Hoe kan ik de naleving van een uitspraak afdwingen?

Spanje
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekent tenuitvoerlegging in burgerlijke en handelszaken?

In het algemeen betekent de uitdrukking “burgerrechtelijke en handelsrechtelijke tenuitvoerlegging” dat wanneer een executoriale beslissing (zoals een definitieve rechterlijke uitspraak) niet vrijwillig wordt uitgevoerd door de veroordeelde, de eiser verplicht is om bij de rechtbanken te verzoeken om tenuitvoerlegging daarvan. Om bijvoorbeeld de betaling te verkrijgen van een schuld die de verweerder moet betalen, maar niet daadwerkelijk betaalt, verzoekt de eiser-schuldeiser om de gerechtelijke tenuitvoerlegging en verkrijgt de betaling door middel van een rechtstreeks beslag op de betaalrekeningen van de schuldenaar of door middel van beslag op een onroerend goed van de schuldenaar zodat de schuldeiser, met de opbrengst van de veiling daarvan, kan worden terugbetaald.

De tenuitvoerlegging maakt deel uit van het door de Spaanse grondwet van 1978 aan rechters en rechtbanken verstrekte mandaat om recht te spreken en rechterlijke beslissingen ten uitvoer te leggen (artikelen 117 en 118 van de grondwet). Als gevolg moeten de procespartijen vonnissen en andere rechterlijke uitspraken naleven en de vereiste medewerking verlenen voor de tenuitvoerlegging van beslissingen. De rechter moet ervoor zorgen dat er op de juiste wijze wordt voldaan aan deze voorwaarden.

De tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing houdt in dat er wordt gedaan wat de rechtbank heeft vastgesteld, namelijk de uitvoering van het recht dat is toegewezen aan de partij die in het gelijk is gesteld bij het geschil. Dit geeft de eiser (hierna “executerende partij” (ejecutante) genoemd) in theorie het recht om, afhankelijk van de inhoud van de veroordeling, de betaling van een geldbedrag te eisen, te eisen dat een handeling (bijvoorbeeld een bouwproject) wel of niet wordt uitgevoerd of de naleving van een erkend recht te eisen door dit in te schrijven in openbare registers.

De tenuitvoerlegging kan definitief of voorlopig zijn. In het tweede geval en in welomschreven omstandigheden wordt een rechterlijke beslissing ook ten uitvoer gelegd als deze nog niet definitief is, teneinde te voorkomen dat de schuldeiser, in de tussenliggende periode (gedurende de hele bezwaarprocedure tegen deze uitspraak en tot het moment van uitspraak van de definitieve rechterlijke beslissing), verlies lijdt als gevolg van de traagheid van de procedures (artikelen 524 tot en met 537 van het Spaanse wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Ley de Enjuiciamiento Civil)).

2 Welke instantie of instanties zijn bevoegd voor tenuitvoerlegging?

De Spaanse wetgeving kent de rechters en rechtbanken, overeenkomstig de wetgeving en regels inzake bevoegdheid, de taak toe om rechterlijke beslissingen ten uitvoer te laten leggen (artikel 117, lid 3, van de Spaanse grondwet).

Krachtens de grondwet en het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Wet 1/2000 van 7 januari 2000, BOE nr. 7 van 8 januari 2000, die verschillende keren is geactualiseerd), dat van toepassing is op de tenuitvoerleggingsprocedure in burgerlijke zaken, is de rechter belast met de controle van de rechtmatigheid van de tenuitvoerleggingsprocedure (artikelen 545, 551, 552 en gelijkwaardige artikelen). Op verzoek van de executerende partij begint de rechter de procedure met behulp van “het algemene bevel tot tenuitvoerlegging” dat hij verstrekt in de vorm van een beschikking na beoordeling van de executoriale titel die de executerende partij heeft ingediend. De rechter doet ook uitspraak in het geval dat de verweerder (hierna “geëxecuteerde partij” (ejecutado) genoemd) zich tegen de tenuitvoerlegging verzet, wat leidt tot de specifieke procedure van verzet tegen de tenuitvoerlegging, die hieronder wordt beschreven.

