van de openbare aanklager, en dus moet u het initiatief voor deze vorm van bescherming nemen en daarover contact opnemen met het openbaar ministerie. Als u de status van speciaal beschermde getuige hebt gekregen, mag u alleen door de onderzoeksrechter worden ondervraagd en niet voor het proces worden opgeroepen; verder zullen uw naam, persoonlijke gegevens en woonplaats vertrouwelijk worden behandeld en zullen deze niet aan de verdachte en zijn raadsman bekend worden gemaakt.
U kunt ook worden beschermd binnen het kader van een speciaal beschermingsprogramma. Als u aan dit programma deelneemt, kunt u uitsluitend door de instantie die voor uw bescherming verantwoordelijk is, in verband met de procedurele handelingen worden opgeroepen of daarvan in kennis worden gesteld. Deze instantie mag ook als enige u documenten toesturen en het adres van de instantie wordt als uw verblijfplaats vermeld. Aan niemand, ook aan de autoriteiten niet, mogen kopieën worden verstrekt van documenten met informatie over u, tenzij de instantie die voor uw bescherming verantwoordelijk is hiervoor toestemming heeft verleend. In dit geval mag u weigeren een getuigenverklaring af te geven waarin u direct of indirect informatie zou geven over uw nieuwe identiteit of verblijfplaats.
Als tegen u een misdrijf is gepleegd dat met gevangenisstraf wordt bestraft, kunt u de rechter verzoeken de verdachte te verbieden gedurende een periode van tien tot zestig dagen bij u in de buurt te komen of u te benaderen.
Tijdens de strafrechtelijke procedure zullen de rechter, de openbare aanklager en de onderzoeksautoriteit voortdurend nagaan of u als slachtoffer speciale bescherming nodig hebt op basis van de feiten en omstandigheden die kenmerkend zijn voor uw persoonlijkheid en levensomstandigheden en de aard of de omstandigheden van het misdrijf. In dat geval kan de rechter, de openbare aanklager of de onderzoeksautoriteit die het strafproces voert, opdracht geven tot de maatregelen die u persoonlijke bescherming bieden, met dien verstande dat de persoonlijke bescherming en het in hoofdstuk 7 vermelde beschermingsprogramma door de politie worden geregeld, terwijl het contactverbod door de rechter wordt opgelegd.
Ja. Het is een fundamentele taak van de rechter, de openbare aanklager en de onderzoeksautoriteit om te voorkomen dat de dader nog meer misdrijven pleegt. Dit doel wordt bereikt via dwangmaatregelen die gericht zijn op de verdachte en zijn of haar persoonskenmerken en die ervoor zorgen dat de verdachte zijn of haar vrijheid verliest of ingeperkt ziet (bijv. via een contactverbod of huisarrest); tevens worden hiertoe maatregelen getroffen die waarborgen dat u de nodige zorg en bescherming krijgt en die gebaseerd zijn op de speciale behartiging van uw belangen als slachtoffer.
Ja. In een strafrechtelijke procedure moeten de rechter, de openbare aanklager en de onderzoeksautoriteit de procedurele handelingen met betrekking tot uw deelname als getuige zodanig voorbereiden en uitvoeren dat deze handelingen niet nodeloos worden herhaald en u de verdachte niet onnodig tegenkomt. Hiertoe kan bijvoorbeeld op uw verzoek of ambtshalve een confrontatie met de dader worden vermeden, kan de verdachte uit de rechtszaal worden verwijderd wanneer u wordt ondervraagd en kunt u via telecommunicatie worden verhoord (waarbij uw gelaatstrekken of stem eventueel onherkenbaar worden gemaakt).
Indien u als slachtoffer speciale bescherming nodig hebt op basis van de feiten en omstandigheden die kenmerkend zijn voor uw persoonlijkheid en levensomstandigheden of op basis van de aard of omstandigheden van het misdrijf, zal het strafproces met de grootse zorg voor u worden gevoerd en zullen procedurele handelingen die u raken (rekening houdend met de belangen van het proces), zoveel mogelijk met inachtneming van uw behoeften worden voorbereid en uitgevoerd.
In overeenstemming met het Verdrag inzake de rechten van het kind, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989, wordt in het Hongaarse rechtsstelsel een persoon als een kind beschouwd als hij of zij jonger is dan 18 jaar.
In strafrechtelijke procedures met minderjarige slachtoffers is het een algemene vereiste dat autoriteiten en gerechtelijke instanties ervoor zorgen dat de rechten van kinderen als vermeld in internationale verdragen volledig worden nageleefd. Het gaat er hierbij vooral om dat de "belangen van het kind" worden vooropgesteld in beslissingen die minderjarigen betreffen.
