Hoe kan ik de naleving van een uitspraak afdwingen?

Portugal
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekent tenuitvoerlegging in burgerlijke en handelszaken?

Tenuitvoerlegging in burgerlijke en handelszaken bestaat in een rechtsvordering die wordt ingesteld door een schuldeiser of een partij die om tenuitvoerlegging verzoekt tegen een schuldenaar of een persoon tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, waarbij de schuldeiser de rechtbank verzoekt de naleving van een verplichting jegens hem af te dwingen.

De tenuitvoerlegging kan zijn gericht op drie doelstellingen: betaling van een geldsom, afgifte van een specifieke zaak, of het verrichten dan wel nalaten van een handeling.

Tenuitvoerlegging kan de vorm aannemen van een standaard gerechtelijke procedure (gewoon, verkort of enkelvoudig) of een bijzondere procedure.

Alle tenuitvoerleggingsprocedures voor de betaling van een geldsom hebben de vorm van een gewone standaard gerechtelijke procedure met uitzondering van die welke hierna zijn uiteengezet, die de vorm hebben van een verkorte procedure, en tenuitvoerleggingsprocedures in verband met onderhoudsvorderingen, die de vorm hebben van een bijzondere procedure.

Verkorte procedures worden gebruikt in tenuitvoerleggingsprocedures voor de betaling van een geldsom op basis van:

  • een arbitrale of rechterlijke uitspraak in zaken waarin een dergelijke uitspraak niet in de gerechtelijke procedure zelf ten uitvoer kan worden gelegd;
  • een verzoek om een betalingsbevel waarbij een executoriale titel is gevoegd;
  • een buitengerechtelijke executoriale titel met betrekking tot een achterstallige geldelijke verplichting die is gewaarborgd door een hypotheek of pand;
  • een buitengerechtelijke executoriale titel met betrekking tot een achterstallige geldelijke verplichting waarvan de waarde niet hoger is dan tweemaal de waarde waarvoor de rechtbank van eerste aanleg bevoegd is.

Ook wanneer er sprake is van een van de bovengenoemde executoriale titels, is de gewone vorm in plaats van de verkorte vorm van toepassing in de volgende gevallen:

  • tenuitvoerlegging van een alternatieve verplichting, afhankelijk van een optie of een voorwaarde;
  • wanneer de ten uitvoer te leggen verplichting moet worden afgewikkeld in de tenuitvoerleggingsfase en de afwikkeling niet afhangt van een eenvoudige rekenkundige berekening;
  • wanneer er een andere executoriale titel is dan een rechterlijke beslissing tegen slechts een van de echtgenoten, en de om de tenuitvoerlegging verzoekende partij in het verzoek om tenuitvoerlegging stelt dat de schuld gemeenschappelijk is;
  • in tenuitvoerleggingsprocedures tegen slechts een subsidiaire schuldenaar die geen afstand heeft gedaan van het voorrecht van uitwinning (benefício da excussão prévia).

Tenuitvoerleggingsprocedures met betrekking tot de afgifte van een specifieke zaak en het verrichten van een handeling hebben de vorm van een enkelvoudige standaardprocedure.

Tenuitvoerlegging van de afgifte van een specifieke zaak kan worden omgezet in tenuitvoerlegging van de betaling van een geldsom wanneer de zaak die de om tenuitvoerlegging verzoekende partij moet ontvangen, niet kan worden gevonden. In dat geval kan de om tenuitvoerlegging verzoekende partij in dezelfde procedure betaling vorderen van de waarde van de zaak die had moeten worden afgegeven en het verlies dat uit de niet-afgifte voortvloeit.

Tenuitvoerlegging van het verrichten van een handeling kan worden omgezet in tenuitvoerlegging van de betaling van een geldsom indien de om tenuitvoerlegging verzoekende partij vergoeding van de geleden schade en betaling van het bedrag in kwestie vordert.

Tenuitvoerlegging van onderhoudsvorderingen geschiedt in de vorm van een bijzondere procedure waarbij:

  • de om tenuitvoerlegging verzoekende partij kan verzoeken om toekenning van een deel van de bedragen of salaris- of pensioenbetalingen die een persoon ontvangt tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, of om overdracht van huurinkomsten van de schuldenaar ter betaling van verschuldigde of vervallen termijnen, en de toekenning of overdracht niet afhankelijk is van inbeslagneming;
  • wanneer de om tenuitvoerlegging verzoekende partij verzoekt om toekenning van de bovengenoemde bedragen of salaris- of pensioenbetalingen, de voor het verrichten van de betalingen of het verwerken van de desbetreffende salarissen verantwoordelijke entiteit ervan in kennis wordt gesteld dat zij het toegekende deel rechtstreeks aan de om tenuitvoerlegging verzoekende partij moet betalen;
  • wanneer een om tenuitvoerlegging verzoekende partij verzoekt om overdracht van huurinkomsten, zij moet aangeven op welke vermogensbestanddelen deze overdracht betrekking heeft en de tenuitvoerleggingsfunctionaris de overdracht zal uitvoeren met betrekking tot de activa die hij als toereikend beschouwt om de verschuldigde en vervallen betalingen te verrichten. De persoon tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, kan daartoe worden gehoord;
  • de aan tenuitvoerlegging onderworpen partij altijd wordt gedagvaard nadat de inbeslagneming heeft plaatsgevonden, en haar bezwaar tegen de tenuitvoerlegging of inbeslagneming de tenuitvoerlegging niet schorst.

De tenuitvoerleggingsprocedure is geregeld in de artikelen 550 en 551 (soorten procedures – tenuitvoerleggingsprocedure), 703 tot en met 877 (tenuitvoerleggingsprocedure) en 933 tot en met 937 (bijzondere tenuitvoerlegging van onderhoudsvorderingen) van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Código de Processo Civil), die hier kunnen worden geraadpleegd.

2 Welke instantie of instanties zijn bevoegd voor tenuitvoerlegging?

De voor tenuitvoerlegging bevoegde autoriteiten zijn de rechtbanken en tenuitvoerleggingsfunctionarissen.

De tenuitvoerlegging zelf vindt plaats via een gerechtelijke tenuitvoerleggingsprocedure waarin de rechtbanken de bevoegde autoriteiten zijn en worden bijgestaan door tenuitvoerleggingsfunctionarissen. Naast de gerechtelijke procedure voorziet de wet ook in een “pre-executoriale buitengerechtelijke procedure” (procedimento extrajudicial pré-executivo), die optioneel is en die de schuldeiser kan gebruiken wanneer aan bepaalde vereisten is voldaan. De bevoegde autoriteiten voor de pre-executoriale buitengerechtelijke procedure zijn de tenuitvoerleggingsfunctionarissen.

Gerechtelijke tenuitvoerlegging

De tenuitvoerlegging begint met de indiening van het verzoek om tenuitvoerlegging bij de rechtbank. Het model en de voorwaarden voor het indienen van het verzoek om tenuitvoerlegging zijn vastgelegd in Regeringsbesluit nr. 282/2013 van 29 augustus 2013 (zoals gewijzigd bij Regeringsbesluit nr. 239/2020 van 12 oktober 2020 - toestand op de datum van de herziening van dit informatieblad), dat hier kan worden geraadpleegd.

De formulieren die de om tenuitvoerlegging verzoekende partij kan gebruiken voor tenuitvoerleggingen waarvoor geen vertegenwoordiging door een advocaat, advocaat-stagiair of andere vertegenwoordiger nodig is, zijn beschikbaar op het CITIUS-portaal

De tenuitvoerleggingsfunctionaris moet worden aangewezen door de partij die om tenuitvoerlegging verzoekt. Indien deze partij dit niet doet, wijst de griffier van de rechtbank automatisch en willekeurig een tenuitvoerleggingsfunctionaris aan. In uitzonderlijke gevallen waarin de wet voorziet, kunnen de taken van een tenuitvoerleggingsfunctionaris worden uitgevoerd door een gerechtsdeurwaarder.