De referendarissen van de gerechtelijke administratie (letrados de la administración de justicia) (huidige benaming van de personeelsleden die vroeger “griffiers” (secretarios judiciales) werden genoemd) moeten vervolgens de concrete tenuitvoerleggingsmaatregelen bepalen en vaststellen (betalingswijzen, beslag op goederen van de geëxecuteerde partij, inhoudingen op betaalrekeningen, salarissen enz.). De referendaris van de gerechtelijke administratie houdt daarbij, nadat de rechter “het algemene bevel tot tenuitvoerlegging” heeft uitgesproken, toezicht op de tenuitvoerleggingsprocedure en neemt de daarmee samenhangende besluiten, zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid, in bepaalde gevallen, om tegen de genoemde beslissingen beroep in te stellen bij de rechter.

3 Onder welke voorwaarden mag een executoriale titel of beslissing worden uitgevaardigd?

In het algemeen moet het gaan om een definitief vonnis of rechterlijke uitspraak of een andere executoriale titel die recht geeft op de tenuitvoerlegging (in bepaalde uitzonderlijke gevallen kan een uitspraak niet definitief, maar toch executoriaal zijn, bijvoorbeeld in het geval van voorlopige tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen waartegen bezwaar is aangetekend, wat in bepaalde omstandigheden geoorloofd is).

Overeenkomstig de wettelijke bepalingen van artikel 517 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, dat betrekking heeft op de executoriale procedure en executoriale titels, moet het verzoek om tenuitvoerlegging gebaseerd zijn op een titel die uitvoerbaar is. Alleen de volgende titels zijn uitvoerbaar:

  1. de definitieve rechterlijke uitspraak;
  2. arbitrale uitspraken of beslissingen en bemiddelingsafspraken, waarbij deze laatste moeten worden ingeschreven in overeenstemming met de wet op de bemiddeling in burgerlijke zaken en handelszaken (Ley de mediación en asuntos civiles y mercantiles);
  3. rechterlijke beslissingen tot goedkeuring of bevestiging van tijdens de procedure gesloten rechterlijke schikkingen en overeenkomsten met daarbij, indien nodig, de desbetreffende stukken ter staving van hun concrete strekking;
  4. authentieke akten, mits het om eerste kopieën gaat. Als het om tweede kopieën gaat, moeten de akten zijn uitgevaardigd krachtens een rechterlijk bevel dat vermeldt tegen welke persoon de akten zijn gericht of wie de opsteller ervan is, of moeten deze zijn uitgevaardigd met instemming van alle partijen;
  5. handelsovereenkomsten die zijn ondertekend door de partijen en door een erkende makelaar die lid is van een beroepsorganisatie en die daar toezicht op houdt, mits deze vergezeld gaan van een certificaat waarin de makelaar verklaart dat de overeenkomst in overeenstemming is met de inschrijvingen in zijn/haar register en met de data van deze inschrijvingen;
  6. rechtmatig uitgegeven effecten aan toonder of op naam die opeisbare schulden vertegenwoordigen en de eveneens opeisbare coupons van deze effecten, mits deze coupons bij de effecten horen en de effecten overeenstemmen met de inschrijvingen in de kwitantieboeken.
    Wanneer bij de controle van overeenstemming de echtheid van de effecten wordt betwist, verhindert dit niet, als er overeenstemming is, dat de tenuitvoerlegging wordt gelast, onverminderd het recht van de schuldenaar om in een latere fase beroep aan te tekenen tegen de tenuitvoerlegging en aan te voeren dat de effecten vervalst zijn;
  7. niet vervallen certificaten die door de registerinstanties zijn afgegeven en die betrekking hebben op effecten in de vorm van inschrijvingen op rekeningen zoals bedoeld in de effectenmarktwet (Ley del mercado de valores), mits deze vergezeld gaan van een kopie van de authentieke akte betreffende de effecten of, voor zover dit door de wet is voorgeschreven, betreffende de afgifte van de effecten.
    Zodra de tenuitvoerlegging is aangevraagd en gelast, kunnen de hierboven bedoelde certificaten niet vervallen;
  8. de rechterlijke uitspraak waarbij het maximumbedrag wordt vastgesteld dat als schadevergoeding kan worden gevorderd, en die wordt verstrekt onder de door de wet genoemde voorwaarden bij strafrechtelijke procedures betreffende feiten die onder de verplichte wettelijke aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen vallen;
  9. andere rechterlijke beslissingen en akten die krachtens de bepalingen van deze wet of een andere wet uitvoerbaar zijn.

