Which country's court is responsible?

European Union law can determine which court handles a case when both parties to a dispute initiate proceedings in different EU countries.

For example, after a traffic accident between two persons living in Germany and France, respectively, it could be that they sue one another for damages in the Member State of their own domicile.

European Union (EU) law determines which courts of which Member States should hear the case, to avoid conflicting decisions. The general rule is that a person should be sued in the State where s/he is domiciled. Furthermore, other jurisdictional rules may be invoked as alternative in specific cases, for example, the person failing in performance of the contract can be sued at the place of performance of the obligation in question (e.g., in the place where the purchased goods should have been delivered). Special rules exist to protect groups such as consumers, workers and insured persons.

In family law, EU rules exist to determine where a dispute relating to divorce, parental responsibility or maintenance should be heard.

Please select the relevant country's flag to obtain detailed national information.

When you have determined the right Member State on the basis of the jurisdiction rules, then you need to find the competent court in practice.

The European Judicial Atlas in civil matters contains the names and addresses of all courts in the Member States competent in civil and commercial matters (courts of first instance, court of appeals, etc.) and geographical areas in which they have jurisdiction.

Last update: 30/05/2023

This page is maintained by the European Commission. The information on this page does not necessarily reflect the official position of the European Commission. The Commission accepts no responsibility or liability whatsoever with regard to any information or data contained or referred to in this document. Please refer to the legal notice with regard to copyright rules for European pages.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - België

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Niet van toepassing.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Inleiding

Gezien de specifieke kenmerken van het Belgische rechtsstelsel, moeten de vragen 1 en 2.1 omwille van de duidelijkheid samen worden behandeld.

Er moet vooreerst een onderscheid worden gemaakt tussen de volstrekte bevoegdheid (soms ook de materiële bevoegdheid genoemd) en de territoriale bevoegdheid.

Elke vordering heeft een voorwerp en vaak ook een geldwaarde. De wetgever bepaalt de omvang van de volstrekte bevoegdheid door de aard en de waarde van de vorderingen aan te duiden waarvan het gerecht kennis mag nemen.

De volstrekte bevoegdheid wordt in dit informatiedossier beschreven in het antwoord op de vragen 1 en 2.1.

De gerechten zijn niet bevoegd voor het gehele grondgebied van België. Het land is door de wet in rechtsgebieden ingedeeld (kantons, arrondissementen enz.). Elk gerecht is maar bevoegd voor zijn rechtsgebied (territorium). Dit wordt de territoriale bevoegdheid genoemd. De beschrijving ervan vindt u in het antwoord op vraag 2.2.

De volheid van bevoegdheid: de rechtbank van eerste aanleg.

De rechtbank van eerste aanleg heeft "volheid van bevoegdheid". Dit wil zeggen dat de rechtbank van eerste aanleg, in tegenstelling tot de andere rechtscolleges, kennis kan nemen van alle zaken, ook van die zaken die tot de bevoegdheid van andere rechtscolleges behoren.

In artikel 568 van het Gerechtelijk Wetboek is bepaald dat de rechtbank van eerste aanleg kennis neemt van alle vorderingen, behalve die welke rechtstreeks voor het hof van beroep en het Hof van Cassatie komen. De rechtbank van eerste aanleg heeft aldus een voorwaardelijke volheid van bevoegdheid. De volheid van bevoegdheid is voorwaardelijk aangezien de verweerder de onbevoegdheid kan inroepen op grond van de bijzondere bevoegdheid van een andere rechter. Daarnaast heeft de rechtbank van eerste aanleg ook nog een aantal exclusieve bevoegdheden. Een aantal geschillen dient te worden voorgelegd aan deze rechtbank ook als de waarde van de vordering minder dan 2 500 EUR bedraagt, zoals vorderingen betreffende de staat van de persoon.

De andere rechtbanken

Hieronder vindt u een opsomming van de andere rechtscolleges en een korte beschrijving van hun volstrekte bevoegdheid.

a) Vrederechter

Volgens artikel 590 van het Gerechtelijk Wetboek omvat de algemene bevoegdheid van de vrederechter alle vorderingen waarvan het bedrag 2 500 EUR niet te boven gaat behalve die welke de wet uitdrukkelijk aan een andere rechtbank heeft toegewezen. Buiten deze algemene bevoegdheid wordt aan de vrederechter een aantal bijzondere (zie de artikelen 591, 593 en 594 van het Gerechtelijk Wetboek) en exclusieve bevoegdheden (de artikelen 595 en 597 van het Gerechtelijk Wetboek) toegekend ongeacht het bedrag van de vordering. Voorbeelden van deze bijzondere bevoegdheden zijn geschillen i.v.m. huur, mede‑eigendom, erfdienstbaarheden en onderhoudsuitkeringen. Verder is hij ook bevoegd tot het opstellen van adoptie-akten en akten van bekendheid. Dringende onteigeningen en verzegelingen behoren tot de exclusieve bevoegdheid van de vrederechter.

b) Politierechtbank

De politierechtbank neemt volgens artikel 601 bis van het Gerechtelijk Wetboek kennis van alle vorderingen tot vergoeding van schade ontstaan uit een verkeersongeval, ongeacht het bedrag. Dit is een exclusieve bevoegdheid.

c) Rechtbank van koophandel

Ingevolge artikel 573 van het Gerechtelijk Wetboek neemt de rechtbank van koophandel in eerste aanleg kennis van de geschillen tussen ondernemingen; dit zijn geschillen tussen alle personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven welke betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van dat doel en welke niet onder de bijzondere bevoegdheid van andere rechtscolleges vallen.

Een eiser die geen onderneming is, kan er ook voor kiezen om naar de rechtbank van koophandel te stappen om een proces tegen een onderneming aan te spannen. Daarnaast neemt de rechtbank van koophandel kennis van geschillen betreffende wisselbrieven en orderbriefjes.

Naast deze algemene bevoegdheden heeft de rechtbank van koophandel ook een aantal bijzondere en exclusieve bevoegdheden. De bijzondere bevoegdheden staan opgesomd in artikel 574 van het Gerechtelijk Wetboek. Ze omvatten o.a. de geschillen ter zake van een handelsvennootschap en de vorderingen inzake zee- en binnenvaart. In artikel 574, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek wordt de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank van koophandel beschreven: de vorderingen en geschillen rechtstreeks ontstaan uit het faillissement en de procedures van gerechtelijke reorganisatie overeenkomstig de voorschriften van de faillissementswet van 8 augustus 1997 en de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, en waarvan de gegevens voor de oplossing zich bevinden in het bijzonder recht dat van toepassing is op het stelsel van het faillissement en de procedures van gerechtelijke reorganisatie.

d) Arbeidsrechtbank

De arbeidsrechtbank is de voornaamste buitengewone rechtbank en heeft vooral bijzondere bevoegdheden. Deze bevoegdheden, beschreven in de artikelen 578 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek, zijn:

  • arbeidsrechtelijke geschillen;
  • geschillen omtrent arbeidsongevallen en beroepsziekten;
  • geschillen omtrent de sociale zekerheid.

De arbeidsrechtbank heeft een exclusieve bevoegdheid met betrekking tot de toepassing van de administratieve sancties die zijn vastgesteld bij de wetten en verordeningen bedoeld in de artikelen 578 tot en met 582, bij de wet betreffende de administratieve geldboeten in geval van inbreuk op sommige sociale wetten alsook met betrekking tot vorderingen inzake de collectieve schuldenregeling.

e) Voorzitters van de rechtbanken - het kort geding

In de artikelen 584 tot en met 589 van het Gerechtelijk Wetboek is bepaald dat de voorzitters van de rechtbanken (rechtbank van eerste aanleg, rechtbank van koophandel en arbeidsrechtbank) in alle spoedeisende gevallen voorlopige beslissingen kunnen treffen over zaken die tot de bevoegdheid van hun rechtbank behoren. De voorwaarde is dat het gaat over dringende zaken en dat de beslissing enkel van voorlopige aard is, zonder nadeel voor de zaak zelf. Enkele voorbeelden: het gelasten van een deskundigenonderzoek, het oproepen van een getuige om te worden gehoord enz.

f) Beslagrechter (zie artikel 1395 van het Gerechtelijk Wetboek)

Alle vorderingen betreffende bewarende beslagen, middelen tot tenuitvoerlegging en tegemoetkomingen van de Dienst voor alimentatievorderingen bedoeld in de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën worden voor de beslagrechter gebracht.

g) Jeugdrechtbank

Hoewel de Gemeenschappen (dit zijn de deelstaten van de Belgische federale staat) bevoegd zijn voor jeugdbescherming, is de organisatie van de jeugdrechtbanken voorlopig nog een federale materie die wordt beheerst door de federale wet op de jeugdbescherming van 8 april 1965. De jeugdrechtbank is een afdeling van de rechtbank van eerste aanleg, die bevoegd is voor jeugdbeschermingsmaatregelen.

h) Familierechtbank

Deze rechtbank is bevoegd om kennis te nemen van alle familierechtelijke geschillen. Zij is met name bevoegd voor (artikel 572 bis van het Gerechtelijk Wetboek):

  • vorderingen tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden;
  • vorderingen betreffende de uitoefening van het ouderlijk gezag;
  • vorderingen met betrekking tot onderhoudsverplichtingen;
  • vorderingen met betrekking tot het huwelijksvermogensrecht.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Het Belgische rechtsstelsel gaat uit van de keuzevrijheid van de eiser. De algemene regel is vastgesteld in artikel 624, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek. Normaal gezien brengt de eiser de zaak voor de rechter van de woonplaats van de verweerder of van een van de verweerders.

Wat als die verweerder een rechtspersoon is? De woonplaats van een rechtspersoon is de plaats van zijn hoofdzetel, d.w.z. de administratiezetel van waaruit de onderneming wordt beheerd.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

In een aantal gevallen heeft de eiser de keuze om de zaak bij een andere rechter in te leiden. Dit staat o.a. beschreven in artikel 624, 2° tot en met 4°, van het Gerechtelijk Wetboek. Naast de rechter van de woonplaats van de verweerder of van een van de verweerders kan de eiser kiezen:

  • voor de rechter van de plaats waar de verbintenissen, waarover het geschil loopt, of een ervan zijn ontstaan of waar zij worden, zijn of moeten worden uitgevoerd;
  • voor de rechter van de woonplaats gekozen voor de uitvoering van de akte;
  • voor de rechter van de plaats waar de gerechtsdeurwaarder heeft gesproken tot de verweerder in persoon, indien noch de verweerder noch, in voorkomend geval, een van de verweerders een woonplaats heeft in België of in het buitenland.

Daarnaast wordt in de rechtspraak aangenomen dat inzake kort geding de voorzitter van de plaats waar de beslissing moet worden uitgevoerd, territoriaal bevoegd is.

Wat betreft de uitkeringen tot onderhoud wordt in artikel 626 van het Gerechtelijk Wetboek bepaald dat de vorderingen betreffende de uitkeringen tot onderhoud die verband houden met het recht op een leefloon voor de rechter van de woonplaats van de eiser kunnen worden gebracht (dit is de onderhoudsgerechtigde ouder).

De regels in de artikelen 624 en 626 zijn echter van aanvullend recht en de partijen kunnen er van afwijken. De partijen kunnen dus, voor elk geschil, een bevoegdheidsovereenkomst sluiten waardoor een eventueel geschil enkel aan bepaalde gerechten in eerste aanleg kan worden voorgelegd.

Op dit basisprincipe van keuzevrijheid bestaan echter enkele uitzonderingen.

Zo beschrijft de wetgever een aantal gevallen waarbij de eiser geen keuze heeft. Deze gevallen staan met name in de artikelen 627 tot en met 629 van het Gerechtelijk Wetboek. Enkele voorbeelden:

  • bij geschillen omtrent arbeidsovereenkomsten (artikel 627, 9°): de bevoegde rechter is de rechter van de plaats waar de mijn, de fabriek, de werkplaats, het magazijn, het kantoor gelegen is en in het algemeen, van de plaats die bestemd is voor de exploitatie van de onderneming, de uitoefening van het beroep of de werkzaamheid van de vennootschap, van de vereniging of van de groepering;
  • bij een vordering tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed op grond van onherstelbare ontwrichting (artikel 628, 1°): de bevoegde rechter is de rechter van de plaats van de laatste echtelijke verblijfplaats of van de woonplaats van de verweerder.

De keuzevrijheid is echter zelfs in deze gevallen niet volledig beperkt. In artikel 630 van het Gerechtelijk Wetboek is immers bepaald dat de partijen na het ontstaan van het geschil bij overeenkomst kunnen afwijken van de wettelijke regeling. Overeenkomsten van vóór het ontstaan van het geschil zijn echter van rechtswege nietig.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

In een aantal gevallen, met name beschreven in de artikelen 631 tot en met 633 van het Gerechtelijk Wetboek, is slechts één rechtbank exclusief territoriaal bevoegd. De eiser heeft dus geen keuze en het is niet toegestaan om vóór of na het ontstaan van het geschil een bevoegdheidsovereenkomst te sluiten. Deze gevallen zijn onder meer:

  • faillissement (artikel 631, §1, van het Gerechtelijk Wetboek): de bevoegde rechtbank van koophandel is die welke gelegen is in het rechtsgebied waarin de koopman op de dag van aangifte van het faillissement of van instelling van de rechtsvordering zijn hoofdvestiging of, indien het een rechtspersoon betreft, zijn zetel heeft. Secundair faillissement: de rechtbank van koophandel welke gelegen is in het rechtsgebied waarbinnen de gefailleerde de bedoelde vestiging heeft. Indien er meerdere vestigingen zijn, is de rechtbank waartoe men zich het eerst wendt, bevoegd;
  • gerechtelijke reorganisatie (artikel 631, §2, van het Gerechtelijk Wetboek): de bevoegde rechtbank van koophandel is die welke gelegen is in het rechtsgebied waarbinnen de schuldenaar op de dag van de neerlegging van het verzoekschrift zijn hoofdinrichting of, indien het een rechtspersoon betreft, zijn zetel heeft;
  • geschillen betreffende de toepassing van de belastingwet (artikel 632): bevoegdheid van de rechter die zitting houdt ter zetel van het hof van beroep in het rechtsgebied waarvan het kantoor gelegen is waar de belasting is of moet worden geïnd of, indien het geschil geen verband houdt met de inning van een belasting, in het rechtsgebied waarvan de belastingdienst is gevestigd die de bestreden beschikking heeft getroffen. Indien de procedure evenwel in het Duits wordt gevoerd, is alleen de rechtbank van eerste aanleg van Eupen bevoegd;
  • vorderingen inzake bewarende beslagen en middelen tot tenuitvoerlegging (artikel 633): bevoegdheid van de rechter van de plaats van het beslag, tenzij in de wet anders is bepaald. Inzake beslag onder derden is de rechter van de woonplaats van de beslagen schuldenaar bevoegd. Indien de woonplaats van de beslagen schuldenaar zich in het buitenland bevindt of onbekend is, is de rechter van de plaats van de tenuitvoerlegging van het beslag bevoegd (zie ook artikel 22, lid 5, van Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken).
2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Zoals hierboven reeds is uiteengezet, zijn de regels van de artikelen 624 en 626 van aanvullend recht en kunnen de partijen ervan afwijken. De partijen kunnen, voor elk geschil, een bevoegdheidsovereenkomst sluiten waardoor een eventueel geschil enkel aan bepaalde gerechten in eerste aanleg kan worden voorgelegd.

In de gevallen van de artikelen 627 tot en met 629 van het Gerechtelijk Wetboek mogen er geen bevoegdheidsovereenkomsten worden gesloten vóór het ontstaan van het geschil. Uit artikel 630 kan echter worden afgeleid dat dergelijke overeenkomsten wel mogen worden gesloten na het ontstaan van het geschil.

In de in de artikelen 631 tot en met 633 van het Gerechtelijk Wetboek beschreven gevallen mogen er geen bevoegdheidsovereenkomsten worden gesloten.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Het antwoord op deze vraag vindt u in het antwoord op de vragen 1 en 2.

Links

Relevante artikelen van het Gerechtelijk Wetboek: De link wordt in een nieuw venster geopend.Federale Overheidsdienst Justitie

  • Klik op "Geconsolideerde wetgeving"
  • Kies bij "Juridische aard": "Gerechtelijk Wetboek"
  • Voer in bij "Woord(en)": "624"
  • Klik op "Opzoeking"
  • Klik op "Lijst"

* Klik op "Justitie van A tot Z"

* Kies "Hoven: bevoegdheid"

Hulpmiddel bij het zoeken van de territoriaal bevoegde rechtbank: De link wordt in een nieuw venster geopend.Federale Overheidsdienst Justitie

  • Klik op "Territoriale bevoegdheid"
Laatste update: 25/09/2019

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Bulgarije

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

In civiele procedures zijn de gewone rechtbanken bevoegd om geschillen en andere uit civielrechtelijke betrekkingen voortvloeiende rechtskwesties te behandelen en te beslechten (artikel 14, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Grazhdanski protsesualen kodeks). Bepaalde grote provinciale rechtbanken hebben afzonderlijke kamers voor handelsgeschillen, naast de civiele en strafkamer(s).

Vorderingen tot vergoeding van schade die natuurlijke of rechtspersonen hebben geleden als gevolg van onrechtmatige rechtshandelingen of onrechtmatig handelen of nalaten door uitvoerende organen of hun werknemers in de loop van of in verband met de uitvoering van administratieve activiteiten, vormen een uitzondering op deze regel. In die gevallen zijn in eerste aanleg de bestuursrechtbanken bevoegd, die kennis nemen van alle bestuursrechtelijke zaken betreffende de afgifte, wijziging, intrekking of vernietiging van administratieve handelingen en bestuursrechtelijke overeenkomsten en betreffende bescherming tegen onrechtmatige daden en nalatigheid door bestuursorganen, met uitzondering van gevallen die onder de bevoegdheid van de hoogste bestuursrechtbank (Varhoven administrativen sad) vallen. In het domein van het civiele recht zijn er geen andere, gespecialiseerde rechtbanken.

Volgens het Bulgaarse recht kan een slachtoffer van een strafbaar feit schadevergoeding van de verdachte vorderen in zowel een civiele procedure als een strafprocedure. In een strafprocedure kan een civiele vordering worden ingesteld tegen de verdachte en tegen andere personen die wettelijke aansprakelijkheid dragen voor de door het strafbare feit veroorzaakte schade. Daarbij moet in gedachten worden gehouden dat de strafrechter kan weigeren die civiele vordering in behandeling te nemen. In dat geval kan het slachtoffer een vordering instellen en zijn of haar rechten doen gelden in de standaard civiele procedure.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

De districtsrechtbank (rayonen sad) is in eerste aanleg bevoegd voor civiele zaken anders dan die welke onder de bevoegdheid van een provinciale rechtbank (okrazhen sad) vallen (artikel 103 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Krachtens artikel 104 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering zijn provinciale rechtbanken in eerste aanleg bevoegd voor zaken die betrekking hebben op:

het laten vaststellen van afstamming, het betwisten van afstamming, het beëindigen van een adoptierelatie, het gerechtelijk onbekwaam laten verklaren van een persoon of het laten opheffen van een gerechtelijke onbekwaamverklaring;

de eigendom van of zakelijke rechten op goederen indien de waarde van de vordering hoger is dan 50 000 BGN;

een civielrechtelijk of handelsgeschil over een bedrag van meer dan 25 000 BGN (tenzij het geschil betrekking heeft op alimentatiebetalingen, een arbeidsrechtelijke vordering of de terugvordering van niet-toegestane uitgaven);

vorderingen die, ongeacht de waarde ervan, zijn samengevoegd in één verzoek waarvoor een provinciale rechtbank bevoegd is, voor zover die vorderingen in het kader van dezelfde procedure moeten worden onderzocht;

een geschil dat op grond van andere wetgeving door een provinciale rechtbank moet worden beoordeeld.

Volgens de handelswet (Targovski Zakon) worden vorderingen die op grond van deze wet worden ingesteld om de rechten van een vennoot van een vennootschap te verdedigen, een besluit van de aandeelhouders van een vennootschap te betwisten, de oprichting van een vennootschap nietig te laten verklaren, de sluiting van een vennootschap te bewerkstelligen of insolventieprocedures in te leiden, behandeld door de provinciale rechtbank die bevoegd is in de plaats waar de vennootschap statutair is gevestigd. De bevoegde rechtbank in insolventieprocedures is de provinciale rechtbank die bevoegd is in het gebied waar ten tijde van het verzoek tot inleiding van de insolventieprocedure het hoofdkantoor van de handelsonderneming is gevestigd.

Bestuursrechtbanken zijn in eerste aanleg bevoegd voor zaken betreffende schade die is veroorzaakt als gevolg van onrechtmatige rechtshandelingen of onrechtmatig handelen of nalaten van bestuursorganen of hun werknemers.

Een in het kader van een strafprocedure ingestelde civiele vordering wordt behandeld door de rechtbank die bevoegd is voor de behandeling van het gepleegde strafbare feit.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Vorderingen moeten worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in het district (rayon) waar de verweerder zijn woonplaats heeft dan wel statutair is gevestigd of zijn hoofdkantoor heeft.

Vorderingen tegen rechtspersonen moeten worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in het district waar de verweerder statutair is gevestigd. In geschillen die voortvloeien uit rechtstreekse transacties met afdelingen of filialen van rechtspersonen kunnen vorderingen ook worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de plaats waar die afdeling of dat filiaal is gevestigd.

Vorderingen tegen de staat en overheidsinstellingen, met inbegrip van hun afdelingen en takken, moeten worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de plaats waar de aan het geschil ten grondslag liggende juridische betrekking is ontstaan. Wanneer deze juridische betrekking in het buitenland is ontstaan, moet de vordering worden ingesteld bij de bevoegde rechtbank in Sofia.

Een vordering tegen iemand van wie de verblijfplaats onbekend is, moet worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de woonplaats van zijn of haar advocaat of wettelijke vertegenwoordiger of, indien dat niet mogelijk is, in de woonplaats van de verzoeker. Dit geldt ook wanneer de betreffende persoon buiten Bulgarije woont. Indien ook de verzoeker buiten Bulgarije woont, moet de vordering worden ingesteld bij de bevoegde rechtbank in Sofia.

Vorderingen tegen een minderjarige of tegen iemand die niet handelingsbekwaam is, moeten worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de woonplaats van zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger.

Vorderingen die betrekking hebben op een erfenis, de volledige of gedeeltelijke intrekking van een testament, de verdeling van een nalatenschap of de beëindiging van een vrijwillig overeengekomen verdeling, moeten worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de plaats waar de nalatenschap is opengevallen. Indien de overledene een Bulgaars staatsburger is, maar de nalatenschap is opengevallen buiten Bulgarije, moet de vordering worden ingesteld bij ofwel de rechtbank die bevoegd is in de laatste woonplaats van de overledene in Bulgarije, ofwel de rechtbank die bevoegd is in de plaats waar de boedel zich bevindt.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Een op een contract gebaseerde financiële vordering kan worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de plaats waar de verweerder op dat moment woont.

Alimentatievorderingen kunnen ook worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de plaats waar de verzoeker op dat moment woont.

Werknemers kunnen een vordering tegen hun werkgever ook instellen in de plaats waar ze gewoonlijk werken.

Arbeidsrechtelijke geschillen tussen enerzijds buitenlandse personen, ondernemingen of joint ventures met statutaire zetel in Bulgarije en anderzijds buitenlandse werknemers die in Bulgarije voor hen werken, vallen onder de bevoegdheid van de rechtbanken van de plaats waar de statutaire zetel van de werkgever is gevestigd, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen.

Arbeidsrechtelijke geschillen tussen werknemers met de Bulgaarse nationaliteit die in het buitenland voor Bulgaarse werkgevers werken, vallen onder de bevoegdheid van de rechtbanken in Sofia als de zaak tegen de werkgever wordt aangespannen, en onder de bevoegdheid van de rechtbanken van de Bulgaarse woonplaats van de werknemer als de zaak tegen de werknemer wordt aangespannen.

Een vordering wegens schade als gevolg van een onrechtmatige daad kan worden ingesteld bij de rechtbank van de plaats waar de schade zich heeft voorgedaan.

Een vordering tegen verweerders die in verschillende gerechtelijke districten wonen of gevestigd zijn, of met betrekking tot eigendommen die over verschillende gerechtelijke districten zijn verspreid, kan door de verzoeker worden ingesteld bij een rechtbank naar zijn of haar keuze in een van die districten.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Vorderingen betreffende zakelijke rechten op een goed, de verdeling van gedeeld eigendom of de vaststelling van de grenzen van of de hernieuwde vaststelling van het eigendomsrecht op een onroerende zaak, moeten worden ingesteld bij de rechtbank van de plaats waar het goed zich bevindt. Vorderingen betreffende een akte waarin zakelijke rechten op een goed worden bevestigd en vorderingen tot verbreking, ontbinding of vernietiging van een onroerendgoedakte moeten eveneens worden ingesteld bij de rechtbank van de plaats waar het goed zich bevindt.

Vorderingen van en tegen consumenten moeten worden ingesteld bij de rechtbank van de plaats waar de consument op dat moment woont, en indien er geen huidig woonadres is, bij de rechtbank van de plaats waar de consument zijn of haar permanente adres heeft.

Vorderingen tot schadevergoeding op grond van het verzekeringswetboek (Kodeks za zastrahovaneto) die door de benadeelde persoon zijn ingesteld tegen een verzekeraar, vorderingen tegen het garantiefonds (Garantsionen fond) en vorderingen tegen het nationaal bureau van Bulgaarse motorrijtuigenverzekeraars (Natsionalno byuro na balgarskite avtomobilni zastrahovateli) moeten worden ingesteld bij de rechtbank van de plaats waar de eiser zijn of haar permanente adres of statutaire zetel had op het moment van de verzekerde gebeurtenis of bij de rechtbank van de plaats waar de verzekerde gebeurtenis heeft plaatsgevonden.

Een vordering tot vergoeding van schade die het gevolg is van een strafbaar feit met het oog op gelijktijdige behandeling in de strafprocedure moet worden ingesteld bij de rechtbank waar de strafrechtelijke vervolging is ingesteld.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

In beginsel kan een wettelijk bepaalde rechtsbevoegdheid niet worden gewijzigd bij overeenkomst tussen de partijen.

De partijen in een geschil over onroerende goederen kunnen echter afwijken van de regels van territoriale bevoegdheid door de bevoegdheid bij overeenkomst aan een bepaalde rechtbank toe te kennen. Dit is echter niet mogelijk als de vordering betrekking heeft op zakelijke rechten op een onroerend goed, de verdeling van gedeeld eigendom, de vaststelling van de grenzen van een onroerend goed, herstel van eigendomsrechten op een onroerend goed, een akte waarin zakelijke rechten op een onroerend goed worden bevestigd, of de verbreking, ontbinding of vernietiging van een onroerendgoedakte.

In vorderingen op het gebied van consumentenbescherming en arbeidsrechtelijke vorderingen zijn overeenkomsten tussen de partijen inzake de toewijzing van rechterlijke bevoegdheid slechts geldig indien deze zijn gesloten nadat het geschil is ontstaan.

De partijen bij een geschil over een eigendom kunnen het geschil laten beslechten via arbitrage, tenzij het geschil betrekking heeft op zakelijke rechten, onroerende goederen, alimentatiebetalingen of arbeidsrechtelijke aangelegenheden. Om een arbitrageprocedure in te leiden, moeten alle betrokken partijen een speciale arbitrageovereenkomst (arbitrazhno sporazumenie) sluiten. Het arbitragehof kan gebruikmaken van alle relevante bronnen van het internationaal recht en van een specifieke Bulgaarse bron: de wet inzake arbitrage in internationale handelsgeschillen (Zakon za mezhdunarodniya targovski arbitrazh).

Volgens deze wet houdt een arbitrageovereenkomst in dat alle betrokken partijen een arbitragehof verzoeken om alle of een deel van de geschillen die tussen hen kunnen of zijn ontstaan binnen een bepaalde contractuele of niet-contractuele relatie te beslechten. De overeenkomst kan de vorm hebben van een arbitrageclausule in een andere overeenkomst, maar kan ook een afzonderlijke overeenkomst zijn. Een arbitrageovereenkomst moet een schriftelijke overeenkomst zijn. Een arbitragehof kan een permanente instelling zijn of kan worden opgericht om een specifiek geschil te beslechten. Een arbitragehof kan buiten Bulgarije bijeenkomen als een van de partijen normaal gesproken buiten Bulgarije is gevestigd of haar statutaire zetel of hoofdkantoor buiten Bulgarije heeft.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

De enige gespecialiseerde rechtbanken in Bulgarije met rechtsbevoegdheid voor civielrechtelijke geschillen zijn de bestuursrechtbanken.

Vorderingen tot schadevergoeding tegen uitvoerende overheidsorganen kunnen worden ingesteld bij de bestuursrechtbank van de plaats waar de schade is ontstaan of van de plaats waar de benadeelde partij op dat moment woont of gevestigd is; wanneer vorderingen worden gevoegd om de administratieve handeling zelf te betwisten, moeten ze worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de plaats waar de appellant woont of is gevestigd (artikel 133, lid 5, van het wetboek bestuursprocesrecht (Administrativno protsesualen kodeks)).

Voor alle bestuursrechtelijke zaken zijn de bestuursrechtbanken bevoegd, met uitzondering van zaken waarvoor de hoogste Bulgaarse bestuursrechtbank (Varhoven administrativen sad) bevoegd is. Deze rechtbank is in eerste aanleg bevoegd voor beroepen tegen: een verordening van een andere overheidsinstantie dan een gemeenteraad, een verordening van de ministerraad, de premier, een vicepremier of een minister, een besluit van de hoge raad van justitie, een verordening van de Bulgaarse nationale bank en elke andere verordening waarvoor de wet bepaalt dat de hoogste Bulgaarse bestuursrechtbank in eerste aanleg bevoegd is.

Laatste update: 10/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Tsjechië

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Het Tsjechische burgerlijk recht kent geen procedureregels die gespecialiseerde rechtbanken aanwijzen om specifieke soorten zaken te behandelen. In principe is de algemene rechtbank bevoegd om geschillen in alle burgerlijke zaken te beslechten. Deze zijn materieel zo gedefinieerd dat in burgerlijke procedures de rechtbanken geschillen en andere rechtszaken die voortvloeien uit privaatrechtelijke betrekkingen, behandelen en beslechten (artikel 7, lid 1, van Wet nr. 99/1963 Sb., wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd). Voorts is in Tsjechië een nieuwe wet in werking getreden op 1.1.2014, namelijk Wet nr. 292/2013 Sb., inzake bijzondere gerechtelijke procedures. Krachtens deze wet behandelen en beslechten de rechtbanken de in deze wet omschreven rechtszaken.

In bepaalde gevallen zijn administratieve autoriteiten op grond van bijzondere wetgeving bevoegd om in burgerlijke zaken uitspraak te doen. In dat geval kan de beslissing van de administratieve autoriteit altijd achteraf worden getoetst door een burgerlijke rechtbank in procedures overeenkomstig deel vijf van Wet nr. 99/1963 Sb., wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd (artikel 244 e.v.).

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

In Tsjechië zijn de burgerlijke rechtbanken van eerste aanleg districtsrechtbanken en regionale rechtbanken en, in zeldzame gevallen, het Tsjechische hooggerechtshof.

1. De districtsrechtbanken zijn bevoegd om zaken in eerste aanleg te behandelen, tenzij in de wet uitdrukkelijk is bepaald dat de regionale rechtbanken of het Tsjechische hooggerechtshof bevoegd zijn.

2.

a) Volgens Wet nr. 99/1963 Sb. zijn regionale rechtbanken in eerste aanleg bevoegd voor de volgende zaken:

  • geschillen tussen de werkgever en de ontvanger over de onderlinge afwikkeling van te hoge uitkeringen door een pensioenverzekering, een ziektekostenverzekering, een overheidsdienst voor sociale bijstand en een dienst voor materiële hulp aan behoeftigen, en in geschillen over de onderlinge afwikkeling van afnemende vergoedingen die worden betaald als gevolg van het recht op ziekteverzekeringsuitkeringen,
  • geschillen die betrekking hebben op de onwettigheid van een staking of uitsluiting,
  • geschillen die betrekking hebben op een andere staat of een persoon die diplomatieke immuniteiten en voorrechten geniet indien deze geschillen onder de bevoegdheid van de Tsjechische rechtbanken vallen,
  • geschillen die betrekking hebben op de nietigverklaring van een scheidsrechterlijke beslissing betreffende de tenuitvoerlegging van verplichtingen die voortvloeien uit een collectieve arbeidsovereenkomst,
  • zaken die voortvloeien uit rechtsbetrekkingen in verband met de oprichting van handelsvennootschappen, stichtingen, schenkingen en schenkingsfondsen en in geschillen tussen handelsvennootschappen, hun partners of vennoten alsmede in geschillen tussen partners of vennoten die voortvloeien uit hun participatie in de handelsvennootschap,
  • geschillen tussen handelsvennootschappen, hun partners of vennoten alsmede leden van de wettelijke organen daarvan of vereffenaars, indien de geschillen betrekking hebben op de uitoefening van het mandaat van leden van de statutaire organen of op een vereffening,
  • auteursrechtelijke geschillen,
  • geschillen die betrekking hebben op de bescherming van rechten die worden of dreigen te worden geschonden door oneerlijke concurrentie of onrechtmatige mededingingsbeperkingen,
  • zaken die betrekking hebben op de bescherming van de naam en reputatie van een rechtspersoon,
  • geschillen die betrekking hebben op een financiële zekerheid en geschillen die verband houden met wissels, cheques en beleggingsinstrumenten,
  • geschillen die voortvloeien uit transacties op een grondstoffenbeurs,
  • zaken die verband houden met algemene vergaderingen van verenigingen van eigenaren en daaruit voortvloeiende geschillen,
  • zaken die verband houden met de transformatie van vennootschappen en coöperaties, met inbegrip van schadevergoedingsprocedures, op grond van een bijzondere wettelijke regeling,
  • geschillen die betrekking hebben op de aankoop van een fabriek, de lease van een fabriek of een deel daarvan,
  • geschillen die betrekking hebben op opdrachten voor bouwwerkzaamheden die overheidsopdrachten boven de drempelwaarde zijn, met inbegrip van de zaken die nodig zijn voor de uitvoering van die opdrachten.

b) Volgens Wet nr. 292/292/2013 Sb., zijn regionale rechtbanken in eerste aanleg bevoegd voor de volgende zaken:

  • zaken die betrekking hebben op de status van rechtspersonen, met inbegrip van hun ontbinding en vereffening, de benoeming en het ontslag van leden van hun statutaire organen of de vereffenaar, hun transformatie en kwesties met betrekking tot hun algemeen gunstige status,
  • zaken die betrekking hebben op het curatorschap over rechtspersonen,
  • zaken die betrekking hebben op stortingen om te voldoen aan verplichtingen tot het betalen van een (schade)vergoeding aan meer dan één persoon op grond van een rechterlijke beslissing krachtens de wet op de handelsvennootschappen of de wet op de transformatie van vennootschappen en coöperaties (hierna "verplichte storting" genoemd),
  • zaken die betrekking hebben op de kapitaalmarkt,
  • zaken die betrekking hebben op voorafgaande toestemming voor de uitvoering van onderzoeken in mededingingszaken,
  • zaken die betrekking hebben op de vervanging van de instemming van een vertegenwoordiger van de Tsjechische orde van advocaten of de orde van belastingadviseurs voor toegang tot de inhoud van documenten.

3. Het Tsjechische hooggerechtshof is in eerste en laatste aanleg bevoegd voor procedures tot erkenning van buitenlandse rechterlijke beslissingen inzake echtscheiding, scheiding van tafel en bed, nietigverklaring van het huwelijk en bepaling of een huwelijk al dan niet bestaat, indien ten minste één van de partijen een Tsjechisch staatsburger is, overeenkomstig artikel 51 van Wet nr. 91/2012 Sb., inzake internationaal privaatrecht. Deze procedure wordt echter niet gevolgd bij de erkenning van rechterlijke beslissingen uit andere EU-lidstaten in gevallen waarin Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2003, van toepassing is of indien een bilateraal of multilateraal verdrag dat in een andere procedure dan het Tsjechische recht voorziet, van toepassing is.

Het hooggerechtshof is ook bevoegd voor zaken die betrekking hebben op de erkenning van een buitenlandse rechterlijke beslissing tot vaststelling en ontzegging van het ouderschap op grond van artikel 55 van Wet nr. 91/2012 Sb., inzake internationaal privaatrecht.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

De omstandigheden op het moment waarop de procedure wordt ingeleid, zijn bepalend voor de vaststelling van de bevoegdheid (zie vraag 2.1) en territoriale bevoegdheid. Op enkele uitzonderingen na (overdracht van de bevoegdheid voor zaken die betrekking hebben op de zorg voor minderjarigen, voogdij en handelingsbekwaamheid) zijn alle latere wijzigingen in deze omstandigheden (bijvoorbeeld een wijziging van de woonplaats van de verweerder) irrelevant.

Volgens artikel 105, lid 1, van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, is de rechter in wezen slechts bevoegd om de territoriale bevoegdheid aan het begin van de procedure te onderzoeken – tot het einde van de voorbereidende procedure, vóór de behandeling van de zaak ten gronde, d.w.z. tot het moment waarop de rechter de eiser verzoekt een rechtsvordering in te stellen tijdens de eerste procedure, of totdat de rechter een beslissing geeft indien hij zonder zitting uitspraak doet. Vervolgens kan de territoriale bevoegdheid slechts worden onderzocht als er geen voorbereidende procedure heeft plaatsgevonden en een partij bezwaar heeft gemaakt tegen de lokale bevoegdheid bij de eerste gelegenheid dat zij daartoe gerechtigd was. Het is mogelijk dat in bepaalde gevallen een aantal rechtbanken territoriaal bevoegd zullen zijn. De eiser kan kiezen tussen de algemene rechtbank en de in artikel 87 van Wet nr. 99/1963 Sb., wetboek van burgerlijke rechtsvordering, aangewezen rechtbanken (bijvoorbeeld op basis van de werkplek, in geval van schadevergoeding op basis van de plaats waar de schade zich heeft voorgedaan). De eiser moet uiterlijk bij de instelling van de vordering een keuze maken – de rechtbank waar de procedure voor het eerst is ingeleid, is bevoegd.

Voor specifieke juridische aangelegenheden wordt de territoriale bevoegdheid bepaald door Wet nr. 292/2013 Sb., inzake bijzondere gerechtelijke procedures.

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

De basisregels inzake territoriale bevoegdheid zijn uiteengezet in de artikelen 84 tot en met 86 van Wet nr. 99/1963 Sb., wetboek van burgerlijke rechtsvordering, en in artikel 4 van Wet nr. 292/2013 Sb. Er zij echter op gewezen dat de territoriale bevoegdheid in bepaalde gevallen kan worden geregeld door een direct toepasselijke EU-wet die voorrang heeft boven nationale wetgeving (zie sommige bepalingen van Verordening nr. 44/2001, die niet alleen de internationale maar ook de territoriale bevoegdheid regelt), wat betekent dat de in het Tsjechische recht opgenomen regels inzake territoriale bevoegdheid niet altijd van toepassing zijn.

De basisregel van Wet nr. 99/1963 Sb., wetboek van burgerlijke rechtsvordering, is dat de algemene rechtbank die van de verweerder is. De algemene rechtbank is altijd de districtsrechtbank. Indien een regionale rechtbank in eerste aanleg bevoegd is (zie vraag 2.1), is de regionale rechtbank van het district waarin de algemene (districts)rechtbank van de partij is gevestigd territoriaal bevoegd. Als een vordering tegen meerdere verweerders wordt ingesteld, is de algemene rechtbank van om het even wie van hen territoriaal bevoegd.

De algemene rechtbank van een natuurlijke persoon is de districtsrechtbank van het district waarin hij zijn woonplaats heeft of, indien die persoon geen woonplaats heeft, de rechtbank van het district waarin hij verblijft. Onder woonplaats wordt verstaan de plaats waar een persoon woont met de bedoeling er permanent te verblijven (het is mogelijk dat er meerdere dergelijke plaatsen zijn, in welk geval al deze rechtbanken de algemene rechtbank zijn).

De algemene rechtbank van een natuurlijke persoon die betrokken is bij een zakelijke activiteit is, voor zaken die voortkomen uit zakelijke activiteiten, de districtsrechtbank van het district waarin hij zijn vestigingsplaats heeft (de vestigingsplaats is het adres dat in het openbaar register is ingeschreven) of, indien hij geen vestigingsplaats heeft, de districtsrechtbank van het district waarin hij zijn woonplaats heeft of, indien hij geen woonplaats heeft, de districtsrechtbank van het district waarin hij verblijft.

Het criterium voor het bepalen van de algemene rechtbank van een rechtspersoon is zijn statutaire zetel (zie de artikelen 136 en 137 van Wet nr. 89/2012 Sb., burgerlijk wetboek).

De algemene rechtbank van een curator tijdens de uitoefening van zijn functie is de districtsrechtbank van het district waarin hij zijn statutaire zetel heeft.

Er gelden bijzondere regels voor de algemene rechtbank van de staat (de rechtbank van het district waarin de organisatorische eenheid van de staat die volgens een bijzondere wettelijke regeling bevoegd is haar statutaire zetel heeft of, indien de rechtbank met territoriale bevoegdheid niet op deze wijze kan worden vastgesteld, de rechtbank van het district waarin de omstandigheden die aanleiding hebben gegeven tot het recht waarop aanspraak wordt gemaakt zich hebben voorgedaan), een gemeente (de rechtbank van het district waarin de gemeente gelegen is) en een hogere territoriale zelfbesturende eenheid (de rechtbank van het district waarin de bestuursorganen hun statutaire zetel hebben).

Als de verweerder, die Tsjechisch staatsburger is, geen algemene rechtbank heeft, of geen algemene rechtbank in Tsjechië heeft, is de rechtbank van het district waarin hij zijn laatst bekende woonplaats in Tsjechië had, bevoegd. Tegen iemand die geen andere bevoegde rechtbank in Tsjechië heeft, kunnen eigendomsrechten worden uitgeoefend bij de rechtbank van het district waarin de bezittingen van die persoon zich bevinden.

Een rechtsvordering (verzoek tot inleiding van een procedure) tegen een buitenlandse persoon kan ook worden ingesteld bij een rechtbank in het Tsjechische district waarvan zijn fabriek, of een organisatorische eenheid van zijn fabriek, is gevestigd.

In artikel 4 van Wet nr. 292/2013 Sb., inzake bijzondere gerechtelijke procedures is bepaald dat de bevoegdheid voor een procedure ligt bij de algemene rechtbank van een persoon in wiens belang de procedure plaatsvindt, tenzij in die wet anders is bepaald. De algemene rechtbank van een minderjarige die niet volledig handelingsbekwaam is, is de rechtbank van het district waarin de minderjarige zijn woonplaats heeft zoals bepaald door een overeenkomst tussen de ouders, door een rechterlijke beslissing of door andere bepalende omstandigheden.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

Naast de territoriale bevoegdheid van de algemene rechtbank van de verweerder bestaat er een andere bijzondere territoriale bevoegdheid, namelijk a) bijzondere territoriale bevoegdheid naar keuze (zie vraag 2.2.2.1 hieronder) en b) exclusieve bijzondere territoriale bevoegdheid (zie vraag 2.2.2.2 hieronder). Een prorogatieovereenkomst is ook mogelijk voor handelszaken (zie vraag 2.2.2.3 hieronder).

Indien bij procedures inzake gerechtelijke voogdij over een minderjarige, bij voogdijzaken en bij procedures over handelingsbekwaamheid zich een wijziging voordoet in de omstandigheden die bepalend zijn voor de bevoegdheid, heeft de rechtbank overeenkomstig artikel 5 van Wet nr. 292/2013 Sb., inzake bijzondere gerechtelijke procedures het recht haar bevoegdheid over te dragen aan een andere rechtbank indien dit in het belang is van de minderjarige, de voogd of de persoon over wiens handelingsbekwaamheid wordt beslist. De overdracht van de bevoegdheid op grond van dit artikel is echter altijd afhankelijk van de overweging van de rechtbank.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Dit is de zogenaamde "bijzondere territoriale bevoegdheid naar keuze", die wordt geregeld bij artikel 87 van Wet nr. 99/1963 Sb., wetboek van burgerlijke rechtsvordering. De eiser kan naar keuze een vordering instellen bij de algemene rechtbank van de verweerder of bij een andere rechtbank met territoriale bevoegdheid. De regels inzake territoriale bevoegdheid moeten echter worden nageleefd – als een regionale rechtbank in eerste aanleg bevoegd is, moet de eiser een vordering bij de regionale rechtbank instellen. Zodra de vordering bij de rechtbank is ingesteld, kan de eiser zijn keuze niet meer wijzigen. Als de territoriale bevoegdheid wordt geregeld door een rechtstreeks toepasselijke EU-verordening die voorrang heeft boven nationale wetgeving (zie een aantal bepalingen van Verordening nr. 44/2001, die niet alleen de internationale maar ook de territoriale bevoegdheid regelt), mogen de in het Tsjechische recht opgenomen regels inzake territoriale bevoegdheid op basis van keuze niet worden toegepast.

In plaats van de algemene rechtbank van de verweerder kan de eiser een rechtbank kiezen van het district waarin:

  • de verweerder zijn vaste werkplek heeft;
  • de omstandigheden die aanleiding geven tot een recht op schadevergoeding hebben plaatsgevonden;
  • de organisatorische eenheid van de fabriek van een natuurlijke of rechtspersoon die verweerder is zich bevindt, indien het geschil betrekking heeft op die eenheid;
  • een persoon die een gereglementeerde markt organiseert of een multilateraal handelssysteem beheert zijn statutaire zetel heeft, in geval van een handelsgeschil betreffende
  1. een door die persoon georganiseerde gereglementeerde markt, of de afwikkeling van dergelijke activiteit, of
  2. een door die persoon beheerd multilateraal handelssysteem, of de afwikkeling van dergelijke activiteit,
  • de plaats van betaling is gelegen, indien een recht dat voortvloeit uit een wissel, promesse of ander effect wordt uitgeoefend;
  • de statutaire zetel van een grondstoffenbeurs is gelegen, in het geval van een geschil betreffende transacties op een grondstoffenbeurs.
2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Dit is de zogenaamde "exclusieve bijzondere territoriale bevoegdheid", die wordt geregeld bij artikel 88 van Wet nr. 99/1963 Sb., wetboek van burgerlijke rechtsvordering, en sommige bepalingen van Wet nr. 292/2013 Sb., inzake bijzondere gerechtelijke procedures. Indien voor bepaalde zaken exclusieve territoriale bevoegdheid is opgelegd, mag de territoriale bevoegdheid niet worden bepaald volgens de algemene rechtbank van de verweerder of volgens de rechtbank van keuze.

Indien de territoriale bevoegdheid wordt geregeld door een rechtstreeks toepasselijke EU-verordening die voorrang heeft boven de nationale wetgeving (zie sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, die niet alleen de internationale maar ook de territoriale bevoegdheid regelt), mogen de in het Tsjechische recht opgenomen regels inzake exclusieve territoriale bevoegdheid niet worden toegepast.

Overeenkomstig artikel 88 van Wet nr. 99/1963 Sb., wetboek van burgerlijke rechtsvordering, wordt exclusieve territoriale bevoegdheid voornamelijk opgelegd voor de volgende procedures:

  • de verdeling van gemeenschappelijke bezittingen van echtgenoten of andere vermogensbestanddelen of annulering van de gezamenlijke huur van een flat na echtscheiding – de rechter die uitspraak heeft gedaan in de echtscheidingszaak is territoriaal bevoegd
  • een procedure betreffende het recht op onroerende goederen (de procedure moet rechtstreeks betrekking hebben op het recht op het onroerend goed – dit betreft voornamelijk zakelijke rechten of huurrechten) – de rechtbank van het district waarin het onroerend goed is gelegen, is territoriaal bevoegd, mits het niet gaat om een procedure tot verdeling van gemeenschappelijke bezittingen van echtgenoten of andere vermogensbestanddelen, noch om de annulering van de gezamenlijke huur van een flat na echtscheiding (in deze gevallen zou de rechter die uitspraak heeft gedaan in de echtscheidingszaak territoriaal bevoegd zijn – zie hierboven)
  • een procedure ter beslechting van een geschil met betrekking tot een erfrechtprocedure – de rechtbank waar de erfrechtprocedure plaatsvindt, is territoriaal bevoegd

Wet nr. 292/2013 Sb., inzake bijzondere gerechtelijke procedures voorziet in een bijzondere territoriale bevoegdheid voor met name de volgende procedures:

  • echtscheidingsprocedures, procedures om te bepalen of het huwelijk al dan niet bestaat en procedures inzake de ongeldigheid van het huwelijk – volgens de artikelen 373 en 383 is dit de rechtbank van het district waarin de echtgenoten hun laatste gemeenschappelijke woonplaats in Tsjechië hadden, mits ten minste één van de echtgenoten in dat district woont; indien een dergelijke rechtbank niet bestaat, is de algemene rechtbank van de echtgenoot die geen verzoek tot inleiding van een procedure heeft ingediend bevoegd, en als ook deze rechtbank niet bestaat, is de algemene rechtbank van de echtgenoot die een verzoek tot inleiding van een procedure heeft ingediend bevoegd
  • een erfrechtprocedure – volgens artikel 98 is dit de plaats van de geregistreerde vaste woonplaats van de overledene, zijn laatste woonplaats of de plaats waar hij verbleef, waar de onroerende goederen van de overledene zich bevinden of waar hij is overleden (dit zijn hiërarchische criteria)
  • procedures inzake internationale kinderontvoering (terugkeer van een kind) overeenkomstig artikel 479 is de rechtbank van het district waarin het Bureau voor de internationale rechtsbescherming van kinderen zijn statutaire zetel heeft territoriaal bevoegd, dat wil zeggen de stedelijke rechtbank in Brno.
2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Krachtens artikel 89a van Wet nr. 99/1963 Sb., wetboek van burgerlijke rechtsvordering, hebben de partijen alleen de mogelijkheid om een andere territoriale bevoegdheid overeen te komen dan die waarin de wet voorziet (een zogenaamde prorogatieovereenkomst) in zaken die betrekking hebben op de relaties tussen ondernemingen die voortvloeien uit bedrijfsactiviteiten en alleen op voorwaarde dat voor de betrokken zaak geen exclusieve territoriale bevoegdheid overeenkomstig artikel 88 van Wet nr. 99/1963 Sb., wetboek van burgerlijke rechtsvordering, is vastgesteld (zie hierboven). Een prorogatieovereenkomst moet schriftelijk worden opgesteld. Als de eiser een vordering instelt bij de gekozen rechtbank en de prorogatieovereenkomst wordt ingeroepen, moet de overeenkomst (in een geloofwaardige vorm – bij voorkeur het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift) bij de vordering worden gevoegd, al is dit volgens de huidige wetgeving geen voorafgaande voorwaarde.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Er zijn geen gespecialiseerde rechtbanken in Tsjechië (zie het antwoord op vraag 1).

Laatste update: 16/09/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Duitsland

De internationale bevoegdheid van Duitse rechtbanken wordt in overeenstemming met de betrokken rechtshandelingen van de Europese Unie of via het autonome internationale burgerlijk procesrecht, inclusief internationale verdragen, vastgesteld. De vragenlijst gaat uitsluitend over zaken met betrekking de nationale bevoegdheid.

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

In Duitsland zijn twee verschillende rechtbanken bevoegd voor burgerlijke geschillen: de burgerlijke rechtbanken (Zivilgerichte) en de arbeidsrechtbanken (Arbeitsgerichte).

De arbeidsrechtbanken zijn bevoegd voor alle burgerlijke geschillen tussen werknemers en werkgevers en voor geschillen tussen de sociale partners. In § 2 en § 2 bis van de Wet op de arbeidsrechtbanken (Arbeitsgerichtsgesetz, ArbGG) worden de overige bevoegdheden van de arbeidsrechtbanken vermeld. Op grond van § 5, lid 1, tweede volzin, van de Wet op de arbeidsrechtbanken zijn zij ook bevoegd voor geschillen tussen personen die zich in een vergelijkbare situatie als werknemers bevinden, en hun opdrachtgevers. De burgerlijke rechtbanken zijn bevoegd voor alle andere burgerlijke geschillen; zij maken deel uit van de gewone rechtbanken.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

De burgerlijke rechtbanken van eerste aanleg zijn de kantonrechtbanken (Amtsgerichte) en de arrondissementsrechtbanken (Landgerichte).

1. Voor burgerlijke geschillen zijn in beginsel de kantonrechtbanken bevoegd, voor zover de waarde van de vordering niet meer bedraagt dan 5 000 euro en de vordering niet tot de exclusieve bevoegdheid van de arrondissementsrechtbank behoort (§ 23, punt 1, van de Wet op de gerechtelijke organisatie (Gerichtsverfassungsgesetz, GVG).

Voor bepaalde geschillen zijn de kantonrechtbanken exclusief bevoegd, ongeacht de waarde van de vordering (§ 23 en § 23 bis van de Wet op de gerechtelijke organisatie).

De kantonrechtbanken zijn bevoegd voor geschillen in verband met woninghuurovereenkomsten of het bestaan van een dergelijke overeenkomst (§ 23, punt 2, onder a), van deze wet).

Voorts zijn de burgerlijke rechtbanken exclusief bevoegd voor familiezaken en in het algemeen voor niet-contentieuze procedures (§ 23 bis, lid 1, eerste volzin, punten 1 en 2).

De exclusieve bevoegdheden van de burgerlijke rechtbanken zijn neergelegd in § 23, punt 2, onder b) tot en met d) en onder g), van de Wet op de gerechtelijke organisatie.

2. De arrondissementsrechtbanken zijn in eerste aanleg bevoegd voor alle burgerlijke geschillen waarvoor de kantonrechtbanken niet bevoegd zijn. Het gaat in de eerste plaats om geschillen waarbij de waarde van de vordering meer dan 5 000 euro bedraagt.

De arrondissementsrechtbanken zijn met name exclusief bevoegd op grond van § 71, lid 2, van de wet, ongeacht de waarde van de vordering:

-          voor vorderingen tegen de belastingdienst in verband met het ambtenarenstatuut;

-          voor vorderingen wegens onjuiste, misleidende, openbare informatie over de kapitaalmarkt of wegens nalatigheid om zulke informatie bekend te maken, wegens het gebruik van onjuiste of misleidende openbare informatie over de kapitaalmarkten of wegens nalatigheid om het publiek op de hoogte brengen van het feit dat deze informatie onjuist of misleidend is;

-          voor geschillen over het recht van de opdrachtgever om eenzijdig wijzigingen aan te brengen en het daaruit voortvloeiende recht van de aannemer op aanpassing van de vergoeding voor bouwcontracten in de zin van § 650 bis van het Burgerlijk Wetboek (Bürgerliches Gesetzbuch, BGB);

-          en voor vorderingen in verband met bestuurlijke aansprakelijkheid.

In sommige arrondissementsrechtbanken zijn kamers voor handelszaken opgericht (§ 93 van de Wet op de gerechtelijke organisatie). De kamers voor handelszaken zijn onder meer bevoegd voor burgerlijke vorderingen tegen handelaars en voor geschillen in verband met wisselbrieven en cheques. In § 95 van de Wet op de gerechtelijke organisatie zijn de bevoegdheden van de kamers voor handelszaken volledig opgesomd. In zijn verzoekschrift moet de eiser vragen dat zijn vordering door een kamer voor handelszaken wordt behandeld (§ 96, lid 1, van de wet).

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Volgens de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Zivilprozessordnung, ZPO) (§ 12 tot en met § 18) wordt in Duitsland de territoriale bevoegdheid in beginsel bepaald door de woonplaats van de verweerder. Bij personen zonder woonplaats wordt de territoriale bevoegdheid bepaald door hun verblijfplaats in Duitsland. Is die verblijfplaats niet bekend, dan wordt de territoriale bevoegdheid bepaald door hun laatste woonplaats (§ 16 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Bij rechtspersonen is de plaats van de zetel doorslaggevend (§ 17 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Voor bepaalde soorten vorderingen heeft de eiser de mogelijkheid voor een andere rechtbank te kiezen dan die van de woonplaats van de verweerder (bijzondere, niet exclusieve bevoegdheid). Hieronder volgen enkele voorbeelden:

* Voor vorderingen die uit een contractuele verhouding voortvloeien, en geschillen over het bestaan van een dergelijke verhouding kan men zich ook wenden tot de rechtbank van de plaats waar de verbintenis moet worden uitgevoerd (zogenaamde “specifieke bevoegdheid voor de plaats van uitvoering”) (§ 29, lid 1, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Een overeenkomst over de plaats van uitvoering is wat de procesvoering betreft slechts geldig wanneer de partijen bij de overeenkomst tot de groep personen behoren die volgens § 38, lid 1, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een forumkeuzebeding mogen sluiten (zie punt 2.2.2.3).

Onder het begrip “contractuele verhouding” vallen alle overeenkomsten die verbintenissen in het leven roepen, ongeacht de aard van die verbintenissen. Deze bepaling is ook van toepassing wanneer de arbeidsrechtbanken bevoegd zijn.

* Voor vorderingen die uit een onrechtmatige daad voortvloeien, kan men zich ook wenden tot de rechtbank van de plaats waar de onrechtmatige daad is verricht (§ 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

* Volgens § 20 van de Wegenverkeerswet (Straßenverkehrsgesetz, StVG) is de rechtbank van de plaats waar het schadebrengende feit, dat wil zeggen het verkeersongeval, zich heeft voorgedaan, ook bevoegd voor vorderingen die op deze wet zijn gebaseerd.

* Het slachtoffer van een misdrijf kan in een strafrechtelijke procedure zijn geldelijke vordering die uit het misdrijf voortvloeit, instellen bij de rechtbank die de strafvordering behandelt (door zich aan te sluiten bij de strafprocedure volgens § 403 en § 404 van het Wetboek van Strafvordering (Strafprozessordnung, StPO)).

* In geval van procedures in verband met echtscheiding wordt de territoriale bevoegdheid geregeld in § 122 van de Wet inzake procedures in familiezaken en niet-contentieuze procedures (Gesetz über das Verfahren in Familiensachen und in den Angelegenheiten der freiwilligen Gerichtsbarkeit, FamFG). Daarom is de territoriale bevoegdheid exclusief toegewezen aan de familierechtbank (Familiengericht, die een afdeling is van de kantonrechtbank) van de plaats waar een van de echtgenoten samen met al hun gemeenschappelijke minderjarige kinderen zijn of haar gewone verblijfplaats heeft (daarmee wordt het werkelijke centrum van hun leven bedoeld). Bestaat bij het instellen van de vordering (dat wil zeggen bij de betekening van het verzoekschrift) niet een dergelijke gewone verblijfplaats in Duitsland samen met alle gemeenschappelijke minderjarige kinderen, dan is de bevoegdheid exclusief toegewezen aan de familierechtbank van de plaats waar een van de echtgenoten gewoonlijk met enkele van de gemeenschappelijke minderjarige kinderen verblijft, mits geen van de gemeenschappelijke kinderen gewoonlijk bij de andere echtgen(o)ot(e) verblijft.

Kan de bevoegdheid niet aan de hand van voorgaande regels worden bepaald, dan is de bevoegdheid exclusief toegewezen aan de familierechtbank van de plaats waar de echtgenoten voor het laatst hun gewone gemeenschappelijke verblijfplaats hadden, wanneer een van de echtgenoten bij het instellen van de vordering (zie hierboven) daar nog zijn of haar gewone verblijfplaats heeft. Is deze voorwaarde evenmin vervuld, dan geldt de basisregel van de gewone verblijfplaats van de tegenpartij, behoudens wanneer hij of zij geen gewone verblijfplaats in Duitsland heeft. In dat geval is de gewone verblijfplaats van de eiser doorslaggevend.

