Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Portugees) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
De volgende vertalingen zijn al beschikbaar: Engels
Swipe to change

Aanpassing van zakelijke rechten

Portugal
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Welke zakelijke rechten kunnen er overeenkomstig het recht van deze lidstaat voortvloeien uit een erfopvolging?

OPMERKING VOORAF

Ten eerste moet worden opgemerkt dat het bij zakelijke rechten kan gaan om gebruiksrechten (direitos reais de gozo) of zekerheidsrechten (direitos reais de garantia).

Ten tweede verdedigt een deel van de doctrine naast zakelijke rechten op materiële zaken ook het bestaan van zakelijke rechten op immateriële zaken.

Tot slot wordt in het Portugese recht uitgegaan van het beginsel van numerus clausus, oftewel het limitatieve karakter van zakelijke rechten (artikel 1306 van het Portugese Burgerlijk Wetboek (Código Civil)).

RECHTEN DIE DOOR ERFOPVOLGING KUNNEN OVERGAAN

Alle rechten die niet vervallen bij overlijden van hun houder en ook daarna blijven bestaan, kunnen door erfopvolging overgaan.

In artikel 2025 van het Portugese Burgerlijk Wetboek is het volgende bepaald met betrekking tot hetgeen door erfopvolging kan overgaan:

“1 – Rechtsbetrekkingen die door overlijden van hun respectieve eigenaar, door hun aard of van rechtswege tenietgaan, gaan niet door erfopvolging over.

2 – Voor afstand vatbare rechten kunnen ook bij overlijden van de houder tenietgaan indien de houder dit heeft bepaald.”

Om een voorbeeld te noemen: vruchtgebruik en het zakelijke recht van gebruik en bewoning zijn zakelijke rechten die door overlijden van hun houder van rechtswege tenietgaan (artikel 1476, lid 1, onder a), en artikel 1485 van het Burgerlijk Wetboek).

De huidige versie van het Burgerlijk Wetboek kan in het Portugees worden geraadpleegd hier.

Met uitzondering van vruchtgebruik (artikel 1443 van het Burgerlijk Wetboek), het zakelijke recht van gebruik en bewoning (artikel 1485 van het Burgerlijk Wetboek), zakelijke rechten die onder een van de situaties van artikel 2025 van het Burgerlijk Wetboek vallen en andere gevallen waarin andere wettelijke bepalingen specifiek voorzien, kunnen de overige zakelijke rechten in de regel door erfopvolging overgaan.

Er gelden beperkingen ten aanzien van bepaalde rechten, zoals zakelijke rechten betreffende aangegeven wapens, die alleen door erfopvolging kunnen overgaan onder bepaalde voorwaarden als bedoeld in artikel 37 van het wetgevingskader inzake wapens en munitie (Regime Jurídico das Armas e Munições). Dit artikel luidt als volgt:

“1 – De verwerving van een aangegeven wapen door erfopvolging in de nalatenschap van een overleden persoon is toegestaan met goedkeuring van de nationale directeur van de Polícia de Segurança Pública – PSP (politie).

2 - Voor de toepassing van het voorgaande lid moet het bestaan van wapens bij de PSP worden aangegeven binnen 90 dagen na het overlijden van de vorige eigenaar of bij ontdekking van de wapens door degene die ze in zijn bezit heeft.

3 – De nationale directeur van de PSP kan goedkeuring verlenen voor inschrijving van het wapen op naam van de beheerder van de nalatenschap tot aan de verdeling van de goederen van de overleden persoon, in welk geval het wapen in bewaring moet worden gegeven bij de PSP.

4 – Indien de beheerder van een nalatenschap of een andere erfgenaam aan de wettelijke voorwaarden voor het bezit van het wapen voldoet, kan om inschrijving op zijn naam worden verzocht als het wapen in zijn bezit blijft.

5 – Op verzoek van de beheerder van de nalatenschap kan het wapen worden overgedragen aan een partij die aan de criteria voor het bezit ervan voldoet, waarbij de verwervende partij door de belanghebbende wordt gekozen; ook kan het wapen door de PSP worden geveild, in welk geval de waarde van de overdracht na aftrek van kosten aan de nalatenschap wordt betaald.

6 – Nadat de verdeling is afgerond, wordt het wapen aan de rechthebbende erfgenaam gegeven, mits deze aan de wettelijke voorwaarden voor het bezit ervan voldoet.

7 – Nadat een termijn van tien jaar is verstreken zonder dat het wapen is gevorderd, wordt het verbeurd verklaard aan de staat.”

Het bij Wet nr. 5/2006 van 23 februari 2006 goedgekeurde wetgevingskader inzake wapens en munitie kan in het Portugees worden geraadpleegd hier.

