Informatie zoeken per regio
U kunt schadeloos worden gesteld voor “geweldsmisdrijven”. Daarvan is sprake: bij strafbare feiten die hebben geleid tot permanente invaliditeit, tijdelijke en absolute arbeidsongeschiktheid gedurende ten minste dertig dagen, of overlijden; als het strafbare feit heeft gezorgd voor een aanzienlijke verstoring van de levensstandaard en levenskwaliteit van het slachtoffer of, wanneer het slachtoffer is overleden, van personen (naaste verwanten) die financieel ten laste kwamen van het slachtoffer of voor wie het slachtoffer verantwoordelijk was en die geen vergoeding hebben ontvangen van de dader.
Voorbeelden: moord, ernstig lichamelijk letsel, verkrachting, seksueel misbruik van minderjarigen, huiselijk geweld of ernstig lichamelijk letsel als gevolg van een overtreding in verband met diefstal.
Ja, financiële steun is mogelijk voor naaste verwanten die financieel ten laste komen van het directe slachtoffer van een geweldsmisdrijf dat als rechtstreeks gevolg van de gewelddadige handeling is overleden, of voor personen voor wie dit slachtoffer verantwoordelijk is.
Familieleden die vóór de dood van het slachtoffer recht hadden op alimentatie van het slachtoffer, hebben mogelijk recht op schadeloosstelling: bijvoorbeeld de (voormalige) echtgenoot, ouders, kinderen, broers en zussen, ooms en tantes, stiefvader/-moeder (onder bepaalde omstandigheden) en ongetrouwde partners, ongeacht van welk geslacht, die al meer dan twee jaar met het slachtoffer samenwoonden in vergelijkbare omstandigheden met die van getrouwde stellen.
De indirecte slachtoffers (naaste verwanten) van geweldsmisdrijven kunnen uitsluitend schadeloos worden gesteld als het rechtstreekse slachtoffer is overleden.
Binnenlandse of buitenlandse slachtoffers die ernstige verliezen hebben geleden als rechtstreeks gevolg van op Portugees grondgebied of aan boord van Portugese schepen of vliegtuigen gepleegde gewelddadige handelingen, kunnen recht hebben op schadeloosstelling, mits aan bepaalde wettelijke voorschriften is voldaan.
a) Slachtoffers van buiten Portugal gepleegde strafbare feiten tegen inwoners van Portugal of EU-burgers met gewone verblijfplaats in Portugal:
Slachtoffers van buiten het nationale grondgebied gepleegde geweldsmisdrijven, met inbegrip van huiselijk geweld, met gewone verblijfplaats in Portugal kunnen recht hebben op financiële schadeloosstelling door de Portugese staat, mits zij geen recht hebben op schadeloosstelling van de staat waar het verlies is ontstaan. In dit geval is het de verantwoordelijkheid van de Commissie voor de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Comissão de Proteção às Vítimas de Crimes, CPVC) om te controleren of de verzoeker recht heeft op schadeloosstelling in de staat waar de verliezen zijn ontstaan.
b) Slachtoffers van in een andere EU-lidstaat gepleegde strafbare feiten met gewone verblijfplaats in die lidstaat die de Portugese staat om vooruitbetaling van schadeloosstelling verzoeken:
Indien een verzoeker met gewone verblijfplaats in een andere EU-lidstaat bij de bevoegde autoriteit van de betreffende lidstaat om vooruitbetaling van schadeloosstelling door de Portugese staat heeft verzocht, kan de CPVC het verzoek doorgestuurd krijgen van deze bevoegde autoriteit en een beslissing nemen over de toekenning van schadeloosstelling, waarvan zij de bevoegde autoriteit op de hoogte stelt.
Het is niet verplicht om aangifte van het strafbare feit te doen bij de wetshandhavingsinstanties. De autoriteiten kunnen echter alleen weten dat er een strafbaar feit heeft plaatsgevonden en er een onderzoek naar instellen als er een klacht is ingediend of aangifte is gedaan.
Als het slachtoffer jonger is dan 16 jaar, kan hij/zij de klacht niet zelfstandig indienen, maar moet dit door zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger worden gedaan.