In het algemeen is de verdeling van bevoegdheden tussen de rechtbank en de tenuitvoerleggingsfunctionaris als volgt:

  • het is de verantwoordelijkheid van de tenuitvoerleggingsfunctionaris om alle tenuitvoerleggingsformaliteiten te verrichten die niet aan de griffier zijn toegewezen en die niet onder de bevoegdheid van de rechter vallen, daaronder met name begrepen dagvaardingen, kennisgevingen en mededelingen, publicatie, databankraadpleging, inbeslagnemingen en registers van inbeslagnemingen, afwikkelingen en betalingen;
  • zelfs in het geval van afdoening zonder beslissing moet een tenuitvoerleggingsfunctionaris ervoor zorgen dat de uit de zaak voortvloeiende handelingen die zijn optreden vereisen, worden uitgevoerd;
  • naast de bevoegdheden die bij wet uitdrukkelijk zijn toegekend, is het de verantwoordelijkheid van de griffier van de rechtbank om een vlotte afhandeling van de administratieve zaken te waarborgen en om de procedure af te wikkelen en rechterlijke bevelen uit te voeren, zowel met betrekking tot de voorbereidende fase als de declaratoire procedures en incidenten in verband met de dagvaarding, hetgeen de verantwoordelijkheid is van de tenuitvoerleggingsfunctionaris;
  • het is tevens de verantwoordelijkheid van de griffier van de rechtbank om de tenuitvoerleggingsfunctionaris officieus in kennis te stellen van lopende declaratoire procedures en incidenten en de bijbehorende handelingen die de procedure kunnen beïnvloeden.

Het is met name

de verantwoordelijkheid van de rechter om:

  • zo nodig een voorlopige voorziening te treffen;
  • te beslissen over het bezwaar tegen tenuitvoerlegging en inbeslagneming en de vorderingen te verifiëren en te rangschikken binnen een termijn van maximaal drie maanden, te rekenen vanaf de datum waarop het bezwaar of de vordering is ingediend;
  • te beslissen, zonder dat beroep mogelijk is, over bezwaren tegen maatregelen en beslissingen van de tenuitvoerleggingsfunctionaris;
  • te beslissen over andere kwesties die aan de orde zijn gesteld door de tenuitvoerleggingsfunctionaris, de partijen of interveniërende derden.

Het is met name de verantwoordelijkheid van de tenuitvoerleggingsfunctionaris om:

  • de nodige maatregelen te treffen om de wettigheid van de executoriale titel te verifiëren en het computerbestand van tenuitvoerleggingen en de rechtstreeks te benaderen online databanken te raadplegen om vast te stellen welke vermogensbestanddelen voor beslag vatbaar zijn;
  • een dagvaardingsexploot te betekenen aan de persoon tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, met inbegrip van zaken waarbij de betrokken persoon wordt gedagvaard om aan te geven welke vermogensbestanddelen in beslag kunnen worden genomen wanneer geen voor beslag vatbare vermogensbestanddelen zijn aangewezen;
  • de inbeslagneming te verrichten en vervolgens de kosten te ramen;
  • de verkoop te verrichten, de juridische kosten op de opbrengst in mindering te brengen en voor betaling zorg te dragen.

Voor tenuitvoerleggingen in Portugal is de absolute bevoegdheid van de rechtbanken als volgt:

(artikelen 111 tot en met 131 van Wet nr. 62/2013 van 26 augustus 2013, hier beschikbaar)

  • de tenuitvoerleggingskamers (juízos de execução) van de centrale districtsrechtbank (Instância Central do Tribunal de Comarca) zijn bevoegd voor civiele tenuitvoerleggingsprocedures, met uitzondering van: bevoegdheden die zijn toegewezen aan de rechtbank voor intellectuele eigendom, de rechtbank voor mededinging, regelgeving en toezicht, de scheepvaartrechtbank, de familie- en jeugdcolleges, de arbeidscolleges of de handelscolleges, evenals de uitvoering van beslissingen van het strafcollege die, krachtens strafprocedures, niet voor een civiel college mogen worden gebracht;
  • wanneer er geen tenuitvoerleggingskamer of andere kamer of gespecialiseerde rechtbank met bevoegdheid is, zijn de kamers met algemene bevoegdheid of, in voorkomend geval, de civiele kamer van de plaatselijke districtsrechtbank (Instância Local do Tribunal de Comarca) bevoegd.

De territoriale bevoegdheid van Portugese rechtbanken voor het inleiden van een gedwongen tenuitvoerlegging is als volgt (artikelen 85 tot en met 90 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, die hier kunnen worden geraadpleegd):

  • in de regel komt de tenuitvoerleggingsbevoegdheid toe aan de rechtbank van de woonplaats van de persoon tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, tenzij anders is bepaald in een specifieke wettelijke bepaling of in de volgende regels;
  • de om tenuitvoerlegging verzoekende partij kan kiezen bij welke rechtbank de verplichting moet worden nagekomen wanneer de persoon tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, een rechtspersoon is of wanneer de om tenuitvoerlegging verzoekende partij in het grootstedelijke gebied van Lissabon of Porto woont en de persoon tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, in hetzelfde grootstedelijke gebied woont;
  • indien de tenuitvoerlegging betrekking heeft op de afgifte van een bepaalde zaak of op een schuld waarvoor een zakelijke zekerheid is gesteld, komt de tenuitvoerleggingsbevoegdheid toe aan de rechtbank van de plaats waar de zaak zich bevindt of van de plaats waar de bezwaarde vermogensbestanddelen zich bevinden;
  • wanneer de tenuitvoerleggingsprocedure moet worden ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats van de persoon tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht en die persoon niet in Portugal woont, maar daar wel over vermogensbestanddelen beschikt, komt de bevoegdheid toe aan de rechtbank van de plaats waar die vermogensbestanddelen zich bevinden;
  • de rechtbank van de plaats waar de vermogensbestanddelen zich bevinden, is ook bevoegd wanneer de tenuitvoerleggingsprocedure bij een Portugese rechtbank moet worden ingesteld, omdat deze betrekking heeft op de geldigheid van de oprichting/ontbinding van een vennootschap/andere rechtspersoon met statutaire zetel in Portugal of op de geldigheid van de beslissingen van haar organen, en geen van de situaties van toepassing is die onder de hiervoor of hierna genoemde regels voor tenuitvoerlegging vallen;
  • in zaken waarin een aantal tenuitvoerleggingsprocedures door rechtbanken met verschillende territoriale bevoegdheden moet worden behandeld, komt de bevoegdheid toe aan de rechtbank van de woonplaats van de persoon tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht;
  • bij de tenuitvoerlegging van een beslissing van een Portugese rechtbank wordt het verzoek om tenuitvoerlegging ingediend in de procedure waarin de betrokken beslissing is gegeven en de tenuitvoerlegging in het dossier is opgenomen. Indien vervolgens beroep in de zaak is ingesteld, wordt de tenuitvoerlegging in het beroep voortgezet. Wanneer een gespecialiseerde kamer bevoegd is voor tenuitvoerlegging, moeten een kopie van de beslissing, het verzoekschrift dat de aanleiding voor de tenuitvoerlegging vormde en de begeleidende documenten zo spoedig mogelijk aan deze gespecialiseerde kamer worden toegezonden;
  • indien de beslissing door arbiters is gegeven in een arbitrageprocedure die in Portugal heeft plaatsgevonden, is de voor de tenuitvoerlegging bevoegde rechtbank de districtsrechtbank van de plaats van arbitrage;
  • indien de zaak aanhangig is gemaakt bij het hof van beroep of het Hooggerechtshof (Supremo Tribunal de Justiça), komt de bevoegdheid toe aan de rechtbank van de woonplaats van de persoon tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht;
  • bij tenuitvoerleggingen met betrekking tot kosten, boetes en vergoedingen die verschuldigd zijn als gevolg van misbruik van procesrecht, komt de bevoegdheid toe aan de rechtbank waar de procedure is gevoerd die aanleiding voor de kennisgeving van de desbetreffende afrekening of afwikkeling heeft gegeven. Tenuitvoerleggingen met betrekking tot kosten, boetes en vergoedingen vinden plaats door voeging met de desbetreffende zaak;
  • wanneer de betaling van de kosten, boetes of vergoedingen is gelast door het hof van beroep of het Hooggerechtshof, vindt tenuitvoerlegging plaats bij de rechtbank van eerste aanleg die bevoegd is in het gebied waar de zaak is behandeld;
  • bij tenuitvoerlegging op basis van een buitenlandse rechterlijke beslissing, waaronder een Europese executoriale titel, is de rechtbank van de woonplaats van de verweerder bevoegd.

Pre-executoriale buitengerechtelijke procedure

Als alternatieve oplossing voor de gerechtelijke procedure kunnen schuldeisers kiezen voor toepassing van een voorafgaande administratieve procedure die wordt aangeduid als PEPEX (procedimento extrajudicial pré-executivo (pre-executoriale buitengerechtelijke procedure).

Tenuitvoerleggingsfunctionarissen zijn de bevoegde autoriteit voor het uitvoeren van de maatregelen in het kader van deze procedure.