Tijdens een strafrechtelijke procedure hebben minderjarige slachtoffers extra rechten vergeleken met volwassenen, en krijgen zij aanvullende bescherming. Als het slachtoffer bij de aanvang van het strafproces jonger was dan 18 jaar, wordt hij of zij als een "slachtoffer met speciale behoeften" aangemerkt, zonder dat hij of zij daartoe een afzonderlijk verzoek hoeft in te dienen.
Voor slachtoffers met speciale behoeften geldt als algemene regel dat procedurele handelingen met de grootste zorg voor het slachtoffer moeten worden voorbereid en uitgevoerd; daarbij wordt tevens zoveel mogelijk rekening gehouden met de behoeften van het slachtoffer.
Slachtoffers jonger dan 18 jaar hebben aanvullende speciale rechten vergeleken met volwassenen:
Slachtoffers jonger dan 14 jaar hebben daarnaast nog extra speciale rechten:
Slachtoffers die zijn overleden voor of na de instelling van de strafrechtelijke procedure, kunnen worden vervangen door een familielid in rechte lijn, echtgenoot, levenspartner, broer of zus, wettelijke vertegenwoordiger of een ondersteunde afhankelijke persoon op basis van overeenstemming of wetgeving, die vervolgens de rechten van het slachtoffer kan uitoefenen.
Als meerdere personen dit mogen doen, kunnen de betrokkenen een persoon aanwijzen die de rechten van het slachtoffer gaat uitoefenen. Bij gebrek aan overeenstemming hierover mag de persoon die als eerste in het proces is opgetreden, de rechten van het slachtoffer uitoefenen.
Als de verplichting van persoonlijke samenwerking niet door de wet wordt voorgeschreven, kunnen de rechten van de minderjarige ook door zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger worden uitgeoefend. Een advocaat of meerderjarig familielid kan op basis van een machtiging als vertegenwoordiger optreden.
Als de klager een schriftelijke klacht indient, mag een door de klager aangewezen meerderjarige persoon bij de rechtszitting aanwezig zijn om steun te verlenen (inclusief taalondersteuning), mits de belangen van het proces door de aanwezigheid van die persoon niet worden geschaad.
In geval van onderzoekshandelingen waarbij uw aanwezigheid verplicht of toegestaan is, mag u ook uw vertegenwoordiger, degene die u ondersteunt en, als dat de belangen van het proces niet schaadt, een door u aangewezen meerderjarige persoon meenemen. Bovenstaande regel is van toepassing op het verhoor van het slachtoffer en de ondervraging van het slachtoffer als getuige.
In geval van overlijden van de plaatsvervangend particuliere aanklager kan hij of zij binnen dertig dagen worden vervangen door een familielid in rechte lijn, echtgenoot, levenspartner, broer of zus, wettelijke vertegenwoordiger of ondersteunde afhankelijke persoon op basis van overeenstemming of wetgeving.
Het belangrijkste doel van een bemiddelingsprocedure is ervoor te zorgen dat de verdachte een vergoeding voor de gevolgen van het misdrijf verschaft die ook voor het slachtoffer acceptabel is. In bemiddelingsprocedures gaat het er dus om dat de verdachte en het slachtoffer overeenstemming bereiken over de vergoeding van de schade.
Op voorwaarde dat aan de in de wet gestelde voorwaarden wordt voldaan, kan de openbare aanklager of, als de zaak voor de rechtbank is gebracht, de rechter de procedure maximaal zes maanden opschorten en opdracht geven tot bemiddeling.
Bij een strafrechtelijke procedure kan opdracht worden gegeven tot bemiddeling als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het slachtoffer kan in elke fase van het proces een bemiddelingsverzoek indienen. Er kan per zaak echter maar eenmaal opdracht worden gegeven tot een bemiddelingsprocedure; als de procedure om wat voor reden dan ook zonder succes wordt afgesloten, kan deze niet nogmaals plaatsvinden.
Een bemiddelaar die hiervoor is opgeleid en bij de staat in dienst is, draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de bemiddelingsprocedure. Tijdens de bemiddelingsprocedure kan het slachtoffer ervoor kiezen de verdachte uitsluitend in het bijzijn van de bemiddelaar te ontmoeten, en op die manier biedt de persoon van de bemiddelaar een adequate garantie voor de persoonlijke veiligheid van het slachtoffer.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Iedereen kan een misdrijf aangeven.
