Het is heel belangrijk onafhankelijk juridisch advies in te winnen als u op een of andere manier betrokken bent bij een strafrechtproces. In de informatiebladen kunt u lezen wanneer en in welke omstandigheden u recht hebt op vertegenwoordiging door een advocaat. Hierin staat ook wat een advocaat voor u kan doen. In deze algemene informatiebladen kunt u lezen hoe u een advocaat kunt vinden en hoe de kosten van de advocaat worden voldaan als u het zich niet kunt veroorloven zelf juridisch advies in te winnen.
Tijdens het vooronderzoek is het verplicht om een advocaat te hebben vanaf het moment dat u de gelegenheid hebt het strafdossier in te zien (zie informatieblad 2). Voorafgaand aan deze fase is het in de volgende gevallen verplicht om een advocaat te hebben:
Tijdens het proces moet u een advocaat hebben. De deelname van de advocaat aan het proces is verplicht.
U hebt het recht uw eigen advocaat te kiezen, die u op grond van een overeenkomst vertegenwoordigt. De namen en contactgegevens van advocaten zijn beschikbaar op de website van de Estlandse orde van advocaten.
Als u geen overeenkomst met een advocaat hebt of uw advocaat u niet kan vertegenwoordigen, hebt u het recht een verzoek in te dienen om een advocaat voor u te laten aanstellen. In dat geval stelt de Estlandse orde van advocaten een advocaat aan om u te vertegenwoordigen.
Uw recht om een advocaat voor u te laten aanstellen door de Estlandse orde van advocaten hangt niet af van uw economische situatie. Als u een aanvraag indient voor een advocaat hoeft u geen informatie over uw financiële situatie te verstrekken.
Als u een advocaat wilt laten aanstellen door de Estlandse orde van advocaten, moet u een verzoek indienen bij de opsporingsinstantie, de aanklager of de rechtbank.
In bepaalde procedures is deelname van de advocaat verplicht. Als u in een dergelijke procedure niet zelf een advocaat hebt gekozen, zal de opsporingsinstantie, de aanklager of de rechtbank er een voor u aanstellen. U hoeft dan geen verzoek in te dienen voor een advocaat.
U moet de door u gekozen advocaat zelf betalen. Het honorarium van de advocaat en de voorwaarden voor betaling zijn opgenomen in de overeenkomst met de cliënt.
Als u niet zelf een advocaat in de arm wilt nemen, hebt u recht op een door de staat bekostigde advocaat. De advocaat, die door de Estlandse orde van advocaten wordt aangesteld, wordt dan door de staat betaald. U hoeft de advocaat dan niet zelf te betalen. Als de rechter u schuldig bevindt, bent u verplicht de staat schadeloos te stellen voor de kosten van de advocaat.
U hebt het recht de door u gekozen advocaat te vervangen. Als er een advocaat voor u was aangesteld, hebt u het recht de advocaat te laten vervangen als de oorspronkelijke advocaat en de nieuwe advocaat daa rmee instemmen. Als de voor u aangestelde advocaat ondeskundig of onzorgvuldig heeft gehandeld, hebt u het recht een verzoek bij de rechtbank in te dienen om de betreffende advocaat van de zaak af te halen en een nieuwe advocaat door de Estlandse orde van advocaten te laten aanstellen.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Het strafproces bestaat uit de volgende twee fasen: het vooronderzoek of opsporingsonderzoek en het proces. Het strafproces kan ook worden afgesloten zonder dat het door de rechtbank wordt behandeld (bijvoorbeeld als tijdens het onderzoek wordt vastgesteld dat het misdrijf niet is gepleegd). U kunt uitsluitend in een rechtbank schuldig worden bevonden aan een misdrijf.
Het doel van het strafrechtelijk onderzoek is vast te stellen of het misdrijf is gepleegd en wat de omstandigheden van het misdrijf waren. Tijdens het onderzoek wordt het bewijs voor het vermeende misdrijf verzameld, worden de omstandigheden van het misdrijf vastgesteld en wordt besloten of er voldoende bewijs is om u van het misdrijf te beschuldigen.
Het strafproces wordt in gang gezet door een opsporingsinstantie (de politie of een andere staatsinstelling die daartoe de bevoegdheid heeft) of de aanklager. De strafrechtelijke procedure wordt in gang gezet als de politie of aanklager informatie heeft ontvangen over het vermeende misdrijf.
Als de opsporingsinstantie gegronde redenen heeft om te vermoeden dat u een misdrijf hebt gepleegd, mag u 48 uur als verdachte worden vastgehouden. Als u wordt vastgehouden, moet u onmiddellijk door een opsporingsinstantie worden ondervraagd.
Als gedurende het onderzoek duidelijk wordt dat u ten onrechte wordt vastgehouden, moet u onmiddellijk in vrijheid worden gesteld. Als de opsporingsinstantie ervan overtuigd is dat u langer moet worden vastgehouden om te voorkomen dat u zich aan ondervraging zult onttrekken of nieuwe misdrijven zult plegen, moet zij een verzoek indienen bij de rechtbank voor een aanhoudingsbevel.
Als dit gebeurt, wordt u binnen 48 uur vanaf het moment van uw detentie aan de rechter voorgeleid. De rechter beslist dan of uw aanhouding gepast is. Als de rechter van oordeel is dat er geen rechtvaardigingsgrond voor uw aanhouding is, wordt u onmiddellijk in vrijheid gesteld.
Het doel van het onderzoek is bewijs te verzamelen dat de omstandigheden van het misdrijf bevestigt. Hiertoe worden de verdachte, het slachtoffer en de getuigen ondervraagd, wordt bewijs verzameld en worden forensische analyses en observatieactiviteiten verricht. Alle maatregelen die worden genomen om bewijs te verzamelen moeten overeenkomstig de wet worden gedocumenteerd. Om u in staat van beschuldiging te stellen mag uitsluitend wettelijk voorgeschreven en op wettelijke wijze verzameld bewijs worden gebruikt.