ZAKELIJKE GEBRUIKSRECHTEN

De wet voorziet in de volgende zakelijke gebruiksrechten (de artikelen 1302 tot en met 1575 van het Burgerlijk Wetboek en het hieronder vermelde wetgevingskader inzake timesharing (Regime Jurídico da Habitação Periódica)):

  • eigendomsrecht (direito de propriedade) (artikel 1302 van het Burgerlijk Wetboek);
  • mede-eigendom (compropriedade) (artikel 1403 van het Burgerlijk Wetboek);
  • appartementsrechten (propriedade horizontal) (artikel 1414 van het Burgerlijk Wetboek);
  • vruchtgebruik (usufruto) (artikel 1439 van het Burgerlijk Wetboek);
  • zakelijk recht van gebruik en bewoning (direito real de uso e habitação) (artikel 1484 van het Burgerlijk Wetboek);
  • zakelijke timesharingrechten (direito real de habitação periódica);
  • opstalrecht (direito de superfície) (artikel 1524 van het Burgerlijk Wetboek);
  • erfdienstbaarheden (servidões prediais) (artikel 1543 van het Burgerlijk Wetboek).

Het wetgevingskader inzake timesharing is goedgekeurd bij Wetsbesluit nr. 275/93 van 5 augustus 1993, dat in het Portugees kan worden geraadpleegd hier.

ZAKELIJKE RECHTEN MET BETREKKING TOT GARANTIES

Het Burgerlijk Wetboek voorziet in de volgende zakelijke rechten met betrekking tot garanties:

  • huuroverdracht (consignação de rendimentos) (artikel 656);
  • pandrecht (penhor) (artikel 666);
  • hypotheek (hipoteca) (artikel 686);
  • onroerendgoedprivilege (privilégios imobiliários) (de artikelen 743 en 744);
  • retentierecht (direito de retenção) (de artikelen 754 en 755).

ZAKELIJKE RECHTEN OP MATERIËLE ZAKEN

In artikel 1302 van het Burgerlijk Wetboek wordt bepaald dat alleen roerende of onroerende materiële zaken (waaronder water) onder het eigendomsrecht in de zin van dat wetboek kunnen vallen.

ZAKELIJKE RECHTEN OP IMMATERIËLE ZAKEN

Artikel 1303 van het Burgerlijk Wetboek heeft betrekking op intellectuele eigendom, die dan weer wordt geregeld door het Wetboek van industriële eigendom (Código da Propriedade Industrial). Een deel van de doctrine is van mening dat intellectuele eigendom een concept is dat auteursrecht en aanverwante rechten, en industriële eigendom omvat. Het Portugese recht handhaaft de twee benamingen: intellectuele eigendom (in het Burgerlijk Wetboek) en industriële eigendom (in het Wetboek van industriële eigendom, gepubliceerd in de bijlage bij Wetsbesluit nr. 110/2018 van 10 december 2018).

Overeenkomstig artikel 2 van het Wetboek van industriële eigendom vallen de visserij, landbouw, bosbouw, veeteelt en de winningsindustrieën, industrie en handel in strikte zin, en alle natuurlijke of vervaardigde producten en diensten onder industriële eigendom.

De doctrine is het er niet over eens of het eigendomsrecht en andere zakelijke rechten op immateriële zaken (bv. eigendom van een commerciële inrichting of intellectuele eigendom) in het nationale recht worden aanvaard. Deze kwestie is onderworpen aan de interpretatie van de rechtbanken.

Het Wetboek van industriële eigendom is van toepassing op rechten op octrooien, gebruiksmodellen, halfgeleiderproducten, ontwerpen, handelsmerken, beloningen, logo’s, oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, alsook op de wijziging en overdracht daarvan.

Uit octrooien en gebruiksmodellen voortvloeiende rechten, alsook registers van topografieën van halfgeleiderproducten, ontwerpen en handelsmerken, en andere onderscheidende handelstekens kunnen in pand worden gegeven — artikel 6 van het Wetboek van industriële eigendom.

De huidige versie van het Wetboek van industriële eigendom kan in het Portugees worden geraadpleegd hier.

Met betrekking tot handelsvennootschappen worden erfopvolging in de rechten op deelnemingen of aandelenbelangen door overlijden van een van de vennoten en de daaraan gestelde eisen geregeld in het Wetboek van handelsvennootschappen (Código das Sociedades Comerciais), te weten in:

  • artikel 184, met betrekking tot erfopvolging door het overlijden van een vennoot van een vennootschap onder firma;
  • de artikelen 198, 225 en 252, met betrekking tot erfopvolging door het overlijden van een aandeelhouder van een besloten vennootschap;
  • de artikelen 469 en 475, met betrekking tot erfopvolging door het overlijden van een vennoot van een commanditaire vennootschap.

De huidige versie van het Wetboek van handelsvennootschappen kan in het Portugees worden geraadpleegd hier.

2 Worden deze zakelijke rechten ingeschreven in een register van rechten op onroerende en roerende zaken en, zo ja, is een dergelijke inschrijving verplicht? In welk(e) register(s) worden die rechten ingeschreven en wat zijn de voorwaarden en de procedure voor de inschrijving?

Ja, in de regel worden deze rechten ingeschreven in een register, zoals hieronder is uiteengezet.

