

Informatie zoeken per regio
Ingevolge artikel 128 van het familie- en voogdijwetboek is een “onderhoudsplicht” een verplichting voor bloedverwanten in de rechte (opgaande of neergaande) lijn of in de zijlijn (broers en zussen) om in het levensonderhoud van een bepaalde persoon te voorzien (kleding, voeding, huisvesting, brandstof en geneesmiddelen) alsmede, indien nodig, in de opvoeding van deze persoon (waaronder fysieke en geestelijke ontwikkeling en toegang tot onderwijs en cultuur).
“Levensonderhoud” bestaat in een uitkering in geld of in natura. Bij kinderen omvat het levensonderhoud ook een persoonlijke inbreng in hun opvoeding en inspanningen in een gemeenschappelijk huishouden, in overeenstemming met de onderhoudsplicht.
Een “alimentatievordering” is het recht van een persoon om van een andere persoon te vorderen dat deze zijn of haar onderhoudsplicht nakomt.
In de regel vloeit de onderhoudsplicht voort uit verschillende soorten familiebetrekkingen. Naargelang van de aard van de familiebetrekking wordt in het Poolse recht een onderscheid gemaakt tussen de volgende typen onderhoudsplichten:
1. een onderhoudsplicht tussen bloedverwanten (kinderalimentatie is een specifieke vorm van deze plicht): bloedverwanten hebben alleen recht op alimentatie als ze financiële moeilijkheden hebben. Ouders zijn alimentatie verschuldigd aan hun kinderen zolang die nog niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, tenzij de inkomsten van de goederen van het kind volstaan voor zijn of haar onderhoud en opvoeding. Vanaf hun achttiende verjaardag verliezen kinderen hun recht op levensonderhoud, tenzij zij hun studie voortzetten en hun resultaten tot dan toe die keuze rechtvaardigen of de onderhoudsplicht moet worden gehandhaafd vanwege de gezondheid of de persoonlijke situatie van het kind. Voorts zijn ouders niet verplicht om in het levensonderhoud te voorzien van kinderen van achttien jaar of ouder die weliswaar gereed zijn voor het beroepsleven, maar doorstuderen doch hun studie verwaarlozen, onvoldoende vooruitgang boeken, niet voor hun examens slagen of deze examens niet binnen bepaalde termijnen afleggen en daardoor hun studie niet binnen de door het studieprogramma toegestane termijn voltooien.
Als het onmogelijk is om alimentatie te verkrijgen of het verkrijgen daarvan buitensporige moeilijkheden met zich meebrengt, kunnen andere verwanten worden verplicht om alimentatie te betalen (bv. de grootouders van het kind die de ouders zijn van een in gebreke blijvende onderhoudsplichtige);
2. een onderhoudsplicht die voortvloeit uit adoptie: als de adoptie uitsluitend een relatie tussen de adoptant en de geadopteerde creëert, heeft de onderhoudsplicht van de adoptant jegens de geadopteerde voorrang boven de onderhoudsplicht van de bloedverwanten in de rechte opgaande lijn en in de zijlijn (broers en zussen) van de geadopteerde jegens die persoon, terwijl de onderhoudsplicht van de geadopteerde jegens zijn of haar bloedverwanten in de rechte opgaande lijn en in de zijlijn op de laatste plaats komt. Verder gelden voor de geadopteerde dezelfde regels als die welke hierboven onder punt 1) zijn uiteengezet;
3. een onderhoudsplicht tussen aanverwanten (stiefmoeder, stiefvader, stiefkinderen): alleen personen die in financiële moeilijkheden verkeren hebben recht op levensonderhoud, mits het opleggen van een onderhoudsplicht in de betrokken situatie in overeenstemming is met de beginselen van het maatschappelijke leven. Volgens het Poolse recht en de rechtspraak verkeert een persoon in financiële moeilijkheden wanneer hij of zij niet met eigen middelen en inspanningen in zijn of haar redelijke behoeften kan voorzien;
