Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Pools) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
De volgende vertalingen zijn al beschikbaar: Engels
Swipe to change

In welk land is de rechtbank bevoegd?

Polen
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Moet ik mij wenden tot een gewone rechtbank of tot een gespecialiseerde rechtbank (bijvoorbeeld een arbeidsrechtbank)?

In Polen worden burgerlijke zaken behandeld door gewone rechtbanken (sądy powszechne) en het Hooggerechtshof (Sąd Najwyższy) (zie: Rechtssystemen in lidstaten – Polen), tenzij ze onder de bevoegdheid van gespecialiseerde rechtbanken vallen.

Bepalingen betreffende de rechtsbevoegdheid zijn vastgelegd in artikelen 16-18 en artikelen 27-46 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (WBR, Kodeks Postępowania Cywilnego).

In districtsrechtbanken (sądy rejonowe) worden civielrechtelijke zaken behandeld door de volgende afdelingen:

Burgerlijke zaken;

Familie en Jeugd (familierechtbanken, sądy rodzinne) – voor familie- en voogdijzaken; zaken betreffende zedenverwildering van minderjarigen en strafbare feiten die door hen zijn gepleegd; zaken betreffende de behandeling van personen die verslaafd zijn aan alcohol, drugs of psychotrope stoffen; alsmede zaken waarvoor, in overeenstemming met andere wetgeving, een voogdijrechtbank bevoegd is;

Arbeid en Sociale zekerheid (arbeidsrechtbanken, sądy pracy) – voor zaken betreffende arbeidsrecht en sociale zekerheid;

Handel (handelsrechtbanken, sądy gospodarcze) voor zaken die betrekking hebben op handelsrecht en burgerlijk recht tussen bedrijfsentiteiten; betreffende hun bedrijfs- of partnerschapsrelaties; zaken tegen leden van raden van bestuur van vennootschappen, betreffende vorderingen die voortvloeien uit valse verklaringen die door leden van raden van bestuur werden ingediend bij het Nationaal Gerechtelijk Register; zaken tegen bedrijfsentiteiten voor het uitvaardigen van een bevel om milieuschade te doen ophouden; en faillissementszaken;

Kadaster – voor het bijhouden van kadastrale registers en het behandelen van andere burgerlijke zaken in verband met kadastrale procedures;

Regionale rechtbanken (sądy okręgowe) in Polen hebben soortgelijke afdelingen, behalve de afdelingen Kadaster en Familie en Jeugd. Regionale rechtbanken in Polen beschikken over afdelingen voor burgerlijke familiezaken die met name bevoegd zijn voor zaken betreffende echtscheiding, scheiding van tafel en bed en beëindiging van een scheiding van tafel en bed, voor de nietigverklaring van een huwelijk, voor het vaststellen van het al dan niet bestaan van een huwelijk of om vonnissen van buitenlandse rechtbanken in familiezaken afdwingbaar te verklaren.

Bovendien heeft de regionale rechtbank van Warschau de volgende bijkomende eenheden die functioneren als afdelingen:

Rechtbank voor Mededinging en Bescherming van de consument (Sąd Ochrony Konkurencji i Konsumentów), die ook bevoegd is om kennis te nemen van zaken betreffende het voorkomen van monopolistische praktijken en energieregulering;

Rechtbank voor Gemeenschapsmerken en Industriële Ontwerpen (Sąd Wspólnotowych Znaków Towarowych i Wzorów Przemysłowych), bevoegd om zaken te behandelen betreffende inbreuken, dreigende inbreuken of het ontbreken van inbreuken van industriële ontwerpen en handelsmerken, de nietigverklaring van een Gemeenschapsontwerp, het verstrijken of de nietigverklaring van een handelsmerk, en de gevolgen van een inbreuk op het handelsmerk.

Bovendien werd de districtsrechtbank van Lublin op 1 januari 2010 aangewezen als bevoegd gerecht om zaken te behandelen die onder de bevoegdheid van andere districtsrechtbanken in een elektronische procedure via een bevelschrift tot betaling vallen.

2 Als de gewone rechtbanken bevoegd zijn (dus als dit de rechtbanken zijn die bevoegd zijn voor dergelijke zaken), hoe kan ik dan te weten komen welke van die rechtbanken bevoegd is voor mijn zaak?

In het algemeen zijn districtsrechtbanken bevoegd voor burgerlijke zaken in eerste aanleg. Districtsrechtbanken zijn in alle gevallen bevoegd, tenzij ze bij wet (artikelen 16 en 507, WBR) aan regionale rechtbanken zijn voorbehouden.

