Echtscheiding en scheiding van tafel en bed

Slovenië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat zijn de voorwaarden voor een echtscheiding?

De Sloveense wet erkent:

  1. echtscheiding op basis van een overeenkomst tussen de echtgenoten,
  2. echtscheiding op basis van een overeenkomst bij een notaris en
  3. echtscheiding op basis van een voorstel (niet-litigieuze procedure).

a) In het geval van echtscheiding op basis van een overeenkomst tussen de echtgenoten, spreekt de rechtbank de echtscheiding uit op grond van artikel 96 van het wetboek van familierecht (Družinski zakonik), mits de echtgenoten een overeenkomst hebben gesloten over de zorg voor en de opvoeding en het onderhoud van eventuele gezamenlijke kinderen en over de omgang van de kinderen met de ouders overeenkomstig de bepalingen van het wetboek van familierecht, en mits de echtgenoten een overeenkomst hebben ingediend in de vorm van een bindende notariële akte over de verdeling van hun gezamenlijke eigendommen, over wie van hen de huurder van hun appartement blijft of wordt en over het levensonderhoud van de echtgenoot die geen bestaansmiddelen heeft en onvrijwillig werkloos is.

Voordat de rechtbank de echtscheiding uitspreekt, moet zij nagaan of de overeenkomst tussen de echtgenoten de zorg voor en de opvoeding en het onderhoud van eventuele gezamenlijke kinderen en de omgang van de kinderen met de ouders waarborgt in overeenstemming met de belangen van de kinderen. Indien de rechtbank vaststelt dat de overeenkomst tussen de echtgenoten niet in het belang van de kinderen is, wijst zij het voorstel tot beëindiging van het huwelijk met onderlinge toestemming af.

b) Indien echtgenoten die geen gezamenlijke kinderen hebben over wie zij de ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefenen, willen scheiden en overeenstemming bereiken over de verdeling van hun gezamenlijke eigendommen, over wie van hen de huurder van hun appartement blijft of wordt en over het levensonderhoud van de echtgenoot die geen bestaansmiddelen heeft en onvrijwillig werkloos is, verzoeken zij een notaris om een notariële akte op te stellen van hun overeenkomst tot beëindiging van het huwelijk. Het huwelijk is beëindigd vanaf de ondertekening van de notariële akte. De akte vormt de rechtsgrondslag voor de inschrijving van de echtscheiding in het register van de burgerlijke stand. De notaris zendt de akte binnen acht dagen na de ondertekening van de overeenkomst bij de notaris toe aan de administratieve eenheid die de echtscheiding in het register van de burgerlijke stand inschrijft (artikel 97 van het wetboek van familierecht).

c) Wanneer een huwelijk om welke reden dan ook “ondraaglijk” is geworden, kan elk van de echtgenoten de echtscheiding aanvragen. Wanneer de rechtbank een huwelijk op grond van het voorgaande lid beëindigt, beslist zij tevens over de zorg voor en de opvoeding en het onderhoud van eventuele gezamenlijke kinderen en over hun omgang met de ouders, overeenkomstig het wetboek. Voordat de rechtbank een beslissing neemt op grond van het vorige lid, moet zij vaststellen hoe de belangen van de kinderen het best worden gediend (artikel 98 van het wetboek van familierecht).

Vóór de indiening van een vordering of een voorstel tot echtscheiding op basis van een overeenkomst moeten de echtgenoten deelnemen aan een voorafgaand adviesgesprek bij een centrum voor maatschappelijk werk (center za socialno delo), tenzij:

  • zij geen gezamenlijke kinderen hebben over wie zij de ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefenen;
  • een van de echtgenoten geestelijk onbekwaam is;
  • de woon- of verblijfplaats van een van de echtgenoten onbekend is;
  • een van de echtgenoten of beide echtgenoten in het buitenland wonen.

Het voorafgaande adviesgesprek heeft tot doel de echtgenoten te helpen vaststellen of hun relatie zodanig is stukgelopen dat het huwelijk voor ten minste een van hen ondraaglijk is geworden, dan wel of er mogelijkheden zijn om het huwelijk te redden. Het voorafgaande adviesgesprek wordt door de echtgenoten persoonlijk bijgewoond, zonder dat hun vertegenwoordigers daarbij aanwezig zijn (artikel 200 van het wetboek van familierecht).