Er wordt een strafdossier aangelegd, dat informatie bevat over het strafrechtelijk onderzoek en het bewijs. Als het strafrechtelijk onderzoek is afgerond, voorziet de aanklager de verdediging van een kopie van het dossier. Uw advocaat brengt u op de hoogte van het bewijs dat tegen u is verzameld en de grondslag van de u ten laste gelegde feiten.
U en uw advocaat hebben het recht een verzoek in te dienen bij de aanklager (bijvoorbeeld om aanvullende informatie in het dossier op te nemen, de strafrechtelijke procedure te beëindigen enz.). De aanklager moet over deze verzoeken beslissen. Als de aanklager niet aan een bepaald verzoek voldoet, kunt u hetzelfde verzoek tijdens het proces opnieuw indienen.
Indien de aanklager, nadat hij u van het dossier heeft voorzien en over eventuele verzoeken heeft beslist, meent dat er voldoende bewijs tegen u is om u te vervolgen, stelt hij een tenlastelegging op.
Dit is een document waarin de feiten worden uiteengezet en het bewijs wordt geleverd waarop de beschuldiging is gebaseerd. De aanklager overlegt de tenlastelegging aan de verdediging en verstuurt deze naar de rechter. Op grond van de tenlastelegging stelt de rechter strafvervolging tegen u in.
Mijn rechten tijdens het onderzoek
Het strafproces wordt in gang gezet omdat de opsporingsinstantie informatie heeft ontvangen die erop wijst dat er een misdrijf is gepleegd. Deze informatie kan gebaseerd zijn op een klacht die iemand heeft ingediend of de ontdekking van een feit dat erop wijst dat er een misdrijf is gepleegd.
Het doel van het strafproces is vast te stellen of er een misdrijf is gepleegd en zo ja, of er voldoende bewijs is om de verdachte van een misdrijf te beschuldigen.
De strafrechtelijke procedure wordt geleid door de openbare aanklager en het strafrechtelijk onderzoek wordt overeenkomstig de instructies van de openbare aanklager door een opsporingsinstantie verricht. Over het algemeen verricht de politie het onderzoek. Het onderzoek kan tevens verricht worden door de binnenlandse veiligheidsdienst, de belastingdienst, de milieu-inspectie, de afdeling gevangenissen en gevangenisdiensten van het ministerie van Justitie, de militaire politie en de mededingingsautoriteit.
Er zijn bepaalde procedurele handelingen die opsporingsinstanties uitsluitend mogen verrichten met toestemming van de openbare aanklager of de rechter.
Het strafproces wordt in gang gezet met de eerste procedurele handeling. Als u ervan verdacht wordt een misdrijf te hebben gepleegd, komt u te weten dat het strafproces in gang is gezet doordat u als verdachte wordt aangehouden of door de opsporingsinstantie wordt opgeroepen en ondervraagd.
U kunt als verdachte worden beschouwd indien de opsporingsinstantie voldoende gronden heeft om te vermoeden dat u een misdrijf hebt gepleegd. Deze gronden kunnen om verschillende redenen gerechtvaardigd zijn, bijvoorbeeld:
Uw belangrijkste rechten als verdachte zijn:
U bent verplicht:
Als u de verdachte bent, moet de opsporingsinstantie u op de hoogte brengen van uw rechten en plichten. U wordt gevraagd het proces-verbaal van het verhoor te ondertekenen en daarmee bevestigt u dat u op de hoogte bent gebracht van uw rechten en plichten.
Daarna krijgt u te horen waarvan u wordt verdacht. Dat betekent dat u een korte beschrijving krijgt van het feit waarvan u wordt verdacht. Daarnaast wordt u geïnformeerd over de wet waarin dit feit als een misdrijf wordt omschreven. De opsporingsinstantie noch de aanklager zijn verplicht om u meer informatie te geven voordat het vooronderzoek is afgerond.
Vanaf het moment dat u een verdachte bent die aan een strafrechtelijke procedure wordt onderworpen, hebt u het recht met uw advocaat te spreken. U hebt het recht om met uw advocaat te spreken voordat de opsporingsinstantie u gaat ondervragen.
U kunt als verdachte worden vastgehouden als:
Ook kunt u worden vastgehouden als de opsporingsinstantie andere informatie heeft die u als verdachte aanwijst en:
U kunt worden vastgehouden en aangehouden in het kader van uitlevering aan een ander land (zie Verhoor en verzameling van bewijs (3)).
De opsporingsinstantie heeft het recht u vast te houden. Als u op heterdaad of onmiddellijk na het plegen van het misdrijf wordt betrapt, of als u probeert te ontsnappen, mag iedere persoon u naar de politie brengen om te worden vastgehouden.
Op het moment dat u wordt vastgehouden, moet de opsporingsinstantie u op de hoogte stellen van de redenen voor uw detentie en u informeren over uw rechten en plichten. De ambtenaar stelt een document op over de detentie met daarin de rechtsgrondslag voor uw detentie en de omstandigheden van het misdrijf waarvan u wordt verdacht. U hebt het recht verzoeken in te dienen en te eisen dat deze worden opgenomen in het document over detentie.
De opsporingsinstantie moet u onmiddellijk op de hoogte stellen van de redenen voor uw detentie en van uw rechten, in een taal en op een manier die voor u te begrijpen is. De opsporingsinstantie moet, indien nodig, voor een tolk zorgen. Er wordt alleen voor een tolk gezorgd (niet voor een schriftelijke vertaling).