Regionale rechtbanken zijn in eerste aanleg bevoegd voor de zaken opgesomd in artikel 17, WBR, met name:

1) voor niet-eigendomsrechten en eigendomsvorderingen die samen met deze rechten worden uitgeoefend, behalve voor het vaststellen of aanvechten van het ouderschap, de nietigverklaring van een erkenning van het vaderschap en voor ontbinding van een adoptie;

2) voor de bescherming van auteursrechten en aanverwante rechten, alsook zaken betreffende uitvindingen, gebruiksmodellen, industriële ontwerpen, handelsmerken, geografische aanduidingen en topografieën van halfgeleiderproducten, en zaken betreffende de bescherming van andere immateriële eigendomsrechten;

3) voor vorderingen op grond van de Mediawet;

4) voor eigendomsrechten waarbij de waarde van het voorwerp van het geschil meer dan vijfenzeventigduizend zloty bedraagt, behalve zaken betreffende onderhoud, inbreuk op bezit, vaststelling van scheiding van eigendom van echtgenoten, het afstemmen van de inhoud van een vastgoedregister op de actuele juridische status, en zaken die worden onderzocht in een elektronische procedure via een bevelschrift tot betaling;

5) voor het wijzen van een vonnis in plaats van een resolutie voor de verdeling van een samenwerkingsverband;

6) voor de intrekking, de nietigverklaring of de vaststelling van het niet-bestaan van de resoluties van de bestuursorganen van juridische entiteiten of organisatorische eenheden die geen rechtspersoon zijn, maar waaraan rechtspersoonlijkheid is verleend door de wet;

7) voor het voorkomen en bestrijden van oneerlijke concurrentie;

8) voor vergoeding van geleden schade veroorzaakt door het wijzen van een onrechtmatig eindvonnis;

9) voor vorderingen die voortvloeien uit inbreuken op rechten die zijn toegekend op basis van regels inzake bescherming van persoonsgegevens.

Bovendien omvat de bevoegdheid van regionale rechtbanken bijvoorbeeld:

1) zaken betreffende arbeidsongeschiktheid;

2) zaken voor het oplossen van geschillen over de werking van staatsbedrijven: tussen de raad van bestuur van de onderneming en de directeur van de onderneming, de bestuursorganen van de onderneming en haar oprichtende organen, en tussen haar bestuursorganen en de instantie die toezicht uitoefent op de onderneming;

3) voor het erkennen en afdwingbaar verklaren van vonnissen van buitenlandse rechtbanken (artikel 11481 en artikel 11511, WBR).

In zaken betreffende eigendomsrechten is de eiser verplicht om de waarde van het voorwerp van het geschil in de vordering op te geven, tenzij het voorwerp van het geschil een bepaald bedrag is.

In zaken betreffende geldvorderingen, zelfs indien ingesteld als een alternatief voor een andere vordering, vormt het opgegeven bedrag de waarde van het voorwerp van het geschil.

In andere zaken betreffende het eigendom is de eiser verplicht om de waarde van het voorwerp van het geschil op te geven door het bedrag in de vordering te vermelden, in overeenstemming met artikelen 20-24, WBR.

2.1 Is er een onderscheid tussen lagere en hogere gewone burgerlijke rechtbanken (bijvoorbeeld districtsrechtbanken als lagere rechtbanken en regionale rechtbanken als hogere rechtbanken), en zo ja, welke is dan bevoegd voor mijn zaak?

Zie punt 2.

2.2 Territoriale bevoegdheid (is de rechtbank van stad A of van stad B bevoegd voor mijn zaak?)

Het Poolse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering onderscheidt vier types rechtsbevoegdheid: algemene (artikelen 27-30), alternatieve (artikelen 31-37), exclusieve (artikelen 38-42) en bijzondere (artikelen 43-46).

De territoriale bevoegdheid is uitvoerig beschreven in de punten 2.2.1 t/m 2.2.3

2.2.1 De basisregel voor de territoriale bevoegdheid

Algemene territoriale bevoegdheid

Vorderingen moeten worden ingeleid bij de rechtbank van eerste aanleg die territoriaal bevoegd is voor de woonplaats van de verweerder (artikel 27, WBR).

In overeenstemming met artikel 25 van het Burgerlijk Wetboek, is de woonplaats van een natuurlijke persoon de stad/het dorp waar deze persoon verblijft met de bedoeling er permanent te verblijven. Wanneer de verweerder niet woonachtig is in Polen, wordt de algemene bevoegdheid bepaald in functie van zijn of haar verblijfplaats en wanneer die plaats niet gekend is of zich buiten Polen bevindt, moeten de vorderingen worden ingeleid naargelang van de laatste woonplaats van de verweerder in Polen.

