Bedrijfsleven en mensenrechten

Denemarken

Inhoud aangereikt door
Denemarken

1. Welke rechtsbescherming heb ik in uw land als slachtoffer van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen? Omvat deze bescherming ook schadeloosstelling?

Rechtsbescherming tegen mensenrechtenschendingen is verankerd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de grondwet van Denemarken (Danmarks Riges Grundlov). Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen bedrijfsgerelateerde en niet-bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen.

Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens

Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens is omgezet in Deens recht bij wet nr. 285 van 29 april 1992. Volgens de Deense jurisprudentie kunnen overheidsinstanties aansprakelijk worden gesteld voor schendingen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens die leiden tot financiële of niet-financiële schade. De aansprakelijkheid is volgens de Deense jurisprudentie objectief, terwijl tevens de algemene beginselen van het Deense compensatierecht van toepassing zijn.

Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

Alle Deense autoriteiten moeten bij de uitvoering van EU-recht het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie naleven. Daarnaast moeten de Deense rechtbanken de vereiste toegang tot de rechter bieden om de doeltreffende bescherming van rechten te waarborgen op gebieden die vallen onder het EU-recht. Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie valt daar ook onder.

De grondwet van Denemarken

In de hoofdstukken VII en VIII van de Deense grondwet is een aantal vrijheden en mensenrechten verankerd. De persoonlijke vrijheden betreffen de bescherming van de persoonlijke vrijheid (artikel 71), huisvrede en persoonlijke levenssfeer (artikel 72), het eigendomsrecht (artikel 73), de godsdienstvrijheid en het recht niet te worden gediscrimineerd (artikel 67, artikel 68 en artikel 70). De politieke vrijheden hebben betrekking op vrijheid van meningsuiting (artikel 77), vrijheid van vereniging (artikel 78) en de vrijheid van vergadering (artikel 79). Verder bevat de grondwet het recht op vrije en gelijke toegang tot handel (artikel 74), het recht op overheidsbijstand (artikel 75) en het recht op gratis basisonderwijs en vrijheid van schoolkeuze (artikel 76).

Artikel 73 van de grondwet is de rechtsgrondslag voor het recht op volledige vergoeding voor onteigening, die wordt toegekend in verband met het financiële verlies dat het gevolg is van onteigening.

2. Zijn er specifieke regels voor ernstige schendingen van de mensenrechten? Zijn deze regels van toepassing op milieucriminaliteit of ernstige vormen van arbeidsuitbuiting?

Er zijn geen specifieke regels voor ernstige schendingen van de mensenrechten, nationaal of internationaal. Bij de beoordeling van mensenrechtenschendingen, met inbegrip van de ernst van de schending, speelt het proportionaliteitsbeginsel echter wel een rol. Rechtsbescherming tegen mensenrechtenschendingen is verankerd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de grondwet van Denemarken.

3. Ik ben het slachtoffer van een schending van de mensenrechten die het gevolg is van activiteiten van een Europese transnationale onderneming buiten de Europese Unie. Heb ik als niet-EU-burger of als burger die niet in de EU woont, toegang tot de rechtbanken in uw land? Welke voorwaarden gelden er voor het aanvoeren van een schending van mijn rechten? Waar kan ik meer informatie krijgen?

In wezen kunnen alle particulieren in Denemarken een zaak aanhangig maken bij de nationale rechtbanken. Dat geldt zowel voor EU-burgers als voor niet-EU-burgers. Zie voor meer informatie over het aanhangig maken van een zaak bij de rechtbanken: http://www.domstol.dk/.

4. Kunnen ombudsdiensten, organen voor gelijke behandeling of nationale mensenrechteninstellingen hulp bieden aan slachtoffers van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen door Europese transnationale ondernemingen buiten de Europese Unie? Kunnen deze instanties mijn zaak onderzoeken als ik geen EU-burger ben of als ik niet in de EU woon? Zijn er in uw land andere openbare diensten (zoals arbeids- of milieu-inspectiediensten) die mijn zaak kunnen onderzoeken? Waar kan ik informatie krijgen over mijn rechten?