U hebt het recht ten minste één naaste naar keuze op te hoogte te laten stellen. Kennisgeving vindt plaats via de opsporingsinstantie. Dat betekent dat u het recht hebt te vragen dat een door u gekozen persoon in kennis wordt gesteld, en dit wordt door de opsporingsinstantie gedaan.
Indien de opsporingsinstantie van mening is dat het schadelijk kan zijn voor het strafproces om de door u gekozen persoon van uw detentie op de hoogte te stellen, kan zij de kennisgeving weigeren. De aanklager moet voor een dergelijke weigering toestemming verlenen.
U mag maximaal 48 uur worden vastgehouden. Als de rechter binnen 48 vanaf het moment dat u bent vastgehouden geen aanhoudingsbevel heeft uitgevaardigd, moet de opsporingsinstantie u onmiddellijk vrijlaten.
U kunt op verzoek van de aanklager worden aangehouden als er gegronde redenen bestaan om te vermoeden dat u zich aan de strafrechtelijke procedure zult onttrekken of nieuwe misdrijven zult plegen. Alleen een rechter kan toestemming geven voor de aanhouding.
De opsporingsinstantie brengt u naar een rechter en verzoekt deze een aanhoudingsbevel uit te vaardigen. De aanklager en, indien u dat wenst, uw advocaat worden ook uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. De rechter leest het dossier van uw strafzaak en ondervraagt u om de gronden voor uw aanhouding te controleren. Nadat de rechter beide partijen in de zaak heeft gehoord, besluit hij of zij het aanhoudingsbevel al dan niet te verlenen. Indien het bevel niet wordt verleend, moet u onmiddellijk worden vrijgelaten.
Gedurende het vooronderzoek mag u niet langer dan 6 maanden worden vastgehouden. In uitzonderlijke gevallen kan deze termijn worden verlengd. Na iedere periode van twee maanden hebt u het recht de rechter te verzoeken de gronden voor uw aanhouding opnieuw te onderzoeken. De rechter moet dan binnen 5 dagen beslissen of de handhaving van uw aanhouding al dan niet gerechtvaardigd is. Als de rechter van oordeel is dat de aanhouding niet langer gerechtvaardigd is, moet u onmiddellijk worden vrijgelaten.
U hebt het recht te verzoeken dat u tegen betaling van een borgsom op vrije voeten wordt gesteld. Hiertoe moet u een verzoek indienen bij de rechtbank. U wordt aan een rechter voorgeleid die over het verzoek over vrijlating op borgtocht zal beslissen. De rechter moet uw mening en die van uw advocaat horen.
Als de rechter het verzoek toekent, wordt u vrijgelaten nadat de borgsom is overgemaakt naar de bankrekening van de rechtbank.
U hebt het recht hoger beroep in te stellen tegen uw aanhoudingsbevel. Hiertoe moet u of uw advocaat een schriftelijk verzoek indienen bij de arrondissementsrechtbank via de rechtbank die het oorspronkelijke aanhoudingsbevel heeft uitgevaardigd. U moet dit verzoek indienen binnen 10 dagen nadat u in kennis bent gesteld van het aanhoudingsbevel.
Het doel van het verhoor en de verzameling van bewijs is de omstandigheden van het vermeende misdrijf vast te stellen en op schrift te stellen zodat deze tijdens de rechtszaak gecontroleerd kunnen worden. De opsporingsinstantie en de aanklager zijn verplicht zowel de informatie te verzamelen die erop wijst dat u betrokken was bij het misdrijf als de informatie die voor u pleit. U hoeft uw onschuld niet te bewijzen.
Als u een verdachte bent, moet de opsporingsinstantie u onmiddellijk ondervragen.
U hoeft de opsporingsinstantie geen informatie te geven, noch de vragen die zij u stelt te beantwoorden. U hebt het recht om te zwijgen. Zwijgen kan in geen geval worden uitgelegd als een schuldbekentenis. U kunt niet gedwongen worden om tegen uzelf of uw naasten te getuigen.
Aan het begin van het verhoor moet u verteld worden dat u het recht hebt te weigeren een verklaring af te leggen en dat uw verklaring tegen u kan worden gebruikt. U wordt eerst gevraagd of u het misdrijf waarvan u wordt verdacht hebt gepleegd.
U krijgt de gelegenheid te verklaren wat u weet over het misdrijf dat wordt onderzocht. Ook zullen u vragen worden gesteld. Er wordt een schriftelijk verslag (proces-verbaal) van het verhoor opgesteld. U hebt het recht dit verslag door te lezen voordat u het ondertekent. U hebt het recht uw opmerkingen op te laten nemen in het verslag.
De door u afgelegde verklaring kan als bewijs tegen u worden gebruikt.
Tijdens het verhoor mag u schuld bekennen aan enkele of aan alle ten laste gelegde feiten. U hebt ook het recht dit op ieder moment na het verhoor te doen, zelfs als u tijdens het verhoor hebt gezegd niet schuldig te zijn.
De strafrechtelijke procedure wordt niet beëindigd als u schuld bekent. De opsporingsinstantie moet nog steeds de omstandigheden van het misdrijf vaststellen en bewijzen. U kunt niet uitsluitend op grond van uw bekentenis van het misdrijf worden veroordeeld.
Als u schuld hebt bekend, hebt u het recht op uw eerdere verklaring terug te komen en later in de strafrechtelijke procedure en ook tijdens het proces te ontkennen dat u schuldig bent. In een dergelijk geval kan uw eerdere bekentenis tijdens de rechtszaak worden ingebracht en als bewijslast tegen u worden gebruikt. Als andere bewijzen bevestigen dat u schuldig bent, wordt er geen op acht geslagen dat u uw bekentenis hebt ingetrokken, omdat uw verklaring als onbetrouwbaar wordt beschouwd.