PEPEX kan worden toegepast in het geval van: nationale tenuitvoerleggingsbeslissingen, andere nationale executoriale titels, uitvoerbaar verklaarde buitenlandse rechterlijke beslissingen, beslissingen waarvan de uitvoerbaarheid is gebaseerd op EU-wetgeving, verdragen of overeenkomsten die bindend zijn voor Portugal, en Europese executoriale titels. In elk van deze gevallen moet aan beide volgende vereisten worden voldaan:

  • de schuldeiser moet in het bezit zijn van een executoriale titel die voldoet aan de vereisten voor toepassing van de verkorte vorm van de standaard tenuitvoerleggingsprocedure voor betaling van een geldsom; en
  • de verzoeker en de verweerder moeten beiden een fiscaal identificatienummer in Portugal hebben, ongeacht hun nationaliteit of woonplaats.

Tenuitvoerleggingsfunctionarissen zoeken naar vermogensbestanddelen en inkomsten aan de hand van het fiscaal nummer van de verweerder en mogen daarbij alleen gebruikmaken van Portugese databanken (zij mogen geen databanken van andere lidstaten raadplegen). De Portugese wetgeving biedt zowel buitenlandse rechtspersonen als buitenlandse natuurlijke personen de mogelijkheid een fiscaal nummer aan te vragen, ook indien zij geen activiteiten in Portugal uitoefenen of hun woonplaats niet in Portugal hebben.

PEPEX is een papierloze, elektronische procedure die snel is en die goedkoper is dan een gerechtelijke procedure. Het oorspronkelijke verzoek wordt door de schuldeiser ingediend met gebruikmaking van het IT-platform.

Het portaal van de belasting- en douanedienst is toegankelijk via toegangscodes of door middel van het digitale certificaat van de “burgerkaart” (cartão de cidadão).

Wanneer een schuldeiser een gemachtigde aanwijst, kunnen de advocaten (advogados) en procureurs (solicitadores) toegang tot het platform krijgen met behulp van een digitaal certificaat dat daartoe wordt afgegeven door hun respectieve beroepsorganisaties.

Wanneer het verzoek wordt ingediend, wordt de procedure automatisch aan een tenuitvoerleggingsfunctionaris overgedragen en ontvangen de schuldeisers snel (in de regel binnen vijf dagen na indiening van het verzoek) informatie over de kans dat het aan hen verschuldigde geld wordt geïnd of een verklaring dat het oninbaar is voor fiscale doeleinden, zonder dat een gerechtelijke procedure nodig is.

Het voornaamste doel van deze procedure is vrijwillige betaling te verkrijgen. Maatregelen tot inbeslagneming/beslaglegging zijn in het kader van een PEPEX-procedure niet toegestaan. Daartoe moet de PEPEX-procedure worden omgezet in een tenuitvoerleggingsprocedure.

Tijdens een PEPEX-procedure kan de geadresseerde van het verzoek een vrijwillige betaling doen of een betalingsovereenkomst met de verzoeker sluiten.

Wanneer een verzoeker kiest voor kennisgeving aan de schuldenaar, geschiedt deze kennisgeving door de tenuitvoerleggingsfunctionaris, die persoonlijk contact met de schuldenaar opneemt.

Schuldenaren die op geldige wijze in kennis worden gesteld van de procedure en geen actie ondernemen, worden op de openbare lijst van schuldenaren geplaatst, en de bovengenoemde verklaring van oninbaarheid kan derhalve worden afgegeven voor juridische en fiscale doeleinden. Wanneer de vordering volledig wordt betaald, wordt deze situatie later teruggedraaid doordat de naam van de schuldenaar van de lijst wordt verwijderd en de belastingdienst in kennis wordt gesteld.

In een PEPEX-procedure kunnen de partijen zich tot de rechter wenden: de verzoeker kan de PEPEX-procedure omzetten in een tenuitvoerleggingsprocedure wanneer er geen vrijwillige betaling is verkregen; de geadresseerde van het verzoek kan dit doen door bezwaar te maken tegen de PEPEX-procedure.

De kosten van de PEPEX-procedure zijn lager dan die van een gerechtelijke procedure. Een schuldeiser kan voor slechts 51 EUR plus btw nagaan of zijn vordering kan worden ingevorderd, ongeacht de waarde van de vordering. Bij inning van de vordering kunnen de kosten meer bedragen dan 51 EUR, afhankelijk van de zaak.

Voorts moet erop worden gewezen dat indien de PEPEX-procedure wordt omgezet in een tenuitvoerleggingsprocedure, schuldeisers zijn vrijgesteld van betaling van het eerste griffierecht.

De PEPEX-procedure is ingevoerd bij Wet nr. 32/2014 van 30 mei 2014, die hier kan worden geraadpleegd, en wordt geregeld bij Wet nr. 233/2014 van 14 november 2014, die via deze link kan worden geraadpleegd: PEPEX Portaria.

3 Onder welke voorwaarden mag een executoriale titel of beslissing worden uitgevaardigd?

3.1 De procedure

De gehele tenuitvoerleggingsprocedure is gebaseerd op een titel waarin het doel en de beperkingen van de tenuitvoerleggingsmaatregel worden bepaald. Executoriale titels worden geacht ook vertragingsrente tegen het wettelijke tarief over de daarin opgenomen verplichting te omvatten.

Rechterlijke beslissingen zijn uitvoerbaar en executoriale titels kunnen worden afgegeven onder de volgende omstandigheden:

a) beslissingen tegen de verweerder;

  • een beslissing wordt pas als een uitvoerbare titel beschouwd nadat zij in kracht van gewijsde is gegaan, tenzij daartegen beroep is aangetekend en dit beroep schorsende werking heeft;
  • vanuit het oogpunt van uitvoerbaarheid zijn titels en andere beslissingen of handelingen van de gerechtelijke autoriteit waarin nakoming van een verplichting wordt geëist, gelijkwaardig aan rechterlijke beslissingen; de beslissingen van het hof van arbitrage (Tribunal Arbitral) zijn uitvoerbaar onder dezelfde voorwaarden als beslissingen van gewone rechtbanken;
  • onverminderd de bepalingen van verdragen, overeenkomsten, EU-verordeningen en bijzondere wetten, kunnen door buitenlandse rechtbanken of arbiters gegeven beslissingen pas als grondslag voor tenuitvoerlegging dienen nadat zij door de bevoegde Portugese rechtbank zijn getoetst en bevestigd;
  • in het buitenland afgegeven titels hoeven niet te worden getoetst om uitvoerbaar te zijn;

b) door een notaris of een andere daartoe bevoegde entiteit of beroepsbeoefenaar opgestelde of gewaarmerkte stukken waarin een verplichting moet worden vastgesteld of erkend;

  • door een notaris of een andere daartoe bevoegde entiteit of beroepsbeoefenaar opgestelde of gewaarmerkte stukken waarin toekomstige betalingen zijn overeengekomen of toekomstige verplichtingen zijn vastgesteld, kunnen als grondslag voor tenuitvoerlegging dienen, mits aan de hand van een document dat overeenkomstig de in die stukken opgenomen bedingen is opgesteld of, bij het ontbreken van dergelijke bedingen, aan de hand van een op zichzelf uitvoerbaar document is aangetoond dat een betaling is verricht voor het sluiten van een zakelijke overeenkomst of dat een verplichting is vastgesteld naar aanleiding van een overeenkomst tussen de partijen;
  • een namens iemand anders ondertekend document is slechts uitvoerbaar indien de handtekening is gewaarmerkt door een notaris of een andere daartoe bevoegde entiteit of beroepsbeoefenaar;

c) schuldinstrumenten, ook indien zij slechts handgeschreven zijn, mits in dit geval de feiten die de onderliggende relatie vormen, in het document zelf zijn opgenomen of in het verzoek tot tenuitvoerlegging worden vermeld

  • schuldinstrumenten zijn bijvoorbeeld cheques, wisselbrieven en orderbriefjes;

d) stukken waaraan uitvoerbaarheid is toegekend door middel van een bijzondere voorziening;

  • bijvoorbeeld verzoeken om een titel waaraan een executoriale titel is toegevoegd en notulen van bijeenkomsten van een vereniging van eigenaren.

3.2 De grondvoorwaarden

Met betrekking tot de vordering

De ten uitvoer te leggen vordering moet zeker, vaststaand en invorderbaar zijn. Indien dit nog niet in het kader van de titel is gebeurd, begint de tenuitvoerlegging met maatregelen om de verplichting zeker, vaststaand en invorderbaar te maken.

Met betrekking tot de schuldeiser

De ten uitvoer te leggen vordering moet worden ingesteld door de persoon die in de executoriale titel als schuldeiser is genoemd. Indien de titel is opgesteld aan toonder, wordt de tenuitvoerlegging uitgevoerd door de toonder van de titel.