4. een onderhoudsplicht tussen echtgenoten tijdens het huwelijk: gezinsleden kunnen aanspraak maken op een “gelijke levensstandaard” voor alle gezinsleden. Overeenkomstig artikel 27 van het familie- en voogdijwetboek zijn beide echtgenoten verplicht om in overeenstemming met hun capaciteiten en financiële situatie te helpen voorzien in de behoeften van het gezin dat zij tijdens hun relatie hebben gesticht. Deze verplichting kan ook volledig of gedeeltelijk vervuld worden geacht in de vorm van persoonlijke inspanningen om kinderen op te voeden en zorg te dragen voor het gezamenlijke huishouden;
5. een onderhoudsplicht tussen echtgenoten nadat het huwelijk is beëindigd: als slechts een van de echtgenoten verantwoordelijk wordt gesteld voor de beëindiging van het huwelijk en de echtscheiding voor de andere echtgeno(o)t(e) een aanzienlijke verslechtering van zijn of haar materiële situatie met zich meebrengt, kan laatstbedoelde vorderen dat wordt voorzien in zijn of haar redelijke materiële behoeften, ook als hij of zij niet in financiële moeilijkheden verkeert. In andere gevallen kan een echtgeno(o)t(e) die in financiële moeilijkheden verkeert van de ex-echtgeno(o)t(e) alimentatie vorderen, in verhouding tot zijn of haar redelijke materiële behoeften en het inkomen en de financiële mogelijkheden van de ex-echtgeno(o)t(e). De onderhoudsplicht jegens een echtgeno(o)t(e) houdt op te bestaan, wanneer die (ex-)echtgeno(o)t(e) hertrouwt. Als de gescheiden echtgeno(o)t(e) die niet verantwoordelijk is gesteld voor de beëindiging van het huwelijk alimentatie moet betalen, eindigt deze onderhoudsplicht ook vijf jaar na de datum van de echtscheidingsuitspraak, tenzij de rechtbank op verzoek van de onderhoudsgerechtigde persoon beslist dat de vastgestelde periode van vijf jaar wegens uitzonderlijke omstandigheden moet worden verlengd;
6. een onderhoudsplicht van de vader jegens een kind met wiens moeder hij niet gehuwd is: een vader die niet de echtgenoot van de moeder is, moet naar vermogen bijdragen in de kosten van de zwangerschap en de bevalling en moet de kosten van drie maanden levensonderhoud van de moeder tijdens deze periode betalen. Als daar belangrijke gronden voor bestaan, kan de moeder verzoeken dat de vader langer dan drie maanden bijdraagt in de kosten van haar levensonderhoud.
Ouders zijn verplicht om alimentatie te betalen voor kinderen die nog niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Omdat kinderen verplicht zijn om tot hun achttiende jaar onderwijs te volgen, hebben zij doorgaans recht op alimentatie tot zij meerderjarig zijn, of zelfs totdat ze een mastergraad hebben behaald of een hogere beroepsopleiding hebben voltooid.
Uitkeringen uit het Staatsalimentatiefonds worden verstrekt aan onderhoudsgerechtigde personen tot de leeftijd van 18 jaar. Bij voortgezette studies op een school of een instelling voor hoger onderwijs worden de uitkeringen betaald tot de leeftijd van 25 jaar; en bij een ernstige handicap geldt er geen leeftijdsgrens.
Ja, de volgende situaties zijn mogelijk:
Aan het indienen van het verzoek zijn geen kosten verbonden. Het verzoek moet echter voldoen aan de vereisten voor een officieel verzoekschrift, d.w.z. dat in het verzoek het volgende moet worden vermeld: de naam van de rechtbank waar het verzoek wordt ingediend, de voor- en achternamen van de partijen, hun wettelijke vertegenwoordigers en advocaten, het type verzoek, een duidelijke omschrijving van het verzoek, de waarde van de vordering, een beschrijving van de feiten die het verzoek rechtvaardigen en die indien nodig ook de rechtsbevoegdheid van de rechtbank rechtvaardigen, de handtekening van de partij of haar wettelijke vertegenwoordiger of gemachtigde (de volmacht moet worden bijgevoegd), een lijst van bijlagen, de woonplaatsen of statutaire zetels van de partijen, hun wettelijke vertegenwoordigers en gemachtigden, en een omschrijving van de vordering. In daaropvolgende verzoekschriften moet ook het dossiernummer worden vermeld.
De volgende personen kunnen een alimentatieverzoek indienen namens de persoon die daar recht op heeft:
Namens onderhoudsgerechtigde minderjarigen treedt een wettelijke vertegenwoordiger op. Nadat kinderen meerderjarig zijn geworden, moeten zij echter zelfstandig optreden.