Van misdrijven wordt doorgaans aangifte gedaan bij de openbare aanklager of de onderzoeksautoriteit:
Aangiften mogen ook worden geaccepteerd door een andere instantie of de rechter, die deze naar de onderzoeksautoriteit moeten doorsturen. Een aangifte die onmiddellijke actie vereist, moet worden geaccepteerd.
Alle aangiften worden direct geregistreerd.
U mag anoniem aangifte doen. Het is dus niet verplicht uw identificatie- of contactgegevens door te geven. In uw aangifte moeten gegevens over het misdrijf zijn opgenomen. Er worden door de autoriteiten geen specifieke vormvereisten aan de aangifte gesteld.
Er geldt geen uitdrukkelijke deadline voor het aangeven van een misdrijf, maar de autoriteiten wijzen uw aangifte af als die wordt gedaan buiten een bepaalde termijn. Deze periode (de zogenaamde verjaringstermijn) is meestal gelijk aan de maximale strafduur voor een bepaald strafbaar feit en bedraagt ten minste vijf jaar.
Voor bepaalde misdrijven mag u ook een particulier verzoek indienen, een verklaring waarmee u uitdrukkelijk verzoekt dat de dader gestraft wordt. Nadat de identiteit van de dader bij u bekend wordt, hebt u dertig dagen de tijd om het particulier verzoek in te dienen.
De klager, of het slachtoffer dat geen aangifte heeft gedaan maar wel bekend is, wordt ingelicht over de opening van het onderzoek.
De klager en de civiele eiser moeten ook bericht krijgen wanneer de aangifte wordt afgewezen.
De rechter beslist over, en brengt u op de hoogte van, het volgende:
Tijdens het onderzoek brengt de politie of de openbare aanklager u op de hoogte van:
Als slachtoffer van een misdrijf hebt u verscheidene voorrechten op grond waarvan u informatie over het onderzoek kunt verkrijgen:
Ja.
In strafrechtelijke procedures verleent de staat de volgende steun in het kader van rechtsbijstand:
U hebt recht op deze steun als u wordt geacht deze nodig te hebben op basis van de bepalingen van de Wet betreffende rechtsbijstand; het recht op procesvertegenwoordiging wordt echter slechts toegekend aan slachtoffers, particuliere aanklagers en andere belanghebbenden die dat nodig hebben, als zij - gezien het complexe karakter van de zaak - hun procedurele rechten niet effectief zouden kunnen doen gelden wanneer zij persoonlijk het proces zouden voeren, vanwege hun gebrek aan juridische deskundigheid of andere persoonlijke omstandigheden.
Aanvragen voor steun kunnen bij de dienst voor rechtsbijstand worden ingediend; hiertoe vult u het daartoe bestemde formulier in. Daarbij moet u de stukken en/of officiële verklaringen voegen waaruit blijkt dat u voor steun in aanmerking komt of de officiële kaart overleggen die daarvoor eveneens het bewijs levert.
Een aanvraag voor steun kan uiterlijk bij de dienst voor rechtsbijstand worden ingediend tijdens de procesvoering voor de afdeling van de rechtbank die zitting houdt om een onherroepelijke uitspraak te doen.
Als u volgens de dienst voor rechtsbijstand in aanmerking komt voor rechtshulp, kunt u uit een speciaal register een rechtsbijstandverlener kiezen.
Ja.
Indien u als slachtoffer, particuliere aanklager, plaatsvervangend particuliere aanklager of civiele eiser aan het proces deelneemt, worden de volgende kosten die door u of uw vertegenwoordigers worden gemaakt, vergoed:
Uw directe contante uitgaven en die van uw vertegenwoordigers, evenals de vergoedingen voor vertegenwoordigers, worden door uzelf voorgeschoten, ongeacht uw hoedanigheid in het proces.
De onkosten die voor u ontstaan als gevolg van uw deelname aan de procedure als getuige (reiskosten, verblijfskosten, maaltijdkosten en onkosten in verband met het opnemen van vrije dagen) worden op uw verzoek vergoed.
Reiskosten: uitgaven die verband houden met de reis vanaf de woonplaats van de getuige tot de locatie waar het verhoor plaatsvindt, en de terugreis.
Verblijfskosten: als het verhoor van de getuige op een zodanig tijdstip begint dat de getuige voor de reis tussen zijn of haar woonplaats en de locatie van het verhoor in de nachtelijke uren moet vertrekken, worden de kosten van de getuige voor verblijf op een commerciële locatie of een gezinslocatie vergoed.