Tijdens het strafrechtelijk onderzoek is de opsporingsinstantie niet verplicht u te laten weten welke getuigen tegen u hebben getuigd en wat deze getuigen hebben verklaard. U wordt geïnformeerd over de getuigen en hun bewijs op het moment dat u inzage krijgt in het strafdossier aan het eind van het onderzoek (zie Inzage in het strafdossier, behandeling van verzoeken, en de tenlastelegging (4)).
Er kan naar eerdere door u gepleegde strafbare feiten worden gevraagd, maar u mag weigeren deze informatie te verstrekken. De opsporingsinstantie heeft het recht om in de diverse registers na te gaan of u eerdere strafbare feiten hebt gepleegd. Eventuele eerdere strafbare feiten worden vermeld in de tenlastelegging.
De opsporingsinstantie heeft het recht een onderzoek aan uw lichaam te verrichten om sporen van het misdrijf, specifieke kenmerken van uw lichaam en andere informatie te vinden die belangrijk is voor het strafrechtelijk onderzoek.
De opsporingsinstantie heeft het recht aanrakingssporen en monsters bij u af te nemen, waaronder vingerafdrukken en biologisch materiaal ten behoeve van DNA-onderzoek.
Als u weigert monsters af te geven, heeft de opsporingsinstantie het recht u daartoe te dwingen. Als u echter weigert monsters af te geven of indien het afgeven van monsters uw fysieke integriteit schaadt, kunnen deze uitsluitend worden afgenomen op grond van een beschikking van de opsporingsinstantie. U hebt het recht om deze beschikking in te zien.
Uw woning, bedrijfspand of auto enz. mogen worden doorzocht met het doel bewijs van het misdrijf te vinden of andere voorwerpen die noodzakelijk zijn om het misdrijf op te lossen. De aanklager of de rechter moet hiertoe een huiszoekingsbevel afgeven. Als een woning, bedrijfspand of auto dringend moet worden doorzocht, kan dit ook worden toegestaan op grond van een bevel van de opsporingsinstantie.
Het huiszoekingsbevel moet worden getoond aan degene wiens woning, bedrijfspand of auto wordt doorzocht en deze moet verzocht worden het in het bevel genoemde voorwerp af te geven. Als het voorwerp niet wordt afgegeven, verrichten de ambtenaren van de opsporingsinstantie de huiszoeking.
Als uw rechten worden geschonden, hebt u het recht te klagen over de handelingen van de opsporingsinstantie en een klacht in te dienen bij de aanklager. Als de klacht betrekking heeft op de verrichtingen van de aanklager, kan deze worden ingediend bij het openbaar ministerie. De klacht wordt binnen 30 dagen opgelost. U krijgt een kopie van de beslissing toegestuurd. Als u het niet eens bent met de beslissing van het openbaar ministerie, hebt u het recht om binnen 10 dagen een klacht in te dienen bij de rechtbank.
Alle tijdens het strafrechtelijk onderzoek verzamelde bewijzen en de samenvatting van het vooronderzoek waarin de omstandigheden van het misdrijf worden beschreven, worden aan het dossier toegevoegd. Het is noodzakelijk dat u als verdachte inzage krijgt in het stafdossier zodat u weet welke feiten u ten laste worden gelegd en hoe deze worden gestaafd.
Als u een verdachte bent, wordt het dossier aan u ter beschikking gesteld nadat het strafrechtelijk onderzoek is afgerond.
Vanaf het moment dat het dossier aan u ter beschikking wordt gesteld, moet u een advocaat hebben (zie informatieblad 1). De aanklager geeft een kopie van het strafdossier aan uw advocaat. Uw advocaat informeert u over de inhoud van het dossier.
Er is geen specifieke termijn vastgesteld voor het bestuderen van het dossier. Als de aanklager van oordeel is dat het bestuderen van het dossier wordt uitgesteld, kan hij een dergelijke termijn vaststellen. Hij moet voldoende tijd geven om te waarborgen dat u uw recht om uzelf te verdedigen daadwerkelijk kunt uitoefenen.
Nadat u het strafdossier hebt bestudeerd, hebben u en uw advocaat het recht om verzoeken in te dienen bij de aanklager. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de strafrechtelijke procedure zorgvuldig en rechtvaardig wordt uitgevoerd.
U hebt het recht te verzoeken dat:
Ook hebt u het recht te verzoeken dat de aanklager het strafproces beëindigt indien er, naar uw mening, geen gronden bestaan om het voort te zetten. Daarnaast hebt u het recht te verzoeken dat de zaak wordt behandeld door middel van een vereenvoudigde procedure waarin de wet voorziet (bijvoorbeeld een minnelijke regeling) zonder een volledig proces.
Verzoeken worden schriftelijk bij de openbare aanklager ingediend. Ze moeten binnen tien dagen na de datum waarop het strafdossier is bestudeerd, worden ingediend. Als het een grote en gecompliceerde strafzaak betreft, kan de openbare aanklager deze termijn verlengen tot vijftien dagen (artikel 225 van het wetboek van strafvordering, dat op 1 september 2011 in werking is getreden).
De aanklager beoordeelt de verzoeken binnen 10 dagen. Als de aanklager een verzoek afwijst, wordt er een beschikking opgesteld waarvan een kopie naar u wordt verstuurd. Als uw verzoek in deze fase wordt afgewezen, kunt u het opnieuw indienen tijdens het proces.
Nadat u het strafdossier hebt bestudeerd en de aanklager een beslissing heeft genomen over uw verzoeken, wordt u in staat van beschuldiging gesteld indien de aanklager ervan overtuigd is dat er voldoende bewijs is om u strafrechtelijk te vervolgen.
De aanklager stelt een tenlastelegging op. De tenlastelegging is een document waarin de feiten worden vermeld waarop de tenlastelegging is gebaseerd en het bewijs dat deze feiten bevestigt. De aanklager overlegt de tenlastelegging aan u en uw advocaat en verstuurt deze naar de rechter.