De levenspartner of een kennis van de onderhoudsgerechtigde kan niet namens de onderhoudsgerechtigde optreden, tenzij hij of zij een van de bovenbedoelde personen is.
Ingevolge het wetboek van burgerlijke rechtsvordering zijn de arrondissementsrechtbanken bevoegd in alimentatiezaken. De territoriale bevoegdheid wordt bepaald aan de hand van de wettelijke verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde of van de verweerder. De rechtbanken die bevoegd zijn voor specifieke gemeenten worden vermeld in de verordening van de minister van Justitie van 28 december 2018 inzake de bepaling van de zetels en de bevoegdheid van hoven van beroep, regionale rechtbanken en arrondissementsrechtbanken en de reikwijdte van de door hen behandelde zaken (Dziennik Ustaw 2018, punt 2548).
Regionale rechtbanken zijn bevoegd in zaken betreffende de erkenning van beslissingen van rechtbanken van EU-lidstaten in Polen (artikel 11511, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering) als een beslissing is gegeven voordat de staat waar de beslissing is gegeven is toegetreden tot het Haagse Protocol van 23 november 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen (PB L 331 van 16.12.2009, blz. 17).
Conform artikel 115314 van het gewijzigde wetboek van burgerlijke rechtsvordering, kent de Republiek Polen de volgende executoriale titels:
In alimentatiezaken is vertegenwoordiging door een advocaat niet verplicht. De partijen kunnen namens zichzelf optreden of ervoor kiezen om een professionele vertegenwoordiger in de arm te nemen.
Zie de antwoorden op de vragen 7 en 18 voor gedetailleerde informatie over de mogelijkheid voor de onderhoudsgerechtigde dat de rechtbank hem of haar een advocaat toewijst om namens hem of haar op te treden.
Conform het Poolse recht zijn de partij die alimentatie vordert en de verweerder, in een zaak over een verlaging van de alimentatie vrijgesteld van de betaling van gerechtskosten (artikel 96, lid 1, punt 2, van de wet van 28 juli 2005 betreffende gerechtskosten in civielrechtelijke zaken (Dziennik Ustaw 2005, nr. 167, punt 1398, als gewijzigd)). Deze personen zijn volledig vrijgesteld, wat betekent dat ze geen gerechtskosten, beroepskosten of tenuitvoerleggingskosten hoeven te betalen.
Daarnaast kan de partij die is vrijgesteld van gerechtskosten in aanmerking komen voor rechtsbijstand in de vorm van een door de rechtbank aangewezen advocaat. Als het verzoek om rechtsbijstand wordt toegewezen, wordt het honorarium van de advocaat betaald door de tegenpartij van de persoon aan wie een advocaat is toegewezen. Als de persoon aan wie een advocaat is toegewezen in het ongelijk wordt gesteld, wordt het honorarium van de advocaat betaald door de staat.
De rechten van onderdanen van andere lidstaten in dit verband zijn vastgelegd in de wet van 17 december 2004 betreffende het recht op bijstand in burgerlijke zaken in de lidstaten van de Europese Unie en het recht op bijstand met het oog op minnelijke schikking van een geschil alvorens een civielrechtelijke procedure in te stellen (Dziennik Ustaw 2005, nr. 10, punt 67).
De hoogte van de alimentatie hangt af van het inkomen en de financiële mogelijkheden de onderhoudsplichtige en van de redelijke materiële behoeften van de onderhoudsgerechtigde. Redelijke behoeften van de onderhoudsgerechtigde omvatten alles wat nodig is om te voorzien in zijn of haar levensonderhoud, niet alleen materieel maar ook in andere opzichten (cultureel en spiritueel). De behoeften van minderjarigen omvatten ook de kosten van hun opvoeding. Bij de beoordeling van het inkomen en de financiële mogelijkheden van de onderhoudsplichtige wordt geen rekening gehouden met wat hij of zij daadwerkelijk verdient, maar met wat hij of zij zou kunnen verdienen indien hij of zij zijn of haar verdiencapaciteit ten volle zou benutten. Dat betekent dat zelfs een werkloze persoon die geen regelmatig inkomen heeft, kan worden verplicht om alimentatie te betalen en dat de betalingen kunnen worden afgedwongen.