Kan de bevoegdheid evenmin aan de hand daarvan worden bepaald, dan is de bevoegdheid exclusief toegewezen aan de familierechtbank van de kantonrechtbank Berlin-Schöneberg.

* De territoriale bevoegdheid voor alimentatiezaken is geregeld in § 232 van de Wet inzake procedures in familiezaken en niet-contentieuze procedures. De rechtbank waar vorderingen over huwelijkszaken in eerste aanleg aanhangig zijn of waren, is exclusief bevoegd voor alimentatie voor echtgenoten en kinderen.

Indien een vordering over huwelijkszaken niet langer aanhangig is, heeft de rechtbank in de plaats waar het kind of de ouder die namens het minderjarige kind mag handelen, zijn of haar gewone verblijfplaats heeft, exclusieve bevoegdheid als het gaat om alimentatiezaken voor een minderjarig of daaraan gelijkgesteld kind. Dit geldt niet wanneer het kind of de ouder zijn of haar gewone verblijfplaats in het buitenland heeft.

Voor alle andere alimentatiezaken (alimentatie voor echtgenoten of kinderen die niet onder de bovengenoemde bepalingen vallen, maar ook alimentatie voor kleinkinderen, ouders of alleenstaande moeders) blijft de algemene regel gelden, namelijk dat de gewone verblijfplaats van de tegenpartij voorrang heeft. Voor bepaalde speciale gevallen is er ook sprake van forumkeuze op grond van § 232, lid 3, tweede volzin, van de Wet inzake procedures in familiezaken en niet-contentieuze procedures.

* In procedures in verband met ouderlijke verantwoordelijkheid of het omgangsrecht geldt dezelfde regel krachtens § 152 van de wet, dat wil zeggen dat de rechtbank waarbij de echtscheidingsprocedure aanhangig is, ook voor deze procedures bevoegd is. Indien er geen procedure in verband met huwelijkszaken aanhangig is, is de gewone verblijfplaats van het kind doorslaggevend. Het tijdstip dat voor de bepaling van de bevoegdheid in aanmerking komt, is dat waarop de vordering bij de rechtbank wordt ingesteld.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Wanneer een wet uitdrukkelijk exclusieve bevoegdheid aan een rechtbank toewijst, heeft die rechtbank voorrang boven alle andere rechtbanken, dat wil zeggen dat de vordering slechts bij die exclusief bevoegde rechtbank op ontvankelijke wijze kan worden ingesteld. Exclusieve bevoegdheid vloeit met name voort uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, maar ook uit bijzondere wetten (bijvoorbeeld § 122 van de Wet inzake procedures in familiezaken en niet-contentieuze procedures).

Wanneer een vordering verband houdt met een onroerend goed of de rechten daarop (bijvoorbeeld pacht), is in bepaalde gevallen exclusief de rechtbank bevoegd van de plaats waar het onroerend goed is gelegen. Het gaat om vorderingen in verband met eigendom of onroerende lasten, geschillen over de vrijstelling van onroerende lasten, bezitsvorderingen en vorderingen in verband met afpaling of verdeling (§ 24 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

De exclusieve bevoegdheid voor geschillen in verband met huur of pacht van onroerende goederen of over het bestaan van dergelijke overeenkomsten is toegewezen aan de rechtbank van de plaats waar het gehuurde of gepachte goed is gelegen (§ 29 bis, lid 1, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Deze regel is niet van toepassing op de verhuring van woonruimten voor tijdelijk gebruik (vakantiewoningen, hotelkamers enz.), gemeubileerde ruimten voor één huurder en huizen en ruimten voor de uitvoering van publieke taken (§ 29 bis, lid 2).

De exclusieve bevoegdheid voor vorderingen tot vergoeding van milieuschade tegen de eigenaar van een in Duitsland gevestigde installatie is toegewezen aan de rechtbank waar de door de installatie veroorzaakte milieuschade zich heeft voorgedaan (§ 32 bis).

In geval van schadevergoedingsprocedures vanwege onjuiste of misleidende openbare informatie over kapitaalmarkten of vanwege nalatigheid om zulke informatie aan het publiek bekend te maken, of vanwege de uitvoering van een contract op basis van inschrijvingen krachtens de Wet op de aankoop en overname van effecten (Wertpapiererwerbs- und Übernahmegesetz), is exclusief de rechtbank bevoegd die zich bevindt in de plaats van de zetel van de betrokken uitgevende instelling, of van de betrokken aanbieder van andere kapitaalinvesteringen, of van de doelvennootschap, wanneer deze zetel is gelegen in Duitsland en de vordering ten minste ook tegen de uitgevende instelling, de aanbieder of de beoogde onderneming is gericht (§ 32 ter).

De exclusieve bevoegdheid voor schuldvorderingsprocedures in verband met het betalingsbevel (Mahnverfahren) is toegewezen aan de kantonrechtbank die de algemeen bevoegde rechtbank van de eiser is, doorgaans de kantonrechtbank van zijn woonplaats of, in geval van een rechtspersoon, de plaats van zijn zetel (§ 689, lid 2, eerste volzin, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Indien er voor de eiser in Duitsland geen rechtbank algemeen bevoegd is, heeft de Wedding-kantonrechtbank in Berlijn exclusieve bevoegdheid. Dit geldt zelfs wanneer andere wetgeving in een andere exclusieve bevoegdheid voorziet.

De exclusieve bevoegdheid in verband met gedwongen tenuitvoerlegging is toegewezen aan de kantonrechtbank van de plaats waar de gedwongen tenuitvoerlegging zal plaatsvinden of heeft plaatsgevonden (§ 764, lid 2, en § 802 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). In geval van de tenuitvoerlegging van vorderingen en andere vermogensrechten is de kantonrechtbank van de verblijfplaats van de schuldenaar bevoegd (§ 828, lid 2). De exclusieve bevoegdheid in verband met de openbare verkoop van onroerende goederen of de aanwijzing van een sekwester is, in haar hoedanigheid van uitvoerende rechtbank, toegewezen aan de kantonrechtbank van de plaats waar het onroerend goed is gelegen (§ 1, lid 1, en § 146 van de Wet op de openbare verkoop en de aanwijzing van een sekwester (Gesetz über die Zwangsversteigerung und die Zwangsverwaltung (ZVG)) en § 802 en § 869 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

Indien een derde beweert dat het recht te hebben om te voorkomen dat een voorwerp waarop gedwongen tenuitvoerlegging van toepassing is, wordt verkocht, is de rechtbank van de plaats waar de gedwongen tenuitvoerlegging haar beslag krijgt, exclusief bevoegd (§ 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

Wanneer een verbintenis alleen kan worden nagekomen door de partij op wie de verbintenis rust (het gaat om een unvertretbare Handlung), is de rechtbank van eerste aanleg bevoegd voor de tenuitvoerlegging ervan, ongeacht of het gaat om een verbintenis om iets te doen, iets toe te staan of iets na te laten (§ 894, § 895, § 888 en § 890 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). De rechtbank van eerste aanleg is ook bevoegd voor bezwaarschriften tegen een vordering waarvan de betwisting is geëindigd (§ 767 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

a) Overeenkomsten

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorziet in de mogelijkheid een forumkeuzebeding te sluiten. Krachtens § 38, lid 1, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een rechtbank die normaal gezien niet bevoegd zou zijn, door een uitdrukkelijk of stilzwijgend akkoord tussen de partijen bevoegd worden. Deze overeenkomst kan slechts gesloten worden tussen kooplieden, rechtspersonen van publiek recht of bijzondere fondsen van publiek recht. Een overeenkomst over de bevoegdheid van een rechtbank van eerste aanleg is ook mogelijk wanneer minstens een van de partijen bij de overeenkomst geen algemeen bevoegde rechtbank in Duitsland heeft (§ 38, lid 2, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). In het laatste geval moet de overeenkomst schriftelijk worden gesloten of, indien zij mondeling werd gesloten, schriftelijk worden bevestigd. Heeft een van de partijen een algemeen bevoegde rechtbank in Duitsland, dan kan voor Duitsland slechts een rechtbank worden gekozen die voor die partij de algemeen bevoegde rechtbank is of waaraan een bijzondere bevoegdheid is toegewezen.

Krachtens § 38, lid 3, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is een forumkeuzebeding in andere gevallen slechts toelaatbaar wanneer het uitdrukkelijk en schriftelijk gesloten is nadat het geschil is gerezen of, wanneer het gesloten is voor het geval dat de toekomstige verweerder na het sluiten van de overeenkomst zijn woonplaats of gewone verblijfplaats in het buitenland zal vestigen of dat zijn woonplaats of gewone verblijfplaats bij het instellen van de vordering niet bekend is.

Voor een forumkeuzebeding is steeds vereist dat het betrekking heeft op een bepaalde rechtsverhouding en de geschillen die daaruit kunnen voortvloeien, zo niet, dan kan het niet worden toegepast (§ 40, lid 1, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Een forumkeuzebeding kan evenmin worden toegepast wanneer het betrekking heeft op andere dan vermogensrechtelijke vorderingen waarvoor de kantonrechtbank bevoegd is, ongeacht de waarde van de vordering. Een forumkeuzebeding is evenmin mogelijk wanneer bij wet exclusieve bevoegdheid aan een rechtbank is toegewezen (§ 40, lid 2).

Een geldig forumkeuzebeding is bindend voor de rechtbanken. Het antwoord op de vraag of is overeengekomen dat de rechtbank exclusief bevoegd is, hangt af van de inhoud van de overeenkomst.

b) Zitting waarbij geen exceptie van onbevoegdheid wordt opgeworpen

De bevoegdheid van een rechtbank van eerste aanleg kan voorts gebaseerd zijn op het feit dat de verweerder zich mondeling verweert in verband met de grond van de zaak, zonder een exceptie van onbevoegdheid op te werpen (§ 39 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Bij procedures voor de kantonrechtbanken ontstaat dit rechtsgevolg pas wanneer de kantonrechtbank hierop heeft gewezen (§ 504).

De bevoegdheid kan echter niet worden gebaseerd op het feit dat de verweerder zich verweert in verband met de grond van de zaak zonder een exceptie van onbevoegdheid op te werpen, in die gevallen waarin een forumkeuzebeding niet kon worden toegepast (zie hierboven, namelijk andere dan vermogensrechtelijke vorderingen en exclusieve bevoegdheden).

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

De bijzondere bevoegdheid van de arbeidsrechtbank bestaat niet uitsluitend ten aanzien van de materiële bevoegdheid krachtens § 2 en § 3 van de Wet op de arbeidsrechtbanken (Arbeitsgerichtsgesetz, ArbGG).

Ook ten aanzien van de territoriale bevoegdheid geldt die bijzondere bevoegdheid. Voor procedures die leiden tot een rechterlijke beslissing in de zin van § 2 van de Wet op de arbeidsrechtbanken, wordt eerst verwezen naar de algemene voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op grond van § 12 tot en met § 40 (§ 46, lid 1, van het wetboek). In § 48, lid 1 bis, van de Wet op de arbeidsrechtbanken wordt echter de bijzondere bevoegdheid van een rechtbank (zie punt 2.2.2.1) bepaald voor de werklocatie van een werknemer; bij deze rechtbank kunnen eveneens vorderingen worden ingesteld. De algemene regels (zie vraag 2) hebben betrekking op forumkeuzebedingen. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat voor bepaalde geschillen de sociale partners op grond van § 48, lid 2, van de wet het recht hebben om de bevoegdheid van een rechtbank die op zich niet territoriaal bevoegd is, vast te stellen zonder § 38, leden 2 en 3, van het wetboek in acht te nemen.

Voor procedures die leiden tot een bevel in de zin van § 2 bis van de Wet op de arbeidsrechtbanken, wordt in § 82, lid 1, van de wet bepaald dat de rechtbank van de plaats of de zetel van de onderneming exclusief bevoegd is.

Laatste update: 31/07/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Ests) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
De volgende vertalingen zijn al beschikbaar: Engels

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Estland

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Civiele zaken vallen onder de bevoegdheid van de arrondissementsrechtbank (maakohus). De arrondissementsrechtbanken behandelen civiele zaken als rechtbank van eerste aanleg. Civiele zaken bestrijken een groot aantal uiteenlopende terreinen, zoals geschillen die voortkomen uit overeenkomsten en verbintenissen uit overeenkomst, familie- en erfrechtkwesties, geschillen over zakelijke rechten, kwesties inzake de activiteiten en het beheer van bedrijven en organisaties zonder winstoogmerk, faillissementszaken en arbeidsrechtelijke kwesties. Voor het aanhangig maken van een civiele zaak moet er een verzoekschrift worden ingediend bij een arrondissementsrechtbank. In dat verzoekschrift moeten de conclusie en de persoon op wie de conclusie betrekking heeft, worden vermeld, evenals de aanleiding voor het verzoekschrift (de rechtsgrond ervan) en de onderbouwing ervan.

De procesvoering in civiele zaken is geregeld in het De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (tsiviilkohtumenetluse seadustik).

Er bestaan weliswaar geen gespecialiseerde rechtbanken in Estland maar bepaalde geschillen kunnen aan een buitengerechtelijke commissie worden voorgelegd, voordat de bevoegde rechter wordt aangezocht.

Zo kunnen arbeidsgeschillen worden beslecht door de De link wordt in een nieuw venster geopend.arbeidsgeschillencommissie (töövaidluskomisjon). De arbeidsgeschillencommissie is een onafhankelijk buitengerechtelijk orgaan dat individuele arbeidsgeschillen beslecht; zowel werknemers als werkgevers hebben het recht zich tot de commissie te wenden zonder daarvoor overheidsleges te hoeven betalen. De beslechting van arbeidsgeschillen door de arbeidsgeschillencommissie is geregeld in de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet betreffende de beslechting van individuele arbeidsgeschillen. De procedure van de arbeidsgeschillencommissie is geen verplichte prejudiciële procedure. Een door de arbeidsgeschillencommissie genomen beslissing met rechtskracht moet worden uitgevoerd door de partijen. Aan de arbeidsgeschillencommissie kunnen de volgende geschillen in verband met arbeidsbetrekkingen worden voorgelegd: 1) arbeidsgeschil in verband met een arbeidsovereenkomst tussen een werknemer en een in Estland geregistreerde werkgever of een buitenlandse werkgever die via een dochtermaatschappij in Estland actief is (individueel arbeidsgeschil); 2) arbeidsgeschil tussen een in Estland te werk gestelde werknemer en zijn of haar werkgever, in de zin van artikel 7 van de wet op de arbeidsvoorwaarden van in Estland te werk gesteld werknemers (individueel arbeidsgeschil); 3) collectief arbeidsgeschil in het kader van de toepassing van een collectieve overeenkomst (collectief arbeidsgeschil). De arbeidsgeschillencommissie beslecht geen geschillen over schadevergoedingen wegens gezondheidsproblemen, lichamelijk letsel of overlijden als gevolg een arbeidsongeval of een beroepsziekte. In bij de arbeidsgeschillencommissie ingediende verzoeken moeten de voor het geschil relevante omstandigheden worden vermeld. Zo moeten bijvoorbeeld bij aanvechting van de beëindiging van een arbeidsovereenkomst het tijdstip en de reden van de beëindiging worden vermeld. Ook moet de aard van het geschil tussen de partijen worden omschreven, dat wil zeggen wat de werknemer of werkgever in strijd met de wet heeft nagelaten of gedaan. De verzoekende partij moet haar middelen en conclusies feitelijk onderbouwen met bewijsstukken (arbeidsovereenkomst, afspraken of correspondentie tussen werknemer en werkgever enz.) of met andere verwijzingen naar bewijzen en getuigen. Deze bewijsstukken ter onderbouwing van het verzoek van de werknemer of werkgever moeten bij het verzoek worden ingesloten. Als de verzoekende partij het noodzakelijk acht een getuige op te roepen voor de zitting, vermeldt zij in het verzoek de naam en het adres van de getuige. Vorderingen die voortkomen uit een overeenkomst tussen een consument en een handelaar, kunnen worden voorgelegd aan de De link wordt in een nieuw venster geopend.consumentengeschillencommissie (tarbijakaebuste komisjon). De beslechting van consumentengeschillen door deze commissie is geregeld in de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet betreffende consumentenbescherming. De consumentengeschillencommissie is bevoegd in geschillen tussen consumenten en handelaren die door binnenlandse of buitenlandse consumenten zijn ingediend, als een van de partijen een in Estland gevestigde handelaar is. De consumentengeschillencommissie is ook bevoegd in geschillen over schade als gevolg van een gebrekkig product, mits het bedrag van de schade kan worden vastgesteld. Als de schade is vastgesteld maar de hoogte van het schadebedrag niet precies kan worden bepaald, bijvoorbeeld in het geval van niet-geldelijke of toekomstige schade, wordt het bedrag van de vergoeding bepaald door de bevoegde rechter. De commissie beslecht geen geschillen over de verlening van niet-economische diensten van algemeen belang, onderwijsdiensten door publiekrechtelijke rechtspersonen of gezondheidsdiensten door gezondheidswerkers aan patiënten met het oog op de evaluatie, de bescherming of het herstel van hun gezondheid of het voorschrijven, afgeven of verstrekken van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. Evenmin beslecht de commissie geschillen waarin een schadevergoeding wordt geëist wegens overlijden, lichamelijk letsel of gezondheidsproblemen, of geschillen waarvan beslechting is geregeld in andere wetgeving. Deze geschillen worden beslecht door de bevoegde instantie of rechtbank. De procedure van de consumentengeschillencommissie is geen verplichte prejudiciële procedure. Op de website van het Agentschap voor consumentenbescherming en technisch toezicht staat een lijst met handelaren die de beslissingen van de commissie niet respecteren. Als de partijen het niet eens zijn met de beslissing van de commissie en de beslissing niet respecteren, kunnen zij hetzelfde geschil voorleggen aan een arrondissementsrechtbank.

Het is bijvoorbeeld mogelijk huurgeschillen te laten beslechten volgens de procedures die zijn vastgesteld in de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet inzake de beslechting van huurgeschillen (üürivaidluste lahendamise seadus). De huurgeschillencommissie kan worden ingesteld als onafhankelijk orgaan dat beslist over huurgeschillen en is verbonden aan een plaatselijke instantie. Huurgeschillencommissies doen geen uitspraak in geschillen over financiële vorderingen boven 3 200 EUR. De procedure van de huurgeschillencommissie is geen verplichte prejudiciële procedure. Nadat de beslissing van de huurgeschillencommissie van kracht is geworden, kunnen de partijen dezelfde vordering niet meer op dezelfde gronden voorleggen aan de rechter en zijn zij verplicht de beslissing van de huurgeschillencommissie uit te voeren.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

Om te weten welke rechtbank te kiezen, is het belangrijk de beginselen van de rechterlijke bevoegdheid te kennen. De rechterlijke bevoegdheid is verdeeld in drie gebieden: 1) algemene bevoegdheid (afhankelijk van de verblijfplaats van de persoon); 2) optionele bevoegdheid; 3) exclusieve bevoegdheid (zie punt 2.2).

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Er bestaat onderscheid tussen “lagere” en “hogere” civiele rechtbanken, omdat het Ests rechtsstelsel een eerste, tweede en derde aanleg kent.

Als rechtbanken van eerste aanleg behandelen arrondissementsrechtbanken (maakohus) alle civiele zaken. Er kan wettelijk worden voorgeschreven bepaalde zaken alleen bij bepaalde arrondissementsrechtbanken te laten voorkomen, als de behandeling daardoor sneller of effectiever verloopt.

Een districtsrechtbank (ringkonnakohus) toetst beslissingen en beschikkingen in civiele zaken van arrondissementsrechtbanken binnen zijn rechtsgebied, op basis van beroepen tegen die beslissingen en beschikkingen. Districtsrechtbanken oordelen ook over andere zaken die wettelijk onder hun bevoegdheid vallen.

Het hooggerechtshof (Riigikohus) toetst arresten en beschikkingen van districtsrechtbanken in civiele zaken, op basis van cassatieberoepen tegen die arresten en beschikkingen. Het hooggerechtshof beoordeelt ook verzoeken om toetsing van gerechtelijke beslissingen met kracht van gewijsde, benoemt in de bij wet bepaalde gevallen een daartoe bevoegde rechtbank om een zaak te beoordelen en beoordeelt andere zaken die wettelijk onder zijn bevoegdheid vallen. Het hooggerechtshof doet ook dienst als grondwettelijk hof van Estland.

Een zaak wordt eerst onderzocht door een arrondissementsrechtbank als rechtbank van eerste aanleg, die een beslissing of beschikking geeft. Wie meent dat de beslissing van een rechtbank van eerste aanleg is gebaseerd op een schending van een rechtsnorm of dat, gezien de in de beroepsprocedure in aanmerking genomen feiten en bewijsstukken, het beroep zou moeten worden gebaseerd op een andere beslissing dan die van de rechtbank van eerste aanleg, heeft het wettelijk recht een procedure in te stellen bij een hogere rechtbank, te weten de districtsrechtbank. Een districtsrechtbank is een rechtbank van tweede aanleg en toetst beslissingen en uitspraken van arrondissementsrechtbanken en administratieve rechtbanken op grond van beroepen tegen die beslissingen en uitspraken. Bij een districtsrechtbank worden civiele zaken door een college behandeld: een beroep wordt beoordeeld door een kamer van drie rechters.

Het hooggerechtshof is de hoogste rechterlijke instantie. Het hooggerechtshof (Riigikohus) toetst arresten en beschikkingen van districtsrechtbanken in civiele zaken, op basis van cassatieberoepen tegen die arresten en beschikkingen. Het hooggerechtshof beoordeelt ook verzoeken om toetsing van gerechtelijke beslissingen met kracht van gewijsde, benoemt in de bij wet bepaalde gevallen een daartoe bevoegde rechtbank om een zaak te beoordelen en beoordeelt andere zaken die wettelijk onder zijn bevoegdheid vallen. Cassatie betreft een beroep dat is ingesteld tegen een uitspraak die nog geen kracht van gewijsde heeft vanwege rechtsvragen, en toetsing van die uitspraak zonder herbeoordeling van de feiten. Toetsing betreft de herziening van een arrest of beschikking met kracht van gewijsde, waarom door een partij bij de procedure is verzocht naar aanleiding van nieuwe feiten.

Tegen de beslissing van een districtsrechtbank kan door een partij bij de beroepsprocedure cassatie worden ingesteld bij het hooggerechtshof, als de districtsrechtbank duidelijk een rechtsnorm heeft geschonden of een materieelrechtelijke norm verkeerd heeft toegepast. In een beroepsprocedure bij het hooggerechtshof kan een partij bij de procedure alleen via een pleitend advocaat procedurehandelingen verrichten, verklaringen afleggen en verzoeken indienen. In een procedure zonder beroepsmogelijkheid kan een partij bij de procedure zelf of via een pleitend advocaat procedurehandelingen verrichten, verklaringen afleggen en verzoeken indienen. Het hooggerechtshof aanvaardt het cassatieberoep als het voldoet aan de wettelijke eisen, het tijdig is ingesteld en:
1) de districtsrechtbank in zijn beslissing een materieelrechtelijke norm kennelijk verkeerd heeft toegepast en de beslissing als gevolg van die verkeerde toepassing mogelijk onjuist is;
2) de districtsrechtbank bij het nemen van de beslissing een rechtsnorm duidelijk heeft geschonden en de beslissing als gevolg daarvan mogelijk onjuist is.
Het hooggerechtshof neemt de zaak ook in behandeling als het cassatieberoep van fundamenteel belang is voor de rechtszekerheid en de vorming van een uniforme rechtspraktijk of voor de ontwikkeling van het recht.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

De rechterlijke bevoegdheid bepaalt voor welke rechtbank procedurele rechten kunnen of moeten worden uitgeoefend. De bevoegdheid kan algemeen, optioneel of exclusief zijn.

Algemene bevoegdheid betreft de rechtbank waar procedures kunnen worden ingesteld tegen een persoon en waar andere procedurele handelingen kunnen worden verricht met betrekking tot die persoon, tenzij de wet bepaalt dat de procedure kan worden ingesteld of de handeling kan worden verricht bij een andere rechtbank.

Optionele bevoegdheid betreft de rechtbank waar in aanvulling op algemene bevoegdheid procedures kunnen worden ingesteld tegen een persoon en andere procedurele handelingen kunnen worden verricht ten aanzien van die persoon. Dat betekent dat een vorderingsprocedure tegen een natuurlijk persoon tevens kan worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats waar die persoon langere tijd heeft verbleven. Tegen een persoon die in het buitenland woont, kan een vorderingsprocedure ook worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats waar zich de zaak bevindt waarop de ingestelde vordering betrekking heeft.

Exclusieve bevoegdheid betreft de enige rechtbank waar een civiele zaak kan voorkomen. De rechterlijke bevoegdheid in zaken zonder beroepsmogelijkheden is exclusief, tenzij de wet anders bepaalt. Exclusieve bevoegdheid kan bijvoorbeeld worden bepaald door de plaats van een onroerende zaak, de plaats van vestiging van een rechtspersoon enz.

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Procedures tegen natuurlijke personen worden ingesteld bij de rechtbank van hun woonplaats en procedures tegen rechtspersonen worden ingesteld bij de rechtbank van hun zetel. Is de woonplaats van een natuurlijk persoon niet bekend, dan kan de procedure worden ingesteld bij de rechtbank van diens laatst bekende woonplaats.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

Een procedure tegen een Estse burger die in het buitenland verblijft en voor wie het extraterritorialiteitsbeginsel geldt, of tegen een Estse ambtenaar die naar het buitenland reist, kan worden ingesteld bij de rechtbank van diens laatste woonplaats in Estland. Als de persoon niet in Estland woonachtig is geweest, kan tegen hem of haar een procedure worden ingesteld bij de arrondissementsrechtbank van Harju (Harju Maakohus). Een procedure tegen een nationaal orgaan van de Republiek Estland of tegen een plaatselijke overheid kan worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de plaats van vestiging van dat orgaan of die lokale overheid. Als de vestigingsplaats van het nationale orgaan niet kan worden vastgesteld, wordt de procedure ingesteld bij de arrondissementsrechtbank van Harju. Als de vestigingsplaats van de plaatselijke overheid niet kan worden vastgesteld, wordt de procedure ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de plaats waar zich het gemeentebestuur bevindt.

Een verzoeker kan ook een procedure instellen tegen Estland en tegen een plaatselijke overheid op basis van zijn of haar woon- of verblijfplaats.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

In de in de wet genoemde gevallen kan de betrokken persoon de rechtbank kiezen waar een procedure tegen hem of haar kan worden ingesteld en andere procedurele handelingen ten aanzien van hem of haar kunnen worden verricht in aanvulling op de algemene bevoegdheid.

  • Bevoegdheid op basis van tijdelijke verblijfplaats: een vorderingsprocedure tegen een natuurlijk persoon kan ook worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in diens tijdelijke verblijfplaats, als het verblijf wegens werkzaamheden, studie en dergelijke van langere duur is.
  • Bevoegdheid op basis van de vestigingsplaats: een procedure in verband met de economische of beroepsactiviteiten van de verweerder kan ook worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in diens vestigingsplaats.
  • Bevoegdheid op basis van de zetel van een rechtspersoon: een rechtspersoon op basis van lidmaatschap, met inbegrip van een vennootschap of een lid, partner of aandeelhouder daarvan, kan een procedure naar aanleiding van dat lidmaatschap tegen een lid, partner of aandeelhouder van die rechtspersoon ook instellen bij de rechtbank die bevoegd is waar die rechtspersoon is gezeteld.
  • Bevoegdheid gebaseerd op de plaats van de zaak: als de woonplaats of zetel van een persoon zich in het buitenland bevindt, kan een vorderingsprocedure tegen die persoon ook worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats van de zaak waarop de vordering betrekking heeft, of op de plaats van een andere zaak van die persoon. Als de zaak is ingeschreven in een openbaar register, kan een procedure worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats van dat register. Als de zaak een persoonlijke rechtsvordering betreft, kan een procedure worden ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats of zetel van de schuldenaar. Als de vordering wordt gedekt door een zaak, kan een procedure worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is waar de zaak zich bevindt.
  • Bevoegdheid voor vorderingen die zijn bezwaard met een hypotheek of met een zakelijke last: een procedure voor met een hypotheek of een andere zakelijke last bezwaarde vorderingen of een procedure voor soortgelijke vorderingen kan worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats van de onroerende zaak, als de schuldenaar tevens eigenaar is van de met de hypotheek of zakelijke last bezwaarde onroerende zaak.
  • Bevoegdheid voor vorderingen inzake de eigendom van een appartement: een procedure tegen een appartementseigenaar die voortvloeit uit een rechtsbetrekking in verband met de eigendom van een appartement, kan ook worden ingesteld bij de bevoegde rechtbank van de plaats van de onroerende zaak waarvan het betrokken appartement deel uitmaakt.
  • Bevoegdheid op basis van de plaats van uitvoering van een overeenkomst: een procedure naar aanleiding van een overeenkomst of ter vaststelling van de nietigheid van een overeenkomst kan worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats van uitvoering van de betwiste verbintenis. Voor overeenkomsten over de verkoop van een roerende zaak is de plaats van uitvoering van de verbintenis de plaats waar de roerende zaak aan de koper is of had moeten worden geleverd. In andere gevallen is de plaats van uitvoering van de verbintenis de plaats waar de schuldenaar is gevestigd of, als die er niet is, de plaats waar de schuldenaar woont of is gezeteld. Deze bepalingen zijn van toepassing voor zover de partijen niet anders zijn overeengekomen.
  • Bevoegdheid op basis van de woonplaats van de consument: een procedure naar aanleiding van een overeenkomst of betrekkingen in de zin van de artikelen 35, 46 en 52, artikel 208, lid 4, de artikelen 379 en 402, artikel 635, lid 4, en de artikelen 709, 734 en 866 van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet inzake het verbintenissenrecht (võlaõigusseadus) of een procedure naar aanleiding van een andere overeenkomst met een onderneming die in Estland is gevestigd of daar een inrichting heeft, kan door een consument ook worden ingesteld bij de rechtbank van zijn of haar woonplaats. Het bovenstaande geldt niet voor gerechtelijke procedures naar aanleiding van vervoersovereenkomsten.
  • Bevoegdheid voor een gerechtelijke procedure naar aanleiding van een verzekeringsovereenkomst: de verzekeringnemer, verzekerde of andere persoon die krachtens de overeenkomst naleving kan verlangen van de verzekeraar, kan naar aanleiding van de overeenkomst ook een procedure instellen tegen de verzekeraar bij de rechtbank van diens vestiging of zetel. In het geval van een aansprakelijkheidsverzekering, een verzekering van een gebouw of onroerende zaak of een verzekering van roerende zaken samen met een gebouw of onroerende zaak kan een procedure tegen de verzekeraar ook worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats van de schadeveroorzakende handeling of gebeurtenis of op de plaats van de ontstane schade.
  • Bevoegdheid voor vorderingen in verband met een overeenkomst over intellectueel eigendom: vorderingen tot nietigverklaring van een auteursrecht, naburig recht, recht krachtens een overeenkomst inzake cessie van het voorwerp van een industrieel-eigendomsrecht of een licentieovereenkomst, of tot nietigverklaring van een van voornoemde overeenkomsten, kunnen ook worden ingesteld bij de arrondissementsrechtbank van Harju.
  • Bevoegdheid op basis van de plaats waar een werknemer woont of werkt: werknemers kunnen procedures naar aanleiding van hun arbeidsovereenkomst ook instellen bij de rechtbank van de plaats waar zij wonen of werken.
  • Bevoegdheid voor een gerechtelijke procedure in verband met een wissel, orderbriefje of cheque: een procedure in verband met een wissel, orderbriefje of cheque kan ook worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats van het aval van de wissel of het orderbriefje of van de inning van de cheque.
  • Bevoegdheid voor een gerechtelijke procedure naar aanleiding van onrechtmatig veroorzaakte schade: een procedure voor de vergoeding van onrechtmatig veroorzaakte schade kan ook worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats van de schadeveroorzakende handeling of gebeurtenis of op de plaats van de ontstane schade.
  • Bevoegdheid voor een gerechtelijke procedure naar aanleiding van een maritieme vordering, bergingswerk of een bergingsovereenkomst: een procedure naar aanleiding van een of meerdere maritieme vorderingen in de zin van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet zakelijke rechten op schepen (laeva asjaõigusseadus) kan ook worden ingesteld bij de rechtbank van de locatie of thuishaven van het schip. Een procedure naar aanleiding van bergingswerk of een bergingsovereenkomst kan ook worden ingesteld bij de rechtbank van de plaats van het bergingswerk.
  • Bevoegdheid voor een gerechtelijke procedure over erfopvolging: een procedure ter vaststelling van een recht op nalatenschap, een vordering van een rechtsopvolger tegen de beheerder van de boedel, een vordering uit hoofde van een testamentair legaat of erfovereenkomst, of een vordering voor deelname aan een voorbehouden deel of nalatenschap kan ook worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de woonplaats van de erflater op het moment van diens overlijden. Als de erflater de Estse nationaliteit bezat maar op het moment van overlijden geen woonplaats in Estland had, kan de procedure ook worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in de laatste woonplaats van de erflater in Estland. Als de erflater geen woonplaats in Estland had, kan de procedure ook worden ingesteld bij de arrondissementsrechtbank van Harju.
  • Gerechtelijke procedure tegen medeverweerders en meerdere procedures tegen één verweerder: een procedure tegen meerdere verweerders kan worden ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats of zetel van één door de verzoeker te kiezen medeverweerder. Als er op basis van één enkel feit meerdere procedures kunnen worden ingesteld tegen dezelfde verweerder, kunnen alle procedures ook worden ingesteld bij de rechtbank die alleen voor één vordering of bepaalde vorderingen naar aanleiding van dat enkele feit bevoegd is.
  • Bevoegdheid voor een tegenvordering en een gerechtelijke procedure door een derde met een onafhankelijke vordering: een tegenvordering kan worden ingesteld bij de rechtbank waar de oorspronkelijke procedure werd ingesteld, mits aan de voorwaarden voor het instellen van een tegenvordering wordt voldaan, de tegenvordering niet onder exclusieve bevoegdheid valt en er niet is bepaald dat dit soort zaken alleen moeten worden behandeld door een arrondissementsrechtbank. Het bovenstaande geldt ook als op grond van algemene bepalingen de tegenvordering moet worden ingesteld bij een buitenlandse rechtbank.
  • Een procedure door een derde met een onafhankelijke vordering kan worden ingesteld bij de rechtbank die de hoofdvordering onderzoekt.
  • Bevoegdheid voor faillissementsprocedures: een verzoek in verband met een faillissementsprocedure of failliete boedel tegen een gefailleerde, curator of een lid van de faillissementscommissie, met inbegrip van een vordering voor de uitsluiting van een zaak uit de failliete boedel, kan worden ingesteld bij de rechtbank die het faillissement heeft uitgesproken. Een procedure voor de erkenning van een vordering kan ook worden ingesteld bij de rechtbank die het faillissement heeft uitgesproken. De gefailleerde kan in verband met de failliete boedel ook beroep instellen bij de rechtbank die het faillissement heeft uitgesproken, waaronder beroep tot terugneming.

Als een zaak onder de bevoegdheid van verschillende Estse rechtbanken tegelijk valt, kan de verzoeker zelf bepalen bij welke rechtbank het verzoekschrift in te dienen. In dat geval wordt de zaak beoordeeld door de rechtbank die als eerste het verzoek heeft ontvangen.

Indien een procedure wordt ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats of zetel van de verweerder of bij de rechtbank met exclusieve jurisdictie, wordt de zaak behandeld voor de rechtbank van de woonplaats of zetel van de verweerder of de plaats die leidt tot toepassing van de exclusieve jurisdictie. Als de voor de bevoegdheid bepalende plaatsen vallen binnen het rechtsgebied van één enkele arrondissementsrechtbank maar zich in het rechtsgebied van verschillende rechtbanken bevinden, kiest de verzoeker de rechtbank die de zaak moet behandelen. Indien de verzoeker geen keuze maakt, bepaalt de rechtbank waar de zaak wordt behandeld.

In de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet betreffende de rechterlijke instanties (kohtute seaduses) worden de geografische bevoegdheidsgebieden en rechtsgebieden van rechtbanken nader omschreven.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

In de in de wet genoemde gevallen is de bevoegdheid exclusief. Exclusieve bevoegdheid betreft de enige rechtbank waar een civiele zaak kan voorkomen.

1) Bevoegdheid op grond van de plaats van de onroerende zaak – een procedure met de volgende oogmerken wordt ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats van de onroerende zaak:

  • erkenning van eigendom, beperkt zakelijk recht of andere bezwaring van het zakelijk recht van een onroerende zaak, of erkenning van de afwezigheid daarvan, of een andere vordering uit hoofde van het vastgoedrecht,
  • vaststelling van de grenzen of splitsing van een onroerende zaak,
  • bescherming van het bezit van een onroerende zaak,
  • vordering van zakelijk recht uit de eigendom van een appartement,
  • vordering in verband met de gedwongen verkoop van een onroerende zaak,
  • vordering krachtens een huurovereenkomst of andere overeenkomst over het genot van het zakelijk recht op een onroerende zaak of de geldigheid daarvan.

Een procedure over erfdienstbaarheid, zakelijke bezwaring of voorkooprecht wordt ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats van het dienstbare erf of de bezwaarde onroerende zaak.

2) Vordering tot beëindiging van de toepassing van standaardbedingen – een procedure voor beëindiging van de toepassing van een oneerlijk standaardbeding of voor intrekking van de aanbeveling van een standaardbeding (artikel 45 van de Wet inzake het verbintenissenrecht (võlaõigusseadus)) wordt aangespannen bij de rechtbank van de plaats van vestiging van de verweerder of, als die er niet is, bij de rechtbank van de woonplaats of zetel van de verweerder. Als de verweerder geen plaats van vestiging, woonplaats of zetel in Estland heeft, wordt de procedure ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is in het gebied waar het standaardbeding is toegepast.

3) Bevoegdheid tot nietigverklaring van een beslissing van een orgaan van een rechtspersoon – een procedure voor de nietigverklaring van een beslissing van een orgaan van een rechtspersoon wordt ingesteld bij de rechtbank van de zetel van de rechtspersoon.

4) Bevoegdheid in huwelijkszaken

Huwelijkszaken zijn civiele zaken als het gaat om:

  • ontbinding van een huwelijk,
  • nietigverklaring van een huwelijk,
  • vaststelling van het al dan niet bestaan van een huwelijk,
  • verdeling van de huwelijksgemeenschap of een andere vordering uit de vermogensrechtelijke betrekkingen tussen de echtgenoten,
  • een andere vordering uit de huwelijksbetrekking, ingediend door een van de echtgenoten tegen de andere.

De Estse rechter is bevoegd in huwelijkszaken als:

  • ten minste een van de echtgenoten de Estse nationaliteit bezit of bezat op het moment van de huwelijksvoltrekking,
  • de woonplaats van beide echtgenoten zich in Estland bevindt,
  • de woonplaats van een van de echtgenoten zich in Estland bevindt, behalve als de rechterlijke uitspraak in geen van de staten waarvan de echtgenoten burger zijn, kan worden erkend.

In een door een Estse rechter te onderzoeken huwelijkszaak wordt de procedure ingesteld bij de rechtbank van de gezamenlijke woonplaats van de echtgenoten of anders bij de rechtbank van de woonplaats van de verweerder. Als de woonplaats van de verweerder zich niet in Estland bevindt, wordt de procedure ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats van het minderjarige kind of, als er geen gemeenschappelijk minderjarig kind is, bij de rechtbank van de woonplaats van de verzoeker.

Als er voor een zaak van een persoon vanwege diens verdwijning een curator is aangesteld of als er voor een persoon met beperkte rechtsbekwaamheid een voogd is aangesteld of als een persoon gevangenisstraf is opgelegd, kan een vordering tot ontbinding van het huwelijk tegen die persoon ook worden ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats van de verzoeker.

5) Bevoegdheid in zaken in verband met afstamming of alimentatie – een afstammingszaak is een civiele zaak waarbij de rechter uitspraak doet in een procedure om de afstamming vast te stellen of de inschrijving van een ouder in de geboorteakte van een kind of in het bevolkingsregister te betwisten. Een Estse rechtbank is bevoegd in een afstammingszaak als ten minste een van de partijen de Estse nationaliteit heeft of ten minste een van de partijen in Estland woonachtig is. In een door een Estse rechter te behandelen afstammingszaak wordt de procedure ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats van het kind. Als het kind niet woonachtig is in Estland, wordt de procedure ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats van de verweerder. Als de woonplaats van de verweerder zich niet in Estland bevindt, wordt de procedure ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats van de verzoeker.

Deze bepalingen zijn ook van toepassing op zaken in verband met alimentatie. Een zaak in verband met alimentatie is een civiele zaak waarin uitspraak wordt gedaan over:

  • uitvoering van de wettelijke alimentatieplicht van een ouder,
  • uitvoering van de bestaande alimentatieplicht tussen de ouders,
  • uitvoering van de bestaande alimentatieplicht tussen de echtgenoten,
  • uitvoering van een andere wettelijke alimentatieplicht.

6) Bevoegdheid in zaken zonder beroepsmogelijkheden

De bevoegdheid in zaken zonder beroepsmogelijkheden is exclusief, tenzij de wet anders bepaalt.

Spoedprocedure voor aanmaning tot betaling – in kort geding te behandelen zaken voor aanmaning tot betaling worden gevoerd door de arrondissementsrechtbank van Pärnu, afdeling Haapsalu. Om een spoedprocedure voor aanmaning tot betaling van alimentatie of een vordering te openen, kan via de website De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.e-toimik.ee/ contact worden opgenomen met de afdeling aanmaningen van de bevoegde arrondissementsrechtbank De spoedprocedure voor aanmaning is niet van toepassing op vorderingen boven 6 400 EUR (schuldvorderingen). Dat bedrag omvat de hoofdvordering en de accessoire vorderingen. De spoedprocedure voor aanmaning is evenmin van toepassing als de verzochte alimentatie hoger is dan 1,5 keer de minimumalimentatie. In 2020 is 1,5 keer de minimumalimentatie gelijk aan 438 EUR per maand. De spoedprocedure voor aanmaning wordt niet toegepast, als de schuldenaar niet als ouder van dat kind staat vermeld in de geboorteakte van een kind.

Vaststelling van overlijden en bepaling van tijdstip van overlijden – een Estse rechtbank kan overlijden vaststellen en het tijdstip ervan bepalen als: 1) de vermiste persoon Ests burger of in Estland woonachtig was op het moment waarop het laatste teken van leven werd ontvangen; 2) het op grond van een ander rechtsbelang is gerechtvaardigd dat een Estse rechtbank het overlijden vaststelt en het tijdstip daarvan bepaalt.

De verklaring over de vaststelling van overlijden en bepaling van het tijdstip van overlijden wordt ingediend in de laatste woonplaats van de vermiste persoon. Als de persoon vermist is geraakt na het zinken van een in Estland geregistreerd schip, wordt de verklaring ingediend in de thuishaven van het schip. In de overige gevallen wordt de verklaring over de vaststelling van overlijden en bepaling van het tijdstip van overlijden ingediend in de woon- of verblijfplaats van de opsteller van de verklaring. Als de woon- of verblijfplaats van de opsteller van de verklaring zich niet in Estland bevindt, wordt de verklaring ingediend bij de arrondissementsrechtbank van Harju. Een verklaring over wijziging van het tijdstip van overlijden en intrekking van de vaststelling van overlijden wordt ingediend bij de rechtbank die het tijdstip van overlijden heeft bepaald of het overlijden heeft vastgesteld.

Bevoogding – bevoogding betreft een procedure waarbij iemand een voogd krijgt toegewezen, en verder iedere procedure in verband met bevoogding. Een Estse rechter kan beslissen over bevoogding als: 1) de persoon die een voogd nodig heeft of onder voogdij staat, Ests burger of in Estland woonachtig is; 2) de persoon die een voogd nodig heeft of onder voogdij staat, om een andere reden door de rechtbank moet worden beschermd, met name als zijn of haar zaken zich in Estland bevinden.

Als zowel een Estse als een buitenlandse rechter tot benoeming van een voogd kan beslissen en de voogd al is benoemd in het buitenland of de benoemingsprocedure al is ingeleid, is het niet nodig in Estland een voogd te benoemen als de beslissing van de buitenlandse rechter wordt geacht te zijn erkend door Estland en niet-benoeming van een voogd in Estland in het belang is van de persoon die onder voogdij moet worden geplaatst.

De rechtbank van de woonplaats van de persoon die voogdij behoeft, is bevoegd om uitspraak te doen in een voogdijzaak. De rechtbank van de woonplaats van de moeder benoemt de voogd van een kind, voordat het is geboren. Bij benoeming van een voogd voor zussen en broers die in het rechtsgebied van meerdere rechtbanken wonen of verblijven, wordt de voogd benoemd door de rechtbank van de woonplaats van het jongste kind. Als in dat geval de benoemingsprocedure al is ingeleid bij een rechtbank, doet die rechtbank uitspraak in de voogdijzaak. Als de woonplaats van een persoon die een voogd nodig heeft, zich niet in Estland bevindt of niet kan worden vastgesteld, kan de zaak worden behandeld door de rechtbank in wiens rechtsgebied die persoon of diens zaken bescherming behoeven, of door de arrondissementsrechtbank van Harju. Iedere zaak over een onder voogdij geplaatste persoon of over zijn of haar zaken wordt behandeld door de rechtbank die de voogd heeft benoemd. Om gegronde redenen kan de zaak ook worden behandeld door de rechtbank van de woonplaats van de onder voogdij geplaatste persoon of van de plaats waar zich zijn of haar zaken bevinden.

Plaatsing in een gesloten inrichting – een zaak over de plaatsing van een persoon in een gesloten inrichting wordt behandeld door de rechtbank die een voogd heeft benoemd voor die persoon of die de bevoogding behandelt. In alle andere gevallen wordt de zaak behandeld door de rechtbank die bevoegd is waar de gesloten inrichting zich bevindt. De rechtbank die de oorspronkelijke rechtsbeschermingsmaatregel heeft toegepast, kan ook in deze zaak uitspraak doen.

In het kader van een procedure kan iedere rechtbank in wiens rechtsgebied een maatregel moet worden genomen, voorlopige maatregelen toepassen. Andere zaken over plaatsing in een gesloten inrichting, waaronder dossiers in verband met de onderbreking of beëindiging van de plaatsing in een gesloten inrichting, evenals de wijziging van de plaatsingsduur, worden behandeld door de rechtbank die de plaatsing in een gesloten inrichting heeft behandeld.

Onderbewindstelling wegens afwezigheid – onderbewindstelling wegens afwezigheid wordt altijd behandeld door de rechtbank van de woonplaats van de afwezige. Als de afwezige geen verblijfplaats in Estland heeft, valt de onderbewindstelling onder het rechtsgebied waarin zich de onder bewind te stellen zaken bevinden. Andere zaken over de onderbewindstelling van de zaken van een afwezige, waaronder dossiers in verband met de beëindiging van de onderbewindstelling en wijziging van de bewindvoerder en diens taken, worden behandeld door de rechtbank die de bewindvoerder heeft aangesteld.

Adoptie: alle adoptiezaken kunnen worden behandeld door een Estse rechtbank als de adoptant, een van de gezamenlijke adoptanten of het adoptiekind Ests burger of in Estland woonachtig is. De adoptieverklaring wordt ingediend in de verblijfplaats van het adoptiekind. Als het adoptiekind niet in Estland verblijft, wordt de verklaring ingediend bij de arrondissementsrechtbank van Harju. Alle zaken over de nietigverklaring van een adoptie worden behandeld door de rechtbank die heeft beslist over de adoptie.

Ontvoogding van een minderjarige – alle zaken over de ontvoogding van een minderjarige kunnen worden behandeld door een Estse rechtbank als de minderjarige Ests burger of in Estland woonachtig is. De verklaring over de ontvoogding of over de nietigverklaring van de ontvoogding wordt ingediend in de verblijfplaats van de minderjarige. Als de minderjarige niet in Estland verblijft, wordt de verklaring ingediend bij de arrondissementsrechtbank van Harju.

Vaststelling van afstamming en betwisting van vermelding als ouder na diens overlijden – als na het overlijden van een persoon die als ouder is vermeld in de geboorteakte van een kind of in het register van de burgerlijke stand, iemand verzoekt om vaststelling van bloedverwantschap van de overledene of diens vermelding als ouder in de geboorteakte of in het register van de burgerlijke stand van een kind betwist, wordt de verklaring ingediend bij de rechtbank van de laatste verblijfplaats van de persoon voor wie de vaststelling van bloedverwantschap wordt aangevraagd of voor wie de vermelding als ouder in de geboorteakte of het register van de burgerlijke stand wordt betwist. Als zijn of haar laatste verblijfplaats zich niet in Estland bevindt of niet bekend is, wordt de verklaring ingediend bij de arrondissementsrechtbank van Harju.

Overige niet-contentieuze familierechtelijke zaken – in de overige niet-contentieuze familierechtelijke zaken geldt het bepaalde ten aanzien van bevoogdingszaken, behalve als er krachtens de wet of vanwege de aard van de zaak een andere procedure moet worden gevolgd. Alle niet-contentieuze zaken over de rechtsbetrekking tussen de echtgenoten of gescheiden echtgenoten worden behandeld door de rechtbank in wiens rechtsgebied zij hun huishouden voeren of voerden. Als de echtgenoten geen gemeenschappelijk huishouden in Estland hebben gevoerd of als de verblijfplaats van elke echtgenoot zich niet meer in het rechtsgebied van de rechtbank van hun laatste gemeenschappelijke huishouden bevindt, wordt de zaak behandeld door de rechtbank van de verblijfplaats van de partner wiens recht beperkt zou worden bij de verzochte beschikking. Als de verblijfplaats van die partner zich niet in Estland bevindt of niet kan worden vastgesteld, wordt de zaak behandeld door de rechtbank van de verblijfplaats van de verzoeker. Als de bevoegdheid niet kan worden vastgesteld, wordt de zaak behandeld door de arrondissementsrechtbank van Harju. In een niet-contentieuze familierechtelijke procedure kunnen voorlopige maatregelen worden genomen door iedere rechtbank in wiens rechtsgebied een maatregel moet worden genomen.

Conservatoire maatregelen voor een boedel – conservatoire maatregelen voor een boedel in Estland kunnen worden genomen door een Estse rechtbank, ongeacht het land volgens wiens recht de afwikkeling van de nalatenschap plaatsvindt en ongeacht het land waarin een beheerder of ambtenaar volgens de bevoegdheidsregels de erfrechtprocedure kan voeren. Conservatoire maatregelen voor een boedel worden uitgevoerd door de rechtbank van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen. Als de nalatenschap in het buitenland is opengevallen en de boedel zich in Estland bevindt, kunnen conservatoire maatregelen worden genomen door de rechtbank van de plaats waar zich de boedel bevindt.

Bevoegdheid in beroepszaken – een verklaring tot nietigverklaring van een effect wordt ingediend bij de rechtbank van de plaats van aflossing van het effect of, als die plaats er niet is, volgens de algemene bevoegdheidsregels voor de emittent van het effect. Een verklaring tot opening van een beroepsprocedure voor uitsluiting van rechten van een eigenaar van een onroerende zaak wordt ingediend bij de rechtbank die bevoegd is op de plaats waar de onroerende zaak zich bevindt, overeenkomstig artikel 124 van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet betreffende zakelijke rechten. In het geval beschreven in artikel 13 van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet betreffende zakelijke rechten op schepen richt de rechthebbende de verklaring tot opening van een beroepsprocedure voor uitsluiting van rechten van de eigenaar van het schip tot de arrondissementsrechtbank van Harju. Een verklaring tot opening van een beroepsprocedure voor uitsluiting van de rechten van een onbekende hypothecaire schuldeiser (artikel 331 van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet betreffende zakelijke rechten) wordt door de eigenaar van de verhypothekeerde onroerende zaak gericht aan de rechtbank die bevoegd is op de plaats waar die zaak zich bevindt. Een eigenaar van een verhypothekeerd schip of een eigenaar van een zaak die is bezwaard met een geregistreerd pandrecht, richt de verklaring van onbekende scheepshypotheek of uitsluiting van de rechten van een eigenaar van een geregistreerd pandrecht aan de arrondissementsrechtbank van Harju volgens artikel 59 van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet betreffende zakelijke rechten op schepen.

Bevoegdheid voor niet-contentieuze zaken over privaatrechtelijke rechtspersonen – niet-contentieuze zaken over activiteiten van bedrijven, organisaties zonder winstoogmerk en stichtingen anders dan registratiezaken, met name zaken over de benoeming van een plaatsvervangend lid van de directie en van de raad van bestuur, een accountant, een verantwoordelijke voor specifieke controle en een liquidateur en zaken over de bepaling van een vergoeding voor vennoten en aandeelhouders van een bedrijf, worden behandeld door de rechtbank van de zetel van de rechtspersoon of van het dochterbedrijf van het buitenlandse bedrijf.

Zaken over eigendom en mede-eigendom van onroerende zaken – alle niet-contentieuze zaken over de eigendom of mede-eigendom van een onroerende zaak worden behandeld door de rechtbank van de plaats waar de onroerende zaak zich bevindt.

Zaken over toegang tot een openbare weg, over het leidingnet van een systeem voor bodemverbetering en over de sterkte van een technische installatie – alle zaken over toegang tot een openbare weg, over het leidingnet van een systeem voor bodemverbetering en over de sterkte van een technische installatie worden behandeld door de rechtbank van de plaats waar zich de onroerende zaak bevindt en waarvoor de toegang tot de openbare weg of de aanleg van het leidingnet van een systeem voor bodemverbetering wordt gevraagd, of van de plaats waar zich de technische installatie bevindt.

Zaken over de erkenning, de vaststelling van de uitvoerbaarheid en de uitvoering van beslissingen van buitenlandse rechtbanken – verklaringen tot erkenning en vaststelling van de uitvoerbaarheid van beslissingen van buitenlandse rechtbanken, verklaringen tot weigering van erkenning of van vaststelling van de uitvoerbaarheid of verklaringen inzake een uitvoeringsbesluit worden, evenals alle overige verklaringen in het kader van een uitvoeringsprocedure, gericht aan de woon- of verblijfplaats van de schuldenaar of aan de rechtbank in wiens rechtsgebied de uitvoeringsprocedure zou moeten worden gevoerd, tenzij anders is bepaald in de wet of een internationaal verdrag.

Zaken over de erkenning van de uitvoerbaarheid van een via bemiddeling bereikte overeenkomst – de uitvoerbaarheid van een via bemiddeling bereikte overeenkomst in de zin van artikel 14, lid 1, van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Bemiddelingswet wordt beoordeeld door de rechtbank in wiens rechtsgebied de bemiddelingsprocedure is gevoerd.

Zaken over erkenning en vaststelling van de uitvoerbaarheid van de beslissing van een scheidsgerecht – verklaringen tot erkenning en vaststelling van de uitvoerbaarheid van de beslissing van een Ests of buitenlands scheidsgerecht en verklaringen tot weigering van erkenning of uitvoering worden gericht aan de arrondissementsrechtbank van Pärnu. Verklaringen inzake een uitvoeringsbesluit over de beslissing van een buitenlands scheidsgerecht of andere verklaringen in het kader van de uitvoeringsprocedure worden gericht aan de rechtbank van de woon- of verblijfplaats van de schuldenaar of aan de rechtbank in wiens rechtsgebied de uitvoeringsprocedure zou moeten worden gevoerd, tenzij anders is bepaald in de wet of een internationaal verdrag. Als een van de partijen bij een overeenkomst in het kader van een arbitrageprocedure een consument is, worden verklaringen tot erkenning en vaststelling van de uitvoerbaarheid van een beslissing van een scheidsgerecht en verklaringen tot weigering van erkenning of uitvoering gericht aan de rechtbank van de plaats waar de arbitrageprocedure wordt gevoerd.

Zaken zonder beroepsmogelijkheden worden behandeld door de rechtbank die bevoegd is op de plaats die bepalend is voor de rechtsbevoegdheid. Als de voor de bevoegdheid bepalende plaatsen vallen binnen het rechtsgebied van één enkele arrondissementsrechtbank, maar zich in het rechtsgebied van verschillende rechtbanken bevinden, wordt de plaats van behandeling bepaald door de rechtbank.

In de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet betreffende de rechterlijke instanties (kohtute seaduses) worden de geografische bevoegdheidsgebieden en rechtsgebieden van rechtbanken nader omschreven.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Een rechtbank kan een zaak ook onderzoeken volgens bevoegdheidsregels die zijn vastgelegd in een overeenkomst tussen de partijen als het geschil de economische of beroepsactiviteit van beide partijen betreft of als de overeenkomst verband houdt met de economische of beroepsactiviteit van één partij, waarbij de andere partij een staat, een plaatselijke overheid of enige andere publiekrechtelijke rechtspersoon is, of als beide partijen een publiekrechtelijke rechtspersoon zijn.

Het is tevens mogelijk een overeenkomst over de keuze van de bevoegde rechtbank te sluiten als de woon- of verblijfplaats van een partij of van beide partijen zich niet in Estland bevindt.

Onverminderd het voorgaande, blijft de overeenkomst over de keuze van de bevoegde rechtbank geldig als:
1) de overeenkomst is aangegaan na het ontstaan van het geschil;
2) de keuze van de bevoegde rechtbank is overeengekomen voor het geval dat de verweerder naar het buitenland verhuist nadat de overeenkomst is aangegaan, of zijn of haar activiteit naar het buitenland verplaats of in het buitenland gaat wonen, of voor het geval dat zijn of haar vestigings-, woon- of verblijfplaats ten tijde van de procedure onbekend is.

De overeenkomst over de keuze van de bevoegde rechtbank is exclusief, tenzij de partijen anders overeenkomen.

Een rechtbank van eerste aanleg kan een zaak verwijzen naar een andere rechtbank van eerste aanleg als de partijen daarom gezamenlijk verzoeken vóór de eerste zitting of voor afloop van de in de schriftelijke procedure bepaalde termijn voor uiteenzetting van de conclusies.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Estland kent geen gespecialiseerde rechtbanken.

Gerelateerde links

De link wordt in een nieuw venster geopend.Rechtsstelsel

Laatste update: 02/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Ierland

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

De burgerlijke gerechten in Ierland zijn bevoegd in geschillen tussen particulieren, organisaties of de staat. Die geschillen kunnen gaan over allerlei kwesties, van letselschade als gevolg van een auto-ongeval tot een betwiste bedrijfsovername. In burgerlijke zaken daagt de eiser de verweerder voor de rechter om schadevergoeding te krijgen voor het geleden nadeel. Meestal wordt een vergoeding in de vorm van geld toegewezen.

Het District Court, het Circuit Court en het High Court zijn gerechten in eerste aanleg. Met uitzondering van bepaalde grondwettelijke kwesties heeft het Supreme Court uitsluitend bevoegdheid voor beroepszaken. Het Court of Appeal heeft uitsluitend bevoegdheid voor beroepszaken.

Het District Court en het Circuit Court hebben elk plaatselijke en beperkte rechtsmacht. Dat wil zeggen dat zij alleen zaken tot een bepaalde drempelwaarde kunnen behandelen waarbij partijen binnen een bepaald geografisch gebied hun woonplaats of vestiging hebben of waarbij de betrokken overeenkomst binnen een bepaald geografisch gebied is gesloten. Beroepszaken tegen beslissingen van het District Court worden behandeld door het Circuit Court en beroepszaken tegen beslissingen van het Circuit Court worden behandeld door het High Court.