2 Welke echtscheidingsgronden bestaan er?

Het wetboek van familierecht kent slechts een grond voor echtscheiding: het huwelijk is ondraaglijk geworden. Dit betekent dat het huwelijk zo volledig en onherstelbaar is mislukt dat het niet langer kan worden gered. Een huwelijk wordt alleen als “ondraaglijk” beschouwd als het mislukken van de relatie tussen de echtgenoten niet slechts van tijdelijke aard is, maar volledig en onherstelbaar is. De ondraaglijkheid wordt beoordeeld op basis van de situatie ten tijde van de hoorzitting en er wordt rekening gehouden met alle omstandigheden die hebben geleid tot de bestaande situatie. De rechtbank stelt ook de ondraaglijkheid vast wanneer de andere echtgenoot instemt met de echtscheiding.

Een huwelijk kan worden beëindigd op verzoek van een van beide echtgenoten; het huwelijk hoeft niet noodzakelijkerwijs ondraaglijk te zijn voor beide echtgenoten.

De schuldvraag betreffende het feit dat het huwelijk ondraaglijk is geworden, wordt niet besproken, noch wordt deze tijdens de procedure vastgesteld door de rechtbank. Een huwelijk kan dus ook worden beëindigd op verzoek van de echtgenoot die verantwoordelijk is voor het feit dat het huwelijk ondraaglijk is geworden.

3 Wat zijn de juridische gevolgen van een echtscheiding als het gaat om:

De juridische gevolgen van echtscheiding worden hieronder in detail toegelicht.

3.1 de persoonlijke relatie tussen de echtgenoten (bijvoorbeeld de achternaam)?

Een echtgenoot die bij het huwelijk zijn of haar naam wijzigt, kan binnen een jaar na de definitieve beslissing inzake de echtscheiding of de beëindiging van het huwelijk, dan wel binnen een jaar na de ondertekening van de notariële akte of een andere gelijkwaardige akte van echtscheiding bij overeenkomst, bij de bevoegde autoriteit een verklaring indienen dat hij of zij opnieuw de naam die hij of zij vóór het huwelijk had, wenst aan te nemen. Deze verklaring mag alleen worden ingediend door een persoon die zijn of haar naam in de loop van het huwelijk niet verder heeft gewijzigd (artikel 17 van de wet op de persoonsnamen [Zakon o osebnem imenu]). De kwestie van de wijziging van de naam is een administratieve aangelegenheid waarover niet wordt beslist door een rechtbank maar wel door een bestuursorgaan.

3.2 de verdeling van het vermogen van de echtgenoten?

Indien de echtgenoten geen overeenkomst hebben gesloten tot regeling van hun huwelijksvermogensrechtelijke betrekkingen, wordt bij de verdeling van het gemeenschappelijke vermogen juridisch aangenomen dat de echtgenoten een gelijk aandeel in het gemeenschappelijke vermogen hebben; als een echtgenoot echter van mening is dat hij of zij in het geval van een verdeling in gelijke helften wordt benadeeld, kan hij of zij verzoeken dat de verdeling wordt vastgesteld in verhouding tot de bijdragen aan het gemeenschappelijke vermogen. Er wordt geen rekening gehouden met onbeduidende verschillen in de bijdrage van elke echtgenoot aan het huwelijksvermogen. De rechtbank houdt rekening met alle omstandigheden van het geval, met name de inkomsten van elke echtgenoot, de bijstand die de ene echtgenoot aan de andere heeft verleend, de zorg voor en de opvoeding van eventuele kinderen, het verzorgen van het huishouden, het onderhoud van de woning en het gezin, het behoud van het vermogen en elke andere vorm van arbeid en deelname aan het beheer, de instandhouding en de toename van het gemeenschappelijke vermogen (artikel 74 van het wetboek van familierecht).

3.3 de minderjarige kinderen uit het huwelijk?

ZORG VOOR EN OPVOEDING VAN KINDEREN

Ouders die niet samenwonen of van plan zijn uit elkaar te gaan, moeten afspraken maken over de opvoeding van en de zorg voor eventuele kinderen, en zulks in het belang van die kinderen. Zij kunnen ermee instemmen dat beiden de kinderen zullen verzorgen en opvoeden, dat de zorg voor en de opvoeding van alle kinderen aan een van de ouders zal worden toevertrouwd, of dat enkele kinderen aan de ene ouder zullen worden toevertrouwd en de andere kinderen aan de andere ouder. Als de ouders het zelf niet eens kunnen worden, krijgen zij ondersteuning van een centrum voor maatschappelijk werk om tot overeenstemming te komen. Zij kunnen ook om bemiddeling vragen.

Als de ouders overeenstemming bereiken over de zorg voor en de opvoeding van de kinderen, kunnen zij voorstellen een gerechtelijke schikking te ondertekenen. Als de rechtbank vaststelt dat de overeenkomst niet in het belang van de kinderen is, wijst zij het voorstel af.