KADASTERKANTOREN

Op de kadasterkantoren (Conservatórias do Registo Predial) worden handelingen met betrekking tot de juridische status van onroerende goederen ingeschreven, waaronder de volgende zakelijke rechten (de artikelen 1 en 2 van de Kadasterwet (Código de Registo Predial)):

  • rechtshandelingen met betrekking tot de vestiging, erkenning, verwerving of wijziging van het recht van eigendom, vruchtgebruik, gebruik en bewoning, opstal of erfdienstbaarheid;
  • rechtshandelingen met betrekking tot de vestiging of wijziging van appartementsrechten en timesharingrechten;
  • veranderingen in grondbezit als gevolg van de opsplitsing van grond, de aanpassing van de structuur en de verdeling van de mede-eigendom, en de respectieve wijzigingen;
  • aanbod van overdracht of bezwaring, preferentiële overeenkomsten en preferentiële bepalingen van een testament, wanneer daaraan daadwerkelijk uitvoering is gegeven, en de toewijzing van de uit deze handelingen voortvloeiende contractuele positie;
  • overdracht van activa aan schuldeisers;
  • hypotheek, overdracht of wijziging daarvan, toewijzing van de mate van prioriteit van de respectieve inschrijving en de huuroverdracht;
  • overdracht van door hypotheek of huuroverdracht gedekte vorderingen, wanneer het gaat om de overdracht van een garantie;
  • verhuur voor een periode van meer dan zes jaar en overdracht ervan of onderverhuur, met uitzondering van pacht;
  • verpanding van door hypotheek of huuroverdracht gedekte kredietvorderingen en alle andere handelingen of regelingen die betrekking hebben op dezelfde vorderingen;
  • andere beperkingen van het eigendomsrecht waarvoor een wettelijke inschrijvingsplicht geldt;
  • rechtshandelingen die leiden tot het tenietgaan van rechten, bezwaringen of ingeschreven lasten.

Inschrijving van de bovengenoemde handelingen is verplicht, met uitzondering van die welke in artikel 8-A van de Kadasterwet zijn opgenomen.

Op grond van artikel 687 van het Burgerlijk Wetboek moet de hypotheek worden ingeschreven om te worden erkend met betrekking tot de partijen.

De voorwaarden voor de inschrijving van grond zijn vastgesteld in de hieronder genoemde wettelijke bepalingen van de Kadasterwet.

  • Degenen voor wie de verplichting tot inschrijving geldt, de uiterste termijnen en het in aanmerking komen voor rechten op onroerend goed zijn opgenomen in de artikelen 8-B, 8-C, 8-D en 9.
  • Voorinschrijving en voortzetting van de inschrijving, met name het beginsel van rechtsopvolging en vrijstelling van voorinschrijving in de aankooplegger op basis van verdeling/erfopvolging, zijn opgenomen in de artikelen 34 en 35.
  • De voorwaarden voor verzoeken om inschrijving en de mogelijkheid van vertegenwoordiging zijn vastgesteld in de artikelen 36 tot en met 39.
  • De vorm en wijze van indiening van een verzoek om inschrijving, met name het recht op elektronische inschrijving, zijn vermeld in de artikelen 41 tot en met 42-A.
  • De in te dienen documenten zijn die welke zijn vastgesteld in de artikelen 43 tot en met 46.

De Kadasterwet kan in het Portugees worden geraadpleegd hier.

Nadere gegevens over verzoeken om inschrijving in het kadaster, het handelsregister en het voertuigregister, zoals de wijze van verzending van het verzoek, de eisen en de diensten, zijn online beschikbaar op https://justica.gov.pt/

HANDELSREGISTERKANTOREN

Handelingen die zijn gericht op het publiceren van de juridische status van individuele handelaren, handelsvennootschappen, verenigingen naar burgerlijk recht in commerciële vorm en individuele inrichtingen met beperkte aansprakelijkheid worden ingeschreven op de handelsregisterkantoren (Conservatórias do Registo Comercial). De inschrijving van bepaalde handelingen betreffende de juridische status van coöperaties, openbare bedrijven, complementaire groepen ondernemingen en Europese economische samenwerkingsverbanden vindt eveneens op de handelsregisterkantoren plaats (artikel 1 van de Handelsregisterwet - Código do Registo Comercial).

De in artikel 15 van de Handelsregisterwet vermelde handelingen moeten in het door de handelsregisterkantoren bijgehouden register worden ingeschreven.

“Artikel 15 (Handelingen die verplicht moeten worden ingeschreven)

1 – De inschrijving van de handelingen als bedoeld in artikel 3, leden 1 en 2, onder a), b) en c), en onder e) tot en met z), artikel 4, artikel 5, onder a), e) en f), de artikelen 6, 7 en 8, en artikel 10, onder c) en d), is verplicht.

2 – Tenzij in de volgende leden anders is bepaald, moet binnen twee maanden na de datum van publicatie om inschrijving van de in het voorgaande lid genoemde handelingen worden verzocht.

3 – De in artikel 5, onder a), e) en f), genoemde handelingen moeten worden aangevraagd binnen twee maanden na de datum van publicatie van het besluit tot vaststelling ervan.