De rechter kan de zaak alleen behandelen op grond van de tenlastelegging. De aanklager kan de tenlastelegging wijzigen en aanvullen, maar in dat geval moet er een nieuwe tenlastelegging worden overgelegd.
Als u in een ander land schuldig bent bevonden aan dezelfde feiten, of indien het strafproces met betrekking tot de feiten is beëindigd, kunt u niet opnieuw voor hetzelfde misdrijf worden aangeklaagd. In een dergelijke situatie geldt dat een eventueel tegen u in gang gezet strafproces in Estland moet worden beëindigd zonder dat u in staat van beschuldiging wordt gesteld.
Nadat u het strafdossier hebt bestudeerd, hebt u het recht de aanklager te verzoeken om het starten van een onderhandelingsprocedure. Als de aanklager uw verzoek inwilligt, zullen er onderhandelingen worden gestart met u en uw advocaat over de wettelijke omschrijving van de daad waarvan u wordt beschuldigd, en de straf die daarvoor moet worden opgelegd.
Als de onderhandelingen ertoe leiden dat u een overeenkomst bereikt, wordt deze op schrift gesteld en ter bekrachtiging bij de rechtbank ingediend. Als de rechtbank de overeenkomst bekrachtigt, wordt u veroordeeld voor het misdrijf volgens de overeenkomst die u hebt gesloten.
Het Europees aanhoudingsbevel is een verzoek van een instelling van een lidstaat van de Europese Unie aan een andere lidstaat van de Europese Unie tot detentie, aanhouding en/of uitlevering van een bepaalde persoon aan de verzoekende lidstaat, zodat deze lidstaat een strafproces kan voortzetten of de betreffende persoon kan gevangenzetten.
Als u wordt vastgehouden, moeten de gronden voor de detentie aan u worden uitgelegd en moet u worden meegedeeld dat u kunt instemmen met uitlevering aan een andere lidstaat. Als u instemt met uitlevering, kunt u later niet op uw beslissing terugkomen. Vanaf het moment dat u wordt vastgehouden, hebt u recht op kosteloze rechtsbijstand en hulp van een tolk.
De rechter beslist of u al dan niet zal worden uitgeleverd. U, uw advocaat en de aanklager zullen de rechtszitting bijwonen. De rechter moet uw mening over de uitlevering horen. De rechter doet uitspraak en beslist daarmee of de uitlevering wordt toegestaan of geweigerd. U hebt vanaf de ontvangst van de uitspraak 3 dagen de tijd om hoger beroep in te stellen bij de arrondissementsrechtbank. De arrondissementsrechtbank heeft 10 dagen de tijd om het hoger beroep te behandelen; de beslissing van deze rechtbank is definitief.
Als u met de uitlevering hebt ingestemd, moet er binnen 10 dagen een beslissing worden genomen. Als u niet met de uitlevering hebt ingestemd, moet de definitieve beslissing om de uitlevering toe te staan dan wel te weigeren binnen 60 dagen na uw aanhouding worden genomen. In uitzonderlijke gevallen kan deze termijn met 30 dagen worden verlengd. Als de uitspraak van de rechter over uw uitlevering rechtskracht heeft gekregen, moet u binnen 10 dagen aan het verzoekende land worden uitgeleverd. Als u niet binnen deze termijn wordt uitgeleverd, moet u worden vrijgelaten.
Als een ander land een strafproces is begonnen en een aanhoudingsbevel heeft opgesteld of indien een rechter in dat land u heeft veroordeeld tot gevangenisstraf, kan dat land om uw uitlevering verzoeken. Indien Estland een verzoek tot uitlevering van een ander land heeft ontvangen, of een verzoek tot aanhouding via Interpol, kunt u worden vastgehouden en aangehouden voor de duur van de uitleveringsprocedure. Tijdens de uitleveringsprocedure kunt u maximaal één jaar worden aangehouden. De rechter beslist of uitlevering moet worden toegestaan.
Als u een burger bent van een ander land dan Estland, wordt een kopie van uw aanhoudingsbevel naar het ministerie van Buitenlandse Zaken gestuurd. Het ministerie van Buitenlandse Zaken stelt de ambassade of het consulaat van uw land op de hoogte van uw aanhouding. U hebt het recht een onderhoud aan te vragen met de consulaire ambtenaar van uw land.
De opsporingsinstantie en aanklager moeten ervoor zorgen dat u hulp krijgt van een tolk. De tolk moet aanwezig zijn bij alle procedurele handelingen waaraan u deelneemt. De tolk is verplicht alles dat verband houdt met de procedurele handeling getrouw en volledig te vertalen. Er wordt alleen voor een tolk gezorgd (niet voor een schriftelijke vertaling).
U kunt een verzoek indienen voor een schriftelijke vertaling van de tenlastelegging in uw moedertaal of een andere taal die u beheerst. Andere documenten die onderdeel uitmaken van het strafproces worden niet schriftelijk vertaald.
U hoeft gedurende het strafproces niet in Estland te blijven en u mag het land verlaten, maar u bent verplicht u bij de opsporingsinstantie te melden indien dit vereist is voor een procedurele handeling door de opsporingsinstantie. De opsporingsinstantie kan u verbieden om zonder haar toestemming uw woonplaats te verlaten.
Als u uw woonplaats voor langer dan 24 uur wilt verlaten, heeft u vooraf toestemming nodig van de opsporingsinstantie. Als u zich niet bij de opsporingsinstantie meldt wanneer dat is vereist of het verbod uw woonplaats te verlaten overtreedt, kunt u worden aangehouden.
De opsporingsinstantie kan uw verhoor in het buitenland afnemen via een rechtstreekse videoverbinding. Een dergelijk verhoor kan alleen plaatsvinden indien u daarin toestemt.