Maaltijdkosten: de getuige krijgt de maaltijdkosten terugbetaald als hij of zij recht heeft op een vergoeding van de verblijfskosten of als de gehele duur van de reis vanaf de woonplaats naar de locatie van het verhoor en de terugreis plus het verhoor zelf meer dan zes uur in beslag neemt en een en ander op één dag plaatsvindt.
Onkosten in verband met het opnemen van vrije dagen: een getuige die geen recht heeft op betaling voor een periode van afwezigheid, namelijk voor de tijd die hij of zij met het oog op het verhoor vrij heeft genomen, heeft recht op een vergoeding ten bedrage van 1,5 % van het minimumpensioen per uur voor de periode die hij of zij vrij heeft genomen, inclusief de reistijd.
Een getuige die bij het deskundigenonderzoek aanwezig is geweest, moet de bewijzen van de onkosten sturen aan de autoriteit of rechter die opdracht tot dit onderzoek heeft gegeven. Na de ontvangst van het advies van de deskundige stelt de betrokken autoriteit of rechter het bedrag van de vergoeding vast.
Indien u als civiele eiser een civiele vordering hebt ingesteld, zal de rechter de verdachte bevelen uw directe contante uitgaven en de directe contante uitgaven en vergoedingen van uw vertegenwoordiger te betalen als de rechter uw civiele vordering toewijst. Als de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, is de verdachte verplicht een evenredig bedrag van de kosten te betalen.
Bent u een plaatsvervangend particuliere aanklager, dan zal de rechter de verdachte bevelen uw directe contante uitgaven en de directe contante uitgaven en vergoedingen van uw vertegenwoordiger te betalen, als de vervolging in handen is van de plaatsvervangend particuliere aanklager en de rechter de verdachte schuldig verklaart.
Het slachtoffer kan een beroep instellen in de door de wet bepaalde gevallen, als de onderzoeksautoriteit of de openbare aanklager de aangifte heeft afgewezen of het onderzoek heeft beëindigd. Wanneer de aangifte wordt afgewezen, kan het slachtoffer slechts om een onderzoek vragen als hij of zij zelf aangifte heeft gedaan.
Tegen een beslissing tot afwijzing van de aangifte of tot beëindiging van het onderzoek kan binnen acht dagen na de mededeling van de beslissing bezwaar worden aangetekend. Als de onderzoeksautoriteit of de openbare aanklager die de beslissing heeft genomen het bezwaar niet toewijst, moet het worden voorgelegd aan de aanklager die daarover mag oordelen. Tegen de beslissing die de bevoegde aanklager met betrekking tot het bezwaar neemt, staan geen verdere rechtsmiddelen open.
Na kennisgeving van de tenlastelegging stelt de rechter de datum van het proces vast en treft hij voorbereidingen voor het proces en voor de dagvaarding, oproepen en kennisgevingen. De personen die verplicht bij het proces aanwezig moeten zijn, worden gedagvaard of opgeroepen om te verschijnen en degenen die volgens de wet bij het proces aanwezig mogen zijn, krijgen hierover bericht.
De volgorde van de bewijsvoering tijdens het proces wordt door de rechter bepaald. De bewijsvoering begint met de ondervraging van de verdachte, en het slachtoffer is meestal de eerste getuige die wordt verhoord. Wanneer een getuige wordt ondervraagd, mogen andere nog niet verhoorde getuigen daarbij niet aanwezig zijn. Van deze regel mag echter worden afgeweken wanneer het slachtoffer als getuige wordt ondervraagd. De wettelijke vertegenwoordiger van het slachtoffer kan tijdens het hele proces aanwezig zijn. Deze vertegenwoordiger kan het slachtoffer dus vertellen wat voor bewijsvoering tijdens zijn of haar afwezigheid heeft plaatsgevonden.
Volgens het procesrecht kan het slachtoffer tijdens een strafzaak vier rollen vervullen:
Als dat voor de bewijsvoering noodzakelijk wordt geacht, moet het slachtoffer een getuigenis afleggen of op andere wijze een bijdrage aan de procedure leveren in de gevallen en op de manieren die in de wet zijn vastgesteld. Daarentegen is het uitsluitend aan het slachtoffer te bepalen of hij of zij als civiele partij, particuliere aanklager of plaatsvervangend particuliere aanklager zal optreden.
