Hoe kan ik de naleving van een uitspraak afdwingen?

Luxemburg
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekent tenuitvoerlegging in burgerlijke en handelszaken?

Als een schuldenaar een rechterlijke beslissing niet vrijwillig naleeft, kan de eiser de naleving ervan afdwingen. Dit wordt gedwongen tenuitvoerlegging genoemd.

Om uitvoerbaar te zijn, moet een rechterlijke beslissing een tenuitvoerleggingsclausule bevatten en moet ze naar behoren zijn betekend of ter kennis gebracht.

De uitvoerbaarheid van een rechterlijke beslissing wordt opgeschort tijdens de week die volgt op de dag van de beslissing en/of indien daadwerkelijk een beroep is ingesteld, tenzij de beslissing voorlopig uitvoerbaar is.

Gedwongen tenuitvoerlegging wordt gewoonlijk toegepast om geld in te vorderen, maar kan worden toegepast om de uitvoering van een handeling af te dwingen.

In het geval van een persoon die tot betaling van een geldbedrag is veroordeeld, wordt de vordering ten uitvoer gelegd tegen de bezittingen van de schuldenaar. Dit wordt beslag genoemd.

Er zijn echter ook andere, meer specifieke tenuitvoerleggingsmaatregelen: derdenbeslag, oogstbeslag, beslag op inkomen, beslag op onroerende zaken, executoriaal beslag, vreemdelingenbeslag, opheffing van beslag, loonbeslag, beslag op binnenschepen, beslag op luchtvaartuigen en beschrijvend beslag in het kader van de bescherming van intellectuele rechten.

Het beslag dat in Luxemburg het meest wordt toegepast, is derdenbeslag en executoriaal beslag.

2 Welke instantie of instanties zijn bevoegd voor tenuitvoerlegging?

Gerechtsdeurwaarders zijn als enigen bevoegd om over te gaan tot tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen die door een Luxemburgse rechtbank naar Luxemburgs recht of door een rechtbank van een andere lidstaat van de Europese Unie krachtens het EU-recht in burgerlijke of handelszaken uitvoerbaar zijn verklaard, uitvoerbare overeenkomsten die voortvloeien uit bemiddeling in burgerlijke en handelszaken, en andere uitvoerbare akten of afdwingbare rechten.

3 Onder welke voorwaarden mag een executoriale titel of beslissing worden uitgevaardigd?

3.1 De procedure

  • In het Groothertogdom gegeven rechterlijke beslissingen en verleden akten

Deze zijn uitvoerbaar in het Groothertogdom zonder dat een officiële goedkeuring of een lettre de pareatis vereist is, zelfs als ze ten uitvoer worden gelegd buiten het rechtsgebied van de rechtbank die de beslissing heeft gegeven of buiten het grondgebied waar de akten zijn verleden.

De afgifte van de akte of de rechterlijke beslissing aan de gerechtsdeurwaarder houdt een machtiging in voor elke tenuitvoerlegging uitgezonderd beslag op onroerende zaken en gevangenisstraffen, waarvoor een bijzondere machtiging vereist is.

  • Buitenlandse beslissingen die vallen onder een verdrag of een wetgevingshandeling van de Europese Unie waarvoor een exequaturprocedure vereist is

In het buitenland gegeven beslissingen in burgerlijke en handelszaken die in die staat uitvoerbaar zijn en die overeenkomstig de bepalingen van

  • het Verdrag van Brussel van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, zoals gewijzigd bij de verdragen betreffende toetreding van nieuwe lidstaten tot dat verdrag,
  • het Verdrag van Lugano van 16 september 1988 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken,
  • het Verdrag van 29 juli 1971 tussen het Groothertogdom Luxemburg en de Republiek Oostenrijk betreffende de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen en authentieke akten in burgerlijke en handelszaken,
  • het Verdrag van 24 november 1961 tussen België, Nederland en Luxemburg betreffende de rechterlijke bevoegdheid, betreffende het faillissement en betreffende het gezag en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, van scheidsrechterlijke uitspraken en van authentieke akten, zolang het van kracht is, of
  • het Verdrag van Den Haag van 2 oktober 1973 inzake de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen,

voldoen aan de voorwaarden voor erkenning en tenuitvoerlegging in Luxemburg, worden uitvoerbaar verklaard in de vormen die zijn vastgesteld in de artikelen 680 tot en met 685 van het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Nouveau Code de procedure civile).