Indien de ouders, zelfs met de hulp van een centrum voor maatschappelijk werk, het niet eens kunnen worden over de opvoeding van en de zorg voor de kinderen, beslist de rechtbank op verzoek van een of beide ouders, een voogd van het kind, een kind dat de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt, mits het in staat is de betekenis en de rechtsgevolgen van zijn handelingen te begrijpen, of een centrum voor maatschappelijk werk, als volgt:

  • de ouders blijven gezamenlijk verantwoordelijk voor de zorg voor en de opvoeding van de kinderen;
  • de zorg voor en de opvoeding van alle kinderen valt onder de verantwoordelijkheid van een van de ouders;
  • enkele kinderen worden aan de ene ouder toevertrouwd en de andere kinderen aan de andere ouder;
  • ambtshalve en conform de bepalingen van het wetboek van familierecht, kan er ook een beslissing worden genomen over alle maatregelen ter bescherming van de belangen van de kinderen.

Bij het nemen van een beslissing over de zorg en de opvoeding moet de rechtbank ook rekening houden met de mening van het kind, als deze is geuit door het kind zelf of door iemand die het kind vertrouwt en die door het kind zelf is gekozen, mits het kind in staat is de betekenis en de gevolgen daarvan te begrijpen. Bij het nemen van een beslissing over de zorg en de opvoeding in het belang van het kind houdt de rechtbank rekening met het advies van het centrum voor maatschappelijk werk, dat zij verkrijgt overeenkomstig de bepalingen van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures (artikelen 138 en 143 van het wetboek van familierecht en artikel 102 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures [Zakon o nepravdnem postopku]).

OMGANGSREGELING

Een kind heeft recht op omgang met beide ouders, en vice versa. Bij de omgangsregeling moeten de belangen van het kind centraal staan. De ouder aan wie de zorg voor en de opvoeding van het kind is toevertrouwd, of een andere persoon bij wie het kind woont, moet zich onthouden van elk gedrag dat de omgang belemmert of verhindert, en moet het kind ertoe aanzetten een gepaste houding aan te nemen in verband met de omgang met de andere ouder of beide ouders. De ouder met omgangsrecht mag de omgang met, de zorg voor en de opvoeding van het kind op geen enkele wijze belemmeren.

Ouders die niet samenwonen of van plan zijn uit elkaar te gaan, treffen een omgangsregeling. Als de ouders het zelf niet eens kunnen worden, krijgen zij ondersteuning van een centrum voor maatschappelijk werk om tot overeenstemming te komen. Zij kunnen ook om bemiddeling vragen. Als de ouders overeenstemming bereiken over de omgangsregeling, kunnen zij voorstellen een gerechtelijke schikking te ondertekenen. Als de rechtbank vaststelt dat de overeenkomst niet in het belang van het kind is, wijst zij het voorstel af. Als de ouders geen overeenstemming bereiken over de omgangsregeling, beslist de rechtbank over de zaak.

Een gerechtelijke procedure met het oog op een beslissing over een omgangsregeling of tot wijziging van een dergelijke beslissing wordt ingeleid op voorstel van een of beide ouders, een voogd van het kind, een kind dat de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt, mits het in staat is de betekenis en de rechtsgevolgen van zijn handelingen te begrijpen, of een centrum voor maatschappelijk werk.

In het geval van een echtscheiding op basis van een overeenkomst tussen de echtgenoten moeten de echtgenoten bij de echtscheidingsovereenkomst ook een omgangsregeling voegen, die de rechtbank in de beslissing over de echtscheiding op basis van een overeenkomst opneemt, en moeten zij bij het voorstel een bewijs van deelname aan een voorafgaand adviesgesprek voegen. Indien de rechtbank instemt met een voorstel tot echtscheiding, een voorstel tot nietigverklaring van een huwelijk of een voorstel tot vaststelling van het niet‑bestaan van een huwelijk, beslist zij ook over de omgang tussen de echtgenoten en de eventuele gezamenlijke kinderen.

De bevoegde arrondissementsrechtbank (okrožna sodišča) beslist in een niet-litigieuze procedure in eerste aanleg over omgangsregelingen.

Bij de beslissing over een omgangsregeling is het belang van het kind doorslaggevend: een omgangsregeling is niet in het belang van het kind als zij leidt tot psychologische druk voor het kind of als zij de lichamelijke of geestelijke ontwikkeling van het kind in gevaar brengt;

een kind heeft ook recht op omgang met andere familieleden of met andere personen met wie het kind een hechte, persoonlijke band heeft (bijvoorbeeld de grootouders en (half-)broers of (half-)zussen).

De rechtbank kan het recht op omgang op grond van artikel 173 van het wetboek van familierecht intrekken of beperken.