Indien in verband met het recht of de verplichting erfopvolging heeft plaatsgevonden, moet de tenuitvoerlegging plaatsvinden met betrekking tot de erfgenamen van de personen die in de executoriale titel als schuldeiser of schuldenaren van de ten uitvoer te leggen verplichting zijn genoemd. In het verzoek om tenuitvoerlegging zelf moet de om tenuitvoerlegging verzoekende partij de feiten uiteenzetten waaruit de erfopvolging blijkt.

Met betrekking tot de schuldenaar

De tenuitvoerlegging moet worden gericht tegen de persoon die in de executoriale titel als schuldenaar is genoemd.

De vermogensbestanddelen van de schuldenaar worden ook in beslag genomen indien deze om welke reden ook in het bezit zijn van een derde, zonder dat evenwel afbreuk wordt gedaan aan rechten die deze derde kan uitoefenen tegen de partij die om tenuitvoerlegging verzoekt.

De tenuitvoerlegging van een schuld waarvoor een zakelijke zekerheid op vermogensbestanddelen van een derde is gesteld, moet rechtstreeks tegen die derde worden gericht indien de om tenuitvoerlegging verzoekende partij de zekerheid wil uitwinnen, hoewel ook de schuldenaar rechtstreeks kan worden aangesproken.

Wanneer de tenuitvoerleggingsprocedure alleen tegen de derde is ingesteld en bekend is dat de met een zakelijke zekerheid bezwaarde vermogensbestanddelen ontoereikend zijn, kan de om tenuitvoerlegging verzoekende partij in dezelfde procedure verzoeken om voortzetting van de tenuitvoerleggingsprocedure tegen de schuldenaar, tegen wie een eis tot volledige voldoening van de vordering zal worden ingesteld. Wanneer de bezwaarde vermogensbestanddelen aan de schuldenaar toebehoren, maar in het bezit zijn van een derde, kan zowel deze derde als de schuldenaar rechtstreeks worden aangesproken.

In een tenuitvoerleggingsprocedure tegen een subsidiaire schuldenaar kunnen de vermogensbestanddelen van de subsidiaire schuldenaar pas in beslag worden genomen nadat alle vermogensbestanddelen van de hoofdschuldenaar in beslag zijn genomen, mits de subsidiaire schuldenaar op goede gronden het voorrecht van uitwinning inroept binnen de termijn voor bezwaar tegen de tenuitvoerlegging.

Wanneer de gemeenschappelijke vermogensbestanddelen van een echtpaar in een tenuitvoerleggingsprocedure tegen slechts een van de echtgenoten in beslag worden genomen, omdat de vermogensbestanddelen van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, ontoereikend worden geacht, wordt de echtgenoot van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, opgeroepen om scheiding van goederen aan te vragen of een verklaring bij te voegen waaruit blijkt dat een zaak aanhangig is waarin reeds om scheiding is verzocht, op straffe van voortzetting van de tenuitvoerleggingsprocedure tegen de gemeenschappelijke vermogensbestanddelen.

Wanneer de tenuitvoerleggingsprocedure tegen een van de echtgenoten wordt ingesteld, kan de om tenuitvoerlegging verzoekende partij stellen, onder opgave van redenen, dat de in een ander instrument dan de rechterlijke beslissing vastgelegde schuld gemeenschappelijk is. In dergelijke gevallen wordt de echtgenoot van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, opgeroepen om op basis van de aangevoerde gronden aan te geven of hij of zij aanvaardt dat de schuld gemeenschappelijk is; indien de echtgenoot niet op de oproep reageert, wordt de schuld geacht gemeenschappelijk te zijn, onverminderd eventuele bezwaren die hij of zij kan indienen.

Wanneer een tenuitvoerleggingsprocedure wordt ingesteld tegen een of meer mede-eigenaren van een zelfstandige boedel of een gemeenschappelijke boedel, kunnen de vermogensbestanddelen van de zelfstandige boedel of een deel daarvan, of een bepaald gedeelte van de gemeenschappelijke boedel, niet in beslag worden genomen.

Wanneer een tenuitvoerleggingsprocedure wordt ingesteld tegen erfgenamen, kunnen alleen vermogensbestanddelen in beslag worden genomen die zij van de overledene hebben ontvangen. Wanneer de inbeslagneming betrekking heeft op andere vermogensbestanddelen, kan de partij tegen wie om inbeslagneming wordt verzocht, de tenuitvoerleggingsfunctionaris verzoeken de goederen vrij te geven. Daarbij geeft zij aan welke goederen van de nalatenschap zij in haar bezit heeft. Het verzoek wordt toegewezen indien de om tenuitvoerlegging verzoekende partij, na te zijn gehoord, geen bezwaar maakt. Indien de om tenuitvoerlegging verzoekende partij bezwaar maakt tegen het vrijgeven van de goederen, kan de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, alleen vrijgave van de goederen verkrijgen indien de erfenis onvoorwaardelijk is aanvaard (zonder dat een inventarisatieprocedure is ingeleid) en op voorwaarde dat zij voor de rechtbank stelt en bewijst:

a) dat de in beslag genomen vermogensbestanddelen niet uit de nalatenschap afkomstig zijn;

b) dat zij uit de nalatenschap niet meer vermogensbestanddelen heeft ontvangen dan die welke zij heeft aangegeven of, indien zij wel meer heeft ontvangen, dat de andere vermogensbestanddelen alle zijn gebruikt om verplichtingen van de nalatenschap af te wikkelen.

De wettelijke bepalingen waarop deze regeling is gebaseerd, worden in het antwoord op vraag 1 genoemd.

4 Het doel en de aard van tenuitvoerleggingsmaatregelen

De belangrijkste tenuitvoerleggingsmaatregelen zijn:

  • inbeslagneming;
  • verkoop;
  • betaling;
  • afgifte van een zaak;
  • verrichten van de handeling door iemand anders voor rekening van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht.

Deze belangrijkste tenuitvoerleggingsmaatregelen kunnen worden voorafgegaan of gevolgd door andere instrumentele maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering ervan (bv. keuze voor nakoming wanneer de verplichting alternatief is; naleving van een voorwaarde of verrichting van een dienst waarvan de ten uitvoer te leggen verplichting afhankelijk is; liquidatie van de ten uitvoer te leggen verplichting wanneer deze niet liquide is; evaluatie van de kosten van vervangbare uitvoering door een derde; voorafgaand overleg om de voor beslag vatbare activa te lokaliseren en te identificeren; registratie van inbeslagneming; opzet van een depot voor de in beslag genomen activa; bekendmaking van de verkoop van de in beslag genomen activa; melding van de verkoop aan het registratiebureau).

De keuze van tenuitvoerleggingsmaatregelen is afhankelijk van het doel van de tenuitvoerlegging, dat kan bestaan in: de betaling van een geldsom; de afgifte van een bepaalde zaak; of het verrichten van een handeling.

In een tenuitvoerleggingsprocedure voor de betaling van een geldsom zijn de meest geschikte tenuitvoerleggingsmaatregelen met het oog op de tenuitvoerleggingsprocedure inbeslagneming, verkoop en betaling.

In een tenuitvoerleggingsprocedure voor de afgifte van een bepaalde zaak is de meest geschikte tenuitvoerleggingsmaatregel met het oog op de tenuitvoerleggingsprocedure de afgifte van de betrokken zaak door de tenuitvoerleggingsfunctionaris. Wanneer de zaak die de om tenuitvoerlegging verzoekende partij moet ontvangen, niet kan worden gevonden, kan zij de vordering in een tenuitvoerleggingsprocedure voor de betaling van een geldsom omzetten, welke som de waarde van de zaak plus een schadevergoeding in verband met niet-afgifte omvat.

In een tenuitvoerleggingsprocedure voor het verrichten van een handeling zijn twee alternatieve tenuitvoerleggingsmaatregelen geschikt: verrichten van de handeling door een andere persoon voor rekening van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, wanneer de handeling vervangbaar is, plus een schadevergoeding voor de vertraging; of betaling van een vergoeding voor geleden schade, wanneer de handeling niet vervangbaar is, eventueel verhoogd met een boete. Wanneer de om tenuitvoerlegging verzoekende partij vergoeding voor geleden schade vordert, wordt de vordering omgezet in een tenuitvoerleggingsprocedure voor de betaling van een geldsom.

4.1 Welke soorten activa kunnen voorwerp van tenuitvoerlegging zijn?

Alle activa van de schuldenaar die voor beslag vatbaar zijn, kunnen aan tenuitvoerlegging worden onderworpen.

De tenuitvoerlegging kan betrekking hebben op activa van derden wanneer deze verbonden zijn met de kredietgarantie of wanneer deze betrokken zijn bij een voor de schuldeiser nadelige handeling die de schuldeiser met succes heeft betwist.

