Bedrijfsleven en mensenrechten

Zweden

Inhoud aangereikt door
Zweden

1. Welke rechtsbescherming heb ik in uw land als slachtoffer van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen? Omvat deze bescherming ook schadeloosstelling?

In Zweden wordt geen onderscheid gemaakt tussen bedrijfsgerelateerde schendingen van mensenrechten en andere vormen van mensenrechtenschendingen. Er bestaat geen specifieke regelgeving op het gebied van het bedrijfsleven en de mensenrechten. De rechtsmiddelen binnen het Zweedse rechtsstelsel zijn in overeenstemming met de internationale verdragen voor de bescherming van de rechten van de mens waartoe Zweden is toegetreden.

De rechtsbescherming tegen mensenrechtenschendingen is verankerd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de Zweedse grondwet.

Als u van mening bent dat uw mensenrechten zijn geschonden, kunt u verschillende instanties benaderen, afhankelijk van wat er is gebeurd.

U kunt verzoeken om rechterlijke toetsing of om onderzoek door een Zweedse beroepsinstantie, of een klacht indienen bij het nationaal contactpunt.

Gerechtelijke procedures

In de meeste gevallen kunt u zich op de een of andere manier tot de rechter wenden. Strafbare feiten kunnen door aanklagers voor de rechter worden gebracht. Als de aanklager besluit geen strafvervolging in te stellen, kunt u dat in bepaalde gevallen zelf doen. In het uiterste geval kunt u een vordering tot schadevergoeding instellen tegen de staat.

Zweden kent drie soorten rechtbank:

  • rechtbanken met algemene bevoegdheid, te weten de districtsrechtbanken (tingsrätt), de hoven van beroep (hovrätt) en de hoogste rechtbank (Högsta domstolen);
  • algemene bestuursrechtbanken, namelijk de bestuursrechtbanken in eerste aanleg (förvaltningsrätt), de administratieve hoven van beroep (kammarrätt) en de hoogste bestuursrechtbank (Högsta förvaltningsdomstolen);
  • gespecialiseerde rechtbanken, die uitspraak doen in geschillen op diverse specifieke gebieden, zoals de arbeidsrechtbank (Arbetsdomstolen).

Een verzoek tot heroverweging indienen bij een Zweedse beroepsinstantie

De verschillende ombudsmannen controleren op eerbiediging van de mensenrechten.

Wie van mening is dat hij of iemand anders het slachtoffer is van een onrechtmatige of oneerlijke behandeling door een instantie of een medewerker van een gemeentelijke of andere overheidsinstantie, kan de zaak voorleggen aan de parlementaire ombudsman (Justitieombudsmannen). De parlementaire ombudsman controleert op juiste toepassing van de wetgeving en andere regelgeving in de openbare dienst.

Naargelang van het mandaat van de parlementaire ombudsman betreft deze controle ook “iedere andere persoon die in het kader van zijn werkzaamheden als functie of taak heeft het openbaar gezag uit te oefenen”, evenals “ambtenaren en functionarissen van overheidsbedrijven die voor rekening van die bedrijven taken verrichten waarop de staat via deze bedrijven een overheersende invloed uitoefent”.

Daarnaast worden bepaalde toezichthoudende functies uitgeoefend door de justitieombudsman (justitiekanslern), die wordt benoemd door de regering. De taken van de justitieombudsman behelzen met name het onderzoeken van klachten of het afhandelen van schadevorderingen tegen de staat.

Het bureau van de ombudsman voor gelijke kansen (diskrimineringsombudsmannen) is een overheidsinstantie belast met het toezicht op naleving van de discriminatiewet. In eerste instantie moet de ombudsman voor gelijke kansen proberen de partijen die onder de discriminatiewet vallen, zover te brengen dat zij die wet vrijwillig naleven. Hij kan echter ook een rechtsvordering instellen namens een persoon die daarmee instemt. Iedereen die in strijd met de discriminatiewet heeft gehandeld, kan worden verplicht tot betaling van een schadevergoeding aan de benadeelde persoon wegens discriminatie.

Een klacht indienen bij het nationaal contactpunt

In de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen is bepaald dat het mogelijk is te worden gehoord via de nationale contactpunten (NCP). In het Zweedse NCP zijn drie partijen verenigd: de staat, het bedrijfsleven en de vakorganisaties.