3.1 De procedure

Voor de rest wordt de procedure beschreven in artikel 548 en volgende van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Er moet worden benadrukt dat alleen opdracht wordt gegeven voor de tenuitvoerlegging op verzoek van een van de partijen in de vorm van een verzoekschrift, zoals hieronder wordt beschreven. Wanneer het verzoek om tenuitvoerlegging is ingediend, verstrekt de rechtbank, mits er is voldaan aan de procedurele voorwaarden en regels, de beschikking met daarin het “algemene bevel tot tenuitvoerlegging”. Wanneer deze beschikking is verstrekt door de rechter of de magistraat, publiceert de referendaris van de gerechtelijke administratie een besluit met daarin de desbetreffende concrete executoriale maatregelen en de maatregelen voor de tracering en vaststelling van de goederen van de geëxecuteerde partij die ten uitvoer kunnen worden gelegd.

Deze beschikking en dit besluit worden samen met de kopie van het tenuitvoerleggingsverzoek betekend aan de geëxecuteerde partij, onverminderd de instelling van maatregelen om de schuldeiser tegen mogelijk verlies te beschermen.

De geëxecuteerde partij kan zich tegen de tenuitvoerlegging verzetten om een aantal specifieke redenen die materieel (zoals betaling van de schuld) of procedureel (zoals wanneer er fouten zitten in de ingediende titel) zijn, in overeenstemming met artikel 556 en volgende van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. In dat geval wordt er een procedure op tegenspraak aangevangen om bewijzen te verkrijgen en aan het einde hiervan wordt er een beschikking verstrekt die het bevel tot tenuitvoerlegging bevestigt of geheel of gedeeltelijk ongeldig verklaart. Tegen dit besluit kan beroep worden ingesteld bij de desbetreffende provinciale rechtbank (Audiencia Provincial).

3.2 De grondvoorwaarden

Zoals hierboven is beschreven, moet de tenuitvoerlegging worden aangevraagd op verzoek van de betrokken partij door middel van de indiening van een verzoekschrift met daarin het verzoek om tenuitvoerlegging. Het tenuitvoerleggingsverzoek moet vermelden op welke titel de tenuitvoerlegging is gebaseerd, de rechtsbescherming die aan de rechtbank wordt gevraagd, de goederen van de geëxecuteerde partij die in aanmerking komen voor beslag, de te nemen maatregelen om het vermogen van de schuldenaar te traceren en vast te stellen en de naam van de persoon of personen op wie de tenuitvoerlegging betrekking heeft door deze op geëigende wijze te identificeren. Als de executoriale titel een beslissing is van de referendaris van de gerechtelijke administratie of een vonnis of beslissing van de rechtbank die de tenuitvoerlegging volgt, wordt met het tenuitvoerleggingsverzoek beoogd dat er opdracht wordt gegeven tot de tenuitvoerlegging, met aanduiding van het vonnis of de beslissing die ten uitvoer moet worden gelegd (artikel 549 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering), terwijl in de andere gevallen bij het tenuitvoerleggingsverzoek de stukken moeten worden gevoegd waarop de tenuitvoerlegging is gebaseerd en die worden vermeld in artikel 550 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Indien het tenuitvoerleggingsverzoek voldoet aan de bovengenoemde vereisten en indien de overgelegde titel het bevel tot tenuitvoerlegging bevat, wordt er middels beschikking van de rechter opdracht gegeven tot de tenuitvoerlegging en vervolgens middels besluit van de referendaris van de gerechtelijke administratie. Hierin wordt, in het geval van beslag op geld, het bedrag bepaald dat de hoofdsom is van het beslag, evenals het voorlopig vastgestelde bedrag voor rente en kosten, onverminderd verdere liquidatie en beoordeling daarvan, waarbij altijd de betrokken personen en de in te stellen tenuitvoerleggingsmaatregelen worden vermeld.

