Nationale wetgeving

België

Op deze pagina vindt u een overzicht van de verschillende rechtsbronnen in België.

Inhoud aangereikt door
België

1. Wat zijn de instrumenten of de rechtsbronnen die de juridische regels uitdrukken?

Het recht is een geheel van geschreven en ongeschreven dwingende juridische regels die de maatschappelijke relaties tussen burgers en overheid en tussen burgers onderling regelen, alsook het openbaar bestuur organiseren.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de formele en de materiële rechtsbronnen. In tegenstelling tot de formele rechtsbronnen bevatten de materiële rechtsbronnen geen echte rechtsregels. Enkele voorbeelden van materiële rechtsbronnen zijn de goede trouw, de billijkheid, de redelijkheid.

Er zijn vijf categorieën formele rechtsbronnen. Drie categorieën zijn van dwingende aard: de wet, het gewoonterecht en de algemene rechtsbeginselen. De twee andere categorieën zijn niet dwingend, maar louter "gezaghebbend": het betreft de rechtspraak en de rechtsleer.

De wetgeving wordt uitvoerig besproken in de punten 3 en 5 hieronder. Zij heeft per definitie betrekking op de geschreven regels die goedgekeurd zijn door een overheid. Gewoonterecht is per definitie stilzwijgend en beheerst de gewoonten en de gebruiken van de mensen in het algemeen, en specifieke beroepsgroepen in het bijzonder. De algemene rechtsbeginselen vormen de uitdrukking van de hoge waarden die een maatschappij wenst na te leven, zoals de beginselen van de gelijkheid van alle burgers, de proportionaliteit van de goedgekeurde regels en maatregelen en de legaliteit of wettelijkheid van overheidshandelingen. Vele van deze beginselen zijn geformuleerd in adagia of rechtsspreuken, zoals "non bis in idem" in het strafrecht en "lex posterior derogat legi priori".

De rechtspraak en de rechtsleer zijn gezaghebbende rechtsbronnen. De rechtspraak bestaat uit het geheel van beslissingen gewezen door de hoven en de rechtbanken. Een vonnis is louter uitvoerbaar ten aanzien van de partijen bij de zaak. In België is er geen precedentensysteem. Enkel de arresten van het Grondwettelijk Hof zijn algemeen uitvoerbare rechterlijke beslissingen. De andere hoogste rechtscolleges zijn de Raad van State (hoogste administratieve rechtscollege) en het Hof van Cassatie (hoogste gemeenrechtelijke rechtscollege).

Zeker niet te veronachtzamen is het internationaal recht, dat onder meer bestaat uit het EU-verdrag, de verordeningen en richtlijnen van de Europese Unie en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarnaast bestaan er nog talrijke verdragen opgesteld in het kader van internationale instellingen zoals de Verenigde Naties of de Raad van Europa (multilaterale verdragen) of tussen België en een andere staat (bilaterale verdragen). Deze rechtsbron is de laatste decennia zeer belangrijk geworden en het belang ervan neemt nog steeds toe. Veel van de bepalingen van deze instrumenten hebben invloed op ons dagelijks leven.

De sites Belgische Wetgeving (in het Nederlands) of Législation belge (in het Frans) bieden toegang tot de gegevensbank van de geconsolideerde Belgische wetgeving. U kunt een zoekopdracht via de zoek -en indexeringsmachine uitvoeren voor alle nog geldende normatieve teksten die bekendgemaakt zijn in het Belgisch Staatsblad sinds 1830. Nog niet alle normatieve administratieve en fiscale teksten die voor 1994 gepubliceerd zijn, zijn overgenomen.

2. Wat is de juridische waarde van de algemene rechtsbeginselen, het gewoonterecht en de rechtspraak van de hoven en de rechtbanken?

Zie bij vraag 1.

3. Hoe is de hiërarchie van de rechtsregels opgebouwd?

Een inwoner van België is onderworpen aan verschillende categorieën van rechtsregels. Niet alleen de normen van de Belgische federale overheid zijn op hem van toepassing, maar ook normen uitgevaardigd door de deelstaat(1), de provincie en de gemeente waarin hij woont. Bovendien is België lid van verscheidene internationale en supranationale organisaties zoals de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Raad van Europa en de NAVO. De regelgeving van deze organisaties is eveneens toepasselijk op de Belgische overheid en burgers.

Niet alle regelgevers hebben een strikt afgebakend bevoegdheidsdomein en niet alle normen hebben een gelijke rechtskracht, zodat conflicten tussen regels kunnen ontstaan. Vandaar dat er een hiërarchie van de rechtsnormen is opgesteld, waarbij het principe geldt dat lagere rechtsnormen nooit in strijd mogen zijn met hogere rechtsnormen.