Indien de ouder bij wie het kind woont de omgang van het kind met de andere ouder verhindert en de omgang zelfs met de gespecialiseerde hulp van een centrum voor maatschappelijk werk niet kan worden hersteld, kan de rechtbank, op voorstel van de andere ouder, beslissen het gezag te ontnemen aan de ouder die de omgang verhindert en het kind aan de andere ouder toevertrouwen, mits de rechtbank van oordeel is dat de andere ouder de omgang mogelijk zal maken en dit de enige manier is om de belangen van het kind te beschermen. De rechtbank neemt een nieuwe beslissing over het ouderlijk omgangsrecht wanneer een wijziging van de omstandigheden en de belangen van het kind zulks vereisen.

Bij het nemen van een beslissing over de zorg en de opvoeding moet de rechtbank ook rekening houden met de mening van het kind, als deze is geuit door het kind zelf of door iemand die het kind vertrouwt en die door het kind zelf is gekozen, mits het kind in staat is de betekenis en de gevolgen daarvan te begrijpen.

Bij het nemen van een beslissing over de omgang in het belang van het kind houdt de rechtbank rekening met het advies van het centrum voor maatschappelijk werk, dat wordt ingewonnen overeenkomstig de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures (artikelen 141, 142 en 143 van het wetboek van familierecht en artikel 102 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures).

LEVENSONDERHOUD voor echtgenoten en kinderen

Echtgenoten kunnen overeenkomen een gerechtelijke schikking te ondertekenen in verband met het levensonderhoud voor kinderen. Wanneer de overeenkomst niet in het belang van het kind is, wijst de rechtbank het voorstel af (artikel 191 van het wetboek van familierecht).

Als de echtgenoten hetzij onderling, hetzij met behulp van een centrum voor maatschappelijk werk geen overeenstemming kunnen bereiken, kunnen zij de rechtbank verzoeken een beslissing te nemen. Voordat er een beslissing wordt genomen, moet de rechtbank het advies vragen van een centrum voor maatschappelijk werk en moet zij ook rekening houden met de mening van het kind, als het kind een mening heeft geuit en als het kind in staat is het belang en de gevolgen daarvan te begrijpen (artikelen 140 en 143 van het wetboek van familierecht).

Ouders zijn verplicht een kind te onderhouden tot het meerderjarig is en moeten, afhankelijk van hun mogelijkheden, levensomstandigheden creëren die de ontwikkeling van het kind mogelijk maken.

Ouders zijn ook verplicht een kind dat middelbaar onderwijs volgt te onderhouden nadat het meerderjarig is geworden, indien het regulier onderwijs volgt en geen werk heeft, en niet als werkloze is ingeschreven, d.w.z. tot de eerste voltooiing van de middelbare school of de voltooiing van het hoogste niveau van algemeen of beroepsonderwijs dat kan worden behaald volgens de regelgeving inzake middelbaar onderwijs. De onderhoudsverplichting eindigt wanneer het kind de leeftijd van 26 jaar bereikt.

Ouders zijn verplicht een kind dat hoger technisch onderwijs volgt te onderhouden indien het regulier onderwijs volgt en geen werk heeft, en niet als werkloze is ingeschreven, d.w.z. tot de eerste voltooiing van de hogere technische school conform de bepalingen van de wet inzake hoger technisch onderwijs. Ouders zijn verplicht een kind dat hoger onderwijs volgt te onderhouden indien het regulier onderwijs volgt en geen werk heeft, en niet als werkloze is ingeschreven, d.w.z. tot de eerste voltooiing van een bachelor- of masteropleiding of van een geïntegreerde masteropleiding conform de bepalingen van de wet inzake hoger onderwijs. Indien het door het kind gevolgde studieprogramma meer dan vier jaar duurt, wordt de duur van de onderhoudsverplichting verlengd met de tijd die die vier jaar te boven gaat. De onderhoudsverplichting eindigt wanneer het kind de leeftijd van 26 jaar bereikt (artikel 183 van het wetboek van familierecht).

Bij de toekenning van levensonderhoud wordt rekening gehouden met de behoeften van de eiser en met de materiële en economische mogelijkheden van de onderhoudsplichtige. Bij het toekennen van levensonderhoud is de rechtbank verplicht rekening te houden met de belangen van het kind, d.w.z. dat het levensonderhoud toereikend moet zijn voor een gunstige lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. De kosten van levensonderhoud van het kind moeten worden gedekt, met name de kosten van huisvesting, voeding, kleding, schoeisel, verzorging en bescherming, onderwijs, scholing, recreatie, amusement en andere specifieke behoeften. Het levensonderhoud wordt jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen in Slovenië (artikelen 189, 190 en 198 van het wetboek van familierecht).

Een echtgenoot of een niet-huwelijkse partner is verplicht het inwonende minderjarige kind van zijn of haar partner te onderhouden, tenzij die partner of een andere ouder in staat is het kind te onderhouden.