4 Het doel en de aard van tenuitvoerleggingsmaatregelen

4.1 Welke soorten activa kunnen voorwerp van tenuitvoerlegging zijn?

Onverminderd de niet-vatbaarheid voor beslag van bepaalde goederen die hieronder worden vermeld, moet er altijd worden benadrukt dat de tenuitvoerleggingsmaatregelen in verhouding moeten staan tot het bedrag waarvoor de tenuitvoerlegging wordt gelast. Als de verzochte maatregelen overmatig worden geacht, kan de rechtbank derhalve opdracht geven om ze te matigen of te verminderen. En als de vastgestelde maatregelen niet toereikend blijken te zijn, kan executerende partij verzoeken om een aanvulling door middel van een verhoging of een herwaardering van de vastgestelde maatregelen. Indien de executerende partij niet weet over welke goederen de geëxecuteerde partij beschikt, kan er aan de rechtbank worden gevraagd om maatregelen ter bepaling daarvan. Deze worden uitgevoerd door de referendaris van de gerechtelijke administratie, hetzij rechtstreeks vanuit de rechtbank, hetzij door dit uit te zetten bij de betrokken organisaties. Er zijn echter verschillende schalen of beperkingen voor inhoudingen of beslag op lonen of salarissen die hieronder worden genoemd. Er geldt een uitzondering voor de gevallen waarin de tenuitvoerlegging voortvloeit uit een veroordeling tot de betaling van alimentatie (die is bepaald bij een geding ten aanzien van de alimentatieplicht tussen ouders of bij een geding inzake de verschuldigde alimentatieplicht voor de kinderen). In die gevallen zijn de wettelijk bepaalde schalen niet van toepassing op de tenuitvoerlegging; de rechtbank bepaalt dan hoeveel er in beslag kan worden genomen (artikel 608 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Wat betreft goederen die niet vatbaar zijn voor beslag is in artikel 605 en volgende van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering het volgende bepaald (de verwijzingen naar de “griffier” moeten worden opgevat als verwijzingen naar de “referendaris van de gerechtelijke administratie”):

Artikel 605. Absoluut niet voor beslag vatbare goederen

Er mag in geen geval beslag worden gelegd op:

1º onvervreemdbaar verklaarde goederen;

2º afgeleide rechten die niet los van de hoofdrechten kunnen worden vervreemd;

3º goederen die op zich geen vermogenswaarde hebben;

4º goederen die krachtens een wettelijke bepaling uitdrukkelijk niet voor beslag vatbaar zijn.

Artikel 606. Goederen van de geëxecuteerde partij die niet vatbaar zijn voor beslag.

Evenmin vatbaar voor beslag zijn:

1º meubelen en huisraad, evenals de kleding van de geëxecuteerde partij of die van zijn/haar gezin voor zover deze niet als overbodig kunnen worden beschouwd. In het algemeen goederen zoals voedsel, brandstof enz. die, naar mening van de rechtbank, onmisbaar zijn opdat de geëxecuteerde partij en de mensen die afhankelijk van hem/haar zijn een redelijk en waardig leven kunnen leiden;

2º boeken en instrumenten die de geëxecuteerde partij nodig heeft voor de uitoefening van zijn/haar beroep, ambacht of bedrijf wanneer de waarde daarvan niet buiten verhouding staat tot de gevorderde schuld;

3º religieuze goederen en goederen die worden gebruikt voor de uitoefening van wettelijk erkende religies;

4º bedragen die krachtens de wet uitdrukkelijk niet vatbaar zijn voor beslag;

5º goederen en bedragen die krachtens de door Spanje geratificeerde verdragen niet vatbaar zijn voor beslag.

Artikel 607. Beslag op lonen en pensioenen

1. Salarissen, lonen, pensioenen, bezoldigingen of equivalente typen beloningen, indien deze lager zijn dan of gelijk zijn aan het bedrag van het sectorale minimumloon, zijn vrijgesteld van beslag.

2. Op salarissen, lonen, bezoldigingen of pensioenen boven het sectorale minimumloon kan beslag worden gelegd volgens onderstaande schaal:

1º voor het extra bedrag tussen het sectorale minimumloon en het dubbele daarvan, 30 procent;

2º voor het extra bedrag daarboven tot het drievoudige van het sectorale minimumloon, 50 procent;

3º voor het extra bedrag daarboven tot het viervoudige van het sectorale minimumloon, 60 procent;

4º voor het extra bedrag daarboven tot het vijfvoudige van het sectorale minimumloon, 75 procent;

5º voor elk bedrag daarboven, 90 procent.