Alleen in geld waardeerbare zaken en rechten kunnen in beslag worden genomen. Activa die niet legaal verhandelbaar zijn, kunnen niet in beslag worden genomen.

Met betrekking tot bovengenoemde regels kunnen de volgende activa aan tenuitvoerlegging worden onderworpen:

  • onroerende goederen;
  • roerende goederen;
  • kredieten;
  • effecten;
  • rechten;
  • toekomstige rechten;
  • bankdeposito’s;
  • toelagen of salarissen;
  • ondeelbare goederen;
  • aandelen in ondernemingen;
  • bedrijfsruimten.

4.2 Wat zijn de gevolgen van tenuitvoerleggingsmaatregelen?

Gevolgen van inbeslagneming

  • met uitzondering van gevallen waarin de wet specifiek voorziet, verwerft de om tenuitvoerlegging verzoekende partij door inbeslagneming het recht om bij voorrang te worden voldaan boven andere schuldeisers zonder voorafgaande zakelijke zekerheid;
  • indien de activa van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, reeds in beslag zijn genomen, wordt de rangorde van het beslag bepaald door de datum waarop zij in beslag zijn genomen;
  • onverminderd de regels betreffende registratie kunnen daden van beschikking, bezwaring of verhuur van in beslag genomen activa niet worden ingeroepen tegen de tenuitvoerlegging;
  • wanneer een vordering van de schuldenaar wordt bijgevoegd, kan het vervallen van de vordering na de beslaglegging om een reden die afhankelijk is van de wil van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht of zijn schuldenaar, evenmin worden ingeroepen tegen de tenuitvoerlegging;
  • de volledige betaling of cessie vóór de beslaglegging van huren die nog niet zijn vervallen, kan niet aan de om tenuitvoerlegging verzoekende partij worden tegengeworpen voor zover die huren betrekking hebben op perioden die nog niet zijn verstreken op de datum van beslaglegging;
  • indien de in beslag genomen zaak verloren gaat, wordt onteigend of in waarde daalt en in een van de gevallen sprake is van schadevergoeding door derden, heeft de om tenuitvoerlegging verzoekende partij hetzelfde recht op de betrokken vorderingen of de als schadevergoeding betaalde geldsommen als het recht dat zij op de zaak had.

Gevolgen van verkoop

  • bij een gedwongen verkoop gaan de rechten op de verkochte zaak van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, over op de koper;
  • de activa worden overgedragen vrij van pandrechten waarmee zij zijn bezwaard en van andere zakelijke rechten die vóór de beslaglegging, inbeslagneming of garantie niet waren geregistreerd, met uitzondering van die welke op een eerdere datum al waren gevestigd en die gevolgen hebben voor derden ongeacht of zij zijn geregistreerd;
  • de hierboven bedoelde rechten van derden die vervallen, worden in de opbrengst van de verkoop van de betrokken activa opgenomen.

Gevolgen van betaling

  • betaling beëindigt de tenuitvoerlegging;
  • betaling kan plaatsvinden door middel van betaling in contanten, toewijzing van activa aan de schuldeiser, toerekening van inkomsten of betaling in termijnen via een overeenkomst tussen de partij die om tenuitvoerlegging verzoekt en de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht.

Gevolgen van afgifte van een zaak

  • indien de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, de zaak niet vrijwillig afgeeft, zijn bij wijze van alternatief de bepalingen inzake inbeslagneming mutatis mutandis op de afgifte van toepassing en worden opsporingen en andere noodzakelijke maatregelen uitgevoerd;
  • bij de afgifte kunnen activa van de staat, andere publiekrechtelijke rechtspersonen, houders van concessies voor openbare werken of diensten, of charitatieve instellingen zijn betrokken;
  • wanneer het gaat om roerende goederen die worden bepaald door telling, weging of meting, laat de tenuitvoerleggingsfunctionaris de essentiële handelingen in zijn aanwezigheid uitvoeren en levert hij de hoeveelheid die aan de om tenuitvoerlegging verzoekende partij is verschuldigd;
  • wanneer het gaat om onroerende goederen, erkent de tenuitvoerleggingsfunctionaris de eigendom van de om tenuitvoerlegging verzoekende partij door haar de documenten en eventuele sleutels te overhandigen en stelt hij de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, huurders en elke bezitter in kennis om ervoor te zorgen dat zij de rechten van de om tenuitvoerlegging verzoekende partij eerbiedigen en erkennen;
  • wanneer een zaak in gemeenschappelijk eigendom met andere belanghebbenden wordt gedeeld, wordt de om tenuitvoerlegging verzoekende partij eigenaar van haar aandeel;
  • wanneer het onroerend goed het hoofdverblijf is van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, zal in het geval van ernstige problemen bij haar herhuisvesting de tenuitvoerleggingsfunctionaris daarvan vooraf mededeling doen aan de gemeente en de bevoegde welzijnsinstellingen;
  • wanneer het onroerend goed het hoofdverblijf is van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht en zij dit heeft gehuurd, schort de tenuitvoerleggingsfunctionaris de afgifte op, wanneer door overlegging van een medische verklaring waarin de periode is vermeld gedurende welke de schorsing van de tenuitvoerlegging moet worden gehandhaafd, wordt aangetoond dat de maatregel het leven van de persoon in de woning in gevaar brengt omdat deze een acute ziekte heeft.

Gevolgen van het verrichten van een handeling

  • indien de om tenuitvoerlegging verzoekende partij kiest voor het verrichten van de handeling door een andere persoon, verzoekt zij om een deskundige aan te wijzen om de kosten daarvan vast te stellen;
  • wanneer de kosten zijn vastgesteld, worden de voor de betaling van het vastgestelde bedrag benodigde activa in beslag genomen en worden de andere voorwaarden van de tenuitvoerleggingsprocedure voor betaling van een geldsom in acht genomen;
  • indien de schuldenaar geen handelingen mag verrichten maar dit toch doet, heeft de schuldeiser het recht te vorderen dat de werken, als er voltooide werken zijn, worden gesloopt voor rekening van de persoon die ze niet mag uitvoeren;
  • dit recht eindigt, en er is alleen een schadevergoeding onder algemene voorwaarden verschuldigd, wanneer de door de schuldenaar geleden schade als gevolg van de sloop aanzienlijk hoger is dan de schade die de schuldeiser heeft geleden.

4.3 Welke geldigheid hebben deze maatregelen?

De verkoop, betaling en afgifte van een zaak en het verrichten van een handeling zijn tenuitvoerleggingsmaatregelen waaraan na de uitvoering ervan geen geldigheidstermijn is verbonden. Hetzelfde is van toepassing op inbeslagneming, zij het dat daarvoor wel de hierna vermelde specifieke voorwaarde geldt met betrekking tot de inbeslagneming van activa waarvan registratie verplicht is.

De inbeslagneming van aan registratie onderworpen onroerende en roerende goederen moet verplicht worden geregistreerd, waarvoor de tenuitvoerleggingsfunctionaris verantwoordelijk is. In bepaalde gevallen waarin de wet uitdrukkelijk voorziet, heeft de registratie van de inbeslagneming een voorlopig karakter. De voorlopige registratie eindigt indien deze niet wordt omgezet in een permanente registratie of niet wordt verlengd binnen de gestelde termijn. Daarom moet in het geval van inbeslagneming van aan registratie onderworpen activa waarvan de registratie voorlopig is, de tenuitvoerleggingsfunctionaris ervoor zorgen dat de voorlopige registratie wordt omgezet in een permanente registratie, indien dit in de tussentijd mogelijk wordt, of wordt verlengd zolang dat nodig is.

Tot slot kan een reeds ingeleide tenuitvoerleggingsprocedure in de fase van due diligence ter lokalisering van de activa van de schuldenaar worden beëindigd zonder dat betaling is ontvangen, indien de due diligence na het verstrijken van de in het civiele procesrecht vastgestelde termijnen vruchteloos blijkt, afhankelijk van de zaken en de toepasselijke vorm van de procedure.

De wettelijke bepalingen waarop deze regeling is gebaseerd, worden in het antwoord op vraag 1 genoemd.

5 Is er een mogelijkheid tot beroep tegen de beslissing om een dergelijke maatregel toe te staan?

In brede zin heeft het woord “beroep” (recurso) betrekking op bezwaar tegen tenuitvoerlegging, bezwaar tegen inbeslagneming en beroep in strikte zin.

Bezwaar tegen tenuitvoerlegging

De persoon tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, kan de tenuitvoerlegging betwisten door binnen twintig dagen, te rekenen vanaf de datum van dagvaarding, bezwaar te maken tegen de tenuitvoerlegging.