4 – Het verzoek om inschrijving van de jaarrekening van de vennootschap en de jaarrekeningen van individuele inrichtingen met beperkte aansprakelijkheid moet uiterlijk worden ingediend op de 15e dag van de zevende maand die volgt op het einde van het boekjaar.

5 – De in artikel 9 genoemde handelingen, beslissingen, procedures en conservatoire maatregelen moeten eveneens verplicht worden ingeschreven.

6 – Inschrijving van de voorlopige maatregel is niet verplicht, wanneer het verzoek om inschrijving van de gevraagde conservatoire maatregel reeds is ingediend, en inschrijving daarvan is niet verplicht, wanneer de aanvraag voor inschrijving van de hoofdhandeling reeds is ingediend.

7 – De inschrijving van de handelingen en de voorlopige maatregelen tot schorsing van vennootschapsbesluiten moet worden aangevraagd binnen twee maanden na de datum van het voorstel daartoe.

8 – De inschrijving van definitieve beslissingen met betrekking tot de in het voorgaande lid genoemde handelingen en maatregelen moet worden aangevraagd binnen twee maanden nadat de beslissing definitief en onherroepelijk is geworden.”

De voorwaarden voor inschrijving in het handelsregister zijn vermeld in de artikelen 28 tot en met 53 van de Handelsregisterwet.

Overeenkomstig artikel 32, leden 1 en 2, van de Handelsregisterwet:

  • kunnen alleen handelingen worden ingeschreven die zijn vastgesteld in documenten waarin zij juridisch worden onderbouwd;
  • kunnen alleen documenten in een vreemde taal worden aanvaard, wanneer deze zijn vertaald, tenzij in de documenten wordt verwezen naar handelingen die moeten worden ingeschreven door transcriptie, de documenten zijn opgesteld in het Engels, Frans of Spaans, en de bevoegde functionaris die taal vloeiend beheerst.

Wat de fiscale verplichtingen betreft, kunnen op grond van artikel 51, lid 1, van de Handelsregisterwet handelingen waarvoor heffingen van fiscale aard zijn verschuldigd, pas definitief worden ingeschreven, wanneer de rechten zijn betaald of, wanneer daarvoor zekerheid is gesteld.

De Handelsregisterwet kan in het Portugees worden geraadpleegd hier.

INSCHRIJVING VAN EFFECTEN

Naast andere als zodanig bij wet aangewezen effecten worden onder meer als effecten aangemerkt:

  • aandelen;
  • obligaties;
  • deelnemingen;
  • aandelen in instellingen voor collectieve belegging;
  • de beleenbare rechten van de hierboven genoemde effecten, mits de beleenbaarheid betrekking heeft op de hele uitgifte of reeks, of in beleenbaarheid wordt voorzien op het moment van uitgifte;
  • autonome warrants;
  • andere documenten met betrekking tot homogene juridische situaties, mits zij op de markt kunnen worden overgedragen.

(Artikel 1 van de Portugese Effectenwet - Código dos Valores Mobiliários).

De effecten zijn op naam gesteld (artikel 52 van de Portugese Effectenwet).

De verwerving van effecten en de vestiging, wijziging of opheffing van vruchtgebruik, pandrecht of andere juridische situaties die effecten bezwaren, worden ingeschreven (in de regel bij de uitgevende instelling of bij een beherende instelling) en kunnen door erfopvolging overgaan.

De inschrijving van effecten, de inschrijvingsinstanties, de inschrijvingsvereisten, de gevolgen van inschrijving voor de vestiging, overdracht en uitoefening van rechten en de erfopvolging in deze rechten variëren naargelang de bovengenoemde vermogenscategorieën.

Deze kwestie is geregeld in de Portugese Effectenwet, goedgekeurd bij Wetsbesluit nr. 486/99 van 13 november 1999, waarvan de huidige versie in het Portugees beschikbaar is hier.

REGISTERS VAN MOTORVOERTUIGEN

Handelingen met betrekking tot de juridische status van motorvoertuigen en hun aanhangwagens worden ingeschreven in registers van motorvoertuigen (Conservatórias do Registo Automóvel).

Voor inschrijvingsdoeleinden worden voertuigen beschouwd als motorvoertuigen en hun aanhangwagens, die op grond van de Wegenverkeerswet (Código da Estrada) moeten worden ingeschreven.

In artikel 117 van de Wegenverkeerswet staat welke voertuigen en aanhangwagens verplicht moeten worden ingeschreven. De huidige versie van de bij Wetsbesluit nr. 114/94 van 3 mei 1994 goedgekeurde Wegenverkeerswet kan in het Portugees worden geraadpleegd hier.