3. Indien de beslagene meer dan één vergoeding ontvangt, worden al deze vergoedingen bij elkaar opgeteld en wordt het voor beslag vatbare deel daar in één keer van ingehouden. Ook wordt rekening gehouden met de salarissen, lonen, pensioenen, bezoldigingen en soortgelijke vergoedingen van echtgenoten als hiervoor geen huwelijkse voorwaarden gelden. Als dat wel het geval is, moet dit ten overstaan van de griffier worden aangetoond.

4. Wat betreft de gezinslasten van de beslagene kan de griffier de percentages die zijn vastgesteld onder de punten 1, 2, 3 en 4 van lid 2 van het onderhavige artikel verlagen met 10 tot 15 procent.

5. Indien er op de salarissen, lonen, pensioenen of bezoldigingen permanente of eenmalige belastingen of socialezekerheidsbijdragen worden ingehouden, vormt het door de geëxecuteerde partij ontvangen bedrag na aftrek van deze inhoudingen de basis voor de vaststelling van het voor beslag vatbare bedrag.

6. De bovengenoemde bepalingen van dit artikel zijn ook van toepassing op inkomsten van zelfstandige beroeps- en handelsactiviteiten.

7. De bedragen waarop beslag wordt gelegd volgens de onderhavige bepaling kunnen rechtstreeks worden terugbetaald op de rekening die de executerende partij daarvoor heeft aangeduid, indien de griffier die belast is met de tenuitvoerlegging hiertoe besluit.

In dat geval moeten de persoon of de entiteit die de inhouding en de verdere betaling uitvoert en de executerende partij de griffier elke drie maanden in kennis stellen van de respectievelijk terugbetaalde en ontvangen bedragen en heeft de geëxecuteerde partij in elk geval het recht om claims in te dienen, omdat zij van mening is dat de schuld volledig is afbetaald en dat het bevel tot tenuitvoerlegging daarmee ongeldig is of omdat de inhoudingen of betalingen niet zijn uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de griffier.

Om zich te verzetten tegen het besluit van de griffier waarmee die rechtstreekse betaling wordt toegekend, moet er een rechtstreeks beroep worden ingesteld bij de rechtbank.

Overeenkomstig Koninklijk Wetsdecreet 8/2011, van 1 juli 2011 betreffende maatregelen ter ondersteuning van hypotheekhouders (Real Decreto-Ley 8/2011 de medidas de apoyo a los deudores hipotecarios), in werking getreden op 7 juli 2011, wordt een aantal verduidelijkingen aangebracht in de bepalingen van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. In artikel 1 van dit wetsdecreet wordt het volgende bepaald:

Artikel 1 Vrijstelling van beslag op het minimale gezinsinkomen.

“Indien, overeenkomstig het bepaalde in artikel 129 van de Hypotheekwet (Ley Hipotecaria), de prijs verkregen uit de verkoop van de gebruikelijke woning waarop een hypotheek rust, na de tenuitvoerlegging met betrekking tot die schuld, ontoereikend is om de zekergestelde lening te dekken, zal het van beslag vrijgestelde bedrag zoals bepaald in artikel 607, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering met 50 procent worden verhoogd en voorts met nog eens 30 procent van het sectorale minimumloon per lid van de gezinseenheid dat geen reguliere inkomsten, salaris of pensioen ontvangt boven het sectorale minimumloon. In dit verband bestaat een gezinseenheid uit de echtgeno(o)t(e) of samenwonende en de ascendenten en afstammelingen in de eerste graad die bij de geëxecuteerde partij wonen.

Op salarissen, lonen, bezoldigingen of pensioenen boven het sectorale minimumloon en, voor zover van toepassing, de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van het in voorgaande alinea bepaalde ter bescherming van de gezinseenheid, zal beslag worden gelegd volgens de in artikel 607, lid 2, van bovengenoemde wet opgenomen schaal.”

4.2 Wat zijn de gevolgen van tenuitvoerleggingsmaatregelen?

In het geval van onroerende goederen of andere goederen die in het hypotheekregister kunnen worden ingeschreven, kan de rechtbank, op verzoek van de executerende partij, een preventieve annotatie inzake beslag laten opnemen in het desbetreffende openbare register (meestal het kadaster), om te zorgen voor verdere tenuitvoerlegging.