De staat is vertegenwoordigd door het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat de vergaderingen belegt, waarbij ook andere overheidsdiensten kunnen worden uitgenodigd. Het bedrijfsleven is vertegenwoordigd door het verbond van Zweedse ondernemingen, de federatie van Zweedse handelaren en de Zweedse federatie van werkgevers, terwijl de vakorganisaties zijn vertegenwoordigd door het Zweeds verbond van vakverenigingen, het Zweeds verbond van beroepsverenigingen, Unionen, IF Metall en de Zweedse vereniging van gediplomeerde ingenieurs. Omdat de richtsnoeren niet bindend zijn, kan het NCP geen sancties opleggen. De belangrijkste taak van het contactpunt is ondernemingen aan te zetten tot naleving van de richtsnoeren en tot samenwerking om via dialoog en overleg een oplossing te zoeken voor problemen in uiteenlopende situaties.

Het nationaal contactpunt (NCP) – Regeringen.se

2. Zijn er specifieke regels voor ernstige schendingen van de mensenrechten? Zijn deze regels van toepassing op milieucriminaliteit of ernstige vormen van arbeidsuitbuiting?

Er zijn op nationaal of internationaal niveau geen specifieke regels voor ernstige schendingen van de mensenrechten. Bij het beoordelen van gevallen van mensenrechtenschending en de ernst daarvan wordt echter wel rekening gehouden met het evenredigheidsbeginsel. De rechtsbescherming tegen mensenrechtenschendingen is verankerd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de Zweedse grondwet.

3. Ik ben het slachtoffer van een schending van de mensenrechten die het gevolg is van activiteiten van een Europese transnationale onderneming buiten de Europese Unie. Heb ik als niet-EU-burger of als burger die niet in de EU woont, toegang tot de rechtbanken in uw land? Welke voorwaarden gelden er voor het aanvoeren van een schending van mijn rechten? Waar kan ik meer informatie krijgen?

Voorwaarden voor het instellen van een vordering bij een Zweedse rechtbank

Als essentiële voorwaarde moet een buitenlandse onderdaan die een zaak wil voorleggen aan een Zweedse rechtbank, kunnen aantonen dat de Zweedse rechter bevoegd is om vast te stellen dat de zaak ontvankelijk is. De mogelijkheden op dit punt verschillen van geval tot geval:

  1. als iemands mensenrechten zijn geschonden door een Zweedse onderneming of door een buitenlands filiaal van een Zweedse onderneming, is het in beginsel altijd mogelijk een vordering tegen die onderneming in te stellen in Zweden;
  2. als de schending is begaan door een dochteronderneming in Zweedse handen of onder Zweedse zeggenschap die is gevestigd in een derde land (d.w.z. buiten de EU, IJsland, Noorwegen en Zwitserland), kan die dochteronderneming alleen onder bepaalde voorwaarden worden vervolgd in Zweden;
  3. als de schending is begaan door een dochteronderneming in Zweedse handen of onder Zweedse zeggenschap die is gevestigd in een andere EU-lidstaat, IJsland, Noorwegen of Zwitserland, kan slechts in een enkel uitzonderlijk geval in Zweden een vordering worden ingesteld tegen die dochteronderneming.

Algemene voorwaarden voor de Zweedse bevoegdheid

De Zweedse rechter moet ambtshalve bepalen of hij bevoegd is. Als een rechtsvordering onder Zweedse bevoegdheid valt, wil dat zeggen dat een Zweedse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de zaak en uitspraak te doen over de grond ervan.

Als de onderneming die in overtreding is (de verweerder), haar woonplaats heeft in een EU-lidstaat, is de Brussel I-verordening van toepassing. In die verordening staan echter ook enkele bepalingen over bevoegdheid waarvan de toepassing niet afhangt van de woonplaats van de verweerder. Als de verweerder zijn woonplaats heeft in IJsland, Noorwegen of Zwitserland, wordt de kwestie van rechterlijke bevoegdheid bepaald door het Verdrag van Lugano. Als de verweerder zijn woonplaats niet heeft in de EU of in een staat die het Verdrag van Lugano heeft ondertekend, wordt de kwestie van rechterlijke bevoegdheid beslist door toepassing van het ter zake bepaalde in hoofdstuk 10 van het Zweedse wetboek van rechtsvordering (rättegångsbalken) mutatis mutandis, rekening houdend met het grondbeginsel dat zaken alleen dan voor een Zweedse rechter kunnen worden gebracht als Zweden belang heeft bij de rechtsbedeling.