In elke fase van het strafproces heeft het slachtoffer het recht:
Als de onderzoeksautoriteit, de openbare aanklager of de rechter dat voor de bewijsvoering noodzakelijk acht, moet het slachtoffer een getuigenis afleggen of op andere wijze een bijdrage aan de procedure leveren in de gevallen en op de manieren die in de wet zijn vastgesteld. Dit betekent vooral dat wordt voldaan aan de verplichting om getuigenis af te leggen. Uitzonderingen hierop zijn gevallen waarin het slachtoffer niet als getuige kan worden verhoord (bijvoorbeeld vanwege het beroepsgeheim van een advocaat of de zwijgplicht van een geestelijke) en gevallen waarin het slachtoffer mag weigeren te getuigen (bijvoorbeeld een familielid van de verdachte of slachtoffers die in dat geval zichzelf of hun familieleden zouden beschuldigen).
Het slachtoffer kan als civiele partij deelnemen aan het strafproces en reeds bij de aangifte van het misdrijf vermelden dat hij of zij van plan is een civiele vordering in te stellen (doorgaans een schadeclaim). Aan het instellen van een civiele vordering zijn geen juridische kosten verbonden. In dit geval doet de rechter binnen een en dezelfde strafzaak uitspraak over de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de verdachte en de civiele vordering. Dit heeft als voordeel dat de civiele partij geen civiele procedure hoeft aan te spannen. Tijdens het strafproces kan de civiele partij een verzoek indienen om beslag te leggen op eigendommen van de verdachte wanneer er goede redenen zijn om aan te nemen dat voldoening van de vordering zal worden gefrustreerd.
Bij in de wet vastgestelde misdrijven (geweldpleging, inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, schending van het briefgeheim, laster, smaad en oneerbiedigheid) kan het slachtoffer als particuliere aanklager optreden. In geval van de bovengenoemde strafbare feiten moet het slachtoffer het misdrijf aangeven binnen dertig dagen nadat de identiteit van de dader bij hem of haar bekend is geworden. Bij de aangifte moet het slachtoffer eventuele bewijzen van het misdrijf vermelden en uitdrukkelijk verklaren of hij of zij om bestraffing van de verdachte verzoekt.
Het misdrijf kan mondeling of schriftelijk bij de rechter worden aangegeven. De rechter zal opdracht geven tot een onderzoek als de identiteit, de persoonsgegevens of de woonplaats van de verdachte onbekend zijn of als het nodig is de bewijsmiddelen te lokaliseren. De rechter beëindigt de procedure als tijdens het onderzoek de identiteit van de verdachte niet kan worden vastgesteld.
De rechter organiseert een persoonlijke zitting waarbij getracht wordt het slachtoffer en de verdachte met elkaar te verzoenen. Als de verzoeningspoging slaagt, beëindigt de rechter de procedure; zo niet, dan wordt de procedure voortgezet in een openbare rechtszaak.
Als het slachtoffer de aanklacht intrekt of laat vallen, wordt de procedure beëindigd. Er is sprake van soortgelijke gevolgen als het slachtoffer de persoonlijke zitting of het proces niet bijwoont en daarvoor van tevoren geen deugdelijk excuus aandraagt, of als het slachtoffer niet kan worden opgeroepen omdat hij of zij een adreswijziging niet heeft doorgegeven.
Een particuliere aanklager beschikt over alle rechten die met vervolging gemoeid zijn, waaronder de rechten die tijdens de procedure kunnen worden uitgeoefend en het recht om tegen de uitspraken van de rechter een rechtsmiddel in te zetten.
Wanneer alle tijdens het onderzoek beschikbare mogelijkheden om een rechtsmiddel in te zetten zijn uitgeput, kan het slachtoffer in sommige gevallen als plaatsvervangend particuliere aanklager optreden en zulke zaken zelf bij de rechter vervolgen. Zo mag u als plaatsvervangend particuliere aanklager fungeren als de aangifte van het misdrijf wordt afgewezen of als het onderzoek wordt beëindigd omdat de handeling geen misdrijf betrof of als er strafuitsluitingsgronden bestaan (bijvoorbeeld dwang, dwaling, rechtmatige zelfverdediging of dreigend gevaar). Als het in een specifiek geval mogelijk is om volgens de wet als plaatsvervangend particuliere aanklager op te treden, zal de openbare aanklager die over het bezwaar beslist het slachtoffer daarover speciaal informeren.
Als het protest wordt afgewezen omdat de aangifte is geweigerd of het onderzoek is beëindigd, mag het slachtoffer op het bureau van het openbaar ministerie de stukken inzien die betrekking hebben op het misdrijf dat tegen hem of haar is gepleegd. Een slachtoffer dat als plaatsvervangend particuliere aanklager optreedt, kan binnen zestig dagen na de afwijzing van zijn of haar bezwaar een verzoek om vervolging indienen bij het bureau van de openbare aanklager die de zaak in eerste aanleg heeft vervolgd. Wettelijke vertegenwoordiging (door een advocaat) van de plaatsvervangend particuliere aanklager is verplicht. De rechter beslist of het verzoek om vervolging wordt ingewilligd.