Als de omstandigheden zijn gewijzigd, kan om een aanpassing van de gerechtelijke beslissing of van de overeenkomst inzake alimentatie worden verzocht. Elke partij in een alimentatierelatie kan verzoeken om een dergelijke aanpassing. Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden kan een partij de annulering van de onderhoudsplicht vorderen, dan wel een verhoging of verlaging van het alimentatiebedrag. Het alimentatiebedrag kan worden gewijzigd als de redelijke materiële behoeften van de onderhoudsgerechtigde of de verdiencapaciteit van de onderhoudsplichtige zijn/is toegenomen of afgenomen.
Polen kent geen vast alimentatiebedrag en de alimentatie wordt niet berekend als percentage van het inkomen van de onderhoudsplichtige. In 2014 bedroeg het bruto minimumloon 1 680 PLN (circa 400 EUR). In 2013 bedroeg het gemiddelde bruto maandloon 3 650 PLN (circa 900 EUR). In 2015 bedroeg het minimumloon PLN 1 750 bruto, in 2016 PLN 1 850 bruto, en in 2019 bedraagt het PLN 2 250 bruto. In de praktijk varieert het bedrag van de door rechtbanken toegekende alimentatie van 300 PLN tot 1 000 PLN per maand per kind. Het alimentatiebedrag wordt niet automatisch geïndexeerd op basis van de leeftijd van het kind of de inflatie.
De persoon die in de executoriale titel als onderhoudsplichtige is aangewezen, moet alimentatie betalen. In de regel moet in Polen toegekende alimentatie elke tiende dag van de maand worden betaald, in Poolse zloty’s (in contanten of door een overboeking), aan de wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige. Bij betalingsachterstand voorziet de rechtspraak in een wettelijke rente (sinds 2008 bedraagt die 13% op jaarbasis) op het uitstaande bedrag (zie de door Polen verstrekte informatie over wettelijke rente).
In de regel wordt een onderhoudsplicht alleen door de onderhoudsplichtige gedragen. Als deze persoon niet vrijwillig betaalt, kan de onderhoudsgerechtigde de bevoegde, met de uitvoering belaste autoriteit (doorgaans een gerechtsdeurwaarder) verzoeken om de inleiding van een tenuitvoerleggingsprocedure. De gedwongen tenuitvoerlegging kan ook ambtshalve worden aangevat op verzoek van de rechtbank van eerste aanleg die de beslissing heeft gegeven waarin het alimentatiebedrag is vastgesteld. De onderhoudsgerechtigde kan de executoriale titel ook aanbieden bij de werkgever of de pensioeninstelling van de onderhoudsplichtige en deze verzoeken de verschuldigde alimentatie in te houden op de bedragen die aan de onderhoudsplichtige worden uitgekeerd. Dit verzoek is bindend voor de werkgever of de pensioeninstelling.
Voor onroerend beslag is een afzonderlijk verzoek vereist.
Indien de onderhoudsplichtige zijn onderhoudsplicht niet vrijwillig nakomt, kan hij of zij daartoe worden gedwongen (zie het antwoord op vraag 9).
Daarnaast is het bij voortduur niet-betalen van alimentatie krachtens artikel 209 van het wetboek van strafrecht (Dziennik Ustaw 1997, nr. 88, punt 553) strafbaar met een boete, niet‑vrijheidsbenemende maatregelen of een gevangenisstraf tot twee jaar. Vervolging wegens dit strafbare feit wordt ingesteld op verzoek van het slachtoffer, een welzijnsinstelling of een instantie die verantwoordelijk is voor het instellen van vorderingen tegen onderhoudsplichtigen. Als aan het slachtoffer passende gezinsbijslagen of -toelagen zijn toegekend, die moeten worden uitgekeerd ingeval de onderhoudsverplichting niet wordt nagekomen, wordt ambtshalve vervolging ingesteld.
In artikel 5, lid 3b, punt 2, onder 5, van de wet van 7 september 2007 betreffende bijstand aan onderhoudsgerechtigden (Dziennik Ustaw 2007, nr. 192, punt 1378) wordt bepaald dat de bevoegde autoriteit de intrekking van het rijbewijs van de onderhoudsplichtige kan vorderen.
Als tenuitvoerlegging niet tot het gewenste resultaat leidt, kan een gerechtsdeurwaarder verzoeken dat de onderhoudsplichtige wordt ingeschreven in het register van insolvabele debiteuren.
Conform artikel 1083, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan met het oog op de volledige betaling van uitstaande alimentatiebedragen beslag worden gelegd op de bankrekening van een onderhoudsplichtige.