In de overige gevallen kan worden besloten tot maatregelen die bijvoorbeeld betrekking hebben op:

  • contanten: inbeslagneming;
  • lopende rekeningen: aan de bank gegeven bevel tot inhouding;
  • lonen: aan de betaler gegeven bevel tot inhouding;
  • rente, opbrengsten en ontvangsten: inhouding bij de betaler, plaatsing onder gerechtelijk bewind of gerechtelijk beslag;
  • effecten en financiële instrumenten: inhouding van rente aan de bron, kennisgeving aan de directie van de beurs of van de secundaire markt (als de effecten zijn genoteerd aan een openbare beurs) en kennisgeving aan de vennootschap;
  • overige roerende goederen: inbeslagneming.

Daarnaast is er, met het oog op de garantie van de tenuitvoerlegging, een plicht om mee te werken aan de handelingen van tenuitvoerlegging voor alle personen en alle openbare en particuliere instellingen (door hen te wijzen op het feit dat ze een boete kunnen krijgen of in overtreding zijn als ze niet aan het verzoek voldoen). Dit houdt in dat ze alle gevraagde informatie moeten verstrekken of alle aangeduide garantiemaatregelen moeten treffen, met de plicht om aan de rechtbank alle stukken en gegevens over te leggen die in hun bezit zijn, zonder andere beperkingen dan die welke aan hen zijn opgelegd door de inachtneming van de fundamentele rechten of de beperkingen die, in bepaalde specifieke gevallen, uitdrukkelijk worden opgelegd door de wet.

4.3 Welke geldigheid hebben deze maatregelen?

De tenuitvoerleggingsmaatregelen hebben geen vooraf bepaalde geldigheidsduur. Ze blijven van kracht, totdat de tenuitvoerlegging is voltooid. Ten aanzien van de genoemde maatregelen moet de executerende partij in elk afzonderlijk geval om de betreffende tenuitvoerlegging verzoeken. Wat betreft het beslag op roerende of onroerende goederen kunnen deze bijvoorbeeld worden verkocht bij veilingen om de benodigde bedragen bij elkaar te krijgen voor de betaling van de executerende partij. In andere gevallen, bijvoorbeeld wanneer de veroordeling bestaat uit de teruggave van een onroerend goed aan de executerende partij (zoals het geval zou zijn bij uitzetting vanwege het niet betalen van de huur), bestaan de tenuitvoerleggingsmaatregelen uit de teruggave van het onroerende goed aan de executerende partij nadat de nalatige huurder eruit is gezet.

5 Is er een mogelijkheid tot beroep tegen de beslissing om een dergelijke maatregel toe te staan?

Er is geen beroep mogelijk tegen het bevel tot tenuitvoerlegging. De geëxecuteerde partij kan zich echter wel verzetten tegen de tenuitvoerlegging, wanneer deze aan haar is betekend door gebruik te maken van de hierboven beschreven procedure van verzet tegen de tenuitvoerlegging. Dit verzet is mogelijk op basis van materiële gronden of procedurefouten. Deze verzetsgronden variëren al naar gelang de titel waar de tenuitvoerlegging op van toepassing is (in overeenstemming met de bepalingen van artikel 556 en volgende van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, die variëren al naar gelang het gaat om: procedurele beslissingen van de rechter of de referendaris van de gerechtelijke administratie, arbitrale beslissingen of bemiddelingsafspraken; titels van een maximaal bedrag die zijn verstrekt in het kader van strafrechtelijke procedures ten aanzien van verkeersongevallen; of titels die zijn bepaald in de punten 4, 5, 6 en 7 van artikel 517 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, evenals in andere authentieke akten die worden vermeld in artikel 517, lid 2, punt 9). Verzet vanwege ultra petita is geregeld in artikel 558 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, verzet vanwege procedurefouten in artikel 559 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Er moet worden opgemerkt dat enkele van deze gronden eerder van rechtswege kunnen zijn opgeworpen door de rechtbank zelf (indien deze van mening was dat bepaalde clausules in een executoriale titel die bestaat uit authentieke akten, stukken of certificaten onrechtmatig konden zijn, in welk geval de rechtbank van rechtswege moet handelen door de partijen de mogelijkheid te geven om zich uit te spreken voordat hij uitspraak doet). De partijen kunnen beroep instellen tegen de door de rechtbank in eerste aanleg verstrekte beschikking die uitspraak deed over de verschillende gronden van verzet. Hierover wordt beslist door de desbetreffende provinciale rechtbank (Audiencia Provincial).