Het Small Claims Court maakt deel uit van het District Court en behandelt consumentenzaken waarbij het gevorderde bedrag niet hoger is dan 2 000 EUR. Deze procedure staat ook open voor geschillen tussen bedrijven.

Het District Court behandelt zaken betreffende vorderingen tot 15 000 EUR. Het Circuit Court behandelt zaken betreffende vorderingen tot 75 000 EUR (60 000 EUR in het geval vorderingen betreffende lichamelijk letsel) en kan tevens uitspraak doen in familierechtelijke procedures, zoals echtscheiding, scheiding van tafel en bed en nietigverklaring van het huwelijk. Het High Court behandelt zaken betreffende vorderingen van meer dan 75 000 EUR (60 000 EUR in het geval vorderingen betreffende lichamelijk letsel).

Arbeidsrechtelijke zaken worden behandeld door het Employment Appeals Tribunal, een onafhankelijk orgaan dat bevoegd is in geschillen van sterk uiteenlopende arbeidsrechtelijke aard. In bepaalde gevallen kan een van beide partijen, binnen zes weken nadat het Tribunal uitspraak heeft gedaan, beroep instellen bij het Circuit Court. Indien er geen beroep wordt ingesteld bij het Circuit Court en de werkgever geen uitvoering geeft aan de uitspraak, kan de minister van Werkgelegenheid, ondernemingen en innovatie namens de werknemer een procedure instellen bij het Circuit Court. Elk der partijen kan tegen een uitspraak van het Tribunal beroep instellen bij het High Court, zij het uitsluitend over een rechtsvraag.

Het Commercial Court, dat is opgericht in 2004, is een gespecialiseerde afdeling van het De link wordt in een nieuw venster geopend.High Court en valt in het bijzonder onder De link wordt in een nieuw venster geopend.Order 63A of the Rules of the Superior Courts. Het is bevoegd voor handelsgeschillen waarbij de waarde van de vordering ten minste 1 000 000 EUR bedraagt, geschillen over intellectuele eigendom en beroepszaken betreffende of verzoeken om rechterlijke toetsing van regelgevende besluiten. Het zal ook andere zaken behandelen wanneer de rechter dit passend acht. Er is geen automatisch recht op inschrijving op de Commercial List (rol) van het High Court. Dit behoort tot de discretionaire bevoegdheid van een rechter van het Commercial Court. Het Court maakt gebruik van een verfijnd systeem voor het beheer van zaken, dat is ontworpen om de voorbereiding van het proces te stroomlijnen, onnodige kosten en vertragingstactieken tegen te gaan en te zorgen voor een volledige openbaarmaking in afwachting van het proces.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Welk gerecht in eerste aanleg bevoegd is, hangt af van de aard (overeenkomst, onrechtmatige daad enz.) en de waarde (zie hierboven) van de vordering.

Ten behoeve van de District Courts is het land verdeeld in 24 districts (districten). Voor elk van deze districten werden een of meer permanente rechters aangesteld. Voor de twee grootste steden, Dublin en Cork, was het, gelet op de hoeveelheid werk, noodzakelijk meerdere permanente rechters aan te stellen. Ten behoeve van het Circuit Court is het land verdeeld in acht circuits (arrondissementen). Elk arrondissement heeft één Circuit Court Judge, behalve die van Dublin en Cork, waar er, gezien het grotere aantal zaken, meerdere zijn. Het High Court houdt zitting in Dublin om zich uit te spreken over oorspronkelijke vorderingen. Op bepaalde momenten tijdens het jaar behandelt het op diverse locaties in de provincies ook vorderingen betreffende lichamelijk of dodelijk letsel. Bovendien houdt het High Court zitting in de provincies voor de behandeling van beroepszaken tegen beslissingen die het Circuit Court heeft gegeven in burgerlijke en familiezaken.

Het District Court is bevoegd in zaken over overeenkomsten, bepaalde onrechtmatige daden, huurkoop- en kredietverkoopcontracten, huurzaken zoals uitzetting wegens niet-betaling van de huur en in procedures betreffende de onrechtmatige bewaring van zaken, mits de waarde van de vordering de grens van 15 000 EUR niet overschrijdt. Verder heeft het District Court bevoegdheden ten aanzien van de tenuitvoerlegging van beslissingen die andere gerechten hebben gegeven inzake schulden, de verlening van vergunningen zoals drankvergunningen, en het gezag over en het onderhoud van kinderen.

Het Circuit Court is bevoegd in zaken over overeenkomsten, onrechtmatige daden, erfrechtkwesties en het beheer van nalatenschappen, equity suits (billijkheidsprocedure), uitzettingszaken of nieuwe huurovereenkomsten in procedures naar aanleiding van huurkoop- of kredietkoopcontracten, wanneer de vordering de grens van 75 000 EUR (60 000 EUR in het geval vorderingen betreffende lichamelijk letsel) niet overschrijdt. Het Circuit Court is ook bevoegd in familiezaken (zoals scheiding van tafel en bed, echtscheiding, nietigverklaring van het huwelijk en beroepszaken tegen beslissingen van het District Court) en kan voorts beroepszaken behandelen tegen beslissingen van arbiters in geschillen betreffende de in de huurwetgeving geregelde grondrente.

Burgerlijke zaken in het Circuit Court worden behandeld door een rechter zonder jury. Bij beroep tegen een beslissing van het District Court wordt de zaak opnieuw behandeld, waarna het vonnis van het Circuit Court definitief is en er geen verder beroep mogelijk is.

Volgens de grondwet heeft het High Court volledige oorspronkelijke rechtsmacht met betrekking tot alle feitelijke en rechtsvragen. Dat betekent dat het bevoegd is in alle burgerlijke zaken waarin de verweerder ingezetene is van Ierland, waarin de betrokken overeenkomst vermoedelijk in Ierland is gesloten, waarin de betrokken onrechtmatige daad vermoedelijk in Ierland is gepleegd of waarin het betrokken onroerend goed in Ierland is gelegen. Het High Court behandelt beroepszaken tegen beslissingen van het Circuit Court en oefent toezicht uit op het District Court en andere lagere gerechten. Beroepszaken tegen beslissingen van het High Court worden behandeld door het Court of Appeal dan wel door het Supreme Court wanneer door het Supreme Court is bevestigd dat het gaat om een zaak van algemeen openbaar belang of een zaak waarin de behoorlijke rechtspleging in het geding is. Tegen beslissingen van het Court of Appeal kan beroep worden ingesteld bij het Supreme Court wanneer door het Supreme Court is bevestigd dat het gaat om een zaak van algemeen openbaar belang of een zaak waarin de behoorlijke rechtspleging in het geding is. De beroepszaak wordt dan niet opnieuw behandeld, maar er wordt uitgegaan van een afschrift van de in eerste aanleg gepresenteerde bewijselementen en juridische argumenten.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Bij welk District Court of Circuit Court een burgerlijke vordering moet worden ingesteld, is afhankelijk van de plaats waar de verweerder of een van de verweerders zijn gewone verblijfplaats heeft of zijn beroep, bedrijf of werkzaamheden uitoefent. Voor de meeste geschillen inzake overeenkomsten is het bevoegde District Court of Circuit Court het gerecht in het rechtsgebied waar de overeenkomst vermoedelijk is gesloten; voor geschillen inzake onrechtmatige daad, de plaats waar de onrechtmatige daad vermoedelijk is gepleegd; in familiezaken, de plaats waar de eiser verblijft, en in geschillen inzake huur- of pachtovereenkomsten of eigendomsrechten van onroerende goederen, de plaats waar het betrokken onroerend goed is gelegen.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

N.v.t.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

N.v.t.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

N.v.t.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Op de website van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Courts Service of Ireland wordt de rechterlijke organisatie in Ierland nauwkeurig uiteengezet. De Courts Service heeft ten behoeve van het publiek ook een brochure uitgebracht met de titel Explaining the Courts. Nadere gegevens over de rechterlijke organisatie zijn ook beschikbaar bij Citizens Information Board (raad voor publieksvoorlichting), een bij wet ingestelde instantie die de verstrekking van informatie en advies en de belangenbehartiging over en voor een breed scala aan openbare en sociale diensten ondersteunt. Citizens Information biedt een website, een telefoonlijn en talloze trefpunten in het hele land.

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.Courts Service - Ireland

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.citizensinformation.ie/

Laatste update: 12/04/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Griekenland

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Gewone burgerlijke rechtbanken zijn bevoegd om de meeste burgerlijke en handelszaken in Griekenland te behandelen. Bij wijze van uitzondering zijn bij bijzondere wet gespecialiseerde kamers ingesteld in het kader van burgerlijke rechtbanken in de grote steden, die naargelang van het juridische domein exclusief bevoegd zijn om specifieke zaken te behandelen. Deze kamers zijn de kamers die bevoegd zijn voor de behandeling van zaken betreffende het Gemeenschapsmerk in Athene en Thessaloniki, en de kamer die bevoegd is voor de behandeling van maritieme rechtszaken in Piraeus.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

In de meeste gevallen wordt de bevoegdheid van de rechtbanken bepaald door de waarde van het voorwerp van geschil. Om die waarde te schatten, wordt rekening gehouden met de ingestelde vordering, maar niet met eventuele nevenvorderingen. Als meerdere vorderingen onder hetzelfde geding vallen, worden ze samengevoegd.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Zaken die onder de bevoegdheid van burgerlijke rechtbanken vallen, worden in eerste aanleg behandeld door burgerlijke districtsrechtbanken die ook bekend staan als rechtbanken voor geringe vorderingen (Irinodikia)), rechtbanken met alleensprekende rechters (Monomeli Protodikia) en rechtbanken van eerste aanleg waar zaken door meerdere rechters worden behandeld (Polymeli Protodikia).

De rechtbanken voor geringe vorderingen zijn voornamelijk bevoegd voor a) alle in geld waardeerbare geschillen waarbij de waarde van het geschil niet groter is dan twintigduizend euro (20 000 EUR), en b) alle geschillen, zowel hoofdgeschillen als de daaruit voortvloeiende geschillen, in het kader van een huurovereenkomst, mits in alle gevallen de overeengekomen maandelijkse huur niet hoger is dan zeshonderd euro (600 EUR).

De bevoegdheid van de rechtbanken voor geringe vorderingen omvat ook, ongeacht de waarde van het geschil, de meeste geschillen die verband houden met landbouw, de verkoop van dieren, eigendomsgeschillen met buren, geschillen die voortvloeien uit contracten met hotelexploitanten en vervoersbedrijven, vorderingen van verenigingen en coöperaties tegen hun leden en, vice versa, vorderingen van advocaten voor hun diensten bij rechtbanken van eerste aanleg en politierechtbanken (Ptaismatodikia), alsmede de rechten, vergoedingen en kosten van getuigen, tolken, sekwesters of bewakers die voor een rechtbank getuigenissen hebben afgelegd of door een rechtbank zijn aangewezen.

De rechtbanken van eerste aanleg met alleensprekende rechters zijn bevoegd voor alle in geld waardeerbare geschillen waarbij de waarde van het geschil groter is dan twintigduizend euro (20 000 EUR) maar niet groter dan tweehonderdvijftigduizend euro (250 000 EUR).

De rechtbanken van eerste aanleg met alleensprekende rechters zijn bevoegd voor de volgende geschillen, ook als de waarde van het geschil groter is dan tweehonderdvijftigduizend euro (250 000 EUR): geschillen die voortvloeien uit lease- of huurovereenkomsten; arbeidsgeschillen betreffende werknemers of betreffende door beroepsbeoefenaars of ambachtslieden vervaardigde werken of voorwerpen; geschillen in het kader van collectieve arbeidsovereenkomsten tussen socialezekerheidsinstellingen en verzekerden; geschillen betreffende advocatenhonoraria, -vergoedingen en -kosten, uitgezonderd die welke hierboven zijn genoemd die worden behandeld in de rechtbanken voor geringe vorderingen; geschillen met betrekking tot personen die werkzaam zijn in een juridische, medische of paramedische functie, of als ingenieur, scheikundige of makelaar/agent, en geschillen met betrekking tot personen die door een rechterlijke instantie zijn aangewezen, zoals deskundigen, deskundige arbiters, taxateurs, arbiters, executeurs, bewindvoerders en vereffenaars; geschillen met betrekking tot alle soorten schadevorderingen die voortvloeien uit schade veroorzaakt door een voertuig, met inbegrip van vorderingen uit hoofde van verzekeringscontracten voor voertuigen, en geschillen in verband met betwistingen betreffende het bezit of het gebruik van roerende of onroerende goederen.

Rechtbanken van eerste aanleg met alleensprekende rechters zijn altijd bevoegd, ongeacht de waarde van het geschil, voor: geschillen in verband met een echtscheiding; nietigverklaring van het huwelijk; erkenning van het al dan niet bestaan van een huwelijk; echtelijke relaties tijdens en voortvloeiend uit het huwelijk, met inbegrip van vaderschapsbetwistingen, de erkenning van het al dan niet bestaan van een ouder-kindrelatie of ouderlijke verantwoordelijkheid; de erkenning van het vaderschap van een buitenechtelijk kind; de erkenning van het feit of een buitenechtelijk kind al dan niet vrijwillig wordt erkend, en of die erkenning ongeldig is, en of een dergelijk kind dezelfde status geniet als een kind dat binnen het huwelijk is geboren wegens het naderende huwelijk van zijn ouders, en ook met inbegrip van betwistingen van de vrijwillige erkenning; erkenning van het feit of er al dan niet sprake is van adoptie of de herroeping daarvan, en of er al dan niet sprake is van voogdij. Ook geschillen over alimentatie op grond van huwelijk, echtscheiding of verwantschap; de uitoefening van ouderlijke verantwoordelijkheid; de onenigheid tussen ouders bij de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag, alsmede de communicatie van ouders en andere bloedverwanten in opgaande lijn met het kind; de regeling betreffende het gebruik van de gezinswoning en de verdeling van roerende goederen tussen de echtgenoten, alsmede geschillen met betrekking tot de gezinswoning en de verdeling van roerende goederen tussen de echtgenoten in geval van beëindiging van de samenwoning; geschillen in verband met de eigendom van verdiepingen in een gebouw en geschillen in verband met de nietigverklaring van besluiten van de algemene vergaderingen van verenigingen of coöperaties.

Rechtbanken van eerste aanleg waar zaken door meerdere rechters worden behandeld zijn bevoegd voor alle geschillen waarvoor de rechtbanken voor geringe vorderingen en de rechtbanken van eerste aanleg met alleensprekende rechters worden behandeld niet bevoegd zijn.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

De rechtbank in het gebied waarvan de verweerder zijn woonplaats heeft, is territoriaal bevoegd.

Als de verweerder zijn woonplaats noch in Griekenland noch in het buitenland heeft, is de rechtbank in het gebied waarvan hij verblijft bevoegd. Als de woonplaats van de verweerder onbekend is, is de bevoegde rechtbank de rechtbank in het gebied waarvan de verweerder zijn laatste woonplaats in Griekenland had of, indien hij er geen woonplaats had, waar hij zijn laatste verblijfplaats had.

De staat valt onder de bevoegdheid van de rechtbank in het gebied waar de autoriteit die krachtens de wet is aangewezen om de staat voor de rechter te vertegenwoordigen, is gevestigd.

Rechtspersonen die bekwaam zijn om partij te zijn bij een rechtszaak, vallen onder de bevoegdheid van de rechtbank in het gebied waarvan hun statutaire zetel of filiaal is gevestigd, indien het geschil betrekking heeft op de werking ervan.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Indien meer dan één rechtbank bevoegd is, heeft de eiser het recht om te kiezen. De voorrang tussen hen wordt bepaald op basis van de datum waarop de vordering is ingesteld.

Indien de rechtbank niet ratione materiae of ratione loci bevoegd is, beslist de rechtbank ambtshalve zelf hierover, geeft ze aan welke rechtbank bevoegd is en verwijst ze de zaak ook naar die rechtbank. De rechtsgevolgen van de ingediende vordering blijven ongewijzigd.

Contractuele geschillen

Geschillen over het bestaan of de geldigheid van een rechtshandeling die tijdens het leven van de betrokkene is uitgevoerd en alle daaruit voortvloeiende rechten kunnen ook aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank in het gebied waar de rechtshandeling is uitgewerkt of in het gebied waar ze moet worden uitgevoerd. Geschillen met betrekking tot "reliance damages" (negatief belang) en schadevergoedingen wegens schuld tijdens onderhandelingen kunnen ook bij dezelfde rechtbank aanhangig worden gemaakt.

Onrechtmatige daad

Geschillen die voortvloeien uit een onrechtmatige daad kunnen ook aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van de plaats waar de schadeveroorzakende gebeurtenis heeft plaatsgevonden of op het punt staat plaats te vinden.

Burgerlijke rechtsvordering

Een burgerlijke rechtsvordering tot schadevergoeding en teruggave voor een misdrijf en tot vergoeding van immateriële schade of psychisch leed kan aanhangig worden gemaakt bij de strafrechter die de zaak behandelt.

Zaken in verband met alimentatie, echtscheiding en ouderlijke verantwoordelijkheid

Huwelijksgeschillen (geschillen over alimentatie op grond van huwelijk, echtscheiding of verwantschap, de uitoefening van ouderlijke verantwoordelijkheid, de onenigheid tussen ouders bij de gezamenlijke uitoefening van de ouderlijke verantwoordelijkheid, alsmede de communicatie van ouders en andere bloedverwanten in opgaande lijn met het kind en de regeling betreffende het gebruik van de gezinswoning en de verdeling van roerende goederen tussen de echtgenoten, alsmede geschillen met betrekking tot de gezinswoning en de verdeling van roerende goederen tussen de echtgenoten in geval van beëindiging van de samenwoning) kunnen ook aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank in het gebied waarvan de laatste gemeenschappelijke woonplaats van de echtgenoten is gelegen.

Geschillen met betrekking tot alimentatievorderingen kunnen ook aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van de plaats waar de ontvanger van de alimentatie zijn woon- of verblijfplaats heeft.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Geschillen met betrekking tot zakelijke rechten op onroerende goederen en geschillen die voortvloeien uit de huur van onroerende goederen vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank in het gebied waarvan het onroerend goed is gelegen.

(Als het onroerend goed gelegen is in een gebied met meer dan één rechtbank, heeft de eiser het recht om te kiezen.)

Geschillen met betrekking tot bij rechterlijk bevel uitgevoerd beheer vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank die het bevel heeft uitgevaardigd.

Geschillen in verband met erfopvolging vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank in het gebied waarvan de overledene op het moment van overlijden zijn woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats, zijn verblijfplaats had.

Als een zaak gekoppeld is aan een hoofdzaak, waaronder met name incidentele vorderingen of garantievorderingen, vallen dergelijke tussenkomsten en andere soortgelijke vorderingen onder de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank die de hoofdzaak behandelt.

Hoofdzaken die met elkaar verband houden, vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank waar de zaak eerst aanhangig is gemaakt.

De rechtbank van eerste aanleg waar zaken door meerdere rechters worden behandeld en die de hoofdzaak behandelt, is bevoegd voor alle daaruit voortvloeiende zaken die onder de bevoegdheid vallen van de rechtbank van eerste aanleg met alleensprekende rechters en van de districtsrechtbank. De rechtbank van eerste aanleg met alleensprekende rechters en die de hoofdzaak behandelt, is bevoegd voor alle daaruit voortvloeiende zaken die onder de bevoegdheid van de burgerlijke districtsrechtbank vallen.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Een gewone rechtbank van eerste aanleg die geen territoriale bevoegdheid heeft, kan door uitdrukkelijke of stilzwijgende instemming van de partijen bij de zaak worden bevoegd, tenzij de betrokken geschillen geen betrekking hebben op goederen. In geval van geschillen die onder exclusieve bevoegdheid vallen, moet er een uitdrukkelijke instemming zijn.

Als de verweerder aanwezig is op de openbare hoorzitting en niet tijdig bezwaar maakt wegens onbevoegdheid, wordt dat als stilzwijgende instemming beschouwd.

De overeenkomst tussen de partijen, waarbij een gewone rechtbank bevoegd wordt voor toekomstige geschillen, is slechts geldig als ze schriftelijk is opgesteld en betrekking heeft op een specifieke rechtsbetrekking waaruit de geschillen zullen voortvloeien.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Wat betreft de speciale kamers die bevoegd zijn voor het Gemeenschapsmerkenrecht en het zeerecht: De bevoegdheid ratione marteriae wordt bepaald volgens de regels inzake gewone burgerlijke rechtbanken. Wat de territoriale bevoegdheid betreft, a) is de voor het Gemeenschapsmerk bevoegde kamer in Athene bevoegd voor de gebieden van de hoven van beroep van Athene, de Egeïsche Zee, de Dodekanesos, Korfoe, Kreta, Lamia, Navplion, Patras en Piraeus, b) is de voor het Gemeenschapsmerk bevoegde kamer in Thessaloniki bevoegd voor de gebieden van de hoven van beroep van Thessaloniki, West-Macedonië, Thracië, Ioannina en Larissa, en c) is de voor het zeerecht bevoegde kamer in Piraeus bevoegd voor de hele prefectuur Attica.

Laatste update: 05/06/2018

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Spaans) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Spanje

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Het beginsel dat ten grondslag ligt aan de organisatie van de rechtbanken in Spanje is dat van de eenheid van rechtspraak. De enige uitzonderingen hierop zijn militaire rechtspraak in tijden van oorlog en staat van beleg, en het grondwettelijk hof (Tribunal Constitucional) als de ultieme hoeder van de grondrechten en openbare vrijheden naar aanleiding van een verzoek tot handhaving van de grondrechten en fundamentele vrijheden (recurso de amparo).

De bevoegdheid is echter verdeeld over vier soorten rechtbanken: burgerlijke rechtbanken, strafrechtbanken, rechtbanken voor administratiefrechtelijke geschillen en rechtbanken voor sociale zaken.

De hoeksteen van de burgerlijke rechtbanken is de rechtbank van eerste aanleg (Juzgado de Primera Instancia), die burgerlijke geschillen in eerste aanleg behandelt alsmede procedures die niet uitdrukkelijk aan een andere rechtbank zijn toegewezen. De rechtbank van eerste aanleg kan dus worden omschreven als de gewone rechtbank.

De civiele kamer omvat de familierechtbanken (Juzgados de Familia), die rechtbanken van eerste aanleg zijn. Als familierechtbanken beschikbaar zijn (doorgaans in de grotere bevolkingscentra), staan zij in voor de behandeling van familierechtelijke geschillen in verband met nietigverklaring van het huwelijk, scheiding van tafel en bed, echtscheiding, ouder-kindrelaties en de bescherming van mensen met een beperking. Als tegen een van de partijen een strafrechtelijke procedure wordt aangespannen bij een rechtbank die zaken in verband met geweld tegen vrouwen behandelt (Juzgado de Violencia sobre la Mujer), is die rechtbank ook voor deze civiele procedure bevoegd.

De burgerlijke kamer omvat ook de gespecialiseerde handelsrechtbanken (Juzgados de lo Mercantil) en de rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk (Juzgados de Marca Comunitaria).

De rechtbanken voor sociale zaken (Juzgados de lo Social) zijn verantwoordelijk voor de behandeling van arbeidsrechtelijke zaken. Deze omvatten individuele geschillen tussen werknemers en werkgevers over arbeidsovereenkomsten, geschillen over collectieve onderhandelingen, socialezekerheidsvorderingen en vorderingen tegen de staat in verband met zijn arbeidsrechtelijke verantwoordelijkheden.

De strafrechtbanken zijn verantwoordelijk voor de behandeling van strafzaken.

Kenmerkend voor het Spaanse recht is dat civiele procedures die voortvloeien uit strafbare feiten, kunnen worden samengevoegd met de strafrechtelijke procedure. In deze gevallen beslist de strafrechter over de hoogte van de schadevergoeding die in verband met het misdrijf verschuldigd is. Als de benadeelde geen burgerlijke vordering instelt, zal het Openbaar Ministerie deze namens hem instellen, tenzij de benadeelde uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van het recht om in de strafzaak een vordering in te stellen.

Ten slotte houden de rechtbanken voor administratiefrechtelijke geschillen toezicht op de wettigheid van de acties van overheidsinstanties en behandelen zij tegen die instanties ingestelde financiële vorderingen.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

Zie de antwoorden hieronder.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

In Spanje wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende rechtbanken van eerste aanleg wat betreft het bedrag van de vorderingen of de ernst van de zaken die zij kunnen behandelen, en geen enkele rechtbank van eerste aanleg behandelt beroepsprocedures tegen uitspraken van andere rechtbanken van eerste aanleg. Civiele beroepsprocedures worden altijd behandeld in de provinciale rechtbanken (Audiencias Provinciales).

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

Voor gerechtelijke doeleinden is Spanje geografisch verdeeld in gemeenten, districten, provincies en autonome gemeenschappen. Een district is een territoriale eenheid die bestaat uit een of meer aangrenzende gemeenten binnen dezelfde provincie. Het is de belangrijkste territoriale indeling, omdat het gaat om het gebied waarin een rechtbank van eerste aanleg bevoegd is. (Details zijn te vinden op de website van het ministerie van Justitie op De link wordt in een nieuw venster geopend.mjusticia.gob.es.)

Indien dat nodig is om een groot aantal zaken te kunnen behandelen, is er meer dan één rechtbank van hetzelfde type. Dit is tegenwoordig in de meeste steden het geval. De rechtbanken worden doorlopend genummerd volgens de datum van oprichting.

In principe hebben al deze rechtbanken dezelfde bevoegdheid en wordt het werk verdeeld volgens interne toewijzingsregels van de overheid. In sommige omstandigheden kunnen de toewijzingsregels echter worden gebruikt om verschillende soorten zaken toe te wijzen aan verschillende rechtbanken binnen hetzelfde district.

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Bij gebreke van een overeenkomst of dwingende regels is de basisregel dat de bevoegdheid ligt bij de rechtbank van eerste aanleg van het district waar de verweerder zijn woonplaats of, bij gebreke daarvan, zijn verblijfplaats heeft. Als de verweerder geen woonplaats of verblijfplaats in Spanje heeft, is de bevoegde rechtbank de rechtbank van eerste aanleg voor het district waar de verweerder zich bevindt of het laatst verbleef. Indien geen van deze criteria van toepassing is, kan de eiser de vordering instellen bij de rechtbank van eerste aanleg van het district waar hij zijn woonplaats heeft.

In dit verband geldt het volgende:

  • Vorderingen tegen ondernemers en beroepsbeoefenaren die worden ingesteld in verband met hun bedrijfs- of beroepsactiviteiten kunnen naar keuze van de eiser ook worden ingesteld in elk van de plaatsen waar zij hun activiteiten uitoefenen.
  • Vorderingen tegen rechtspersonen kunnen ook worden ingesteld in de plaats waar de situatie of rechtsverhouding die het voorwerp van de vordering uitmaakt, zich heeft voorgedaan of rechtsgevolgen zal hebben, mits de rechtspersoon daar een vestiging of vertegenwoordiger heeft.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Het huidige Spaanse procesrechtelijke stelsel laat de keuze van territoriale bevoegdheid meestal niet over aan de eiser. Dit gebeurt alleen in de volgende gevallen:

-   Zakelijke rechtsvorderingen in verband met onroerend goed waarbij ofwel meerdere eigendommen ofwel één eigendom betrokken zijn/is, gelegen in verschillende districten. In deze gevallen kunnen de eisers ervoor kiezen om de rechtsvordering aanhangig te maken in om het even welk district dat bevoegd is.

-   Vorderingen om de indiening en goedkeuring te eisen van rekeningen van degenen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de bezittingen van een andere partij, indien de plaats waar de rekeningen moeten worden ingediend niet is vastgesteld. In deze gevallen kunnen eisers kiezen tussen de woonplaats van de verweerder en de plaats waar de bezittingen worden beheerd.

-   Erfrechtelijke geschillen: eisers kunnen kiezen tussen de rechtbanken van de laatste woonplaats van de overledene in Spanje en de rechtbanken waar het grootste deel van de nalatenschap zich bevindt.

-   Vorderingen met betrekking tot intellectuele eigendom: eisers kunnen kiezen tussen de plaats waar de inbreuk heeft plaatsgevonden, de plaats waar er voorlopig bewijsmateriaal is dat de inbreuk heeft plaatsgevonden en de plaats waar er onrechtmatige kopieën zijn.

-   Zaken betreffende oneerlijke concurrentie indien de verweerder geen vestiging, woonplaats of verblijfplaats in Spanje heeft. In deze gevallen kunnen eisers kiezen tussen de plaats waar de oneerlijke concurrentie heeft plaatsgevonden en de plaats waar de gevolgen ervan voelbaar zijn.

-   Vorderingen die uitsluitend betrekking hebben op de voogdij over minderjarigen of alimentatievorderingen die de ene ouder tegen de andere heeft ingesteld namens minderjarigen, indien beide ouders in verschillende rechtsgebieden wonen. In deze gevallen kunnen de eisers kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder en de rechtbank van de woonplaats van het kind.

-   Over het algemeen kunnen vorderingen betreffende de uitoefening van individuele consumenten- of gebruikersrechten worden behandeld door de rechtbank van de woonplaats van de consument, gebruiker of verweerder, naar diens keuze.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

In de volgende gevallen zijn er dwingende regels die voorschrijven dat de eiser zich tot een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder moet wenden. In deze gevallen kunnen de partijen er niet voor kiezen om zich expliciet of impliciet aan de bevoegdheid van een bepaalde rechtbank te onderwerpen:

-   Zakelijke rechten of rechten om huur te ontvangen met betrekking tot onroerend goed en zaken in verband met horizontaal eigendom (propiedad horizontal): de bevoegdheid ligt bij de rechtbanken van het district waar het onroerend goed gelegen is.

-   Erfrechtelijke zaken: de bevoegdheid wordt bepaald door de plaats waar de overledene voor het laatst in Spanje woonachtig was of door de plaats waar het grootste deel van de nalatenschap zich bevindt, naar keuze van de eiser.

-   Zaken die verband houden met hulp aan of vertegenwoordiging van personen die niet handelingsbekwaam zijn: deze worden behandeld door de rechtbank van de plaats waar de betrokkene woont.

-   Bescherming van grondrechten via de burgerlijke rechtbanken: deze zaken worden behandeld door de rechtbank van de woonplaats van de eiser of, indien de eiser geen woonplaats heeft in Spanje, door de rechtbank van de plaats waar de handeling waarmee inbreuk is gemaakt op het betrokken recht heeft plaatsgevonden.

-   Vorderingen tot schadevergoeding in verband met het gebruik van motorvoertuigen: de rechtbank van de plaats waar de schade zich heeft voorgedaan, is bevoegd.

-   Betwistingen van bedrijfsbeslissingen: de territoriale bevoegdheid wordt bepaald door de plaats waar de statutaire zetel van de vennootschap is gevestigd.

-   Vorderingen tot verklaring voor recht dat bepaalde algemene contractvoorwaarden geen deel uitmaken van een overeenkomst of dat een clausule nietig is: de rechtbank van de woonplaats van de eiser is bevoegd.

-   Declaratoire vorderingen tot beëindiging of intrekking van standaardcontractvoorwaarden indien de verweerder geen vestiging of woonplaats in Spanje heeft: in deze gevallen is de rechtbank van de plaats waar het standaardcontract is gesloten bevoegd.

-   Vorderingen tot beëindiging van standaardcontractvoorwaarden ter verdediging van de collectieve of gemeenschappelijke belangen van consumenten of gebruikers indien de verweerder geen vestiging of woonplaats in Spanje heeft: in deze gevallen is de rechtbank van de woonplaats van de eiser bevoegd.

-   Vorderingen om een van de volgende (rechts)personen te dwingen zijn verplichtingen na te komen: een verzekeringsmaatschappij; iemand die persoonlijk eigendom in termijnen aan een andere persoon heeft verkocht, of die de aankoop van dat eigendom heeft gefinancierd; iemand die persoonlijk eigendom of diensten openbaar heeft aangeboden die door een andere persoon zijn aanvaard. In deze gevallen is de rechtbank van de woonplaats van de eiser bevoegd.

-   Vorderingen van derden tot betwisting van beslag op goederen: de rechtbank van de woonplaats van de entiteit die de beslaglegging heeft bevolen, is bevoegd.

-   Verzoeken om scheiding van tafel en bed, nietigverklaring van een huwelijk of echtscheiding: de bevoegdheid ligt bij de familierechtbank of, als er geen familierechtbank is, bij de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de echtelijke woning gelegen is. Als er geen echtelijke woning is, is de rechtbank van de plaats van ofwel de laatste echtelijke woning ofwel de verblijfplaats van de andere echtgenoot bevoegd. Als geen van deze bestaat, is de rechtbank waar de betrokkene zijn woonplaats heeft bevoegd. Als een verzoek in onderlinge overeenstemming wordt ingediend, is de rechtbank van de plaats waar de laatste gedeelde woning of de woonplaats van een van beide echtgenoten gelegen is bevoegd.

-   Vorderingen die uitsluitend betrekking hebben op de voogdij over minderjarigen of alimentatievorderingen die door de ene ouder tegen de andere zijn ingesteld namens minderjarigen: in deze gevallen ligt de bevoegdheid bij de rechtbank van de plaats waar de laatste gedeelde woning van de ouders gelegen is. Als de ouders in verschillende rechtsgebieden wonen, kan de eiser kiezen tussen de rechtbank waar de verweerder zijn woonplaats heeft en de rechtbank van de plaats waar het kind woont.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

In het algemeen kan de territoriale bevoegdheid in Spanje worden gewijzigd, wat betekent dat justitiabelen zich uitdrukkelijk of stilzwijgend aan de rechtbanken van een bepaald district kunnen onderwerpen, mits de betrokken rechtbanken bevoegd zijn voor het onderwerp van de zaak.

Er is sprake van uitdrukkelijke onderwerping als de belanghebbende partijen een uitdrukkelijke overeenkomst sluiten waarin het specifieke district wordt vermeld aan de rechtbanken waarvan zij zich onderwerpen.

Er is sprake van stilzwijgende onderwerping in de volgende omstandigheden:

-   In het geval van de eiser, door het enkele feit dat hij zich tot de rechtbanken van een bepaald district wendt en een vordering instelt die moet worden ingesteld, of een verzoek indient dat moet worden ingediend, bij de rechtbank die voor de behandeling daarvan bevoegd is.

-   In het geval van de verweerder, als hij is verschenen en daarna een andere procedurestap heeft ondernomen dan het tijdig indienen van een verzoek in de juiste vorm om de bevoegdheid van de rechtbank te betwisten.

Indien na aanvang van de procedure wijzigingen plaatsvinden in de woonplaats van de partijen, de plaats waar het onderwerp van het geschil zich bevindt of het doel van de procedure, leid dat niet tot een wijziging van de bevoegdheid, die wordt bepaald in overeenstemming met de situatie zoals die bij het begin van de procedure is bevestigd (Perpetuatio Iurisdictionis).

Hierbij geldt echter het volgende:

Uitdrukkelijke onderwerping is niet toegestaan in standaardcontracten, contracten waarin een van de partijen algemene voorwaarden heeft opgelegd, of consumenten/gebruikersovereenkomsten. In deze gevallen is stilzwijgende onderwerping echter wel mogelijk.

Geen enkele vorm van onderwerping is mogelijk als in het recht dwingende regels inzake territoriale bevoegdheid zijn vastgelegd.

Geen enkele vorm van onderwerping is toegestaan in versnelde procedures, betalingsbevelprocedures of invorderingsprocedures.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

De gespecialiseerde rechtbanken in Spanje omvatten de hieronder genoemde rechtbanken.

De familierechtbanken, die rechtbanken van eerste aanleg zijn. Als familierechtbanken beschikbaar zijn (doorgaans in de grotere bevolkingscentra), zijn ze exclusief bevoegd voor familiezaken. In het bijzonder behandelen zij zaken betreffende:

  • scheiding van tafel en bed, nietigverklaring van het huwelijk en echtscheiding; en
  • de uitoefening van de ouderlijke verantwoordelijkheid voor minderjarigen.

De regels inzake territoriale bevoegdheid zijn dezelfde als die welke van toepassing zijn op de rechtbanken van eerste aanleg die familierechtelijke zaken behandelen als er in het betrokken district geen gespecialiseerde familierechtbank is.

De rechtbanken voor sociale zaken behandelen arbeidsrechtelijke vorderingen. Deze omvatten individuele geschillen tussen werknemers en werkgevers over arbeidsovereenkomsten, geschillen over collectieve onderhandelingen, socialezekerheidsvorderingen en vorderingen tegen de staat in verband met zijn arbeidsrechtelijke verantwoordelijkheden.

De algemene regel is dat de territoriale bevoegdheid ligt bij de rechtbank van de plaats waar de werknemer zijn diensten verleent of waar de verweerder zijn woonplaats heeft, naar keuze van de eiser.

De handelsrechtbanken werken op provinciaal niveau en behandelen handelsgeschillen.

Deze rechtbanken behandelen insolventiezaken, behalve wanneer het gaat om insolventie waarbij een andere persoon dan een ondernemer betrokken is: in deze gevallen zijn de niet-gespecialiseerde rechtbanken van eerste aanleg bevoegd.

De handelsrechtbanken behandelen ook verwante zaken die betrekking hebben op:

-   Burgerlijke financiële vorderingen tegen de bezittingen van de insolvente persoon, met uitzondering van vorderingen in procedures betreffende rechtsbevoegdheid, afstamming, huwelijk en minderjarigen.

-   Bedrijfsacties gericht op collectief ontslag, de wijziging of opschorting van arbeidsovereenkomsten waarbij de werkgever insolvabel is, of acties tot opschorting of beëindiging van contracten van het senior management.

-   Elke tenuitvoerleggingsmaatregel of voorlopige maatregel tegen de bezittingen en economische rechten van de insolvente partij, ongeacht welke rechtbank het bevel heeft gegeven.

-   Vorderingen op grond van burgerlijke aansprakelijkheid tegen bestuurders, bedrijfsrevisoren of vereffenaars wegens schade en verlies die de insolvente partij tijdens de insolventieprocedure heeft geleden.

-   Vorderingen met betrekking tot:

  • oneerlijke concurrentie,
  • intellectueel eigendom en reclame,
  • vennootschapsrecht en het recht dat van toepassing is op coöperatieve verenigingen,
  • nationaal of internationaal vervoer,
  • zeerecht,
  • algemene contractvoorwaarden,
  • de toepassing van arbitrageregels op bovengenoemde zaken.

De bevoegdheid om een insolventieprocedure te openen en te behandelen ligt bij de handelsrechtbank van het gebied waar het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar ligt. Als de schuldenaar ook in Spanje woonachtig is en zijn woonplaats zich niet op dezelfde plaats bevindt als het centrum van zijn voornaamste belangen, is de handelsrechtbank van de woonplaats van de schuldenaar eveneens bevoegd om de zaak te behandelen, naar keuze van de schuldeiser die het verzoek indient.

Als de schuldenaar een rechtspersoon is, wordt ervan uitgegaan dat zijn statutaire zetel het centrum van zijn voornaamste belangen is. In dit verband wordt geen rekening gehouden met een wijziging van de statutaire zetel in de zes maanden voorafgaand aan het verzoek tot opening van een insolventieprocedure.

De handelsrechtbanken in Alicante treden op als de rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk wanneer zij hun exclusieve bevoegdheid uitoefenen om in eerste aanleg alle geschillen te behandelen die bij hen aanhangig zijn gemaakt op grond van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk en Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen.

Bij de uitoefening van hun bevoegdheid op deze gebieden zijn de rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk bevoegd op het gehele nationale grondgebied.

Naast deze gespecialiseerde rechtbanken kan de algemene raad voor de rechtspraak (Consejo General del Poder Judicial) bij wet bepalen dat indien er meerdere rechtbanken van hetzelfde type zijn, een of meer van hen exclusief bevoegd is/zijn om bepaalde soorten zaken te behandelen of om toe te zien op de tenuitvoerlegging in het betrokken rechtsgebied.

Deze bevoegdheid is reeds op verschillende plaatsen uitgeoefend, met name in verband met handelingsonbekwaamheid en gedwongen opname in een inrichting op grond van een geestesziekte, waar de bevoegdheid doorgaans aan de familierechtbanken is toegewezen.

Laatste update: 14/06/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Frankrijk

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

In het Franse rechtssysteem bestaan twee soorten rechtbanken naast elkaar: administratieve en gerechtelijke.

Elke categorie bestaat uit drie niveaus.

In de eerste categorie zijn de gewone rechtbanken die beslissingen geven de administratieve rechtbanken (tribunaux administratifs), alsmede diverse gespecialiseerde administratieve rechtbanken. Deze beslissingen kunnen bij administratieve hoven van beroep (cours administratives d'appel) worden aangevochten. Ten slotte kunnen deze uitspraken door de Raad van State (Conseil d’Etat) worden getoetst.

In de tweede categorie zijn de gewone rechtbanken die in eerste aanleg beslissingen geven de regionale rechtbanken (tribunaux de grande instance), samen met een aantal andere rechtbanken waarvan de bevoegdheid bij wet is vastgesteld. Deze beslissingen kunnen worden aangevochten bij hoven van beroep (cours d’appel), die uit meerdere kamers bestaan (een civiele kamer (civile), sociale kamer (sociale), commerciële kamer (commerciale) en strafrechtelijke kamer (criminelle)). De uitspraken van de hoven van beroep kunnen aanleiding geven tot hoger beroep bij het Hof van Cassatie (Cour de cassation) (dat zelf bestaat uit meerdere kamers die zijn opgebouwd rond de voor de hoven van beroep opgesomde gebieden).

De uitsplitsing van de categorieën rechtbanken is als volgt:

Administratieve rechtbanken:

  • Raad van State (1)
  • administratieve hoven van beroep (8)
  • administratieve rechtbanken (42)

Gerechtelijke rechtbanken:

  • Hof van Cassatie (1)
  • hoven van beroep (36)
  • Hoogste hof van beroep (Tribunal supérieur d’appel) (1)
  • regionale rechtbanken (164) [waarvan er 16 bevoegd zijn voor handelszaken]
  • rechtbanken van eerste aanleg (tribunaux de première instance) (4) [waarvan er 2 bevoegd zijn voor handelszaken]
  • jeugdrechtbanken (tribunaux pour enfants) (155)
  • socialezekerheidsrechtbanken (tribunaux des affaires de sécurité sociale) (114)
  • districtsrechtbanken (tribunaux d’instance) (307)
  • arbeidsrechtbanken (conseils de prud’hommes) (210)
  • arbeidsrechtbanken (tribunaux du travail) (6)
  • handelsrechtbanken (tribunaux de commerce) (134)

De gespecialiseerde gerechtelijke rechtbanken:

  • de districtsrechtbanken behandelen de meest voorkomende geschillen. In de regel behandelen zij alle vorderingen met betrekking tot bedragen tot 10 000 EUR. Zij zijn ook bevoegd om uitspraak te doen over bepaalde specifieke geschillen (onbetaalde huur, loonbeslag, verkiezingen op werkplekniveau, krediet in consumentenrechtelijke zaken).
  • de handelsrechtbanken zijn bevoegd voor geschillen tussen handelaren, tussen kredietinstellingen of tussen deze twee soorten ondernemingen, geschillen met betrekking tot handelsondernemingen, geschillen over handelstransacties tussen personen en geschillen over de financiële problemen van handelsondernemingen (vereffening, curatele enz.).
  • de rechtbanken voor pachtzaken (tribunaux paritaires des baux ruraux) zijn bevoegd voor de behandeling van geschillen tussen pachters en verpachters van landbouwgrond (landpacht, deelpacht enz.),
  • de arbeidsrechtbanken behandelen alle geschillen tussen werknemers en werkgevers die onder individuele privaatrechtelijke arbeidsovereenkomsten vallen,
  • tot een bij decreet vastgestelde datum en uiterlijk op 1 januari 2019 zijn de socialezekerheidsrechtbanken (tribunaux des affaires de sécurité sociale) bevoegd voor geschillen waarop wet- en regelgeving inzake sociale zekerheid en onderlinge landbouwverzekeringen van toepassing zijn; vanaf een bij decreet vastgestelde datum en uiterlijk op 1 januari 2019 vallen deze geschillen onder de bevoegdheid van speciaal daartoe aangewezen regionale rechtbanken,
  • tot een bij decreet vastgestelde datum en uiterlijk op 1 januari 2019 behandelen rechtbanken voor geschillen met betrekking tot arbeidsongeschiktheid (tribunaux du contentieux de l'incapacité) geschillen met betrekking tot invaliditeit, de mate van invaliditeit en blijvende arbeidsongeschiktheid; vanaf een bij decreet vastgestelde datum en uiterlijk op 1 januari 2019 vallen deze geschillen onder de bevoegdheid van speciaal daartoe aangewezen regionale rechtbanken,
  • de rechtbanken voor militaire pensioenen behandelen geschillen over militaire pensioenen.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

De bevoegdheidsverdeling tussen de regionale rechtbanken, de districtsrechtbanken en de lokale rechtbanken (juridictions de proximité) is hierboven beschreven. Er zij op gewezen dat als een bepaalde bevoegdheid niet specifiek aan andere rechtbanken is toegewezen, de regionale rechtbanken de bevoegde gewone rechtbanken zijn.

  • De districtsrechtbanken zijn bevoegd om uitspraak te doen in geschillen waarvan de waarde maximaal 10 000 EUR bedraagt en in geschillen zonder beperking van de waarde over bepaalde zaken zoals consumentenrecht, voogdijschap van volwassenen en huurovereenkomsten voor woningen.
  • De regionale rechtbanken zijn bevoegd voor alle andere civiele geschillen die niet onder de bevoegdheid van andere rechtbanken vallen, met name in familiezaken.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

In de regel is de rechtbank van de woonplaats van de verweerder bevoegd. Het doel van deze regel is om verweerders een zekere mate van bescherming te bieden, aangezien het voor hen gemakkelijker zal zijn om zich te verdedigen voor de rechtbank die het dichtst bij hun woonplaats ligt.

Als de verweerder een natuurlijke persoon is, is dus de rechtbank van de woonplaats of verblijfplaats van de verweerder bevoegd. Voor een rechtspersoon (vennootschap, vereniging) is dit de plaats van vestiging, wat doorgaans de plaats is waar de statutaire zetel van de rechtspersoon is gevestigd. In sommige gevallen is de belangrijkste bekende vestiging niet de statutaire zetel. In dergelijke gevallen kan men zich wenden tot de rechtbank van de plaats waar de hoofdvestiging gelegen is. In het geval van een grote onderneming met meerdere vestigingen/filialen kan men zich wenden tot de rechtbank van de plaats waar een van haar vestigingen/filialen gelegen is.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?
  • Contracten: eisers kunnen een vordering instellen daar waar de verweerder zijn woonplaats heeft of, naargelang van de aard van het contract, waar de goederen moeten worden geleverd of de diensten moeten worden verricht.
  • In geval van aansprakelijkheid voor een schadeveroorzakende handeling (onrechtmatige daad / delict) en in civiele procedures die zijn samengevoegd met een strafzaak, kan de vordering worden ingesteld bij de rechtbank van de plaats waar de verweerder woont of bij de rechtbank van de plaats waar de schade is geleden of de schadeveroorzakende handeling heeft plaatsgevonden.
  • In zaken met betrekking tot onroerende goederen: de eiser kan de zaak aanhangig maken bij de rechtbank van de plaats waar het goed gelegen is.
  • In zaken met betrekking tot alimentatie of bijdragen in de kosten van een huwelijk: de eiser heeft de keuze tussen de rechtbank van de plaats waar de verweerder woont of de rechtbank van de plaats waar de eiser (alimentatiegerechtigde/onderhoudsgerechtigde) woont.
  • Bij geschillen waarbij consumenten betrokken zijn: consumenten kunnen ervoor kiezen om zich te wenden tot de rechtbank waar zij woonden op het moment waarop de overeenkomst werd gesloten of de schadeveroorzakende handeling plaatsvond.
2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?
  • Bij geschillen over alimentatie of compenserende vergoedingen: de bevoegdheid ligt bij de rechtbank van de woonplaats van de eisende echtgenoot of van de ouder die de hoofdverzorger van de kinderen is, ook al zijn die volwassen.
  • Echtscheiding: de rechtbank van de plaats waar het gezin woont, is bevoegd. Als de echtgenoten niet samenwonen, is de rechtbank van de plaats waar de kinderen wonen bevoegd. Als de echtgenoten geen kinderen hebben, is de rechtbank van de plaats waar de verweerder woont bevoegd.
  • Erfopvolging: de bevoegdheid ligt bij de rechtbank van de plaats waar de overledene het laatst woonde.
  • In zaken met betrekking tot onroerende goederen: de bevoegdheid ligt bij de rechtbank van de plaats waar het onroerend goed gelegen is.
  • Huur van onroerend goed: de bevoegdheid ligt bij de rechtbank van de plaats waar het onroerend goed gelegen is.
2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Alle gespecialiseerde rechtbanken zijn exclusief bevoegd en de exceptie van onbevoegdheid moet ambtshalve worden opgeworpen door de rechtbank. De enige mogelijkheid om zich te wenden tot een rechtbank die normaliter niet bevoegd zou zijn, ligt in de keuze tussen de regionale rechtbanken en de districtsrechtbanken voor zaken waarvoor zij niet exclusief bevoegd zijn.

In de regel is elke clausule van een overeenkomst die in strijd is met de regels inzake territoriale bevoegdheid en toewijzing nietig, behalve in overeenkomsten tussen twee handelaren, mits de clausule zeer duidelijk is gespecificeerd.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

  • Handelsrechtbanken: in de regel ligt de bevoegdheid bij de rechtbank van de plaats waar de verweerder woont. In geval van aansprakelijkheid voor een schadeveroorzakende handeling ligt de bevoegdheid bij de rechtbank van de plaats waar de schadeveroorzakende handeling zich heeft voorgedaan of in het rechtsgebied waarvan de schade is geleden.
  • Rechtbanken voor pachtzaken: de bevoegdheid ligt bij de rechtbank van de plaats waar het onroerend goed gelegen is.
  • Arbeidsrechtbanken: werknemers kunnen zich wenden tot de arbeidsrechtbanken van de plaats van de vestiging waar zij werken, de plaats waar de overeenkomst is gesloten of de plaats van de statutaire zetel van de onderneming die hen in dienst heeft. Als het werk buiten een vestiging is verricht, moet de zaak worden voorgelegd aan de arbeidsrechtbank van de plaats waar de werknemer woont.
  • Rechtbanken voor sociale zaken (tot een bij decreet vastgestelde datum en uiterlijk tot 1 januari 2019): in de regel ligt de bevoegdheid bij de rechtbank van de woonplaats van de begunstigde of werkgever in kwestie of bij de rechtbank van de plaats waar de statutaire zetel van de verwerende organisatie gelegen is in geval van een geschil tussen organisaties waarvan de statutaire zetel niet in hetzelfde rechtsgebied ligt.

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.Website van het ministerie van Justitie

De link wordt in een nieuw venster geopend.Website van Legifrance

Laatste update: 23/07/2018

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Kroatië

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Een verzoek tot behandeling van de betrokken zaak wordt ingediend bij de rechtbank met territoriale of materiële bevoegdheid of, in geval van een specifiek geschil, bij een gespecialiseerde rechtbank. Alleen de stad Zagreb (Grad Zagreb) heeft echter een stedelijke burgerlijke rechtbank (Općinski građanski sud) en een stedelijke arbeidsrechtbank (Općinski radni sud) als gespecialiseerde rechtbanken voor deze zaken, terwijl stedelijke rechtbanken elders (Općinski sudovi) algemeen bevoegd zijn.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

De regels die bepalen welke rechtbank bevoegd is, zijn opgenomen in de wet op de burgerlijke rechtsvordering.

Om precies te zijn: een verzoek wordt ingediend bij de rechtbank met algemene territoriale bevoegdheid voor de verweerder, d.w.z. met algemene territoriale bevoegdheid op basis van de tijdelijke of vaste woonplaats van de verweerder of, indien de verweerder een rechtspersoon is, op basis van zijn statutaire zetel. Als een geschil aanhangig wordt gemaakt tegen een district, de stad Zagreb, steden en gemeenten, wordt de rechtbank met algemene territoriale bevoegdheid bepaald op basis van de plaats waar hun vertegenwoordigingsorgaan is gevestigd.

Voor geschillen tegen de Republiek Kroatië wordt de rechtbank met algemene territoriale bevoegdheid echter bepaald op basis van de vaste woonplaats of statutaire zetel van de verzoeker in Kroatië. Als de verzoeker geen vaste woonplaats of statutaire zetel in Kroatië heeft, is de rechtbank met algemene territoriale bevoegdheid voor geschillen tegen de Republiek Kroatië de rechtbank die bevoegd is voor het gebied waar het Kroatische parlement gelegen is (Hrvatski Sabor).

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Er is een onderscheid tussen lagere en hogere rechtbanken. Stedelijke rechtbanken (Općinski sudovi) en handelsrechtbanken (Trgovački sudovi) zijn rechtbanken van eerste aanleg. Districtsrechtbanken (Županijski sudovi) en de Hoge handelsrechtbank van de Republiek Kroatië (Visoki trgovački sud RH) zijn hoven van beroep. Om precies te zijn: districtsrechtbanken beslissen in beroepszaken tegen beslissingen van stedelijke rechtbanken, en de Hoge handelsrechtbank van de Republiek Kroatië beslist in beroepszaken tegen beslissingen van handelsrechtbanken.

Alleen in gevallen waarin speciaal is voorzien, kunnen districtsrechtbanken en de Hoge handelsrechtbank van de Republiek Kroatië rechtbanken van eerste aanleg zijn, in welk geval hun beslissingen bij het Hooggerechtshof van de Republiek Kroatië (Vrhovni sud RH) kunnen worden aangevochten.

Daarom zijn de hogere rechtbanken alleen in uitzonderlijke gevallen bevoegd voor beroepszaken, wanneer de lagere rechtbanken zich onbevoegd verklaren en de zaak voor verdere behandeling verwijzen.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

Welke rechtbank voor een specifieke zaak bevoegd is, hangt af van verschillende omstandigheden, maar in de regel is de bevoegde rechtbank de rechtbank met algemene territoriale bevoegdheid voor de verweerder.

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Het basiscriterium voor de territoriale bevoegdheid is de vaste of tijdelijke woonplaats van de verweerder of, in geval van een rechtspersoon, zijn statutaire zetel.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?
2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?
2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

In afwijking van de basisregel van algemene territoriale bevoegdheid voorziet de wet inzake burgerlijke rechtsvordering (in de artikelen 50 tot en met 66) in gevallen van bijzondere territoriale bevoegdheid die van toepassing zijn op medejustitiabelen, geschillen over wettelijke alimentatie, geschillen over schadevergoedingen, geschillen over uit fabrieksgaranties voortvloeiende rechten, huwelijksgeschillen, geschillen over de vaststelling of ontzegging van het vaderschap of moederschap, geschillen over onroerend goed en schendingen van het eigendomsrecht, geschillen over vliegtuigen en schepen, met bepaling van de bevoegdheid voor personen voor wie in de Republiek Kroatië geen algemene territoriale bevoegdheid bestaat, de bevoegdheid naargelang van de plaats waar de vestiging of het filiaal van een rechtspersoon is gelegen, de bevoegdheid naargelang van de plaats waar het vertegenwoordigingskantoor van een buitenlandse persoon is gelegen in de Republiek Kroatië, de bevoegdheid voor geschillen die voortvloeien uit relaties met organisatorische eenheden van de strijdkrachten van de Republiek Kroatië, de bevoegdheid voor geschillen die voortvloeien uit erfrechtelijke relaties, de bevoegdheid voor geschillen in executoriale en faillissementsprocedures, de bevoegdheid naargelang van de plaats van betaling, de bevoegdheid voor arbeidsgerelateerde geschillen en de wederzijdse bevoegdheid voor klachten tegen buitenlandse burgers.

In bovengenoemde gevallen is het de verzoeker altijd toegestaan, maar is hij nooit verplicht, een andere rechtbank te kiezen dan die van de woonplaats van de verweerder die door toepassing van de basisregel is bepaald.

Ten slotte kunnen de partijen overeenkomstig artikel 70 van de wet op de burgerlijke rechtsvordering tot een overeenkomst komen over de territoriale bevoegdheid van een andere rechtbank met materiële bevoegdheid, maar alleen als het niet om een exclusief bevoegde rechtbank gaat.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Afhankelijk van de vraag of het om een burgerlijk geschil dan wel een handelsgeschil gaat, kan een verzoek worden ingediend bij een stedelijke rechtbank (Općinski sud) of een handelsrechtbank (Trgovački sud), en in de stad Zagreb kan het verzoek ook worden ingediend bij de stedelijke arbeidsrechtbank (Općinski radni sud) in geval van arbeidsgeschillen.

Laatste update: 06/02/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Italië

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

In het Italiaanse rechtsstelsel ligt de bevoegdheid in de regel bij de gewone rechtbanken, omdat die rechtbanken specifiek bevoegd zijn in geschillen over persoonlijke rechten en vorderingsrechten. De vrederechter (Giudice di Pace), de algemene rechtbank (Tribunale) en het hof van beroep (Corte di Appello) zijn alle gewone rechtsorganen. Het gerecht van laatste aanleg is het Hof van Cassatie (Suprema Corte di Cassazione) en het grondwettelijk hof is het Constitutioneel Hof (Corte Costituzionale). Naast het stelsel van gewone rechtbanken is er een stelsel van bestuursgerechten. Bestuursgerechten zijn bevoegd in geschillen over zaken die legitieme belangen betreffen en, op de bij wet vastgelegde specifieke gebieden, in geschillen over individuele rechten, in verband met de uitoefening of niet-uitoefening van bestuursrechtelijke bevoegdheden in verband met maatregelen, handelingen, overeenkomsten of gedragingen betreffende de uitoefening van die bevoegdheden door overheidsinstanties. Handelingen of maatregelen die de regering heeft vastgesteld in de uitoefening van haar politieke macht, kunnen niet voor het gerecht worden aangevochten. De bestuurlijke rechtsbevoegdheid wordt uitgeoefend door de regionale bestuursgerechten (Tribunali Amministrativi Regionali – TAR) en door de Raad van State (Consiglio di Stato), overeenkomstig de bepalingen van het wetboek van administratieve rechtsvordering. Het gerecht van laatste aanleg is het Hof van Cassatie, maar alleen om redenen van rechtsbevoegdheid. Er is nog een bijzondere rechtbank – de belastingrechtbank (Giudice Tributario). De heffingsbevoegdheid wordt uitgeoefend door de provinciale belastingrechtbanken (Commissioni Tributarie Provinciali) en de regionale belastingrechtbanken (Commissioni Tributarie Regionali). De belastingrechtbanken zijn bevoegd in alle geschillen over heffingen van allerlei aard en benaming, met inbegrip van regionale, provinciale en gemeentelijke heffingen, evenals bijdragen aan het Italiaanse nationale gezondheidsstelsel, opcenten en navorderingen, de bijbehorende sancties en rentevergoedingen en alle eventuele overige aanvullende vergoedingen. Het Italiaans rechtsstelsel kent een aantal “gespecialiseerde” kamers binnen het stelsel van gewone rechtbanken. Voorbeelden van de belangrijkste gespecialiseerde kamers zijn: a) de kamers die zich toeleggen op kwesties in verband met immigratie, internationale bescherming en het vrije verkeer van EU-burgers; b) de kamers die zich toeleggen op ondernemingsrechtelijke zaken; c) de kamers die zich toeleggen op landbouwaangelegenheden. Andere gespecialiseerde rechtbanken zijn de jeugdrechtbank (Tribunale per i Minorenni) en de rechtbank die toeziet op de uitvoering van vonnissen (Tribunale di Sorveglianza). Geschillen in verband met werk worden verwezen naar de gewone rechtbanken, waarvan sommige specifieke kamers (arbeidskamers) hebben. Technisch gezien zijn dat echter geen gespecialiseerde kamers maar organisatiemodellen binnen de rechtbanken.