Vorderingen tegen de Staatskas moeten worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de zetel van de organisatie-eenheid waarop het geschil betrekking heeft. Wanneer de Staatskas wordt vertegenwoordigd door de Algemeen Adviseur van de republiek Polen (Prokuratoria Generalna Rzeczypospolitej Polskiej), moeten vorderingen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de zetel van de raadgevende afdeling die verantwoordelijk is voor de organisatie-eenheid waarop het geschil betrekking heeft.

Vorderingen tegen andere rechtspersonen en andere entiteiten die geen natuurlijke personen zijn, moeten worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor hun zetel (artikel 30, WBR).

2.2.2 Uitzonderingen op de basisregel

Zie punt 2.2.2.1.

2.2.2.1 Wanneer mag ik kiezen tussen de rechtbank van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel) en een andere rechtbank?

Alternatieve territoriale bevoegdheid laat de eiser toe om in bepaalde gevallen de rechtbank te kiezen. De eiser kan de vordering dan inleiden bij de algemeen bevoegde rechtbank of bij een andere rechtbank vermeld in artikelen 32-371, WBR.

Alternatieve territoriale bevoegdheid is voorzien voor de volgende zaken:

  • voor vorderingen betreffende onderhoud en voor het vaststellen van de afstamming van een kind en aanverwante vorderingen – vorderingen kunnen worden ingeleid bij het hof dat bevoegd is voor de woonplaats van de rechthebbende partij;
  • voor eigendomsvorderingen tegen een bedrijfsentiteit – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor het hoofd- of het bijkantoor van die entiteit indien de vordering verband houdt met de activiteiten van het hoofd- of bijkantoor. Dit geldt echter niet voor zaken waarin de Algemeen Adviseur van de Staatskas de Staatskas vertegenwoordigt;
  • voor de vaststelling van het bestaan van een overeenkomst, voor de uitvoering, de beëindiging of de ongeldigverklaring van een overeenkomst, alsook voor schade als gevolg van het niet of niet behoorlijk uitvoeren van een overeenkomst – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de overeenkomst waarover betwisting bestaat, moet worden uitgevoerd. In geval van twijfel moet de plaats waar de overeenkomst moet worden uitgevoerd, aangetoond worden met een document;
  • voor een aansprakelijkheidsvordering – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de gebeurtenis die de schade veroorzaakte, plaatsvond;
  • voor de betaling van een bedrag dat verschuldigd is voor de behandeling van een zaak – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de wettelijke vertegenwoordiger de zaak behandelde;
  • voor een vordering betreffende vastgoedleasing (najem of dzierżawa) – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar het vastgoed gelegen is;
  • tegen een partij die gebonden is door een promesse of een cheque – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats van betaling. Verschillende partijen die gebonden zijn door een promesse of een cheque kunnen samen worden opgeroepen voor de rechtbank die bevoegd is voor de plaats van betaling of voor de rechtbank die algemeen bevoegd is voor de acceptant of de uitgever van de promesse of de cheque;
  • betreffende arbeidsrecht – vorderingen kunnen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de arbeid wordt, werd of moest worden verricht, of bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats van tewerkstelling (artikel 461 §1, WBR).
2.2.2.2 Wanneer moet ik kiezen voor een andere rechtbank dan die van de woonplaats van de verweerder (aangewezen door de basisregel)?

Exclusieve bevoegdheid van een rechtbank betekent dat alleen de in het Wetboek opgegeven rechtbank kennis mag nemen van de zaak. Exclusieve bevoegdheid is voorzien voor de volgende zaken:

  • betreffende het eigendom of andere zakelijke rechten over onroerend goed, alsook betreffende het bezit van onroerend goed – vorderingen kunnen alleen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar het onroerend goed is gelegen; indien het voorwerp van het geschil een erfdienstbaarheid is, wordt de bevoegdheid bepaald naargelang de ligging van het bezwaarde goed;
  • betreffende erfopvolging, een legitieme portie, alsmede legaten, instructies of andere testamentaire beschikkingen – vorderingen kunnen slechts aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank die bevoegd is voor de laatste gewoonlijke verblijfplaats van de erflater, en wanneer de woonplaats van de erflater in Polen niet kan worden vastgesteld, bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de nalatenschap of een deel daarvan zich bevindt;
  • Betreffende lidmaatschap in een samenwerkingsverband, een partnerschap, een vennootschap of een vereniging – vorderingen kunnen alleen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de zetel;
  • betreffende een huwelijksband – vorderingen kunnen alleen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de echtgenoten het laatst woonachtig waren, zelfs indien een van beiden nog steeds of gewoonlijk woonachtig is in dat rechtsgebied. Bij gebrek aan dergelijke grondslag is de exclusief bevoegde rechtbank de rechtbank die bevoegd is voor de woonplaats van de verweerder, en bij ontstentenis daarvan, de rechtbank die bevoegd is voor de woonplaats van de eiser;
  • betreffende een relatie tussen ouders en kinderen en tussen de adoptieouder en de geadopteerde – vorderingen kunnen alleen worden ingeleid bij de rechtbank die bevoegd is voor de woonplaats van de eiser voor zover er geen reden is om de vordering in te stellen volgens bepalingen inzake algemene bevoegdheid.
2.2.2.3 Mogen de partijen zelf een rechtbank aanwijzen die normaal gezien niet bevoegd zou zijn?