Wetboek van strafvordering in het Engels (bevat niet alle amendementen)
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Alle strafzaken worden behandeld door arrondissementsrechtbanken. Over het algemeen wordt de beslissing door een alleensprekend rechter genomen. Strafzaken over misdrijven van de eerste categorie worden behandeld door de voorzitter van de rechtbank en twee lekenrechters.
Het proces is openbaar.
De rechter kan verklaren dat het proces geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren zal worden gehouden:
Voor het eind van de rechtszitting kan de openbare aanklager de tenlastelegging veranderen of er nieuwe feiten aan toevoegen. Indien dit gebeurt, stelt de openbare aanklager een nieuwe tenlastelegging op. Dit wordt niet gedaan als de tenlastelegging in uw voordeel is veranderd. Als de tenlastelegging is veranderd, hebben u en uw advocaat het recht te verzoeken dat het proces wordt opgeschort zodat u uw verdediging kunt voorbereiden.
Uw bekentenis wordt behandeld als een bewijsstuk van het misdrijf. Als u schuld bekent, moet de openbare aanklager uw schuld nog steeds aan de hand van ander bewijsmateriaal aantonen.
De verdachte moet verplicht deelnemen aan het proces. In uitzonderlijke gevallen kan het proces zonder u gevoerd worden, namelijk in de volgende gevallen:
De rechtbank heeft het recht u te laten deelnemen aan het proces via een videoverbinding als het problematisch voor u is om voor de rechter te verschijnen. Dat kan alleen met uw toestemming.
Als u de taal van het proces niet verstaat, moet de rechtbank voor een tolk zorgen tijdens het proces. Er wordt alleen voor een tolk gezorgd (niet voor een schriftelijke vertaling).
U bent verplicht om een advocaat te hebben, en als u er niet zelf een hebt gekozen, wordt er een aan u toegewezen door de Estlandse orde van advocaten (zie Informatieblad 1).
U hebt het recht te spreken tijdens het proces en uw mening te geven over de omstandigheden van uw zaak. U bent niet verplicht te spreken tijdens het proces en u hebt het recht te zwijgen.
De verdachte is niet verplicht om tijdens het proces de waarheid te spreken. Als u niet de waarheid spreekt, kunnen daar geen sancties voor u aan worden verbonden. Als tijdens het proces wordt bewezen dat u in de rechtbank hebt gelogen, kan uw volledige getuigenis (met inbegrip van het waarheidsgetrouwe deel) als onbetrouwbaar worden beschouwd. In dat geval wordt uw getuigenis niet als bewijs beschouwd.
U hebt het recht bezwaren in te brengen tegen het bewijs dat bij de rechtbank tegen u wordt ingediend. Het bewijs mag niet tijdens het proces worden gebruikt als het op een manier is verkregen die wezenlijk strijdig is met de wet. U hebt het recht de betrouwbaarheid van het bewijs aan te vechten en ook de toelaatbaarheid ervan.
U en uw advocaat kunnen het bewijs gedurende iedere fase van de strafrechtelijke procedure mondeling of schriftelijk aanvechten, tot aan het eind van het proces.
U hebt het recht tijdens het proces alle bewijsmiddelen bij te brengen die relevant zijn voor de zaak en op wettige wijze zijn verkregen.
Over het algemeen moet er om nieuw bewijs bij te brengen, een verzoek worden ingediend nadat het strafdossier is bestudeerd of ten minste drie werkdagen voor de voorbereidende zitting. Het is echter ook mogelijk nieuw bewijs tijdens het proces aan te voeren als het om objectieve redenen niet mogelijk was het eerder bij te brengen.
U hebt het recht een privédetective in te schakelen om bewijs te verkrijgen. Door een privédetective verzameld bewijs is toelaatbaar indien het legaal door de privédetective is verkregen.
U hebt het recht te verzoeken dat mensen die belangrijke informatie hebben die relevant is voor het oplossen van uw zaak, worden uitgenodigd om voor de rechter te verschijnen.
U en uw advocaat hebben het recht alle getuigen te ondervragen. U hebt het recht uw mening te geven over de relevantie en waarachtigheid van getuigenverklaringen. U hebt het recht bewijs aan te voeren waaruit blijkt dat de verklaringen van de getuige onjuist zijn of dat twijfel doet ontstaan over de betrouwbaarheid ervan.
De rechter mag uitsluitend rekening houden met informatie over eerder door u gepleegde strafbare feiten die is opgenomen in het strafregister en die niet is verwijderd van uw strafblad. (Een strafbaar feit wordt van uw strafblad verwijderd binnen één tot vijftien jaar nadat u uw straf hebt ondergaan, afhankelijk van de ernst van het feit).
Er kan ook rekening worden gehouden met informatie uit andere landen over eerder door u gepleegde strafbare feiten. De strafbare feiten waarmee rekening wordt gehouden, moeten in de tenlastelegging worden uiteengezet. In het geval van bepaalde misdrijven kan het feit dat u eerdere, vergelijkbare misdrijven hebt gepleegd, ertoe leiden dat er een zwaardere straf wordt opgelegd.
Na het proces zal de rechter u veroordelen dan wel vrijspreken. U wordt vrijgesproken indien gedurende het proces niet wordt bewezen dat het misdrijf is gepleegd of dat het door u is gepleegd. U wordt ook vrijgesproken indien de openbare aanklager besluit van vervolging af te zien. U wordt veroordeeld als tijdens het proces wordt bewezen dat u het misdrijf hebt gepleegd.
Als u schuldig wordt bevonden, legt de rechter overeenkomstig de wet een straf op. De mogelijke straffen zijn:
Als u daarmee instemt, kan de rechter de gevangenisstraf omzetten in een taakstraf.