In beginsel is de algemene rechtbank bevoegd in alle zaken die niet vallen onder de bevoegdheid van andere rechtbanken. De algemene rechtbank heeft tevens exclusieve bevoegdheid in alle zaken over belastingen en heffingen (die niet zijn verwezen naar de belastingrechtbanken), alle zaken over de status en bevoegdheid van personen en over honoraire rechten, fraudezaken, handhavingen en in het algemeen iedere zaak met een niet te bepalen waarde.

De vrederechter is bevoegd in zaken die betrekking hebben op roerende zaken met een waarde van maximaal 50 000 EUR, als die volgens de wet niet vallen onder de bevoegdheid van een andere rechtbank. Met ingang van 31 oktober 2021 is dat maximum 30 000 EUR. Verder is de vrederechter bevoegd in alle kwesties in verband met de geschillen genoemd in artikel 7 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

Het criterium om vast te stellen naar welke rechtbank het geschil moet worden verwezen, is “bevoegdheid”. In het Italiaanse rechtsstelsel betreft bevoegdheid doorgaans het geheel aan bevoegdheden en functies dat een rechtsorgaan mag uitoefenen. Er zijn diverse vormen van bevoegdheid, afhankelijk van: - voorwerp; - grondgebied; - aanleg; - waarde. Ten aanzien van burgerlijke rechtsvorderingen is de bevoegdheid bepalend voor het aan elk rechtsorgaan toegekend gezagsniveau en daarmee voor de reikwijdte van de beslissingsbevoegdheden van dat orgaan. De rechtsbevoegdheid in kwestie is vanuit een “technisch perspectief” gedefinieerd en de wettelijke regeling ervan staat beschreven in de artikelen 7 e.v. van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Op grond van de betrokken regels is de procedurele aard van de bevoegdheid een prejudiciële kwestie en kan daarom het voorwerp van een beslissing vormen in het kader van een geschil. Bij schending van de regels voor de rechtsbevoegdheid kan de beroepsinstantie in het bijzonder een gegronde uitspraak doen over een gebrek aan rechtsbevoegdheid (zie artikel 38 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). In technische zin verschilt rechtsbevoegdheid van de zogenaamde “interne” bevoegdheid, d.w.z. de verdeling van zaken in het kader van het bevoegde rechtsorgaan. Laatstgenoemde vorm van rechtsbevoegdheid, ook wel “tabellarisch” genoemd, hangt af van de manier waarop de algemene rechtbank is opgezet: bv. in de vorm van interne kamers (civiele kamer nr. 1) of afdelingen die zich toeleggen op specifieke onderwerpen (arbeidskamer) of aparte entiteiten. Schending van de bepalingen over de toewijzing van zaken geeft geen aanleiding voor een procedurele zaak over de rechtsbevoegdheid maar is veeleer slechts een organisatorisch probleem aangaande de verdeling van de zaak binnen het rechtsorgaan.

Wat betreft de plaats waar het geschil moet worden ondergebracht, is de bevoegde rechtbank, tenzij de wet anders bepaalt, de rechtbank in de woon- of verblijfplaats van de verweerder; als die niet bekend zijn, is de rechtbank in de tijdelijke verblijfplaats van de verweerder bevoegd. Indien de verweerder geen woonplaats, verblijfplaats of tijdelijke verblijfplaats in Italië heeft of indien zijn of haar tijdelijke verblijfplaats onbekend is, is de bevoegde rechtbank die van de verblijfplaats van de eiser. De regels voor de territoriale bevoegdheid staan beschreven in de artikelen 18 e.v. van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Het stelsel van gewone rechtbanken is verdeeld over twee gebieden: het strafrechtelijk gebied, waar wordt beoordeeld of de door de openbare aanklager ingestelde strafvervolging tegen een natuurlijk of rechtspersoon wel of niet gegrond is; en het burgerrechtelijk gebied, dat als doel heeft rechtsbescherming te bieden aan de rechten die inherent zijn aan betrekkingen tussen natuurlijke personen of tussen een natuurlijk persoon en een overheidsinstantie, als die instantie in de uitoefening van haar taken de persoonlijke rechten en vorderingsrechten van anderen schendt. Op het strafrechtelijk gebied voeren rechterlijke ambtenaren rechtsprekende en vervolgingstaken uit, die respectievelijk betrekking hebben op het doen van uitspraak en het verrichten van onderzoek (onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie). De met laatstgenoemde taken belaste ambtenaren vragen na afsluiting van hun onderzoek de zaak te seponeren of stellen strafvervolging in, waarna zij de aanklacht in rechte ondersteunen en vervolgingstaken verrichten als de zaak in hoger beroep gaat. Overeenkomstig artikel 107, laatste lid, van de Italiaanse grondwet worden strafrechtelijke vorderingen ingesteld door leden van het openbaar ministerie (ook als zij deel uitmaken van de gewone rechtbanken). Tijdens het strafproces kan het slachtoffer een civiele vordering instellen om vergoeding van de door hem of haar geleden schade te vorderen; het slachtoffer kan zich ook afzonderlijk tot de burgerrechter wenden. Burgerrechtelijke en strafzaken hebben elk hun eigen regelgeving: het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en het wetboek van strafvordering. De gewone rechtspraak wordt uitgeoefend door “professionele” rechters en “honoraire” rechters, die allebei deel uitmaken van de rechterlijke macht.

In eerste aanleg wordt de rechtspraak uitgeoefend door de volgende organen in zowel burgerrechtelijke als strafzaken:

  • de vrederechter – in dit geval wordt de rechtbank voorgezeten door een honoraire rechter alleen;
  • de rechtbank met algemene bevoegdheid (Tribunale Ordinario), bestaande uit één rechter of een college van rechters, afhankelijk van de aard van het geschil;
  • de jeugdrechtbank, bestaande uit een college van rechters die worden bijgestaan door deskundigen;
  • de rechtbank die toeziet op de uitvoering van vonnissen (Tribunale di Sorveglianza), bestaande uit één rechter of een college van rechters (bijgestaan door deskundigen).

In eerste instantie worden de vervolgingstaken uitgevoerd door:

  • de openbare aanklager bij de rechtbank met algemene bevoegdheid (waaronder voor misdrijven die vallen onder de bevoegdheid van de vrederechter);
  • de openbare aanklager bij de jeugdrechtbank;
  • de openbare aanklager bij het hof van beroep, voor procedures die aanhangig zijn gemaakt bij de rechtbank die toeziet op de uitvoering van vonnissen (Tribunale di Sorveglianza).

In tweede aanleg wordt de rechtspraak uitgeoefend door de volgende organen:

  • het hof van beroep, voor beroepen ingesteld tegen uitspraken van de rechtbank met algemene bevoegdheid en de jeugdrechtbank;
  • de rechtbank met algemene bevoegdheid, voor beroepen ingesteld tegen uitspraken van de vrederechter (evenals voor beroepen ingesteld tegen bevelen in verband met persoonlijke vrijheid);
  • de rechtbank die toeziet op de uitvoering van vonnissen Tribunale di Sorveglianza, voor beroepen ingesteld tegen uitspraken van de rechter die toeziet op de uitvoering van vonnissen.

In tweede aanleg worden de vervolgingstaken uitgevoerd door de openbare aanklager bij het hof van beroep. Rechtspraak over de rechtmatigheid van uitspraken wordt uitgeoefend door het Hof van Cassatie; in rechtszaken die bij het Hof van Cassatie aanhangig zijn gemaakt, worden de vervolgingstaken uitgevoerd door de openbare aanklager bij dit hof. Tot slot zij erop gewezen dat ook de nationale dienst voor maffia- en terrorismebestrijding (Direzione Nazionale Antimafia e Antiterrorismo) tot de vervolgingsinstanties in Italië behoort; deze dienst is krachtens Wetsbesluit nr. 160/06 belast met nationaal gecoördineerde vervolgingstaken.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

Tenzij in de wet anders is bepaald, is de bevoegde rechtbank die in de woon- of verblijfplaats van de verweerder; als die niet bekend zijn, is de rechtbank in de tijdelijke verblijfplaats van de verweerder bevoegd. Indien de verweerder geen woonplaats, verblijfplaats of tijdelijke verblijfplaats in Italië heeft of indien zijn of haar tijdelijke verblijfplaats onbekend is, is de bevoegde rechtbank die van de verblijfplaats van de eiser. Er zijn evenwel bijzondere regels om de plaats te bepalen van de rechtbank waarbij het geschil moet worden ondergebracht: de algemene en bijzondere regels staan beschreven in de artikelen 18 e.v. van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Daarnaast zijn er echter nog andere regels in speciale wetgeving over bv. kwesties in verband met gezinnen of kinderen, de uitvoering van uitspraken of consumentenrechten.

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Tenzij in de wet anders is bepaald, is voor natuurlijke personen de bevoegde rechtbank die in de woon- of verblijfplaats van de verweerder; als die niet bekend zijn, is de rechtbank in de tijdelijke verblijfplaats van de verweerder bevoegd. Indien de verweerder geen woonplaats, verblijfplaats of tijdelijke verblijfplaats in Italië heeft of indien zijn of haar tijdelijke verblijfplaats onbekend is, is de bevoegde rechtbank die van de verblijfplaats van de eiser.

Voor rechtspersonen geldt dat, als de verweerder een rechtspersoon is, de bevoegde rechtbank die in de plaats van vestiging is, tenzij in de wet anders is bepaald. Als de rechtspersoon een andere vestiging heeft of een vertegenwoordiger die is gemachtigd om voor de rechter te verschijnen in verband met het verzoek, is de bevoegde rechtbank ook die in de plaats waar die vertegenwoordiger of die vestiging zich bevindt. Voor aan de bevoegdheid gerelateerde doeleinden hebben ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid, verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid en commissies hun hoofdkantoor in de plaats waar zij gewoonlijk hun activiteiten verrichten.

In zaken met betrekking tot rechten jegens bepaalde personen (diritti di obbligazione) berust de bevoegdheid altijd bij de rechtbank in de plaats waar de verplichting is ontstaan of moet worden vervuld.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

Rechtbank voor kinderzaken (Foro per le cause relative a bambini)

Voor maatregelen bedoeld om te interveniëren in de ouderlijke verantwoordelijkheid is de gewone verblijfplaats van het kind op het moment van indiening van het verzoek het belangrijkste criterium. De gewone verblijfplaats van het kind moet zijn vastgesteld aan de hand van objectieve criteria; als het kind wordt overgebracht naar een andere plaats en het er, mede gezien de leeftijd van het kind, slechts een verwaarloosbaar korte tijd verblijft, is niet de rechtbank in die nieuwe verblijfplaats bevoegd.

Rechtbank voor huwelijkszaken (Foro per le cause relative al matrimonio)

Scheiding van tafel en bed. Bij scheiding van tafel en bed wordt het verzoek ingediend bij de rechtbank in de plaats waar de partners hun laatste gemeenschappelijke verblijfplaats hadden of, als zij nooit een gemeenschappelijke verblijfplaats hebben gehad, in de woon- of verblijfplaats van de verwerende echtgeno(o)t(e). Als de verwerende echtgeno(o)t(e) in het buitenland verblijft of niet kan worden bereikt, wordt het verzoek ingediend bij de rechtbank in de woon- of verblijfplaats van de verzoeker; als die echtgeno(o)t(e) ook in het buitenland verblijft, kan het verzoek worden ingediend bij iedere rechtbank in Italië.

Echtscheiding. De rechtbank die bevoegd is in verzoeken om ontbinding van een burgerlijk huwelijk of beëindiging van de burgerrechtelijke gevolgen van een (katholiek) concordaatshuwelijk, is de rechtbank in de woon- of verblijfplaats van de verwerende echtgeno(o)t(e), onverminderd de overige criteria voor vaststelling van de bevoegdheid die als alternatief zijn opgenomen in dezelfde wettelijke bepaling. Het is evenwel toegestaan een gezamenlijk verzoek in te dienen bij de rechtbank in de woon- of verblijfplaats van een van beide echtgenoten.

Rechtbank voor arbeidszaken (Foro per le cause di lavoro)

In eerste aanleg vallen arbeidsgeschillen onder de bevoegdheid van de algemene rechtbank, handelend als arbeidsrechtbank. De territoriale bevoegdheid berust bij de rechtbank in de plaats waar de arbeidsrelatie is ontstaan of waar de onderneming of een dochterbedrijf daarvan waar de werknemer ten tijde van de beëindiging van de arbeidsrelatie te werk was gesteld of zijn of haar diensten verleende, zich bevindt. Deze bevoegdheid blijft van kracht na verkoop van de onderneming of sluiting van de onderneming of haar dochterbedrijf, mits het verzoek is ingediend binnen een half jaar na die verkoop of sluiting. De territoriale bevoegdheid in geschillen in verband met arbeidsrelaties bij kantoren van administratieve overheidsinstanties berust bij de rechtbank in de plaats waar het kantoor waar de medewerker ten tijde van de beëindiging van de arbeidsrelatie te werk is gesteld of was gesteld, zich bevindt. In geschillen waarin een van de partijen een overheidsinstantie is, kan een rechtbank niet fungeren als foro erariale (rechtbank die kwesties in verband met overheidsfinanciën behandelt).

Rechtbank voor zaken in verband met zakelijke rechten op onroerende zaken en uitzettingen of beslagleggingen (Foro per le cause relative a diritti reali e ad azioni possessorie)

Voor zaken in verband met zakelijke rechten op onroerende zaken, zaken in verband met de verhuur en bruikleen (commodaat) van gebouwen en bedrijfshuur, evenals zaken in verband met de toepassing van voorwaarden en naleving van de bij wet- of regelgeving of volgens goed gebruik bepaalde afstanden betreffende de aanplant van bomen en heggen, berust de bevoegdheid bij de rechtbank in de plaats waar het gebouw of zakelijk eigendom zich bevindt. Als het gebouw zich in meer dan één rechtsgebied bevindt, berust de bevoegdheid bij de rechtbank in het gebied waar de desbetreffende partij de meeste belasting betaalt aan de staat; als de partij geen belasting betaalt, berust de bevoegdheid bij een rechtbank voor het gebied waarin een deel van het gebouw zich bevindt. Voor uitzettingen of beslagleggingen en voor klachten over nieuwe werken en mogelijke schade berust de bevoegdheid bij de rechtbank in de plaats waar de betwiste handeling heeft plaatsgevonden.

Rechtbank voor erfeniszaken (Foro per le cause ereditarie)

De bevoegdheid berust bij de rechtbank in de plaats waar de erfenisprocedure is ingesteld, in zaken:

1) in verband met de vorderingen op, of de verdeling van een nalatenschap, of in iedere andere zaak tussen gezamenlijke erfgenamen om een nalatenschap te verdelen;

2) in verband met de nietigverklaring van de verdeling van een nalatenschap en de veiligstelling van aandelen, mits zij binnen twee jaar na verdeling van de nalatenschap zijn ingesteld;

3) in verband met aan de overledene verstrekte leningen of door de erfgenaam verschuldigde legaten, mits zij worden ingesteld voordat de nalatenschap is verdeeld en in elk geval binnen twee jaar na instelling van de erfenisprocedure;

4) tegen de executeur van de nalatenschap, mits zij worden ingesteld binnen de onder 3) hiervoor beschreven termijnen.

Rechtbank voor zaken tussen zakenpartners en tussen bewoners van een flatgebouw (Foro per le cause tra soci e tra condomini)

Voor zaken tussen zakenpartners berust de bevoegdheid bij de rechtbank in de plaats waar het hoofdkantoor van de onderneming staat; voor zaken tussen bewoners van een flatgebouw onderling of tussen bewoners van een flatgebouw en het flatgebouw zelf berust de bevoegdheid bij de rechtbank in het rechtsgebied waarin zich de gemeenschappelijke ruimten (of de meeste daarvan) bevinden.

Rechtbank voor zaken waarbij administratieve overheidsinstanties partij zijn (Foro della pubblica amministrazione)

Voor zaken waarbij een van de partijen een administratieve overheidsinstantie is, berust de bevoegdheid – krachtens de bijzondere wetten voor de vertegenwoordiging en verdediging van de overheid in rechte en in de daarin bepaalde zaken – bij de rechtbank in de plaats waar zich het kantoor van de openbare aanklager (Ufficio dell’Avvocatura dello Stato) bevindt, in welk rechtsgebied de rechtbank die krachtens de gewone regels bevoegd zou zijn, zich bevindt. Wanneer de administratieve overheidsinstantie de verweerder is, is dat rechtsgebied dat van de rechtbank in de plaats waar de verplichting is ontstaan of moet worden vervuld of waar de roerende of onroerende zaak dat het voorwerp van het verzoek vormt, zich bevindt.

Handhavingsrechtbank (Foro dell’Esecuzione Forzata)

Voor de handhaving van verplichtingen in verband met roerende of onroerende zaken berust de bevoegdheid bij de rechtbank in de plaats waar die zaken zich bevinden. Voor de handhaving van verplichtingen in verband met motorvoertuigen en aanhangers berust de bevoegdheid bij de rechtbank in de plaats waar de schuldenaar zijn of haar woon- of (tijdelijke) verblijfplaats of hoofdkantoor heeft. Voor de handhaving van verplichtingen tot het verrichten of niet verrichten van een bepaalde handeling berust de bevoegdheid bij de rechtbank in de plaats waar de verplichting moet worden vervuld.

Consumentenrechtbank (Foro del Consumatore)

In consumentenzaken berust de bevoegdheid bij de rechtbank in de plaats waar de betrokken consument verblijft of feitelijk woont. De bevoegdheid van die rechtbank is exclusief en dwingend, tenzij de partijen met elkaar hebben onderhandeld over de betrokkenheid van andere rechtbanken. Het is uitgesloten het procesgedrag van de consument, waarvan pas sprake kan zijn na aanvang van de zaak, gelijk te stellen met onderhandelingen en aan te voeren als grond voor afwijking van de consumentenrechtbank.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

In sommige gevallen kan een geschil worden voorgelegd aan een aantal verschillende rechtbanken, de zogenaamde “alternatieve rechtbanken”. Die situatie doet zich in het bijzonder voor bij zaken met betrekking tot rechten jegens bepaalde personen: in dat geval berust de bevoegdheid, ten aanzien van de rechtbank in de plaats waar de verweerder woont, tevens bij de rechtbank in de plaats waar de verplichting is ontstaan of moet worden vervuld.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

De rechtbank in de verblijfplaats van de verweerder is niet bevoegd als in het Italiaanse recht is bepaald dat een andere, exclusieve rechtbank bevoegd is. Zie in dit verband de toelichting bij 2.2.2 (“Uitzonderingen op de basisregel”).

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Behalve in het geval van dwingende rechtsbevoegdheid (die bevoegdheid waarvan niet in overleg kan worden afgeweken) mogen de partijen gezamenlijk een andere rechtbank overeenkomen (artikel 20 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, zijn de in de desbetreffende speciale wetten beschreven bevoegdheidscriteria van toepassing.

Administratieve rechtbanken. De bevoegdheid in geschillen in verband met maatregelen, handelingen, overeenkomsten of het gedrag van administratieve overheidsinstanties berust altijd bij de regionale administratieve rechtbank in het territoriale district waar het hoofdkantoor van die instanties zich bevindt. De bevoegdheid ligt in ieder geval bij de regionale administratieve rechtbank voor alle geschillen in verband met maatregelen, handelingen, overeenkomsten of het gedrag van administratieve overheidsinstanties waarvan de rechtstreekse gevolgen beperkt zijn tot het territorium van de regio waar die rechtbank zich bevindt. Voor geschillen in verband met ambtenaren berust de bevoegdheid altijd bij de rechtbank in het territoriale district waarvan de standplaats zich bevindt. In andere gevallen berust de bevoegdheid – voor handelingen van de staat – altijd bij de regionale administratieve rechtbank van Lazio (met hoofdkantoor in Rome) en – voor handelingen van supraregionale publieke entiteiten – bij de regionale administratieve rechtbank van de regio waar zij hun hoofdkantoor hebben.

Belastingrechtbanken. De provinciale belastingrechtbanken zijn bevoegd in alle klachten die zijn ingediend tegen belastinginstanties en belastinginners in hun district. In het geval van klachten ingediend tegen een afdeling van de nationale belastingautoriteit (Agenzia delle Entrate) met bevoegdheid over heel of een deel van Italië, berust de bevoegdheid bij de provinciale belastingrechtbank in het district waarvan het kantoor zich bevindt dat is belast met de in de betwiste aangifte beschreven taken.

Links

De Italiaanse grondwet (EN)

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.senato.it/sites/default/files/media-documents/COST_INGLESE.pdf

Italiaanse wet- en regelgeving (IT)

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.normattiva.it/?language=en

Italiaans wetboek van burgerlijke rechtsvordering (IT)

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.altalex.com/documents/codici-altalex/2015/01/02/codice-di-procedura-civile

Het wetboek van bestuursrechtspraak (EN)

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.giustizia-amministrativa.it/cdsintra/wcm/idc/groups/public/documents/document/mday/mzk3/~edisp/nsiga_4276977.pdf

Code de justice administrative (FR)

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.giustizia-amministrativa.it/cdsintra/wcm/idc/groups/public/documents/document/mday/njiz/~edisp/nsiga_4506451.pdf

Italienische Verwaltungsprozessordnung (DE)

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.giustizia-amministrativa.it/cdsintra/wcm/idc/groups/public/documents/document/mday/nda5/~edisp/nsiga_4289867.pdf

Het rechtsstelsel van Italië (EN)

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.csm.it/web/csm-international-corner/consiglio-superiore-della-magistratura/sistema-giudiziario-italiano?show=true&title=&show_bcrumb=

Wetgeving over het belastingproces (IT)

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://def.finanze.it/DocTribFrontend/getAttoNormativoDetail.do?id=%7BECD81E71-D37B-4722-AA36-116B5BCB2232%7D

Ministerie van Justitie (IT)

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.giustizia.it/giustizia

Laatste update: 06/12/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Cyprus

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Gewone burgerlijke rechtbanken (in het Cypriotische rechtssysteem districtsrechtbanken genoemd) zijn bevoegd om de meeste civiele zaken te behandelen.

In het geval van een specifiek gerechtelijk geschil dient u zich echter te wenden tot een gespecialiseerde rechtbank die bevoegd is om die zaak te behandelen.

Familierechtelijke geschillen (bijv. echtscheiding, alimentatie, ouderlijk gezag, omgang met minderjarige kinderen, eigendomsgeschillen enz.) worden bijvoorbeeld behandeld door de familierechtbanken van de Republiek Cyprus.

Wat arbeidsgeschillen betreft (verhouding werkgever-werknemer, bijv. onrechtmatig ontslag, gedwongen ontslag), moet u zich wenden tot de rechtbank voor arbeidsgeschillen van het district waar het geschil is ontstaan of, bij ontstentenis daarvan, van het district waar de verzoeker zijn/haar gebruikelijke of vaste verblijfplaats heeft. De gewone burgerlijke rechtbanken (districtsrechtbanken) zijn echter bevoegd om zaken te behandelen waarin de gevorderde schadevergoeding groter is dan het equivalent van twee (2) jaarsalarissen en in dit geval dient u zich dan ook tot deze rechtbanken te wenden.

Voor geschillen met betrekking tot de verhuur van onroerende zaken (bijv. huurverhoging, uitzetting enz.) dient u zich te wenden tot de rechtbank voor huurgeschillen van het district waar de onroerende zaak is gelegen.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

Zie het antwoord op vraag 2.2.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Er wordt in het Cypriotische rechtsstelsel geen onderscheid gemaakt tussen gewone burgerlijke rechtbanken van eerste aanleg. Er wordt echter wel een onderscheid gemaakt tussen rechters van districtsrechtbanken op basis van hun rang (president van de districtsrechtbank, senior districtsrechter, rechter van de districtsrechtbank) en hun bevoegdheid om bepaalde zaken te behandelen hangt af van deze rang.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Een districtsrechtbank (gewone burgerlijke rechtbank) is bevoegd om alle geschillen te beslechten waarbij:

  • de grondslagen van het geschil geheel of gedeeltelijk zijn ontstaan binnen de grenzen van het district waarvoor de rechtbank is opgericht;
  • de verweerder, of een van de verweerders, ten tijde van het aanhangig maken van de zaak woonde of werkte in het district waarvoor de rechtbank is opgericht;
  • alle partijen in de zaak Cypriotische onderdanen zijn en de grondslagen van de zaak geheel of gedeeltelijk in de Sovereign Base Areas zijn ontstaan of de verweerder (of een van de verweerders) daar woont of werkt;
  • de grondslagen van de zaak geheel of gedeeltelijk in de Sovereign Base Area zijn ontstaan door het gebruik van een motorvoertuig door een persoon die op grond van artikel 3 van de wet inzake motorvoertuigen (WA-verzekering) verzekerd was, of verzekerd had moeten zijn;
  • de grondslagen van de zaak geheel of gedeeltelijk in de Sovereign Base Area zijn ontstaan als gevolg van een arbeidsongeval of een beroepsziekte die tijdens zijn/haar werkverband is ontstaan door schuld van de werkgever waarvoor hij/zij op grond van artikel 4 van de wet inzake motorvoertuigen (verzekering tegen verhaal van derden) verzekerd was, of verzekerd had moeten zijn;
  • de vordering betrekking heeft op de verdeling of verkoop van een onroerende zaak, of alle andere zaken die samenhangen met die onroerende zaak, die is gelegen in het district waarvoor de rechtbank is opgericht.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

Wanneer de zaak betrekking heeft op een charitatieve instelling of een octrooi of merk waarvoor de districtsrechtbank op grond van artikel 7 en het overzicht in wet 29/1983 verantwoordelijk is, kan de zaak bij alle districtsrechtbanken aanhangig worden gemaakt.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Als er in de gevallen die in paragraaf 2.2.1 worden omschreven al een alternatieve territoriale bevoegdheid is vastgesteld of in de gevallen omschreven in paragraaf 2.2.2.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

In het geval van exclusieve bevoegdheid inzake de onroerende zaak (zie laatste punt van het antwoord op vraag 2.2.1).

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Nee.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Over het algemeen wordt de procedure ingeleid door een gemachtigde advocaat die weet tot welke rechtbank hij/zij zich moet wenden. Indien u niet over een wettelijke vertegenwoordiger beschikt, kunt u zich voor meer informatie wenden tot de registratieafdeling van het Hooggerechtshof.

Hooggerechtshof van Cyprus

Charalambou Mouskou,

1404 Nicosia, Cyprus

Tel.: +357 22865741

Fax: +357 22304500

e-mail: chief.reg@sc.judicial.gov.cy

Laatste update: 07/12/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Letland

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

De Wet op de burgerlijke rechtsvordering (Civilprocesa likums) (WBRv) garandeert het recht van iedere natuurlijke of rechtspersoon om zijn rechtmatige belangen en burgerrechten in rechte te verdedigen wanneer daarop inbreuk wordt gemaakt of deze worden betwist. Hoofdregel is dat burgerlijke geschillen door een rechtbank worden behandeld, volgens de regels voor de gewone procesvoering. Slechts in uitzonderlijke, in de wet uitdrukkelijk omschreven, gevallen kunnen burgerlijke geschillen buitengerechtelijk worden beslecht. Wanneer de wet hierin voorziet, kan de rechter ook vorderingen van natuurlijke en rechtspersonen behandelen die niet civielrechtelijk van aard zijn. In alle gevallen beslist een rechter welke instantie bevoegd is voor het behandelen van een geschil. Wanneer een rechter tot het oordeel komt dat een geschil niet onder de bevoegdheid van een rechterlijke instantie valt, geeft hij in zijn beslissing aan welke instantie wel bevoegd is.

Tegelijk gelden op de gewone bevoegdheidsregels bepaalde uitzonderingen die voorschrijven op welk niveau van het gerechtelijk systeem een zaak in eerste aanleg moet worden behandeld.

Sinds 31 maart 2021 is in Letland een speciale rechtbank van economische zaken operationeel die bevoegd is om bepaalde categorieën burgerlijke zaken en strafzaken te behandelen.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

Districtsrechtbanken (rajona tiesa) en gemeentelijke rechtbanken (pilsētas tiesa) fungeren als gerecht van eerste aanleg in burgerlijke zaken. De Districtsrechtbank Riga-stad (voorstad Vidzemes) (Rīgas pilsētas Vidzemes priekšpilsētas tiesa) behandelt zaken waarin het dossier betrekking heeft op staatsgeheimen en zaken aangaande de bescherming van octrooien, de topografie van halfgeleiderproducten, ontwerpen, handelsmerken en geografische aanduidingen. Het kadaster van een districts- (of gemeentelijk) gerecht behandelt verzoeken om de tenuitvoerlegging van onbetwiste verbintenissen (bezstrīdus piespiedu izpildīšana) en de gedwongen tenuitvoerlegging van onbetwiste verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving (saistību piespiedu izpildīšanu brīdinājuma kārtība), en tevens verzoeken om de bevestiging van veilingverklaringen (izsoles aktu apstiprināšana), behalve de bevestiging daarvan in zaken met betrekking tot insolventieprocedures.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Een zaak kan pas ten gronde door een hogere rechter worden behandeld na behandeling door een lagere rechter. In burgerlijke zaken is het gerecht van eerste aanleg het districts- of gemeentelijk gerecht of het regionaal gerecht (apgabaltiesa). Bij burgerlijke zaken vindt de behandeling ten gronde plaats door het gerecht van eerste aanleg dat naar de aard en het onderwerp van de zaak en de plaats van het geschil bevoegd is.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

Burgerlijke zaken kunnen in eerste aanleg worden toegewezen aan gerechten van verschillende niveaus, afhankelijk van het onderwerp van de zaak: zaken worden ingedeeld naar het soort of de aard van de vordering. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de territoriale bevoegdheid.

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Hoofdregel voor de territoriale bevoegdheid is dat een vordering tegen een natuurlijke persoon wordt behandeld door het gerecht van de officiële woonplaats van die persoon (art. 26 WBRv). Een vordering tegen een rechtspersoon wordt behandeld door het gerecht van de plaats waar die rechtspersoon statutair is gevestigd. Welk gerecht van eerste aanleg bevoegd is voor een bepaalde zaak, hangt dus zowel af van het onderwerp van die zaak als van de regels inzake territoriale bevoegdheid.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

De Wet op de burgerlijke rechtsvordering bevat ook uitzonderingen op de regels inzake territoriale bevoegdheid. Zo kan de eiser zijn vordering instellen volgens de algemene regels inzake territoriale bevoegdheid – dus bij het gerecht van de officiële woonplaats of de plaats van statutaire vestiging van de verweerder – of bij een ander gerecht van eerste aanleg, op hetzelfde niveau, dat in de wet als alternatief gerecht is aangewezen.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Een vordering tegen een verweerder die geen officiële woonplaats heeft, moet worden ingesteld bij het gerecht van zijn feitelijke woonplaats.

Wanneer de feitelijke woonplaats van de verweerder niet bekend is, of de verweerder geen permanente verblijfplaats in Letland heeft, moet de vordering worden ingesteld bij het gerecht van de plaats waar onroerende zaken van de verweerder zijn gesitueerd of van zijn laatst bekende woonplaats.

In bepaalde in de wet omschreven gevallen heeft de eiser de keuze om zijn vordering ofwel bij het gerecht van de officiële woonplaats of plaats van statutaire vestiging van de verweerder of bij een ander gerecht in te stellen.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

De regels omtrent de forumkeuze door de eiser zijn neergelegd in artikel 28 WBRv, waarin een uitgebreide opsomming wordt gegeven van de gevallen waarin forumkeuze door de eiser mogelijk is en de alternatieve gerechten waar de vordering in die gevallen aanhangig kan worden gemaakt:

  • een vordering die voortvloeit uit of verband houdt met activiteiten van een dochtermaatschappij of vertegenwoordigend kantoor van een rechtspersoon kan ook bij het gerecht van de plaats van vestiging van de dochtermaatschappij of het vertegenwoordigend kantoor worden ingesteld;
  • een alimentatie- of vaderschapsvordering kan ook bij het gerecht van de officiële woonplaats van de eiser worden ingesteld;
  • een vordering tot schadevergoeding voor lichamelijk letsel (artikelen 1635 en 2347–2353 van het Burgerlijk Wetboek (Civillikums)) kan ook worden ingesteld bij het gerecht van de officiële woonplaats van de eiser of van de plaats waar het letsel is veroorzaakt;
  • een vordering tot vergoeding van door een natuurlijke of rechtspersoon geleden materiële schade kan ook worden ingesteld bij het gerecht van de plaats waar de schade is veroorzaakt;
  • een vordering tot restitutie van eigendom of tot vergoeding van de waarde daarvan kan ook bij het gerecht van de officiële woonplaats van de eiser worden ingesteld;
  • maritieme vorderingen kunnen ook worden ingesteld bij het gerecht van de plaats waar het vaartuig van de verweerder in beslag is genomen;
  • een vordering tegen meerdere verweerders die in verschillende plaatsen woonachtig of gevestigd zijn, kan aanhangig worden gemaakt bij het gerecht van de woonplaats of plaats van statutaire vestiging van een van hen;
  • een vordering tot echtscheiding of nietigverklaring van een huwelijk kan naar keuze van de eiser bij een rechter aanhangig worden gemaakt; een dergelijke vordering kan ook bij het gerecht van de officiële woonplaats van de eiser of, bij ontstentenis daarvan, bij het gerecht van zijn feitelijke woonplaats aanhangig worden gemaakt indien:
    • minderjarige kinderen bij de eiser inwonen;
    • de verwerende echtgenoot een gevangenisstraf uitzit;
    • de verwerende echtgenoot geen officiële woonplaats heeft, zijn of haar woonplaats onbekend is of hij of zij in het buitenland woont;
  • een vordering die voortvloeit uit een arbeidsovereenkomst kan ook worden ingesteld bij het gerecht van de woonplaats van de eiser of het gerecht van de plaats waar hij zijn werkzaamheden verricht.

Wanneer de eiser in bovengenoemde gevallen geen officiële woonplaats heeft, kan de vordering worden ingesteld bij het gerecht van zijn feitelijke woonplaats.

Daarnaast bestaan ook exclusieve-bevoegdheidsregels in burgerlijke zaken, die niet alleen voorrang hebben boven de algemene territoriale-bevoegdheidsregels maar ook boven de regels voor alle andere vormen van territoriale bevoegdheid. Bij de volgende typen vorderingen is een bepaald gerecht exclusief bevoegd:

  • vorderingen in verband met eigendomsrechten op onroerende zaken en bijkomende rechten en aanhorigheden, evenals vorderingen in verband met de kadastrale inschrijving of doorhaling van dergelijke rechten, moeten worden ingesteld bij het gerecht van de plaats waar de betreffende onroerende zaak is gesitueerd;
  • - wanneer een vordering op een nalatenschap wordt ingesteld en geen erfgenamen bekend zijn die als zodanig zijn erkend of die de nalatenschap hebben aanvaard, dan is het gerecht bevoegd van de officiële of feitelijke woonplaats van de erflater; wanneer de officiële of feitelijke woonplaats van de erflater niet in Letland of onbekend is, moet de vordering worden ingesteld bij gerecht van de plaats waar de onroerende zaak of nalatenschap of een deel daarvan is gesitueerd.

Ook op grond van andere wetten kan een exclusieve bevoegdheid gelden.

Onderstaande bepalingen gelden ook voor zaken die volgens bijzondere gerechtelijke procedures worden behandeld:

Een adoptieverzoek moet worden ingediend bij het gerecht van de officiële woonplaats van de adoptiefouder of, bij ontstentenis daarvan, de feitelijke woonplaats van de adoptiefouder. Een verzoek tot nietigverklaring van een adoptie moet worden ingediend bij het gerecht van de officiële woonplaats van de verzoeker of, bij ontstentenis daarvan, de feitelijke woonplaats van de verzoeker.

Een adoptieverzoek van een vreemdeling of van een persoon die in het buitenland woont, moet bij het gerecht van de officiële woonplaats van het adoptiekind worden ingediend. Als niet-familieleden de zorg over het kind hebben, moet het verzoek echter worden ingediend bij het gerecht van de plaats waar de extrafamiliaire zorg wordt verstrekt (artikel 259, lid 2, WBRv).

Een verzoek om een persoon wegens een geestelijke of lichamelijke stoornis handelingsonbekwaam of beperkt handelingsbekwaam te verklaren, moet worden ingediend bij het gerecht van de officiële woonplaats van die persoon of, bij ontstentenis daarvan, diens feitelijke woonplaats. Wanneer de persoon in kwestie in een medische instelling is opgenomen, moet het verzoek worden ingediend bij het gerecht van de plaats van vestiging van die medische instelling (artikel 264 WBRv).

  • Een verzoek om een persoon wegens een losbandige of verkwistende levensstijl of buitensporig gebruik van alcohol of andere verdovende middelen handelingsonbekwaam te verklaren en onder curatele te stellen, moet worden ingediend bij het gerecht van de officiële woonplaats van die persoon of, bij ontstentenis daarvan, diens feitelijke woonplaats (art. 271 WBRv).
  • Zaken die verband houden met het beheer van de bezittingen van een afwezige of vermiste persoon worden behandeld door het gerecht van de laatst bekende woonplaats van die persoon (art. 278 WBRv).
  • Een verzoek tot doodverklaring van een vermiste persoon moet worden ingediend bij het gerecht van de laatst bekende woonplaats van die persoon (art. 282 WBRv).
  • Een verzoek tot vaststelling van rechtsfeiten moet worden ingediend bij het gerecht van de officiële woonplaats van de verzoeker of, bij ontstentenis daarvan, zijn feitelijke woonplaats (art. 290 WBRv).
  • Een verzoek tot nietigverklaring van rechten in een onroerende zaak moet worden ingediend bij het gerecht van de plaats waar die onroerende zaak is gesitueerd. Een verzoek tot nietigverklaring van andere rechten moet worden ingediend bij het gerecht van de officiële woonplaats van de verzoeker of, bij ontstentenis daarvan, zijn feitelijke woonplaats, dan wel, in het geval van een rechtspersoon, de plaats van statutaire vestiging, tenzij de wet anders bepaalt (art. 294, lid 2, WBRv).
  • Een verzoek tot nietigverklaring van een verloren, gestolen of vernietigd schuldbewijs en de vernieuwing van daaraan verbonden rechten moet worden ingediend bij het gerecht van de in het document vermelde plaats van betaling of, wanneer de plaats van betaling niet bekend is, het gerecht van de officiële woonplaats van de schuldenaar, wanneer de schuldenaar een natuurlijke persoon is of, bij ontstentenis daarvan, diens feitelijke woonplaats, dan wel, in het geval dat de schuldenaar een rechtspersoon is, de plaats waar de schuldenaar statutair is gevestigd. Wanneer de feitelijke woonplaats of plaats van statutaire vestiging van de schuldenaar eveneens onbekend is, is het gerecht van de plaats van uitgifte van het document bevoegd (art. 299 WBRv).
  • Een verzoek in verband met de aflossing betreffende onroerende zaken moet worden ingediend bij het gerecht van de plaats waar de onroerende zaak is gesitueerd (art. 336 WBRv).
  • Het gerecht behandelt een zaak betreffende rechtsbeschermingsprocedures op basis van het officiële adres van de schuldenaar dat drie maanden voorafgaand aan de indiening van een verzoek bij het gerecht voor de schuldenaar was geregistreerd (art. 3411 WBRv).
  • - Een zaak in verband met een insolventieprocedure voor een rechtspersoon naar aanleiding van een verzoek van de schuldenaar, de schuldeiser of de meerderheid van de schuldeisers als vermeld in artikel 42, lid 3, van de Insolventiewet (Maksātnespējas likums), moet worden behandeld door een gerecht op basis van het officiële adres van de schuldenaar dat drie maanden voorafgaand aan de indiening van het verzoek bij het gerecht voor de schuldenaar was geregistreerd. Voor zaken met betrekking tot het openen van een insolventieprocedure als vermeld in artikel 3, lid 1, van Verordening nr. 1346/2000 van de Raad is het gerecht van de plaats waar het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar is gelegen, bevoegd om van vorderingen kennis te nemen. Voor zaken met betrekking tot het openen van een dergelijke procedure op grond van artikel 3, lid 2, van dezelfde verordening, is echter het gerecht van de plaats waar de vestiging van de schuldenaar (in de zin van artikel 2, onder h), van Verordening nr. 1346/2000 van de Raad) is gelegen, bevoegd (artikel 3631WBRv).
  • Zaken die betrekking hebben op de insolventie van een natuurlijke persoon op verzoek van die persoon, worden behandeld door het gerecht van de officiële woonplaats van de schuldenaar dat drie maanden voorafgaand aan de indiening van het verzoek bij het gerecht voor de schuldenaar was geregistreerd, of, bij ontstentenis daarvan, de feitelijke woonplaats van de schuldenaar. Zaken met betrekking tot het openen van een insolventieprocedure als vermeld in artikel 3, lid 1, van Verordening nr. 1346/2000 van de Raad, worden behandeld door het gerecht van de plaats waar het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar is gelegen. Voor zaken met betrekking tot het openen van een dergelijke procedure op grond van artikel 3, lid 2, van dezelfde verordening, is echter het gerecht van de plaats waar de vestiging van de schuldenaar (in de zin van artikel 2, onder h), van Verordening nr. 1346/2000 van de Raad) is gelegen, bevoegd (artikel 36322 WBRv).
  • Zaken die betrekking hebben op de insolventie of liquidatie van kredietinstellingen, worden behandeld door het gerecht van de plaats waar de kredietinstelling statutair is gevestigd (art. 364 WBRv).
  • Een werkgever kan een verzoek indienen om een staking of aangezegde staking onwettig te verklaren op de gronden omschreven en volgens de procedure neergelegd in de Stakingswet (Streiku likums). Een daartoe strekkend verzoek moet worden ingediend bij het gerecht van de plaats waar de staking plaatsvindt of gaat plaatsvinden (art. 390 WBRv).
  • Werknemersvertegenwoordigers kunnen een verzoek indienen om een lock-out of aanzegging van lock-out onwettig te verklaren op de gronden omschreven en volgens de procedure neergelegd in de Arbeidsgeschillenwet (Darba strīdu likums). Een daartoe strekkend verzoek moet worden ingediend bij het gerecht van de plaats waar de lock-out plaatsvindt of gaat plaatsvinden (art. 3941 WBRv).

Zaken die betrekking hebben op de gedwongen tenuitvoerlegging van onbetwiste verbintenissen (saistību bezstrīdus piespiedu izpildīšana)

  • Een verzoekschrift tot vrijwillige verkoop van onroerende zaken bij veiling door rechterlijke tussenkomst moet worden ingediend bij het districts- of gemeentelijk gerecht van de plaats waar de onroerende zaak is gesitueerd (art. 395 WBRv).
  • Een verzoekschrift tot gedwongen tenuitvoerlegging van onbetwiste geldvorderingen of teruggave van roerende zaken of tot gedwongen tenuitvoerlegging van onbetwiste contractuele verbintenissen voor de nakoming waarvan zakelijke zekerheid is gesteld, moet worden ingediend bij het kadaster van het districts- of gemeentelijk gerecht van de officiële woonplaats van de schuldenaar of, bij ontstentenis daarvan, de feitelijke woonplaats van de schuldenaar (art. 403, lid 1, WBRv).
  • Een verzoekschrift tot gedwongen tenuitvoerlegging van een stuk waarbij een zekerheidsrecht op een onroerende zaak wordt verleend of van een onbetwiste verplichting tot ontruiming of teruggave van geleasede of gehuurde onroerende zaken, moet worden ingediend bij het kadaster van het districts- of gemeentelijk gerecht van de plaats waar de onroerende zaak is gesitueerd. Wanneer tot zekerheid van een vordering meerdere onroerende zaken zijn gesteld, en de bevoegdheid tot het behandelen van het verzoek daardoor bij het kadaster van verschillende districts- of gemeentelijke gerechten berust, wordt het verzoek behandeld door het kadaster van het districts- of gemeentelijk gerecht van de plaats waar een van de onroerende zaken is gesitueerd, naar keuze van de verzoeker (art. 403, lid 2, WBRv).
  • Een verzoekschrift tot gedwongen tenuitvoerlegging op basis van een onbetwiste akte van scheepsverband moet worden ingediend bij het kadaster van het districts- of gemeentelijke gerecht van de plaats waar de akte is ingeschreven (art. 403, lid 3, WBRv).

Zaken die betrekking hebben op de gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving (saistību piespiedu izpildīšana brīdinājuma kārtībā)

Een verzoekschrift tot gedwongen tenuitvoerlegging van een schuldverbintenis bij gerechtelijke kennisgeving moet worden ingediend bij het kadaster van het districts- of gemeentelijk gerecht van de officiële woonplaats van de schuldenaar of, bij ontstentenis daarvan, de feitelijke woonplaats of plaats van statutaire vestiging van de schuldenaar (art. 4062 WBRv).

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Ja, die mogelijkheid bestaat. De Letse wetgeving voorziet in de mogelijkheid voor partijen om bij beding het (territoriaal) bevoegde gerecht aan te wijzen. Bij het sluiten van een overeenkomst kunnen de partijen aangeven waar eventuele geschillen die uit die overeenkomst voortvloeien, in eerste aanleg moeten worden beslecht. De partijen kunnen echter niet afwijken van de absolute-bevoegdheidsregels, met andere woorden: ze kunnen niet bepalen op welk niveau een eventueel geschil in eerste aanleg wordt behandeld (art. 25 WBRv). Evenmin kunnen ze afwijken van een eventuele exclusieve bevoegdheid van een bepaald gerecht (art. 29 WBRv). De mogelijkheid van het sluiten van een forumkeuzebeding kent twee beperkingen:

  • Forumkeuze is alleen mogelijk voor contactuele geschillen.
  • Het beding moet tegelijk met de overeenkomst worden gesloten en duidelijk aangeven bij welk specifiek gerecht een eventueel geschil moet worden behandeld.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Krachtens de Letse wetgeving behandelen algemeen bevoegde gerechten zowel burgerlijke als strafzaken. In tegenstelling tot andere landen heeft Letland geen gespecialiseerde gerechten, zoals familierechtbanken, en ook geen rechters die in bepaalde rechtsgebieden zijn gespecialiseerd.

Zoals hierboven toegelicht, vindt de behandeling ten gronde van een burgerlijke zaak in een gerecht van eerste aanleg plaats. Pas nadat de lagere rechter uitspraak heeft gedaan, kan de zaak aan een hogere rechter worden voorgelegd. In burgerlijke zaken is het gerecht van eerste aanleg het districts- of gemeentelijk gerecht onder de bevoegdheid waarvan de zaak valt. Hoofdregel is dat alle burgerlijke geschillen onder de bevoegdheid van een rechterlijke instantie vallen en worden behandeld volgens de regels voor de gewone procesvoering.

Laatste update: 27/04/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Litouwen

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Artikel 12 van de wet op de rechtbanken (Lietuvos Respublikos teismų įstatymas) voorziet in een uniform rechtsstelsel bestaande uit rechtbanken met algemene bevoegdheid en rechtbanken met bijzondere bevoegdheid.

Rechtbanken met algemene bevoegdheid (rechtbanken van eerste aanleg, zowel regionale als districtsrechtbanken) behandelen alle burgerlijke zaken die betrekking hebben op geschillen in verband met of voortvloeiend uit burgerlijke relaties, gezinsrelaties, arbeidsrelaties, intellectueel eigendom, faillissementen, herstructureringen en privérelaties; deze rechtbanken behandelen ook zaken in buitengewone gerechtelijke procedures en beslissen over verzoeken tot aanvaarding en tenuitvoerlegging in de Republiek Litouwen van beslissingen van buitenlandse rechtbanken en scheidsgerechten (artikel 22 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Civilinio proceso kodeksas).

Gespecialiseerde rechtbanken, d.w.z. administratieve rechtbanken (regionale administratieve rechtbanken) behandelen administratieve zaken die voortvloeien uit rechtsbetrekkingen van administratieve aard.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

Onder de volgende voorwaarden kan een eiser een vordering instellen bij een rechtbank naar keuze:

  • een vordering tegen een verweerder wiens woonplaats onbekend is, kan worden ingesteld op basis van de plaats van zijn eigendom of op basis van zijn laatst bekende woonplaats;
  • een vordering tegen een verweerder die geen woonplaats in de Republiek Litouwen heeft, kan worden ingesteld op basis van de plaats van zijn eigendom of op basis van zijn laatst bekende woonplaats in de Republiek Litouwen;
  • een vordering tot toekenning van alimentatie en tot vaststelling van het vaderschap kan worden ingesteld op basis van de woonplaats van de eiser;
  • een vordering tot vergoeding van schade aan de gezondheid van een persoon, met inbegrip van overlijden, kan worden ingesteld op basis van de woonplaats van de eiser of de plaats waar de schade is geleden;
  • een vordering tot vergoeding van schade aan eigendom van een persoon kan worden ingesteld op basis van de woonplaats (statutaire zetel) van de eiser of de plaats waar de schade is geleden;
  • een vordering tot vergoeding van schade als gevolg van een onrechtmatige veroordeling, onrechtmatige toepassing van bewaringsmaatregelen, onrechtmatige detentie, onrechtmatige toepassing van procedurele dwangmiddelen of onrechtmatige administratieve bestraffing (arrestatie), met inbegrip van schade die het gevolg is van onrechtmatig handelen van een rechter of een rechtbank tijdens de behandeling van een burgerlijke zaak, kan worden ingesteld op basis van de woonplaats van de eiser;
  • een vordering met betrekking tot een overeenkomst/contract waarin de plaats van uitvoering is vermeld, kan ook worden ingesteld op basis van de plaats van uitvoering die in de overeenkomst/het contract is vermeld;
  • een vordering met betrekking tot het optreden in de hoedanigheid van voogd, bewaarder of bewindvoerder kan ook worden ingesteld op basis van de woonplaats (statutaire zetel) van de voogd, bewaarder of bewindvoerder;
  • een vordering met betrekking tot consumentenovereenkomsten kan ook worden ingesteld op basis van de woonplaats van de consument;
  • een vordering met betrekking tot de activiteiten van een filiaal/bijkantoor van een rechtspersoon kan ook worden ingesteld op basis van de statutaire zetel van het filiaal/bijkantoor;
  • een vordering tot vergoeding van schade als gevolg van een aanvaring van schepen en een verplicht te betalen vergoeding voor bijstand en redding op zee, met inbegrip van alle andere gevallen waarin een geschil voortvloeit uit rechtsbetrekkingen in verband met zeevaart, kan worden ingesteld op basis van de plaats of haven waar het schip van de verweerder is geregistreerd.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Burgerlijke zaken worden behandeld door districtsrechtbanken en regionale rechtbanken als rechtbanken van eerste aanleg (artikel 25 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Volgens de algemene regel die in dat wetboek is verankerd, worden alle burgerlijke zaken behandeld door districtsrechtbanken. Er is ook een uitzondering op de algemene regel dat bepaalde zaken onder de bevoegdheid van regionale rechtbanken of de exclusieve bevoegdheid van de regionale rechtbank van Vilnius vallen.

Dit hangt af van de waarde van de betwiste vordering, waarbij burgerlijke zaken met betrekking tot vorderingen van meer dan 150 000 LTL, met uitzondering van zaken die betrekking hebben op familie- en arbeidsrelaties en zaken betreffende vergoeding van immateriële schade, door regionale rechtbanken worden behandeld.

De bevoegdheid is ook afhankelijk van andere factoren dan de betwiste vordering.

Regionale rechtbanken behandelen ook de volgende burgerlijke zaken als rechtbanken van eerste aanleg:

zaken betreffende juridische niet-eigendomsrechtelijke auteursrechtelijke relaties;

zaken betreffende rechtsbetrekkingen in burgerlijke openbare aanbestedingen;

zaken betreffende faillissementen of herstructureringen, uitgezonderd zaken betreffende het faillissement van natuurlijke personen;

zaken waarin een van de partijen een vreemde staat is;

zaken op basis van vorderingen met betrekking tot de gedwongen verkoop van aandelen (belangen);

zaken die zijn gebaseerd op vorderingen met betrekking tot het onderzoek van de activiteiten van een rechtspersoon;

zaken betreffende de vergoeding van materiële en immateriële schade die voortvloeit uit de schending van wettelijke patiëntenrechten;

9) andere burgerlijke zaken die volgens specifieke wetten door regionale rechtbanken als rechtbanken van eerste aanleg moeten worden behandeld.

De regionale rechtbank van Vilnius is als rechtbank van eerste aanleg exclusief bevoegd in de volgende burgerlijke zaken:

zaken betreffende geschillen als bedoeld in de octrooiwet (Lietuvos Respublikos patentų įstatymas);

zaken betreffende geschillen als bedoeld in de wet op de handelsmerken (Lietuvos Respublikos prekių ženklų įstatymas);

zaken betreffende de door onderdanen van andere staten gevraagde adoptie van een Litouwse burger die in de Republiek Litouwen woont;

andere burgerlijke zaken die op grond van specifieke wetten onder de exclusieve bevoegdheid van de regionale rechtbank van Vilnius als de rechtbank van eerste aanleg vallen.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Een vordering wordt bij een rechtbank ingesteld op basis van de woonplaats van de verweerder. Een vordering tegen een rechtspersoon wordt ingesteld op basis van de in het rechtspersonenregister vermelde statutaire zetel van de rechtspersoon. Als de verweerder de staat of een stad/gemeente is, wordt de vordering ingesteld op basis van de zetel van de instelling die de staat of de stad/gemeente vertegenwoordigt.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

Een eiser heeft het recht te kiezen tussen verschillende rechtbanken die bevoegd zijn voor de zaak.

De partijen kunnen ook overeenkomen bij welke rechtbank een vordering moet worden ingesteld. In artikel 32 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is bepaald dat de partijen de territoriale bevoegdheid van hun zaak in onderlinge overeenstemming kunnen wijzigen, maar de bevoegdheid van een rechtbank op grond van zijn exclusieve bevoegdheid voor de zaak of op grond van het onderwerp van de zaak kan niet door een overeenkomst tussen de partijen worden gewijzigd.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Zoals in artikel 30 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering bepaald, kan een eiser in de volgende gevallen kiezen welke rechtbank bevoegd is:

een vordering tegen een verweerder wiens woonplaats onbekend is, kan worden ingesteld op basis van de plaats van zijn eigendom of op basis van zijn laatst bekende woonplaats;

een vordering tegen een verweerder die geen woonplaats in de Republiek Litouwen heeft, kan worden ingesteld op basis van de plaats van zijn eigendom of op basis van zijn laatst bekende woonplaats in de Republiek Litouwen;

een vordering met betrekking tot de activiteiten van een filiaal/bijkantoor van een rechtspersoon kan ook worden ingesteld op basis van de statutaire zetel van het filiaal/bijkantoor;

een vordering tot toekenning van alimentatie of tot vaststelling van het vaderschap kan ook worden ingesteld op basis van de woonplaats van de eiser;

een vordering tot vergoeding van schade aan de gezondheid van een persoon, met inbegrip van overlijden, kan worden ingesteld op basis van de woonplaats van de eiser of de plaats waar de schade is geleden;

een vordering tot vergoeding van schade aan eigendom van een persoon kan worden ingesteld op basis van de woonplaats (statutaire zetel) van de eiser of op basis van de plaats waar de schade is geleden;

een vordering tot vergoeding van schade als gevolg van een onrechtmatige veroordeling, onrechtmatige toepassing van bewaringsmaatregelen, onrechtmatige detentie, onrechtmatige toepassing van procedurele dwangmiddelen of onrechtmatige administratieve bestraffing (arrestatie), met inbegrip van schade die het gevolg is van onrechtmatig handelen van een rechter of een rechtbank tijdens de behandeling van een burgerlijke zaak, kan worden ingesteld op basis van de woonplaats van de eiser;

een vordering tot vergoeding van schade als gevolg van een aanvaring van schepen en een verplicht te betalen vergoeding voor bijstand en redding op zee, met inbegrip van alle andere gevallen waarin een geschil voortvloeit uit rechtsbetrekkingen in verband met zeevaart, kan worden ingesteld op basis van de plaats of haven waar het schip van de verweerder is geregistreerd.

een vordering met betrekking tot een overeenkomst/contract waarin de plaats van uitvoering is vermeld, kan ook worden ingesteld op basis van de plaats van uitvoering van de overeenkomst/het contract;

een vordering met betrekking tot het optreden in de hoedanigheid van voogd, bewaarder of bewindvoerder kan ook worden ingesteld op basis van de woonplaats (statutaire zetel) van de voogd, bewaarder of bewindvoerder;

een vordering met betrekking tot consumentenovereenkomsten kan ook worden ingesteld op basis van de woonplaats van de consument;

Bovendien kan een vordering tegen meerdere verweerders die op verschillende plaatsen woonachtig of gevestigd zijn, worden ingesteld op basis van de woonplaats of statutaire zetel van een van de verweerders, naar keuze van de eiser (artikel 33, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Een vordering betreffende een overeenkomst/contract waarin de plaats van uitvoering is vermeld, kan worden ingesteld op basis van de woonplaats of statutaire zetel van de verweerder of op basis van de plaats van uitvoering van de overeenkomst/het contract, naar keuze van de eiser. Een vordering met betrekking tot consumentenovereenkomsten kan worden ingesteld op basis van de woonplaats of statutaire zetel van de verweerder of de consument.

Een vordering betreffende de toekenning van alimentatie kan worden ingesteld op basis van de woonplaats of statutaire zetel van de verweerder of de eiser, naar keuze van de eiser.

Een civiele vordering tot vergoeding van schade in een strafzaak kan worden ingesteld voor behandeling overeenkomstig de bevoegdheidsregels van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering indien de vordering niet is ingesteld of geschikt in het kader van een strafprocedure.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Artikel 31, leden 1 en 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering voorziet in de volgende uitzonderingen op de algemene regel van territoriale bevoegdheid die bindend zijn voor een eiser die een juridische procedure inleidt:

vorderingen tot verkrijging van zakelijke rechten op onroerende goederen, het gebruik van onroerende goederen, met uitzondering van verzoeken om vereffening van huwelijksvermogens in echtscheidingszaken, en de intrekking van onroerend beslag vallen onder de bevoegdheid van de rechtbank van de plaats waar het onroerend goed of het grootste deel ervan is gelegen.

vorderingen van schuldeisers van een nalatenschap die zijn ingesteld voordat de erfgenamen een erfenis hebben aanvaard, vallen onder de bevoegdheid van de rechtbank van de plaats van de nalatenschap of het grootste deel ervan.

Er zij ook op gewezen dat overeenkomstig artikel 33, leden 2 tot en met 4, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering van de Republiek Litouwen:

een tegenvordering, ongeacht de plaats waar de ervoor bevoegde rechtbank zich bevindt, moet worden ingesteld bij de rechtbank waar de oorspronkelijke vordering is ingesteld. Als de waarde van de vordering is gestegen, het onderwerp ervan is veranderd of de instelling van een tegenvordering tot gevolg heeft dat een andere rechtbank voor de zaak bevoegd wordt zoals bepaald door het onderwerp ervan, moet de rechtbank waar de oorspronkelijke vordering aanhangig is gemaakt beslissen over alle met de vordering (tegenvordering) verband houdende kwesties en de gehele zaak ten gronde beslechten.

Als een van de vorderingen van de eiser moet worden ingesteld volgens de regels van exclusieve bevoegdheid, moet de algemene vordering in overeenstemming met die regels worden ingesteld.