Artikel 5 van de Wet inzake de inschrijving van motorvoertuigen (Código de Registo Automóvel) bepaalt het volgende met betrekking tot de verplichte inschrijving van motorvoertuigen:

“Artikel 5

1 – Aan inschrijving onderworpen zijn:
a) het eigendoms- en gebruiksrecht betreffende het voertuig;
b) het eigendomsvoorbehoud in contracten voor de verkoop van motorvoertuigen;
c) hypotheek, wijziging en overdracht daarvan, alsook toekenning van de mate van prioriteit van de betrokken inschrijving;
d) financiële lease en overdracht van daaruit voortvloeiende rechten;
e) verhuur voor een periode van langer dan één jaar, wanneer het desbetreffende contract leidt tot de verwachting dat de eigendom wordt overgedragen;
f) toewijzing van het voertuig voor verhuur zonder bestuurder;
g) overdracht van ingeschreven rechten of kredietvorderingen, en verpanding, beslag en inbeslagneming met betrekking tot deze vorderingen;
h) inbeslagneming en alle administratieve maatregelen die van invloed zijn op de vrije beschikking over voertuigen;
i) de lasten van onvervreemdbaarheid en van de restant-belasting waarin de belastingwetgeving voorziet;
j) vermelding van de gebruiker die geen eigenaar is;
k) de insolventieverklaring;
l) verval of wijziging van eerder ingeschreven rechten of lasten, een wijziging in de samenstelling van de naam of benaming en de wijziging van de gewone verblijfplaats of het hoofdkantoor van de eigenaren, vruchtgebruikers en lessees van de voertuigen;
m) de confiscatie van een kentekenbewijs in gevallen waarin de administratieve en politionele autoriteiten daartoe opdracht geven, alsmede het verzoek tot inbeslagneming en confiscatie van voertuigen waarin is voorzien in het kader van de bijzondere procedure voor de regularisatie van de eigendom;
n) confiscatie in een strafrechtelijke procedure;
o) inbeslagneming van een voertuig op grond van een strafrechtelijk administratief bevel, overeenkomstig artikel 147, lid 3, van Wegenverkeerswet, die is goedgekeurd bij Wetsdecreet nr. 114/94 van 3 mei 1994, zoals gewijzigd;
p) verbeurdverklaring van het voertuig aan de staat ingevolge een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing;
q) alle andere handelingen die wettelijk moeten worden ingeschreven.
2 – Inschrijving van de handelingen als bedoeld in de punten a), b), d), e), f) en i), van de vorige alinea en van de wijziging van de naam of benaming en de gewone verblijfplaats of het hoofdkantoor van de eigenaren, vruchtgebruikers en lessees van de voertuigen, is verplicht.
3 – Inschrijving van eigendom wordt in geval van erfopvolging achterwege gelaten, wanneer het voertuig door de erfgena(a)m(en) zal worden overgedragen.”

Motorvoertuigen kunnen niet worden verpand — artikel 8 van de Wet inzake de inschrijving van motorvoertuigen.

De vereisten voor de inschrijving van motorvoertuigen kunnen worden geraadpleegd op: https://justica.gov.pt/Registos/Veiculos/Documentos-do-veiculo

De inschrijving van motorvoertuigen is geregeld in Wetsbesluit nr. 54/75 van 12 februari 1975, dat kan worden geraadpleegd hier.

Ook de Verordening inzake de inschrijving van motorvoertuigen (Regulamento do Registo de Automóveis), die is geregeld bij Wetsbesluit nr. 55/75 van 12 februari 1975, is van belang.

NATIONAAL LUCHTVAARTUIGREGISTER

Luchtvaartuigen en autonome uitrustingsstukken (motor, rotor, propeller enz.) moeten worden ingeschreven in het nationale luchtvaartuigregister (Registo Aeronáutico Nacional).

Het verzoek om inschrijving wordt met gebruikmaking van het formulier ingediend samen met de volgende documenten:

  1. koop- en verkoopcontract of andere koopakte;
  2. certificaat van sloop in het luchtvaartuigregister van het land van eerdere inschrijving of een verklaring van niet-inschrijving;
  3. bewijs van inklaring in het geval van een luchtvaartuig dat uit een niet-EU-land is ingevoerd;
  4. twee foto’s van het luchtvaartuig, één van voren en één van opzij, met de nationaliteit en het registratienummer erop geschilderd, in het formaat 9x12, randloos en afgedrukt in neutrale kleuren.

In andere landen afgegeven documenten moeten de naar behoren notarieel bekrachtigde en gelegaliseerde handtekeningen van personen bevatten en zijn voorzien van een aangehechte apostille, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3 en 4 van het Haags Verdrag van 5 oktober 1961 tot afschaffing van het vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten, geratificeerd bij Wetsbesluit nr. 48450 van 24 juni 1968, of naar behoren notarieel zijn bekrachtigd en gelegaliseerd door een Portugese diplomatieke of consulaire ambtenaar in dat land.

Documenten die door een juridische entiteit in Portugal worden afgegeven, moeten zijn voorzien van de handtekeningen van de bij wet erkende wettelijke vertegenwoordigers en van de woorden “naar behoren gemachtigd en handelend in de uitoefening van hun bevoegdheden”.

Meer informatie is te vinden op de website van de nationale burgerluchtvaartautoriteit (Autoridade Nacional de Aviação Civil).