Het slachtoffer heeft het recht tijdens het strafproces te worden gehoord. Conform de bepalingen van de wet is het slachtoffer niet slechts verplicht, maar heeft hij of zij ook het recht om naar eigen inzicht aan de bewijsvoering deel te nemen. Het slachtoffer mag een getuigenis afleggen en ook op andere manieren bewijzen aandragen (bijvoorbeeld door bewijsstukken aan de autoriteiten te overhandigen). Het slachtoffer kan in elke fase van de procedure verzoeken en bezwaren indienen. Over het algemeen wordt als eerste getuige het slachtoffer ondervraagd.
Nadat de openbare aanklager namens het openbaar ministerie heeft gesproken, kan het slachtoffer het woord voeren en aangeven of hij of zij wil dat de strafrechtelijke aansprakelijkheid en de straf van de verdachte worden vastgesteld. De civiele partij kan een verklaring afleggen in verband met de civiele vordering die zij wil instellen.
Voor aanvang van het proces mag de daarvoor opgeroepen getuige contact opnemen met iemand die namens de rechtbank getuigen ondersteunt, om zich zo adequaat te laten voorlichten. Het gaat hierbij om een gerechtelijk medewerker die de getuige informatie verschaft over het afleggen van een getuigenis en het optreden van de getuige in de rechtbank voorbereidt. Ondersteuning van de getuige behelst geen informatie over de zaak en mag niet tot beïnvloeding van de getuige leiden.
In een strafrechtelijke procedure heeft het slachtoffer het recht om informatie over zijn of haar rechten en plichten en over de zaak te ontvangen. Tevens heeft hij of zij, tenzij in de wet anders is bepaald, het recht bij de procedurele handelingen aanwezig te zijn, de stukken over het tegen hem of haar gepleegde misdrijf in te zien en daarvan kopieën te ontvangen nadat het onderzoek is afgesloten.
Het slachtoffer moet over de tenlastelegging worden geïnformeerd en in kennis worden gesteld van alle beslissingen die op hem of haar betrekking hebben, inclusief de eindbeslissing.
Het slachtoffer heeft het recht de stukken over het tegen hem of haar gepleegde misdrijf in te zien en daarvan kopieën te ontvangen nadat het onderzoek is afgesloten.
De rechter moet het recht op inzage in de stukken zodanig waarborgen dat onnodige openbaarmaking van gegevens over de persoonlijke levenssfeer wordt voorkomen. Het verstrekken van kopieën van documenten kan echter slechts worden beperkt op grond van menselijke waardigheid, persoonlijkheidsrechten en recht op respect.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Het slachtoffer kan beroep instellen tegen de beslissing als hij of zij tevens plaatsvervangend particuliere aanklager, particuliere aanklager of civiele partij is of als de beslissing een bepaling bevat die een beroep mogelijk maakt. De civiele partij kan beroep instellen tegen de bepaling waarin de civiele vordering wordt behandeld. Als er enige andere bepaling in de beslissing met betrekking tot het slachtoffer is opgenomen, kan hij of zij beroep instellen tegen deze bepaling.
Als tegen de beslissing in eerste of tweede aanleg beroep is ingesteld, heeft het slachtoffer het recht het proces en de openbare zitting van de rechtbank van tweede of derde aanleg bij te wonen, de stukken die tijdens de procedure zijn opgesteld, in te zien, verzoeken in te dienen en opmerkingen te maken, en zich na het slotbetoog van de openbare aanklager tot de rechtbank te richten.
Als het gaat om de ondersteuning van slachtoffers, valt het antwoord op deze vraag onder de verantwoordelijkheid van het plaatsvervangend staatssecretariaat voor justitie en private wetgeving van het ministerie van Justitie en de plaatsvervangend staatssecretaris voor het beheer van rechtsmethodieken van het ministerie van Justitie. Wanneer het de bescherming van slachtoffers betreft, valt het onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
De rechterlijke beslissing, waaruit het slachtoffer kan opmaken wat de inhoud van de veroordeling is, te weten de aard, het type, de omvang en de inhoud van de straf of maatregelen die aan de verdachte zijn opgelegd, moet door de rechtbank aan het slachtoffer worden betekend.