Ingevolge artikel 833, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is het salaris vatbaar voor beslag conform het bepaalde in het arbeidswetboek. In de regel kan op 60 % van het salaris beslag worden gelegd. Ook kan beslag worden gelegd op maximaal drie vijfde van de door de staat voor bijzondere doelen uitgetrokken bedragen, met name subsidies en bijstand (artikel 831, lid 1, punt 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).
Bovendien kan er krachtens artikel 829 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering geen beslag worden gelegd op de volgende zaken:
De minister van Justitie zal in overleg met de minister van Landbouw en de minister van Financiën bij ministeriële verordening specificeren welke voorwerpen in het bezit van een boer niet voor beslag vatbaar zijn (artikel 830).
Ingevolge artikel 831 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan evenmin beslag worden gelegd op socialebijstandsuitkeringen in de zin van de wet van 12 maart 2004 betreffende sociale bijstand (Dziennik Ustaw 2013, punt 182, als gewijzigd) en op de door de staat of het nationale gezondheidsfonds (Narodowy Fundusz Zdrowia) verschuldigde uitkeringen in het kader van ziektekostenvergoedingen in de zin van de wet van 27 augustus 2004 betreffende uit publieke middelen gefinancierde ziektekostenvergoedingen (Dziennik Ustaw 2008, nr. 164, punt 1027, als gewijzigd), voordat deze uitkeringen zijn betaald en tot maximaal 75% van elke betaling, tenzij het vorderingen betreft van de werknemers van de onderhoudsplichtige of dienstverleners als bedoeld in artikel 5, lid 41, onder a) en b), van de wet van 27 augustus 2004 inzake de met publieke middelen gefinancierde gezondheidszorg.
In artikel 137, lid 1, van het familie- en voogdijwetboek wordt bepaald dat alimentatievorderingen na drie jaar verjaren.
In artikel 121, lid 1, van het burgerlijk wetboek wordt bepaald dat in geval van vorderingen van kinderen tegen ouders een verjaringstermijn niet begint te lopen, en, als de termijn al loopt, hij wordt opgeschort gedurende de duur van het ouderlijk gezag.
Als de onderhoudsplichtige de geldigheid van de onderhoudsplicht jegens een meerderjarig kind betwist, kan een gerechtsdeurwaarder de onderhoudsgerechtigde verzoeken om een verklaring waarin deze bevestigt dat hij of zij nog onderwijs volgt, geen inkomen heeft of een medische behandeling ondergaat en daarom nog steeds financiële steun van de onderhoudsplichtige nodig heeft.
Zoals vermeld in het antwoord op vraag 4 kan een verzoek om alimentatie worden ingediend namens de onderhoudsgerechtigde, door, onder andere, directeurs van bepaalde sociale instellingen, vertegenwoordigers van lokale overheden die belast zijn met sociale bijstand en in sommige gevallen ook openbare aanklagers. Deze entiteiten kunnen de onderhoudsgerechtigde ook ondersteunen door op te treden in reeds lopende alimentatieprocedures. Hun rol bestaat er in dat geval in om de onderhoudsgerechtigde te ondersteunen in zijn of haar procedure bij de rechtbank.
Regionale rechtbanken helpen onderhoudsgerechtigden bij het indienen van alimentatieverzoeken in het buitenland.
In de wet van 7 september 2007 betreffende bijstand aan onderhoudsgerechtigden (Dziennik Ustaw 2009, nr. 1, punt 7, als gewijzigd) zijn de regels vastgesteld inzake overheidsbijstand aan onderhoudsgerechtigden in geval van een mislukte tenuitvoerlegging.
Uitkeringen uit een alimentatiefonds kunnen alleen worden verkregen als het maandelijkse gezinsinkomen per persoon niet meer bedraagt dan 725 PLN (circa 170 EUR) – per 1 juli 2019 is dit 800 PLN (artikel 9, lid 2). Een verzoek kan worden ingediend bij de gemeente waar de onderhoudsgerechtigde verblijft.
Indien de persoon die recht heeft op voorschotten op alimentatie in een instelling voor voltijdse opvang verblijft (bijvoorbeeld een instelling voor sociale bijstand, een opvoedingsinstelling, een jeugddetentiecentrum of een huis van bewaring) of bij een pleeggezin woont, gehuwd is of een kind heeft en recht heeft op gezinstoelagen, worden er echter geen voorschotten aan die persoon uitgekeerd.