In bepaalde omstandigheden kan de rechter ook besluiten u een voorwaardelijke straf op te leggen. In dat geval hoeft u de oorspronkelijke straf niet te ondergaan of hoeft u slechts een deel ervan te ondergaan, tenzij u gedurende deze proeftijd een nieuw misdrijf pleegt. De proeftijd is drie tot vijf jaar.
Naast de hoofdstraf kan de rechter bijkomende straffen opleggen, bijvoorbeeld een verbod om bepaalde activiteiten te verrichten of uitzetting uit Estland. Ook kan ieder eigendom dat verband houdt met het misdrijf, in beslag worden genomen.
Het slachtoffer heeft het recht aan het proces deel te nemen, verklaringen af te leggen en bewijs bij te brengen, schadevergoeding te eisen ter compensatie van de door het misdrijf geleden schade en zijn of haar mening te geven over de door de openbare aanklager geëiste straf.
Wetboek van strafvordering in het Engels (bevat niet alle amendementen)
Wetboek van strafrecht in het Engels (bevat niet alle amendementen)
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
U hebt het recht hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak. U kunt zowel hoger beroep aantekenen tegen de veroordeling als tegen de straf. U hebt het recht beroep aan te tekenen tegen de volledige uitspraak of tegen een deel ervan.
U moet de rechtbank die u heeft veroordeeld meedelen dat u hoger beroep wilt instellen. U moet dat binnen 7 dagen nadat de uitspraak openbaar is gemaakt, schriftelijk doen. Dat kan ook per fax.
Dit beroep moet binnen vijftien dagen nadat u voor het eerst de gelegenheid had de uitspraak te bestuderen, bij de rechtbank worden ingesteld. Dit beroep moet schriftelijk ingesteld en aan de rechtbank per e-mail of fax verstuurd worden. Beroepen door de openbare aanklager en de verdediging moeten eveneens elektronisch worden ingediend.
De rechtbank die uitspraak heeft gedaan, verstuurt het hoger beroep en het strafdossier naar de arrondissementsrechtbank.
Als u hoger beroep instelt, wordt de oorspronkelijke uitspraak niet ten uitvoer gelegd tot de arrondissementsrechtbank zijn beslissing heeft genomen. Als u voor of na de uitspraak bent aangehouden, wordt u niet vrijgelaten op grond van het feit dat u hoger beroep hebt ingesteld. U kunt worden vastgehouden tot er een beslissing in hoger beroep is genomen. In de wet is geen uiterste termijn vastgelegd voor de behandeling van het hoger beroep, maar het moet binnen een redelijke termijn worden behandeld.
U hebt het recht nieuw bewijs bij te brengen in hoger beroep als u er een geldige reden voor hebt dat u dit bewijs niet eerder hebt aangevoerd.
Tijdens de rechtszitting in de arrondissementsrechtbank worden in het hoger beroep aangevoerde argumenten behandeld. Als u niet voor de rechter verschijnt, kan de arrondissementsrechtbank het hoger beroep zonder uw deelname behandelen. Nadat de arrondissementsrechtbank het hoger beroep heeft behandeld, kan deze:
Het is mogelijk om tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank een ‘beroep in cassatie’ in te stellen bij het hooggerechtshof. Het beroep in cassatie kan uitsluitend via een advocaat worden ingesteld.
Als u een beroep in cassatie wilt instellen, moet u de arrondissementsrechtbank daarvan binnen 7 dagen nadat de uitspraak openbaar is gemaakt, op de hoogte stellen.
Het beroep in cassatie zelf moet binnen 30 dagen nadat u voor het eerst de gelegenheid had de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te bestuderen, worden ingesteld. Het beroep in cassatie wordt ingesteld bij het hooggerechtshof via de arrondissementsrechtbank die de uitspraak in hoger beroep heeft gedaan.
Het hooggerechtshof heeft het recht te beslissen om het beroep in cassatie al dan niet te behandelen. Als het hof de cassatieprocedure weigert, wordt er geen reden opgegeven.
De veroordeling wordt definitief zodra de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. Dit gebeurt als de termijn voor het instellen van hoger beroep of beroep in cassatie is verstreken. In het geval van een beroep in cassatie gaat de uitspraak in kracht van gewijsde als het hooggerechtshof de cassatieprocedure heeft geweigerd of een uitspraak in de zaak heeft gedaan.
Uw veroordeling wordt alleen geregistreerd in het strafregister als die ten uitvoer is gelegd. Als het hooggerechtshof de uitspraak van de rechtbank die u heeft veroordeeld vernietigt, wordt de veroordeling niet in dat register geregistreerd.
U hebt recht op schadevergoeding voor door u geleden schade als u ten onrechte van uw vrijheid bent beroofd. U kunt binnen 6 maanden nadat uw vrijspraak rechtskracht heeft gekregen of na de uitspraak die de strafrechtelijke procedure beëindigt, schadevergoeding aanvragen bij het ministerie van Financiën.
Het schadevergoedingsbedrag is een vast bedrag en bedraagt 7 maal het minimumdagsalaris dat geldt voor de Republiek Estland, voor iedere dag dat u bent vastgehouden. Daarnaast hebt u het recht te eisen dat de staat de door u betaalde kosten voor de advocaat vergoedt.
Als u een buitenlandse burger bent die legaal in Estland woont en u wordt veroordeeld voor een opzettelijk misdrijf waarvoor u een gevangenisstraf krijgt opgelegd, kan de rechter, als bijkomende straf, besluiten u uit Estland uit te zetten en te verbieden om binnen 10 jaar naar Estland terug te keren. Aangezien uitzetting uit Estland ook een straf is, hebt u het recht daar beroep tegen in te stellen.