In het Belgisch nationaal recht is de Grondwet de hoogste norm. Zij regelt de scheiding der machten en de wijze waarop zij uitgeoefend worden. De Grondwet vermeldt bovendien de fundamentele waarden binnen onze maatschappij en de grondrechten van de burgers. Het arrest van het Hof van Cassatie van 27 mei 1971 heeft alle internationale en supranationale rechtsnormen hiërarchisch boven het nationaal recht geplaatst, dus ook boven de Grondwet. Indien bijvoorbeeld een Europese verordening bepalingen bevat die strijdig zijn met de Belgische Grondwet, krijgt de verordening voorrang.

Na de Grondwet volgen:

  1. bijzondere wetten (wetten met bijzondere meerderheid die de herverdeling van de bevoegdheden en de wezenlijke regels van de werking van de openbare instellingen bepalen), vervolgens
  2. de wetten, decreten en ordonnanties, vervolgens
  3. de koninklijke besluiten en regeringsbesluiten die de wetten en de decreten ten uitvoer leggen en uiteindelijk,
  4. de ministeriële besluiten.

4. Hoe worden supranationale en internationale rechtsregels in de Belgische rechtsorde opgenomen?

Verordeningen van de Europese Unie zijn rechtstreeks toepasselijk, zodat de Belgische wetgever niet als zodanig wordt betrokken bij de implementatie ervan. Inbreng van de interne wetgever is wel noodzakelijk bij de goedkeuring en de ratificatie van internationale verdragen. Voor bepaalde materies moeten alle Belgische parlementen meewerken aan de goedkeuring en de ratificatie van verdragen, hetgeen een tijdrovende en omslachtige procedure oplevert. Ook inzake richtlijnen van de Europese Unie wordt de interne wetgever aan het werk gezet: richtlijnen behoeven immers omzetting in interne regelgeving.

5. Welke overheden zijn bevoegd om rechtsregels uit te vaardigen?

Drie grondwettelijke machten vormen de federale staat België: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. De wetgevende macht maakt de wetten, de uitvoerende macht zorgt voor de uitvoering ervan en de rechterlijke macht beslist over de juridische geschillen die ontstaan uit de toepassing van de wetten.

De federale wetgevende macht

Het initiatief voor een federale wet kan genomen worden door een lid of leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers, door een lid of leden van de Senaat of door de Koning (in de praktijk door de ministers of staatssecretarissen). Die drie entiteiten vormen de wetgevende macht in België.

Een wet volgt uit een wetsvoorstel (uitgaand van een lid van Kamer of Senaat) of uit een wetsontwerp (de bevoegde ministers worden door de Koning ermee belast ontwerpen van wet in te dienen). Ontwerpen en voorstellen hebben dezelfde waarde.

De normen ter uitvoering van het federaal recht worden uitgewerkt door de uitvoerende macht, onder koninklijk gezag. Er kan delegatie worden verleend aan een minister, vandaar het onderscheid tussen koninklijke en ministeriële besluiten.

Gemeenschappen, gewesten, provincies en gemeenten

België is een federale staat die bestaat uit gemeenschappen en gewesten. Deze liggen op hun beurt aan de basis van het recht binnen de perken van de bevoegdheden die hen zijn toegekend door de
Grondwet en door bepaalde bijzondere wetten.

Zo zijn de gemeenschappen onder andere bevoegd voor cultuur en onderwijs; de gewesten voor economische beleid en milieubescherming. Om deze bevoegdheden uit te oefenen, beschikken de gemeenschappen en gewesten over een parlement. Zo kunnen de gemeenschappen en de gewesten wetten maken die decreten genoemd worden (ordonnanties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest).
Hun regeringen maken, naast de parlementsleden, deel uit van de wetgevende macht op het niveau van de Europese Unie of op gemeenschaps- of gewestniveau (wetgevend initiatief ). De regeringen moeten bovendien zorgen voor de uitvoering van de aangenomen decreten of ordonnanties.

Daarnaast is het Belgische grondgebied ingedeeld in provincies en gemeenten. Hun raden vaardigen op hun niveau ook verordeningen en beschikkingen uit over aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren, zoals de openbare veiligheid, vuilnisophaling, cultuur, provinciaal en gemeentelijk onderwijs. De bestendige deputatie van een provincie en het college van burgemeester en schepenen van een gemeente voeren deze verordeningen en beschikkingen uit (en binnen hun bevoegdheid ook de hogere normen zoals wetten, decreten, ordonnanties en besluiten).

Op deze niveaus treden dus twee van de drie machten op: de wetgevende macht, uitgeoefend door de gemeenschaps- en gewestparlementen, de provincieraad en de gemeenteraad en de uitvoerende macht, uitgeoefend door de regeringen van de gemeenschappen en de gewesten, de bestendige deputatie van de provincie en het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. De rechterlijke macht volgt deze opdeling niet. In België is de organisatie van de hoven en de rechtbanken een uitsluitend federale bevoegdheid.