Als een van de vorderingen van de eiser onder de bevoegdheid van een regionale rechtbank valt, moet de algemene vordering door een regionale rechtbank worden onderzocht.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

De partijen kunnen de territoriale bevoegdheid van een zaak in onderling overleg schriftelijk wijzigen. De partijen mogen de bevoegdheid van een rechtbank op grond van zijn exclusieve bevoegdheid voor de zaak of op grond van het onderwerp van de zaak echter niet in onderling overleg schriftelijk wijzigen (artikel 32 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

De bevoegdheid om een zaak te behandelen kan bij wijze van uitzondering worden gerechtvaardigd door de deelname van de verweerder.

Een rechtbank kan een zaak naar een andere rechtbank verwijzen als een verweerder wiens woonplaats niet bekend was, verzoekt om verwijzing van de zaak naar de rechtbank van zijn woonplaats (artikel 34, lid 2, tweede alinea, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

De gespecialiseerde administratieve rechtbanken in de Republiek Litouwen behandelen geen burgerlijke, handels- of familiezaken. Zij behandelen zaken die voortvloeien uit administratieve rechtsbetrekkingen.

Laatste update: 21/10/2019

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Luxemburg

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

In het Groothertogdom Luxemburg is de gewone rechtbank in burgerlijke en handelszaken de arrondissementsrechtbank (Tribunal d'arrondissement). Er zijn twee arrondissementen, Luxemburg en Diekirch.

De arrondissementsrechtbank neemt kennis van alle burgerlijke en handelszaken, tenzij krachtens de wet een andere rechtbank bevoegd is.

Anders dan in andere landen zijn er in het Groothertogdom Luxemburg geen specifieke handelsrechtbanken; de handelszaken worden behandeld door gespecialiseerde kamers van de arrondissementsrechtbank. Voor zulke zaken geldt er echter wel een vereenvoudigde procedure.

De gespecialiseerde rechtbanken zijn vooral bevoegd voor:

  • geringe vorderingen: als de waarde van een vordering niet hoger is dan 15 000 EUR, is de vrederechter bevoegd. In het Groothertogdom Luxemburg zijn er drie vredegerechten (“Justices de paix”, Luxemburg, Esch-sur-Alzette en Diekirch), die elk voor een bepaald grondgebied bevoegd zijn;
  • arbeidsrechtelijke zaken: de arbeidsrechtbank (Tribunal du travail) neemt kennis van geschillen in verband met de uitvoering van een arbeidsovereenkomst. In het Groothertogdom Luxemburg zijn er drie arbeidsrechtbanken (Luxemburg, Esch-sur-Alzette en Diekirch), die elk voor een bepaald grondgebied bevoegd zijn. In de praktijk bevindt de arbeidsrechtbank zich in het gebouw van het vredegerecht;
  • geschillen over huurovereenkomsten: krachtens de wet nemen de vrederechters kennis van geschillen in verband met de uitvoering van huurovereenkomsten, ongeacht de waarde van de vordering. Heeft het geschil echter betrekking op de vaststelling van de huurprijs, dan moet de zaak eerst worden voorgelegd aan de huurcommissie (commission des loyers) van de betrokken gemeente, voordat zij bij de vrederechter aanhangig kan worden gemaakt;
  • burengeschillen: de vrederechters nemen kennis van de meeste burengeschillen, die bijvoorbeeld betrekking hebben op erfdienstbaarheden of mandeligheid. Als de zaak echter leidt tot een schadeclaim, dan is het bedrag van de vordering bepalend: voor schadeclaims van meer dan 15 000 EUR is de arrondissementsrechtbank bevoegd;
  • socialezekerheidszaken: krachtens de wet neemt de Arbitrageraad voor Sociale Zekerheid (Conseil arbitral de la sécurité sociale) kennis van socialezekerheidszaken. De Arbitrageraad is gevestigd te Luxemburg en is bevoegd voor het gehele grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg;
  • te grote schuldenlast: krachtens de wet neemt de vrederechter kennis van zaken betreffende te grote schuldenlast.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

De vrederechters nemen kennis van burgerlijke en handelszaken, als de waarde van de vordering (exclusief rente en kosten) niet hoger is dan 15 000 EUR. Voor vorderingen van meer dan 15 000 EUR is de arrondissementsrechtbank bevoegd.

De arrondissementsrechtbank is hoe dan ook bevoegd voor alle rechtsvorderingen die niet in geld kunnen worden uitgedrukt (bv. in familiezaken).

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

In principe is de rechtbank van de woonplaats van de verweerder bevoegd. Deze regel is ingegeven door de wens de verweerder te beschermen, omdat deze zich wellicht gemakkelijker zal kunnen verdedigen voor de rechtbank die het dichtst bij zijn woonplaats is gelegen.

Is de verweerder een natuurlijke persoon, dan is de rechtbank van zijn woon- of verblijfplaats bevoegd.

Wanneer een burgerlijke of handelsvennootschap verweerster is, kan zij niet alleen voor de rechtbank van de plaats van haar hoofdkantoor worden gedaagd, maar ook voor de rechtbank van de plaats waar zij een filiaal of agentschap heeft, mits zij in beide gevallen een vertegenwoordiger heeft die gemachtigd is om met derden te onderhandelen en het geschil verband houdt met de activiteiten van dit filiaal of agentschap.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?
  • Inzake overeenkomsten: de verzoeker kan de zaak aanhangig maken bij de rechtbank van de woonplaats van de verweerder of, afhankelijk van de aard van de overeenkomst, bij de rechtbank van de plaats van levering van de goederen of van de plaats van uitvoering van de diensten.
  • Inzake aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad of deelname als civiele partij aan een strafprocedure: het verzoek kan worden ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats van de verweerder of bij de rechtbank van de plaats waar de schade is geleden, of van de plaats waar het schadeveroorzakende feit zich heeft voorgedaan.
2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?
  • Inzake:

1. verzoeken tot goedkeuring van huwelijken van minderjarigen, verzoeken tot nietigverklaring van huwelijken, verzoeken om het uitstel van een huwelijk ongedaan te maken of te verlengen, verzoeken in verband met bezwaren tegen een huwelijk (de zogenaamde stuiting van het huwelijk) en verzoeken om zulke bezwaren ongedaan te maken;

2. verzoeken in verband met huwelijkse voorwaarden en huwelijksvermogensregimes, en verzoeken tot scheiding van goederen;

3. verzoeken in verband met de rechten en plichten van echtgenoten en bijdragen in de kosten van het huwelijk of geregistreerd partnerschap;

4. beëindiging van geregistreerde partnerschappen;

5. alimentatieverzoeken;

6. verzoeken in verband met de uitoefening van het omgangsrecht, huisvesting en de bijdrage voor het levensonderhoud en de opvoeding van kinderen;

7. verzoeken in verband met de uitoefening van het ouderlijk gezag, met uitsluiting van verzoeken in verband met het intrekken van het ouderlijk gezag;

8. beslissingen over het wettelijk bewind over de eigendommen van minderjarigen en over de voogdij over minderjarigen;

9. verzoeken om te verbieden dat personen die op grond van artikel 1, lid 1, van de gewijzigde Wet van 8 september 2003 inzake huishoudelijk geweld (loi modifiée du 8 septembre 2003 sur la violence domestique) uit hun huis zijn verwijderd, naar huis mogen terugkeren, verzoeken om een dergelijk verbod op grond van artikel 1, lid 2, van dezelfde wet te verlengen, en beroep dat tegen zulke maatregelen wordt ingesteld;

de volgende arrondissementsrechtbank heeft territoriale bevoegdheid, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald:

1. de rechtbank van de plaats waar het gezin woont (echtelijke verblijfplaats);

2. als de ouders apart wonen, de rechtbank van de woonplaats van de ouder bij wie het minderjarige kind gewoonlijk verblijft, wanneer het ouderlijk gezag gezamenlijk wordt uitgeoefend, of de rechtbank van de woonplaats van de ouder die dit gezag alleen uitoefent;

3. in andere gevallen, de rechtbank van de verblijfplaats van de persoon die de procedure niet heeft aangespannen.

Bij gezamenlijke verzoeken kiezen de partijen de rechtbank van de plaats waar een van beide partijen woont.

Het is mogelijk dat het geschil uitsluitend gaat over partneralimentatie, de bijdrage voor het levensonderhoud en de opvoeding van kinderen, de bijdrage in de kosten van het huwelijk, of urgente en voorlopige maatregelen bij beëindiging van een geregistreerd partnerschap. In dat geval kan de bevoegdheid liggen bij de rechtbank van de woonplaats van de echtgenoot of voormalige partner die alimentatie ontvangt, of van de ouder die in eerste instantie belast is met de zorg voor de kinderen, zelfs wanneer deze volwassen zijn.

De territoriale bevoegdheid wordt bepaald aan de hand van de woonplaats op de datum dat het verzoek werd ingediend, of in echtscheidingszaken, de datum dat het oorspronkelijke verzoekschrift werd ingediend.

  • Inzake verzoeken om rechtsbijstand met betrekking tot het gezags- en omgangsrecht ligt de bevoegdheid bij de rechtbank van het arrondissement waar het kind verblijft of verondersteld wordt te verblijven.
  • Inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed en de gevolgen daarvan ligt de bevoegdheid bij de rechtbank van het arrondissement waar beide echtgenoten wonen, of, als dat niet het geval is, bij de rechtbank van het arrondissement waar de verweerder woont, of bij echtscheiding met wederzijdse instemming, waar een van de echtgenoten woont.
  • Inzake nalatenschappen is de rechtbank van de laatste woonplaats van de erflater bevoegd.
  • Inzake huurovereenkomsten is de rechtbank bevoegd van de plaats waar het onroerend goed is gelegen.
  • Inzake arbeidsrecht is de rechtbank van de plaats waar de arbeid wordt verricht, bevoegd. In bepaalde gevallen waarin de werkgever een procedure instelt tegen een in een andere lidstaat verblijvende werknemer, is evenwel de rechtbank van de verblijfplaats van de werknemer bevoegd.
2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Het Luxemburgse recht erkent de geldigheid van een "forumkeuzebeding", waarbij de contractpartijen voor de behandeling van hun eventuele geschillen een bepaalde rechter aanwijzen.

Dergelijke forumkeuzebedingen zijn met name van belang bij geschillen tussen partijen die elk hun verblijfplaats in een ander land hebben. Met behulp van een zo'n beding kan immers vooraf worden bepaald aan welke rechter eventuele geschillen zullen worden voorgelegd. De geldigheid van zulke bedingen tussen de lidstaten van de Europese Unie wordt geregeld in Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012.

De partijen kunnen ook afspreken welke rechtbank bevoegd is in zuiver interne geschillen. In dat geval kunnen de partijen aan de vrederechter een geschil voorleggen waarvoor deze, gezien de waarde van de vordering of de regels inzake territoriale bevoegdheid, normaal gezien niet bevoegd zou zijn. De overeenkomst tussen de partijen kan uitdrukkelijk zijn of kan blijken uit het feit dat de verweerder ter terechtzitting verschijnt, en zijn zaak bepleit zonder eerst, vóór het voeren van verweer, een exceptie van onbevoegdheid op te werpen tegen de rechtbank die de zaak behandelt (een exceptie van onbevoegdheid opwerpen houdt in dat de verweerder een vordering instelt om de betrokken rechtbank onbevoegd te verklaren). De partijen kunnen echter niet zelf kiezen welke arrondissementsrechtbank hun zaak gaat behandelen, omdat de bevoegdheidsregels die op het bedrag van de vordering zijn gebaseerd, de openbare orde raken.

Een forumkeuzebeding is alleen geldig als beide partijen daar daadwerkelijk mee hebben ingestemd. Het bewijs van deze overeenkomst moet volgens de regels van het gemene recht worden overgelegd.

De vrijheid van de partijen om een rechtbank te kiezen is in bepaalde gevallen aan wettelijke beperkingen onderworpen. Zo bepaalt de Wet inzake consumentenbescherming (loi sur la protection juridique du consommateur) dat forumkeuzebedingen die tot doel hebben de consument het recht te ontzeggen zich tot de gewone rechter te wenden, nietig zijn.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

De bij de Luxemburgse wet ingestelde gespecialiseerde rechtbanken (arbeidsrechtbank, vrederechter voor huurovereenkomsten, de administratieve rechtbank (Tribunal administratif) en de Arbitrageraad voor Sociale Zekerheid) nemen in eerste aanleg kennis van alle aan hen toegewezen zaken, ongeacht de hoogte van de vordering.

Zo is de vrederechter, die normaal gezien op grond van het gemene recht alleen bevoegd is wanneer de waarde van de vordering niet hoger is dan 15 000 EUR, niet aan dit grensbedrag gebonden, wanneer het gaat om huurovereenkomsten.

Territoriale bevoegdheid:

  • De basisregel van de territoriale bevoegdheid

In principe is de rechtbank van de woonplaats van de verweerder bevoegd, maar voor de gespecialiseerde rechtbanken gelden er uitzonderingen.

Zo is doorgaans de arbeidsrechtbank van de plaats waar de arbeid wordt verricht, bevoegd en niet de arbeidsrechtbank van de woonplaats van een van de partijen. Evenzo moet een geschil over een huurovereenkomst worden voorgelegd aan de rechtbank van de plaats waar de verhuurde woning is gelegen.

De administratieve rechtbank en de Arbitrageraad voor Sociale Zekerheid zijn echter voor het gehele grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg bevoegd.

  • Uitzonderingen op de basisregel

Aangezien de bevoegdheden van de gespecialiseerde rechtbanken toegewezen bevoegdheden zijn, kunnen de partijen in principe niet kiezen voor een andere rechtbank dan de door de wet aangewezen rechtbank.

Omdat het meestal gaat om bevoegdheden die de openbare orde raken (bv. op het gebied van het arbeidsrecht), moet de rechter zich ambtshalve onbevoegd verklaren, zelfs als de partijen geen exceptie van onbevoegdheid hebben opgeworpen. Zoals hierboven uitgelegd, wordt bij de vrederechter een uitzondering op dit beginsel gemaakt wanneer het bedrag van de vordering hoger is dan waarvoor deze rechter bevoegdheid is, en er uitdrukkelijke of stilzwijgende overeenstemming tussen de partijen bestaat. In dat geval kan de vrederechter zichzelf niet onbevoegd verklaren.

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.legilux.lu/

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://justice.public.lu/fr.html

Documenten

Organisatie van justitiePDF(147 Kb)fr

Laatste update: 22/10/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Hongarije

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Krachtens de wet op de rechterlijke organisatie kent Hongarije maar één gespecialiseerde rechtbank: de administratieve en arbeidsrechtbank, die administratieve en arbeidszaken behandelt. Alle andere zaken worden behandeld door gewone gerechten.

Tenzij bij wet anders is bepaald, wordt een administratief geschil beslecht in een administratieve rechtszaak. Een administratief geschil heeft betrekking op de wettigheid van een handeling of nalaten van een administratieve instantie met als doel of gevolg een verandering van de wettelijke situatie van een entiteit die onder de administratieve wetgeving valt of daardoor wordt beïnvloed. Geschillen in verband met betrekkingen omtrent publieke diensten en met administratieve overeenkomsten zijn ook administratieve geschillen.

Een administratieve zaak wordt in eerste aanleg beslecht door een administratieve en arbeidsrechtbank of, in de gevallen die in de wet zijn genoemd, een provinciale rechtbank (törvényszék) of de Kúria van Hongarije.

De bevoegdheid van de administratieve en arbeidsrechtbanken omvat administratieve rechtszaken en andere administratieve gerechtelijke procedures waarbij de bevoegdheid niet bij wet aan provinciale rechtbanken of de Kúria van Hongarije is toegedeeld.

Tenzij bij wet anders is bepaald, zijn provinciale rechtbanken bevoegd in zaken in verband met de administratieve activiteiten van onafhankelijke regelgevingsinstanties, autonome bestuursorganen van de staat en overheidsinstanties onder de Wet op de centrale bestuursorganen van de staat, de spoorwegdienst, de luchtvaartautoriteit en de Hongaarse Nationale Bank, met uitzondering van zaken in verband met betrekkingen omtrent publieke diensten.

De provinciale rechtbanken beslissen in procedures voor de aanwijzing van administratieve instanties, in gerechtelijke procedures in verband met de uitoefening van het recht op vergadering, in zaken in verband met toegang tot vertrouwelijke gegevens en in juridische geschillen met betrekking tot wettelijke beroepsorganen.

De Kúria van Hongarije is bevoegd in procedures ter beoordeling van conflicten tussen een lokale verordening en andere wetgeving, over procedures met betrekking tot niet-naleving van de verplichting van een lokale overheid om wetgeving vast te stellen, en over procedures ter vaststelling van procedurele middelen voor de afhandeling van een constitutionele klacht.

Arbeidsrechtzaken zijn zaken die voortkomen uit op grond van de Wet op het Arbeidswetboek vastgestelde rechtsbetrekkingen, werkgelegenheid in de overheidssector, dienstrelaties, tenzij bij wet anders is bepaald, deelname aan arbeidsvoorzieningsregelingen, op grond van de Sportwet gesloten arbeidsovereenkomsten, binnen beroepsonderwijs gesloten leerlingovereenkomsten, op grond van de Wet op het nationaal hoger onderwijs gesloten stageovereenkomsten, door de leden van sociale of arbeidscoöperaties gecreëerde arbeidsrelaties met deze coöperaties, en zaken voor de uitvoering van overige vorderingen op grond van de arbeidswetgeving, zoals beschreven in de Wet op het Arbeidswetboek. Een arbeidsrechtzaak blijft een arbeidsrechtzaak, zelfs als de persoon van een partij verandert vanwege toewijzing, overname van schuld, opvolging van werkgever of een verandering in de persoon van de werkgever. Als een werknemer een geldvordering heeft op een insolvente werkgever, voortkomend uit een vordering op grond van het arbeidsrecht en in verband met de middelen die deel uitmaken van de insolvente boedel, en deze wordt betwist door de curator, kan de werknemer na het begin van de insolventieprocedure een arbeidsrechtzaak beginnen tegen de werkgever.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Krachtens de Wet op de rechterlijke organisatie worden zaken in eerste aanleg berecht door districtsrechtbanken (járásbíróság) en provinciale rechtbanken. In eerste aanleg spreken de provinciale rechtbanken recht in zaken waar de bevoegdheid niet bij wet aan districtsrechtbanken is toegedeeld. Districtsrechtbanken hebben bevoegdheid over:

a) zaken in verband met eigendomsrechten waarin de waarde van het vermogen niet hoger is dan 30 miljoen HUF of het niet mogelijk is de waarde van de vordering te bepalen op basis van een vermogensrecht, met uitzondering van:

aa) zaken in verband met auteursrecht, naburige rechten en industriële-eigendomsrechten;

ab) zaken ter betaling van de schade in verband met de uitoefening van het openbaar gezag, en van restituties;

ac) zaken die zijn aangespannen op grond van het algemeen belang;

ad) zaken in verband met de oprichting en het rechtmatig handelen van een rechtspersoon;

ae) geschillen tussen rechtspersonen en hun huidige of voormalige leden, en geschillen tussen huidige of voormalige leden, die voortkomen uit hun lidmaatschapsrelaties;

b) zaken in verband met persoonlijke status;

c) tenuitvoerleggingszaken.

Provinciale rechtbanken spreken niet alleen recht in eerste aanleg, maar ook in tweede, namelijk met betrekking tot het beroep tegen beslissingen van districts- en administratieve en arbeidsrechtbanken.

Provinciale hoven van beroep (ítélőtábla) beslissen over rechtsmiddelen tegen uitspraken van provinciale rechtbanken en behandelen andere zaken die binnen hun bevoegdheid vallen.

De Kúria is het hooggerechtshof van Hongarije. In de in de wet genoemde gevallen beslist de Kúria over rechtsmiddelen tegen uitspraken van provinciale rechtbanken en hoven van beroep, over verzoeken tot herziening, alsook over conflicten tussen lokale verordeningen en andere wetgeving, en herroept zij deze verordeningen in voorkomend geval. Ook stelt de Kúria vast of lokale overheden hebben verzuimd hun wettelijke verplichting om wetgeving vast te stellen, na te komen, en behandelt zij andere zaken die onder haar bevoegdheid vallen.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

De rechtbank van het rechtsgebied waarin de woonplaats van de verweerder zich bevindt, is bevoegd in alle zaken waarin geen andere rechtbank exclusief bevoegd is.

Indien de verweerder geen woonplaats in Hongarije heeft, is de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen hij in Hongarije verblijft, bevoegd. Indien de verblijfplaats van de verweerder onbekend is of de verweerder in het buitenland verblijft, is de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen hij zijn laatst bekende woonplaats in Hongarije had, bevoegd. Als niet kan worden vastgesteld wat de laatste woonplaats van de verweerder in Hongarije was, of als de verweerder geen woonplaats in Hongarije had, wordt de rechterlijke bevoegdheid bepaald op basis van de woonplaats van de eiser in Hongarije of, bij gebreke daarvan, de verblijfplaats van de eiser in Hongarije. Als de eiser geen natuurlijke persoon is, wordt de rechterlijke bevoegdheid bepaald aan de hand van de locatie van zijn hoofdvestiging in Hongarije.

Wanneer de arbeids- en woonplaats van de verweerder niet dezelfde zijn, verwijst de rechtbank de zaak op diens verzoek, dat uiterlijk als onderdeel van zijn of haar verweerschrift moet worden gedaan, ter behandeling en beslissing naar de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de arbeidsplaats zich bevindt.

In rechtszaken tegen personen die geen natuurlijke personen zijn, is de algemene bevoegdheid niet alleen afhankelijk van de locatie van de hoofdvestiging van de betreffende persoon, maar ook van de vestigingsplaats van het orgaan dat of de organisatorische eenheid die bevoegd is de persoon te vertegenwoordigen en te handelen in het juridische geschil. Bij twijfel moet de plaats waar de werkzaamheden worden verricht, worden beschouwd als de hoofdvestiging. Wanneer de hoofdvestiging van een niet-natuurlijke persoon zich in Boedapest bevindt, maar zijn werkzaamheden zich uitstrekken tot het grondgebied van het kanton Pest, wordt de zaak behandeld door de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen dat kanton ligt.

Wanneer een niet-natuurlijke persoon geen hoofdvestiging in Hongarije heeft, wordt de bevoegdheid voor zaken die door een Hongaarse eiser aanhangig worden gemaakt, bepaald aan de hand van de locatie van de hoofdvestiging of de vestigingsplaats van de eiser. Wanneer de eiser een Hongaarse natuurlijke persoon is, wordt de rechterlijke bevoegdheid bepaald op basis van de woonplaats van de eiser of, bij gebreke daarvan, de verblijfplaats van de eiser.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Bij gebrek aan een rechtbank met exclusieve bevoegdheid kan de eiser ervoor kiezen een zaak voor een andere rechtbank te brengen dan de rechtbank met algemene bevoegdheid ten aanzien van de verweerder. Meer bepaald kan een zaak voor het opleggen van een door de wet voorgeschreven onderhoudsplicht voor de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de woonplaats van de eiser zich bevindt, worden gebracht. Een zaak in verband met de eigendom of het bezit van onroerende zaken, of met een zakelijk recht op onroerende zaken, kan voor de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de onroerende zaken zich bevinden, worden gebracht. Een zaak voor de uitvoering van een contractuele vordering kan voor de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de transactie plaatsvond of waarbinnen de dienst moet worden geleverd, worden gebracht. Een zaak voor de uitvoering van een contractuele vordering van een consument tegen een onderneming kan voor de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de woonplaats of, bij gebreke daarvan, de verblijfplaats van de eiser in Hongarije zich bevindt, worden gebracht. Een zaak in verband met niet-contractuele aansprakelijkheid kan voor de rechtbank worden gebracht van het rechtsgebied waarbinnen de geografische locatie waar de schade is veroorzaakt of heeft plaatsgevonden, zich bevindt.

Als er bij een eigendomsgeschil geen rechtbank met exclusieve bevoegdheid is, ligt de rechterlijke bevoegdheid ook bij de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de verweerder gedurende een naar verwachting lange periode zal verblijven (bv. als werknemer of student). Deze bevoegdheidsregel kan niet worden toegepast in het geval van verweerders die geen procesbevoegdheid hebben.

Een vermogensrechtelijke vordering tegen een buitenlandse niet-natuurlijke persoon kan ook worden ingesteld bij de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de woonplaats van de persoon aan wie het beheer van de zaken van de buitenlandse niet-natuurlijke persoon is toevertrouwd, zich bevindt. De rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de hoofdvestiging van de Hongaarse tak of de handelsvertegenwoordiging van de buitenlandse niet-natuurlijke persoon zich bevindt, is ook bevoegd in dergelijke eigendomsgeschillen.

Een gezamenlijke vordering tegen een hoofd- en nevenschuldenaar kan ook worden ingesteld bij de rechtbank die op wat voor grond dan ook bevoegd is ter zake van een vordering tegen de hoofdschuldenaar.

De rechterlijke bevoegdheid voor zaken in verband met onbekwaamverklaring ligt ook bij de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de verweerder lange tijd in een sociale instelling woonachtig is of zorg ontvangt, of waarbinnen de verweerder gewoonlijk verblijft.

Bij huwelijkszaken ligt de rechterlijke bevoegdheid bij de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de laatste gezamenlijke gewone verblijfplaats de echtgenoten zich bevond.

Zaken in verband met de vaststelling van ouderschap, de uitoefening van het ouderlijk gezag, de plaatsing van een kind bij een derde, de beëindiging van het ouderlijk gezag, de beëindiging van adoptie of het onderhoud van een minderjarig kind kunnen ook worden ingesteld bij de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de woon- of verblijfplaats van het betrokken minderjarige kind zich bevindt.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Wanneer de wet bepaalt dat een specifieke rechtbank exclusieve bevoegdheid heeft. Dit geldt bijvoorbeeld in onderstaande gevallen.

Tenzij bij wet, een bindende rechtshandeling van de Europese Unie of een internationaal verdrag anders is bepaald, is de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de woonplaats van de verweerder in Hongarije zich bevindt, exclusief bevoegd in door een onderneming ingestelde zaken tegen een consument voor de tenuitvoeringleggig van een vordering die voortkomt uit een contractuele relatie. Indien de verweerder geen woonplaats in Hongarije heeft, is de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen hij in Hongarije verblijft, exclusief bevoegd. Indien de verblijfplaats van de verweerder onbekend is of de verweerder in het buitenland verblijft, is zijn of haar laatst bekende woonplaats in Hongarije het referentiecriterium. Als deze plaats niet kan worden vastgesteld, moet de rechterlijke bevoegdheid worden bepaald aan de hand van de algemene regels.

Wanneer een gewonde persoon, op grond van een wettelijke bepaling in verband met aansprakelijkheidsverzekeringen, ook schadeloosstelling of restitutie kan eisen van een derde anders dan degene die de schade heeft veroorzaakt, valt de vordering tegen deze derde binnen de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de woonplaats van de eiser in Hongarije zich bevindt, tenzij bij wet, een bindende rechtshandeling van de Europese Unie of een internationaal verdrag anders is bepaald. Indien de eiser geen woonplaats in Hongarije heeft, is de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen hij in Hongarije verblijft, exclusief bevoegd. Als de eiser geen natuurlijke persoon is, wordt de rechtbank met exclusieve bevoegdheid bepaald aan de hand van de locatie van zijn hoofdvestiging in Hongarije. Indien de eiser geen woonplaats, verblijfplaats of hoofdvestiging in Hongarije heeft, moet de rechterlijke bevoegdheid worden bepaald aan de hand van de algemene regels.

Een vordering voor de beëindiging of beperking van een executie valt onder de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank die de executie heeft gelast. Wanneer de executie niet door een districtsrechtbank is gelast, ligt de rechterlijke bevoegdheid bij de districtsrechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de schuldenaar woont.

Een “replevin”-vordering (voor de vrijgave van onterecht in beslag genomen eigendom) valt binnen de exclusieve bevoegdheid van de districtsrechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de inbeslagname plaatsvond.

Een zaak in verband met toestemming om deel te nemen aan een executieprocedure valt binnen de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank die het verzoek van de pandhouder heeft afgewezen tijdens de gerechtelijke executieprocedure.

Een zaak tot wijziging van de beslissing van een lokale overheidsfunctionaris over een bezitskwestie valt onder de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen het de lokale overheidsfunctionaris die de bezitsbeslissing heeft genomen, is gevestigd.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Bij vermogensrechtelijke kwesties kunnen partijen zelf een rechtbank aanwijzen, tenzij bij wet anders is bepaald. Het aanwijzen van een rechtbank voor het beslechten van eventuele toekomstige geschillen die voortkomen uit een rechtsbetrekking, kan ook vooraf gebeuren. Een forumkeuzeovereenkomst kan schriftelijk of mondeling met een schriftelijke bevestiging worden gesloten, op een wijze die overeenstemt met de handelspraktijken van de partijen of, in de internationale handel, op een wijze die overeenstemt met gebruikelijke handelspraktijken die bekend zijn of behoren te zijn bij de partijen en die in de betreffende sector algemeen bekend zijn en regelmatig worden gebruikt door partijen die dergelijke overeenkomsten aangaan.

In zaken waarbij de exclusieve bevoegdheid van een bepaalde rechtbank bij wet is geregeld, kan deze niet aan een andere rechtbank worden toegewezen. Tenzij bij wet anders is bepaald of door de partijen anders is overeengekomen, is de gekozen rechtbank exclusief bevoegd. Een forumkeuzeovereenkomst geldt ook voor rechtsopvolgers. De keuze voor een bepaalde rechtbank mag consumenten niet beletten een contractuele vordering tegen een onderneming ten uitvoer te leggen bij de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de woonplaats van de consument in Hongarije of, bij gebreke daarvan, de verblijfplaats van de consument in Hongarije zich bevindt.

Voor vermogensrechtelijke kwesties mogen de partijen de rechterlijke bevoegdheid voor hun (toekomstige) rechtsgeschillen die voortkomen uit een bepaalde rechtsbetrekking tussen de partijen, in zaken waarin provinciale rechtbanken bevoegd zijn, niet toewijzen aan de hoofdstedelijke rechtbank van Boedapest of de rechtbank voor de regio Boedapest, en voor die welke vallen onder de bevoegdheid van districtsrechtbanken, niet aan de centrale districtsrechtbank te Pest.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

De administratieve en arbeidsrechtbanken zijn de enige gespecialiseerde rechtbanken in Hongarije.

Arbeidsrechtzaken vallen in beginsel onder de in punt 2.2.1 beschreven algemene bevoegdheidsregels. Wanneer een werknemer een zaak begint, mag hij kiezen tussen de rechtbank met bevoegdheid over de verweerder, de administratieve en arbeidsrechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de eigen woonplaats of, bij gebreke daarvan, de verblijfplaats van de werknemer in Hongarije zich bevindt, en de administratieve en arbeidsrechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de werknemer werkzaam is geweest of al lange tijd werkzaam is. Als een vordering of een betrokkene bij een geschil binnen het rechtsgebied valt van een rechtbank met bevoegdheid in arbeidsrechtzaken, maar een andere vordering of betrokkene valt binnen het rechtsgebied van een districts- of provinciale rechtbank, dan valt de zaak binnen de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank, mits de voeging van partijen of van vorderingen bij wet is toegestaan.

Administratieve zaken moeten voor de rechtbank worden gebracht van het rechtsgebied waarbinnen de administratieve activiteit waarop het geschil betrekking heeft, is uitgevoerd, tenzij bij wet is bepaald dat een andere rechtbank exclusief bevoegd is. Als de administratieve handeling waarop het geschil betrekking heeft, in een procedure van meer dan één aanleg is uitgevoerd, valt de zaak binnen de territoriale bevoegdheid van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de administratieve handeling in eerste aanleg is uitgevoerd.

Bij rechten, verplichtingen en rechtsbetrekkingen in verband met onroerende zaken is de plaats waar de administratieve activiteit is uitgevoerd, de plaats waar de onroerende zaken zich bevinden. In geval van kennisgeving van of een vergunning voor een activiteit is het de plaats waar de activiteit wordt of zal worden uitgevoerd. Behalve in de twee genoemde gevallen is de plaats waar de administratieve activiteit van een provinciale overheidsinstantie met nationale bevoegdheid wordt uitgevoerd, de woon- of verblijfplaats van de eiser of, voor rechtspersonen en entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid, de hoofdvestiging van de entiteit of, bij gebreke daarvan, de hoofdvestiging van de overheidsinstantie. Het kanton Pest is de plaats van uitvoering van de administratieve activiteiten die worden uitgevoerd op de hoofdvestiging van een overheidsinstantie met haar hoofdvestiging in Boedapest of met voornamelijk (een deel van) het kanton Pest als rechtsgebied. In geval van nalatigheid is de plaats van uitvoering van de administratieve activiteit de hoofdvestiging van de overheidsinstantie, met uitzondering van de eerste drie bovengenoemde gevallen.

Sommige administratieve en arbeidsrechtbanken hebben territoriale bevoegdheid voor een bepaalde regio. Dat geldt voor de hoofdstedelijke administratieve en arbeidsrechtbank van Boedapest, de administratieve en arbeidsrechtbank voor de regio Boedapest, de administratieve en arbeidsrechtbank te Debrecen, de administratieve en arbeidsrechtbank te Győr, de administratieve en arbeidsrechtbank te Miskolc, de administratieve en arbeidsrechtbank te Pécs, de administratieve en arbeidsrechtbank te Szeged en de administratieve en arbeidsrechtbank te Veszprém.

De rechterlijke bevoegdheid bij zaken in verband met sociale zekerheid, sociale en kinderbescherming, en uitkeringen of steun van het nationale arbeidsbureau ligt bij de administratieve en arbeidsrechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de eiser woont of, als de eiser een rechtspersoon of een entiteit zonder rechtspersoonlijkheid is, waarbinnen de hoofdvestiging van de eiser zich bevindt of, bij gebreke daarvan, de hoofdvestiging van het overheidsorgaan.

Zaken in verband met administratieve overeenkomsten moeten voor de provinciale rechtbank worden gebracht van het rechtsgebied waarbinnen de overeenkomst is gesloten. De rechtbank die op welke grond dan ook bevoegd is over de hoofdschuldenaar, is bevoegd over de vordering tegen de nevenschuldenaar.

Als de administratieve activiteit in het buitenland is verricht, valt de zaak onder de exclusieve bevoegdheid van de hoofdstedelijke administratieve en arbeidsrechtbank van Boedapest.

Tenzij bij wet anders is bepaald, mogen de partijen bij een administratieve overeenkomst een afzonderlijk onderhandelde forumkeuzeclausule vaststellen waarin zij de rechterlijke bevoegdheid over eventuele toekomstige geschillen tussen hen in verband met de administratieve overeenkomst toewijzen aan een administratieve en arbeidsrechtbank met territoriale bevoegdheid voor een bepaalde regio. Tenzij bij wet anders is bepaald of door de partijen anders is overeengekomen, is de gekozen rechtbank exclusief bevoegd in alle zaken in verband met de administratieve overeenkomst. De forumkeuzeovereenkomst geldt ook voor rechtsopvolgers.

In zaken waarbij de exclusieve bevoegdheid van een bepaalde rechtbank bij wet is geregeld, kan deze niet aan een andere rechtbank worden toegewezen.

De partijen mogen de bevoegdheid voor hun toekomstige geschillen die voortkomen uit de administratieve overeenkomst, niet toewijzen aan de hoofdstedelijke administratieve en arbeidsrechtbank van Boedapest.

Zaken in verband met betrekkingen omtrent publieke diensten moeten voor de rechtbank met territoriale bevoegdheid voor de plaats waar het werk is verricht, worden gebracht. Als de eiser een natuurlijke persoon is, kan de zaak ook voor de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de woonplaats van de eiser zich bevindt, worden gebracht.

De hoofdstedelijke rechtbank van Boedapest is exclusief bevoegd voor beroepen tegen de beslissingen van administratieve en arbeidsrechtbanken en in zaken die onder de bevoegdheid van provinciale rechtbanken vallen.

Laatste update: 15/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Malta

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

De keuze van de rechtbank of de gerechtelijke instantie hangt af van de aard van uw zaak. Verreweg de meeste civiele en commerciële zaken vallen onder de bevoegdheid van de gewone civiele rechtbanken, daar er geen rechtbank van koophandel is. Er zijn enkele gespecialiseerde gerechtelijke instanties, zoals:

de arbeidsrechtbank (Industrial Tribunal, Tribunal Industrijali) – deze behandelt zaken met betrekking tot ongerechtvaardigd ontslag en discriminerende behandeling of onrechtmatige behandeling op de werkplek;

de commissie huurregelgeving (Rent Regulation Board, Bord tal-Kera) – deze behandelt zaken met betrekking tot wijzigingen van leasevoorwaarden, zoals leaseverhogingen en de beëindiging van leaseovereenkomsten. Deze zaken moeten verband houden met een voor 1 juni 1995 gesloten leaseovereenkomst;

de geschillencommissie landeigendom (Land Arbitration Board, Bord tal-Arbitraġġ dwar Artijiet) – deze behandelt zaken betreffende de classificatie van onteigende terreinen en het bedrag van de aan eigenaars ervan verschuldigde vergoeding.

Al deze gerechtelijke instanties houden hun zittingen in Valletta, in hetzelfde gebouw als de gewone rechtbanken.

Zie eveneens het antwoord op vraag 4 in het onderdeel “Aanhangigmaking van zaken bij de rechter”.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

U doet er goed aan hoofdstuk 12 van de Wetten van Malta, het wetboek van organisatie en burgerlijke rechtsvordering, te raadplegen om te weten te komen aan welke rechtbank u uw zaak moet voorleggen.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Ja, er wordt een verschil gemaakt tussen hogere en lagere rechtbanken. Het verschil is dat lagere rechtbanken bevoegd zijn voor de behandeling van en het nemen van beslissingen over zaken van zuiver civielrechtelijke aard met betrekking tot vorderingen tot een bedrag van ten hoogste 15 000 euro. De hogere rechtbanken zijn daarentegen bevoegd voor de behandeling van en het nemen van beslissingen over zaken van zuiver civielrechtelijke aard met betrekking tot vorderingen boven het bedrag van 15 000 euro en alle zaken (ongeacht de waarde van de vordering) over onroerende zaken of op onroerende zaken berustende erfdienstbaarheden, lasten of rechten, met inbegrip van vorderingen met betrekking tot in stads- of plattelandsgebieden gelegen onroerende zaken die verhuurd of bewoond worden door personen die binnen de grenzen van de jurisdictie van die rechtbank woonachtig zijn of hun gewone verblijfplaats hebben. Zie eveneens het antwoord op vraag 4 in het onderdeel "Aanhangigmaking van zaken bij de rechter".

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

De basisgrond voor de territoriale bevoegdheid is de verblijfplaats van verweerder. De rechterlijke bevoegdheid is in Malta verdeeld over Malta en Gozo. Er zijn geen rechtbanken die specifiek bevoegd zijn voor bepaalde steden. Personen die in Malta woonachtig zijn of daar hun verblijfplaats hebben moeten hun zaak voorleggen aan een rechtbank in Malta. Omgekeerd moeten personen die op het eiland Gozo woonachtig zijn of daar hun verblijfplaats hebben hun zaak voorbrengen in Gozo.

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Zie het antwoord op vraag 2.2.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

Een uitzondering op deze basisregel wordt gemaakt wanneer een verbintenis moet worden nagekomen op een bepaald eiland. Als bijvoorbeeld de verweerder woonachtig is op Gozo, maar een verbintenis moet nakomen op Malta, zijn de Maltese rechtbanken bevoegd en moeten alle zaken worden voorgelegd aan de Maltese rechtbanken, niettegenstaande het feit dat de verweerder op Gozo woont.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

De bepalingen van het Maltese recht inzake territoriale bevoegdheid bieden partijen niet de mogelijkheid van forumkeuze.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Dit moet worden gedaan wanneer de verbintenis moet worden nagekomen op een bepaald eiland.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Er zijn geen wettelijke bepalingen voor dit vraagstuk. Volgens het Maltese recht kunnen partijen geen rechterlijke bevoegdheid toekennen aan een rechtbank die anders niet bevoegd zou zijn, zelfs niet indien zij hiertoe een overeenkomst sluiten. De onbevoegdheid van een rechtbank is een vraagstuk dat door de rechtbank zelf moet worden opgeworpen, daar het hierbij een kwestie van/voorschrift inzake openbare orde betreft.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

De website De link wordt in een nieuw venster geopend.https://judiciary.mt/il-qrati/ geeft enige informatie over de rechtbank waaraan u uw zaak moet voorleggen. U kunt ook website De link wordt in een nieuw venster geopend.https://legislation.mt/ bezoeken en daar Maltese wetgeving bekijken om te zien waar u uw zaak moet voorbrengen. U moet advies inwinnen bij de advocaat of procureur die de stukken ondertekent. De rechterlijke bevoegdheid en de bevoegdheid van de gespecialiseerde gerechtelijke instanties worden uitgelegd in de wetgeving tot oprichting van deze instanties.

Links relatati

http://www.justice.gov.mt De link wordt in een nieuw venster geopend.Engels

Laatste update: 28/11/2019

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Nederland

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Het Nederlandse burgerlijke procesrecht kent geen bijzondere rechtbanken, zoals een rechtbank van koophandel of een arbeidsrechtbank. De rechtbank is in beginsel in alle civielrechtelijke zaken bevoegd.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

De rechtbanken nemen in eerste aanleg kennis van alle burgerlijke zaken, met uitzondering van door de wet bepaalde gevallen. De civiele rechter behandelt zaken tussen twee partijen (natuurlijke personen of rechtspersonen). De civiele rechter is niet bevoegd in geschillen waarvoor de bestuursrechter als bevoegd is aangewezen. Het gaat hier om geschillen tegen het bestuur (de overheid).  Het Nederlandse rechtsstelsel heeft op het gebied van privaatrecht drie soorten gerechten: rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad Nederlanden.

Sinds 1 april 2013 zijn de werkgebieden voor de gerechten verdeeld in tien arrondissementen: elf rechtbanken en vier ressorten. Daarnaast zijn er vier gerechtshoven en er is één Hoge Raad der Nederlanden.

Binnen de gerechten zijn organisatorische eenheden ingesteld. Deze eenheden worden “sectoren’ genoemd. Bij de rechtbanken zijn dit de sectoren kanton, bestuursrecht, civielrecht en strafrecht. De rechtbank heeft enkelvoudige en meervoudige kamers. Een enkelvoudige kamer bestaat uit één rechter, een meervoudige kamer bestaat uit drie rechters. Uitgangspunt is dat kantongerechtzaken, ongecompliceerde zaken en zaken die spoed vereisen door een enkelvoudige kamer worden behandeld. Ook veel familiezaken worden enkelvoudig behandeld. Een voorbeeld van een enkelvoudige kamer is de kinderrechter voor bepaalde kinderzaken. Zaken die juridisch gecompliceerd liggen worden door een meervoudige kamer behandeld.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Een rechtszaak begint doorgaans bij de rechtbank. Er bestaan vier soorten rechtbanken:

  • Civiel recht (burgers onderling)
  • Bestuursrecht (burger versus overheid)
  • Strafrecht (bij overtredingen en misdrijven)
  • Sector kanton

Hogerberoepinstanties

Wie het niet eens is met een uitspraak van de rechtbank, kan in hoger beroep. Strafzaken en civiele zaken komen terecht bij een van de vier gerechtshoven. Bij bestuurszaken kan het hoger beroep afhankelijk van het onderwerp terechtkomen bij:

  • Gerechtshoven
  • Centrale Raad van Beroep
  • College van Beroep voor het Bedrijfsleven
  • Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak)

Hoge Raad

De Hoge Raad der Nederlanden is de hoogste rechtsprekende instantie in Nederland op het gebied van civiel recht, strafrecht en belastingrecht. De Hoge Raad kan uitspraken van met name gerechtshoven vernietigen (dit heet cassatie). Verder is de Hoge Raad belast met toezicht op de rechtseenheid en rechtsontwikkeling van het Nederlandse recht.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

In Nederland kennen we de arrondissementsrechtbanken voor de 1e aanleg. Beroep tegen de beslissing van de rechter in eerste aanleg is mogelijk bij het Gerechtshof. Daarnaast is de zogenaamde ‘relatieve bevoegdheid’ van belang. Dat wil zeggen de vraag welke van de tien rechtbanken bevoegd is: bijvoorbeeld de rechtbank te Amsterdam of de rechtbank te Leeuwarden. Het gaat dus om de geografische bevoegdheid van de rechtbank waar uw zaak behandeld wordt.

Voor de internationale zaken, dus zaken met een grensoverschrijdend karakter, geldt dat als eenmaal de bevoegdheid (de rechtsmacht) van de Nederlandse rechter is vastgesteld, vervolgens de relatieve bevoegdheid door het Nederlandse recht wordt bepaald.  Tenzij de regel op grond waarvan de internationale bevoegdheid is vastgesteld ook de relatief bevoegde rechter aanwijst zoals in het gesteld in artikel 5 lid 1 of lid 3 Brussel I te zien is (Verordening nr. 44/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

In dagvaardingsprocedures in eerste aanleg geldt als hoofdregel (artikel 99 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) dat, de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is. Wanneer geen woonplaats in Nederland bekend is, is de rechter van het werkelijk verblijf (in Nederland) bevoegd.

De zittingsplaats binnen een arrondissement waar een kantonzaak behandeld moet worden, kan men bepalen aan de hand van de bijlage bij het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen van 10 december 2001(De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.overheid.nl).

De regels voor de relatieve bevoegdheid van de rechtbanken zijn van overeenkomstige toepassing.

In verzoekschriftprocedures in eerste aanleg geldt als hoofdregel (artikel 262 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) dat bevoegd is de rechter van de woonplaats van de verzoeker (of van één van de verzoekers of van één van de in het verzoekschrift genoemde belanghebbenden. Wanneer geen woonplaats in Nederland bekend is, is de rechter van het werkelijk verblijf (in Nederland) bevoegd. Wanneer het verzoekschrift samenhangt met een bij dagvaarding ingeleid geding, is de rechter die van de dagvaardingsprocedure kennis neemt, ook bevoegd.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

De regels hieronder in 2.2.2.1, 2.2.2.2 en 2.2.2.3 hebben voornamelijk betrekking op dagvaardingsprocedures.

In verzoekschriftprocedures, waar in het algemeen de rechtbank van de verzoeker bevoegd is, geldt voor verzoeken tot wijziging van alimentatie afwijkende regels.

Een verzoek tot wijziging van partneralimentatie dient door de eiser te worden gedaan bij de rechter van de woonplaats van de alimentatieplichtige. Als de alimentatieplichtige het verzoek tot wijziging wil doen dan dient deze zich te wenden tot de rechtbank van de woonplaats van de alimentatiegerechtigde.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Het Nederlandse procesrecht kent in dagvaardingsprocedures een aantal bepalingen waarin een bevoegde rechter wordt aangewezen, die naast de door de hoofdregel als bevoegde rechter aangewezen rechter (rechter van de woonplaats of werkelijk verblijf van de gedaagde) bevoegd is. Er is dan sprake van een alternatieve bevoegdheid. De eiser heeft een keuzemogelijkheid tussen de hoofdregel en de alternatieve regel. Dit wordt uitgedrukt door het gebruik van het woord “mede’.

In dagvaardingszaken zijn de volgende regelingen van belang:

  • Arbeidszaken/agentuurzaken

In arbeidszaken/agentuurzaken (artikel 100 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) is mede bevoegd de rechter van de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht.

  • Consumentenzaken

In consumentenzaken (artikel 101 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) is mede bevoegd de rechter van de woonplaats, of bij gebreke daarvan van het werkelijk verblijf van de consument.

  • Onrechtmatige daad

In zaken betreffende verbintenissen uit onrechtmatige daad (artikel 102 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) is mede bevoegd de rechter van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan.

  • Onroerend goed

In zaken betreffende onroerende zaken (artikel 103 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) is mede bevoegd de rechter binnen wiens rechtsgebied de zaak of het grootste deel daarvan is gelegen. In zaken betreffende huur van woonruimte of huur van bedrijfsruimte is sprake van een exclusieve bevoegdheid van de kantonrechter binnen wiens rechtsgebied het gehuurde of het grootste deel daarvan is gelegen.

  • Nalatenschappen

In zaken betreffende nalatenschappen (artikel 104 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) is mede bevoegd de rechter van de laatste woonplaats van de erflater.

  • Rechtspersonen

In zaken betreffende rechtspersonen (bijvoorbeeld zaken betreffende de ontbinding van rechtspersonen, de nietigheid of geldigheid van besluiten van rechtspersonen, de rechten en plichten van leden of vennoten) is mede bevoegd de rechter van de woonplaats of de plaats van vestiging van de rechtspersoon of vennootschap.

  • Faillissement, surséance en schuldsanering

In zaken betreffende de toepassing van de wettelijke bepalingen inzake faillissement, surséance van betaling en schuldsanering natuurlijke personen is mede bevoegd de rechter waarvan de rechter–commissaris deel uitmaakt, dan wel indien geen rechter-commissaris is benoemd de rechtbank die de surséance heeft uitgesproken (artikel 106 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). De Faillissementswet bevat ook bijzondere bevoegdheidsregels en deze hebben voorrang boven de bevoegdheidsregels op basis van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • Forumkeuze

Partijen wijzen soms in hun overeenkomst een andere rechter aan dan de rechter die volgens de wettelijke regeling bevoegd is (artikel 108 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Op deze keuzevrijheid bestaan uitzonderingen (artikel 108 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering), met betrekking tot consumentenzaken, huurzaken en arbeidsovereenkomsten. De rechter toetst in dergelijke zaken of er sprake is van een geldig forumkeuzebeding (artikel 110 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

  • Woonplaats van de eiser

Indien aan de hand van de hiervoor besproken bepalingen inzake de relatieve competentie geen bevoegde rechter in Nederland kan worden aangewezen, dan wordt ingevolge artikel 109 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, bepaald dat de rechter van de woonplaats van de eiser bij wijze van uitzondering bevoegd kan zijn. Dit kan zich voordoen als een werknemer de buitenlandse werkgever voor de rechter in Nederland wil dagvaarden, terwijl de arbeid zich niet tot een bepaalde plaats beperkt maar overal in het land wordt verricht. Indien ook niet langs deze weg een bevoegde rechter gevonden kan worden, dan wordt de zaak aan de rechtbank Den Haag voorgelegd.

Verder kan het volgende worden opgemerkt ten aanzien van de echtscheiding:

De relatieve bevoegdheid van de echtscheidingsrechter wordt geregeld in artikel 262 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.  Hoofdregel is: bevoegd is de rechter van de woonplaats van de verzoeker (of van één van de verzoekers of van één van de in het verzoekschrift genoemde belanghebbenden), en wanneer deze geen bekende woonplaats in Nederland heeft, de rechter van het werkelijk verblijf (in Nederland).

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Het Nederlands procesrecht kent enkele bijzondere regels inzake de relatieve bevoegdheid die van de hoofdregel afwijken. De bijzondere regel moet toegepast worden. In onderstaande bijzondere gevallen moet voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder worden gekozen.

  • Minderjarigen

In zaken betreffende minderjarigen is bevoegd de rechter van de woonplaats, of bij gebreke van een woonplaats in Nederland, van het werkelijk verblijf van de minderjarige (artikel 265 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

Deze regel is geen alternatieve regel, maar een bijzondere regel die in de plaats komt van de hoofdregel. Niet de rechter van de woon- of verblijfplaats van de verzoeker is bevoegd (hoofdregel voor verzoekschriftprocedures), maar de rechter van de woonplaats, of bij gebreke van een woonplaats in Nederland, van het werkelijk verblijf van de minderjarige. Hierbij geldt nog dat indien deze regel niet tot een bevoegde rechter leidt, de rechtbank Den Haag bevoegd is.

  • Burgerlijke stand

In zaken betreffende aanvulling, inschrijving, doorhaling of wijziging van registers van de burgerlijke stand of van daarin in te schrijven akten of ingeschreven akten, is bevoegd de rechter binnen wiens rechtsgebied de akte is of moet worden ingeschreven (artikel 263 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). In dergelijke zaken, die betrekking hebben op krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag in te schrijven of ingeschreven akten, is bevoegd de rechter te Den Haag.

  • Huur van gebouwde onroerende zaken

In zaken betreffende de huur van gebouwde onroerende goederen of een gedeelte daarvan is bevoegd de rechter binnen wiens rechtsgebied het gehuurde is gelegen (artikel 264 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

  • Curatele, onderbewindstelling, mentorschap

In zaken betreffende curatele, onderbewindstelling ten behoeve van meerderjarigen en mentorschap is bevoegd de rechter van de woonplaats, of bij gebreke van een woonplaats in Nederland, van het werkelijk verblijf van degene wiens curatele onderscheidenlijk goederen of mentorschap het betreft (artikel 266 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

  • Afwezigheid, vermissing; vaststelling overlijden (artikel 267 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering)

In zaken betreffende nalatenschappen is bevoegd de rechter van de laatste woonplaats van de overledene (artikel 268, eerste lid, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

In zaken van afwezigheid of vermissing is bevoegd de rechter van de verlaten woonplaats van de afwezige of vermiste. Ten aanzien van de vaststelling van overlijden is de rechtbank te Den Haag bevoegd (artikel 269 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Artikel 269 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering fungeert aldus als vangnet.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Op grond van artikel 108 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan door partijen een schriftelijke forumkeuze worden uitgebracht. Een forumkeuze kan alleen ten aanzien van rechtsbetrekkingen die ter vrije bepaling van partijen staan. Dus in zaken waarin de openbare orde een rol speelt, is de forumkeuze niet mogelijk. Gedacht kan worden aan, bepaalde zaken van familierecht en in zaken van faillissement en surseance van betaling. In kantonzaken is de mogelijkheid van forumkeuze beperkt. Zo is forumkeuze niet mogelijk is bij vorderingen tot  € 25.000,-- (ongeacht de aard van de vordering).

De volgens een forumkeuze bevoegde rechter is in beginsel exclusief bevoegd. Partijen kunnen uitdrukkelijk overeenkomen dat geen sprake is van een exclusieve bevoegdheid.

In echtscheidingszaken (echtscheiding, scheiding van tafel en bed, ontbinding geregistreerd partnerschap, ontbinding huwelijk na scheiding van tafel en bed) geldt de bijzondere regel van artikel 270 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Krachtens dit artikel verwijst de relatief onbevoegde rechter de zaak in het algemeen door naar de relatief (wél) bevoegde rechter. Volgens het tweede lid van artikel 270 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gebeurt dit in scheidingszaken alleen wanneer de verweerder (de echtgenoot tegen wie geprocedeerd wordt) de bevoegdheid van de rechter betwist. Stilzwijgende forumkeuze is als dan mogelijk doordat alle opgeroepen belanghebbenden verschijnen en de onbevoegdheid niet inroepen, of ingeval de andere echtgenoot niet verschijnt.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Het Nederlandse procesrecht kent geen gespecialiseerde rechtbanken.

Laatste update: 09/02/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Oostenrijk

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

In civiele zaken zijn in eerste aanleg in het algemeen de districtsrechtbanken (Bezirksgerichte) en de regionale rechtbanken (Landesgerichte) bevoegd. Buiten Wenen behandelen de districtsrechtbanken en de regionale rechtbanken ook handelszaken. De regionale rechtbanken behandelen daarnaast ook zaken op het gebied van het arbeids- en socialezekerheidsrecht. Alleen Wenen kent een aparte districtsrechtbank voor handelszaken (Bezirksgericht für Handelssachen), een aparte handelsrechtbank (Handelsgericht) en een aparte rechtbank voor zaken op het gebied van het arbeids- en socialezekerheidsrecht (Arbeits- und Sozialgericht).

Voor informatie over de wijze waarop de absolute bevoegdheid van de districtsrechtbanken en de regionale rechtbanken en de rechtbanken die handelszaken en arbeids- en socialezekerheidszaken behandelen, is afgebakend, wordt verwezen naar het informatieblad over “Rechtsstelsels”.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

De vraag welke rechtbank bevoegd is, wordt in beginsel bepaald door de aard van het geschil (absolute bevoegdheid) en, voor alle zaken die niet op deze wijze aan de districtsrechtbanken en de regionale rechtbanken zijn toegewezen, door het financiële belang van het geschil. Absolute bevoegdheid heeft altijd voorrang op bevoegdheid op basis van het financiële belang van een geschil.

De districtsrechtbanken hebben absolute bevoegdheid voor bijvoorbeeld de meeste familierechtelijke of huurrechtelijke geschillen. Regionale rechtbanken hebben absolute bevoegdheid voor bijvoorbeeld geschillen in verband met de wet aansprakelijkheid kernongevallen (Atomhaftpflichtgesetz), de wet overheidsaansprakelijkheid (Amtshaftungsgesetz), de wet bescherming persoonsgegevens (Datenschutzgesetz) en het mededingings- en auteursrecht. Districtsrechtbanken zijn bevoegd in zaken waarbij de waarde van de vordering 15 000 EUR of minder bedraagt. Regionale rechtbanken zijn bevoegd in zaken waarbij de waarde van de vordering meer dan 15 000 EUR bedraagt.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Elke persoon heeft een algemeen bevoegde rechtbank (allgemeiner Gerichtsstand). Welke rechtbank dat is, is afhankelijk van de relatie van de desbetreffende persoon met een bepaald rechtsgebied. In beginsel moet een zaak aanhangig worden gemaakt bij de algemeen bevoegde rechtbank van de verweerder. De algemeen bevoegde rechtbank van een natuurlijke persoon wordt in principe bepaald door diens woonplaats (Wohnsitz) of gewone verblijfplaats (gewöhnlicher Aufenthalt); een persoon kan meer dan één algemeen bevoegde rechtbank hebben. De algemeen bevoegde rechtbank van een rechtspersoon wordt doorgaans bepaald door de plaats waar deze statutair is gevestigd.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

In bepaalde gevallen hebben partijen de keuze om de zaak aanhangig te maken bij de algemeen bevoegde rechtbank van de verweerder of bij een andere, facultatieve rechtbank (Wahlgerichtsstand). De Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid kent alleen al voor de civiele procedure meer dan twintig verschillende facultatieve rechtbanken voor geschillen die voortvloeien uit contractuele en niet-contractuele verbintenissen en voor verscheidene goederenrechtelijke vorderingen, en andere facultatieve rechtbanken van procesrechtelijke aard. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om de rechtbank van de plaats waar de verbintenis moet worden uitgevoerd, de rechtbank van de plaats die vermeld staat op de factuur, de rechtbank van de plaats waar het onderwerp van het geschil zich bevindt (forum rei sitae), de rechtbank van de plaats waar de schade is toegebracht en de rechtbank waarbij een eis in reconventie is ingesteld. De bevoegdheidsregels kunnen aanzienlijk verschillen van de Europese regels of nationale regels van andere lidstaten.

Voor de hieronder genoemde vorderingen zijn volgens Oostenrijks recht bijvoorbeeld de hieronder vermelde rechtbanken bevoegd.

Voor vorderingen uit overeenkomst (met uitzondering van arbeidsovereenkomsten): procedures tot vaststelling van het bestaan van een overeenkomst, tot uitvoering of annulering van een overeenkomst of tot schadevergoeding wegens het niet of gebrekkig uitvoeren van een overeenkomst kunnen aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van de plaats waar de overeenkomst volgens de afspraak van partijen door de verweerder moet worden uitgevoerd. Van het bestaan van de afspraak moet schriftelijk bewijs worden overgelegd.

Voor alimentatievorderingen: zie het informatieblad “Alimentatievorderingen – Oostenrijk”.