De verplichting van de echtgenoot of de niet-huwelijkse partner eindigt op het tijdstip waarop het huwelijk of het niet-huwelijkse partnerschap met de moeder of de vader van het kind eindigt, tenzij het huwelijk of het niet-huwelijkse partnerschap eindigt ten gevolge van het overlijden van de moeder of de vader van het kind. In dat geval is de langstlevende echtgenoot of de niet-huwelijkse partner slechts verplicht het kind van zijn of haar overleden echtgenoot of niet-huwelijkse partner te onderhouden indien hij of zij met het kind samenwoonde op het tijdstip waarop het huwelijk of het niet-huwelijkse partnerschap werd beëindigd (artikel 187 van het wetboek van familierecht).

Meerderjarige kinderen zijn verplicht hun ouders te onderhouden indien deze niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken en niet in staat zijn deze te verwerven, doch niet langer dan dat de ouders hen hebben onderhouden. Een meerderjarig kind is niet verplicht een ouder te onderhouden die op onredelijke gronden zijn of haar onderhoudsverplichtingen jegens dat kind niet is nagekomen (artikel 185 van het wetboek van familierecht).

3.4 de verplichting om alimentatie te betalen aan de andere echtgenoot?

Een echtgenoot die geen bestaansmiddelen heeft en buiten zijn of haar schuld werkloos is, heeft het recht om levensonderhoud van de andere echtgenoot te vorderen in het kader van een echtscheidingsprocedure, alsook door middel van een bijzondere vordering die moet worden ingesteld binnen een jaar na de definitieve beëindiging van het huwelijk. Levensonderhoud kan alleen worden gevraagd als de voorwaarden voor toekenning van levensonderhoud bestonden op het moment van de echtscheiding en nog steeds bestaan op het moment dat de echtgenoot om levensonderhoud verzoekt (artikel 100 van het wetboek van familierecht).

De echtgenoten kunnen in het geval van echtscheiding een onderhoudsovereenkomst sluiten in de vorm van een bindende notariële akte bij het huwelijk, tijdens het huwelijk of bij de echtscheiding (artikel 101 van het wetboek van familierecht).

Levensonderhoud wordt toegekend met inachtneming van de behoeften van de eiser en de mogelijkheden van degene die het levensonderhoud betaalt. Het levensonderhoud wordt vastgelegd als een maandelijks bedrag en wordt van tevoren betaald; levensonderhoud mag worden aangevraagd vanaf het moment dat de onderhoudsvordering wordt ingediend. In uitzonderlijke gevallen kan het levensonderhoud in een keer of op een andere wijze worden betaald, indien bijzondere redenen dit rechtvaardigen. Levensonderhoud dat op deze manier wordt vastgesteld, mag de eiser echter niet in een situatie plaatsen die aanzienlijk slechter is dan de situatie waarin hij zou hebben verkeerd indien het levensonderhoud vooraf in de vorm van maandelijkse bedragen zou worden betaald, en mag evenmin een buitensporige last vormen voor de onderhoudsplichtige (artikel 104 van het wetboek van familierecht).

De rechtbank wijst een verzoek om levensonderhoud af indien de betaling van levensonderhoud aan de verzoekende echtgenoot onbillijk zou zijn jegens de andere echtgenoot in het licht van de redenen die hebben geleid tot de ondraaglijkheid van het huwelijk, of indien de verzoekende echtgenoot, voorafgaand aan of tijdens de echtscheidingsprocedure of na de echtscheiding, een strafbaar feit heeft gepleegd jegens de andere echtgenoot of hun kind of ouders (artikel 100 van het wetboek van familierecht).

Er bestaat geen onderhoudsplicht tussen gescheiden echtgenoten indien de betaling van levensonderhoud hun vermogen in gevaar zou brengen om in hun eigen onderhoud te voorzien of in dat van minderjarige personen ten aanzien van wie zij krachtens het wetboek van familierecht onderhoudsplichtig zijn (artikel 105 van het wetboek van familierecht).

Het levensonderhoud wordt jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen in Slovenië (artikel 107 van het wetboek van familierecht).

4 Wat betekent "scheiding van tafel en bed” in de praktijk?

“Samenwonen” (življenjska skupnost) is een essentieel onderdeel van een huwelijk (artikel 3 van het wetboek van familierecht). Het beëindigen van het samenwonen (prenehanje življenjske skupnosti) of een scheiding van tafel en bed, houdt de permanente beëindiging in van een essentieel onderdeel van de gezamenlijke relatie die tussen de echtgenoten bestaat. Wanneer het samenwonen eindigt, komen het financiële partnerschap en de intieme en emotionele banden tussen de echtgenoten ten einde, evenals de gezamenlijke huishouding enzovoort.