Bijzondere bevoegdheid betekent dat de rechterlijke bevoegdheid krachtens een bijzondere wetgeving anders kan worden bepaald:

De eiser heeft het recht om de rechtbank te kiezen.

Indien de bevoegdheid van meerdere rechtbanken gerechtvaardigd is of wanneer de vordering wordt ingesteld tegen verschillende partijen waarvoor verschillende rechtbanken bevoegd zijn krachtens de wetgeving inzake algemene rechtsbevoegdheid. Dat geldt ook wanneer het onroerend goed waarvan de ligging de basis vormt om de rechtsbevoegdheid te bepalen, in verschillende rechtsgebieden is gelegen.

Het recht om de rechtbank te kiezen wordt aan beide partijen toegekend op basis van een overeenkomst of een gezamenlijk verzoek.

De partijen kunnen schriftelijk overeenkomen om een reeds bestaand geschil of eventuele geschillen die zich in de toekomst voordoen als gevolg van een bepaalde rechtsverhouding, voor te leggen aan een rechtbank van eerste aanleg die niet territoriaal bevoegd is krachtens de wet. Die rechtbank zal dan exclusief bevoegd zijn, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen of tenzij de eiser een vordering heeft ingeleid in een elektronische procedure via een bevelschrift tot betaling. De partijen kunnen ook, door middel van een schriftelijke overeenkomst, het recht van de eiser om te kiezen uit verschillende rechtbanken die bevoegd zijn voor dergelijke geschillen, beperken.

De partijen kunnen exclusieve bevoegdheid echter niet wijzigen.

Overeenkomsten over de rechtsbevoegdheid moeten schriftelijk vastgesteld worden. Ze kunnen deel uitmaken van een materieelrechtelijke overeenkomst (een bevoegdheidsbeding) of een aparte overeenkomst vormen.

In arbeidsrecht en sociale zekerheid kan de bevoegde rechtbank, op gezamenlijk verzoek van de partijen, de behandeling van de zaak doorverwijzen naar een andere, gelijkwaardige rechtbank die bevoegd is voor arbeidsrecht en sociale zekerheid, indien dit om praktische redenen gerechtvaardigd is.

De bevoegde rechtbank wordt aangeduid door de hogere rechter of door het Hooggerechtshof.

Indien de bevoegde rechtbank de zaak niet kan behandelen noch een andere actie kan ondernemen als gevolg van een belemmering, zal de hogere rechter een andere rechtbank aanduiden. De reden voor dergelijke aanduiding kan alleen een belemmering zijn die verhindert dat de zaak wordt behandeld, zoals de uitsluiting van een rechter of overmacht.

Het Hooggerechtshof is verplicht aan te duiden bij welke rechtbank de vordering moet worden ingeleid wanneer de territoriale bevoegdheid niet kan worden vastgesteld in overeenstemming met het Wetboek op grond van de omstandigheden van de zaak (artikel 45, WBR).

3 Als een gespecialiseerde rechtbank bevoegd is, hoe kan ik dan te weten komen tot welke rechtbank ik mij moet wenden?

Gespecialiseerde rechtbanken zijn administratieve rechtbanken (sądy administracyjne) en militaire rechtbanken (sądy wojskowe).

De werking van militaire rechtbanken wordt geregeld door de Military Course Organisation Act van 21 augustus 1997. In het algemeen onderzoeken deze rechtbanken strafzaken bij de Poolse krijgsmacht. Andere zaken kunnen uitsluitend door middel van een wet worden verwezen naar hun rechtbank.

De werking van administratieve rechtbanken wordt geregeld door de Administrative Courts Organisation Act van 25 juli 2002. Administratieve rechtbanken verlenen recht door toezicht op de activiteiten van overheidsdiensten en door bevoegdheidsgeschillen tussen lokale besturen en overheidsinstanties op te lossen. Het kan niet worden uitgesloten dat in uitzonderlijke gevallen een administratieve rechtbank, als onderdeel van zijn toezichtplicht op de activiteiten van overheidsinstanties, uitspraak kan doen in een civiele zaak.

Laatste update: 08/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.