In het algemeen is de woonplaats van de persoon wiens rechten zijn geschonden, niet relevant voor toepassing van de Brussel I-verordening. In sommige gevallen is het echter vereist dat de klachtindiener zijn woonplaats heeft in een lidstaat of dat de omstandigheid die bepalend is voor de bevoegdheid, is toe te rekenen aan een lidstaat.

De doorslaggevende factor is dat de voor de bevoegdheid bepalende omstandigheden aanwezig zijn ten tijde van de vordering.

Toepasselijk recht

Als een vordering wegens schending van rechten wordt ingesteld bij een Zweedse rechter, bepaalt laatstgenoemde welk nationaal recht van toepassing is op grond van het Zweedse internationale privaatrecht. Het algemene beginsel is dat dus het nationale recht van het land waar de schade zich heeft voorgedaan, van toepassing is. Bij schending van mensenrechten buiten Zweden wordt de vordering van het slachtoffer bijgevolg zelden door het Zweedse recht beheerst. Dit beginsel is van toepassing ongeacht de vraag of de betrokkene zijn vordering instelt op contractuele basis (arbeidsovereenkomst) of niet op contractuele basis (geen arbeidsovereenkomst). De voornaamste reden daarvoor is dat de band met Zweden niet sterk genoeg is.

In tegenstelling tot de inhoud van het Zweeds recht moet die van het buitenlands recht wel worden bewezen voor een Zweedse rechter. Iedereen die zijn vordering op buitenlands recht baseert, moet daarvoor dus bewijzen overleggen, bv. een verslag van een deskundige. Daarmee kunnen bepaalde kosten zijn gemoeid.

Als de vordering onder buitenlands recht valt, kan de Zweedse rechter echter toch Zweeds recht toepassen als er sprake is van internationaal bindende regels of als het buitenlands recht in strijd is met de Zweedse openbare orde. Dit soort noodprocedures worden echter maar in een heel enkel geval toegepast. In afwachting van de jurisprudentie van bijvoorbeeld het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Zweedse rechters is het ook niet duidelijk in hoeverre een vordering tot schadevergoeding wegens schending van de mensenrechten aanleiding geeft om deze uitzonderingsregels toe te passen, bijvoorbeeld met het oog op leemtes in de bescherming van rechten in het land waar de schade zich heeft voorgedaan.

Praktische mogelijkheden voor iedereen die een zaak voorlegt aan een Zweedse rechter

De toegang tot de Zweedse rechter is relatief goed, voor zover de Zweedse rechter bevoegd is en er een legitieme vordering kan worden ingesteld (bijvoorbeeld op grond van het toepasselijke buitenlandse recht). Verder zijn de wettelijke mogelijkheden voor een buitenlandse onderdaan om als partij op te treden in een geschil in Zweden, in beginsel gelijkwaardig aan die voor Zweedse onderdanen.

Als een buitenlandse onderdaan om financiële of andere praktische redenen niet voor de bevoegde rechter in Zweden kan verschijnen, mag worden aangenomen dat de rechter zal proberen daarvoor een oplossing te bieden, bijvoorbeeld door verhoor per telefonische of videoverbinding toe te staan.

Bepaalde buitenlandse onderdanen die hun woonplaats niet in Zweden hebben en die een vordering tegen een Zweedse rechtspersoon instellen bij een Zweedse rechter, moeten zekerheid stellen voor de toekomstige gerechtskosten van de verweerder als laatstgenoemde daarom vraagt. In mededeling van 15 mei 2014 betreffende in bepaalde gevallen aan buitenlandse klagers verleende vrijstellingen van de verplichting tot zekerheidstelling voor gerechtskosten is bepaald welke buitenlandse onderdanen en rechtspersonen van de verplichting tot zekerheidstelling zijn vrijgesteld.