De nationale instelling voor mensenrechten van Denemarken (Institut for Menneskerettigheder) heeft als doel het bevorderen en beschermen van mensenrechten, onder andere door het Deense parlement (Folketinget), de Deense regering, andere overheidsinstanties en particuliere belanghebbenden te adviseren over mensenrechten en informatie over mensenrechten te beheren. De Deense instelling voor mensenrechten kan slachtoffers van discriminatie tevens bijstaan bij de behandeling van hun klachten over discriminatie, met inachtneming van de rechten van de slachtoffers, verenigingen, organisaties en andere rechtspersonen.

De Deense parlementaire ombudsman behandelt in principe alleen klachten over het openbaar bestuur.

Er zijn in Denemarken aparte mechanismen voor de behandeling van gevallen in verband met bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen, waaronder de Deense rechtbanken, de arbeidsrechtbank (arbejdsretten), de nationale dienst voor arbeidsletsel (Arbejdsskadestyrelsen), de dienst voor gelijke behandeling (Ligebehandlingsnævnet) en de instelling voor bemiddeling en klachtenafhandeling voor verantwoord zakelijk gedrag (Mæglings- og klageinstitutionen for ansvarlig virksomhedsadfærd) (MKI). Op de arbeidsmarkt wordt soms gekozen voor vertrouwelijke bemiddeling tussen de partijen bij zaken die betrekking kunnen hebben op de mensenrechten.

5. Legt uw land aan Europese transnationale ondernemingen de verplichting op om klachtenmechanismen of bemiddelingsdiensten in te stellen voor het onderzoek van schendingen die het gevolg zijn van hun bedrijfsactiviteiten? Geldt deze verplichting ook voor schendingen buiten de Europese Unie? Wie is in uw land verantwoordelijk voor het toezicht op deze werkzaamheden? Zijn er openbare verslagen met informatie over de werking van het systeem?

Europese transnationale ondernemingen zijn krachtens Deens recht niet verplicht klachtenmechanismen of bemiddelingsdiensten in te stellen voor schendingen die het gevolg zijn van hun bedrijfsactiviteiten.

Denemarken heeft een wet aangenomen tot oprichting van de instelling voor bemiddeling en klachtenafhandeling voor verantwoord zakelijk gedrag (MKI), die een kader biedt voor bemiddeling, dialoog en conflictoplossing.

De MKI is het nationale OESO-contactpunt van Denemarken. Zij is belast met de behandeling van klachten over mogelijk onverantwoord gedrag van, onder andere, Deense ondernemingen in Denemarken en daarbuiten, bv. via zakelijke relaties van een onderneming, en met de bemiddeling tussen de benadeelde partij en de aangeklaagde partij. De MKI behandelt klachten en kan bemiddelen in zaken over schendingen van de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen, zoals zaken over mensenrechten, werknemersrechten, internationale milieunormen en corruptie.

De MKI publiceert jaarverslagen over haar werkzaamheden, met informatie over afgehandelde klachten en eventuele bemiddelingsprocedures. Bij het behandelen van een klacht kan de MKI ook openbare verklaringen afleggen, waarin bv. kritiek wordt geuit op het gedrag van een onderneming.

De MKI is een onafhankelijke instelling die tot taak heeft op eigen initiatief gevallen te onderzoeken maar houdt geen toezicht op de activiteiten van Deense ondernemingen.

6. Heb ik specifieke rechten als kwetsbaar slachtoffer dat schadevergoeding vraagt voor een bedrijfsgerelateerde schending van de mensenrechten? Heb ik toegang tot rechtsbijstand en, zo ja, onder welke voorwaarden? Welke kosten worden door de rechtsbijstand gedekt? Heb ik onder dezelfde voorwaarden toegang tot rechtsbijstand als ik geen EU-burger ben of niet in de EU woon?