Deze wet is alleen van toepassing, indien de onderhoudsgerechtigde tijdens de periode waarvoor de voorschotten worden toegekend, in Polen woont.
Meer informatie is te vinden op http://www.mpips.gov.pl/wsparcie-dla-rodzin-z-dziecmi/fundusz-alimentacyjny/swiadczenia-z-funduszu-alimentacyjnego/
Als de onderhoudsplichtige zijn of haar verblijfplaats in het buitenland heeft en de onderhoudsgerechtigde in Polen verblijft, helpt de regionale rechtbank van de verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde deze bij het opstellen van het alimentatieverzoek. Hem of haar wordt alle informatie en bijstand verstrekt die nodig is voor het invullen van de vereiste documenten en er wordt gecontroleerd of het verzoek formeel juist is opgesteld.
Ja.
Deel A van een verzoek dat wordt ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen, wordt ingevuld door een regionale rechtbank.
Regionale rechtbank |
Correspondentieadres |
Tel ++48 |
Fax ++48 |
E-mailadres |
Regionale rechtbank in Białystok |
ul. Marii Skłodowskiej-Curie 1 15-950 Białystok |
85 7459220 |
85 7424640 |
|
Regionale rechtbank in Bielsko-Biała |
ul. Cieszyńska 10 43-300 Bielsko-Biała |
33 4990424 33 4990488 |
33 4990488 |
|
Regionale rechtbank in Bydgoszcz |
ul. Wały Jagiellońskie 2 85-128 Bydgoszcz |
52 3253155 |
52 3253255 |
|
Regionale rechtbank in Częstochowa |
ul. Dąbrowskiego 23/35 42-200 Częstochowa |
34 3684425 |
34 3684427 34 3684708 |
|
Regionale rechtbank in Elbląg |
pl. Konstytucji 1 82-300 Elbląg |
55 6112409 55 6112408 |
55 6112215 |
|
Regionale rechtbank in Gdańsk |
ul. Nowe Ogrody 30/34 80-803 Gdańsk |
58 3213141 58 3213119 |
58 3213140 58 3213119 |
|
Regionale rechtbank in Gliwice |
ul. Kościuszki 15 44-100 Gliwice |
32 3380052 |
32 3380102 |
|
Regionale rechtbank in Gorzów Wielkopolski |
ul. Mieszka I 33 66-400 Gorzów Wielkopolski |
95 7256718 |
95 7202807 95 7256790 |
|
Regionale rechtbank in Jelenia Góra |
ul. Wojska Polskiego 56 58-500 Jelenia Góra |
75 6415113 |
75 6415113 |
|
Regionale rechtbank in Kalisz |
al. Wolności 13 62-800 Kalisz |
62 7657700 |
62 7574936 |
|
Regionale rechtbank in Katowice |
ul. Francuska 38 40-028 Katowice |
32 6070183 32 6070498 |
32 6070184 32 6070211 |
|
Regionale rechtbank in Kielce |
ul. Seminaryjska 12 a 25-372 Kielce |
41 3402320 41 3402320 |
41 3402320 41 3402320 |
|
Regionale rechtbank in Konin |
ul. Energetyka 5 62-510 Konin |
63 2451443 63 2423022 +172 |
63 2426569 |
|
Regionale rechtbank in Koszalin |
ul. Waryńskiego 7 75-541 Koszalin |
94 3428750 |
94 3428897 |
|
Regionale rechtbank in Kraków |
ul. Przy Rondzie 7 31-547 Kraków |
12 6195697 12 6195241 12 6195648 12 6195648 |
12 6195373 |
|
Regionale rechtbank in Krosno |
ul. Sienkiewicza 12 38-400 Krosno |
13 4373671 |
13 4373673 |
|
Regionale rechtbank in Legnica |
ul. Złotoryjska 40 59-220 Legnica |
76 7225936 |
76 7225936 76 7225912 |
|
Regionale rechtbank in Lublin |
ul. Krakowskie Przedmieście 43 20-076 Lublin |
81 4601004 |
81 4601004 |
|
Regionale rechtbank in Łomża |
ul. Dworna 16 18-400 Łomża |
86 2163807 |
86 2166753 |
|
Regionale rechtbank in Łódź |
pl. Dąbrowskiego 5 90-921 Łódź |
42 6778799 |
42 6778978 |
|