Voor vorderingen tot schadevergoeding: vorderingen tot schadevergoeding wegens het doden of verwonden van een of meer personen, wederrechtelijke vrijheidsberoving of het beschadigen van een lichamelijke zaak kunnen ook worden voorgelegd aan de rechtbank van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan. Bovendien kan een vordering tot vergoeding van schade die het gevolg is van een strafbare handeling tijdens het strafproces tegen de dader worden ingesteld.

Voor echtscheidingsverzoeken: zie het informatieblad over “Echtscheiding – Oostenrijk”.

Voor verzoeken om het ouderlijk gezag over te dragen: zie het informatieblad over “Ouderlijke verantwoordelijkheid – Oostenrijk”.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

In enkele gevallen is er een specifieke rechtbank waarbij de zaak aanhangig moet worden gemaakt en is zowel de algemeen bevoegde rechtbank als een facultatieve rechtbank uitgesloten. Deze rechtbank wordt een “exclusief bevoegde rechtbank” (ausschließlicher Gerichtsstand) genoemd. Indien van een dergelijke exclusief bevoegde rechtbank ook niet door middel van een forumkeuzebeding kan worden afgeweken, wat uitdrukkelijk moet zijn bepaald, dan is er sprake van een obligatoire rechtbank (Zwangsgerichtsstand). Een obligatoire rechtbank moet zijn vastgelegd in een specifiek voorschrift. Exclusief bevoegde rechtbanken komen met name – maar niet uitsluitend – voor in het huwelijks- en familierecht. Voorbeelden van exclusief bevoegde rechtbanken zijn de rechtbanken voor geschillen tussen echtgenoten of geregistreerde partners of erfenisgeschillen. Voorbeelden van obligatoire rechtbanken zijn de rechtbanken voor geschillen die voortvloeien uit obligaties of uit verbintenissen binnen een vereniging. De bevoegdheidsregels kunnen aanzienlijk verschillen van de Europese regels of nationale regels van andere lidstaten.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Indien er geen sprake is van een obligatoire rechtbank (zie punt 2.2.2.2) kunnen de partijen expliciet overeenkomen dat ze geschillen voorleggen aan een of meer rechtbanken van eerste aanleg in (een) met name genoemde plaats(en) dan wel dat ze een rechtbank uitsluiten die anders bevoegd zou zijn. Dit beding moet betrekking hebben op een bepaald geschil of op geschillen die uit een bepaald geschil of een bepaalde rechtsverhouding voortkomen. Voor het forumkeuzebeding bestaat er geen vormvereiste, maar het beding moet wel schriftelijk kunnen worden aangetoond wanneer het bestaan ervan in de procedure wordt betwist.

Zo kunnen partijen overeenkomen om af te wijken van de wettelijke regels voor absolute of territoriale bevoegdheid. Een dergelijke afspraak mag vóór of bij aanvang van het proces worden gemaakt. Wanneer een rechtbank van eerste aanleg op grond van de waarde van een vordering absoluut bevoegd is, kan een overeenkomst worden gesloten waarbij die bevoegdheid wordt overgeheveld van de rechtbank van eerste aanleg naar de districtsrechtbank, of van de gewone rechtbank naar de handelsrechtbank.

Wijziging van de territoriale bevoegdheid is mogelijk wanneer dit niet uitdrukkelijk is uitgesloten. Wanneer een wettelijke bepaling wijziging van de bevoegdheid verbiedt, is er sprake van een obligatoire rechtbank. Wijziging van de territoriale bevoegdheid is bijvoorbeeld niet of slechts in beperkte mate mogelijk wanneer de bevoegdheid wordt bepaald door §14 van de wet consumentenbescherming (Konsumentenschutzgesetz), §83a of §83b van de wet op de rechterlijke bevoegdheid (Jurisdiktionsnorm), §532 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Zivilprozessordnung), §9 van de wet op de rechtbanken voor arbeids- en socialezekerheidszaken (Arbeits- und Sozialgerichtsgesetz), §51 van de regeling inkomstenvergoedingen (Exekutionsordnung) of §253 van de faillissementswet (Insolvenzordnung).

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Alleen Wenen kent gespecialiseerde rechtbanken voor handelszaken (Bezirksgericht für Handelssachen en Handelsgericht Wien) en voor zaken op het gebied van het arbeids- en socialezekerheidsrecht (Arbeits- und Sozialgericht Wien). In alle andere rechtsgebieden worden handelszaken en zaken op het gebied van arbeids- en socialezekerheidsrecht door de algemene rechtbanken behandeld. De territoriale bevoegdheid in handelszaken en zaken op het gebied van het arbeids- en socialezekerheidsrecht wordt derhalve vastgesteld volgens de algemene regels van de civiele procesvoering.

Laatste update: 05/06/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Pools) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
De volgende vertalingen zijn al beschikbaar: Engels

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Polen

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

In Polen worden burgerlijke zaken behandeld door gewone rechtbanken (sądy powszechne) en het Hooggerechtshof (Sąd Najwyższy) (zie: Rechtssystemen in lidstaten – Polen), tenzij ze onder de bevoegdheid van gespecialiseerde rechtbanken vallen.

Bepalingen betreffende de rechtsbevoegdheid zijn vastgelegd in artikelen 16-18 en artikelen 27-46 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (WBR, Kodeks Postępowania Cywilnego).

In districtsrechtbanken (sądy rejonowe) worden civielrechtelijke zaken behandeld door de volgende afdelingen:

Burgerlijke zaken;

Familie en Jeugd (familierechtbanken, sądy rodzinne) – voor familie- en voogdijzaken; zaken betreffende zedenverwildering van minderjarigen en strafbare feiten die door hen zijn gepleegd; zaken betreffende de behandeling van personen die verslaafd zijn aan alcohol, drugs of psychotrope stoffen; alsmede zaken waarvoor, in overeenstemming met andere wetgeving, een voogdijrechtbank bevoegd is;

Arbeid en Sociale zekerheid (arbeidsrechtbanken, sądy pracy) – voor zaken betreffende arbeidsrecht en sociale zekerheid;

Handel (handelsrechtbanken, sądy gospodarcze) voor zaken die betrekking hebben op handelsrecht en burgerlijk recht tussen bedrijfsentiteiten; betreffende hun bedrijfs- of partnerschapsrelaties; zaken tegen leden van raden van bestuur van vennootschappen, betreffende vorderingen die voortvloeien uit valse verklaringen die door leden van raden van bestuur werden ingediend bij het Nationaal Gerechtelijk Register; zaken tegen bedrijfsentiteiten voor het uitvaardigen van een bevel om milieuschade te doen ophouden; en faillissementszaken;

Kadaster – voor het bijhouden van kadastrale registers en het behandelen van andere burgerlijke zaken in verband met kadastrale procedures;

Regionale rechtbanken (sądy okręgowe) in Polen hebben soortgelijke afdelingen, behalve de afdelingen Kadaster en Familie en Jeugd. Regionale rechtbanken in Polen beschikken over afdelingen voor burgerlijke familiezaken die met name bevoegd zijn voor zaken betreffende echtscheiding, scheiding van tafel en bed en beëindiging van een scheiding van tafel en bed, voor de nietigverklaring van een huwelijk, voor het vaststellen van het al dan niet bestaan van een huwelijk of om vonnissen van buitenlandse rechtbanken in familiezaken afdwingbaar te verklaren.

Bovendien heeft de regionale rechtbank van Warschau de volgende bijkomende eenheden die functioneren als afdelingen:

Rechtbank voor Mededinging en Bescherming van de consument (Sąd Ochrony Konkurencji i Konsumentów), die ook bevoegd is om kennis te nemen van zaken betreffende het voorkomen van monopolistische praktijken en energieregulering;

Rechtbank voor Gemeenschapsmerken en Industriële Ontwerpen (Sąd Wspólnotowych Znaków Towarowych i Wzorów Przemysłowych), bevoegd om zaken te behandelen betreffende inbreuken, dreigende inbreuken of het ontbreken van inbreuken van industriële ontwerpen en handelsmerken, de nietigverklaring van een Gemeenschapsontwerp, het verstrijken of de nietigverklaring van een handelsmerk, en de gevolgen van een inbreuk op het handelsmerk.

Bovendien werd de districtsrechtbank van Lublin op 1 januari 2010 aangewezen als bevoegd gerecht om zaken te behandelen die onder de bevoegdheid van andere districtsrechtbanken in een elektronische procedure via een bevelschrift tot betaling vallen.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

In het algemeen zijn districtsrechtbanken bevoegd voor burgerlijke zaken in eerste aanleg. Districtsrechtbanken zijn in alle gevallen bevoegd, tenzij ze bij wet (artikelen 16 en 507, WBR) aan regionale rechtbanken zijn voorbehouden.

Regionale rechtbanken zijn in eerste aanleg bevoegd voor de zaken opgesomd in artikel 17, WBR, met name:

1) voor niet-eigendomsrechten en eigendomsvorderingen die samen met deze rechten worden uitgeoefend, behalve voor De link wordt in een nieuw venster geopend.het vaststellen of aanvechten van het ouderschap, de nietigverklaring van een erkenning van het vaderschap en voor ontbinding van een adoptie;

2) voor De link wordt in een nieuw venster geopend.de bescherming van auteursrechten en aanverwante rechten, alsook zaken betreffende De link wordt in een nieuw venster geopend.uitvindingen, gebruiksmodellen, industriële ontwerpen, handelsmerken, geografische aanduidingen en topografieën van halfgeleiderproducten, en zaken betreffende de bescherming van andere immateriële eigendomsrechten;

3) voor vorderingen op grond van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Mediawet;

4) voor eigendomsrechten waarbij de waarde van het voorwerp van het geschil meer dan vijfenzeventigduizend zloty bedraagt, behalve zaken betreffende De link wordt in een nieuw venster geopend.onderhoud, De link wordt in een nieuw venster geopend.inbreuk op bezit, De link wordt in een nieuw venster geopend.vaststelling van scheiding van eigendom van echtgenoten, De link wordt in een nieuw venster geopend.het afstemmen van de inhoud van een vastgoedregister op de actuele juridische status, en zaken die worden onderzocht in De link wordt in een nieuw venster geopend.een elektronische procedure via een bevelschrift tot betaling;

5) voor het wijzen van een vonnis in plaats van een resolutie voor de verdeling van een samenwerkingsverband;

6) voor de intrekking, de nietigverklaring of de vaststelling van het niet-bestaan van de resoluties van de bestuursorganen van juridische entiteiten of organisatorische eenheden die geen rechtspersoon zijn, maar waaraan rechtspersoonlijkheid is verleend door de wet;

7) voor het voorkomen en bestrijden van oneerlijke concurrentie;

8) voor vergoeding van geleden De link wordt in een nieuw venster geopend.schade veroorzaakt door het wijzen van een onrechtmatig eindvonnis;

9) voor vorderingen die voortvloeien uit inbreuken op rechten die zijn toegekend op basis van regels inzake bescherming van persoonsgegevens.

Bovendien omvat de bevoegdheid van regionale rechtbanken bijvoorbeeld:

1) zaken betreffende arbeidsongeschiktheid;

2) zaken voor het oplossen van geschillen over de werking van staatsbedrijven: tussen de raad van bestuur van de onderneming en de directeur van de onderneming, de bestuursorganen van de onderneming en haar oprichtende organen, en tussen haar bestuursorganen en de instantie die toezicht uitoefent op de onderneming;

3) voor het erkennen en afdwingbaar verklaren van vonnissen van buitenlandse rechtbanken (artikel 11481 en artikel 11511, WBR).

In zaken betreffende eigendomsrechten is de eiser verplicht om de waarde van het voorwerp van het geschil in de vordering op te geven, tenzij het voorwerp van het geschil een bepaald bedrag is.

In zaken betreffende geldvorderingen, zelfs indien ingesteld als een alternatief voor een andere vordering, vormt het opgegeven bedrag de waarde van het voorwerp van het geschil.

In andere zaken betreffende het eigendom is de eiser verplicht om de waarde van het voorwerp van het geschil op te geven door het bedrag in de vordering te vermelden, in overeenstemming met artikelen 20-24, WBR.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Zie punt 2.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

Het Poolse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering onderscheidt vier types rechtsbevoegdheid: algemene (artikelen 27-30), alternatieve (artikelen 31-37), exclusieve (artikelen 38-42) en bijzondere (artikelen 43-46).

De territoriale bevoegdheid is uitvoerig beschreven in de punten 2.2.1 t/m 2.2.3

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Algemene territoriale bevoegdheid

Vorderingen moeten worden ingeleid bij de rechtbank van eerste aanleg die territoriaal bevoegd is voor de woonplaats van de verweerder (artikel 27, WBR).

In overeenstemming met artikel 25 van het Burgerlijk Wetboek, is de woonplaats van een natuurlijke persoon de stad/het dorp waar deze persoon verblijft met de bedoeling er permanent te verblijven. Wanneer de verweerder niet woonachtig is in Polen, wordt de algemene bevoegdheid bepaald in functie van zijn of haar verblijfplaats en wanneer die plaats niet gekend is of zich buiten Polen bevindt, moeten de vorderingen worden ingeleid naargelang van de laatste woonplaats van de verweerder in Polen.

Vorderingen tegen de Staatskas moeten worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de zetel van de organisatie-eenheid waarop het geschil betrekking heeft. Wanneer de Staatskas wordt vertegenwoordigd door de Algemeen Adviseur van de republiek Polen (Prokuratoria Generalna Rzeczypospolitej Polskiej), moeten vorderingen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de zetel van de raadgevende afdeling die verantwoordelijk is voor de organisatie-eenheid waarop het geschil betrekking heeft.

Vorderingen tegen andere rechtspersonen en andere entiteiten die geen natuurlijke personen zijn, moeten worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor hun zetel (artikel 30, WBR).

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

Zie punt 2.2.2.1.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Alternatieve territoriale bevoegdheid laat de eiser toe om in bepaalde gevallen de rechtbank te kiezen. De eiser kan de vordering dan inleiden bij de algemeen bevoegde rechtbank of bij een andere rechtbank vermeld in artikelen 32-371, WBR.

Alternatieve territoriale bevoegdheid is voorzien voor de volgende zaken:

  • voor vorderingen betreffende onderhoud en voor het vaststellen van de afstamming van een kind en aanverwante vorderingen – vorderingen kunnen worden ingeleid bij het hof dat bevoegd is voor de woonplaats van de rechthebbende partij;
  • voor eigendomsvorderingen tegen een bedrijfsentiteit – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor het hoofd- of het bijkantoor van die entiteit indien de vordering verband houdt met de activiteiten van het hoofd- of bijkantoor. Dit geldt echter niet voor zaken waarin de Algemeen Adviseur van de Staatskas de Staatskas vertegenwoordigt;
  • voor de vaststelling van het bestaan van een overeenkomst, voor de uitvoering, de beëindiging of de ongeldigverklaring van een overeenkomst, alsook voor schade als gevolg van het niet of niet behoorlijk uitvoeren van een overeenkomst – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de overeenkomst waarover betwisting bestaat, moet worden uitgevoerd. In geval van twijfel moet de plaats waar de overeenkomst moet worden uitgevoerd, aangetoond worden met een document;
  • voor een aansprakelijkheidsvordering – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de gebeurtenis die de schade veroorzaakte, plaatsvond;
  • voor de betaling van een bedrag dat verschuldigd is voor de behandeling van een zaak – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de wettelijke vertegenwoordiger de zaak behandelde;
  • voor een vordering betreffende vastgoedleasing (najem of dzierżawa) – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar het vastgoed gelegen is;
  • tegen een partij die gebonden is door een promesse of een cheque – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats van betaling. Verschillende partijen die gebonden zijn door een promesse of een cheque kunnen samen worden opgeroepen voor de rechtbank die bevoegd is voor de plaats van betaling of voor de rechtbank die algemeen bevoegd is voor de acceptant of de uitgever van de promesse of de cheque;
  • betreffende arbeidsrecht – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de arbeid wordt, werd of moest worden verricht, of bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats van tewerkstelling (artikel 461 §1, WBR).
2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Exclusieve bevoegdheid van een rechtbank betekent dat alleen de in het Wetboek opgegeven rechtbank kennis mag nemen van de zaak. Exclusieve bevoegdheid is voorzien voor de volgende zaken:

  • betreffende het eigendom of andere zakelijke rechten over onroerend goed, alsook betreffende het bezit van onroerend goed – vorderingen kunnen alleen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar het onroerend goed is gelegen; indien het voorwerp van het geschil een erfdienstbaarheid is, wordt de bevoegdheid bepaald naargelang de ligging van het bezwaarde goed;
  • betreffende erfopvolging, een legitieme portie, alsmede legaten, instructies of andere testamentaire beschikkingen – vorderingen kunnen slechts aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank die bevoegd is voor de laatste gewoonlijke verblijfplaats van de erflater, en wanneer de woonplaats van de erflater in Polen niet kan worden vastgesteld, bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de nalatenschap of een deel daarvan zich bevindt;
  • Betreffende lidmaatschap in een samenwerkingsverband, een partnerschap, een vennootschap of een vereniging – vorderingen kunnen alleen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de zetel;
  • betreffende een huwelijksband – vorderingen kunnen alleen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de echtgenoten het laatst woonachtig waren, zelfs indien een van beiden nog steeds of gewoonlijk woonachtig is in dat rechtsgebied. Bij gebrek aan dergelijke grondslag is de exclusief bevoegde rechtbank de rechtbank die bevoegd is voor de woonplaats van de verweerder, en bij ontstentenis daarvan, de rechtbank die bevoegd is voor de woonplaats van de eiser;
  • betreffende een relatie tussen ouders en kinderen en tussen de adoptieouder en de geadopteerde – vorderingen kunnen alleen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de woonplaats van de eiser voor zover er geen reden is om de vordering in te stellen volgens bepalingen inzake algemene bevoegdheid.
2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Bijzondere bevoegdheid betekent dat de rechterlijke bevoegdheid krachtens een bijzondere wetgeving anders kan worden bepaald:

De eiser heeft het recht om de rechtbank te kiezen.

Indien de bevoegdheid van meerdere rechtbanken gerechtvaardigd is of wanneer de vordering wordt ingesteld tegen verschillende partijen waarvoor verschillende rechtbanken bevoegd zijn krachtens de wetgeving inzake algemene rechtsbevoegdheid. Dat geldt ook wanneer het onroerend goed waarvan de ligging de basis vormt om de rechtsbevoegdheid te bepalen, in verschillende rechtsgebieden is gelegen.

Het recht om de rechtbank te kiezen wordt aan beide partijen toegekend op basis van een overeenkomst of een gezamenlijk verzoek.

De partijen kunnen schriftelijk overeenkomen om een reeds bestaand geschil of eventuele geschillen die zich in de toekomst voordoen als gevolg van een bepaalde rechtsverhouding, voor te leggen aan een rechtbank van eerste aanleg die niet territoriaal bevoegd is krachtens de wet. Die rechtbank zal dan exclusief bevoegd zijn, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen of tenzij de eiser een vordering heeft ingeleid in een elektronische procedure via een bevelschrift tot betaling. De partijen kunnen ook, door middel van een schriftelijke overeenkomst, het recht van de eiser om te kiezen uit verschillende rechtbanken die bevoegd zijn voor dergelijke geschillen, beperken.

De partijen kunnen exclusieve bevoegdheid echter niet wijzigen.

Overeenkomsten over de rechtsbevoegdheid moeten schriftelijk vastgesteld worden. Ze kunnen deel uitmaken van een materieelrechtelijke overeenkomst (een bevoegdheidsbeding) of een aparte overeenkomst vormen.

In arbeidsrecht en sociale zekerheid kan de bevoegde rechtbank, op gezamenlijk verzoek van de partijen, de behandeling van de zaak doorverwijzen naar een andere, gelijkwaardige rechtbank die bevoegd is voor arbeidsrecht en sociale zekerheid, indien dit om praktische redenen gerechtvaardigd is.

De bevoegde rechtbank wordt aangeduid door de hogere rechter of door het Hooggerechtshof.

Indien de bevoegde rechtbank de zaak niet kan behandelen noch een andere actie kan ondernemen als gevolg van een belemmering, zal de hogere rechter een andere rechtbank aanduiden. De reden voor dergelijke aanduiding kan alleen een belemmering zijn die verhindert dat de zaak wordt behandeld, zoals de uitsluiting van een rechter of overmacht.

Het Hooggerechtshof is verplicht aan te duiden bij welke rechtbank de vordering moet worden ingeleid wanneer de territoriale bevoegdheid niet kan worden vastgesteld in overeenstemming met het Wetboek op grond van de omstandigheden van de zaak (artikel 45, WBR).

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Gespecialiseerde rechtbanken zijn administratieve rechtbanken (sądy administracyjne) en militaire rechtbanken (sądy wojskowe).

De werking van militaire rechtbanken wordt geregeld door de Military Course Organisation Act van 21 augustus 1997. In het algemeen onderzoeken deze rechtbanken strafzaken bij de Poolse krijgsmacht. Andere zaken kunnen uitsluitend door middel van een wet worden verwezen naar hun rechtbank.

De werking van administratieve rechtbanken wordt geregeld door de Administrative Courts Organisation Act van 25 juli 2002. Administratieve rechtbanken verlenen recht door toezicht op de activiteiten van overheidsdiensten en door bevoegdheidsgeschillen tussen lokale besturen en overheidsinstanties op te lossen. Het kan niet worden uitgesloten dat in uitzonderlijke gevallen een administratieve rechtbank, als onderdeel van zijn toezichtplicht op de activiteiten van overheidsinstanties, uitspraak kan doen in een civiele zaak.

Laatste update: 08/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
De volgende vertalingen zijn al beschikbaar: EngelsPortugees

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Portugal

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Allereerst zij opgemerkt dat de antwoorden in dit informatieblad uitsluitend betrekking hebben op gewone rechtbanken (in Portugal vaak algemene rechtbanken (tribunais comuns) genoemd). Naast gewone rechtbanken zijn er andere gerechtelijk fora: het constitutioneel hof (tribunal constitucional), de administratieve rechtbanken (tribunais administrativos) en de rekenkamer (tribunal de contas). Ook zijn er vrederechters (Julgados de Paz) en hoven van arbitrage (tribunais arbitrais).

Om te bepalen welk gerecht bevoegd is, geldt: de gewone rechtbanken zijn bevoegd bij zaken die niet aan andere gerechtelijke fora zijn toegewezen.

Verder is, binnen de orde van gewone rechtbanken, het tegenovergestelde van een gespecialiseerde rechtbank niet een algemene civiele rechtbank. Het tegenovergestelde van een gespecialiseerde rechtbank is een rechtbank met algemene bevoegdheid (tribunal de competência genérica). De keuze tussen een gespecialiseerd college (juízo) of een gespecialiseerde rechtbank en een college of rechtbank met algemene bevoegdheid is afhankelijk van de zaak in kwestie en, in bepaalde, hieronder beschreven gevallen, ook van de betrokken waarde.

De volgende wetten zijn van toepassing:

De gewone rechtbanken van eerste aanleg worden in de regel onderverdeeld in rechtbanken met bredere territoriale bevoegdheid en arrondissementsrechtbanken (tribunais de comarca) (artikel 33 van wet 62/2013).

Om te bepalen bij welke rechtbank van eerste aanleg u moet zijn, moet u rekening houden met de onderstaande punten:

  • de rechtbanken met bredere territoriale bevoegdheid zijn gespecialiseerde gewone rechtbanken waarvan de bevoegdheid is uitgebreid naar het gehele grondgebied of een deel van het grondgebied dat meerdere districten omvat. Portugal kent de volgende rechtbanken met bredere territoriale bevoegdheid: de scheepvaartrechtbank (tribunal marítimo); de rechtbank voor intellectuele eigendom (tribunal da propriedade intelectual); de rechtbank voor mededinging, regelgeving en toezicht (tribunal da concorrência, regulação e supervisão); de rechtbank voor de uitvoering van straffen (tribunal de execução das penas); en de centrale rechtbank voor strafrechtelijk onderzoek (tribunal central de instrução criminal) (artikel 83 van wet 62/2013);
  • de arrondissementsrechtbanken zijn onderverdeeld in rechtbanken met speciale bevoegdheid, rechtbanken met algemene bevoegdheid en nabijheidsrechtbanken (juízo de proximidade) (artikel 81 van wet 62/2013);
  • de centrale colleges zijn allemaal gespecialiseerd en worden onderverdeeld in centrale civiele colleges, centrale strafcolleges, centrale colleges voor strafrechtelijk onderzoek, centrale handelscolleges, centrale uitvoeringscolleges, centrale familie- en jeugdcolleges en centrale arbeidscolleges;
  • de lokale colleges worden onderverdeeld in lokale civiele colleges, lokale strafcolleges, lokale colleges voor kleine overtredingen, lokale colleges met algemene bevoegdheid en lokale nabijheidscolleges;
  • lokale nabijheidscolleges fungeren als afdeling van de arrondissementsrechtbank: ze beperken zich tot het ontvangen van documenten in verband met zaken die al zijn geïnitieerd bij colleges of rechtbanken met bevoegdheid in het rechtsgebied van dat arrondissement, het geven van informatie, het houden van videoconferenties en het ondersteunen van onderzoeken. Bij lokale nabijheidscolleges worden er echter geen zaken behandeld, en in beginsel mogen er ook geen zaken worden geïnitieerd (artikel 130, leden 5 en 6, van wet 62/2013).

In specifieke gevallen bestaan er procedures die moeten worden ingesteld bij en behandeld door andere autoriteiten dan gewone rechtbanken. Afhankelijk van de zaak worden deze procedures in verschillende stadia naar de bevoegde rechtbank gestuurd: op het moment dat er bezwaar wordt gemaakt, dat er beroep wordt ingesteld of dat bepaalde beslissingen moeten worden goedgekeurd. Dit geldt voor de volgende procedures:

  • bijzondere uitzettingsprocedures moeten elektronisch worden ingesteld bij het nationale huurbureau (Balcão Nacional do Arrendamento) in Porto, dat bevoegd is voor het gehele nationale grondgebied Klik: De link wordt in een nieuw venster geopend.hier;
  • betalingsbevelprocedures voor het innen van een schuld moeten elektronisch worden ingesteld bij het nationale betalingsbevelbureau (Balcão Nacional de Injunções) in Porto, dat bevoegd is voor het gehele nationale grondgebied Klik De link wordt in een nieuw venster geopend.hier;
  • inventarisprocedures moeten in sommige gevallen worden aangevraagd bij de gewone rechtbanken en in andere gevallen kunnen zij ook worden ingesteld bij de rechtbank of bij een notariskantoor;
  • het is de verantwoordelijkheid van de openbaar aanklager van de bevoegde rechtbank om een beslissing te nemen over verzoeken om: toestemming (wanneer het verzoek verband houdt met handelingsonbekwaamheid of de afwezigheid van een persoon); toestemming voor de wettelijke vertegenwoordiger van de handelingsonbekwame persoon om handelingen uit te voeren; toestemming voor het verwijderen of bezwaren van activa van de afwezige persoon; bevestiging van handelingen van de vertegenwoordiger van de handelingsonbekwame persoon; en kennisgeving van de wettelijke vertegenwoordiger om giften voor de handelingsonbekwame persoon te aanvaarden of te weigeren;
  • procedures om tot overeenstemming te komen tussen de partijen moeten bij een bureau van de burgerlijke stand worden ingesteld als het gaat om: een onderhoudsbijdrage voor volwassen of handelingsbekwaam verklaarde kinderen; een onderhoudsbijdrage voor kinderen die minderjarig zijn, als beide ouders het daarmee eens zijn; toewijzing van een huis als familieverblijf; ontneming van het recht om de naam van de echtgenoot te gebruiken; toestemming om de naam van de voormalig echtgenoot te gebruiken; scheiding van tafel en bed en echtscheiding met onderlinge toestemming, met of zonder gemeenschap van goederen; omzetting van gerechtelijke scheiding van personen en goederen na echtscheiding; regeling van of verandering van de regeling omtrent ouderlijke verantwoordelijkheid voor minderjarige kinderen.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

In dit antwoord worden onder algemene lokale civiele rechtbanken de lokale civiele colleges (juízos locais cíveis) en de colleges met algemene bevoegdheid (juízos de competência genérica) van de arrondissementsrechtbanken verstaan. Deze rechtbanken zijn in beginsel bevoegd. Met andere woorden, zij zijn bevoegd tenzij er een andere bevoegde kamer of gespecialiseerde rechtbank is. Daarnaast wordt hun bevoegdheid ook bepaald door de lage waarde van de zaak.

In de volgende gevallen moet u dus naar het lokale civiele college of, bij gebrek daaraan, naar het lokale college met algemene bevoegdheid van de arrondissementsrechtbank gaan:

  • burgerlijke rechtsvorderingen van algemene aard met een waarde van maximaal 50 000,00 EUR;
  • zaken die niet aan andere colleges of rechtbanken met bredere bevoegdheid zijn toegewezen;
  • uitvoeringsprocedures, wanneer er geen uitvoeringscollege of ander(e) bevoegd(e) gespecialiseerd(e) college of rechtbank is;
  • urgente zaken in verband met minderjarigen waarbij het gaat om civiele voogdij, educatieve voogdij en bevordering en bescherming, zelfs wanneer er een familie- en jeugdkamer is die voor dergelijke zaken bevoegd is, wanneer deze familie- en jeugdkamer zich in een andere gemeente bevindt;
  • aanhoudingsbevelen, brieven, kennisgevingen en berichten waaraan op verzoek van andere rechtbanken of bevoegde autoriteiten lokaal gehoor moet worden gegeven;
  • overige bij wet toegekende bevoegdheden;
  • beroepen tegen beslissingen van de havenmeester in maritieme procedures inzake administratieve overtredingen, en algemene rechtsvorderingen met een waarde van maximaal 50 000,00 EUR waarvoor de scheepvaartrechtbank met betrekking tot het voorwerp bevoegd is, in de gerechtelijke districten die niet binnen de territoriale bevoegdheid van de scheepvaartrechtbank vallen;
  • zaken in verband met geringe vorderingen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 861/2007 van 11 juli 2007.

Zie, om erachter te komen of u bij het lokale civiele college of het lokale college met algemene bevoegdheid moet zijn of bij een centraal gespecialiseerd college, hieronder ook het antwoord op vraag 3 – “Hoe weet ik tot welke rechtbank ik me moet richten wanneer gespecialiseerde rechtbanken bevoegd zijn?”

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Volgens de regels over bevoegdheid met betrekking tot hiërarchie worden gewone rechtbanken opgedeeld in rechtbanken van eerste aanleg, hoven van beroep (of rechtbanken van tweede aanleg) en het hooggerechtshof (Supremo Tribunal de Justiça), de gewone rechtbank van laatste aanleg (artikel 42 van wet 62/2013).

In de wet zijn gevallen opgenomen waarin de toelaatbaarheid van het beroep afhangt van de grensbedragen van de rechtbanken:

  • het grensbedrag van hoven van beroep is 30 000,00 EUR
  • en dat van de rechtbanken van eerste aanleg is 5 000,00 EUR (grensbedragen op het moment dat dit informatieblad voor het laatst is bijgewerkt);
  • in de regel behandelt het hooggerechtshof beroepen waarvan de waarde de grenswaarden van de hoven van beroep overstijgt, en behandelen hoven van beroep zaken waarvan de waarde de grenswaarde van de gewone rechtbanken van eerste aanleg overstijgt (artikel 44 van wet 62/2013).

Vorderingen moeten worden ingesteld bij en behandeld door een rechtbank van eerste aanleg. Verder zijn rechtbanken van eerste aanleg bevoegd om beroepen tegen de beslissingen van notarissen en griffiers en tegen andere in de wet genoemde beslissingen te behandelen. Om te bepalen welke rechtbank van eerste aanleg bevoegd is, moeten de bevoegdheidsregels met betrekking tot het voorwerp, de waarde en het grondgebied worden toegepast, die in de antwoorden op de onderstaande vragen worden uiteengezet.

In beginsel behandelen hoven van beroep uitsluitend beroepen tegen beslissingen van rechtbanken van eerste aanleg. Uitzondering daarop zijn bepaalde zaken waarvan bij wet is bepaald dat hoven van beroep deze in eerste aanleg behandelen. Verder behandelen hoven van beroep jurisdictiegeschillen tussen rechtbanken van eerste aanleg en klachten over bevelen die in eerste aanleg zijn gegeven, en toetsen zij beslissingen die buitenlandse rechtbanken hebben gegeven in civiele en handelszaken.

Het hooggerechtshof behandelt beroepen tegen beslissingen van de hoven van beroep. In speciale bij wet bepaalde gevallen behandelt het ook beroepen tegen de beslissingen van rechtbanken van eerste aanleg. Bij wijze van uitzondering verleent de wet het hooggerechtshof de bevoegdheid om bepaalde zaken als eerste en enige instantie te behandelen. Ook behandelt het zaken in verband met jurisdictieconflicten tussen hoven van beroep en bijzondere beroepen inzake de harmonisatie van jurisprudentie.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

Gewone rechtbanken van eerste aanleg

In Portugal zijn er 23 arrondissementsrechtbanken:

  • de gewone rechtbank van het district de Azoren;
  • de gewone rechtbank van het district Aveiro;
  • de gewone rechtbank van het district Beja;
  • de gewone rechtbank van het district Braga;
  • de gewone rechtbank van het district Bragança;
  • de gewone rechtbank van het district Castelo Branco;
  • de gewone rechtbank van het district Coimbra;
  • de gewone rechtbank van het district Évora;
  • de gewone rechtbank van het district Faro;
  • de gewone rechtbank van het district Guarda;
  • de gewone rechtbank van het district Leiria;
  • de gewone rechtbank van het district Lissabon;
  • de gewone rechtbank van het district Lissabon-Noord;
  • de gewone rechtbank van het district Lissabon-West;
  • de gewone rechtbank van het district Madeira;
  • de gewone rechtbank van het district Portalegre;
  • de gewone rechtbank van het district Porto;
  • de gewone rechtbank van het district Porto-Oost;
  • de gewone rechtbank van het district Santarém;
  • de gewone rechtbank van het district Setúbal;
  • de gewone rechtbank van het district Viana do Castelo;
  • de gewone rechtbank van het district Vila Real;
  • de gewone rechtbank van het district Viseu.

(Artikel 33 van wet 62/2013)

Naast deze rechtbanken zijn er rechtbanken met bredere territoriale bevoegdheid, waarvan de volgende drie ook bevoegdheid hebben op civiel- en handelsrechtelijk gebied:

  • de scheepvaartrechtbank;
  • de rechtbank voor intellectuele eigendom;
  • de rechtbank voor mededinging, regelgeving en toezicht.

(Artikel 83 van wet 62/2013)

Hoven van beroep (tribunais da relação)

In tweede aanleg zijn er vijf hoven van beroep, die zijn vernoemd naar de plaats waar ze zich bevinden:

  • het hof van beroep van Lissabon;
  • het hof van beroep van Porto;
  • het hof van beroep van Coimbra;
  • het hof van beroep van Évora;
  • het hof van beroep van Guimarães.

(Bijlage I als bedoeld in artikel 32, lid 1, van wet 62/2013)

Laatste aanleg

  • het hooggerechtshof in Lissabon.

(Artikel 31 van wet 62/2013)

Het hooggerechtshof is bevoegd voor het gehele nationale grondgebied van Portugal. Hoven van beroep en rechtbanken van eerste aanleg zijn bevoegd binnen het betreffende gerechtelijke district, dat is vastgesteld in de wet op de rechterlijke organisatie (wet 62/2013 van 26 augustus 2013). Om erachter te komen of de rechtbank uit plaats A of plaats B bevoegd is, moeten de bijlagen I, II en III bij de bovengenoemde wet op de rechterlijke organisatie worden geraadpleegd.

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Natuurlijke personen

De rechtbank die bevoegd is om kennis te nemen van de zaak, is die van de woonplaats van de verweerder, tenzij anders is bepaald in een specifieke wettelijke bepaling of in de hieronder beschreven regels (artikel 80 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering):

  • indien de verweerder geen gewone verblijfplaats heeft, indien zijn woonplaats onbekend is of indien hij afwezig is, moet de zaak worden gebracht voor de rechtbank van de plaats waar de eiser woont;
  • om tijdelijke of permanente bewaring van de activa van een afwezige persoon wordt verzocht bij de rechtbank van de laatste bekende woonplaats van deze persoon in Portugal;
  • indien de woon- en verblijfplaats van de verweerder in het buitenland is, moet de zaak worden behandeld door de rechtbank van de plaats in Portugal waar de verweerder aanwezig is;
  • indien de verweerder niet in Portugal is, moet de zaak worden gebracht voor de rechtbank van de plaats waar de eiser woont. Indien deze laatste zijn woonplaats in het buitenland heeft, is de rechtbank van Lissabon bevoegd voor de zaak.

Rechtspersonen en ondernemingen

Indien de verweerder de staat is, wordt de rechtbank van de woonplaats van de verweerder vervangen door de rechtbank van de woonplaats van de eiser (artikel 81 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Indien de verweerder een andere rechtspersoon of een onderneming is, moet de zaak worden gebracht voor de rechtbank van de plaats van de hoofdvestiging van de verweerder of die van het filiaal, het agentschap, de dochteronderneming, de gemachtigde of de vertegenwoordiger, naargelang de vordering tegen de moedermaatschappij of een van de laatstgenoemde entiteiten is gericht.

Zaken tegen buitenlandse rechtspersonen of ondernemingen met een filiaal, agentschap, dochtermaatschappij, gemachtigde of vertegenwoordiger in Portugal kunnen echter worden gebracht voor de rechtbank van de plaats waar deze formeel zijn gevestigd, ook indien de vordering tegen de moedermaatschappij is gericht.

Meerdere verweerders en cumulatieve zaken (artikel 82 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering)

Wanneer er in één zaak sprake is van meerdere verweerders, moet de vordering tegen hen worden gebracht voor de rechtbank van de plaats waar de meesten van hen wonen. Als er verschillende woonplaatsen zijn met evenveel verweerders, mag de eiser kiezen tussen de rechtbanken van de woonplaatsen van alle verweerders.

Als de eiser meerdere zaken instelt waarvoor verschillende rechtbanken territoriaal bevoegd zijn, mag de eiser kiezen bij welke van deze rechtbanken hij de zaak instelt.

De enige uitzondering hierop zijn situaties waarin de rechtbank, uit eigen beweging, kan beoordelen dat zij niet bevoegd is voor een van de zaken in verband met het territoriale toepassingsgebied, de waarde of een overeenkomst. In dat geval moet de vordering worden ingesteld bij de rechtbank die daarvoor bevoegd is. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij bepaalde zaken waarbij de bevoegdheid om een van de zaken te behandelen afhangt van de situatie van het onroerend goed of van de plaats waar de verplichting wordt nageleefd. Hetzelfde geldt voor zaken in verband met een conservatoir bevelschrift (providência cautelar) of voorbereidende maatregelen (diligência antecipada) en voor zaken waarbij een rechter of familieleden van een rechter partij zijn, voor bepaalde uitvoeringsprocedures, voor zaken die moeten worden behandeld omdat ze met andere zaken zijn samengevoegd, voor zaken waarin geen dagvaarding voor de verweerder aan de beslissing voorafgaat, en voor zaken waarbij de rechtbank, gezien de betrokken waarde, niet bevoegd is.

Wanneer er zaken worden gecumuleerd waartussen onderlinge afhankelijkheid of subsidiariteit bestaat, moet de vordering worden gebracht voor de rechtbank die bevoegd is voor de behandeling van het bodemgeschil.

Zaken waarbij een van de partijen een rechter of de echtgenoot of een bepaald familielid van een rechter is (artikel 84 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering:)

Voor zaken waarbij een rechter, de echtgenoot van een rechter, een familielid van een rechter in opgaande of neergaande lijn of een persoon met wie de rechter een relatie heeft binnen het nationale recht, betrokken is, is de belangrijkste rechtbank van het gerechtelijke district het dichtst bij het gerechtelijke district van de rechter bevoegd, wanneer deze zaken moeten worden ingesteld in het gerechtelijke district waar de rechter werkzaam is.

Indien de zaak wordt ingesteld in het gerechtelijke district waar de rechter werkzaam is, of indien de rechter wordt geplaatst in het district waar de zaak al wordt behandeld, wordt de zaak overgedragen aan het dichtstbijzijnde gerechtelijke district.

De bovengenoemde regels gelden niet voor gerechtelijke districten waar er meerdere rechters zijn, want in dat geval wordt de zaak behandeld door een andere rechter in hetzelfde gerechtelijke district.

Behandeling van beroepen

Beroepen moeten worden ingesteld bij de rechtbank die hiërarchisch boven de rechtbank staat die de betwiste beslissing heeft gegeven (artikel 83 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?
2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Hieronder volgt een gecombineerd antwoord op deze drie vragen.

Rechtsgebied van de locatie van de activa

Zaken met betrekking tot zakelijke of persoonlijke rechten op het gebruik van onroerende goederen, verdeling van mede-eigendom, uitzetting, voorrechten en executie op onroerende goederen, evenals zaken met betrekking tot de verhoging, substitutie, verlaging of zuivering van hypotheken moeten worden gebracht voor de rechtbank van het district waar het betrokken onroerend goed is gelegen.

Zaken met betrekking tot de verhoging, substitutie, verlaging of zuivering van hypotheken op schepen of luchtvaartuigen moeten echter worden gebracht voor de rechtbank van het gerechtelijke district waar het betwiste goed is geregistreerd. Indien de hypotheek schepen of luchtvaartuigen betreft die in verschillende gerechtelijke districten zijn geregistreerd, kan de eiser voor elk daarvan kiezen.

Indien de zaak betrekking heeft op een geheel van roerende goederen die aan dezelfde persoon toebehoren en die voor hetzelfde gebruik bestemd zijn, of op roerende goederen én onroerende goederen, of op onroerende goederen die in verschillende gerechtelijke districten zijn gelegen, moet deze worden gebracht voor de rechtbank van het district waar de onroerende goederen met de hoogste waarde zijn gelegen. Daarvoor moet het kadaster worden geraadpleegd. Indien het onroerende goed waarop de zaak betrekking heeft, in meer dan één district is gelegen, kan de eiser de zaak voor de rechtbank van elk van deze gerechtelijke districten brengen (artikel 70 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Bevoegdheid voor naleving van de verplichting

Vorderingen met betrekking tot de naleving van verplichtingen, schadevergoeding voor het niet of niet volledig naleven van verplichtingen en de beëindiging van een overeenkomst wegens niet-naleving worden gebracht voor de rechtbank van de plaats waar de verweerder woont.

Wanneer de verweerder een rechtspersoon is, of wanneer de schuldeiser in het grootstedelijk gebied van Lissabon of Porto woont en de verweerder eveneens in hetzelfde grootstedelijk gebied woont, kan de schuldeiser kiezen voor de rechtbank van de plaats waar de verplichting had moeten worden nagekomen.

Voor civielrechtelijke zaken in verband met aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden is de bevoegde rechtbank die van het gebied waar het voorval heeft plaatsgevonden (artikel 71 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Echtscheiding en scheiding van tafel en bed

Voor echtscheiding of scheiding van tafel en bed is de rechtbank van de woon- of verblijfplaats van de eiser bevoegd (artikel 72 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Vorderingen voor de terugvordering van kosten

Voor zaken met betrekking tot de terugvordering van de kosten voor juridische vertegenwoordigers of technisch personeel en met betrekking tot voor de cliënt voorgeschoten bedragen is de bevoegde rechtbank de rechtbank ten gronde van de verleende dienst. Zaken met betrekking tot de terugvordering van kosten worden behandeld door deze samen te voegen met de zaak in verband waarmee de dienst is verleend.

Indien de zaak in verband waarmee de dienst is verleend, is ingesteld bij het hof van beroep of het hooggerechtshof, vindt de terugvorderingszaak plaats bij de arrondissementsrechtbank van de woonplaats van de schuldenaar (artikel 73 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Regeling en verdeling van averij-grosse

De rechtbank van de haven waar een schip dat zware averij heeft opgelopen, zijn vracht aflevert of had moeten afleveren, is bevoegd om over deze schade te oordelen en deze te verdelen (artikel 74 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Verliezen en schade door aanvaring van schepen

Een zaak met betrekking tot verlies en schade als gevolg van een aanvaring tussen schepen kan worden gebracht voor de rechtbank van het district waar het ongeval plaatsvond, de rechtbank van de woonplaats van de eigenaar van het schip dat door het andere schip is aangevaren, de rechtbank van de plaats waar dit schip was geregistreerd of waar het zich bevindt, of de rechtbank van de eerste aanloophaven van het schip dat is aangevaren (artikel 75 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Lonen voor het bergen of bijstaan van schepen

De voor het bergen of bijstaan van schepen verschuldigde lonen kunnen worden gevorderd bij de rechtbank van de plaats waar de feiten zich voordeden, de rechtbank van de woonplaats van de eigenaar van de geborgen objecten of de rechtbank van de plaats waar het geborgen schip is geregistreerd of zich bevindt (artikel 76 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Opheffing van voorrechten met betrekking tot schepen

De vordering tot afgifte van een verklaring dat een kosteloos of tegen betaling verworven schip vrij van lasten of rechten is, kan worden ingesteld bij de rechtbank van de haven waar het schip ligt gemeerd op het ogenblik van de verwerving (artikel 77 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Tijdelijke of voorbereidende maatregelen

Vorderingen tot beslaglegging en inbeslagneming van goederen kunnen worden ingesteld bij de rechtbank waar de bijbehorende procedure moet worden ingesteld, of in de plaats waar de goederen zich bevinden, of, als er goederen in meerdere districten zijn, in een van die districten.

Voor de opschorting van werkzaamheden is de bevoegde rechtbank die van de plaats waar zij moeten worden uitgevoerd.

Voor andere tijdelijke maatregelen is de bevoegde rechtbank die waarvoor de bijbehorende vordering moet worden ingesteld.

Voorbereidende maatregelen in verband met bewijsvoering moeten worden aangevraagd bij de rechtbank van het district waar de maatregelen moeten worden genomen.

Procedures in verband met tijdelijke maatregelen en met voorbereidende maatregelen in verband met bewijsvoering worden samengevoegd met de betreffende zaak en zo nodig overgedragen aan de rechtbank waar deze zaak wordt behandeld (artikel 78 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Kennisgevingen

Voor bijzondere kennisgevingen moet een verzoek worden ingediend bij de rechtbank van de woonplaats van de persoon aan wie de kennisgeving moet worden betekend (artikel 79 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Uitvoering (artikel 89 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering)

In de regel is de rechtbank van de woonplaats van de verweerder bevoegd voor de uitvoering, tenzij anders is bepaald in een specifieke wettelijke bepaling of in de hieronder beschreven regels.

Wanneer de schuldenaar een rechtspersoon is, of wanneer de schuldeiser in het grootstedelijk gebied van Lissabon of Porto woont en de schuldenaar eveneens in hetzelfde grootstedelijk gebied woont, kan de schuldeiser kiezen voor de rechtbank van de plaats waar de verplichting moet worden nagekomen.

Indien de uitvoering de overhandiging van een bepaald voorwerp of de inning van een schuld met een zakelijke zekerheidstelling betreft, is de rechtbank van de plaats waar de bezwaarde activa zich bevinden bevoegd.

Als de uitvoeringsprocedure moet worden ingesteld in het gebied waar de schuldenaar woont, en deze niet in Portugal woont, maar daar wel bezittingen heeft, is de rechtbank van de plaats waar die bezittingen zich bevinden bevoegd.

De rechtbank van het gebied waar de bezittingen zich bevinden, is ook bevoegd wanneer: de uitvoeringsprocedure moet worden ingesteld bij een Portugese rechtbank omdat deze verband houdt met de geldigheid van de oprichting of liquidatie van bedrijven/andere rechtspersonen met statutaire zetel in Portugal, of met de geldigheid van de beslissingen van hun organen; en geen van de in de voorgaande of volgende regels voor uitvoeringsprocedures genoemde situaties zich voordoet.

In zaken waarin het gaat om meerdere uitvoeringen en waarin verschillende rechtbanken bevoegd zijn voor de beoordeling ervan, is de bevoegde rechtbank die van de plaats waar de schuldenaar woont.

Bij de uitvoering van een beslissing van een Portugese rechtbank wordt het verzoek om uitvoering ingediend tijdens de procedure waarin de beslissing is gegeven. De uitvoering wordt opgenomen in hetzelfde dossier. Als er daarna hoger beroep in de zaak is ingesteld, wordt er een afschrift van het dossier overgedragen. Wanneer er een gespecialiseerde afdeling bevoegd is voor de uitvoering, moeten aan deze afdeling zo snel mogelijk een afschrift van de rechterlijke beslissing, het verzoekschrift dat tot de uitvoering heeft geleid, en de begeleidende documenten worden toegezonden.

Indien de beslissing is gegeven bij arbitrage die in Portugal heeft plaatsgevonden, is de arrondissementsrechtbank van de plaats van arbitrage bevoegd voor de uitvoering (artikel 85 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Indien de zaak voor het hof van beroep of het hooggerechtshof is gebracht, is de rechtbank van de woonplaats van de schuldenaar bevoegd. Indien de schuldenaar de rechter of een bepaald familielid van de rechter is, gelden de regels zoals hierboven beschreven bij Zaken waarbij een van de partijen een rechter of de echtgenoot of een bepaald familielid van een rechter is. In ieder geval wordt het dossier met betrekking tot de declaratoire procedure, of een afschrift hiervan, toegezonden aan de voor de uitvoering bevoegde rechtbank (artikel 86 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Bij uitvoeringsprocedures in verband met kosten, boeten of verschuldigde schadevergoedingen als gevolg van geschillen in verband met kwade trouw is de rechtbank waar de procedure tot kennisgeving van de betreffende akte of schikking heeft geleid bevoegd. Uitvoeringsprocedures in verband met kosten, boeten of schadevergoedingen vinden plaats via samenvoeging met de betreffende zaak.

Wanneer de uitspraak tot betaling van kosten, boeten of schadevergoedingen is gegeven door een hof van beroep of het hooggerechtshof, vindt de uitvoeringsprocedure plaats bij een rechtbank van eerste aanleg met bevoegdheid in het gebied waar de zaak is behandeld (artikelen 87 en 88 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Voor de uitvoering van een buitenlandse rechterlijke beslissing is de rechtbank van de plaats waar de schuldenaar verblijft, bevoegd (artikel 86 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, voorheen artikel 90, punt vi).

Bij een Europees betalingsbevel (Verordening (EG) nr. 1896/2006 van 12 december 2006, gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/2421), is de eerste civiele afdeling van de civiele kamer van de arrondissementsrechtbank van Porto bevoegd.

Arbeidsrecht

In de regel moeten zaken worden gebracht voor de rechtbank van de woonplaats van de verweerder. Werkgevers of verzekeraars, evenals socialezekerheidsinstanties, worden ook geacht hun woonplaats te hebben in de plaats waar zij een filiaal, agentschap, gemachtigde of vertegenwoordiging hebben (artikel 13 van het wetboek van rechtsvordering in arbeidszaken).

Zaken in verband met een arbeidsovereenkomst die een werknemer aanspant tegen zijn werkgever, kunnen worden ingesteld bij de rechtbank van de plaats waar de arbeidswerkzaamheden worden uitgevoerd of bij de rechtbank van zijn woonplaats.

Indien er meerdere eisers zijn, is de rechtbank van de plaats waar de arbeidswerkzaamheden worden uitgevoerd of van de woonplaats van een van de eisers bevoegd.

Indien de arbeidswerkzaamheden op meer dan één plaats worden uitgevoerd, kan de vordering worden ingesteld bij de rechtbank van een van die plaatsen (artikel 14 van het wetboek van rechtsvordering in arbeidszaken).

Vorderingen die het gevolg zijn van arbeidsongevallen en beroepsziekten, moeten worden ingesteld bij de rechtbank van de plaats waar het ongeval plaatsvond of waar de zieke werknemer het laatst heeft gewerkt aan de taak die tot de ziekte zou hebben geleid.

Indien het ongeval zich in het buitenland heeft voorgedaan, moet de vordering in Portugal worden ingesteld, bij de rechtbank van de woonplaats van het slachtoffer.

Indien er meerdere begunstigden zijn, is de rechtbank van de plaats waar het grootste aantal eisers woont bevoegd, of, indien in verschillende plaatsen evenveel eisers wonen, de plaats waar de persoon woont die als eerste een vordering heeft ingesteld.

Indien het slachtoffer van het ongeval, de zieke of de begunstigde geregistreerd staat als zeeman of lid van een vliegtuigbemanning en het ongeval zich tijdens een reis voordoet of de ziekte tijdens een reis wordt ontdekt, is de rechtbank van de eerste plaats op het nationaal grondgebied die door het schip of het vliegtuig wordt aangedaan of van de plaats waar het schip of het vliegtuig is geregistreerd, bevoegd (artikel 15 van het wetboek van rechtsvordering in arbeidszaken).

In het geval van een collectief ontslag moeten de tijdelijke opschortingsmaatregelen worden gevraagd en de bezwaren worden ingediend bij de rechtbank van de plaats van de vestiging waar de arbeidswerkzaamheden worden verricht.

Indien collectief ontslag werknemers in verschillende vestigingen treft, is de rechtbank van de plaats van de vestiging met het grootste aantal ontslagen werknemers bevoegd (artikel 16 van het wetboek van rechtsvordering in arbeidszaken).

Insolventie

Bij insolventieprocedures is, afhankelijk van de zaak, de rechtbank van de plaats van de statutaire zetel of de woonplaats van de schuldenaar of van de opeiser van de erfenis ten tijde van het overlijden bevoegd.

De rechtbank van de plaats waar de voornaamste belangen van de schuldenaar zijn geconcentreerd, is evenzeer bevoegd. Hieronder wordt de plaats verstaan waar hij die belangen gewoonlijk behartigt en die als zodanig wordt erkend door derden [artikel 7 van het wetboek inzake insolventie en sanering van ondernemingen (Código de Insolvência e Recuperação de Empresas)].

Een verzoek om publicatie en openbare inschrijving van een buitenlandse beslissing tot inleiding van een zaak als bedoeld in de artikelen 21 en 22 van Verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 moet worden ingediend bij de Portugese rechtbank in het gebied waar het bedrijf van de schuldenaar is gevestigd. Indien de schuldenaar geen vestiging in Portugal heeft, moet een verzoek, als de insolvente boedel een bedrijf bevat, worden ingediend bij de handelsafdeling van de rechtbank van Lissabon. Bevat de insolvente boedel geen bedrijf, dan is de civiele afdeling van de rechtbank van Lissabon bevoegd.

Voornoemde bevoegdheidsregel geldt voor de erkenning van de insolventieverklaring in een buitenlandse zaak (artikel 288 van het wetboek van inzake insolventie en sanering van ondernemingen).

Inventaris

Zie voor de bevoegdheid bij inventarisprocedures het informatieblad over erfopvolging.

Onderhoudsplicht voor volwassenen en minderjarigen en regeling van ouderlijke verantwoordelijkheid

Zie het informatieblad over erfopvolging voor de bevoegdheid bij rechtsvorderingen in verband met onderhoudsbetalingen voor volwassenen en minderjarigen, bij de uitvoering daarvan en bij vorderingen in verband met de regeling van de ouderlijke verantwoordelijkheid.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Ja, tot op zekere hoogte.

In eigen land kunnen de partijen, met uitdrukkelijke instemming, besluiten de bevoegdheidsregels met betrekking tot grondgebied buiten beschouwing te laten. Dit wordt overeengekomen bevoegdheid (competência convencional) genoemd (artikel 95 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Van overeengekomen bevoegdheid kan geen sprake zijn bij zaken waarbij de rechtbank, uit eigen beweging, kan verklaren dat zij niet bevoegd is vanwege het territoriale toepassingsgebied. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij zaken waarbij de bevoegdheid afhangt van de ligging van het onroerend goed of van de plaats waar de verplichting wordt nageleefd. Hetzelfde geldt voor zaken in verband met een conservatoir bevelschrift (providência cautelar) of voorbereidende maatregelen (diligência antecipada) en voor zaken waarbij een rechter of familieleden van een rechter partij zijn, voor bepaalde uitvoeringsprocedures, voor zaken die moeten worden behandeld omdat ze met andere zaken zijn samengevoegd en voor zaken waarin geen dagvaarding voor de verweerder aan de beslissing voorafgaat. In deze gevallen kan de territoriale bevoegdheid niet middels een overeenkomst terzijde worden geschoven.

Bevoegdheidsregels met betrekking tot het voorwerp, de hiërarchie en de waarde van de zaak mogen nooit terzijde worden geschoven omdat de partijen dat willen.

Bevoegdheid op basis van een overeenkomst is, wanneer deze toelaatbaar is, net zo bindend als bevoegdheid op grond van de wet. Een dergelijke overeenkomst moet voldoen aan de vormeisen voor een contract, de bron van de verplichting. In ieder geval moet de overeenkomst schriftelijk zijn en moeten de kwesties waarom het gaat, en het criterium aan de hand waarvan de nu bevoegde rechtbank wordt gekozen, erin worden vermeld.

Op internationaal niveau kunnen de partijen overeenkomen welke rechtbank bevoegd is voor een bepaalde zaak, of voor de zaken die mogelijk voortkomen uit een bepaalde rechtsbetrekking, mits de betreffende relatie verband houdt met meerdere rechtsstelsels. Dit betreft privéovereenkomsten voor de toewijzing van bevoegdheid (artikel 94 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Het forumkeuzebeding kan betrekking hebben op het toekennen van exclusieve bevoegdheid aan bepaalde rechtbanken of kan eenvoudigweg een alternatief zijn voor de bevoegdheid van de Portugese rechtbanken, wanneer daar sprake van is. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat deze bevoegdheid in geval van twijfel exclusief is.

De keuze van bevoegdheid is alleen geldig als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

  • het geschil betreft rechten waarover de partijen vrij kunnen beschikken;
  • de aanwijzing wordt aanvaard door de aangewezen rechtbank;
  • de keuze wordt gerechtvaardigd door een omstandigheid die belangrijk is voor een of beide partijen, en houdt geen ernstig ongemak in voor de andere partij;
  • de zaak heeft geen betrekking op een kwestie die onder de exclusieve bevoegdheid van de Portugese rechtbanken valt;
  • de keuze vloeit voort uit een schriftelijke of schriftelijk bevestigde overeenkomst en het bevoegde gerecht wordt uitdrukkelijk genoemd.

Zowel bij overeengekomen bevoegdheid (binnenlands) als bij privéovereenkomsten voor de toewijzing van bevoegdheid (internationaal) geldt als schriftelijke overeenkomst elk document dat door de partijen is ondertekend of dat het gevolg is van de uitwisseling van brieven, telexen, telegrammen of andere vormen van communicatie die gelden als schriftelijk bewijs, ongeacht of deze instrumenten feitelijk de overeenkomst bevatten of een bepaling waarin wordt verwezen naar een ander document dat de overeenkomst bevat.

In het arbeidsrecht zijn overeenkomsten of bepalingen inzake de uitsluiting van territoriale bevoegdheid, zoals bij wet bepaald, nietig (artikel 19 van het wetboek van rechtsvordering in arbeidszaken).

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Zoals reeds vermeld, zijn de gespecialiseerde rechtbanken van eerste aanleg in Portugal de centrale colleges van elke arrondissementsrechtbank, de lokale civiele colleges en rechtbanken met bredere bevoegdheid.

De bevoegdheid van elke rechtbank met betrekking tot het voorwerp wordt hieronder beschreven, zodat u weet waar u moet zijn, afhankelijk van het voorwerp van het geschil. Zoals reeds uitgelegd, begint een zaak in de regel bij een rechtbank van eerste aanleg en wordt deze alleen naar hogere gerechten doorverwezen als er beroep wordt ingesteld.