6 Zijn er beperkingen aan tenuitvoerlegging, in het bijzonder wat bescherming van de schuldenaar of termijnen betreft?

De tenuitvoerleggingsmaatregel kan komen te vervallen. Een tenuitvoerleggingsmaatregel die is gebaseerd op een vonnis, een beslissing van de rechtbank of van de referendaris van de gerechtelijke administratie ter goedkeuring van een gerechtelijke schikking of een overeenkomst die is gesloten tijdens het proces, op een arbitrale beslissing of een bemiddelingsafspraak komt dus te vervallen als het overeenkomstige verzoek om tenuitvoerlegging niet wordt ingediend binnen vijf jaar na de datum waarop het vonnis of de beslissing definitief is verklaard (artikel 518 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Er bestaat ook een wachtperiode voor het verzoek om tenuitvoerlegging van procedurele beslissingen (van de rechter of de referendaris van de gerechtelijke administratie), van arbitrale beslissingen of bemiddelingsafspraken. Het doel van deze periode is om de geëxecuteerde partij de tijd te geven om vrijwillig uit te voeren wat er van hem wordt geëist, waardoor wordt voorkomen dat de eiser die in het gelijk is gesteld, om tenuitvoerlegging moet verzoeken. Daarom wordt er geen opdracht gegeven tot de tenuitvoerlegging van procedurele of arbitrale beslissingen of bemiddelingsafspraken binnen twintig dagen na de datum waarop de definitieve veroordeling is uitgesproken of waarop het besluit tot goedkeuring van de overeenkomst of ondertekening van de afspraak is betekend aan de geëxecuteerde partij (artikel 548 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Het doel van deze wachtperiode is om de vrijwillige tenuitvoerlegging door de geëxecuteerde partij te stimuleren.

Zoals uitgelegd in een van de bovenstaande punten (punt 4.1) bepaalt het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, ter bescherming van de schuldenaar, dat bepaalde goederen niet vatbaar zijn voor beslag, en stelt het ook kwantitatieve beperkingen vast die evenredig zijn met derdenbeslagen op salarissen, lonen, bezoldigingen of pensioenen.

Bij de veiling van goederen wordt bepaald dat de toekenning aan de hoogste bieder moet worden uitgesproken met inachtneming van minimale waarden in evenredigheid met de taxatiewaarde van het goed of het bedrag van de schuld. Deze beperkingen ter bescherming van de schuldenaar zijn strenger indien het hoofdverblijf van de schuldenaar wordt geveild (artikelen 670 en 671 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Het wetboek van burgerlijke rechtsvordering bepaalt eveneens dat, als algemene regel, het beslag op rente van de hoofdsom en van de procedurele kosten niet hoger mag zijn dan 30 procent van de hoofdsom (artikel 575 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

In het geval dat het beslag betrekking heeft op het hoofdverblijf mogen de kosten die van de geëxecuteerde partij worden gevorderd, niet hoger zijn dan 5 procent van het bedrag dat wordt gevorderd in het tenuitvoerleggingsverzoek (artikel 575 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Bij beslag op met hypotheek bezwaarde goederen en voor schuldenaren die zich in een economisch en maatschappelijk zeer kwetsbare positie bevinden, wordt uitstel verleend voor het beslag op het hoofdverblijf (artikel 441 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Overeenkomstig de artikelen 55 en 57 van de Spaanse Faillissementswet (Ley Concursal) mag er, zodra het faillissement is uitgesproken, geen afzonderlijke tenuitvoerlegging worden gelast, omdat de rechter die belast is met het liquidatiedossier als enige bevoegd is voor de tenuitvoerlegging tegen de insolvente schuldenaar. Hierdoor kan worden voorkomen dat bepaalde schuldeisers begunstigd worden ten opzichte van andere.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 18/08/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.