Regionale rechtbank in Nowy Sącz |
ul. Pijarska 3 33-300 Nowy Sącz |
18 4482145 |
||
Regionale rechtbank in Olsztyn |
Ul. Dąbrowszczaków 44A 10-001 Olsztyn |
89 5216049 |
89 5216160 |
|
Regionale rechtbank in Opole |
pl. Daszyńskiego 1 45-064 Opole |
77 5418134 |
||
Regionale rechtbank in Ostrołęka |
ul. Gomulickiego 5 07-410 Ostrołęka |
29 7650130 |
29 7650181 |
|
Regionale rechtbank in Piotrków Trybunalski |
ul. Słowackiego 5 97-300 Piotrków Trybunalski |
44 6494121 44 6494159 |
44 6478919 |
|
Regionale rechtbank in Płock |
pl. Narutowicza 4 09-404 Płock |
24 2697220 24 2697220 24 2697364 |
24 2625253 |
|
Regionale rechtbank in Poznań |
al. Marcinkowskiego 32 61-745 Poznań |
61 8566205 |
61 8528751 |
|
Regionale rechtbank in Przemyśl |
ul. Konarskiego 6 37-700 Przemyśl |
16 6761336 |
16 6761353 |
|
Regionale rechtbank in Radom |
ul. Marszałka J. Piłsudskiego 10 26-600 Radom |
48 3680288 |
48 3680287 |
|
Regionale rechtbank in Rzeszów |
pl. Śreniawitów 3 35-959 Rzeszów |
17 8756394 |
17 8756349 |
|
Regionale rechtbank in Siedlce |
ul. Sądowa 2 08-110 Siedlce |
25 6407846 |
25 6407812 |
|
Regionale rechtbank in Sieradz |
al. Zwycięstwa 1 98-200 Sieradz |
43 8266650 43 8266607 43 8271287 |
43 8271014 |
|
Regionale rechtbank in Słupsk |
ul. Zamenhofa 7 76-200 Słupsk |
59 8469422 59 8469424 |
59 8469424 |
rzecznik.prasowy@slupsk.so.gov.pl |
Regionale rechtbank in Suwałki |
ul. Waryńskiego 45 16-400 Suwałki |
87 5631213 |
87 5631303 |
|
Regionale rechtbank in Szczecin |
ul. Kaszubska 42 70-952 Szczecin |
91 4830147 91 4830170 91 4830170 |
91 4830170 91 4830170 91 4830170 |
|
Regionale rechtbank in Świdnica |
pl. Grunwaldzki 14 58-100 Świdnica |
74 8518 287 |
71 8518270 |
|
Regionale rechtbank in Tarnobrzeg |
ul. Sienkiewicza 27 39-400 Tarnobrzeg |
15 8234880+425 |
||
Regionale rechtbank in Tarnów |
ul. J. Dąbrowskiego 27 33-100 Tarnów |
14 6887409 |
||
Regionale rechtbank w Toruń |
ul. Piekary 51 87-100 Toruń |
56 6105609 |
||
Regionale rechtbank in Warschau |
al. Solidarności 127 00-951 Warszawa |
22 440 11 54 |
22 6544411 |
|
Regionale rechtbank Warszawa-Praga in Warschau |
al. Solidarności 127 00-951 Warszawa |
22 4404040 |
22 4401066 |
|
Regionale rechtbank in Włocławek |
ul. Wojska Polskiego 22 87-800 Włocławek |
54 4120353 |
54 4118575 |
|
Regionale rechtbank in Wrocław |
ul. Sądowa 1 50-950 Wrocław |
71 3704391 |
71 3704391 |
|
Regionale rechtbank in Zamość |
ul. Akademicka 1 22-400 Zamość |
84 6382970 84 6393 359 |
84 6382970 84 6393359 |
|
Regionale rechtbank in Zielona Góra |
pl. Słowiański 1 65-958 Zielona Góra |
68 3220221 |
68 3220193 |
15 Indien ik mij in een ander land bevind en de onderhoudsplichtige zich in deze lidstaat bevindt:
Krachtens artikel 55 van Verordening (EG) nr. 4/2009 van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen is het niet vereist dat verzoeken worden ingediend via de centrale autoriteit van de staat waar de verzoeker wettelijk verblijft. Verzoeken kunnen rechtstreeks worden ingediend bij de bevoegde Poolse rechtbank (waarmee aan de formele eisen van de hoofdstukken IV en VI van de verordening en die van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering wordt voldaan).