Centrale civiele colleges (juízos centrais cíveis) (artikel 117 van wet 62/2013):

  • burgerlijke rechtsvorderingen van algemene aard met een waarde van meer dan 50 000,00 EUR;
  • uitvoeringsprocedures van civiele aard met een waarde van meer dan 50 000,00 EUR, in gerechtelijke districten die niet onder de bevoegdheid van een andere afdeling of rechtbank vallen;
  • procedures voor tijdelijke maatregelen die verband houden met vorderingen binnen hun bevoegdheid;
  • vorderingen, uitvoeringsprocedures en tijdelijke maatregelen waarvoor de handelsafdeling van het district bevoegd zou zijn, wanneer er geen handelsafdeling bestaat;
  • zaken die aanhangig zijn bij lokale colleges, wanneer de waarde is veranderd naar een som van 50 001,00 EUR of meer;
  • bevorderings- en beschermingszaken buiten de gebieden waar de familie- en jeugdrechtbanken bevoegd zijn;
  • algemene rechtsvorderingen met een waarde van maximaal 50 001,00 EUR waarvoor de scheepvaartrechtbank met betrekking tot het voorwerp bevoegd is, in de gerechtelijke districten die niet binnen de territoriale bevoegdheid van de scheepvaartrechtbank vallen.

Centrale familie- en jeugdcolleges

(Burgerlijke staat van personen en hun familie) (artikel 122 van wet 62/2013):

  • niet-contentieuze procedures tussen echtgenoten;
  • niet-contentieuze procedures in geval van ongehuwd samenwonen of in verband met personen die samenwonen als gedeeld huishouden;
  • zaken in verband met scheiding van tafel en bed, echtscheiding en boedelscheiding;
  • zaken om een burgerlijk huwelijk onbestaanbaar of nietig te verklaren;
  • gerechtelijke verklaring van goede trouw van een echtgenoot bij een nietig of ongeldig verklaard putatief huwelijk;
  • zaken en uitvoeringsmaatregelen inzake onderhoudsverplichtingen tussen echtgenoten en ex-echtgenoten;
  • overige zaken in verband met de burgerlijke staat van personen en hun familie;
  • zaken waarvoor rechtbanken bevoegd zijn bij inventarisprocedures die zijn ingesteld als gevolg van scheiding van tafel en bed, echtscheiding of onbestaanbaar- of nietigverklaring van een burgerlijk huwelijk, evenals speciale zaken met betrekking tot boedelscheiding waarop de regels voor dergelijke procedures van toepassing zijn.

(Minderjarige en volwassen kinderen) (artikel 123 van wet 62/2013):

  • het bepalen van voogdij en vermogensbeheer;
  • het aanstellen van een persoon om namens een minderjarige te handelen en het aanstellen van een algemene voogd om in buitengerechtelijke zaken een minderjarige die onder ouderlijke verantwoordelijkheid staat, te vertegenwoordigen;
  • het bekrachtigen van adoptie;
  • het beslissen over de uitoefening van ouderlijke verantwoordelijkheid en het behandelen van daarmee verwante zaken;
  • het vaststellen van de alimentatie waarop minderjarigen en volwassen of van voogdij vrijgestelde kinderen recht hebben, indien er bij rechterlijke beslissing alimentatie is vastgesteld toen zij minderjarig waren;
  • het voorbereiden en behandelen van de betreffende uitvoeringsprocedures voor alimentatie;
  • het bevelen tot de gerechtelijke voogdij van minderjarigen;
  • het bepalen van plaatsingsmaatregelen voor een voor adoptie geselecteerde persoon of een instelling met het oog op de toekomstige adoptie;
  • het creëren van een relatie van burgerlijk gezag (apadrinhamento civil) en het intrekken van dergelijke beslissingen;
  • het machtigen van de wettelijke vertegenwoordiger van minderjarigen tot bepaalde handelingen, het bekrachtigen van handelingen die eventueel zonder machtiging zijn uitgevoerd en het treffen van regelingen met betrekking tot de aanvaarding van schenkingen;
  • het nemen van beslissingen met betrekking tot garanties die ouders ten behoeve van minderjarige kinderen moeten stellen;
  • het beslissen over de gehele of gedeeltelijke ontzetting uit de ouderlijke verantwoordelijkheid en de uitoefening daarvan;
  • het uit eigen beweging vaststellen van moederschap en vaderschap en het behandelen van bezwaren en onderzoeken in verband met moederschaps- en vaderschapskwesties;
  • bij onenigheid tussen de ouders, het beslissen over de voornaam en namen van een minderjarig kind;
  • indien er sprake is van voogdij over of beheer van goederen, het bepalen van de vergoeding van de voogd of de beheerder, het behandelen van zaken in verband met de terugtrekking, de ontheffing of het ontslag van de voogd, de beheerder of de gezinsadviseur, het opvragen en beoordelen van financiële gegevens, het bekrachtigen van de substitutie van de wettelijke hypotheek, het beslissen over de verhoging en substitutie van de gestelde garantie en het aanstellen van een bijzondere voogd om de minderjarige te vertegenwoordigen in buitengerechtelijke zaken;
  • het aanstellen van een bijzondere voogd om de minderjarige in voogdijzaken te vertegenwoordigen;
  • het wijzigen, intrekken en herzien van adoptie, het opvragen en beoordelen van de financiële gegevens van de adopterende partij en het bepalen van de hoogte van het inkomen voor ondersteuning van de geadopteerde partij;
  • het beslissen over de verhoging of substitutie van de garantie die ten behoeve van minderjarigen is gesteld;
  • het opvragen en beoordelen van de rekeningen die door de ouders moeten worden verstrekt;
  • het behandelen van andere kwesties in de bij het vorige punt genoemde procedures;
  • het herbeoordelen van de beslissingen van andere entiteiten in zaken waarin op grond van de wet enkele van de bij de vorige zes punten genoemde bevoegdheden aan die entiteiten zijn voorbehouden.

(Educatieve en beschermingsvoogdij) (artikel 124 van wet 62/2013):

  • het voorbereiden en beoordelen van en beslissen over bevorderings- en beschermingszaken;
  • het toepassen van bevorderings- en beschermingsmaatregelen en het monitoren van de uitvoering daarvan, wanneer een kind of jongere zich in een riskante situatie bevindt en er geen sprake is van interventie door het beschermingscomité;
  • het uitvoeren van gerechtelijke handelingen die verband houden met het onderzoek naar de educatieve voogdij;
  • het beoordelen van de feiten die kwalificeren als misdrijven op grond van de wetgeving en die zijn uitgevoerd door een minderjarige tussen de 12 en 16 jaar, met het oog op de toepassing van een voogdijmaatregel;
  • het uitvoeren en herzien van voogdijmaatregelen;
  • het beëindigen of annuleren van voogdijmaatregelen;
  • het behandelen van beroepen tegen beslissingen tot toepassing van disciplinaire maatregelen op minderjarigen die vrijheidsbenemende maatregelen opgelegd hebben gekregen.

Opmerking

De bevoegdheid van centrale familie- en jeugdcolleges met betrekking tot kwesties van educatieve en beschermingsvoogdij eindigt wanneer: er een niet-uitgestelde vrijheidsbenemende straf wordt toegepast in een strafrechtelijke procedure in verband met een door een minderjarige tussen de 16 en 18 jaar gepleegd misdrijf; of de minderjarige 18 jaar wordt vóór de datum van de beslissing in eerste aanleg.

Centrale arbeidscolleges

(In burgerlijke zaken) (artikel 126 van wet 62/2013):

  • kwesties met betrekking tot nietigverklaring en interpretatie van niet van overheidswege opgelegde bepalingen in collectieve regelingen van arbeidsomstandigheden;
  • kwesties die voortvloeien uit werkgever-werknemerbetrekkingen en betrekkingen aangegaan met het oog op de sluiting van arbeidsovereenkomsten;
  • kwesties die voortvloeien uit arbeidsongevallen en beroepsziekten;
  • kwesties met betrekking tot verpleging, ziekenhuizen, medicijnverstrekking in het kader van medische dienstverlening, prothesen en orthopedische hulpmiddelen of iedere andere dienst of prestatie verricht of betaald ten voordele van slachtoffers van arbeidsongevallen of beroepsziekten;
  • zaken waarbij de nietigverklaring wordt gevorderd van akten en overeenkomsten gesloten door instanties met als doel zich te onttrekken aan verplichtingen die voortvloeien uit de regelgeving betreffende vakbonden of arbeid;
  • kwesties die voortvloeien uit overeenkomsten die bij wet met arbeidsovereenkomsten zijn gelijkgesteld;
  • kwesties die voortvloeien uit opleidings- en stageovereenkomsten;
  • kwesties met betrekking tot werknemers die bij dezelfde werkgever in dienst zijn en rechten en verplichtingen betreffen die voortvloeien uit gezamenlijk uitgevoerde handelingen in het kader van hun arbeidsbetrekkingen of die voortvloeien uit een door een van hen begane onrechtmatige handeling tijdens of in verband met de uitvoering van hun taken; in dit geval zijn de strafrechtbanken bevoegd voor de met de strafrechtelijke aansprakelijkheid verband houdende civielrechtelijke aansprakelijkheid;
  • geschillen tussen socialezekerheidsinstellingen of instellingen voor gezinstoelagen en de begunstigden van de uitkeringen, wanneer ze betrekking hebben op de rechten, bevoegdheden en verplichtingen van deze partijen op grond van wet- en regelgeving of statutaire bepalingen; dit heeft geen invloed op de bevoegdheid van de administratieve en fiscale rechtbanken;
  • kwesties tussen vakbonden en leden of personen die door hen worden vertegenwoordigd of die door hun beslissingen worden geraakt in hun rechten, bevoegdheden en verplichtingen op grond van wet- en regelgeving of statutaire bepalingen;
  • zaken in verband met de liquidatie en verdeling van de activa van socialezekerheidsinstellingen of vakbonden, bij ontstentenis van ter zake geldende wettelijke bepalingen;
  • geschillen tussen socialezekerheidsinstellingen of vakbonden met betrekking tot het bestaan, de reikwijdte of de aard van wettelijke bevoegdheden of verplichtingen van een van deze partijen die van invloed kunnen zijn op andere partijen;
  • uitvoering op basis van hun beslissingen of andere executoriale titels, met inachtneming van de bevoegdheid toegekend aan andere rechtbanken;
  • geschillen tussen partijen in een arbeidsrelatie of tussen een van deze partijen en een derde als gevolg van betrekkingen die verband houden met een arbeidsrelatie, en mits de vordering wordt ingesteld samen met een andere vordering waarvoor de arbeidsafdeling directe bevoegdheid heeft;
  • kwesties in verband met tegenvorderingen die verband houden met de zaak overeenkomstig het vorige punt, behalve bij schadevergoeding, waarvoor een dergelijk verband niet nodig is;
  • civielrechtelijke zaken met betrekking tot stakingen;
  • kwesties tussen commissies van werknemers en de respectieve coördinerende commissies, de onderneming of de medewerkers van de onderneming;
  • alle kwesties in verband met de controle van de wettelijkheid van de oprichting, statuten (met inbegrip van wijzigingen daarvan), de werking en beëindiging van vakbonden, werkgeversorganisaties en commissies van werknemers;
  • andere bij wet toegekende kwesties.

(Met betrekking tot administratieve overtredingen)

  • het behandelen van beroepen tegen beslissingen van administratieve instanties in procedures in verband met administratieve overtredingen met betrekking tot arbeids- en socialezekerheidskwesties.

Centrale handelscolleges (artikel 128 van wet 62/2013):

  • insolventieprocedures en bijzondere procedures voor sanering van ondernemingen;
  • zaken om een vennootschapsakte onbestaanbaar of nietig te verklaren of te ontbinden;
  • zaken in verband met de uitoefening van rechten binnen een onderneming;
  • zaken in verband met de opschorting en nietigverklaring van beslissingen van een onderneming;
  • zaken in verband met de liquidatie van ondernemingen;
  • zaken in verband met de liquidatie van een Europese naamloze vennootschap;
  • zaken in verband met de liquidatie van holdings;
  • zaken waarnaar wordt verwezen in het wetboek betreffende het handelsregister;
  • zaken in verband met de liquidatie van een kredietinstelling of financieringsmaatschappij;
  • verwante kwesties, gevoegde procedures en de uitvoering van beslissingen, in de bij de vorige punten genoemde vorderingen en zaken;
  • bezwaren tegen beslissingen van de beheerders van het handelsregister;
  • bezwaren tegen beslissingen van beheerders die zijn aangenomen in het kader van een administratieve procedure voor de ontbinding en gerechtelijke liquidatie van commerciële ondernemingen.

Centrale uitvoeringscolleges (artikel 129 van wet 62/2013):

  • civiele uitvoeringsprocedures, met uitzondering van: bevoegdheden die zijn toegewezen aan de rechtbank voor intellectuele eigendom, de rechtbank voor mededinging, regelgeving en toezicht, de scheepvaartrechtbank, de familie- en jeugdcolleges, de arbeidscolleges of de handelscolleges, evenals de uitvoering van beslissingen van het strafcollege die, krachtens strafprocedures, niet voor een civiel college mogen worden gebracht.

RECHTBANKEN MET BREDERE BEVOEGDHEID

Rechtbank voor intellectuele eigendom (artikel 111 van wet 62/2013):

  • zaken in verband met auteursrecht en daaraan gerelateerde rechten;
  • zaken in verband met industriële-eigendomsrechten;
  • zaken in verband met de ongeldig- en nietigverklaring krachtens het wetboek betreffende industriële eigendom;
  • beroepen tegen beslissingen van het nationale instituut voor industriële eigendom (Instituto Nacional da Propriedade Industrial, I. P.) om enig type industriële-eigendomsrechten toe te kennen of te weigeren, of in verband met overdrachten, vergunningen of verklaringen van achterhaaldheid of met als voorwerp handelingen die van invloed zijn op industriële-eigendomsrechten of waardoor deze worden gewijzigd of komen te vervallen;
  • beroepen tegen en herziening van beslissingen, of andere maatregelen die juridisch kunnen worden aangevochten, van het nationale instituut voor industriële eigendom in procedures in verband met administratieve overtredingen;
  • rechtsvorderingen waarbij de zaak verband houdt met domeinnamen op het internet;
  • beroepen tegen beslissingen van de nationale stichting voor wetenschappelijke berekening (Fundação para a Computação Científica Nacional), de instantie die verantwoordelijk is voor de registratie, afwijzing of verwijdering van .pt-domeinnamen;
  • zaken die verband houden met bedrijven of handelsnamen;
  • beroepen tegen beslissingen van het instituut voor registratie- en notariszaken (Instituto dos Registos e do Notariado, I. P.) in verband met de toelaatbaarheid van bedrijven en handelsnamen op grond van de wettelijke regels voor het nationale register van rechtspersonen (Registo Nacional de Pessoas Colectivas);
  • zaken die verband houden met oneerlijke mededinging met betrekking tot industriële eigendom;
  • maatregelen voor het verkrijgen en bewaren van bewijsmateriaal en het verstrekken van informatie, indien noodzakelijk voor de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten en auteursrecht;
  • verwante kwesties, gevoegde procedures en de uitvoering van beslissingen, bij de bij de vorige punten genoemde zaken en beroepen.

Rechtbank voor mededinging, regelgeving en toezicht (artikel 112 van wet 62/2013):

  • beroepen tegen en herziening en uitvoering van beslissingen, bevelen en andere maatregelen in procedures in verband met administratieve overtredingen die juridisch kunnen worden aangevochten:
    • afgegeven door de mededingingsautoriteit;
    • afgegeven door de nationale communicatieautoriteit;
    • afgegeven door de bank van Portugal;
    • afgegeven door de commissie voor de effectenmarkten;
    • afgegeven door de autoriteit voor mediaregulering;
    • afgegeven door het Portugese verzekeringsinstituut;
    • afgegeven door andere onafhankelijke administratieve instanties met regelgevings- en toezichtsfuncties;
    • beroepen tegen en herziening en uitvoering van:
      • beslissingen van de mededingingsautoriteit in administratieve procedures, zoals genoemd in de wettelijke mededingingsregels;
      • een ministeriële beslissing waarmee bij wijze van uitzondering een concentratie tussen bedrijven wordt toegestaan die door een beslissing van de mededingingsautoriteit is verboden;
      • andere beslissingen van de mededingingsautoriteit die kunnen worden aangevochten op grond van de wettelijke mededingingsregels;
      • verwante kwesties, gevoegde procedures en de uitvoering van beslissingen bij alle bij de vorige punten genoemde beroepen, zaken, vorderingen en herzieningen.

Scheepvaartrechtbank (artikel 113 van wet 62/2013):

  • compensatie voor schade door of aan schepen, boten en andere drijvende vaartuigen, of door het gebruik daarvan op zee, op grond van de algemene wettelijke voorwaarden;
  • kwesties in verband met overeenkomsten voor de bouw, reparatie, aankoop en verkoop van schepen, boten en andere drijvende vaartuigen, mits deze voor maritiem gebruik zijn bestemd;
  • kwesties in verband met overeenkomsten voor zeevervoer of gecombineerde of multimodale vervoersovereenkomsten;
  • kwesties in verband met overeenkomsten voor vervoer over rivieren of kanalen, binnen de grenzen van maritieme rechtsgebieden op binnenwateren, en de bijbehorende oevers en beddingen, zoals bij wet bepaald;
  • kwesties in verband met overeenkomsten voor het maritiem gebruik van schepen, boten en andere drijvende vaartuigen, namelijk die voor charters en financiële lease;
  • kwesties in verband met overeenkomsten voor het verzekeren van voor maritiem gebruik bestemde schepen, boten of andere drijvende vaartuigen en hun vracht;
  • kwesties in verband met hypotheken en voorrechten met betrekking tot schepen en boten, evenals zakelijke zekerheidsrechten op drijvende vaartuigen en hun vracht;
  • bijzondere procedures in verband met schepen, boten en andere drijvende vaartuigen en hun vracht;
  • procedures in verband met tijdelijke maatregelen ten aanzien van schepen, boten en andere drijvende vaartuigen, hun vracht, ruimen, kasgeld en andere activa, evenals verzoeken aan de havenautoriteit om voorlopig het vertrek te beletten van de activa die het voorwerp zijn van dergelijke maatregelen;
  • kwesties in verband met algemene of bijzondere averij, met inbegrip van schade veroorzaakt aan andere drijvende vaartuigen bestemd voor maritiem gebruik;
  • kwesties in verband met hulpverlening op zee en geborgen lading;
  • kwesties in verband met sleep- en loodsovereenkomsten;
  • kwesties in verband met verwijdering van wrakken;
  • civielrechtelijke aansprakelijkheid als gevolg van vervuiling van de zee en andere wateroppervlakken die onder de bevoegdheid van de rechtbank vallen;
  • het gebruik, het verlies, de ontdekking of de toe-eigening van visserstuig of tuig voor de vangst van schaal- en schelpdieren en mariene planten, klemmen, vistuig, werktuigen, benodigdheden en andere voorwerpen om te navigeren of te vissen, evenals schade veroorzaakt aan of door dergelijke zaken;
  • schade veroorzaakt aan goederen in het publieke maritieme domein;
  • eigendom en bezit van aangespoelde goederen en voorwerpen afkomstig van de zee of bestaande overblijfselen die zich op of in de zeebodem bevinden of die afkomstig zijn uit of kunnen voorkomen in binnenwateren, indien deze van maritiem belang zijn;
  • vangsten;
  • alle algemene kwesties van maritiem handelsrecht;
  • beroepen tegen besluiten van de havenmeester zoals aangenomen in het kader van procedures inzake maritieme administratieve overtredingen;
  • verwante kwesties, gevoegde procedures en de uitvoering van beslissingen, in de bij de vorige punten genoemde vorderingen en zaken.

HOGERE RECHTBANKEN

Hoven van beroep (artikel 67 van wet 62/2013

De hoven van beroep, voor zaken in tweede aanleg, hebben colleges voor civiele zaken, strafzaken, sociale zaken, familie- en jeugdzaken, handelszaken, intellectuele-eigendomszaken en zaken in verband met mededinging, regelgeving en toezicht. De oprichting van sociale, familie- en jeugd-, handels-, commerciële en intellectuele-eigendomscolleges en colleges voor mededinging, regelgeving en toezicht is echter afhankelijk van de omvang en complexiteit van de dienst.

Hooggerechtshof (artikel 47 van wet 62/2013)

Het hooggerechtshof, voor zaken in laatste aanleg, heeft colleges voor civiele zaken, strafzaken en sociale zaken.

Toepasselijke wetgeving

De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetboek van burgerlijke rechtsvordering

De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet 62/2013

De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetboek van rechtsvordering in arbeidszaken

De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetboek inzake insolventie en sanering van ondernemingen

Opmerking:

Het contactpunt, de rechtbanken of andere entiteiten en instanties zijn niet gebonden door de in dit informatieblad opgenomen gegevens. Ook de geldende wetteksten en de wijzigingen daarvan moeten worden geraadpleegd.

Laatste update: 25/01/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Roemeens) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
De volgende vertalingen zijn al beschikbaar: Engels

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Roemenië

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Roemenië kent behalve gewone rechtbanken ook gespecialiseerde afdelingen of kamers voor de beslechting van geschillen met betrekking tot bepaalde aangelegenheden.

Overeenkomstig de bepalingen van wet nr. 304/2004 inzake de rechterlijke organisatie beschikt het hoge hof van cassatie en justitie (Înalta Curte de Casație și Justiție) over 4 afdelingen – burgerlijke afdeling I, burgerlijke afdeling II, afdeling strafrecht en afdeling administratieve en fiscale geschillenbeslechting – de kamer van negen rechters en de gezamenlijke afdelingen, die elk hun eigen bevoegdheid hebben. Hoven van beroep, tribunalen (tribunale) of, in voorkomend geval, districtsrechtbanken beschikken over gespecialiseerde afdelingen of kamers voor burgerlijke zaken, strafzaken, jeugd- en familiezaken, zaken in verband met administratieve en fiscale geschillen, zaken in verband met arbeidsgeschillen en sociale zekerheid, vennootschappen, het handelsregister, insolventie, oneerlijke concurrentie, maritieme zaken en zaken met betrekking tot rivieren. Indien nodig kunnen gespecialiseerde tribunalen worden ingesteld om uitspraak te doen over bovengenoemde aangelegenheden.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

De normale procedure voor burgerlijke zaken is vastgesteld in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. De bepalingen ervan zijn ook van toepassing op andere aangelegenheden, voor zover in de wetgeving die erop van toepassing is, niet anders is bepaald.

De bevoegdheid met betrekking tot aangelegenheden voor burgerlijke rechtbanken wordt geregeld door de artikelen 94 tot en met 97 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Als rechtbanken van eerste aanleg behandelen de districtsrechtbanken de volgende zaken betreffende verzoeken die (niet) in geld kunnen worden uitgedrukt:

  • verzoeken die overeenkomstig het burgerlijk wetboek onder de bevoegdheid van de voogdij- en familierechtbank vallen;
  • verzoeken in verband met inschrijvingen in akten van de burgerlijke stand;
  • verzoeken in verband met het beheer van gebouwen met meerdere verdiepingen/appartementen/ruimten die uitsluitend eigendom zijn van verschillende personen en in verband met de rechtsbetrekkingen die door verenigingen van huiseigenaren tot stand zijn gebracht met andere natuurlijke of rechtspersonen;
  • verzoeken om uitzetting;
  • verzoeken met betrekking tot gemeenschappelijke muren en sloten, de afstand tussen gebouwen en aanplantingen, rechten van overpad, bezwaringen en andere beperkingen met betrekking tot eigendomsrechten;
  • verzoeken met betrekking tot de wijziging en markering van grenzen;
  • verzoeken om bescherming van bezittingen;
  • verzoeken met betrekking tot verplichtingen om al dan niet handelingen te verrichten die niet in geld kunnen worden uitgedrukt;
  • verzoeken met betrekking tot gerechtelijke verdeling, ongeacht de betrokken waarde;
  • verzoeken om een gerechtelijke verklaring inzake het overlijden van een persoon;
  • verzoeken met betrekking tot erfopvolging, ongeacht de betrokken waarde;
  • verzoeken met betrekking tot verkrijgende verjaring, ongeacht de betrokken waarde;
  • verzoeken met betrekking tot grond, met uitzondering van de verzoeken die op basis van een bijzondere wet onder de bevoegdheid van andere rechtbanken vallen;
  • andere verzoeken die in geld kunnen worden uitgedrukt, tot een bedrag van maximaal 200 000 RON, ongeacht de hoedanigheid van de partijen.

Districtsrechtbanken behandelen beroepen tegen beslissingen van de bevoegde overheidsinstanties en andere bevoegde instanties. Districtsrechtbanken behandelen ook alle andere verzoeken die volgens de wet onder hun bevoegdheid vallen.

Tribunalen behandelen:

  • als rechtbanken van eerste aanleg, alle verzoeken die niet volgens de wet onder de bevoegdheid van andere rechtbanken vallen;
  • als hoven van beroep, de beroepen tegen beslissingen van rechters in eerste aanleg;
  • als instanties voor rechterlijke toetsing, de zaken waarin de wet uitdrukkelijk voorziet;
  • alle andere verzoeken die volgens de wet onder hun bevoegdheid vallen.

Hoven van beroep behandelen:

  • als rechtbanken van eerste aanleg, verzoeken betreffende administratieve en fiscale geschillen;
  • als hoven van beroep, beroepen tegen beslissingen van rechtbanken van eerste aanleg;
  • als instanties voor rechterlijke toetsing, de zaken waarin de wet uitdrukkelijk voorziet;
  • alle andere verzoeken die volgens de wet onder hun bevoegdheid vallen.

Het hoge hof van cassatie en justitie behandelt:

  • beroepen tegen beslissingen van hoven van beroep en andere beslissingen, in de door de wet geregelde gevallen;
  • rechterlijke toetsingen in het belang van de wet;
  • verzoeken in verband met een eerdere uitspraak ter verduidelijking van bepaalde juridische kwesties;
  • alle andere verzoeken die volgens de wet onder zijn bevoegdheid vallen.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

In het Roemeense civielrechtelijke stelsel wordt een onderscheid gemaakt tussen lagere en hogere rechtbanken, waarbij de materiële bevoegdheid van de verschillende rechtbanken is vastgesteld op basis van functionele criteria (type taak) en procedurele criteria (waarde, onderwerp of aard van het geschil).

Het wetboek van burgerlijke rechtsvordering heeft bevoegdheidswijzigingen ingevoerd, en tribunalen hebben volledige bevoegdheid gekregen om zaken in eerste aanleg te behandelen. De bevoegdheid van de districtsrechtbanken omvat de behandeling van kleine en/of minder complexe vorderingen, die in de praktijk zeer frequent voorkomen.

De hoven van beroep zijn voornamelijk bevoegd voor het behandelen van beroepen, terwijl het hoge hof van cassatie en justitie de gewone instantie voor rechterlijke toetsing is die erop toeziet dat de wet overal in het land op dezelfde manier wordt uitgelegd en toegepast.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

In het Roemeense civielrechtelijke stelsel zijn de regels inzake territoriale bevoegdheid vastgesteld in artikel 107 en volgende van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Volgens de algemene regel wordt het verzoek ingediend bij de rechtbank van het rechtsgebied waar de verweerder zijn woonplaats of hoofdkantoor heeft.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

Er zijn specifieke regels inzake territoriale bevoegdheid, zoals:

  • als de woonplaats/het hoofdkantoor van de verweerder niet bekend is, wordt het verzoek ingediend bij de rechtbank van het rechtsgebied waar de verweerder zijn verblijfplaats/vertegenwoordigingskantoor heeft of, indien niet bekend, bij de rechtbank van het rechtsgebied waar de eiser zijn woonplaats/hoofdkantoor/verblijfplaats/vertegenwoordigingskantoor heeft;
  • het verzoek tegen een privaatrechtelijke rechtspersoon kan ook worden ingediend bij de rechtbank van het rechtsgebied waar een van zijn filialen zonder rechtspersoonlijkheid is gevestigd;
  • het verzoek tegen een vereniging, vennootschap of andere entiteit zonder rechtspersoonlijkheid kan worden ingediend bij de rechtbank die bevoegd is voor de persoon die belast is met het beheer of bestuur van die vereniging, vennootschap of entiteit, zoals door de leden ervan overeengekomen; bij gebreke van een dergelijke persoon kan het verzoek worden ingediend bij de rechtbank die bevoegd is voor een van de leden van de betrokken entiteit;
  • het verzoek tegen de staat, de centrale of plaatselijke overheden en instellingen en andere publiekrechtelijke rechtspersonen kan worden ingediend bij de rechtbank van het rechtsgebied waar de eiser zijn woonplaats/hoofdkantoor heeft of bij de rechtbank waar de verweerder zijn hoofdkantoor heeft.
2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Het Roemeense wetboek van burgerlijke rechtsvordering bevat regels inzake alternatieve bevoegdheid (artikelen 113, 114 en 115). Op basis daarvan hebben ook de volgende rechtbanken territoriale bevoegdheid:

  • de rechtbank van de plaats waar de eiser zijn woonplaats heeft (verzoeken tot vaststelling van de afstamming);
  • de rechtbank van de plaats waar de eiser-alimentatiegerechtigde zijn woonplaats heeft (alimentatieverplichtingen);
  • de rechtbank van de plaats waar de contractuele verplichting moet worden uitgevoerd;
  • de rechtbank van de plaats waar het onroerend goed is gelegen (huur, inschrijving in het kadaster/verantwoording/correctie);
  • de rechtbank van het rechtsgebied waar het vertrek/de aankomst plaatsvindt (vervoersovereenkomsten);
  • de rechtbank van de plaats waar de betaling is verricht (wisselbrieven, cheques, promessen of andere waardepapieren);
  • de rechtbank van het rechtsgebied waar de consument zijn woonplaats heeft (schadevergoeding aan consumenten in verband met overeenkomsten die met beroepsbeoefenaren zijn gesloten);
  • de rechtbank van het rechtsgebied waar de onrechtmatige daad heeft plaatsgevonden of waar de schade zich heeft voorgedaan, voor verzoeken betreffende verplichtingen die uit die daad voortvloeien.

Als de verweerder buiten zijn woonplaats regelmatig beroepsactiviteiten of agrarische, commerciële, industriële of soortgelijke activiteiten uitvoert, kan het verzoek ook worden ingediend bij de rechtbank van het rechtsgebied waar de activiteiten worden uitgevoerd, voor zover het gaat om geldelijke verplichtingen die op die plaats ontstaan of moeten worden nagekomen.

Wat verzekeringszaken betreft, kan een verzoek om schadevergoeding ook worden ingediend bij de rechtbank van het rechtsgebied waar de verzekerde zijn woonplaats of hoofdkantoor heeft, waar de bezittingen van de verzekerde zich bevinden of waar het verzekerde risico zich heeft voorgedaan.

De bevoegdheidskeuze op grond van een overeenkomst wordt geacht nietig te zijn indien die keuze vóór het ontstaan van het recht op schadevergoeding is gemaakt, terwijl de benadeelde derde in zaken met betrekking tot de verplichte wettelijkeaansprakelijkheidsverzekering ook een directe procedure kan inleiden bij de rechtbank van het rechtsgebied waar hij zijn woonplaats/hoofdkantoor heeft.

In het geval van verzoeken met betrekking tot de bescherming van natuurlijke personen, waarvoor volgens het burgerlijk wetboek de voogdij- en familierechtbank bevoegd is, is het de rechtbank van het rechtsgebied waar de beschermde persoon zijn woonplaats/verblijfplaats heeft, die beslist over de kwestie van de territoriale bevoegdheid. In het geval van verzoeken om toestemming, door de voogdij- en familierechtbank, voor het verrichten van bepaalde rechtshandelingen (met betrekking tot een onroerend goed), is de rechtbank van het rechtsgebied waar het onroerend goed is gelegen bevoegd. In dit geval verstrekt de voogdij- en familierechtbank die de beslissing heeft gegeven een afschrift van de beslissing aan de voogdij- en familierechtbank van het rechtsgebied waar de beschermde persoon zijn woonplaats/verblijfplaats heeft.

Echtscheidingsverzoeken vallen onder de bevoegdheid van de districtsrechtbank van het rechtsgebied waar de laatste gezamenlijke woning van de echtgenoten is gelegen. Als de echtgenoten geen gezamenlijke woning hebben of als geen van beiden nog woont in het gebied waarvoor de districtsrechtbank bevoegd is en waar de gezamenlijke woning is gelegen, is de districtsrechtbank van het rechtsgebied waar de woning van de verweerder is gelegen bevoegd. Als de verweerder niet in Roemenië woont en de Roemeense rechtbanken internationaal bevoegd zijn, is de rechtbank van het rechtsgebied waar de woning van de eiser is gelegen bevoegd. Indien noch de eiser, noch de verweerder in Roemenië woont, kunnen de partijen overeenkomen om het echtscheidingsverzoek in te dienen bij om het even welke districtsrechtbank in Roemenië. Bij gebreke van een dergelijke overeenkomst moet het echtscheidingsverzoek worden ingediend bij de districtsrechtbank van het vijfde district in Boekarest (artikel 915 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Verzoeken om beslechting van individuele arbeidsgeschillen moeten worden ingediend bij het tribunaal van het rechtsgebied waar de woonplaats/werkplaats van de eiser zich bevindt (artikel 269 van wet nr. 53/2003 – arbeidswetboek).

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

De regels inzake exclusieve territoriale bevoegdheid zijn vastgesteld in de artikelen 117 tot en met 121 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering:

  • verzoeken betreffende zakelijke rechten op onroerende goederen kunnen alleen worden ingediend bij de rechtbank van het rechtsgebied waar de onroerende goederen zijn gelegen. Als het onroerend goed in de rechtsgebieden van meerdere rechtbanken is gelegen, moet het verzoek worden ingediend bij de rechtbank van het rechtsgebied waar de verweerder zijn woonplaats/verblijfplaats heeft indien het onroerend goed in een van deze rechtsgebieden is gelegen of, als dat niet het geval is, bij een van de rechtbanken van het rechtsgebied waar het onroerend goed is gelegen. Deze bepalingen zijn ook van toepassing op bezitsvorderingen, verzoeken om markering van grenzen, verzoeken betreffende beperkingen van het recht op onroerende goederen en verzoeken om gerechtelijke verdeling van een onroerend goed, indien de onverdeelde mede-eigendom niet uit de erfopvolging voortvloeit;
  • in erfopvolgingszaken, tot de verdeling van de onverdeelde mede-eigendom, is de rechtbank van het rechtsgebied waar de laatste woonplaats van de overledene is gelegen exclusief bevoegd voor verzoeken betreffende:
    • de geldigheid of uitvoering van testamentaire beschikkingen;
    • erfopvolging, de bijbehorende kosten en de kosten in verband met mogelijke vorderingen van erfgenamen tegen elkaar;
    • de verzoeken van legatarissen/schuldeisers van de overledene tegen een of meer van de erfgenamen/de executeur van het testament;
  • wat betreft verzoeken die betrekking hebben op vennootschappen, tot het einde van de vereffenings-/uitschrijvingsprocedure, is de rechtbank van het rechtsgebied waar de vennootschap haar hoofdkantoor heeft exclusief bevoegd;
  • het tribunaal waar de schuldenaar zijn hoofdkantoor heeft, is exclusief bevoegd voor verzoeken met betrekking tot insolventie-/crediteurenregelingen;
  • verzoeken van een beroepsbeoefenaar tegen een consument kunnen alleen bij de rechtbank van het rechtsgebied waar de consument zijn woonplaats heeft, worden ingediend.
2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

De partijen kunnen schriftelijk of, in het geval van lopende geschillen, door middel van een mondelinge verklaring voor de rechtbank overeenkomen dat de zaken met betrekking tot bezittingen en andere rechten die zij kunnen hebben, dienen te worden behandeld door andere rechtbanken dan die welke territoriaal bevoegd zouden zijn, tenzij er sprake is van een exclusieve bevoegdheid. Bij geschillen over de bescherming van consumentenrechten en in andere door de wet geregelde gevallen kunnen de partijen pas een bevoegdheidskeuze overeenkomen nadat het recht op schadevergoeding is ontstaan, waarbij elke andersluidende overeenkomst wordt geacht nietig te zijn (artikel 126 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Bijkomende, aanvullende en incidentele verzoeken worden ingediend bij de rechtbank die bevoegd is voor het hoofdverzoek, ook als ze onder de materiële of territoriale bevoegdheid van een andere rechtbank vallen, met uitzondering van verzoeken betreffende insolventie- of crediteurenregelingen. Deze bepalingen zijn ook van toepassing als de bevoegdheid voor het hoofdverzoek in de wet is toegewezen aan een gespecialiseerde afdeling of kamer. Een rechtbank die exclusief bevoegd is voor een van de partijen, is exclusief bevoegd voor alle partijen (artikel 123 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Krachtens artikel 124 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering doet de rechtbank die bevoegd is om uitspraak te doen over het hoofdverzoek bovendien ook uitspraak over de verweermiddelen en excepties, behalve die welke preliminaire kwesties zijn die onder de exclusieve bevoegdheid van een andere rechtbank vallen, terwijl procedurekwesties worden behandeld door de rechtbank waarbij ze aanhangig zijn gemaakt.

De kwestie van de algemene onbevoegdheid van een rechtbank kan door de partijen of door de rechter in elk stadium van de zaak aan de orde worden gesteld. De kwestie van de materiële en territoriale onbevoegdheid van openbare orde moet worden aangevoerd op de eerste zitting waarvoor de partijen zijn gedagvaard voor de rechtbank van eerste aanleg, terwijl de onbevoegdheid van particuliere aard alleen door de verweerder kan worden aangevoerd in het verweerschrift of, als een verweerschrift niet verplicht is, uiterlijk op de eerste zitting waarvoor de partijen zijn gedagvaard voor de rechtbank van eerste aanleg. Indien de onbevoegdheid niet van openbare orde is, kan de partij die het verzoek bij een onbevoegde rechtbank heeft ingediend niet om een verklaring van onbevoegdheid verzoeken (artikel 130 van het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

In burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen betreffende rechten waarover de partijen krachtens het Roemeense recht vrijelijk beschikken, zijn, indien de partijen er op geldige wijze mee hebben ingestemd dat de Roemeense rechtbanken bevoegd zijn om uitspraak te doen over lopende of mogelijke geschillen in verband met deze rechten, de Roemeense rechtbanken de enige rechtbanken die bevoegd zijn om uitspraak te doen over deze zaken. Tenzij in de wet anders is bepaald, blijft de Roemeense rechtbank waarvoor de verweerder wordt gedagvaard bevoegd om over het verzoek uitspraak te doen indien de verweerder voor de rechtbank verschijnt en zich ten gronde verweert, zonder dat daarbij uiterlijk aan het eind van de onderzoeksfase in de zaak voor de rechtbank van eerste aanleg een exceptie van onbevoegdheid werd opgeworpen. In de twee bovengenoemde gevallen kan de Roemeense rechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt het verzoek afwijzen indien uit alle omstandigheden van de zaak duidelijk blijkt dat het geschil geen significante link met Roemenië heeft (artikel 1067 van het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Zie de antwoorden op de vragen 1, 2, 2.1., 2.2., 2.2.2.1 en 2.2.2.2.

Laatste update: 16/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Slovenië

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

In Slovenië zijn de plaatselijke rechtbanken (okrajna sodišča) en de arrondissementsrechtbanken (okrožna sodišča) bevoegd voor civiele zaken in eerste aanleg. Zij hebben de bevoegdheid om uitspraak te doen in alle typisch civielrechtelijke zaken en geschillen (toekenning van schadevergoeding, eigendomskwesties, familiegeschillen enz.). De bevoegdheidsafbakening tussen de plaatselijke rechtbanken en de arrondissementsrechtbanken wordt hieronder behandeld.

Voor handelszaken in eerste aanleg zijn daarentegen alleen de arrondissementsrechtbanken bevoegd. Handelsgeschillen zijn de geschillen waarbij een van de procespartijen een onderneming, instelling (inclusief openbare instellingen), coöperatie, de overheid of een lokale autonome autoriteit is. Handelsgeschillen zijn ook geschillen met betrekking tot rechtsverhoudingen tussen eenmanszaken die voortkomen uit hun winstgevende werkzaamheden, en een bedrijf, instelling (inclusief openbare instellingen), coöperatie, de overheid of een lokale autonome autoriteit.

Krachtens de wet zijn de rechtbanken voor arbeidszaken (delovna sodišča) en sociale zaken (socialna sodišča) bevoegd voor arbeidsgeschillen, zelfs wanneer de zaak betrekking heeft op een civiel geschil. Arbeidsgeschillen hebben betrekking op de verhouding tussen de werkgever en de werknemer en meer bepaald op een schending van de rechten en verplichtingen uit hoofde van arbeidsverhoudingen. Rechtbanken voor arbeidszaken zijn bevoegd om uitspraak te doen in individuele arbeidsgeschillen (geschillen in verband met de arbeidsrelatie en de daarmee samenhangende eigendomsrechten), collectieve arbeidsgeschillen (geschillen waarbij een van de partijen gewoonlijk een vakbond of een soortgelijke werknemersvertegenwoordiging is), geschillen in verband met de rechtmatigheid van stakingen en het in de Sloveense wetgeving neergelegde recht op deelname van de werknemers aan het beheer van de onderneming. Rechtbanken voor sociale zaken zijn bevoegd voor het recht op invaliditeitsuitkeringen, pensioenen, ziekteverzekering en werkloosheidsuitkeringen, en het recht op gezinsbijslagen en sociale uitkeringen.

Aangezien de bevoegdheidskwestie pas wordt behandeld nadat een vordering is ingesteld bij een rechtbank (alvorens een gerecht een zaak behandelt, moet het nagaan of het wel bevoegd is), is het raadzaam eerst een advocaat te raadplegen om onnodige vertraging te vermijden. Een rechtbank moet in alle procedures aandacht besteden aan de bevoegdheidskwestie en nagaan of er geen ander orgaan bevoegd is voor de zaak (bv. een administratief orgaan). Indien dit het geval is, moet de rechtbank de vordering van de eiser niet-ontvankelijk verklaren, wat tot vertraging leidt en voor de eiser extra kosten met zich meebrengt.

Informatie over de rechterlijke organisatie, de adressen en de bevoegdheid van de rechtbanken is ook beschikbaar op de website van het Hooggerechtshof van de Republiek Slovenië (Vrhovno sodišče Republike Slovenije): De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.sodisce.si/

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

Een vordering kan bij elk gerecht in de Republiek Slovenië worden ingesteld, waarbij echter de regels inzake de materiële bevoegdheid (welk gerecht is bevoegd om uitspraak te doen over de grond van de zaak) en de territoriale bevoegdheid in acht moeten worden genomen. De relevante basisgegevens, waaronder de adressen van alle Sloveense plaatselijke rechtbanken en alle Sloveense arrondissementsrechtbanken, zijn beschikbaar op de website van het Hooggerechtshof van de Republiek Slovenië: De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.sodisce.si/

In Slovenië valt de materiële bevoegdheid om in eerste aanleg uitspraak te doen of de mogelijkheid voor een rechter om over een specifieke vordering van een partij uitspraak te doen toe aan zowel de plaatselijke rechtbanken als de arrondissementsrechtbanken. De volgende twee criteria zijn doorslaggevend bij het vaststellen welk gerecht bevoegd is om uitspraak te doen in een zaak: de waarde van de vordering (voorwerp van het geschil) en de rechtsgrondslag van de aan het geschil ten grondslag liggende rechtsverhouding (inhoud en voorwerp van het geschil).

De algemene regel is dat een arrondissementsrechtbank uitspraak doet over belangrijke geschillen (het gaat om belangrijke bedragen en er zijn ingrijpende gevolgen voor het leven of de levensstandaard van een partij), dan wel dat het uitspraak doet wanneer het gaat om juridisch complexe geschillen omdat met name wetgeving over complexe en gevoelige kwesties moet worden toegepast (bv. echtscheiding, alimentatie voor kinderen).

Gerechtshoven met algemene bevoegdheid (višja sodišča), waarvan er in Slovenië vier zijn, doen uitspraak in tweede aanleg. Het is niet mogelijk om direct bij een dergelijk gerechtshof een vordering in te stellen. Gerechtshoven doen uitspraak in beroepen tegen de beslissingen van plaatselijke en arrondissementsrechtbanken; zij doen ook uitspraak in geschillen met betrekking tot de bevoegdheid tussen plaatselijke en arrondissementsrechtbanken wat betreft het gebied waarin deze gerechten bevoegd zijn.

Het Hooggerechtshof van de Republiek Slovenië (Vrhovno sodišče Republike Slovenije) doet uitspraak op beroep tegen arresten van de gerechtshoven, met name wanneer het gaat om de toetsing en verzoeken om de bescherming van de wettigheid. Wanneer buitengewone rechtsmiddelen worden ingesteld, moet een belanghebbende partij zich laten bijstaan door een advocaat, aangezien volgens de wet alleen gekwalificeerde advocaten voor het Hooggerechtshof bepaalde specifieke proceshandelingen mogen verrichten.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Zoals hierboven uiteengezet, is de bevoegdheid in eerste aanleg verdeeld tussen de plaatselijke rechtbanken en de arrondissementsrechtbanken, maar tussen deze twee soorten rechterlijke instanties bestaat er geen strikt hiërarchisch verband. De bevoegdheid van de gerechten is geregeld bij wet, maar over het algemeen is het zo dat de arrondissementsrechtbanken zaken behandelen die juridisch en feitelijk complexer zijn.

In de wet betreffende het burgerlijk procesrecht (Zakon o pravdnem postopku, ZPP) wordt bepaald dat plaatselijke rechtbanken, waarvan er in Slovenië in totaal 44 zijn, bevoegd zijn om uitspraak te doen in de volgende zaken:

  • eigendomsvorderingen, indien de waarde van de vordering niet meer bedraagt dan 20 000 EUR;
  • schending van eigendomsrechten;
  • erfdienstbaarheden en lasten/zekerheden;
  • huur- en pachtgeschillen.

Plaatselijke rechtbanken behandelen ook rechtsbijstandzaken waarvoor wettelijk geen andere rechtbank bevoegd is, evenals andere zaken die in de wet zijn opgesomd.

Arrondissementsrechtbanken, waarvan er in Slovenië elf zijn, zijn bevoegd om uitspraak te doen in de volgende zaken:

  • eigendomsvorderingen, indien de waarde van de betwiste vordering meer bedraagt dan 20 000 EUR;
  • geschillen tot vaststelling of betwisting van vaderschap of moederschap;
  • huwelijksgeschillen;
  • geschillen betreffende de wettelijke onderhoudsplicht;
  • geschillen betreffende de bescherming en opvoeding van kinderen;
  • geschillen betreffende het contact van kinderen met ouders en met andere personen, als deze gezamenlijk met geschillen betreffende de bescherming en opvoeding van kinderen worden beslecht;
  • geschillen betreffende auteursrechten, en geschillen betreffende de bescherming of het gebruik van uitvindingen en handelsmerken of het recht een handelsnaam te gebruiken en geschillen betreffende bescherming van mededinging;
  • handelsgeschillen;
  • faillissementsgeschillen.

Geschillen in eerste aanleg over intellectuele-eigendomsrechten behoren uitsluitend tot de territoriale bevoegdheid van de arrondissementsrechtbank van Ljubljana. Arrondissementsrechtbanken zijn eveneens bevoegd voor vorderingen betreffende internationale rechtsbijstand en voor rechtsbijstand in procedures tot erkenning van buitenlandse rechterlijke beslissingen, en zij kunnen ook andere zaken behandelen die in de wet zijn opgesomd.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

In beginsel kan een vordering worden ingesteld bij elk van de bovengenoemde in eerste aanleg bevoegde gerechten. Het gerecht waarbij een vordering is ingesteld, moet eerst nagaan of het bevoegd is. Als het gerecht van oordeel is dat het in een specifieke zaak geen territoriale bevoegdheid heeft, kan het zich onbevoegd verklaren en de zaak doorverwijzen naar een andere rechtbank. In principe moet het gerecht dit alleen doen wanneer de tegenpartij het gebrek aan bevoegdheid aanvoert; het gerecht is echter wel verplicht de zaak door te verwijzen als een andere rechtbank bij uitsluiting territoriaal bevoegd is om uitspraak te doen. Desalniettemin worden er bij de vaststelling van de territoriale bevoegdheid van gerechten bepaalde algemene regels toegepast die ervoor moeten zorgen dat de kosten worden beperkt en dat de procedures zo snel mogelijk worden afgehandeld.

De ZPP bevat een regel inzake algemene en specifieke territoriale bevoegdheid, afhankelijk van het voorwerp van het geschil en de procespartijen. Dit wordt nader toegelicht in de volgende punten.

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Krachtens deze basisregel moet een vordering tegen een natuurlijke persoon of rechtspersoon worden ingesteld bij het gerecht dat bevoegd is voor het gebied waar de verweerder zijn vaste verblijfplaats heeft of een rechtspersoon zijn hoofdkantoor. In het geval van niet-Sloveense natuurlijke personen of rechtspersonen is de rechtbank met algemene territoriale bevoegdheid de rechtbank van de plaats waar de natuurlijke persoon in de Republiek Slovenië verblijft of waar de rechtspersoon zijn filiaal heeft.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

In een aantal gevallen biedt de ZPP partijen de mogelijkheid een vordering in te stellen bij een ander gerecht dan het volgens de basisregel algemeen territoriaal bevoegde gerecht. In specifiek omschreven gevallen (wat betreft het voorwerp of de inhoud van het geschil) kan een partij een vordering alleen instellen bij het gerecht dat exclusief bevoegd is om uitspraak te doen over de betrokken zaak. Dit wordt hierna 'exclusieve territoriale bevoegdheid' genoemd.

Indien een eiser een vordering instelt bij een gerecht dat territoriaal niet bevoegd is, verklaart dat gerecht zich onbevoegd en verwijst het de zaak naar het bevoegde gerecht, waar de zaak wordt voortgezet alsof ze daar was ingesteld.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Zoals reeds vermeld, kunnen in bepaalde gevallen twee gerechten tegelijk territoriaal bevoegd zijn. In dat geval kan de belanghebbende partij in de zaak kiezen bij welk gerecht hij de vordering instelt (optionele bevoegdheid).

Dit soort bevoegdheid is geregeld in de artikelen 49 tot en met 65 van de wet betreffende het burgerlijk procesrecht. Hieronder worden enkel de belangrijkste gevallen toegelicht alsook de gevallen die ingrijpende gevolgen hebben voor het leven van de partijen.

Voor alimentatiegeschillen is niet alleen het gerecht met algemene territoriale bevoegdheid bevoegd, maar ook het gerecht dat bevoegd is voor de vaste verblijfplaats van de eiser (alimentatiegerechtigde). De mogelijkheid een gerecht te kiezen staat ook open voor partijen in huwelijksgeschillen (echtscheidingszaken). In dat geval is de rechtbank van het gebied waar de echtgenoten hun laatste echtelijke woning hadden, bevoegd. Voor geschillen tot vaststelling of betwisting van vaderschap of moederschap is ook het gerecht bevoegd van de vaste of tijdelijke verblijfplaats van het kind dat krachtens de Sloveense wet een vordering mag instellen. Wanneer een rechtbank in Slovenië in dergelijke geschillen bevoegd is, bijvoorbeeld omdat de eiser permanent in Slovenië verblijft, heeft ook de rechtbank waaronder het gebied valt waarin de eiser zich permanent heeft gevestigd, territoriale bevoegdheid. Voor niet-contractuele schadegeschillen (dit betreft vaak verkeersongevallen) is het gerecht bevoegd van de plaats waar het schadebrengende feit heeft plaatsgevonden (plaats van het verkeersongeval) dan wel het gerecht dat bevoegd is in de plaats waarin de gevolgen van de schade zijn opgetreden, samen met het gerecht met algemene territoriale bevoegdheid. In het geval van overlijden of ernstig letsel, is ook het gerecht waaronder het gebied valt waarin de eiser zich permanent heeft gevestigd, bevoegd. Voor contractuele geschillen is het gerecht bevoegd van de plaats die is aangeduid als de plaats van nakoming van de contractuele verbintenissen; dit geldt ook voor geschillen betreffende wisselbrieven of cheques (gerecht van de plaats van betaling).

Bovendien is de optionele bevoegdheid ook van toepassing in het geval van geschillen die voortvloeien uit contractuele relaties met consumenten waarbij de eiser een consument (uitsluitend een natuurlijke persoon) is. In dergelijke gevallen is niet alleen het gerecht met algemene territoriale bevoegdheid bevoegd, maar ook het gerecht dat bevoegd is voor het gebied waar de consument zijn vaste of tijdelijke verblijfplaats heeft. Indien de eiser in een geschil dat voortvloeit uit een contractuele relatie met consumenten een onderneming is, berust de bevoegdheid bij het gerecht dat bevoegd is voor het gebied waar de consument zijn vaste of tijdelijke verblijfplaats heeft. Een afwijking inzake de territoriale bevoegdheid is alleen mogelijk op basis van een overeenkomst die tussen de consument en de onderneming wordt gesloten nadat het geschil is ontstaan of op basis van een overeenkomst die de consument de mogelijkheid biedt om zich tot een ander gerecht te wenden. In geschillen die voortvloeien uit verzekeringsrelaties waarbij de verweerder een verzekeringsmaatschappij is, is, naast het gerecht met algemene territoriale bevoegdheid en het gerecht dat bevoegd is voor het gebied waar het betrokken filiaal van de verzekeringsmaatschappij zijn hoofdkantoor heeft, ook het gerecht dat bevoegd is voor het gebied waar de eiser zijn vaste of tijdelijke verblijfplaats of hoofdkantoor heeft, bevoegd. In geschillen die voortvloeien uit verzekeringsrelaties, kan een verzekeringsmaatschappij haar vordering slechts instellen bij het gerecht dat bevoegd is voor het gebied waar de verweerder, d.w.z. de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde van de verzekering, zijn vaste of tijdelijke verblijfplaats of hoofdkantoor heeft. Een afwijking inzake de territoriale bevoegdheid is alleen mogelijk op basis van een overeenkomst die tussen de partijen wordt gesloten nadat het geschil is ontstaan of op basis van een overeenkomst die de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde van de verzekering de mogelijkheid biedt om zich tot een ander gerecht te wenden.

Andere gevallen waarin partijen een keuzemogelijkheid hebben, zijn opgenomen in de wet betreffende het burgerlijk procesrecht.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

In bepaalde specifieke gevallen voorziet de wet in een speciale territoriale bevoegdheid en wijst zij een bepaald gerecht aan dat exclusief bevoegd is voor een specifieke zaak. Deze zogenaamde exclusieve territoriale bevoegdheid geldt voor:

  • geschillen in verband met onroerende zaken, de schending van eigendomsrechten en het huren en verhuren van eigendom; het gerecht met exclusieve territoriale bevoegdheid is het gerecht van de plaats waar de onroerende zaak is gelegen;
  • geschillen in verband met eigendomsrechten van schepen of vliegtuigen (en geschillen met betrekking tot het leasen daarvan); het gerecht met exclusieve territoriale bevoegdheid is het gerecht van de plaats waarin het register wordt bijgehouden waarin het schip of het vliegtuig is geregistreerd;
  • geschillen die ontstaan in de loop van of als gevolg van juridische of administratieve tenuitvoerleggingsprocedures en geschillen die ontstaan in de loop van of met betrekking tot faillissementsprocedures; het gerecht met exclusieve territoriale bevoegdheid is het gerecht van de plaats waar de procedures voor tenuitvoerlegging of faillissement worden gevoerd.
2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Overeenkomstig de Sloveense wetgeving mogen partijen in specifieke gevallen overeenkomen welk gerecht in eerste aanleg bevoegd zal zijn (overeenkomst inzake territoriale bevoegdheid). Middels een dergelijke overeenkomst kunnen de partijen een ander gerecht aanwijzen dan het krachtens de wet territoriaal bevoegde gerecht. Er moet wel worden beklemtoond dat de partijen geen overeenkomst mogen sluiten over de materiële bevoegdheid; die wordt alleen krachtens wet aangewezen (zie toelichting hierboven).

Partijen mogen overeenkomen dat een in eerste aanleg rechtsprekend gerecht dat anders territoriaal niet bevoegd zou zijn, hun zaak mag behandelen. De basisvoorwaarde waaraan de partijen moeten voldoen, is dat het aangewezen gerecht de bevoegdheid heeft om uitspraak te doen over de inhoud van de zaak of dat het materiële bevoegdheid heeft (cf. de bevoegdheidsverdeling tussen de plaatselijke rechtbanken en de arrondissementsrechtbanken). Een overeenkomst is evenmin mogelijk wanneer een gerecht krachtens de wet exclusief territoriaal bevoegd is (cf. het vorige punt).

Een overeenkomst tussen partijen moet schriftelijk worden vastgelegd en moet betrekking hebben op een specifiek geschil of een toekomstig geschil dat voortvloeit of kan voortvloeien uit hun specifieke rechtsverhouding. De schriftelijke overeenkomst moet door de eiser bij zijn inleidende vordering voor het gerecht worden gevoegd. Het is belangrijk erop te wijzen dat een overeenkomst inzake territoriale bevoegdheid niet in de loop van de procedure kan worden gesloten, d.w.z. nadat reeds een vordering is ingesteld bij een gerecht (zonder dat bij deze vordering een dergelijke overeenkomst is gevoegd).

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Het Sloveense rechtssysteem kent geen gespecialiseerde civiele of handelsrechtbanken (bv. speciale familierechtbanken voor huwelijksgeschillen of geschillen tussen ouders en kinderen), daar de plaatselijke rechtbanken en de arrondissementsrechtbanken of hun civiele en handelskamers uitspraak doen in alle civiele geschillen. De rechtbanken hebben kamers ingesteld (civiele zaken, familiezaken, handelszaken, beslagzaken, niet-contentieuze zaken, erfeniszaken). In het algemeen beslissen gespecialiseerde rechters van deze kamers over geschillen en doen zij rechterlijke uitspraken.

Alleen voor arbeids- en sociale geschillen bestaan er gespecialiseerde rechtbanken (bevoegdheid en organisatie: zie inleiding).

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.sodisce.si/

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.dz-rs.si/wps/portal/Home/deloDZ/zakonodaja/preciscenaBesedilaZakonov

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.uradni-list.si/glasilo-uradni-list-rs

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.pisrs.si/Pis.web/

Laatste update: 08/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Slowakije

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

In beginsel zijn de gewone rechtbanken bevoegd voor burgerlijke zaken in eerste aanleg, wat in de meeste gevallen betekent dat de districtsrechtbank (okresný súd) (artikel 12 van het wetboek van accusatoire burgerlijke rechtsvordering (Civilný sporový poriadok, CSP)) en in uitzonderlijke gevallen de regionale rechtbank (krajský súd) (artikel 31, CSP) bevoegd is. In bepaalde gevallen moet men zich tot een gespecialiseerde rechtbank wenden (zie het antwoord op vraag nr. 3).

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

Onder materiële bevoegdheid wordt doorgaans verstaan de aan verschillende soorten rechtbanken toegewezen bevoegdheid om in eerste aanleg uitspraak te doen. Dat betekent dat het gaat om de vraag of een districtsrechtbank of een regionale rechtbank al dan niet over een zaak dient te beslissen als de rechtbank van eerste aanleg. Over het algemeen zijn districtsrechtbanken bevoegd om burgerlijke zaken in eerste aanleg te behandelen (artikel 12, CSP). In bepaalde zaken, die in de wet zijn gespecificeerd, zijn het regionale rechtbanken die in eerste aanleg uitspraak doen (artikel 31, CSP). Het basiscriterium voor het bepalen van de bevoegdheid van een rechtbank is de aard van de zaak.