Onverminderd de bepalingen van internationaal en EU-recht, die bindend zijn voor Portugal en voorrang hebben, variëren in de nationale wetgeving de gronden voor bezwaar tegen tenuitvoerlegging afhankelijk van de vraag of de tenuitvoerlegging is gebaseerd op een rechterlijke beslissing (beperkter), een arbitrale beslissing (iets breder), of een andere executoriale titel (nog breder).

Wanneer de tenuitvoerlegging op een rechterlijke beslissing berust, kunnen de bezwaren slechts worden gebaseerd op de volgende gronden:

  • de titel bestaat niet of kan niet ten uitvoer worden gelegd;
  • het dossier of de gewaarmerkte kopie is vervalst of onnauwkeurig en dit beïnvloedt de voorwaarden van de tenuitvoerlegging;
  • ontbreken van een vormvoorschrift waarvan de regelmatigheid van de tenuitvoerleggingsprocedure afhankelijk is, onverminderd de naleving van dit voorschrift;
  • de verweerder heeft niet deelgenomen aan de declaratoire procedure, ingeval een van de in artikel 696, punt e), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering bedoelde situaties aan het licht komt (dagvaardingsexploot is niet betekend of is nietig; verweerder is niet op de hoogte van de dagvaarding om redenen die niet aan hem kunnen worden toegeschreven; geen bezwaren wegens overmacht);
  • onzekerheid, niet-afdwingbaarheid of niet-liquiditeit van de ten uitvoer te leggen verplichting, waarop niet is ingegaan in de eerste fase van de tenuitvoerleggingsprocedure;
  • zaak berecht voordat de beslissing ten uitvoer wordt gelegd;
  • factoren die de verplichting tenietdoen of wijzigen, mits dit gebeurt nadat de beraadslagingen in de declaratoire procedure zijn gesloten en er bewijsstukken kunnen worden overgelegd; de verjaring van het recht of de verplichting kan met alle middelen worden aangetoond;
  • een reconventionele vordering tegen de persoon die om tenuitvoerlegging verzoekt, met het doel verrekening van vorderingen te verkrijgen;
  • bij een rechterlijke beslissing waarbij een schikking of een akkoord wordt goedgekeurd, alle gronden van nietigheid of vernietigbaarheid van deze handelingen.

Wanneer de tenuitvoerlegging is gebaseerd op een arbitrale beslissing, kunnen naast bovengenoemde gronden ook de gronden worden ingeroepen waarop de gerechtelijke nietigverklaring van deze beslissing kan worden gebaseerd, onverminderd de bepalingen van de Wet op de vrijwillige arbitrage

Wanneer de tenuitvoerlegging niet is gebaseerd op een rechterlijke beslissing of op een verzoek om een rechtelijk bevel waarbij een executoriale titel is gevoegd, kunnen naast de gronden voor bezwaar tegen tenuitvoerlegging op basis van een reeds vermelde beslissing, alle andere gronden worden ingeroepen als verweer in de declaratoire procedure.

Bezwaar tegen inbeslagneming

De partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, haar echtgenoot en derden kunnen in de volgende gevallen bezwaar maken tegen de inbeslagneming van bepaalde activa.

Wanneer activa in beslag worden genomen die toebehoren aan de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, kan die partij op een van de volgende gronden bezwaar maken tegen de inbeslagneming:

  • ontoelaatbaarheid van de inbeslagneming van de activa die in beslag zijn genomen of van de mate waarin de inbeslagneming is uitgevoerd;
  • onmiddellijke inbeslagneming van activa die de ingevorderde schuld slechts subsidiair dekken;
  • inbeslagneming van activa waarvoor de maatregel niet had mogen gelden, omdat zij naar materieel recht de ingevorderde schuld niet dekken.

Indien de inbeslagneming of een door de rechter bevolen confiscatie of afgifte van activa een inbreuk vormt op het eigendomsrecht of een ander met de uitvoering of reikwijdte van de maatregel onverenigbaar recht van iemand die geen partij bij de zaak is, kan de benadeelde partij dit recht doen gelden door een derdenvordering tot revindicatie in te stellen.

Een echtgenoot die zich in de positie van een derde bevindt, kan zonder toestemming van de andere echtgenoot zijn of haar rechten verdedigen met betrekking tot de eigen vermogensbestanddelen of de gemeenschappelijke vermogensbestanddelen die door de inbeslagneming zijn aangetast.

De wettelijke bepalingen waarop deze regeling is gebaseerd, worden in het antwoord op vraag 1 genoemd.

Beroepen

Er kan een gewone beroepsprocedure worden ingesteld bij een hof van beroep (de apelação) (tegen een beslissing van een rechtbank van eerste aanleg) of over een rechtsvraag (de revista) (bij het Hooggerechtshof). Gewone beroepen tegen rechterlijke beslissingen in tenuitvoerleggingsprocedures vallen onder de bepalingen die van toepassing zijn op de declaratoire procedure.

Als algemene regel geldt dat een gewoon beroep alleen ontvankelijk is wanneer de zaak een hogere waarde heeft dan het bedrag waarvoor de rechtbank bevoegd is tegen wiens beslissing beroep is ingesteld en de bestreden beslissingen ongunstig voor de verzoekster zijn voor een bedrag dat ook hoger is dan de helft van het bedrag waarvoor die rechtbank bevoegd is. In Portugal bedraagt het bedrag waarvoor het Hooggerechtshof bevoegd is 30 000 EUR en het bedrag waarvoor de rechtbank van eerste aanleg bevoegd is 5 000 EUR.

Tenuitvoerleggingsprocedures voorzien in bepaalde interlocutoire verklaringen die al dan niet plaatsvinden, afhankelijk van de zaak: bijvoorbeeld bezwaren tegen de tenuitvoerlegging via revindicatievorderingen van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, bezwaar tegen inbeslagneming door de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht of door derden, verificatie en rangschikking van vorderingen wanneer er schuldeisers met een zakelijke zekerheid op de in beslag genomen goederen zijn die betaling van hun vorderingen uit de opbrengst van de in beslag genomen goederen vorderen. Onder de bovengenoemde voorwaarden kan ook beroep worden ingesteld tegen de beslissingen op die interlocutoire verklaringen.

In tenuitvoerleggingsprocedures kan met name beroep worden ingesteld tegen:

  • een beslissing over de diskwalificatie van een rechter;
  • een beslissing over de exclusieve bevoegdheid van een rechtbank;
  • een beslissing waarbij schorsing van de procedure wordt gelast;
  • een bevel om een gearticuleerde memorie (articulado) of bewijsmateriaal te aanvaarden of te weigeren;
  • een beslissing tot het opleggen van een boete of andere procedurele sanctie;
  • een beslissing waarbij annulering van een registratie wordt gelast;
  • een beslissing die is gegeven na de eindbeslissing;
  • beslissingen waarbij het volstrekt zinloos zou zijn om deze te betwisten door beroep in te stellen tegen de eindbeslissing;
  • beslissingen tot schorsing, vernietiging of nietigverklaring van de tenuitvoerlegging;
  • beslissingen betreffende nietigverklaring van een verkoop;
  • beslissingen betreffende de uitoefening van het recht van voorrang of terugkoop;
  • weigering, ook gedeeltelijk, om het verzoek om tenuitvoerlegging te onderzoeken;
  • een bevel tot afwijzing van het verzoek tot tenuitvoerlegging.

Een beroep over een rechtsvraag kan worden ingesteld tegen:

  • een uitspraak van het hof van beroep over een beroep in een schikkingsprocedure die niet afhankelijk is van een eenvoudige rekenkundige berekening, over verificatie en rangschikking van vorderingen en over bezwaren tegen de tenuitvoerlegging;
  • dit geldt onverminderd zaken waarin beroep bij het Hooggerechtshof altijd ontvankelijk is.

Beroepen inzake gedwongen tenuitvoerlegging worden geregeld in de artikelen 852 tot en met 854 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, die kunnen worden geraadpleegd in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering

6 Zijn er beperkingen aan tenuitvoerlegging, in het bijzonder wat bescherming van de schuldenaar of termijnen betreft?

Ja, er bestaan beperkingen in verband met de bescherming van de schuldenaar. Sommige zijn beperkingen ten aanzien van inbeslagneming, andere zijn beperkingen ten aanzien van tenuitvoerlegging die voortvloeien uit termijnen.

Beperkingen ten aanzien van inbeslagneming in verband met de bescherming van de schuldenaar bestaan in absolute of totale immuniteit voor inbeslagneming, relatieve immuniteit voor inbeslagneming en gedeeltelijke immuniteit voor inbeslagneming van bepaalde activa van de schuldenaar. Er zijn twee andere beperkingen: een beperking in verband met de bescherming van de gemeenschappelijke goederen van een echtpaar wanneer de tenuitvoerleggingsprocedure wordt ingesteld tegen slechts een van de echtgenoten; en een andere beperking die voortvloeit uit het proportionaliteitsbeginsel, dat inhoudt dat alleen de activa in beslag mogen worden genomen die nodig zijn om de schuld en de kosten in verband met de tenuitvoerlegging te voldoen.