Gegevens van verzendende autoriteiten zijn beschikbaar op:
http://bip.ms.gov.pl/pl/ministerstwo/wspolpraca-miedzynarodowa/alimenty/
De verzendende autoriteiten van andere landen, als vermeld in de bijlage bij de verordening, verstrekken de onderhoudsgerechtigde alle noodzakelijke informatie, helpen hem of haar bij het invullen van de vereiste documenten, controleren of het verzoek formeel juist is opgesteld en sturen het verzoek door naar het buitenland.
Als de rechtbank alimentatie heeft toegekend en de zaak binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 4/2009 valt, kan een eiser die in het buitenland woont gebruikmaken van de in deze verordening vastgestelde procedure en zich wenden tot de bevoegde verzendende autoriteit van het land waar hij of zij woont of een verzoek om de afgifte van een verklaring van uitvoerbaarheid van een buitenlandse beslissing indienen bij de bevoegde rechtbank (zie het antwoord op vraag 5). Tenuitvoerleggingsverzoeken moeten worden ingediend bij een gerechtsdeurwaarder.
Als Polen en het land waar de eiser woont partij zijn bij een verdrag of bilaterale overeenkomst inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in alimentatiezaken, wordt bijstand verleend voor zover daar in dat verdrag of die overeenkomst in wordt voorzien. In de regel voorzien bilaterale overeenkomsten in rechtstreekse verzoeken aan Poolse rechtbanken of aan een Poolse rechtbank via een rechtbank van het land waar de beslissing is gegeven. In dat laatste geval worden verzoeken verzonden via centrale autoriteiten, die meestal het ministerie van Justitie of onder het Verdrag van New York vallende autoriteiten zijn:
http://treaties.un.org/doc/Publication/MTDSG/Volume%20II/Chapter%20XX/XX-1.en.pdf
Gegevens van rechtbanken zijn beschikbaar op:
http://bip.ms.gov.pl/pl/rejestry-i-ewidencje/lista-sadow-powszechnych/
terwijl gegevens van deurwaarders beschikbaar zijn op: https://www.komornik.pl/
Ja, sinds 18 juni 2011.
Niet van toepassing.
De in Polen geldende bepalingen zijn de wet van 17 december 2004 inzake het recht op bijstand in civielrechtelijke procedures in de lidstaten van de Europese Unie (Dziennik Ustaw 2005, nr. 10, punt 67, als gewijzigd) en Richtlijn 2003/8/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften betreffende rechtsbijstand bij die geschillen (PB L 26 van 31.1.2003, blz. 41), die de bepalingen van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en de wet betreffende gerechtskosten in civielrechtelijke zaken aanvullen. De partij die verzoekt om een specifieke vorm van bijstand (bv. de aanstelling van een advocaat, vertaling van documenten, vergoeding van reiskosten) moet de rechtbank hierover duidelijke informatie verschaffen met behulp van een EU-formulier.
De wet tot wijziging van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en andere wetten (wet van 28 april 2011 tot wijziging van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, de wet betreffende het recht op bijstand in burgerlijke zaken in de lidstaten van de Europese Unie en het recht op bijstand met het oog op minnelijke schikking van een geschil alvorens een civielrechtelijke procedure in te stellen en de wet betreffende bijstand aan onderhoudsgerechtigden – Dziennik Ustaw 2011, nr. 129, punt 735) op grond waarvan de Poolse centrale autoriteit de voor de onderhoudsplichtige bevoegde autoriteit kan opdragen om een alimentatieonderzoek te verrichten, is op 28 april 2011 aangenomen.
Als de onderhoudsplichtige of deelnemer niet kan worden gelokaliseerd, raadpleegt het ministerie van Justitie centrale en lokale registers en dossiers (en kan zij de databank PESEL.SAD raadplegen) om te bepalen welke rechtbank of gerechtsdeurwaarder bevoegd is of om antwoord te geven op verzoeken om specifieke maatregelen. Op dit moment zijn er geen wijzigingen betreffende wettelijke grondslagen, financiering en het personeelsbestand van de centrale autoriteit gepland met het oog op de goede werking van de in artikel 51 beschreven activiteiten.
Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.
Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.