5 Wat zijn de gronden voor een “scheiding van tafel en bed”?

Er zijn geen juridische voorwaarden voor een scheiding van tafel en bed. De rechtbank beslist in een afzonderlijke procedure over een scheiding van tafel en bed, met inachtneming van de omstandigheden en specifieke kenmerken van de betrokken zaak.

6 Wat zijn de juridische gevolgen van een “scheiding van tafel en bed”?

Een scheiding van tafel en bed is niet van invloed op het bestaan van een huwelijk. Dit betekent dus dat alleen het samenwonen wordt beëindigd en niet het huwelijk zelf. Om een huwelijk te beëindigen, moet een voorstel tot echtscheiding met onderlinge toestemming worden ingediend, een verzoek aan een notaris worden gedaan om een notariële akte van de echtscheidingsovereenkomst op te stellen, of een voorstel tot echtscheiding worden ingediend (zie punt 1). Een echtgenoot die geen bestaansmiddelen heeft, heeft het recht om levensonderhoud van de andere echtgenoot te vorderen in het kader van een echtscheidingsprocedure, alsook door middel van een bijzondere vordering die moet worden ingesteld binnen een jaar na de definitieve beëindiging van het huwelijk.

7 Wat betekent “nietigverklaring van het huwelijk" in het huwelijk in de praktijk?

Een nietigverklaring betekent dat er op het moment van het sluiten van het huwelijk niet was voldaan aan de wettelijke geldigheidsvoorwaarden voor een huwelijk (bijvoorbeeld: het huwelijk is niet uit vrije wil gesloten; de toestemming werd gegeven onder dwang of bij vergissing; het huwelijk is niet gesloten volgens de voorgeschreven procedure; het huwelijk is aangegaan door een minderjarige of door een geestelijk onbekwaam persoon of een persoon die tijdelijk geestelijk onbekwaam was enzovoort). De juridische gevolgen van het huwelijk houden op te bestaan op de dag waarop het nietig wordt verklaard.

8 Wat zijn de gronden voor nietigverklaring van het huwelijk?

Een huwelijk wordt niet ipso iure ongeldig, maar dient in een beslissing nietig te worden verklaard.

Een vordering tot nietigverklaring van een huwelijk kan worden ingesteld door de echtgenoten en door eenieder die een juridisch belang heeft bij de nietigverklaring, d.w.z. indien het huwelijk is gesloten door een minderjarige of een geestelijk onbekwaam persoon, indien een vorig huwelijk niet is beëindigd, indien het huwelijk is gesloten tussen verwanten, indien een van beide echtgenoten niet aanwezig was bij het sluiten van het huwelijk, of indien het huwelijk niet is gesloten met het oogmerk een gemeenschappelijke huishouding te voeren. De officier van justitie kan ook een vordering instellen op de bovengenoemde gronden en in het geval van een huwelijk tussen een adoptieouder en een geadopteerd kind.

Een van de echtgenoten kan een vordering tot nietigverklaring van een huwelijk instellen nadat de reden voor de geestelijke onbekwaamheid is weggevallen.

Er is geen verjaringstermijn voor de uitoefening van het recht om te verzoeken om nietigverklaring van een huwelijk (artikel 48 van het wetboek van familierecht).

9 Wat zijn de juridische gevolgen van de nietigverklaring van het huwelijk?

De juridische gevolgen van de nietigverklaring van het huwelijk gaan in op de dag dat de beslissing houdende nietigverklaring definitief wordt. In het geval van nietigverklaring van een huwelijk worden de bepalingen die van toepassing zijn op een echtscheidingsprocedure, toegepast op de vermogensrechtelijke betrekkingen en de schenkingen tussen de echtgenoten (artikelen 54 en 55 van het wetboek van familierecht).

10 Bestaan er alternatieve mogelijkheden om problemen die samenhangen met een echtscheiding op te lossen, zonder dat de rechter wordt ingeschakeld?

De wet inzake bemiddeling in burgerlijke en handelszaken (Zakon o mediaciji v civilnih in gospodarskih zadevah), die in juni 2008 van kracht is geworden, regelt bemiddeling in geschillen met betrekking tot civiele, handels-, arbeids-, familie- en andere eigendomsrelaties; in dit kader zijn de partijen vrij hun aanspraken naar voren te brengen en te regelen, tenzij in een afzonderlijke wet anders is bepaald. Een huwelijk kan niet worden beëindigd zonder de interventie van een rechtbank; er moet een voorstel tot beëindiging van een huwelijk op basis van een overeenkomst worden ingediend (zie punt 1).