Er zijn geen specifieke rechten voor slachtoffers van een bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschending (zie vraag 1). Denemarken kent twee soorten door de staat gefinancierde rechtsbijstand: kosteloze procedure [fri proces] en openbare rechtsbijstand [offentlig retshjælp]. Het is geen vereiste Deens onderdaan of EU-burger te zijn om in aanmerking te komen voor rechtsbijstand.

Kosteloze procedure

Indien het verzoek om een kosteloze procedure wordt toegewezen, worden alle kosten van de verzoeker door de staat betaald. Een van de voorwaarden voor een kosteloze procedure is dat het inkomen van de verzoeker niet hoger is dan de in artikel 325, leden 3 tot en met 5, van de wet op het procesrecht (retsplejeloven) vastgestelde inkomensgrens en dat de verzoeker geen rechtsbijstandsverzekering heeft of een andere verzekering die de kosten van de zaak dekt. De inkomensgrenzen worden jaarlijks verhoogd (zie artikel 328, lid 2, van de wet op het procesrecht). In 2019 was de bovengrens voor een alleenstaande verzoeker 329 000 DKK, en was de bovengrens voor het totale inkomen van samenwonende verzoekers 418 000 DKK.

Daarnaast geldt als voorwaarde dat de verzoeker een redelijke grond moet hebben voor het aanspannen van de zaak (zie artikel 328, lid 2, van de wet op het procesrecht).

In artikel 327 van de wet op het procesrecht worden evenwel enkele bijzondere situaties genoemd waarin de verzoeker niet over redelijke gronden hoeft te beschikken om de zaak aan te spannen. In die situaties heeft de verzoeker recht op een kosteloze procedure als hij voldoet aan de in artikel 325 vastgestelde financiële voorwaarden. Dat betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat de vordering van de verzoeker in de zaak wordt toegewezen (zie artikel 327, lid 4).

Openbare rechtsbijstand

Er zijn drie fasen voor rechtsbijstand: zie artikel 323 van de wet op het procesrecht en uitvoeringsbesluit (bekendtgørelse) nr. 1503 van 18 december 2019 over openbare rechtsbijstand door een advocaat. Iedereen heeft recht op zeer elementaire (en kosteloze) mondelinge adviezen over juridische kwesties die van belang zijn voor een geschil, en over de praktische en financiële opties voor het aanspannen van een zaak (fase 1).

Wie voldoet aan de financiële voorwaarden voor een kosteloze procedure, heeft tevens recht op gedeeltelijk kosteloze rechtsbijstand in de vorm van advisering en de opstelling van individuele verzoeken, bv. een verzoek om een kosteloze procedure (fase 2). Bij geschillen die mogelijk kunnen worden beslecht via bemiddeling met behulp van een advocaat, heeft de betrokkene bovendien recht op gedeeltelijk kosteloze rechtsbijstand door een advocaat (fase 3).

In 2019 bedroeg de vergoeding voor rechtsbijstand door een advocaat in fase 2, 1 040 DKK (inclusief btw). De staat betaalt daarvan 75 % en het resterende bedrag is voor rekening van de verzoeker. De vergoeding voor rechtsbijstand door een advocaat in fase 3 bedraagt 2 390 DKK (inclusief btw). De staat en de verzoeker om rechtsbijstand betalen elk de helft. De staat betaalt echter de volledige vergoeding voor rechtsbijstand die verband houdt met een verzoek om een kosteloze procedure.

In beginsel kan in de fasen 2 en 3 niet worden verzocht om rechtsbijstand door de staat als het van meet af aan duidelijk is dat de zaak niet kan worden behandeld binnen de grenzen van 1 040 DKK respectievelijk DKK 2 390. Bovendien worden in de fasen 2 en 3 alleen niet door een rechtsbijstands- of andere verzekering gedekte vergoedingen voor rechtsbijstand uit overheidsmiddelen bekostigd.

Laatste update: 28/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.