Als u geen geldige verblijfstitel hebt op basis waarvan u in Estland mag wonen, wordt u automatisch uit Estland uitgezet, zonder een uitspraak van de rechter. U hebt het recht deze uitzetting aan te vechten door een klacht in te dienen bij de administratieve rechtbank. Het feit dat u de uitzetting hebt aangevochten, betekent niet dat deze voor de duur van de gerechtelijke procedure wordt opgeschort.
Als u veroordeeld bent, kunt u niet opnieuw worden vervolgd voor dezelfde feiten.
Informatie over uw veroordeling wordt in het strafregister opgenomen. Het register wordt bijgehouden door het ministerie van Justitie en beheerd door het centrum voor registers en informatiesystemen. De informatie die in het register wordt ingevoerd, is openbaar, behoudens in gevallen waarin de wet voorziet.
De informatie kan worden doorgestuurd naar overheidsinstanties van andere landen indien dat op grond van internationale overeenkomsten is toegestaan. De informatie over uw straf wordt zonder uw toestemming bewaard. De gegevens worden verwijderd na het verstrijken van de wettelijk bepaalde termijn (1-15 jaar na het ondergaan van de straf, afhankelijk van de ernst van het feit).
Wetboek van strafvordering in het Engels (bevat niet alle amendementen)
Strafregisterwet in het Engels (bevat niet alle amendementen)
Compensation for Damage Caused by State to Person by Unjust Deprivation of Liberty Act
Wet inzake gedwongen vertrek en terugkeerverbod
Wet inzake gedwongen vertrek en terugkeerverbod in het Engels (bevat niet alle amendementen)
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Straffen voor het overtreden van de maximumsnelheid en het overtreden van de parkeervoorschriften en andere verkeersregels worden opgelegd in het kader van de overtredingsprocedure.
De overtredingsprocedure wordt uitgevoerd door de politie, op de plaats waar de overtreding wordt geconstateerd of op het politiebureau.
Het is niet verplicht u ter plaatse een straf op te leggen. In plaats daarvan kunt u een waarschuwing krijgen of kan er een waarschuwingsboete worden opgelegd (maximaal 15 EUR). Ook kan er ter plaatse een beslissing worden genomen in de spoedprocedure en kan een boete van maximaal 400 EUR worden opgelegd. De procedure ter plaatse kan uitsluitend met uw toestemming worden gevoerd. Van verklaringen die u aflegt over de overtreding, kunnen audio- of video-opnamen worden gemaakt.
Als u de maximumsnelheid overtreedt en wordt betrapt door middel van een snelheidscamera, kan er een waarschuwingsboete worden opgelegd aan de eigenaar of geregistreerde gebruiker van het voertuig. De maximale waarschuwingsboete is 190 EUR. De kennisgeving van de boete wordt per post naar u verstuurd. Als u het niet eens bent met de kennisgeving van de boete, hebt u het recht binnen dertig dagen na ontvangst bezwaar te maken. Het bezwaar moet worden ingediend bij het politiebureau dat de kennisgeving van de boete naar u heeft verstuurd. Als de natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor het motorvoertuig een boete betwist omdat het voertuig op het desbetreffende moment door iemand anders werd gebruikt, moet hij of zij in de klacht de voor- en achternaam vermelden van de persoon die het voertuig gebruikte op het tijdstip dat in de eerste kennisgeving van de boete wordt vermeld, evenals het adres, het rijbewijsnummer en de geboortedatum of het persoonlijke identiteitsnummer van die persoon.
Als u het niet eens bent met de mening van de politie over de vermeende overtreding, hebt u het recht bezwaar te maken tegen een spoedprocedure ter plaatse. In dat geval zal de politie ter plaatse documenten over de overtreding opstellen, maar zal de straf niet onmiddellijk worden opgelegd.
De documenten worden naar het politiebureau verstuurd, waar de politieagenten bewijs moeten verzamelen van de overtreding. Als u ondervraagd wordt, mag u een advocaat raadplegen. U hebt recht op de aanwezigheid van een advocaat en een tolk. U hebt het recht het bewijsmateriaal dat tijdens de overtredingsprocedure wordt verzameld, te bestuderen en bezwaar te maken tegen de beschuldiging.
U kunt uw bezwaren binnen vijftien dagen na ontvangst van het overtredingsrapport indienen. U krijgt te horen wanneer u een kopie van de beslissing over de overtreding bij het politiebureau kunt afhalen. Om een kopie te verkrijgen, moet u of uw advocaat naar het politiebureau komen. Er zal geen kopie per post worden verzonden.
Verkeersovertredingen kunnen bestraft worden met een geldboete van maximaal 1 200 EUR. Voor ernstige verkeersovertredingen kunt u maximaal dertig dagen worden aangehouden. Een beslissing over de aanhouding kan alleen door een rechter worden genomen. Daarnaast kunt u gedurende twee jaar een rijverbod opgelegd krijgen.
Als u het niet eens bent met de beslissing van de politie, hebt u het recht een klacht in te dienen bij de kantonrechtbank. U moet de klacht binnen vijftien dagen indienen, te rekenen vanaf de dag dat de beslissing voor het eerst beschikbaar was.
Burgers van andere lidstaten van de Europese Unie kunnen ook voor verkeersovertredingen worden bestraft.
Straffen voor verkeersovertredingen worden opgenomen in het strafregister, behalve informatie over waarschuwingsboetes. Een jaar nadat – als hoofdsanctie – de voor de overtreding opgelegde boete is betaald, de detentie is uitgezeten, de taakstraf is uitgevoerd of het rijverbod is opgelegd, wordt de informatie over overtredingen uit het register verwijderd en gearchiveerd.
Verkeerswet in het Engels (bevat niet alle amendementen)
Wettelijke regeling inzake de overtredingsprocedure
Wettelijke regeling inzake de overtredingsprocedure in het Engels (bevat niet alle amendementen)
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.