Insolventie/faillissement

Griekenland
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Tegen wie kan een insolventieprocedure worden ingesteld?

Er kan een insolventieprocedure worden ingesteld jegens handelaren en verenigingen van personen met rechtsbevoegdheid en met een economisch doel.

2 Wat zijn de voorwaarden om een insolventieprocedure te openen?

De procedure wordt ingeleid op verzoek van de schuldenaar, van een schuldeiser met een rechtmatig belang of van de officier van justitie van de rechtbank van eerste aanleg als er redenen zijn die verband houden met het openbaar belang. De voorwaarden voor de inleiding van de procedure zijn als volgt: a) als het verzoek om een insolventieverklaring wordt ingediend door een schuldeiser, dient de schuldenaar te zijn opgehouden met betalen, b) als het verzoek om een insolventieverklaring wordt ingediend door de schuldenaar, is dreigend onvermogen om te betalen voldoende. De rechter stelt de datum van staking van betalingen vast, die maximaal twee jaar voorafgaand aan de publicatiedatum van het arrest mag liggen. Iedereen met een rechtmatig belang kan de president van de rechtbank verzoeken om noodzakelijk geachte maatregelen te gelasten om te voorkomen dat het vermogen van de schuldenaar op een voor de schuldeisers nadelige wijze verandert. Deze maatregelen eindigen van rechtswege door het uitspreken van het faillissementsvonnis.

3 Welke goederen behoren tot de insolvente boedel? Hoe worden de goederen behandeld die zijn verworven door of toevallen aan de schuldenaar na de opening van de insolventieprocedure?

De insolvente boedel bestaat uit het gehele vermogen van de schuldenaar op het moment van de faillietverklaring, ongeacht waar dit zich bevindt. De boedel omvat geen a) zaken die niet vatbaar zijn voor beslag, dat wil zeggen voorwerpen die absoluut noodzakelijk zijn om te voorzien in de essentiële levensbehoeften van de schuldenaar en zijn gezin en de voorwerpen die noodzakelijk zijn voor personen (schuldenaren) die zelfstandig ondernemer zijn, b) voorwerpen die zijn vrijgesteld door bijzondere wettelijke bepalingen. Zaken die de schuldenaar na de faillietverklaring heeft verworven, zijn eveneens uitgesloten van de insolvente boedel.

4 Wat zijn de bevoegdheden van respectievelijk de schuldenaar en de insolventiefunctionaris?

Vanaf de faillietverklaring verliest de schuldenaar automatisch het beheer van zijn vermogen, dat wil zeggen de administratie hiervan en de beschikking hierover. Iedere beheershandeling die hij zonder toestemming van de curator uitvoert, is niet uitvoerbaar. De curator is belast met het beheer van het vermogen. Het beheer van het vermogen kan slechts in uitzonderlijke gevallen die bij wet zijn bepaald, worden toevertrouwd aan de schuldenaar. De curator is een advocaat met ten minste vijf jaar ervaring. Hij staat onder toezicht van een rechter-rapporteur. Voor bepaalde handelingen van de curator is de goedkeuring van de faillissementsrechtbank vereist. De faillissementsrechtbank is de uiteindelijke verantwoordelijke voor de faillissementsprocedure.

5 Onder welke voorwaarden kan een verrekening worden tegengeworpen?

De faillietverklaring heeft geen invloed op het recht van de schuldeiser om de compensatie van een tegenvordering met een vordering van de schuldenaar voor te stellen, als voorafgaand aan de faillietverklaring al was voldaan aan de compensatievoorwaarden. Eventuele compensatieverboden zijn eveneens van toepassing op het faillissement.

6 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor lopende overeenkomsten waarbij de schuldenaar partij is?

Behoudens andersluidende bepalingen van de faillissementswet blijven bilaterale overeenkomsten die lopen op de datum van de faillietverklaring en waarbij de schuldenaar partij is van kracht. Met goedkeuring van de rechter-rapporteur kan de curator de lopende overeenkomsten ten uitvoer leggen en eisen dat de medecontractant deze ten uitvoer legt. Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen, blijven overeenkomsten voor onbepaalde tijd van kracht. Deze regel geldt niet voor financiële overeenkomsten. De bepalingen van de faillissementswet hebben geen invloed op het recht op ontbinding dat bij wet of in de overeenkomst is vastgelegd. De faillietverklaring is een reden voor de ontbinding van persoonlijke overeenkomsten waarbij de schuldenaar partij is. De curator kan een contractuele relatie waarbij de schuldenaar medecontractant is overdragen aan een derde. Een arbeidsrelatie wordt in geval van een faillietverklaring ontbonden.

7 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor individuele vervolgingen door schuldeisers (met uitzondering van lopende rechtsvorderingen)?

Alle individuele vervolgingsmaatregelen van de schuldeisers jegens de schuldenaar die zijn gericht op de betaling of de tenuitvoerlegging van hun vorderingen worden vanaf de faillietverklaring van rechtswege opgeschort. Voor schuldeisers wier vordering wordt gegarandeerd door een zakelijk zekerheidsrecht geldt de opschorting niet wat betreft de elementen van de insolvente boedel waarvoor de zekerheid is gesteld. Onder bepaalde voorwaarden kan er ook op deze schuldeisers een opschorting van enkele maanden worden toegepast. Vanaf de faillietverklaring is het bovendien niet toegestaan om procedures voor gedwongen tenuitvoerlegging in te leiden of voort te zetten, declaratoire vorderingen of vorderingen tot tenuitvoerlegging in te stellen, de bijbehorende processen voort te zetten, rechtsmiddelen in te stellen of te behandelen, administratieve of fiscale documenten uit te vaardigen of deze ten uitvoer te leggen met behulp van elementen uit de insolvente boedel.