Het slachtoffer of, in geval van zijn of haar overlijden, de persoon die zijn of haar rechten uitoefent, heeft het recht om op verzoek de volgende informatie te krijgen over het misdrijf dat het slachtoffer aangaat:
a) de vrijlating of ontsnapping van een verdachte in voorarrest;
b) de voorwaardelijke of definitieve invrijheidstelling of ontsnapping van een tot gevangenisstraf veroordeelde persoon of wanneer de gevangenisstraf van deze persoon wordt onderbroken;
c) de invrijheidstelling of ontsnapping van een tot hechtenis veroordeelde persoon of wanneer de hechtenis van deze persoon wordt onderbroken;
d) de invrijheidstelling of ontsnapping van een persoon die onvrijwillig onder medische behandeling staat;
e) de invrijheidstelling, het verlof zonder toestemming en het aanpassingsverlof van een persoon die onvrijwillig onder medische behandeling staat;
f) in geval van een opleiding voor jeugddelinquenten, hun tijdelijke of permanente invrijheidstelling of wanneer zij de instelling zonder toestemming verlaten en hun opleiding onderbroken wordt.
De penitentiaire inrichting stelt de laatste dag van de gevangenisstraf vast en zorgt ervoor voor dat de veroordeelde op die dag in vrijheid wordt gesteld. Als de penitentiaire inrichting een verzoek indient om voorwaardelijke invrijheidstelling van de veroordeelde, houdt de strafrechter een hoorzitting waarover het slachtoffer niet wordt ingelicht en waarbij hij of zij niet aanwezig kan zijn. Het slachtoffer mag geen verklaring afleggen of beroep instellen tegen de beslissing van de rechter over de voorwaardelijke invrijheidstelling.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Primair kan het slachtoffer als civiele eiser in de strafprocedure zijn of haar vordering voor schade als gevolg van de ten laste gelegde handeling instellen. In dit geval wordt de procedure die als onderdeel van de strafzaak wordt gevoerd om een civiele vordering in te stellen, voeging genoemd. Civiele vorderingen kunnen ook via andere juridische middelen worden aangebracht. Wanneer het slachtoffer zelf niet als civiele eiser optreedt, kan soms toch een vordering worden ingesteld. Onder de voorwaarden van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een civiele vordering ook door de openbare aanklager in plaats van het slachtoffer worden ingesteld.
Executieprocedures kunnen worden ingesteld binnen dertig nadat de termijn is verstreken om te voldoen aan de verplichtingen die de rechter heeft vastgesteld. De rechtbank zal dan een executiedossier verstrekken dat gebaseerd is op dat deel van de beslissing in het strafproces dat op de civiele vordering betrekking heeft.
De staat kan u geen voorschot betalen. Als echter opzettelijk een geweldsmisdrijf tegen u is gepleegd en als u daardoor fysiek letsel hebt opgelopen en uw gezondheid daardoor is aangetast, komt u mogelijk in aanmerking voor een schadevergoeding van de staat. Een dergelijke schadevergoeding door de overheid staat los van de civiele vordering; als uw verlies of schade echter vanuit andere bronnen (bijvoorbeeld een rechtbank of verzekeraar) wordt gecompenseerd binnen drie jaar na de datum waarop definitief over uw aanvraag voor vergoeding is beslist, moet u de vergoeding van de staat terugbetalen.
U hebt recht op een vergoeding van de staat als opzettelijk een geweldsmisdrijf tegen u is gepleegd waardoor uw fysieke integriteit en gezondheid ernstige schade werd berokkend.
U hebt wellicht ook recht op een vergoeding van de staat als u een naast familielid of afhankelijk van het slachtoffer bent of als u voor de begrafenis van een overleden slachtoffer hebt betaald.
Alleen slachtoffers die dat op basis van hun financiële draagkracht of andere in de wet vastgestelde omstandigheden nodig hebben, kunnen in aanmerking komen voor schadevergoeding van de staat.
U kunt uw aanvraag voor schadevergoeding bij elke dienst voor slachtofferhulp (overheidsinstantie van het district) indienen. Bij het besluit over uw aanvraag zal de betrokken autoriteit het oorzakelijk verband tussen het bedrag van de schadevergoeding en het misdrijf onderzoeken.
Normaal gesproken worden aanvragen voor schadevergoeding ingediend binnen drie maanden vanaf de dag waarop het misdrijf is gepleegd, en het maximumbedrag van de schadevergoeding in 2017 bedraagt 1 599 105 HUF.Als uw aangifte van een misdrijf wordt afgewezen, het onderzoek wordt beëindigd of de verdachte wordt ontslagen van rechtsvervolging vanwege in de wet vermelde strafuitsluitingsgronden (namelijk minderjarigheid, ernstige geestelijke beperking, dwang, dwaling, rechtmatige zelfverdediging, uiterste noodzaak of bevel van een meerdere) hebt u recht op een schadevergoeding van de staat.