Het is niet nodig de uitkomst van een politieonderzoek of strafproces af te wachten voordat u om schadeloosstelling kunt verzoeken. U moet binnen een jaar na het strafbare feit contact opnemen met de CPVC.
Het is niet nodig eerst te proberen van de dader schadeloosstelling te krijgen.
Zelfs als er geen civiele vordering voor schadeloosstelling is ingesteld binnen de strafrechtelijke procedure of daarbuiten, om redenen die aan de verzoeker zijn toe te schrijven (bijvoorbeeld omdat hij/zij geen vordering voor schadeloosstelling heeft ingesteld bij de rechtbank of deze heeft ingetrokken), kunt u nog steeds in aanmerking komen voor schadeloosstelling, al wordt deze dan verminderd met de helft van het maximale voorschot dat door de staat kan worden toegekend via de CPVC.
Zelfs als de identiteit van de dader van de gewelddadige handelingen onbekend is of de dader om andere redenen niet kan worden aangeklaagd en veroordeeld, heeft het slachtoffer recht op vooruitbetaling van schadeloosstelling door de staat via de CPVC.
Het verzoek om vooruitbetaling van schadeloosstelling, dat bij de CPVC moet worden ingediend, moet documentatie bevatten die de aangevoerde feiten ondersteunt, te weten een beschrijving van de geleden schade, bewijs van arbeidsongeschiktheid, medische documenten enz.
Ja. In de regel moet om schadeloosstelling worden verzocht binnen de strafrechtelijke procedure. Het slachtoffer moet de politie of het openbaar ministerie voor het einde van de onderzoeksfase laten weten dat hij/zij om schadeloosstelling wil verzoeken, bijvoorbeeld wanneer hij/zij een verklaring aflegt. Na kennisgeving van de aanklacht tegen de verdachte geldt een termijn van twintig dagen waarin het verzoek kan worden ingediend.
Als het slachtoffer de CPVC om schadeloosstelling of een voorschot daarop wil verzoeken, moet hij/zij dit binnen een jaar na het strafbare feit doen. Was het slachtoffer minderjarig ten tijde van het strafbare feit, dan kan hij/zij om vooruitbetaling van schadeloosstelling door de staat verzoeken tot een jaar voordat hij/zij de meerderjarige leeftijd bereikt of wordt ontvoogd.
Heeft de schadeloosstelling bijvoorbeeld betrekking op:
- materiële (niet-psychische) schade:
- psychische (morele) schade:
- materiële (niet-psychische) schade:
Vooruitbetaling van schadeloosstelling aan een slachtoffer van huiselijk geweld vindt in de regel plaats in de vorm van maandelijkse betalingen gedurende zes maanden, met mogelijkheid tot verlenging van deze periode met nog eens zes maanden. In uitzonderlijke en naar behoren onderbouwde gevallen waarin sprake is van een specifieke noodzaak en een gebrek aan bestaansmiddelen, kan de vergoeding in één enkele betaling worden uitgekeerd.
Bij geweldsmisdrijven vindt de vooruitbetaling van schadeloosstelling aan het slachtoffer in één enkele betaling plaats, die de vorm van een jaarlijkse betaling kan aannemen.
De schadeloosstelling die kan worden toegekend, kan door de commissie worden verlaagd of geweigerd naar aanleiding van het gedrag van het slachtoffer voor, tijdens of na de betreffende handelingen of zijn/haar interactie met de dader of de omgeving, of als het gedrag van het slachtoffer indruist tegen het recht of de openbare orde.
Het gedrag van het slachtoffer of de verzoeker is echter niet relevant voor weigering of verlaging van de schadeloosstelling als de schade is veroorzaakt door een gemotoriseerd landvoertuig of, in bepaalde gevallen, als de regels voor ongevallen op het werk of tijdens de dienstverlening van toepassing zijn.
Bij het bepalen of er een vooruitbetaling van schadeloosstelling wordt toegekend, en bij het bepalen van de hoogte daarvan, wordt rekening gehouden met de volgende factoren:
Bij geweldsmisdrijven wordt ook rekening gehouden met alle bedragen die het slachtoffer uit andere bronnen ontvangt, namelijk van de dader of op grond van een socialezekerheidsregeling. Vergoedingen op grond van een particuliere levensverzekering of een persoonlijke ongevallenverzekering worden in beginsel niet meegenomen.