De basis van de gerechtelijke procedure zijn zittingen voor rechtbanken van eerste aanleg. Elke zaak moet eerst door een rechtbank van eerste aanleg worden behandeld. De omstandigheden op het moment waarop de procedure van start gaat, d.w.z. op de dag waarop de vordering of het verzoek bij de rechtbank aankomt, zijn doorslaggevend voor de bepaling van de materiële bevoegdheid. Een wijziging van de omstandigheden in de loop van een procedure heeft geen gevolgen voor de reeds vastgestelde materiële bevoegdheid.

Het bestaan van materiële bevoegdheid is een van de fundamentele procedurele voorwaarden voor de rechtbank. Een rechtbank beoordeelt ambtshalve of aan deze voorwaarde is voldaan in alle fasen van de procedure en in elke aanleg, zodat er geen bezwaar hoeft te worden gemaakt in verband met materiële onbevoegdheid. Als een rechtbank van oordeel is dat ze niet materieel bevoegd is, is ze verplicht de zaak te verwijzen naar een andere rechtbank die wel materieel bevoegd is. De rechtbank stelt de eiser/verzoeker hiervan in kennis. Indien de vordering/het verzoek reeds aan de verweerder is betekend, moet de rechtbank die partij er ook van in kennis stellen dat zij de zaak heeft verwezen naar een rechtbank die materieel bevoegd is. Een geschil over de materiële bevoegdheid kan alleen ontstaan tussen een districtsrechtbank en een regionale rechtbank, aangezien het Hooggerechtshof (Najvyšší súd) geen materiële bevoegdheid kan hebben voor procedures in eerste aanleg. Een geschil over de materiële bevoegdheid tussen een districtsrechtbank en een regionale rechtbank wordt beslecht door het Hooggerechtshof, dat in beslissingen over bevoegdheid boven beide rechtbanken staat.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Het Slowaakse rechtsstelsel kent drie niveaus van rechtbanken: districtsrechtbanken, regionale rechtbanken en het Hooggerechtshof. Districtsrechtbanken zijn bevoegd om burgerlijke zaken in eerste aanleg te behandelen (artikel 12, CSP). Regionale rechtbanken zijn bevoegd in tweede aanleg, wat betekent dat beroepen tegen beslissingen van districtsrechtbanken altijd door regionale rechtbanken worden behandeld. Een uitzondering hierop vormen geschillen die voortvloeien uit abstracte toetsing in consumentenzaken, wanneer regionale rechtbanken (de regionale rechtbank van Bratislava, de regionale rechtbank van Banská Bystrica en de regionale rechtbank van Košice) in hun districten beslissen als rechtbanken van eerste aanleg (artikel 31, CSP).

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

De territoriale bevoegdheid wordt geregeld in het wetboek van accusatoire burgerlijke rechtsvordering en het wetboek van inquisitoire burgerlijke rechtsvordering (Civilný mimosporový poriadok, CMP). Bepalingen inzake territoriale bevoegdheid bepalen welke rechtbank van eerste aanleg, d.w.z. welke specifieke rechtbank, van alle rechtbanken die materieel bevoegd zijn, een zaak moet behandelen en beslechten. In de toepasselijke rechtsregel wordt een onderscheid gemaakt tussen algemene territoriale bevoegdheid en specifieke territoriale bevoegdheid. Bij het bepalen van de territoriale bevoegdheid van een rechtbank heeft de specifieke territoriale bevoegdheid voorrang. Als de bevoegdheid niet volgens deze methode wordt bepaald, is de algemene territoriale bevoegdheid van toepassing. Territoriale bevoegdheid kan ook optioneel (alternatief/facultatief) of exclusief zijn. Als de territoriale bevoegdheid facultatief is, kan de eiser kiezen of hij zich wendt tot de gewone rechtbank van de verweerder dan wel tot een andere rechtbank die in het CSP is vermeld. Als de territoriale bevoegdheid exclusief is, worden gevallen opgesomd waarin een andere rechtbank dan de gewone rechtbank van de verweerder territoriaal bevoegd is. Dat betekent dat een bepaalde rechtbank bevoegd zal zijn ongeacht of een andere rechtbank de gewone rechtbank van de verweerder is en ongeacht de mogelijkheid om in de betrokken zaak naar eigen goeddunken een rechtbank te kiezen.

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Accusatoire zaken

Volgens de bepalingen van het CSP zal de gewone rechtbank van de verweerder altijd territoriaal bevoegd zijn, tenzij anders is bepaald (artikel 13, CSP).

De gewone rechtbank van een natuurlijke persoon is de rechtbank van het district waarin de natuurlijke persoon zijn vaste woonplaats heeft (artikel 14, CSP).

De gewone rechtbank van een rechtspersoon is de rechtbank van het district waarin de rechtspersoon zijn statutaire zetel heeft (artikel 15, lid 1, CSP). De gewone rechtbank van een buitenlandse rechtspersoon is de rechtbank van het district waarin de buitenlandse rechtspersoon zijn bijkantoor/filiaal in Slowakije heeft (artikel 15, lid 2, CSP).

Indien een gewone rechtbank niet aldus kan worden aangewezen, is de gewone rechtbank de rechtbank van het district waarin de natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn laatste vaste verblijfplaats respectievelijk statutaire zetel in Slowakije had; als er geen dergelijke rechtbank is, is de rechtbank van het district waarin de persoon bezittingen heeft bevoegd (artikel 16, CSP).

De gewone rechtbank van de staat is de rechtbank van het district waarin zich een feit heeft voorgedaan dat aanleiding heeft gegeven tot de vordering (artikel 17, CSP).

Inquisitoire zaken

In inquisitoire zaken (artikel 3, CMP) is een door de wet aangewezen rechtbank territoriaal bevoegd. Als de territoriale bevoegdheid niet aldus kan worden bepaald, is de rechtbank die de gewone rechtbank van de eiser is territoriaal bevoegd.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Alternatieve bevoegdheid (naar keuze gekozen bevoegdheid) houdt in dat de eiser het recht heeft om in plaats van de gewone rechtbank van de verweerder een rechtbank te kiezen die bevoegd is op grond van artikel 19, CSP. Naast de algemene rechtbank van de verweerder ligt de territoriale bevoegdheid ook bij een rechtbank van het district waarin:

a) de plaats van tewerkstelling van de verweerder zich bevindt, overeenkomstig zijn arbeidsovereenkomst;

b) zich een omstandigheid heeft voorgedaan die aanleiding geeft tot een schadeclaim;

c) het bijkantoor/filiaal van een rechtspersoon van de verweerder is gevestigd, indien het geschil verband houdt met dat bijkantoor/filiaal;

d) de eiser die een consument is zijn vaste woonplaats heeft, indien het geschil een consumentengeschil is of indien de procedure betrekking heeft op een geschil in verband met arbitrage in consumentenzaken;

e) de eiser zijn vaste woonplaats of statutaire zetel of, in het geval van een buitenlandse rechtspersoon, zijn organisatorische eenheid heeft, in het geval van een discriminatiegeschil.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Exclusieve bevoegdheid in accusatoire zaken houdt in dat de eiser verplicht is om in plaats van de gewone rechtbank van de verweerder de rechtbank te kiezen die krachtens artikel 20 van het CSP bevoegd is. Dit betekent dat in de volgende gevallen de territoriale bevoegdheid voor de behandeling van een procedure ligt bij de rechtbank:

a) van het district waarin het onroerend goed gelegen is, in een geschil betreffende een zakelijk recht op onroerend goed;

b) van het district waarin een erfrechtprocedure wordt gevoerd, in een geschil dat verband houdt met een erfrechtprocedure;

c) waar een tenuitvoerleggingsprocedure loopt, indien het geschil is veroorzaakt door de bijzondere aard van de procedure;

d) waar een faillissements- of herstructureringsprocedure loopt, indien het geschil is veroorzaakt door de bijzondere aard van de procedure, met uitzondering van procedures die betrekking hebben op de verdeling van ondeelbare huwelijksgoederen;

e) in het district waar de plaats van arbitrage is gelegen, indien de procedure betrekking heeft op geschillen betreffende een arbitrageprocedure, met uitzondering van arbitrage in consumentenzaken; indien de plaats van arbitrage zich buiten Slowakije bevindt, is de rechtbank van het district waarin de verweerder zijn vaste woonplaats of, in het geval van een buitenlandse rechtspersoon, zijn statutaire zetel of organisatorische eenheid heeft bevoegd om de zaak te behandelen; als de verweerder zijn vaste woonplaats of, in het geval van een buitenlandse rechtspersoon, zijn statutaire zetel of organisatorische eenheid niet in Slowakije heeft, is de rechtbank van de plaats waar de eiser zijn vaste woonplaats of, in het geval van een buitenlandse rechtspersoon, zijn statutaire zetel of organisatorische eenheid heeft bevoegd om de zaak te behandelen.

Exclusieve bevoegdheid in inquisitoire zaken houdt in dat in plaats van de gewone rechtbank de volgende rechtbank bevoegd is:

De territoriale bevoegdheid in procedures betreffende de echtscheiding van een echtpaar ligt bij de rechtbank van het district waarin het echtpaar zijn laatste gezamenlijke woonplaats had, mits ten minste één echtgenoot nog steeds in dat district woont. Anders is de gewone rechtbank van de echtgenoot die de vordering niet heeft ingediend territoriaal bevoegd. Als de bevoegde rechtbank niet op deze wijze kan worden vastgesteld, is de gewone rechtbank van de eiser bevoegd (artikel 92, CMP).

De territoriale bevoegdheid in procedures betreffende de vaststelling van de ongeldigheid of nietigheid van een huwelijk ligt bij de rechtbank van het district waarin het echtpaar zijn laatste gezamenlijke woonplaats had, mits ten minste één echtgenoot nog steeds in dat district woont. Anders is de gewone rechtbank van de echtgenoot die de vordering niet heeft ingediend territoriaal bevoegd. Als de bevoegde rechtbank niet op deze wijze kan worden vastgesteld, is de gewone rechtbank van een van de echtgenoten bevoegd (artikel 101, CMP).

De territoriale bevoegdheid in procedures betreffende de rechtsbescherming van minderjarigen ligt bij de rechtbank van het district waarin de minderjarige zijn woonplaats heeft, bepaald met instemming van zijn ouders of op een andere wijze overeenkomstig de wet aan het begin van de procedure (artikel 112, lid 1, CMP).

De territoriale bevoegdheid in procedures betreffende adoptie ligt bij de rechtbank van het district waarin het kind zijn woonplaats heeft, bepaald met instemming van zijn ouders of op een andere wijze overeenkomstig de wet aan het begin van de procedure. Als er geen dergelijke rechtbank is, is de rechtbank van het district waarin het kind woont bevoegd om de zaak te behandelen (artikel 136, CMP).

De territoriale bevoegdheid in procedures betreffende de bevoegdheid tot het instellen van rechtsvorderingen ligt bij de rechtbank van het district waarin de persoon over wiens hoedanigheid het gaat zijn woonplaats heeft (artikel 232, CMP).

De territoriale bevoegdheid in procedures betreffende de toelaatbaarheid van iemands opname en vasthouding in een medische faciliteit ligt bij de rechtbank van het district waarin de medische faciliteit is gelegen (artikel 252, CMP).

De territoriale bevoegdheid in procedures betreffende de aanstelling van een voogd ligt bij de rechtbank van het district waarin de betrokkene zijn woonplaats of, als er geen dergelijke rechtbank is, zijn bezittingen heeft (artikel 273, CMP).

De territoriale bevoegdheid in procedures betreffende een overlijdensverklaring ligt bij de gewone rechtbank van de persoon die moet worden doodverklaard (artikel 220, CMP).

De territoriale bevoegdheid in procedures betreffende een erfenis ligt bij de rechtbank van het district waarin:

a) de erflater op het tijdstip van zijn overlijden zijn vaste woonplaats had;

b) de bezittingen van de erflater zich bevinden, tenzij de bevoegdheid wordt bepaald overeenkomstig punt a);

c) de erflater is overleden, tenzij de bevoegdheid wordt bepaald overeenkomstig punt a) of b) (artikel 158, CMP).

In latere erfrechtprocedures is de rechtbank die de erfrechtprocedure heeft afgesloten territoriaal bevoegd (artikel 159, CMP).

Indien een vordering van een minderjarige die erfgenaam is door een rechtbank moet worden goedgekeurd in het kader van een erfrechtprocedure, is de rechtbank waarbij de erfrechtprocedure aanhangig is bevoegd om de rechtsvordering goed te keuren (artikel 160, lid 1, CMP).

De territoriale bevoegdheid in procedures betreffende notariële bewaring ligt bij de rechtbank van het district waarin de notaris die het geld, de voorwerpen of de effecten in bewaring heeft, zijn statutaire zetel heeft (artikel 334, CMP).

De territoriale bevoegdheid in procedures betreffende de gerechtelijke vervanging van een zoekgeraakt effect dat door een bank of filiaal van een buitenlandse bank is uitgegeven, ligt bij de rechtbank van het district waarin de bank of het filiaal van een buitenlandse bank zijn statutaire zetel heeft. Anders zal de gewone rechtbank van de eiser bevoegd zijn in procedures betreffende de gerechtelijke vervanging van een stuk. Als de gewone rechtbank van de eiser niet in Slowakije is gelegen, is de rechtbank van het district waarin de plaats van betaling is gelegen bevoegd (artikel 311, CMP).

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Nee.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

De bevoegdheid van gespecialiseerde rechtbanken is geregeld in de artikelen 22 tot en met 33 van het CMP; er zijn met name gespecialiseerde rechtbanken die bevoegd zijn voor:

a) procedures betreffende wissels en cheques;

b) arbeidsgeschillen;

c) faillissements- en herstructureringsprocedures;

d) geschillen in verband met industriële eigendom;

e) geschillen in verband met oneerlijke concurrentie en geschillen over auteursrechten;

f) geschillen die voortvloeien uit economische concurrentie;

g) geschillen betreffende arbitrageprocedures;

h) geschillen die voortvloeien uit beursovereenkomsten;

i) geschillen met betrekking tot de vaststelling van de ongeldigheid van een overeenkomst, een concessieovereenkomst of een raamovereenkomst;

j) geschillen die voortvloeien uit een abstracte toetsing van consumentenzaken;

k) geschillen met betrekking tot vergoedingen voor nucleaire schade;

l) in een andere EU-lidstaat gelaste bewarende maatregelen in burgerlijke zaken.

Laatste update: 22/04/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Finland

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

In Finland worden civielrechtelijke zaken behandeld door algemene rechtbanken. Bijzondere rechtbanken zijn over het algemeen beroepsinstanties of behandelen zaken die niet door burgers aanhangig zijn gemaakt.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

In Finland is de algemene rechtbank van eerste aanleg in civiele zaken de districtsrechtbank (käräjäoikeus). De hoven van beroep (hovioikeus) fungeren voornamelijk als beroepsinstantie.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

De basisregel is dat zaken aanhangig worden gemaakt bij de algemene rechtbank van eerste aanleg in de woonplaats van de verweerder. Dit is ook van toepassing op zaken waarin de verweerder een rechtspersoon is. Slechts een kleine minderheid van de zaken wordt elders behandeld.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Onder andere bij de volgende gerechtelijke acties is dat mogelijk:

Acties met betrekking tot echtscheiding, beëindiging van een samenlevingscontract, de geldigheid van een huwelijk of de verdeling van bezittingen in andere omstandigheden dan het overlijden van een van de echtgenoten kunnen aanhangig worden gemaakt bij een rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waarin een van beide echtgenoten zijn of haar woon- of verblijfplaats heeft.

Acties met betrekking tot de activiteiten van een filiaal, afdeling, vertegenwoordiger of andere plaats waar het bedrijf van een rechtspersoon of de activiteiten van één enkele handelaar wordt of worden uitgeoefend waarbij dat bedrijf of die handelaar de verweerder is, kunnen eveneens aanhangig worden gemaakt bij een rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar het betrokken bedrijf of de betrokken activiteiten wordt of worden uitgeoefend.

Een vordering van een consument tegen een handelaar kan ook worden behandeld door een rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar de betrokken consument zijn of haar woon- of verblijfplaats heeft.

Het hof voor marktzaken (markkinaoikeus) fungeert als rechtbank van eerste aanleg voor geschillen, verzoeken en klachten in verband met industriële en auteursrechten.

Acties met betrekking tot arbeidsovereenkomsten kunnen aanhangig worden gemaakt bij een rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waar de werkzaamheden waarop de overeenkomst betrekking heeft doorgaans worden uitgevoerd. Wanneer de werkzaamheden niet doorgaans binnen hetzelfde arrondissement worden uitgevoerd, kan een vordering van een werknemer tegen zijn of haar werkgever ook worden behandeld door de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar de betrokken werkgever is gevestigd.

Acties met betrekking tot compensatie anders dan op contractuele gronden kunnen aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar de handeling/nalatigheid die de aanleiding voor de vordering vormt heeft plaatsgevonden of waar het daaruit resulterende verlies zich heeft voorgedaan. De hierboven genoemde typen gerechtelijke acties kunnen ook aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar de eiser zijn of haar woon- of verblijfplaats heeft indien de vordering is gebaseerd op de Wet aansprakelijkheidsverzekering voertuigen (liikennevakuutuslaki), de Wet aansprakelijkheidsverzekering letselschade (potilasvahinkolaki), de Wet aansprakelijkheidsverzekering productschade (tuotevastuulaki), de Wet aansprakelijkheidsverzekering milieuschade (laki ympäristövahinkovakuutuksesta) of de Wet aansprakelijkheid spoorwegongevallen (raideliikennevastuulaki).

Acties met betrekking tot onroerende zaken kunnen aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar de onroerende zaak is gelegen.

Acties met betrekking tot alimentatie kunnen aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar de eiser of de ontvanger van de alimentatie zijn of haar woon- of verblijfplaats heeft.

In internationale zaken kan jurisdictie als neergelegd in EU-wetgeving of internationale verdragen van toepassing zijn.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

De bevoegde rechtbank zal niet altijd de rechtbank in de woon- of verblijfplaats van de verweerder zijn. Voorbeelden:

Acties met betrekking tot de vaststelling van vaderschap moeten aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar de moeder haar of het kind zijn of haar woon- of verblijfplaats heeft. Acties met betrekking tot de ontkenning van het vaderschap moeten aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar het kind zijn of haar woon- of verblijfplaats heeft.

Acties met betrekking tot de voogdij over een kind en het recht op toegang tot een kind moeten aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar het kind zijn of haar woon- of verblijfplaats heeft.

Acties met betrekking tot de afdwinging van voogdijschap of van rechterlijke bevelen om toegang tot een kind te verlenen moeten aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar het kind of de verweerder zijn of haar (tijdelijke) woon- of verblijfplaats heeft.

Acties met betrekking tot de benoeming van voogden, de beëindiging van het voogdijschap, de beperking van iemands rechtsbevoegdheid of de schrapping of wijziging van een dergelijke beperking moeten aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar de persoon van wie de rechtsbevoegdheid wordt beperkt zijn of haar woon- of verblijfplaats heeft.

Acties met betrekking tot de bevestiging van adoptie moeten aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar de adoptieouder(s) zijn of haar (hun) woon- of verblijfplaats heeft (hebben).

Acties met betrekking tot erfenissen of nalatenschappen moeten aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in het arrondissement waar de overleden persoon zijn of haar woon- of verblijfplaats had.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

In civiele acties (maar niet in niet-contentieuze procedures) kunnen de betrokken partijen onder bepaalde voorwaarden een andere rechtbank kiezen dan de rechtbank die normaliter bevoegd is (rechtbank van eerste aanleg).

Het recht van consumenten, werknemers of natuurlijke personen die alimentatie vorderen of ontvangen om een zaak aanhangig te maken bij de rechtbank overeenkomstig het Wetboek van Rechtsvordering (oikeudenkäymiskaari), kan niet worden beperkt door middel van overeenkomsten waarin jurisdictie wordt verleend, behalve in zaken waarin een dergelijke overeenkomst wordt gesloten nadat het geschil reeds is ontstaan.

Overeenkomsten die jurisdictie verlenen moeten schriftelijk worden gesloten en kunnen worden beperkt tot een specifiek geschil of tot alle geschillen die voortvloeien uit een specifieke rechtsbetrekking.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Het hof voor marktzaken fungeert als de rechtbank van eerste aanleg voor geschillen, verzoeken en klachten in verband met industriële en auteursrechten. In Finland worden geschillen alleen in uitzonderingsgevallen door gespecialiseerde rechtbanken behandeld.

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.Finse rechtbanken

Laatste update: 10/05/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Zweden

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

Civielrechtelijke geschillen worden normaliter behandeld door een algemene rechtbank. De zaak moet aanhangig worden gemaakt bij een arrondissementsrechtbank (“tingsrätt”) met rechtsbevoegdheid.

Er zijn twee bijzondere rechtbanken die bepaalde typen civielrechtelijke zaken behandelen, te weten de rechtbank voor arbeidsgeschillen (“arbetsdomstolen”) en de rechtbank voor marktgeschillen (“marknadsdomstolen”). Ook zijn er bepaalde arrondissementsrechtbanken die specifieke typen zaken behandelen. Informatie over de rechtsbevoegdheid van deze rechtbanken is te vinden in het antwoord op vraag 3 hieronder.

Meer informatie over algemene rechtbanken kan hier worden gevonden, en meer informatie over bijzondere rechtbanken hier.

Sommige civiele geschillen worden behandeld door organen die feitelijk geen rechtbank zijn. Door middel van een vereenvoudigde procedure in het kader van een verkorte procesgang kunnen de handhavingsautoriteiten een partij verplichten om een betaling te verrichten of een andere stap te ondernemen. Beslissingen van de autoriteiten kunnen worden aangevochten bij een arrondissementsrechtbank. Bepaalde typen geschillen met betrekking tot huur- of leaseovereenkomsten worden behandeld door rechtbanken voor huurgeschillen (“hyresnämnder”) of rechtbanken voor leasegeschillen (“arrendenämnder”).

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Vrijwel alle civiele zaken worden eerst behandeld door een lagere rechtank, de arrondissementsrechtbank (“tingsrätt”).

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

De algemene regel is dat een zaak aanhangig moet worden gemaakt in de woon- of vestigingsplaats van de verweerder. Een natuurlijke persoon wordt geacht te wonen in de plaats waar hij of zij staat ingeschreven in het bevolkingsregister. De Zweedse belastingdienst (“Skatteverket”) kan informatie verstrekken over de plaats waar iemand in het bevolkingsregister staat ingeschreven (tel: +46 (0)8 56 48 51 60). Rechtspersonen worden normaliter geacht te zijn gevestigd in de plaats waar ze hun statutaire zetel hebben.

Het kan ook mogelijk zijn om een zaak aanhangig te maken bij een Zweedse rechtbank als de persoon niet in Zweden woont of is gevestigd. Indien de verweerder geen vaste woonplaats heeft, kan de zaak aanhangig worden gemaakt in de plaats waar de verweerder verblijft of, in sommige gevallen, waar hij of zij het laatst heeft gewoond of verbleven. In bepaalde civielrechtelijke geschillen kan een zaak aanhangig worden gemaakt in Zweden ook al woont de verweerder in het buitenland. Als de verweerder onroerende zaken in Zweden bezit of in Zweden een overeenkomst heeft gesloten, zal dit van cruciaal belang zijn voor het bepalen van de rechtsbevoegdheid.

In internationale zaken is het belangrijk om in gedachten te houden dat de Zweedse bepalingen inzake de rechtsbevoegdheid van de rechtbanken alleen kunnen worden toegepast wanneer de rechtsbevoegdheid in Zweden ligt. In de meeste gevallen is dat het geval indien een Zweedse rechtbank krachtens de nationale bepalingen inzake de rechtsbevoegdheid van de rechtbanken rechtsbevoegdheid heeft. In dit verband moet tevens rekening worden gehouden met internationale overeenkomsten die mogelijk van toepassing zijn. De belangrijkste hiervan voor Zweden zijn de Brussel I-verordening, het Verdrag van Brussel en het Verdrag van Lugano, die alle de rechtsbevoegdheid van de rechtbanken reguleren ingeval de verweerder woont of is gevestigd in een staat die onder de verordening of een van de verdragen valt. In het bijzonder wordt in deze rechtsinstrumenten ook specifiek bepaald dat de gronden voor rechtsbevoegdheid bij het aanhangig maken van een zaak wegens aansprakelijkheid voor een betaling in de plaats waar de verweerder onroerende zaken bezit, mogelijk niet van toepassing zijn op een persoon die in een lidstaat of een verdragsluitende staat woont.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Er is een aantal regels inzake rechtsbevoegdheid die bepalen dat een zaak ook bij een andere rechtbank aanhangig kan worden gemaakt dan de rechtbank in de plaats waar de verweerder woont of is gevestigd. Ook in verschillende internationale overeenkomsten, zoals de Brussel I-verordening, het Verdrag van Brussel en het Verdrag van Lugano, zijn regels inzake concurrerende rechtsmacht vastgelegd.

De belangrijkste Zweedse regels over concurrerende rechtsmacht zijn de volgende:

  • Eenieder die schade heeft geleden kan een zaak aanhangig maken in de plaats waar het schadetoebrengende feit zich heeft voorgedaan. In beginsel geldt deze bepaling niet voor inbreuken op contracten. Een rechtsvordering tot vergoeding van schade die het gevolg is van een strafbare handeling kan aanhangig worden gemaakt in samenhang met vervolging van het strafbare feit.
  • In consumentengeschillen met een geringe waarde kunnen consumenten een zaak tegen een handelaar aanhangig maken bij hun eigen rechtbank.
  • Zaken aangaande aansprakelijkheid voor een betaling uit hoofde van een contract kunnen in bepaalde gevallen aanhangig worden gemaakt in de plaats waar het contract is gesloten. Aan de andere kant kent het Zweedse recht geen bepaling die rechtsbevoegdheid verleent aan de rechtbank waar het contract moet worden uitgevoerd.
  • Een zaak tegen een handelaar betreffende een geschil dat is ontstaan in verband met een bedrijfsactiviteit kan in enkele gevallen aanhangig worden gemaakt in de plaats waar het bedrijf is gevestigd.
  • Rechtsvorderingen die betrekking hebben op de voogdij over kinderen, de huisvesting van kinderen en bezoekregelingen worden normaliter behandeld in de plaats waar het kind woont (zie ook het onderdeel over ouderlijke verantwoordelijkheden – Zweden).
  • Zaken die betrekking hebben op het levensonderhoud van kinderen worden doorgaans behandeld door de rechtbank in de plaats waar de verweerder woont, maar geschillen over ouderschap, huwelijksgeschillen en geschillen over ouderlijke verantwoordelijkheid (voogdij over en huisvesting van kinderen) kunnen ook door een andere rechtbank worden behandeld.
2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Het Zweedse recht kent een aantal regels inzake exclusieve rechtsbevoegdheid die bepalen dat een zaak bij een specifieke rechtbank aanhangig moet worden gemaakt. Ook verschillende internationale overeenkomsten, zoals de Brussel I-verordening, het Verdrag van Brussel en het Verdrag van Lugano, bevatten regels inzake exclusieve rechtsbevoegdheid. Indien een zaak die onder een van deze regels valt bij een andere rechtbank aanhangig wordt gemaakt dan bij de rechtbank met exclusieve rechtsbevoegdheid, mag die rechtbank de zaak niet in behandeling nemen.

De belangrijkste Zweedse regels inzake exclusieve rechtsbevoegdheid zijn de volgende:

  • De meeste rechtsgeschillen betreffende onroerende zaken moeten worden behandeld door de rechtbank in de plaats waar het onroerende goed is gelegen.
  • Sommige geschillen over onroerende zaken moeten worden behandeld door een rechtbank voor vastgoedgeschillen (“fastighetsdomstol”) of door een rechtbank voor huur- of leasegeschillen (“hyresnämnd” of “arrendenämnd”). Ook hier is dit afhankelijk van de plaats waar het onroerend goed is gelegen.
  • Zaken met betrekking tot het erfrecht moeten worden behandeld door de rechtbank in de plaats waar de overleden persoon woonde.
  • Huwelijksgeschillen en geschillen over de verdeling van eigendommen tussen echtgenoten moeten worden behandeld door de rechtbank in de plaats waar een van de partijen woont.
  • Wanneer een geschil moet worden behandeld door de rechtbank voor arbeidsgeschillen (“arbetsdomstolen”) of door de rechtbank voor marktgeschillen (“marknadsdomstolen”), kan de zaak niet aanhangig worden gemaakt bij de algemene rechtbank in de woonplaats van de verweerder.
  • Voor de meeste zaken betreffende het milieurecht, het zeerecht en het intellectuele-eigendomsrecht gelden bijzondere regels die de rechtsbevoegdheid aan één specifieke rechtbank toekennen.
  • Het Zweedse hof van beroep (“Svea hovrätt”) heeft exclusieve rechtsbevoegdheid om verzoekschriften inzake de tenuitvoerlegging van uitspraken van buitenlandse rechtbanken te behandelen.
2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

De partijen kunnen een overeenkomst sluiten waarin wordt bepaald dat een geschil kan of moet worden behandeld door een bepaalde rechtbank, de zogeheten overeenkomst inzake uitbreiding van rechtsbevoegdheid. Dit moet een schriftelijke overeenkomst zijn. De overeenkomst kan inhouden dat één enkele rechtbank exclusieve rechtsbevoegdheid heeft. Ook is het mogelijk om overeen te komen dat een andere rechtbank dan de rechtbank waarin de normale regels voorzien, rechtsbevoegdheid heeft. Voorts kunnen de partijen rechtsbevoegdheid toekennen aan meer dan één rechtbank.

In beginsel is de rechtbank waaraan de partijen rechtsbevoegdheid hebben toegekend verplicht om een zaak die bij haar aanhangig wordt gemaakt in behandeling te nemen. Dit is echter niet van toepassing indien de overeenkomst in strijd is met een van de regels inzake exclusieve rechtsbevoegdheid. Als een van de partijen stelt dat de overeenkomst inzake uitbreiding van rechtsbevoegdheid ongeldig is, moet de rechtbank ook dit onderzoeken, met als gevolg dat ze mogelijk geen rechtsbevoegdheid heeft.

Een rechtbank die anders geen rechtsbevoegdheid zou hebben, kan rechtsbevoegdheid hebben indien de verweerder niet aanvoert dat de zaak door de verkeerde rechtbank wordt behandeld (ook wel “stilzwijgende aanwijzing” genoemd). Dit is echter niet het geval als de regels inzake exclusieve rechtsbevoegdheid gelden; de rechtbank moet deze rechtsvraag uit eigen beweging in overweging nemen. De rechtbank zal de vraag of de zaak aanhangig is gemaakt in strijd met de hoofdregel, de regels inzake concurrerende rechtsmacht of een overeenkomst inzake uitbreiding van rechtsbevoegdheid echter niet automatisch onderzoeken. Het argument dat de rechtbank geen rechtsbevoegdheid heeft, moet worden aangevoerd wanneer de partijen voor het eerst verklaringen in de zaak afleggen. Als de verweerder echter helemaal geen verklaring aflegt en de rechtbank een verstekvonnis moet wijzen, moet de rechtbank onderzoeken of ze rechtsbevoegd is.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Er zijn twee bijzondere rechtbanken die bepaalde typen civiele zaken behandelen, te weten de rechtbank voor arbeidsgeschillen (“arbetsdomstolen”) en de rechtbank voor marktgeschillen (“marknadsdomstolen”). De rechtbank voor arbeidsgeschillen behandelt geschillen met betrekking tot arbeidsverhoudingen, d.w.z. geschillen die verband houden met de verhouding tussen een werkgever en een werknemer. De rechtbank voor marktgeschillen behandelt zaken die betrekking hebben op het mededingings- en handelsrecht.

Bepaalde arrondissementsrechtbanken (“tingsrätter”) behandelen een specifiek type civiele zaken. Vijf Zweedse arrondissementsrechtbanken zijn ook rechtbank voor grond- en milieugeschillen (“mark- och miljödomstolar”). Deze rechtbanken behandelen zaken die onder het milieuwetboek (“miljöbalken”) vallen en zaken die betrekking hebben op onteigening of verkaveling van grond. Maritieme zaken worden behandeld door zeven arrondissementsrechtbanken die tevens zeerechtbanken zijn (“sjörättsdomstolar”). Er zijn speciale regels voor geschillen over intellectuele eigendomsrechten, in het bijzonder geschillen over octrooien, waarvoor de arrondissementsrechtbank van Stockholm (“Stockholms tingsrätt”) exclusieve rechtsbevoegdheid heeft.

Laatste update: 12/11/2015

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Engeland en Wales

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

De aard van het geschil bepaalt welke rechterlijke instantie bevoegd is om uitspraak te doen in het geschil. Civiele procedures worden doorgaans ingeleid bij het County Court of het High Court; de bepalende factoren zijn de waarde van de vordering en de complexiteit van het geschil. Zaken tussen de staat en een individu, evenals zaken op bepaalde specifieke terreinen (zoals arbeidsrecht) worden doorgaans behandeld door tribunals. Informatie over de verschillende tribunals kunt u vinden op de website van het De link wordt in een nieuw venster geopend.ministerie van Justitie.

Sommige hearing centres van County Courts behandelen alleen civiele zaken, terwijl andere een bijzondere bevoegdheid (“specialist jurisdiction”) hebben, op grond waarvan zij zaken kunnen behandelen op het gebied van chancery law, handelsrecht en technologie- en bouwrecht. Bovendien heeft het High Court, dat normaliter in Londen is gevestigd, District Registry’s in veel van de belangrijkste gebieden van het land. Dankzij de District Registry’s kunnen zaken van het High Court buiten Londen aanhangig worden gemaakt en gehoord door een bevoegde rechter. In bepaalde regionale centra heeft het Administrative Court een permanente vertegenwoordiging van het High Court.[1]. Een uitvoeriger beschrijving van het High Court vindt u hieronder.

Vaak is niet eenvoudig vast te stellen welke rechterlijke instantie bevoegd is. Zo worden bepaalde arbeidsrechtzaken behandeld door het County Court in plaats van het Employment Tribunal. Het verdient daarom aanbeveling om advies in te winnen voordat u een procedure aanspant. Meer informatie kunt u ook vinden op de website van het De link wordt in een nieuw venster geopend.ministerie van Justitie.

[1] Cardiff, Bristol, Birmingham, Leeds en Manchester

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

De procedurevoorschriften voor civiele zaken, bekend onder de naam De link wordt in een nieuw venster geopend.Civil Procedure Rules (CPR), die worden geflankeerd door dienstvoorschriften die praktisch advies geven over de interpretatie van de voorschriften. In de dienstvoorschriften bij De link wordt in een nieuw venster geopend.deel 7 van de CPR wordt uiteengezet op welk gerechtelijk niveau zaken moeten worden ingeleid. De voornaamste verschillen tussen de rechtsbevoegdheid van het County Court en die van het High Court zijn gelegen in de waarde van de vordering en de complexiteit van de zaak. De algemene grens is dat een vordering van minder dan 100 000 GBP wordt behandeld door het County Court en een hogere vordering door het High Court. Bovendien is er een procedure uit hoofde van deel 8 van de CPR voor niet-geldelijke vorderingen, waarbij de aard van de vordering en de complexiteit van de zaak bepalend zijn voor de betreffende procedure.

Voor geldelijke vorderingen zijn er drie verschillende procedures (“tracks”): voor vorderingen tot 10 000 GBP wordt de small claims track (procedure voor geringe vorderingen) gevolgd, voor vorderingen van 10 000 tot 25 000 GBP de fast track (spoedprocedure) en voor alle andere vorderingen de multi track (gewone procedure). Er zij op gewezen dat de rechter beslist welke procedure er gevolgd wordt en dat niets in het voorgaande een rechter belet van zijn of haar bevoegdheden gebruik te maken om zaken toe te wijzen aan een specifieke procedure om door een specifieke rechtbank te worden behandeld. Een uitvoeriger toelichting vindt u De link wordt in een nieuw venster geopend.hier.

Het High Court bestaat uit drie afdelingen (divisions), die verschillende soorten zaken behandelen.

Queen’s Bench Division – behandelt een grote verscheidenheid aan civiele zaken, waaronder vorderingen tot vergoeding van schade als gevolg van contractbreuk en onrechtmatige daad, smaad, handelsgeschillen en maritieme zaken (civiele vorderingen met betrekking tot schepen, bijvoorbeeld aanvaring, schade aan de lading en berging); bovendien omvat het tegenwoordig het Official Referees Court onder het overkoepelende De link wordt in een nieuw venster geopend.Technology and Construction Court. Het High Court oefent ook toezicht uit op een groot aantal andere rechtbanken, tribunals en instanties of personen die een overheidsfunctie bekleden (waaronder ministers) via het Administrative Court (administratief gerecht) door middel van Judicial Review (rechterlijke toetsing), een procedure die waarborgt dat beslissingen van deze instanties of personen volgens de regels en rechtmatig tot stand komen en dat zij daarbij de hun door het parlement verleende bevoegdheden niet overschrijden.

Chancery Division – houdt zich met name bezig met vermogensrechtelijke zaken, waaronder het beheer van de nalatenschap van overleden personen, de verificatie van testamenten, insolventie, belastingheffing bij personenvennootschappen, octrooien en geschillen over personen- en kapitaalvennootschappen. Het recentelijk in het leven geroepen De link wordt in een nieuw venster geopend.Intellectual Property Enterprise Court #_ftn1[1] valt ook onder de bevoegdheid van de Chancery Division.

Family Division – behandelt echtscheiding en huwelijkskwesties, zaken waarbij kinderen betrokken zijn, zoals adoptie, onbetwiste testamenten en de verdeling van de nalatenschap van personen die zijn overleden zonder een testament te hebben gemaakt.

Bijzonderheden over het High Court kunt u vinden op de website van het De link wordt in een nieuw venster geopend.ministerie van Justitie.

Als u twijfelt welke rechtbank bevoegd is in uw zaak, verdient het aanbeveling juridisch advies in te winnen of de website van het De link wordt in een nieuw venster geopend.ministerie van Justitie te raadplegen.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Zoals hierboven vermeld worden County Court-vorderingen tegenwoordig over het algemeen centraal aanhangig gemaakt en vervolgens overgedragen aan hearing centres, wanneer er hoorzittingen nodig zijn. Overeenkomstig deel 26(2A)(2) van de CPR moet de zaak worden overgedragen aan het County Court hearing centre dat bevoegd is voor het adres waar de verweerder woont of zijn bedrijf uitoefent, maar staat het elk van beide partijen vrij om te verzoeken dat een zaak in een bepaald hearing centre wordt behandeld. In het geval van “specialist jurisdiction” kan het zijn dat de zaak wordt toegewezen aan een hearing centre dat voor geen van beide partijen het lokale hearing centre is, omdat gespecialiseerde rechters nodig zijn.

Bovendien zijn er specifieke soorten zaken die alleen in de betrokken regio kunnen worden aangebracht, zoals geschillen over onroerende zaken, vorderingen uit hoofde van de Consumer Credit Act of terugvorderingsprocedures. In die gevallen moet de vordering worden ingesteld bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de gedaagde woont of zijn bedrijf uitoefent. Meer informatie over deze uitzonderingen kunt u vinden in de delen 55 en 7 van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Civil Procedure Rules voor Engeland en Wales.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

De uitzondering op de basisregel is dat de zaak wordt behandeld bij de rechtbank die het meest geschikt is voor de behandeling van de zaak, rekening houdend met de aard van de zaak, de beschikbare rechters en de verklaringen van de partijen bij welke rechtbank zij de zaak aanhangig willen maken.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

De basisregel is dat, als een hoorzitting nodig is, de zaak wordt overgedragen aan het County Court hearing centre dat bevoegd is voor het adres waar de verweerder woont of zijn bedrijf uitoefent. Wanneer de partijen de Directions Questionnaire invullen, mogen zij evenwel kiezen door welke rechtbank zij de zaak behandeld willen hebben, maar de uiteindelijke beslissing is aan de rechter. Sommige vorderingen die bij het High Court worden aangebracht, kunnen bij een van de verschillende District Registry’s worden behandeld. Meer informatie over het verwijzen van zaken kunt u vinden in De link wordt in een nieuw venster geopend.deel 30 van de Civil Procedure Rules.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Zoals hierboven vermeld is de waarde of de complexiteit van de vordering over het algemeen bepalend als het erom gaat welke rechtbank de zaak behandelt. De partijen kunnen in de Directions Questionnaire aangeven bij welke rechtbank zij de zaak aanhangig willen maken, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de rechter. Het is niet aan de eiser om te kiezen bij welke rechtbank de procedure wordt aangebracht. Bovendien kan de rechtbank overeenkomstig deel 2.7 van de CPR naar eigen absolute goeddunken zaken in behandeling nemen waarvan zij dit passend acht. Meer bijzonderheden kunt u vinden in de De link wordt in een nieuw venster geopend.Civil Procedure Rules.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Nee.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

De bevoegdheid van de afdelingen van het High Court en bijzonderheden over de rechtbanken die familiezaken behandelen, zijn hierboven beschreven.

Meer informatie over de De link wordt in een nieuw venster geopend.County Courts en over het De link wordt in een nieuw venster geopend.High Court vindt u op de website van het ministerie van Justitie.

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.Ministerie van Justitie

Laatste update: 16/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Noord-Ierland

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

De meeste soorten burgerlijke en handelszaken worden behandeld door het High Court van Noord-Ierland of door het County Court. De Magistrates’ Courts zijn bevoegd in sommige civiele zaken, zoals geringe schuldvorderingen, personen- en familiezaken.

Er is een aantal bij de wet ingestelde gespecialiseerde tribunals, die bevoegd zijn in zaken op uiteenlopende gebieden als immigratie, belastingen, geestelijke gezondheid, sociale zekerheid en vervoer. Sommige tribunals zijn bevoegd in het gehele Verenigd Koninkrijk. Informatie over deze tribunals kunt u vinden op de website van de Northern Ireland Courts and Tribunals Service. Andere tribunals, zoals het Fair Employment Tribunal en de Industrial Tribunals, die kennisnemen van bepaalde arbeidsgeschillen, zijn alleen bevoegd in Noord-Ierland.

Vaak is het niet eenvoudig vast te stellen welke rechtbank bevoegd is. Het verdient daarom altijd aanbeveling juridisch advies in te winnen voordat u een procedure aanspant.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Het verdient altijd aanbeveling juridisch advies in te winnen over de bevoegde rechter bij wie u een zaak aanhangig kunt maken.

Als de waarde van uw vordering minder dan 30 000 GBP bedraagt en de vordering betrekking heeft op schadevergoeding wegens nalatigheid of contractbreuk, moet de zaak aanhangig worden gemaakt bij het County Court, tenzij anders wordt geadviseerd. Als de vordering meer dan 30 000 GBP bedraagt, moet de zaak bij het High Court worden aangebracht.

Voor bepaalde vorderingen voor een bedrag tot 3 000 GBP bestaat bij de County Courts een afzonderlijke rechtsgang voor geringe vorderingen. Deze procedure biedt een eenvoudige, informele manier om geschillen op te lossen, vaak zonder dat juridische bijstand nodig is. Op de website van de Northern Ireland Courts and Tribunals Service vindt u een brochure over de procedure voor geringe vorderingen.

Personen- en familiezaken kunnen door het Magistrates’ Court, het County Court of het High Court worden behandeld, afhankelijk van de aard van de zaak.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Magistrates’ Courts en het County Court zijn bevoegd in heel Noord-Ierland. Het gebied waarop deze Courts doorgaans zaken behandelen, wordt bepaald aan de hand van drie Administrative Court Divisions. De Administrative Court Guide kan worden gedownload van de website van de NICTS via de volgende link: De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.courtsni.gov.uk/en-GB/Documents/Single%20Jurisdiction%20Internet%20Info%20Agreed.pdf

Het High Court is bevoegd in heel Noord-Ierland.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Doorgaans moet een zaak aanhangig worden gemaakt bij een rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de verweerder woont of zijn bedrijf uitoefent, of bij een rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de feiten die aan de vordering ten grondslag liggen, zich hebben voorgedaan (hoewel zaken technisch gezien bij elke Division aanhangig kunnen worden gemaakt).

De bevoegdheid in geschillen over overeenkomsten hangt af van de aard van de overeenkomst. In een geschil over bijvoorbeeld een arbeidsovereenkomst kan het County Court bevoegd zijn, maar ook het Industrial Tribunal.

Personen- en familiezaken zoals ouderlijke verantwoordelijkheid worden behandeld door het Magistrates’ Court, het County Court of het High Court, afhankelijk van de aard van de vordering.

Vorderingen op grond van onrechtmatige daad en civiele vorderingen op grond van een strafrechtelijke procedure vallen onder de algemene bevoegdheidsregels. Er bestaat echter ook een speciale regeling voor de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven. Meer informatie hierover kunt u vinden op de website van het Compensation Agency (zie link hieronder).

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Een dergelijk vereiste bestaat niet. Een procedure kan bij elke Administrative Court Division aanhangig worden gemaakt, ongeacht het onderwerp. Over het algemeen gebeurt dit evenwel bij de Division die bevoegd is voor de plaats waar de verweerder woont of zijn bedrijf uitoefent, of bij een rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de feiten zich hebben voorgedaan die aan de vordering ten grondslag liggen.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Partijen kunnen zelf geen bevoegde rechtbank aanwijzen.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Informatie over de tribunals die in het gehele Verenigd Koninkrijk bevoegd zijn, kunt u vinden op de websites van de Court Service voor Engeland en Wales en het ministerie van Justitie.

Op de website van de Northern Ireland Courts and Tribunals Service kunt u brochures vinden over de rechtbanken en de meeste tribunals in Noord-Ierland.

Informatie over de bevoegdheid van de Industrial Tribunals en het Fair Employment Tribunal kunt u vinden op de website van de Industrial Tribunals en het Fair Employment Tribunal.

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.Northern Ireland Courts and Tribunals Service

De link wordt in een nieuw venster geopend.Tribunals (Her Majesty’s Court Service – Engeland en Wales)

De link wordt in een nieuw venster geopend.Tribunals (ministerie van Justitie)

De link wordt in een nieuw venster geopend.Industrial Tribunals en Fair Employment Tribunal

De link wordt in een nieuw venster geopend.Compensation Services

Laatste update: 14/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Schotland

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

De twee belangrijkste burgerlijke rechtbanken in Schotland zijn het Sheriff Court (met inbegrip van het Sheriff Appeal Court) en het Court of Session. Er zijn echter enkele gespecialiseerde rechtbanken die enkel bevoegd zijn kennis te nemen van bepaalde vorderingen. Het betreft onder meer: het Court of the Lord Lyon, het Court of Exchequer, het Election Petition Court, het Sheriff Personal Injury Court (dat deel uitmaakt van het Sheriff Court) en het Scottish Land Court. Bovendien is er een aantal bij wet ingestelde gespecialiseerde tribunals.

Tribunals

Bij de Tribunals Courts and Enforcement Act 2007 is er één verenigde structuur gevormd voor de meeste VK-brede tribunals, verdeeld over het First-tier Tribunal en het Upper Tribunal. Het First-tier Tribunal en het Upper Tribunal hebben elk aparte kamers voor verschillende onderwerpen, waarin vergelijkbare rechterlijke jurisdicties samenkomen. Bijzonderheden over de Tribunals kunt u vinden op de website van De link wordt in een nieuw venster geopend.Her Majesty’s Courts and Tribunals Service.

Een aantal tribunals is aan Schotland gedelegeerd. De jurisdicties van tribunals worden doorgaans geleid door een eigen president of voorzitter en hebben elk verschillende handhavingsbevoegdheden De jurisdicties lopen uiteen van beroepen tegen parkeerboeten tot de verplichte behandeling en vrijheidsbeperking van patiënten met een ernstige psychische aandoening. Beroepen tegen beslissingen van Schotse rechtbanken worden behandeld door de burgerlijke rechtbanken in Schotland en kunnen ook door het Sheriff Court en het Court of Session worden behandeld.

Bij de Tribunals (Scotland) Act 2014 wordt er één First-tier Tribunal for Scotland and Upper Tribunal for Scotland voor gedelegeerde tribunals gevormd. De hoogste rechter van Schotland, de Lord President, is het hoofd van de Scottish Tribunals en heeft verscheidene functies gedelegeerd aan de President of Scottish Tribunals, wat vergelijkbaar is met het hierboven beschreven VK-model. Het Upper Tribunal for Scotland neemt de verantwoordelijkheid voor de behandeling van de meeste beroepen tegen First-tier beslissingen, waarmee deze uit de jurisdictie van de rechtbanken worden weggenomen. De eerste tribunals moeten in december 2016 op de nieuwe structuur overgaan. De administratie van het First-tier Tribunal for Scotland and Upper Tribunal for Scotland wordt gevoerd door de Scottish Courts and Tribunals Service.

Meer informatie kunt u vinden op de websites van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Scottish Courts and Tribunals Service en de De link wordt in een nieuw venster geopend.Schotse overheid.

Court of the Lord Lyon

De Lord Lyon King of Arms is een van de Officers of State van het Koninkrijk Schotland en is adviseur van de Kroon in aangelegenheden die heraldiek, genealogie en ceremonieel betreffen. Hij oordeelt als enig rechter in alle geschillen over heraldiek, handhaaft de Law of Arms en spreekt recht in zaken die het naamrecht, de gezinsvertegenwoordiging en het familiegezag betreffen.

Court of Exchequer

Het Court of Session houdt zitting als Court of Exchequer in Schotland, wanneer het kennis neemt van belastingzaken. Het behandelt voornamelijk beroepszaken tegen besluiten van de speciale commissarissen voor de inkomstenbelasting over belastingverplichtingen.

Election Petition Court

Deze rechtbank bestaat uit twee rechters van het Court of Session en neemt kennis van verzoekschriften die wegens wederrechtelijkheid of onrechtmatige praktijken zijn ingediend tegen de verkiezing van leden van het Britse en het Schotse parlement.

Het Scottish Land Court

Deze rechtbank behandelt voornamelijk geschillen in verband met de pacht van landbouwgrond en “crofting” (een vorm van klein grondbezit).  De Chairman en de Deputy Chairman van het Scottish Land Court zijn juristen en de twee leden zijn praktiserende landbouwers.  Deze rechtbank kan worden gevraagd om de pacht vast te stellen voor landbouwbedrijven en crofts en zij behandelt beroepen tegen de instantie die crofting reguleert.  Zij behandelt ook beroepen tegen besluiten van de Schotse overheid om landbouwers die betalingen ontvangen uit hoofde van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU, sancties op te leggen alsmede beroepen in verband met bepaalde milieu-aangelegenheden.

Het Lands Tribunal for Scotland

Het Tribunal heeft een President en drie leden met erkende expertise op het terrein van wetgeving en toezicht.  De President van het Tribunal is ook Chair van het Scotttish Land Court.

De voornaamste werkterreinen zijn:

  • kwijting of wijziging van de voorwaarden van eigendomstitels
  • de rechten van huurders om hun socialesectorwoning te kopen
  • betwiste schadeloosstelling bij onteigening of waardeverlies van grond als gevolg van openbare werken
  • waarderingen voor de taxatie van niet-woningen
  • beroepen tegen de Keeper of the Registers of Scotland
  • beroepen betreffende de waardering van grond bij voorkoop
  • vrijwillige of gezamenlijke verwijzingen waarbij het Tribunal als arbiter optreedt

Het Sheriff Personal Injury Court

Het Sheriff Personal Injury Court is het nationale expertisecentrum voor letselzaken. Letselzaken kunnen aanhangig worden gemaakt bij de gespecialiseerde letselrechtbank in Edinburgh als de gevorderde som meer dan 5 000 GBP bedraagt. Partijen kunnen er ook voor kiezen om letselvorderingen, ongeacht de waarde, in te stellen bij het lokale Sheriff Court. Voor arbeidsletselzaken is er een speciale voorziening: vorderingen met een waarde van meer dan 1 000 GBP kunnen rechtstreeks bij de Sheriff Personal Injury Court worden ingesteld, terwijl arbeidsletselzaken van minder dan 1 000 GBP naar het Court kunnen worden verwezen als de lokale Sheriff deze voldoende belangrijk of complex acht. Het Court of Session behandelt geen letselvorderingen van minder dan 100 000 GBP meer.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

In Schotland kunnen zowel het Sheriff Court (lagere rechter) als het Outer House of the Court of Session (hogere rechter) fungeren als gerecht van eerste aanleg in civiele zaken.

De burgerlijke bevoegdheid van het Sheriff Court is breed en strekt zich uit tot alle schuldvorderingen en schadevergoeding zonder bovengrens.  Vorderingen waarvan de waarde (zonder rente of kosten) niet meer bedraagt dan 100 000 GBP, moeten bij het Sheriff Court aanhangig worden gemaakt. Sinds september 2015 is de exclusieve bevoegdheid van het Sheriff Court verhoogd van 5 000 GBP naar 100 000 GBP.

De onderwerpen die niet onder de bevoegdheid van het Sherriff Court vallen en door het Court of Session worden behandeld, zijn rechterlijke toetsingen van bestuursbesluiten, toewijzingsvorderingen (het stellen van een zekerheid voor het perceel), vernietigingsvorderingen (waardoor de rechtsgevolgen van een besluit of document tenietgaan) en faillissementsaanvragen van vennootschappen met een gestort kapitaal van meer dan 120 000 GBP. Ook zaken die onder de werkingssfeer van het Haags Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen vallen, worden door het Court of Session behandeld.

Zaken kunnen van het Sheriff Court naar het Court of Session worden verwezen op verzoek van de partij in de zaak, wanneer de Sheriff dit op grond van het belang en de complexiteit van de zaak gepast acht. Het Court of Session kan op zijn beurt een zaak lopende de procedure naar zich laten verwijzen.

Omgekeerd kunnen sommige zaken door het Court of Session naar het Sheriff Court worden verwezen.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Bij de meeste soorten civiele zaken wordt de bevoegdheid geregeld door de Civil Jurisdiction and Judgments Act 1982. Het basisbeginsel van de Schotse bevoegdheidsregeling is dat natuurlijke en rechtspersonen moeten worden gedaagd voor de rechtbank van hun woonplaats.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Afgezien van de basisregel die hierboven is vermeld, kunt u in sommige gevallen kiezen bij welke rechtbank u uw zaak aanhangig maakt.

Bijvoorbeeld:

Overeenkomst

Een persoon kan ook worden gedaagd voor de rechtbank van de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd.

Onrechtmatige daad

Een persoon kan ook worden gedaagd voor de rechtbank van de plaats waar het nadelige feit zich heeft voorgedaan of kan voordoen.

Alimentatie

Bevoegd ten aanzien van alimentatievorderingen is de rechtbank van de plaats waar degene die recht heeft op alimentatie zijn woonplaats of zijn gewone verblijfplaats heeft of, indien er sprake is van een aanvullende eis die verbonden is met een vordering betreffende de staat van personen, de rechtbank waar die vordering is aangebracht, mits deze rechtbank bevoegd is daarvan kennis te nemen.

Geschil in verband met de exploitatie van een filiaal, van een agentschap of enige andere vestiging

Hier ligt rechtsbevoegdheid bij de rechtbanken van de plaats waar het filiaal/agentschap is gelegen.

Familierecht

Voor zaken als echtscheiding, contact met en verblijf van kinderen en de verantwoordelijkheden en rechten van ouders worden doorgaans de regels van territoriale bevoegdheid gevolgd binnen Schotland. Dit betekent dat de zaak wordt behandeld in de woonplaats van het kind en doorgaans door het Sheriff Court.  Hiervan kan evenwel worden afgeweken, in het bijzonder als een of beide partijen binding hebben met een ander rechtsgebied dan Schotland. U moet altijd overwegen juridisch advies in te winnen over dergelijke zaken in verband met de rechtsbevoegdheid, als u denkt dat dit van toepassing is.

Lichamelijk letsel

Sinds september 2015 gelden er nieuwe regelingen in verband met de rechtsbevoegdheid van het Sheriff Personal Injury Court, het Sheriff Court en het Court of Session. Zie voor bijzonderheden de informatie elders in dit informatieblad.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

In bepaalde soorten procedures is een rechtbank exclusief bevoegd, ongeacht woonplaats of andere regels voor de bevoegdheid, namelijk:

  • in procedures over zakelijke rechten op en de huur en verhuur, pacht en verpachting van onroerende goederen, zijn de rechtbanken van de plaats waar het onroerend goed gelegen is, bij uitsluiting bevoegd. Voor huur en verhuur, pacht en verpachting van onroerende goederen voor tijdelijk particulier gebruik voor ten hoogste zes maanden, zijn echter ook de rechtbanken van de woonplaats van de verweerder bevoegd, indien de eigenaar en de huurder of pachter natuurlijke personen zijn en hun woonplaatsen in hetzelfde land hebben;
  • in procedures over de geldigheid, de nietigheid of de ontbinding van vennootschappen of rechtspersonen zijn de rechtbanken van de plaats van vestiging van de vennootschap of rechtspersoon bij uitsluiting bevoegd;
  • in procedures over de geldigheid van inschrijvingen in openbare registers zijn de rechtbanken van de plaats waar deze registers worden gehouden bij uitsluiting bevoegd;
  • in procedures over de tenuitvoerlegging van gerechtelijke uitspraken zijn de rechtbanken van de plaats van tenuitvoerlegging bij uitsluiting bevoegd.
2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Een partij kan bevoegdheid toewijzen door een rechtbank uitdrukkelijk als bevoegd te erkennen of door in het geding te verschijnen zonder de bevoegdheid van de rechtbank te betwisten.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

In Schotland wordt slechts zeer beperkt gebruikgemaakt van gespecialiseerde rechtbanken en in het antwoord op vraag 1 wordt uiteengezet welke soorten zaken zij behandelen.  In veel gevallen wordt een burgerrechtelijke zaak door het Sheriff Court of het Court of Session behandeld.  Het verdient hoe dan ook aanbeveling om juridisch advies in te winnen over het aanspannen van een rechtszaak, onder meer over de vraag of de zaak geschikt is voor een gespecialiseerde rechtbank.

Algemene informatie over rechtbanken in Schotland is te vinden op de website van de Scottish Courts and Tribunals Service.

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.Scottish Courts and Tribunals Service

Laatste update: 13/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

In welk land is de rechtbank bevoegd? - Gibraltar

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

De meeste zaken die betrekking hebben op burgerlijke en handelszaken, moeten worden aangespannen bij het Supreme Court van Gibraltar. Het Supreme Court is onderverdeeld in verschillende secties, maar vanwege de omvang van het rechtsgebied is er slechts een griffie. (Het Magistrates Court heeft een beperkte bevoegdheid in sommige familiezaken.)

Voor sommige zaken die verband houden met arbeidsrecht, kan uw zaak aanhangig worden gemaakt bij het Industrial Tribunal. Ook voor gebieden als geestelijke gezondheid, beroepen in verband met inkomstenbelasting en beroepen in verband met sociale zekerheid zijn gespecialiseerde tribunalen opgericht.

Meer informatie is te verkrijgen bij de griffie van het Supreme Court: Supreme Court Registry, 277 Main Street, Gibraltar, telefoonnummer +350 20075608.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

In principe worden civiele zaken alleen behandeld door het Supreme Court van Gibraltar. (Het Magistrates Court heeft een beperkte bevoegdheid in sommige familiezaken.)

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Gezien de omvang van Gibraltar speelt de territoriale bevoegdheid geen rol.

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Er is in Gibraltar slechts een Supreme Court.

2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Er is in Gibraltar slechts een Supreme Court.

2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Er is in Gibraltar slechts een Supreme Court.

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Gespecialiseerde tribunals worden opgericht overeenkomstig de wet. U moet advies inwinnen van een plaatselijke solicitor of van het Citizens Advice Bureau, als u denkt dat u een vordering kunt instellen bij een gespecialiseerd tribunal.

Laatste update: 15/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.