Het verstrijken van de tijd kan de tenuitvoerlegging beperken in het geval van verjaring. Wanneer de betrokken termijnen zijn verstreken, vervalt het recht waarvan om tenuitvoerlegging wordt verzocht.

Hoe deze beperkingen in verband met de bescherming van de schuldenaar en de termijnen werken, wordt hieronder uiteengezet.

Activa met absolute en totale immuniteit voor inbeslagneming

Naast goederen die zijn vrijgesteld van inbeslagneming op grond van een bijzondere bepaling, genieten immuniteit voor inbeslagneming:

  • onvervreemdbare zaken of rechten;
  • staatseigendommen en activa van andere publiekrechtelijke rechtspersonen;
  • voorwerpen waarvan inbeslagneming in strijd met de goede zeden of economisch gezien niet zinvol zou zijn vanwege hun geringe marktwaarde;
  • voorwerpen die specifiek zijn bestemd voor de openbare eredienst;
  • graven;
  • hulpmiddelen en voorwerpen die essentieel zijn voor gehandicapten en voor de behandeling van zieken.

Activa die relatief immuun zijn voor inbeslagneming

  • met uitzondering van gevallen waarin de tenuitvoerlegging betrekking heeft op de betaling van een schuld waarop een zakelijk zekerheidsrecht rust, zijn staatseigendommen en activa van andere publiekrechtelijke rechtspersonen, activa van entiteiten die een concessie voor openbare werken of openbare diensten houden en activa van liefdadigheidsinstellingen die specifiek zijn bestemd voor openbare doeleinden vrijgesteld van inbeslagneming;
  • het werkgereedschap van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht en zaken die zij nodig heeft om haar beroep uit te oefenen of haar beroepsopleiding te volgen, zijn eveneens vrijgesteld van inbeslagneming, tenzij: de partij in kwestie aangeeft dat zij in beslag mogen worden genomen; de tenuitvoerlegging betrekking heeft op de betaling van hun aankoopprijs of de kosten van hun reparatie; zij in beslag worden genomen als materiële activa van bedrijfspanden.
  • eveneens vrijgesteld van inbeslagneming is huisraad in de feitelijke woning van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, behalve indien de tenuitvoerlegging betrekking heeft op de betaling van de zaken zelf of de kosten van hun reparatie.

Gedeeltelijk voor beslag vatbare activa

  • twee derde van het nettosalaris, het nettoloon, de als ouderdomspensioen ontvangen periodieke uitkeringen of andere sociale uitkeringen, verzekeringen, schadevergoedingen wegens ongeval, jaargelden of andere uitkeringen van vergelijkbare aard waarmee de schuldenaar in zijn levensonderhoud voorziet, is immuun voor inbeslagneming;
  • voor de berekening van het nettodeel van de bovengenoemde uitkeringen worden alleen wettelijk vereiste bijdragen in aanmerking genomen;
  • deze immuniteit voor inbeslagneming heeft een bovengrens van een bedrag gelijk aan driemaal het nationale minimumloon ten tijde van elke inbeslagneming en een ondergrens, wanneer de schuldenaar geen ander inkomen heeft, van een bedrag gelijk aan eenmaal het nationale minimumloon;
  • de bovengenoemde grenzen zijn niet van toepassing wanneer de ten uitvoer gelegde vordering betrekking heeft op onderhoudsverplichtingen, in welk geval een bedrag gelijk aan een volledig premievrij pensioen immuun is voor inbeslagneming;
  • bij inbeslagneming van geld of banktegoeden is een bedrag gelijk aan het nationale minimumloon immuun voor inbeslagneming of, in het geval van een onderhoudsverplichting, een bedrag gelijk aan een volledig premievrij pensioen. (Deze immuniteit voor inbeslagneming en de bovengenoemde gedeeltelijke immuniteit voor inbeslagneming zijn niet cumulatief);
  • na een afweging tussen enerzijds het bedrag en de aard van de ten uitvoer gelegde vordering en anderzijds de behoeften van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht en haar gezin, kan de rechtbank bij wijze van uitzondering en op verzoek van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, gedurende een periode die zij redelijk acht, het voor beslag vatbare deel van haar inkomen verminderen en zelfs het gehele inkomen vrijstellen gedurende een periode van maximaal één jaar.

Immuniteit voor inbeslagneming van geldsommen en banktegoeden

Geldsommen en banktegoeden die voortvloeien uit de voldoening van een vordering die immuun is voor inbeslagneming, zijn immuun voor inbeslagneming onder dezelfde voorwaarden als de oorspronkelijke vordering.

Beperkingen ten aanzien van inbeslagneming van gemeenschappelijke goederen in een tenuitvoerleggingsprocedure tegen een van de echtgenoten

  • wanneer de gemeenschappelijke goederen van een echtpaar in een tenuitvoerleggingsprocedure tegen slechts een van de echtgenoten in beslag worden genomen, omdat de goederen van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, niet toereikend worden geacht, wordt de echtgenoot van de schuldenaar opgeroepen om binnen twintig dagen scheiding van goederen aan te vragen of een verklaring bij te voegen waarin wordt bevestigd dat een zaak aanhangig is waarin reeds om scheiding is verzocht, bij gebreke waarvan de tenuitvoerlegging tegen de gemeenschappelijke goederen wordt voortgezet;
  • wanneer het verzoek om scheiding is gevoegd of de verklaring is bijgevoegd, wordt de tenuitvoerlegging geschorst totdat de verdeling plaatsvindt. Indien als gevolg van de verdeling de in beslag genomen goederen niet worden toebedeeld aan de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, kunnen andere aan haar toebedeelde goederen in beslag worden genomen en blijft de voorgaande inbeslagneming van kracht totdat de nieuwe inbeslagneming plaatsvindt.

De inbeslagneming van goederen en de beperkingen hieraan worden geregeld in de artikelen 735 tot en met 747 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering

Beperkingen ten aanzien van inbeslagneming die voortvloeien uit het proportionaliteitsbeginsel

De inbeslagneming is beperkt tot de goederen die nodig zijn voor de betaling van de ingevorderde schuld en de voorzienbare kosten van de tenuitvoerlegging. Deze kosten worden ten behoeve van de inbeslagneming en onverminderd latere voldoening geacht 20 %, 10 % en 5 % van de waarde van de tenuitvoerlegging te bedragen, afhankelijk van de vraag of die waarde zich bevindt binnen de waarde waarvoor de districtsrechtbank bevoegd is, die waarde overschrijdt maar niet hoger is dan viermaal de waarde waarvoor het hof van beroep bevoegd is, of hoger is dan deze laatste waarde. De waarde waarvoor de districtsrechtbank bevoegd is, bedraagt 5 000 EUR en de waarde waarvoor het hof van beroep bevoegd is 30 000 EUR (in 2021 bij de herziening van dit informatieblad). Beide waarden zijn vastgesteld in artikel 44 van Wet nr. 62/2013 van 26 augustus 2013, dat hier kan worden geraadpleegd.

Beperkingen ten aanzien van tenuitvoerlegging die voortvloeien uit de verjaringstermijn

Rechterlijke bescherming (waarvan het bestaan of de vaststelling afhankelijk is van de wil van de partijen) vervalt in de regel wanneer zij niet gedurende de wettelijk vastgestelde termijn wordt uitgeoefend.

Verjaring treedt in wanneer zij in rechte of buiten rechte wordt ingeroepen door de persoon die er baat bij heeft, zijn vertegenwoordiger of, indien de persoon onbekwaam is, door de officier van justitie.

Wanneer de verjaringstermijn is verstreken, kan de begunstigde (de schuldenaar) weigeren te betalen of op welke wijze dan ook de uitoefening van het verjaarde recht met alle middelen betwisten. Indien tegen de betrokken persoon een tenuitvoerleggingsprocedure is ingesteld, kan de schuldenaar tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, bezwaar maken tegen de tenuitvoerlegging door het instellen van een revindicatievordering waarbij hij de verjaring inroept. De verjaringstermijn voor bezwaren tegen tenuitvoerlegging bedraagt twintig dagen, te rekenen vanaf de dagvaarding.

De schuldenaar kan echter geen terugvordering (terugbetaling) eisen voor prestaties die hij uit eigen beweging heeft verricht ter voldoening van een verjaarde verplichting, zelfs niet als hij niet op de hoogte was van de verjaring. Deze regel geldt voor alle vormen van voldoening aan het verjaarde recht, alsmede voor de erkenning ervan en de verstrekking van garanties.