Als u tijdens de strafrechtelijke procedure tegen de dader geen vergoeding voor de schade hebt gekregen, of als de kans groot is dat de dader geen vergoeding zal betalen en er ook geen andere effectieve of toereikende vergoeding zal zijn, worden deze factoren ook meegenomen bij de beslissing over de schadeloosstelling.
Bij slachtoffers van geweldsmisdrijven wordt de hoogte van de schadeloosstelling berekend volgens het redelijkheidsbeginsel en in het licht van reeds uit andere bronnen ontvangen vergoedingen (bijvoorbeeld van de dader of op grond van een socialezekerheidsregeling).
In geval van een verzoek om schadeloosstelling voor inkomstenderving (bedragen die het slachtoffer niet meer heeft ontvangen) houdt de CPVC ook rekening met de aangifte inkomstenbelasting van het slachtoffer voor de drie jaar voorafgaand aan het strafbare feit. . Als het slachtoffer overlijdt, wordt de belastingaangifte van de verzoeker (een naast familielid) als referentie gebruikt of wordt de berekening van de schadeloosstelling, bij gebrek aan belastingaangiften, gebaseerd op een inkomen dat het gegarandeerde minimummaandloon niet overstijgt.
In geval van huiselijk geweld bepaalt de CPVC het bedrag volgens het redelijkheidsbeginsel. Een van de criteria aan de hand waarvan wordt bepaald of slachtoffers van huiselijk geweld in aanmerking komen voor vooruitbetaling van schadeloosstelling, is of er sprake is van ernstige financiële moeilijkheden als gevolg van het strafbare feit. Van alle veranderingen in de financiële of familieomstandigheden moet daarom melding worden gemaakt.
Bij het bepalen van de hoogte van de schadeloosstelling op grond van redelijkheid wordt rekening gehouden met vergoedingen die het slachtoffer heeft ontvangen op grond van een particuliere levensverzekering of een persoonlijke ongevallenverzekering.
Als het slachtoffer de CPVC verzoekt om vooruitbetaling van de schadeloosstelling, moet hij/zij onder meer de hoogte van de verlangde schadeloosstelling vermelden.
Bij geweldsmisdrijven bedraagt de maximale schadeloosstelling per slachtoffer 34 680 EUR, als het misdrijf tot ernstig letsel of overlijden heeft geleid.
Heeft één strafbaar feit tot het overlijden van of ernstig letsel voor meerdere mensen geleid, dan bedraagt de vooruitbetaalde schadeloosstelling maximaal 30 600 EUR per persoon en in totaal maximaal 91 800 EUR.
Bij een voorschot in de vorm van een jaarlijkse betaling is het maximum 4 080 EUR. Als er meerdere slachtoffers zijn, mag het totaalbedrag niet hoger zijn dan 12 240 EUR.
Bij huiselijk geweld mag de vergoeding niet hoger zijn dan het maandelijkse equivalent van het gegarandeerde minimumloon gedurende een periode van zes maanden (die met nog eens zes maanden kan worden verlengd). Als er sprake is van specifieke financiële noodzaak, kan nog vóór het einde van het onderzoek naar de specifieke omstandigheden (instrução) worden verzocht om een voorziening als voorschot op de schadeloosstelling, als er geen melding is gemaakt van veranderingen in de te ontvangen vergoedingen.
*Waarden voor 2019
Ja, om deze informatie wordt verzocht op het formulier.
In geval van schadeloosstelling door een andere lidstaat van de Europese Unie laat de CPVC de verzoeker, mits de betreffende lidstaat het verzoek om schadeloosstelling naar de CPVC heeft verstuurd en de verzoeker zijn/haar gewone verblijfplaats in Portugal heeft, weten hoe hij/zij het verzoek om schadeloosstelling moet invullen en welke aanvullende documenten er nodig zijn.
Als het slachtoffer na betaling van de voorziening of schadeloosstelling, op welke manier dan ook, een effectieve vergoeding of schadeloosstelling voor zijn/haar verlies ontvangt, zal de CPVC eisen dan hij/zij de ontvangen vergoedingen volledig of gedeeltelijk terugbetaalt.