De mogelijkheden voor een buitenlandse onderdaan om gerechts- en bemiddelingskosten door de overheid te laten financieren, zijn beperkt, zeker als hij onderdaan van een derde land is. De beste manier om overheidsfinanciering te verkrijgen, is de vordering tot schadevergoeding in te stellen als zelfstandige vordering in een strafprocedure. Verder hangen de mogelijkheden om een oplossing te vinden in de vorm van particuliere financiering sterk af van de persoonlijke financiële en sociale situatie van de buitenlandse onderdaan.

Zie voor meer informatie:

Mededeling aan het ministerie van Buitenlandse Zaken inzake de mogelijkheid voor particulieren om een Zweedse onderneming voor de Zweedse rechter te vervolgen wegens mensenrechtenschending in het buitenland Mannheimer Swartling (2015)
https://docplayer.se/7222881-Promemoria-till-utrikesdepartementet.html

Op https://www.domstol.se/en/ vindt u meer informatie over de te volgen stappen om een zaak voor de rechter te brengen.

4. Kunnen ombudsdiensten, organen voor gelijke behandeling of nationale mensenrechteninstellingen hulp bieden aan slachtoffers van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen door Europese transnationale ondernemingen buiten de Europese Unie? Kunnen deze instanties mijn zaak onderzoeken als ik geen EU-burger ben of als ik niet in de EU woon? Zijn er in uw land andere openbare diensten (zoals arbeids- of milieu-inspectiediensten) die mijn zaak kunnen onderzoeken? Waar kan ik informatie krijgen over mijn rechten?

Zie vraag 1.

Het Zweedse mensenrechteninstituut onderzoekt geen individuele klachten over mensenrechtenschendingen.

5. Legt uw land aan Europese transnationale ondernemingen de verplichting op klachtenmechanismen of bemiddelingsdiensten in te stellen voor het onderzoek van schendingen die het gevolg zijn van hun bedrijfsactiviteiten? Geldt deze verplichting ook voor schendingen buiten de Europese Unie? Wie is in uw land verantwoordelijk voor het toezicht op deze werkzaamheden? Zijn er openbare verslagen met informatie over de werking van het systeem?

Ondernemingsspecifieke klachtenmechanismen

Het is de taak van ondernemingen erop toe te zien dat zij met hun activiteiten de mensenrechten niet schenden. Een onderneming die een mensenrechtenschending heeft veroorzaakt, ertoe heeft bijgedragen of erbij betrokken is geweest, is verplicht een manier te vinden om herstel te bieden aan de getroffen persoon. Herstel kan bijvoorbeeld worden geboden in de vorm van excuses, een financiële of niet-financiële schadeloosstelling of op een andere tussen de benadeelde en de onderneming overeengekomen wijze. De situatie is complexer als de onderneming niet heeft bijgedragen tot de negatieve gevolgen, maar deze gevolgen direct voortkomen uit haar activiteiten. In dat soort gevallen is de onderneming verplicht om, als zij voldoende invloed heeft om de negatieve gevolgen te beheersen, gebruik te maken van die invloed.

Er is geen kant-en-klaar voorbeeld van hoe een onderneming haar eigen mechanisme voor klachten en herstel het best zou kunnen opzetten. Elke onderneming kan zelf nagaan welke oplossing geschikt is in haar specifieke situatie.

Enkele richtsnoeren:

  • zorg voor transparantie – dat is bevorderlijk voor een gesprek met de benadeelden van de betrokken activiteiten van de onderneming;
  • ga in onderhandeling en overleg met vertegenwoordigers van het personeel – dat is vaak een goed uitgangspunt om doeltreffende maatregelen te nemen in gevallen waarbij het personeel betrokken is;
  • stel richtsnoeren op voor hoe door mensen binnen de onderneming melding kan worden gemaakt van misstanden, hoe er vervolg moet worden gegeven aan de melding en hoe degene die de melding doet, moet worden beschermd;
  • introduceer een klachtenmechanisme waarmee mensen buiten de onderneming die vinden dat zij of anderen door de onderneming zijn of dreigen te worden benadeeld, het probleem volstrekt veilig en anoniem onder de aandacht van de onderneming kunnen brengen.

De regering heeft een nieuwe wet ingevoerd die grote ondernemingen verplicht tot publicatie van informatie op duurzaamheidsgebied die verder gaat dan de EU-richtlijnen, en heeft bovendien gezorgd voor duidelijkere duurzaamheidscriteria in de aanbestedingswet en een verbeterde rechtsbescherming voor degenen die een misstand melden.