Een dergelijke schadevergoeding door de overheid staat los van de civiele vordering; als uw verlies of schade echter vanuit andere bronnen (bijvoorbeeld een rechtbank of verzekeraar) wordt gecompenseerd binnen drie jaar na de datum waarop definitief over uw aanvraag voor vergoeding is beslist, moet u de vergoeding van de staat terugbetalen.
Als u uw civiele recht buiten het strafproces doet gelden, komen de vragen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid en de schadevergoeding los van elkaar te staan; dat wil zeggen dat de twee procedures tot rechterlijke beslissingen met verschillende inhoud kunnen leiden.
Als slachtoffer van een misdrijf of strafbaar feit kunt u recht hebben op onmiddellijke geldelijke steun om een einde te maken aan de crisissituatie die binnen een zeer korte periode door het misdrijf of strafbaar feit is veroorzaakt. U kunt uw aanvraag bij slachtofferhulp (bij een overheidsinstantie van het district) indienen; voorwaarde voor het ontvangen van schadevergoeding is dat u het misdrijf bij de politie hebt aangegeven. Onmiddellijke geldelijke steun wordt verstrekt op basis van het beginsel van billijkheid en kan aan slachtoffers worden uitgekeerd zonder dat wordt nagegaan of zij behoeftig zijn. Tijdens het proces moet echter wel worden onderzocht of het gerechtvaardigd is deze geldelijke steun te verlenen gezien de persoonlijke omstandigheden van het slachtoffer die door het misdrijf zijn ontstaan. Onmiddellijke geldelijke steun is geen vergoeding en is niet bedoeld om de schade als gevolg van het misdrijf te compenseren of te verminderen. Deze steun kan worden verstrekt om de uitgaven voor voeding, huisvesting, reizen en kleding en medische en begrafeniskosten te dekken. Het bedrag van de onmiddellijke geldelijke steun wordt vastgesteld op grond van de situatie van het slachtoffer die door het misdrijf is ontstaan, en op grond van de tijdsperiode waarin het slachtoffer niet zelf zijn of haar financiële problemen kan oplossen. In 2017 is het maximale steunbedrag 106 607 HUF.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Als u slachtoffer bent geworden van een misdrijf, kunt u aangifte doen bij het dichtstbijzijnde politiebureau of door de alarmnummers 107 of 112 te bellen.
Het personeel van de overheidsdiensten voor slachtofferhulp en rechtsbijstand kan u helpen; ga daarvoor naar de dichtstbijzijnde overheidsinstantie van het district. In Hongarije kunt u bij de gratis telefoonlijn voor slachtofferhulp (ÁldozatsegítÅ‘ Vonal) (+36-80-225-225) terecht voor onmiddellijke ondersteuning, 24 uur per dag.
De nationale crisistelefoon- en informatiedienst (Országos KríziskezelÅ‘ és Információs Telefonszolgálat, OKIT, http://www.ncsszi.hu/national-institute-for-family_-youth-and-population-policy) verschaft vooral hulp aan de slachtoffers van huiselijk geweld, geweld tussen familieleden, kindermishandeling en prostitutie en mensenhandel, via telefoonnummer +36-80-205-520.
Slachtofferhulp kost u niets. Als u geen Hongaars spreekt of vanwege een communicatiegerelateerde handicap een gebarentolk nodig hebt, neemt de staat de kosten van vertaling en vertolking voor zijn rekening.
Slachtofferhulp (ÁldozatsegítÅ‘ Szolgálat) kan
De nationale crisistelefoon- en informatiedienst (Országos KríziskezelÅ‘ és Információs Telefonszolgálat) kan
De dienst voor rechtsbijstand (Jogi Segítségnyújtó Szolgálat)
U kunt met name rekenen op de volgende niet-gouvernementele organisaties:
Witte Ring, een charitatieve organisatie (Fehér GyÅąrÅą Közhasznú Egyesület):
Vrouwenrechtenorganisatie NANE (NÅ‘k a NÅ‘kért Együtt az ErÅ‘szak Ellen Egyesület):
NGO ESZTER Ambulance (ESZTER Alapítvány és Ambulancia):
Organisatie Patent (Patent Egyesület):
Stichting Anoniem (Névtelen Utak Alapítvány):
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.