Beslissingen in burgerlijke en handelszaken die in een lidstaat van de Europese Unie zijn gegeven en in die lidstaat uitvoerbaar zijn en volgens Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken voldoen aan de voorwaarden voor erkenning en tenuitvoerlegging in Luxemburg, worden uitvoerbaar verklaard zoals in die verordening bepaald.

Verordening (EG) nr. 44/2001 is ingetrokken bij Verordening (EU) nr. 1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, de zogenaamde “herschikte Brussel I-verordening”. Verordening (EG) nr. 44/2001 blijft echter wel van toepassing op beslissingen die zijn gegeven in het kader van rechtsvorderingen die zijn ingesteld, authentieke akten die zijn verleden of formeel geregistreerd en rechtshandelingen die zijn goedgekeurd of afgerond vóór 10 januari 2015 die binnen de werkingssfeer van die verordening vallen.

In een EU-lidstaat gegeven beslissingen in burgerlijke zaken die in die lidstaat uitvoerbaar zijn en volgens Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring voldoen aan de voorwaarden voor erkenning en tenuitvoerlegging in Luxemburg, worden uitvoerbaar verklaard zoals in die verordening bepaald.

Beslissingen die zijn gegeven in een lidstaat die niet gebonden is door het Haags Protocol van 23 november 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen in de zin van hoofdstuk IV, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen die voldoen aan de voorwaarden voor erkenning en tenuitvoerlegging in Luxemburg, worden uitvoerbaar verklaard zoals in die verordening bepaald.

In een EU-lidstaat gegeven beslissingen in burgerlijke zaken die in die lidstaat uitvoerbaar zijn en volgens Verordening (EU) 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels, en Verordening (EU) 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen voldoen aan de voorwaarden voor erkenning en tenuitvoerlegging in Luxemburg, worden uitvoerbaar verklaard zoals in die verordeningen bepaald.

  • Buitenlandse beslissingen die onderworpen zijn aan EU-wetgeving tot afschaffing van het exequatur

Op 12 december 2012 hebben het Europees Parlement en de Raad Verordening (EU) nr. 1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, de zogenaamde herschikte Brussel I-verordening, vastgesteld. Volgens artikel 36 van die verordening wordt een in een lidstaat gegeven beslissing in de andere lidstaten erkend zonder dat daarvoor een bijzondere procedure vereist is (afschaffing van het exequatur). Deze verordening is sinds 10 januari 2015 in alle EU-lidstaten van toepassing overeenkomstig de in die verordening vastgestelde voorwaarden.

Beslissingen die zijn gegeven in een lidstaat die gebonden is door het Haags Protocol van 23 november 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen in de zin van hoofdstuk IV, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen, worden in Luxemburg erkend zonder dat een bijzondere procedure vereist is en zonder mogelijkheid om zich tegen de erkenning te verzetten.

In een EU-lidstaat gegeven beslissingen in burgerlijke en handelszaken die volgens Verordening (EU) nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van een procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken, voldoen aan de voorwaarden voor erkenning en tenuitvoerlegging in Luxemburg, worden erkend en ten uitvoer gelegd zoals in die verordening bepaald.

In een EU-lidstaat gegeven beslissingen die in die lidstaat uitvoerbaar zijn en volgens Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen of Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, zoals gewijzigd, voldoen aan de voorwaarden voor erkenning en tenuitvoerlegging in Luxemburg, worden erkend en ten uitvoer gelegd zoals in die verordeningen is bepaald.