SCHEEPSREGISTER

De inschrijving van schepen is geregeld in Wetsbesluit nr. 265/72 van 31 juli 1972 (de Algemene Verordening inzake havenautoriteiten - Regulamento Geral das Capitanias), dat kan worden geraadpleegd hier.

Daarnaast zijn van toepassing: Wetsbesluit nr. 96/89 van 28 maart 1989 tot vaststelling van het internationaal scheepsregister van Madeira (Registo Internacional de Navios da Madeira) en Ministerieel Uitvoeringsbesluit nr. 715/89 van 23 augustus 1989, waarin bepaalde aspecten daarvan worden geregeld.

Opmerking: Wetsbesluit nr. 96/89 van 28 maart 1989 is opnieuw gepubliceerd als bijlage bij wet nr. 56/2020 van 27 augustus 2020. De huidige versie ervan kan worden geraadpleegd hier.

Op grond van dit wetgevingskader:

  • moeten nationale schepen, met uitzondering van schepen van de marine, geregistreerd eigendom zijn om de activiteit waaronder zij zijn geclassificeerd, te kunnen uitvoeren (artikel 72, lid 1, van de Algemene Verordening inzake havenautoriteiten);
  • moeten op grond van de toepasselijke wetgeving ook koopvaardijschepen in het handelsregister worden ingeschreven (artikel 72, lid 3, van de Algemene Verordening inzake havenautoriteiten);
  • worden nationale schepen ingeschreven bij maritieme bureaus, met uitzondering van pleziervaartuigen, die worden ingeschreven bij de organisaties die in de geldende wetgeving zijn vermeld (artikel 73, lid 1, van de Algemene Verordening inzake havenautoriteiten);
  • is in het geval van nieuwe aankopen of nieuwbouw het in de betreffende vergunning vermelde maritieme bureau bevoegd (artikel 73, lid 2, van de Algemene Verordening inzake havenautoriteiten);
  • is in het geval van aankoop of vervanging het maritieme bureau waar de vervangen eenheden zijn geregistreerd, bevoegd tot inschrijving (artikel 73, lid 3, van de Algemene Verordening inzake havenautoriteiten);
  • mag een vaartuig dat in een haven in welk deel van het nationale grondgebied dan ook is gebouwd of verworven, worden verkocht of ingeschreven in een andere haven in hetzelfde of een ander deel van het grondgebied, mits de daarvoor vereiste vergunning is verleend (artikel 73, lid 4, van de Algemene Verordening inzake havenautoriteiten);
  • zijn lichte vaartuigen aan boord (ook reddingsboten), kleine ondersteunende vissersvaartuigen en kleine ongemotoriseerde strandboten zonder zeilen, zoals rubberboten, skiffs, opblaasbare boten en waterfietsen voor gebruik tot 300 meter bij laagtij, uitgezonderd van de registratieplicht en vallen zij onder de bevoegdheid van de maritieme autoriteit, die verantwoordelijk is voor het afgeven van vergunningen voor het gebruik ervan (artikel 77 van de Algemene Verordening inzake havenautoriteiten).

De vereisten voor de inschrijving van vaartuigen zijn opgenomen in artikel 78 van de Algemene Verordening inzake havenautoriteiten.

Voor de inschrijving van vaartuigen in geval van erfopvolging geldt met name dat:

  • in geval van erfopvolging wijzigingen in de inschrijving zijn gebaseerd op legalisatie van de akte van verdeling, of de verdelingstabel en de betrokken bekrachtigingsbeslissing, vergezeld van een door de bevoegde belastingdienst afgegeven document waarin wordt bevestigd dat de betreffende erfbelasting (artikel 82, lid 2, van de Algemene Verordening inzake havenautoriteiten) is betaald, zekergesteld of niet is verschuldigd;
  • buitenlandse vaartuigen die door erfopvolging of door een bij een Portugese rechtbank ingestelde vordering zijn verkregen, worden ingeschreven op het door een hogere autoriteit aangewezen maritieme bureau (artikel 75, lid 3, van de Algemene Verordening inzake havenautoriteiten).

INSCHRIJVING VAN WAPENS

Het bij Wet nr. 5/2006 van 23 februari 2006 goedgekeurde wetgevingskader inzake wapens en munitie kan worden geraadpleegd hier.

Wapens en munitie moeten verplicht worden aangegeven en ingeschreven door de PSP (staatsveiligheidspolitie).

Erfopvolging is onderworpen aan de vereisten van artikel 37 van bovengenoemd wetgevingskader inzake wapens en munitie.

DE INSCHRIJVING VAN INTELLECTUELE EIGENDOM vindt plaats bij het Nationaal instituut voor industriële eigendom (Instituto Nacional da Propriedade Industrial).

De verlening van rechten op octrooien, gebruiksmodellen en halfgeleiderproducten en de inschrijving van ontwerpen of modellen, handelsmerken, beloningen of logo’s en van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen vallen onder de bevoegdheid van het Nationaal instituut voor industriële eigendom, waarbij de betreffende verzoeken moeten worden ingediend.