11 Waar moet het verzoek tot echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk worden ingediend? Aan welke formaliteiten moet worden voldaan en welke documenten moeten bij het verzoek worden gevoegd?

De wet inzake niet-litigieuze civiele procedures bevat een regeling voor de volgende procedures in huwelijksgeschillen: procedures tot vaststelling van het niet-bestaan van een huwelijk, tot nietigverklaring van een huwelijk en tot beëindiging van een huwelijk.

Arrondissementsrechtbanken zijn bevoegd om in eerste aanleg te beslissen over dergelijke zaken (artikel 10 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures).

Een procedure tot vaststelling van het niet-bestaan van een huwelijk wordt ingeleid op voorstel van een persoon die een juridisch belang heeft of van de officier van justitie.

Een procedure tot nietigverklaring van een huwelijk wordt ingeleid op voorstel van een van de echtgenoten. Een procedure kan ook worden ingeleid op voorstel van een persoon die een juridisch belang heeft of van de officier van justitie, indien het wetboek van familierecht in die mogelijkheid voorziet.

Een procedure tot beëindiging van een huwelijk wordt ingeleid op voorstel van een van de echtgenoten.

Een procedure inzake echtscheiding met onderlinge toestemming wordt ingeleid op voorstel van beide echtgenoten. Indien een voorstel tot echtscheiding met onderlinge toestemming is ingediend en een van de echtgenoten dit voorstel in de loop van de procedure intrekt, zet de rechtbank de procedure stop (artikel 81 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures).

Wat de inhoud van een voorstel in een huwelijksgeschil betreft, wordt in de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures bepaald dat een voorstel in een huwelijksgeschil ook een verzoek moet bevatten waarover de rechtbank moet beslissen. Bij het voorstel tot beëindiging van een huwelijk moet een verslag van het centrum voor maatschappelijk werk worden gevoegd betreffende de deelname aan een voorafgaand adviesgesprek, indien in het wetboek van familierecht is bepaald dat een verzoeker, voordat de procedure begint, moet deelnemen aan een voorafgaand adviesgesprek (artikel 82 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures).

  • Echtscheiding met onderlinge toestemming: de rechtbank beëindigt een huwelijk op basis van een overeenkomst tussen de echtgenoten, mits de echtgenoten overeenstemming hebben bereikt over de juridisch belangrijke aangelegenheden door overlegging van een overeenkomst over de zorg voor en de opvoeding en het onderhoud van eventuele gezamenlijke kinderen en over de omgang van de kinderen met de ouders, alsmede door overlegging van een overeenkomst in de vorm van een bindende notariële akte over de verdeling van hun gezamenlijke eigendommen, over wie van hen de huurder van hun appartement blijft of wordt en over het levensonderhoud van de echtgenoot die geen bestaansmiddelen heeft en onvrijwillig werkloos is. Voordat de rechtbank de echtscheiding uitspreekt, moet zij nagaan of de overeenkomst tussen de echtgenoten de zorg voor en de opvoeding en het onderhoud van eventuele gezamenlijke kinderen en de omgang van de kinderen met de ouders waarborgt in overeenstemming met de belangen van de kinderen. Indien de rechtbank vaststelt dat de overeenkomst tussen de echtgenoten niet in het belang van de kinderen is, wijst zij het voorstel tot echtscheiding met onderlinge toestemming af (artikel 96 van het wetboek van familierecht).
  • Echtscheiding op basis van een overeenkomst bij een notaris: indien echtgenoten die geen gezamenlijke kinderen hebben over wie zij de ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefenen, willen scheiden en overeenstemming bereiken over de verdeling van hun gezamenlijke eigendommen, over wie van hen de huurder van hun appartement blijft of wordt en over het levensonderhoud van de echtgenoot die geen bestaansmiddelen heeft en onvrijwillig werkloos is, verzoeken zij een notaris om een notariële akte op te stellen van hun overeenkomst tot beëindiging van het huwelijk. Het huwelijk is beëindigd vanaf de ondertekening van de notariële akte. De akte vormt de rechtsgrondslag voor de inschrijving van de echtscheiding in het register van de burgerlijke stand. De notaris zendt de akte binnen acht dagen na de ondertekening van de overeenkomst bij de notaris toe aan de administratieve eenheid die de echtscheiding in het register van de burgerlijke stand inschrijft (artikel 97 van het wetboek van familierecht).
  • Echtscheiding: wanneer een huwelijk om welke reden dan ook “ondraaglijk” is geworden, kan elk van de echtgenoten de echtscheiding aanvragen. Bij het voorstel moet een verslag van het centrum voor maatschappelijk werk worden gevoegd betreffende de deelname aan een voorafgaand adviesgesprek, indien in het wetboek van familierecht is bepaald dat een verzoeker, voordat de procedure begint, moet deelnemen aan een voorafgaand adviesgesprek (artikel 82 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures en artikel 98 van het wetboek van familierecht).