3.2 De grondvoorwaarden

Er wordt geen beslag op roerende of onroerende goederen gelegd tenzij krachtens Luxemburgs recht een executoriale titel is afgegeven, en voor een opeisbare en vaststaande vordering; als de schuld geen geldsom is, wordt deze na beslaglegging voor alle latere procedures uitgesteld totdat zij is gewaardeerd.

Beslissingen tot invrijheidstelling, tot schrapping van een hypotheekinschrijving, tot betaling of tot enige andere handeling die door of namens een derde moet worden gesteld, zijn alleen door of tegen die derde uitvoerbaar, zelfs na het verstrijken van de bezwaar- of beroepstermijn, op basis van een verklaring door de advocaat van de eiser, met vermelding van de datum waarop de beslissing is betekend aan het adres van de partij tegen wie de beslissing is gegeven, en op basis van een verklaring van de griffier dat tegen de beslissing geen bezwaar of beroep is ingesteld.

Indien uit de verklaring blijkt dat er geen bezwaar of beroep is ingesteld, zijn curatoren, bewaarders en andere personen gehouden de beslissing na te leven.

4 Het doel en de aard van tenuitvoerleggingsmaatregelen

4.1 Welke soorten activa kunnen voorwerp van tenuitvoerlegging zijn?

  • Goederen die voor beslag in aanmerking komen

Alleen roerende of onroerende goederen die eigendom zijn van de schuldenaar komen voor beslag in aanmerking, geen goederen die aan een derde toebehoren. Het is echter van weinig belang in wiens bezit de goederen van de schuldenaar zich op het moment van beslag bevinden, en dus is het mogelijk om goederen bij een derde in beslag te nemen.

  • Goederen die niet voor beslag in aanmerking komen

In artikel 728 van het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering is bepaald dat naast goederen die op grond van bijzondere wetten niet in beslag kunnen worden genomen, de volgende goederen niet in beslag mogen worden genomen:

  • goederen die door de Luxemburgse wet als onroerend worden aangemerkt;
  • roerende zaken zoals een slaapplaats, kleding, kleerkasten, een wasmachine en tafels en stoelen om een gezin in staat te stellen samen te eten.

Deze zaken mogen niet in beslag worden genomen, ongeacht de hoedanigheid van de schuldeiser, zelfs niet als de schuldeiser de staat is, met uitzondering van bepaalde schulden die in de wet limitatief zijn opgesomd.

Om te voorkomen dat de schuldeiser beslag legt op alle bestaansmiddelen van de schuldenaar, zijn in een groothertogelijke verordening de percentages voor de overdracht van en het beslag op salarissen, pensioenen en lijfrenten vastgesteld. Het beslag op beschermd regelmatig inkomen (salarissen, lijfrenten, pensioenen) is in de wet geregeld. Dit soort regelmatig inkomen mag niet volledig in beslag worden genomen, maar slechts tot een specifiek bedrag dat wordt bepaald op basis van inkomenscategorieën die in een groothertogelijke verordening zijn vastgesteld. Zo houden schuldenaren een minimuminkomen over om te overleven.

  • Afscherming

Afscherming heeft tot doel de beslagene te beschermen tegen de gevolgen van het niet beschikbaar zijn. Afscherming stelt de rechter in staat om de bedragen waarop derdenbeslag wordt gelegd te beperken.

4.2 Wat zijn de gevolgen van tenuitvoerleggingsmaatregelen?

Vanaf het moment dat de goederen in beslag zijn genomen, verliest de schuldenaar het recht om er afstand van te doen. Het beslag geeft de beslag leggende schuldeiser echter geen voorkooprecht. De ontzetting uit het recht om afstand te doen van in beslag genomen goederen houdt in dat de schuldenaar deze niet mag verkopen, overdragen of hypothekeren. De in beslag genomen goederen kunnen onmiddellijk worden meegenomen. De schuldenaar blijft eigenaar van de goederen tot aan de gedwongen verkoop, zonder deze noodzakelijkerwijs in bezit te houden. De situatie verandert niet praktisch, maar eerder juridisch.