De vereisten voor en de gevolgen van het verzoek om verlening of inschrijving zijn voor elk van de bovengenoemde categorieën opgenomen in het Wetboek van industriële eigendom, onverminderd de wetgeving van de Europese Unie en de toepasselijke internationale verdragen.

Zie voor praktische informatie over het indienen en opstellen van een verzoek om verlening of inschrijving de website van het Nationaal instituut voor industriële eigendom.

3 Welke gevolgen heeft de inschrijving van zakelijke rechten?

In de regel is de inschrijving van zakelijke rechten op onroerende goederen niet constitutief voor een wettelijk recht. Voor andere categorieën goederen kan deze regel echter ook in speciale wettelijke bepalingen vastgestelde uitzonderingen omvatten.

RECHTSGEVOLGEN VAN KADASTRALE INSCHRIJVING

De rechtsgevolgen van de inschrijving van zakelijke rechten op onroerende goederen zijn die welke zijn vastgesteld in de artikelen 4 tot en met 7 van de kadasterwet:

“Artikel 4 (Rechtsgevolgen tussen de partijen)

1 – Inschrijvingsplichtige handelingen kunnen worden ingeroepen tussen de partijen zelf of hun erfgenamen, ook wanneer zij niet zijn ingeschreven.

2 – De bovengenoemde bepaling is niet van toepassing op handelingen waarbij een hypotheek wordt gevestigd; de rechtsgevolgen ervan tussen de partijen zelf hangen af van de vraag of de inschrijving is verricht.”

“Artikel 5 (Tegenwerpbaarheid aan derden)

1 – Inschrijvingsplichtige handelingen hebben alleen rechtsgevolgen voor derden na de datum van inschrijving.

2 – De bepalingen van het vorige lid zijn niet van toepassing in de volgende gevallen:

a) verwerving op basis van verjaring van de in artikel 2, lid 1, onder a), genoemde rechten;

b) zichtbare erfdienstbaarheden;

c) handelingen met betrekking tot onbepaalde goederen, wanneer deze niet naar behoren zijn vermeld en gespecificeerd.

3 – Het ontbreken van inschrijving kan niet aan de belanghebbende worden tegengeworpen door degenen die verplicht zijn de inschrijving te bevorderen, noch door hun erfgenamen.

4 – Voor inschrijvingsdoeleinden worden onder derden verstaan zij die onderling onverenigbare rechten hebben verworven van een gemeenschappelijke auteur.

5 – Een niet-ingeschreven huurovereenkomst met een looptijd van meer dan zes jaar kan niet aan derden worden tegengeworpen.”

“Artikel 6 (Prioriteit van de inschrijving)

1 – Het eerst ingeschreven recht heeft voorrang op later ingeschreven rechten in verband met dezelfde goederen, in volgorde van de datum van inschrijving en, op dezelfde datum, in chronologische volgorde van de desbetreffende indieningen.

2 – (Ingetrokken)

3 – Een inschrijving die definitief wordt, behoudt de prioriteit die zij had toen zij nog voorlopig was.

4 – In geval van weigering behoudt een inschrijving naar aanleiding van een beroep dat gegrond wordt geacht, de prioriteit van de indiening van het geweigerde document.”

“Artikel 7 (Uit de inschrijving voortvloeiende vermoedens)

Definitieve inschrijving geldt als vermoeden dat het recht bestaat en toekomt aan de ingeschreven houder, in de precieze bewoordingen waarin het in de inschrijving is gedefinieerd.”

RECHTSGEVOLGEN VAN INSCHRIJVING IN HET HANDELSREGISTER

De rechtsgevolgen van inschrijving in het handelsregister vloeien hoofdzakelijk voort uit de bepalingen van de artikelen 11 tot en met 14 van de Handelsregisterwet:

“Artikel 11 (Uit de inschrijving voortvloeiende vermoedens)

Inschrijving door definitieve transcriptie geldt als vermoeden dat de juridische situatie bestaat, in de precieze bewoordingen waarin deze is gedefinieerd.”

“Artikel 12 (Prioriteit van de inschrijving)

De eerst ingeschreven handeling heeft voorrang op latere handelingen in verband met dezelfde aandelen of deelnemingen, in de volgorde van het betreffende verzoek.”

“Artikel 13 (Rechtsgevolgen tussen de partijen)

1 – Inschrijvingsplichtige handelingen kunnen worden ingeroepen tussen de partijen zelf of hun erfgenamen, ook wanneer zij niet zijn ingeschreven.

2 – Uitzonderingen op het voorgaande lid zijn oprichtingsakten van vennootschappen en wijzigingen daarin, waarop de bepalingen van het Wetboek van handelsvennootschappen en de wetgeving inzake Europese naamloze vennootschappen van toepassing zijn.”

“Artikel 14 (Tegenwerpbaarheid aan derden)

1 – Inschrijvingsplichtige handelingen hebben alleen rechtsgevolgen voor derden na de datum van inschrijving.