In december 2016 is er een nieuwe wet inzake de publicatie over duurzaamheid in werking getreden. Sindsdien zijn alle grote ondernemingen met meer dan 250 werknemers verplicht verslag uit te brengen op het gebied van duurzaamheid. Indien dat nodig is om de ontwikkeling, situatie en prestaties van de onderneming te kunnen begrijpen, moeten de verslagen naast informatie over milieueffecten, sociale omstandigheden, gelijkheid en corruptiepreventie ook informatie bevatten over de maatregelen die zijn genomen om eerbiediging van de mensenrechten, met inbegrip van de rechten van werknemers, te waarborgen.

Verder is in januari 2017 door het Zweedse parlement strenge wetgeving goedgekeurd voor de bescherming van werknemers die melding maken van ernstige misstanden in de onderneming van hun werkgever (“klokkenluiders”). In het kader van deze speciale bescherming hebben werknemers die het slachtoffer zijn van represailles van hun werkgever, recht op een schadevergoeding.

Openbare verslagen

Ondernemingen en mensenrechten: belangrijke leemten en tekortkomingen in de Zweedse wetgeving. Verslag voor het Zweedse agentschap voor openbaar bestuur. Uitwerking van duurzame strategieën (Enact), een adviesbureau gespecialiseerd in duurzame ontwikkeling van ondernemingen en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Ondernemingen en mensenrechten: belangrijke leemten en tekortkomingen in de Zweedse wetgeving. Enact (statskontoret.se)

6. Heb ik specifieke rechten als kwetsbaar slachtoffer dat schadevergoeding vraagt voor een bedrijfsgerelateerde schending van de mensenrechten? Heb ik toegang tot rechtsbijstand en, zo ja, onder welke voorwaarden? Welke kosten worden door de rechtsbijstand gedekt? Heb ik onder dezelfde voorwaarden toegang tot rechtsbijstand als ik geen EU-burger ben of niet in de EU woon?

Slachtoffers van een bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschending hebben geen bijzondere rechten (zie vraag 1).

Om rechtsbijstand kan worden gevraagd op grond van de wet op de rechtsbijstand (rättshjälpslagen (1996:1619)). De beslissing over de verlening van rechtsbijstand wordt altijd genomen door de rechtbank of de rechtsbijstandsinstantie (Rättshjälpsmyndigheten).

Rechtsbijstand is in beginsel bedoeld voor particulieren en dus niet voor verenigingen, ondernemingen of vergelijkbare entiteiten. In uitzonderlijke gevallen kan rechtsbijstand ook worden verleend aan een handelaar of in het kader van erfopvolging.

Uw financiële middelen worden bepaald op grond van uw geschatte jaarlijkse belastinggrondslag. U kunt 15 000 SEK aftrekken per kind voor wie u alimentatieplichtig bent, tot maximaal 75 000 SEK. Het bedrag moet ook worden aangepast als de omvang van uw bezittingen of schulden van invloed is op uw draagkracht. Als u meer dan 260 000 SEK per jaar aan financiële middelen hebt, komt u niet in aanmerking voor rechtsbijstand. Ook als er rechtsbijstand aan u wordt toegekend, zult u een deel zelf moeten betalen. Rechtsbijstand is voor volwassenen namelijk nooit helemaal gratis en het door u te betalen deel is de zogenaamde bijdrage in de rechtsbijstand. De door u te betalen bijdrage kan nooit hoger zijn dan de kosten van de rechtsbijstand.

Rechtsbescherming is een verzekering die in de meeste gevallen deel uitmaakt van de opstal-/inboedelverzekering, de woonverzekering en de verzekering van de tweede woning. Dat betekent dat u op grond van uw verzekering mogelijk een deel van de advocatenkosten terugkrijgt. De voorwaarden voor rechtsbescherming kunnen verschillen per verzekeraar. Het is daarom belangrijk dat u nagaat wat de voorwaarden van uw polis zijn.

In artikel 35 van de verordening inzake rechtsbijstand (rättshjälpsförordningen (1997:404)) is bepaald welke buitenlandse onderdanen op dezelfde wijze moeten worden behandeld als Zweedse onderdanen voor wat betreft het recht op rechtsbijstand overeenkomstig de wet op de rechtsbijstand.

Laatste update: 26/04/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.