Er kan een voorschot worden toegekend, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) voor slachtoffers van strafbare feiten:
b) voor slachtoffers van huiselijk geweld:
Ongeacht of het een geweldsmisdrijf of huiselijk geweld betreft, kunt u, in geval van duidelijke financiële noodzaak, ook onmiddellijk een voorziening ontvangen voordat de CPVC haar voorlopige beoordeling van de toekenning van schadeloosstelling afrondt, als voorschot op de schadeloosstelling die later wordt vastgesteld.
De CPVC mag zelfstandig beslissingen nemen in zaken waarbij nieuwe elementen betrokken zijn ten opzichte van eerder afgeronde zaken, of waarbij sprake is van bijzondere kenmerken die afwijken van de (eerder door de CPVC zelf opgestelde) richtsnoeren over de hoogte van schadeloosstellingen per type omstandigheden.
a) Schadeloosstelling van de staat voor slachtoffers van geweldsmisdrijven (Indemnização pelo Estado a Vítimas de Crimes Violentos) (formulier)
Vereiste documenten:
b) Schadeloosstelling van de staat voor slachtoffers van huiselijk geweld (Indemnização pelo Estado a Vítimas de Crimes de Violência Doméstica) (formulier)
Vereiste documenten:
Nee. Het verzoek is vrijgesteld van (gerechts)kosten of heffingen voor het slachtoffer, en de benodigde documenten en certificaten voor dit verzoek kunnen ook kosteloos worden verkregen.
De CPVC (Commissie voor de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten) is het orgaan van het ministerie van Justitie dat in nationale procedures verantwoordelijk is voor beslissingen over verzoeken van slachtoffers van geweldsmisdrijven en huiselijk geweld om schadeloosstelling door de staat.
Aan de Commissie voor de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (zie vorige antwoord).
Locatie en contactgegevens:
Commissie voor de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Comissão de Proteção às Vítimas de Crimes)
Openingstijden:
Meer informatie is beschikbaar op https://cpvc.mj.pt/
Het is niet nodig aanwezig te zijn tijdens de beslissingsprocedure, behalve wanneer de CPVC uw aanwezigheid noodzakelijk acht.
Na ontvangst van het verzoek om schadeloosstelling heeft de CPVC één maand de tijd om het verzoek te analyseren en de nodige stappen te ondernemen. De beslissing of het verzoek al dan niet wordt ingewilligd en welk bedrag er wordt toegekend, wordt direct na die periode van één maand genomen.
Ja. Als de verzoeker van mening is dat de beslissing van de CPVC onjuist is, heeft hij/zij 15 dagen de tijd om een klacht in te dienen bij de commissie. Daarin moet de verzoeker de grondslag van zijn/haar verzoek uiteenzetten, in combinatie met al het bewijs dat hij/zij relevant acht.
De CPVC heeft vervolgens dertig dagen de tijd om de klacht te beoordelen en een beslissing te nemen. Zij kan de betwiste beslissing bevestigen, intrekken, annuleren, wijzigen of vervangen.
Als de verzoeker niet tevreden is met de beslissing over de klacht, kan hij/zij deze aanvechten bij een bestuursgerecht.
Op de website van de Commissie voor de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten: https://cpvc.mj.pt/?page_id=31
Er zijn twee verschillende formulieren: een voor slachtoffers van geweldsmisdrijven en een voor slachtoffers van huiselijk geweld.
CPVC – Commissie voor de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten: https://cpvc.mj.pt/
APAV – Portugese Vereniging voor slachtofferhulp (Associação Portuguesa de apoio à Vítima): http://www.apav.pt/
De staat garandeert dat slachtoffers van geweldsmisdrijven of huiselijk geweld recht hebben op juridisch advies, en zo nodig op de daaropvolgende rechtsbijstand (kosteloos).
Commissie voor de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Comissão de Proteção às Vítimas de Crimes - CPVC):
APAV:
Commissie voor burgerschap en gendergelijkheid (Comissão para a Cidadania e Igualdade de Género – GIG):
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.