De verjaring kan aan de om tenuitvoerlegging verzoekende partij worden tegengeworpen door de schuldeisers van de schuldenaar en door derden die een legitiem belang hebben bij vaststelling ervan, zelfs indien de schuldenaar afstand van de verjaring heeft gedaan. Indien de schuldenaar afstand heeft gedaan, kan de verjaring door de schuldeisers van de schuldenaar slechts worden ingeroepen indien is voldaan aan de in het burgerlijk recht vastgelegde vereisten voor een actio pauliana (impugnação Pauliana).

Indien een gedaagde schuldenaar niet aanvoert dat de vordering is verjaard en hij de zaak verliest, doet de berechte zaak geen afbreuk aan het aan de schuldeisers toegekende recht.

De normale verjaringstermijn bedraagt twintig jaar, maar er zijn ook kortere termijnen.

In de volgende gevallen bedraagt de verjaringstermijn vijf jaar:

  • lijfrenten en grondrenten;
  • door de huurder te betalen huur, ook wanneer deze slechts eenmaal wordt betaald;
  • erfpachtcanons;
  • contractueel of wettelijk vastgelegde rente, waaronder brutorente, en dividenden;
  • kapitaalaflossingen met de verschuldigde rente;
  • onderhoudsverplichtingen;
  • andere periodiek hernieuwbare betalingen.

De wet voorziet in veronderstelde verjaringstermijnen (op basis van een vermoeden van naleving) in de volgende gevallen:

  • vorderingen van bedrijven die accommodatie, eet- of drinkwaren verstrekken voor de door hen aangeboden accommodatie, eet- of drinkwaren verjaren na zes maanden, onverminderd de hieronder vermelde tweejarige verjaringstermijn;
  • vorderingen van bedrijven die accommodatie of accommodatie en eet- of drinkwaren aan studenten aanbieden, verjaren na twee jaar, evenals vorderingen van bedrijven die onderwijs, opleiding, ondersteuning of behandeling met betrekking tot de verleende diensten aanbieden;
  • vorderingen van handelaren voor de zaken die zij hebben verkocht aan een persoon die geen handelaar is of zaken die niet zijn bestemd voor zijn bedrijf, verjaren na twee jaar, evenals vorderingen van personen die beroepsmatig werkzaam zijn in een sector, voor de levering van goederen of producten, de uitvoering van werkzaamheden of het beheer van de zaken van een andere partij, met inbegrip van de gemaakte kosten, tenzij de desbetreffende dienst is bestemd voor de bedrijfsactiviteiten van de schuldenaar;
  • vorderingen voor diensten die zijn verricht in de uitoefening van een vrij beroep en voor de vergoeding van de desbetreffende uitgaven, verjaren na twee jaar.

In het geval van een verjaringstermijn die in het burgerlijk recht is beschreven als veronderstelde verjaringstermijn, zijn de volgende regels van toepassing:

  • het vermoeden van naleving door het verstrijken van de verjaringstermijn kan slechts worden weerlegd door erkenning door de oorspronkelijke schuldenaar of de persoon aan wie de vordering door erfopvolging is overgedragen;
  • buitengerechtelijke erkenning is alleen geldig in schriftelijke vorm;
  • een vordering wordt geacht te zijn erkend indien de schuldenaar weigert te getuigen of de eed af te leggen voor de rechtbank, of rechtshandelingen verricht die onverenigbaar zijn met het vermoeden van naleving.

Verjaring van rechten die in een rechterlijke beslissing of executoriale titel zijn erkend, werkt als volgt:

  • wanneer de wet voorziet in een kortere verjaringstermijn, zelfs indien deze enkel wordt vermoed, dan de gewone termijn, geldt voor het recht deze kortere verjaringstermijn indien het wordt bevestigd in een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing waarin het recht wordt erkend, of een andere executoriale titel;
  • wanneer de rechterlijke beslissing of een andere titel evenwel betrekking heeft op nog niet vervallen termijnen, blijft daarvoor de kortere verjaringstermijn gelden.

In het burgerlijk recht zijn regels vastgesteld voor de aanvang, schorsing en stuiting van de verjaringstermijn. Wanneer er redenen voor schorsing zijn (bv. minderjarigen, militaire dienst, overmacht, schuld van de schuldenaar), vangt de verjaringstermijn niet aan of loopt deze niet door. Wanneer een verjaringstermijn wordt gestuit, wordt de verstreken tijd volledig buiten beschouwing gelaten en begint er een nieuwe verjaringstermijn te lopen.

Een schuldeiser die een verjaringstermijn wil stuiten, kan dit doen door gebruik te maken van of zich te beroepen op een van de volgende handelingen:

  • dagvaarding of gerechtelijke mededeling van een actie waarin direct of indirect het voornemen kenbaar wordt gemaakt om het recht uit te oefenen, ongeacht het soort procedure waarop de actie betrekking heeft, en zelfs indien de rechtbank niet bevoegd is.

Indien de dagvaarding of mededeling niet binnen vijf dagen na een verzoek daartoe wordt uitgevoerd om een reden die niet aan de verzoeker te wijten is, wordt de verjaringstermijn gestuit wanneer vijf dagen zijn verstreken.

De vernietiging van de dagvaarding of mededeling vormt geen belemmering voor de in de vorige leden bedoelde stuiting.

Voor de toepassing van dit artikel worden alle andere gerechtelijke middelen waarmee de handeling ter kennis wordt gebracht van de persoon tegen wie het recht kan worden uitgeoefend, gelijkgesteld met een dagvaarding of mededeling;

  • een arbitrageovereenkomst die de verjaringstermijn met betrekking tot het ingeroepen recht stuit;
  • erkenning van het recht tegenover de betrokken houder door de persoon tegen wie het recht kan worden uitgeoefend;
  • stilzwijgende erkenning is slechts relevant wanneer deze het gevolg is van gebeurtenissen waarin een dergelijke erkenning ondubbelzinnig tot uiting komt.

Stuiting van een verjaringstermijn heeft de volgende gevolgen (tenzij in de wet uitdrukkelijk anders is bepaald):

  • met de reeds verstreken tijd wordt geen rekening gehouden;
  • na de stuiting begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen;
  • voor de nieuwe verjaring geldt de oorspronkelijke termijn.

Beperkingen ten aanzien van tenuitvoerlegging die voortvloeien uit de verstrijkingsdatum

Wanneer van rechtswege of door de wil van de partijen een recht moet worden uitgeoefend binnen een bepaalde termijn, zijn de regels inzake verstrijking van toepassing, tenzij de wet uitdrukkelijk naar de verjaringstermijn verwijst.

Verval wordt slechts voorkomen wanneer binnen de bij wet of bij overeenkomst gestelde termijn een handeling wordt verricht waaraan de wet of overeenkomst een prohibitieve werking toekent. Enkel het instellen van de vordering tot vaststelling of tenuitvoerlegging verhindert verstrijking, tenzij het nodig is aan de schuldenaar een dagvaarding uit te reiken. Wanneer een verjaringstermijn is vastgesteld in een overeenkomst of wettelijke bepaling betreffende gerechtelijke bescherming, wordt verstrijking ook verhinderd door erkenning van deze bescherming door de persoon tegen wie zij moet worden uitgeoefend.

De vervaltermijn kan niet worden geschorst of gestuit, tenzij de wet dit voorschrijft en indien in de wet geen andere datum is vastgesteld, begint de termijn te lopen op het moment dat het recht wettelijk kan worden uitgeoefend.

Verstrijking wordt door de rechtbank ambtshalve vastgesteld en kan in elke fase van de procedure worden ingeroepen indien zij betrekking heeft op gerechtelijke bescherming. Indien de verstrijking betrekking heeft op gerechtelijke bescherming op basis waarvan een tenuitvoerleggingsprocedure wordt ingesteld, moet de verstrijking worden ingeroepen door de persoon die er baat bij heeft (in beginsel de schuldenaar/partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht).

De definitie en de gevolgen van de verjaringstermijn en de verstrijkingsdatum zijn vastgelegd in de artikelen 309 tot en met 340 van het burgerlijk wetboek, die hier kunnen worden geraadpleegd.

Opmerking:

Het contactpunt van EJN-civiel, de rechtbanken of andere entiteiten en instanties zijn niet gebonden door de in dit informatieblad opgenomen gegevens. Het blijft nodig om de geldende wetgeving te raadplegen, die regelmatig wordt bijgewerkt. Bovendien is de interpretatie van de wetgeving in de jurisprudentie aan wijzigingen onderhevig.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 20/12/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.