Indien de ontzetting uit het recht om afstand te doen van in beslag genomen goederen wordt geschonden, zijn de door de beslagene genomen maatregelen niet bindend voor de beslag leggende schuldeiser.

In dat geval is de ontzetting slechts relatief, in die zin dat zij alleen van toepassing is ten gunste van de beslag leggende schuldeiser. De andere schuldeisers moeten nog steeds schommelingen in het vermogen van de schuldenaar aanvaarden. Zij kunnen echter eenvoudig deelnemen aan het reeds overeengekomen beslag.

Ontzetting uit het recht om afstand te doen van in beslag genomen goederen is de eerste fase in het proces van de verkoop van bezittingen. De goederen worden onder toezicht van de rechter geplaatst. Beslag bij de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing heeft dus in eerste instantie een preventief doel.

Wat derdenbeslag betreft, moet worden gepreciseerd dat deze vorm van beslag alle controle over het geheel van de in beslag genomen schuld wegneemt, ongeacht de waarde ervan. De derde-beslagene mag echter een voldoende bedrag in deposito plaatsen (afscherming).

4.3 Welke geldigheid hebben deze maatregelen?

Uitvoerbare akten die krachtens Luxemburgs recht zijn afgegeven, vervallen niet en worden niet verbeurd wegens het verstrijken van een bepaalde termijn.

De toestemming van de voorzitter van de handelsrechtbank om conservatoir beslag te leggen, vervalt indien de conservatoire maatregel niet binnen de in de beschikking gestelde termijn is genomen.

5 Is er een mogelijkheid tot beroep tegen de beslissing om een dergelijke maatregel toe te staan?

Het is mogelijk bezwaar of beroep in te stellen tegen een beschikking van de voorzitter van een handelsrechtbank waarin toestemming wordt gegeven om over te gaan tot conservatoir beslag.

In geval van executoriaal beslag kan de schuldenaar een vordering instellen wegens moeilijke uitvoerlegging (action en difficulté d’exécution) of bezwaar aantekenen tegen de verkoop van de in beslag genomen zaken.

Derden kunnen ook bezwaar maken tegen de verkoop van de in beslag genomen zaken met het verzoek deze zaken ten voordele van hen af te schermen.

6 Zijn er beperkingen aan tenuitvoerlegging, in het bijzonder wat bescherming van de schuldenaar of termijnen betreft?

Volgens artikel 590 van het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan een schuldenaar een voorlopige tenuitvoerlegging blokkeren indien ze is bevolen in een ander geval dan de gevallen waarin de wet voorziet. Daartoe kan de schuldenaar bij het hof van beroep om een verbod op voorlopige tenuitvoerlegging verzoeken. Deze mogelijkheid geldt alleen in burgerlijke zaken en is in handelszaken uitgesloten op grond van artikel 647 van het wetboek van koophandel (Code de commerce).

De procedure voor afscherming is vastgelegd in artikel 703, lid 2, van het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Afscherming heeft tot doel de beslagene te beschermen tegen de gevolgen van het niet beschikbaar zijn. Afscherming stelt de rechter in staat om de bedragen waarop derdenbeslag wordt gelegd te beperken.

Om te voorkomen dat de schuldeiser beslag legt op alle bestaansmiddelen van de schuldenaar, zijn in een groothertogelijke verordening de percentages voor de overdracht van en het beslag op salarissen, pensioenen en lijfrenten vastgesteld. Het beslag op beschermd regelmatig inkomen (salarissen, lijfrenten, pensioenen) is in de wet geregeld. Dit soort regelmatig inkomen mag niet volledig in beslag worden genomen, maar slechts tot een specifiek bedrag, dat wordt bepaald op basis van inkomenscategorieën die in een groothertogelijke verordening zijn vastgesteld. Zo houden schuldenaren een minimuminkomen over om te overleven.

Links

http://www.legilux.lu

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 11/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.