2 – Inschrijvingsplichtige handelingen die overeenkomstig artikel 70, lid 2, verplicht moeten worden gepubliceerd, hebben alleen rechtsgevolgen voor derden na de datum van publicatie.

3 – Het ontbreken van inschrijving kan niet aan de belanghebbenden worden tegengeworpen door hun wettelijke vertegenwoordigers die deze inschrijving moeten bevorderen, noch door hun erfgenamen.

4 – De bepalingen van dit artikel laten de bepalingen van het Wetboek van handelsvennootschappen en de wetgeving inzake Europese naamloze vennootschappen onverlet.”

RECHTSGEVOLGEN VAN DE INSCHRIJVING VAN EFFECTEN

De rechtsgevolgen van de inschrijving van effecten kunnen worden nagekeken in de bovengenoemde Effectenwet (Código dos Valores Imobiliários) en variëren naargelang van de betrokken effectencategorie. De inschrijving kan constitutief zijn voor een recht met betrekking tot bepaalde effectencategorieën (artikel 73 van de bovengenoemde Effectenwet).

RECHTSGEVOLGEN VAN INSCHRIJVING VAN DE OVERIGE BOVENGENOEMDE GOEDERENCATEGORIEËN

De rechtsgevolgen van de inschrijving van wapens, luchtvaartuigen, schepen, motorvoertuigen, intellectuele eigendom en industriële eigendom kunnen voor elk van die goederencategorieën worden geraadpleegd in de reeds genoemde speciale wetgeving.

4 Gelden er voor de aanpassing van een zakelijk recht waartoe een persoon krachtens het op de erfopvolging toepasselijke recht gerechtigd is, specifieke voorschriften en procedures wanneer het recht van de lidstaat waar het recht wordt ingeroepen het betreffende zakelijk recht niet kent?

De wettelijke bepalingen die in geval van erfopvolging op de aanpassing van zakelijke rechten kunnen worden toegepast, zijn in beginsel artikel 15 van het Burgerlijk Wetboek (bv. wanneer de aanpassing door de rechtbank wordt uitgevoerd in een gerechtelijke procedure) en artikel 43-A van de Kadasterwet (bv. wanneer de aanpassing door de bewaarder wordt uitgevoerd in de inschrijvingsakte).

Artikel 15 van het Burgerlijk Wetboek (Voorwaarden)

“Het aan een wet toegekende gezag betreft alleen de regels die door hun inhoud en functie in die wet deel uitmaken van het in de collisieregel bedoelde systeem van de doctrine.”

Artikel 43-A van de Kadasterwet (Bewijs van buitenlands recht)

“Wanneer de haalbaarheid van het verzoek om inschrijving moet worden beoordeeld op basis van buitenlands recht, moet de belanghebbende de inhoud ervan bewijzen aan de hand van een passend document.”

Naast deze wettelijke bepalingen zijn er door de doctrine ontwikkelde interpretatieregels. Volgens deze doctrinale regels omvat het brede concept van aanpassing ten minste twee verschillende situaties.

Aanpassing in strikte zin, die kan voorkomen, wanneer zich een technisch probleem voordoet als gevolg van de toepassing van twee verschillende successiewetten. Wanneer bijvoorbeeld in het geval van een geadopteerd kind van wie de biologische en adoptieouders overlijden het recht van land X wordt toegepast op erfopvolging als gevolg van het overlijden van de adoptieouders en het recht van land Y wordt toegepast op erfopvolging als gevolg van het overlijden van de biologische ouders, dan kan dit leiden tot een uitkomst die door geen van de betrokken rechtsstelsels is beoogd (bv. dat het adoptiekind uiteindelijk erfgenaam is van noch de adoptieouders, noch de biologische ouders). De rechtbank moet dit probleem oplossen door middel van aanpassing.

Een andere situatie, waarbij geen sprake is van aanpassing in de strikte zin van het woord maar van substitutie/transpositie, doet zich voor, wanneer een doctrine van een ander recht wordt vervangen door een doctrine die bekend is in de nationale wetgeving.

Het concept van substitutie/transpositie biedt een passender kader voor gevallen van aanpassing van zakelijke rechten als bedoeld in artikel 31 van Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring. Dit is bijvoorbeeld het geval bij substitutie van de doctrine van “erfpacht” (komt wel voor in het recht van een andere staat, maar niet in de Portugese wetgeving) door het zakelijke recht van opstal (komt wel voor in de Portugese wetgeving).

Zowel de rechtbank (gerechtelijke maatregelen) als de bewaarder (op het moment van inschrijving) kan een dergelijke substitutie/transpositie uitvoeren. Tegen de beslissing van de bewaarder kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank (de artikelen 140 tot en met 146 van de Kadasterwet).

OPMERKING

De informatie in dit factsheet is niet volledig, noch bindend voor het contactpunt, voor de rechtbanken en voor andere entiteiten en autoriteiten. Hoewel de factsheets regelmatig worden geactualiseerd, bevatten zij mogelijk niet alle herzieningen van de wetgeving en kunnen zij het raadplegen van de geldende wetgeving niet vervangen.

Laatste update: 04/03/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.