6. Hoe worden rechtsregels uitgevaardigd?

Zie bij vraag 5.

Op federaal niveau worden de ontwerpen of de voorstellen van wet door de Kamer en in voorkomend geval door de Senaat gestemd na een eventueel onderzoek door de Raad van State. Zij worden vervolgens aan de Koning gezonden die ze goedkeurt en uitvaardigt nadat hij de minister heeft medeondertekend.

7. Op welke wijze treden Belgische rechtsregels in werking?

Federale wetgevende normen bestaan pas op het tijdstip dat ze worden bekrachtigd en afgekondigd door de Koning. Hun inwerkingtreding is in principe tien dagen na hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, tenzij de normen zelf een andere datum bepalen(2).

Voor deelstatelijke wetgeving - decreten en ordonnanties - gebeurt de bekrachtiging en de afkondiging door de Regering van de betreffende deelstaat. Zij treden in werking vanaf de tiende dag na hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, tenzij anders bepaald is.

8. Welke zijn de middelen om eventuele conflicten tussen verschillende rechtsregels op te lossen?

Indien regelmatig tot stand gekomen normen met elkaar conflicteren, moet men gebruik maken van technieken om deze conflicten te beslechten. Dankzij de hiërarchie der normen worden vele potentiële conflicten vermeden, maar wanneer ze toch opduiken moeten ze op een adequate wijze worden opgelost.

Aan het Grondwettelijk Hof is door art. 142 G.W. de exclusieve bevoegdheid verleend om alle wetgevende normen te toetsen aan de regels die de onderscheiden bevoegdheden van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten bepalen. Die bevoegdheidsregels zijn opgenomen in de Grondwet en in de wetten met betrekking tot de hervorming van de instellingen in het federale België.

Daarnaast is het Grondwettelijk Hof bevoegd om uitspraak te doen omtrent de schending door een wetgevende norm van de fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet (art. 8-32 G.W.). Hiertoe behoren het gelijkheidsbeginsel (art. 10 G.W.) en het discriminatieverbod (art. 11 G.W.). Het Grondwettelijk Hof kan wetgevende normen eveneens toetsen aan art. 170 G.W. (het legaliteitsbeginsel in fiscale zaken), art. 172 G.W. (het gelijkheidsbeginsel in fiscale zaken) en art. 191 G.W. (bescherming voor vreemdelingen).

Zie ook in Federale Overheidsdienst Justitie en daar in "geconsolideerde wetgeving" de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof.

De Raad van State(3) regelt op basis van art. 159 G.W. alle conflicten tussen uitvoerende normen (besluiten en verordeningen) en wetgevende normen. Ten slotte is er nog het Parlementair Overlegcomité dat zich bezighoudt met het regelen van belangenconflicten.

-------------------

(1) Zie Federale Overheidsdienst Justitiehttps://justitie.belgium.be , geconsolideerde wetgeving, Grondwet 1994 en bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zie ook Federale portaalsite en daar in de linker kolom klikken op "De Staat".

De Vlaamse gemeenschap met de Vlaamse Raad (ook Vlaams Parlement genoemd)

De Franse gemeenschap met de Raad van de Franse Gemeenschap

De Duitstalige gemeenschap met de Raad van de Duitstalige Gemeenschap

Het Vlaams Gewest met dezelfde Vlaamse Raad

Het Waals Gewest met de Raad van het Waals Gewest

Het Brussels Hoofdstedelijke Gewest Brussel met de Raad van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (ook in Nederlandse en Franse colleges bevoegd voor gemeenschapsaangelegenheden)

De Gemeenschappen zijn bevoegd voor

1° de culturele aangelegenheden;

2° het onderwijs, met uitsluiting van (…);

3° de samenwerking tussen de gemeenschappen, alsook de internationale samenwerking, met inbegrip van het sluiten van verdragen, voor de aangelegenheden bedoeld in 1° en 2°.

De Raden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, ieder wat hem betreft, bij decreet, de persoonsgebonden aangelegenheden, alsook, voor deze aangelegenheden, de samenwerking tussen de gemeenschappen en de internationale samenwerking, met inbegrip van het sluiten van verdragen. De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft een soortgelijke bevoegdheid.

De Gewestraden hebben bevoegdheden inzake ruimtelijke ordening, monumenten en landschappen, ecomomie, landbouw enz…

(2) Zie in Federale Overheidsdienst Justitie en geconsolideerde wetgeving de wet. - Wet van 31 mei 1961betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen.

(3) zie ook in Federale Overheidsdienst Justitie en daar in "geconsolideerde wetgeving" de gecoordineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973

Laatste update: 19/02/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.