12 Kan ik in aanmerking komen voor rechtsbijstand om de kosten van de procedure te dekken?

Een partij wordt door een rechtbank geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van de betaling van gerechtskosten als die betaling de middelen voor haar onderhoud of dat van haar gezinsleden aanzienlijk zou reduceren. Buitenlandse inwoners zijn vrijgesteld van de betaling van gerechtskosten indien dat is bepaald in een internationaal verdrag of op basis van wederkerigheid (artikelen 10 en 11 van de wet inzake gerechtskosten [Zakon o sodnih taksah, ZST-1]).

Een partij mag rechtsbijstand aanvragen om de kosten van een advocaat en een deskundige te dekken; de beslissing over het al dan niet toekennen van rechtsbijstand wordt genomen door de arrondissementsrechtbank die bevoegd is in het rechtsgebied waar de verzoeker zijn vaste verblijfplaats heeft. Tijdens deze procedure beoordeelt de rechtbank de criteria (bijvoorbeeld inhoudelijk, financieel) die zijn vastgesteld in de wet inzake rechtsbijstand (Zakon o brezplačni pravni pomoči).

13 Kan beroep worden ingesteld tegen een beslissing over de echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk?

Tegen een beslissing betreffende een huwelijksgeschil kan beroep worden ingesteld bij een hogere rechtbank (višje sodišče).

Een rechtbank in eerste aanleg kan een eerdere beslissing wijzigen of vernietigen naar aanleiding van een tijdig ingesteld beroep, indien dit geen afbreuk doet aan de rechten van andere personen die zich op deze beslissing beroepen of indien deze personen instemmen met de wijziging of vernietiging.

14 Wat moet ik doen om een door een rechtbank in een andere lidstaat gewezen beslissing over echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk in Nederland te laten erkennen?

Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 2201/2003 wordt een rechterlijke beslissing die is gegeven in een andere lidstaat erkend zonder dat daartoe enigerlei bijzondere erkenningsprocedure vereist is.

Elke belanghebbende partij kan verzoeken om een beslissing over de erkenning of niet‑erkenning van een rechterlijke beslissing. In dat geval moet de partij een verklaring van uitvoerbaarheid aanvragen bij de bevoegde arrondissementsrechtbank in Slovenië.

15 Tot welk gerecht moet ik mij wenden om bezwaar te maken tegen de erkenning van een door een rechtbank in een andere lidstaat gewezen beslissing over echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk? Welke procedure is in dit geval van toepassing?

De Sloveense wetgeving is van toepassing op het indienen van een verzoekschrift.

Een partij die de erkenning van een rechterlijke beslissing aanvraagt of aanvecht, of die een verzoek inzake een verklaring van uitvoerbaarheid indient, moet de volgende documenten bij haar verzoek voegen:

  • een afschrift van de beslissing dat voldoet aan de voorwaarden tot vaststelling van de echtheid ervan;
  • een bevestiging, op een standaardformulier, van de rechterlijke beslissing over het huwelijksgeschil.

16 Wat is het toepasselijk recht in een echtscheidingsproces tussen echtgenoten die niet in Nederland wonen of een verschillende nationaliteit hebben?

De bepalingen van Verordening (EG) nr. 2201/2003 (Brussel II bis) zijn primair en direct van toepassing op zaken van internationale jurisdictie waarbij burgers of inwoners van EU‑lidstaten zijn betrokken.

Als de echtgenoten staatsburgers van verschillende landen zijn op het moment dat de procedure aanhangig wordt gemaakt, worden de rechtsstelsels van de landen waarvan de echtgenoten staatsburger zijn cumulatief toegepast, conform het bepaalde in de Sloveense nationale wetgeving (artikel 37, lid 2, van de wet inzake internationaal privaat- en procesrecht [Zakon o mednarodnem zasebnem pravu in postopku]).

Als het huwelijk niet kan worden beëindigd volgens de wetgeving van het land waarvan de echtgenoten staatsburgers zijn, wordt de Sloveense wetgeving toegepast op de beëindiging van het huwelijk mits een van de echtgenoten ten tijde van de indiening van de vordering permanent in Slovenië verbleef.

Als een van de echtgenoten een burger van Slovenië is die echter niet permanent in Slovenië verblijft, en het huwelijk niet kan worden beëindigd op grond van de wetgeving die wordt aangewezen op grond van artikel 37, lid 2, van de wet inzake internationaal privaat- en procesrecht, wordt de wetgeving van Slovenië toegepast op de beëindiging.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 10/08/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.