8 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor de voortzetting van lopende rechtsvorderingen op het tijdstip van de inleiding van de insolventieprocedure?

De procedures die lopen op het moment van de faillietverklaring worden voorgezet door de curator als de schuldenaar daarbij een schuldeiser is. Als hij de schuldenaar is, worden de procedures onderbroken en wordt de procedure voor het indienen en erkennen van de vorderingen ingesteld.

9 Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de deelname van de schuldeisers aan de insolventieprocedure?

De schuldeisers moeten hun vorderingen jegens de schuldenaar indienen bij de faillissementsgriffie. Alle schuldeisers vormen gezamenlijk de vergadering van schuldeisers, ongeacht hun voorrechten of zakelijke zekerheidsrechten en met inbegrip van schuldeisers met voorwaardelijke vorderingen. De vergadering wordt voor het eerst opgeroepen middels het arrest van de faillietverklaring. De vergadering kan een comité van schuldeisers kiezen dat bestaat uit drie leden die ieder domicilie dienen te kiezen. Het comité van de schuldeisers van drie leden dient het verloop van de faillissementsprocedure te volgen.

10 Op welke wijze kan de insolventiefunctionaris de goederen van de boedel gebruiken of te gelde maken?

Na de inventarisatie van het roerende en onroerende vermogen van de schuldenaar kan de curator zich tot de rechter-rapporteur wenden en om toestemming vragen om goederen of roerende zaken uit het vermogen te verkopen, doch zulks uitsluitend om de lopende behoeften te dekken. Uitsluitend na de controle van de vorderingen en als het reorganisatieplan van de onderneming niet is aanvaard of bekrachtigd of als de reorganisatie wordt beëindigd, liquideert de curator de activa uit het vermogen van de schuldenaar en verdeelt hij de opbrengst onder de schuldeisers door de liquidatie van de onderneming in haar geheel of van afzonderlijk delen hiervan. Voor de liquidatie van onroerende zaken van de schuldenaar is goedkeuring van de faillissementsrechtbank vereist, die de curator verkrijgt op verzoek en na overlegging van een rapport van de rechter-rapporteur.

11 Welke vorderingen moeten worden verhaald op de insolvente boedel van de schuldenaar en hoe moeten vorderingen die zijn ontstaan na de opening van de insolventieprocedure worden behandeld?

Alle schuldeisers van de schuldenaar kunnen hun vorderingen en documenten indienen bij de faillissementgriffie, ongeacht of het om preferente vorderingen of vorderingen met een zakelijk zekerheidsrecht gaat. De schuldeisers in de faillissementsprocedure zijn degenen die op het moment van de faillietverklaring een persoonlijke geldvordering op de schuldenaar hebben die in rechte kan worden afgedwongen. Vorderingen die na de faillietverklaring zijn ontstaan, worden niet ingediend. De gerechtskosten van de curator, de kosten voor het beheer van de insolvente boedel en de honoraria van de curator en de eventuele collectieve vorderingen worden na de liquidatie van de insolvente boedel ingehouden en betaald voordat de schuldeisers van de schuldenaar worden gecategoriseerd.

12 Wat zijn de regels betreffende indiening, verificatie en toelating van de vorderingen?

De vorderingen worden schriftelijk ingediend (met vermelding van het type, de oorzaak, de datum waarop de vordering is ontstaan etc.) bij de faillissementsgriffie binnen een maand nadat het arrest van de faillietverklaring is gepubliceerd in het Overzicht van gerechtelijke publicaties van het Juristenloket. Als een vordering niet binnen deze termijn is ingediend, kan de schuldeiser bezwaar maken en eisen dat zijn vordering wordt erkend door de faillissementsrechtbank. De erkenningsprocedure verloopt als volgt: a) de curator stelt de procedure drie dagen na het verstrijken van de indieningstermijn in bij de rechter-rapporteur, b) de schuldeiser wiens vordering wordt gecontroleerd kan persoonlijk aanwezig zijn of worden vertegenwoordigd door zijn gevolmachtigde, c) de controle geschiedt door de vergelijking van de documenten van de schuldeiser met de gegevens uit de boeken en bescheiden van de schuldenaar, d) de rechter-rapporteur stelt een rapport op over de controle van de vorderingen, e) in geval van bezwaar beslist de rechter-rapporteur om de vordering al dan niet voorlopig te erkennen, f) tijdens de erkenningsprocedure kunnen de schuldenaar, de curator en de schuldeisers wier vorderingen al zijn erkend bezwaar maken. Er bestaat geen specifieke website met formulieren voor deze procedure. Dergelijke formulieren zijn echter verkrijgbaar bij de faillissementsgriffie van de rechtbank van eerste aanleg.

13 Wat zijn de regels betreffende de verdeling van de opbrengst? Hoe worden de vorderingen en de rechten van schuldeisers gerangschikt?

Na de liquidatie van de insolvente boedel stelt de curator een verdelingslijst van de opbrengst van de veiling op, die hij verstrekt aan de rechter-rapporteur. Deze verklaart de lijst uitvoerbaar en afficheert deze op zijn kantoor. Bij de verdeling wordt rekening gehouden met eventuele algemene voorrechten: i) vorderingen die voortkomen uit een financiering die de schuldenaar in staat stelt om zijn activiteit voort te zetten, ii) vorderingen in verband met de uitvaart en ziekenhuiskosten van de schuldenaar, iii) vorderingen in verband met de levering van voedingsmiddelen, iv) vorderingen die voortkomen uit de levering van diensten door werknemers, honoraria van advocaten, v) vorderingen van landbouwers, vi) vorderingen van de staat en lokale overheden, vii) vorderingen van het Garantiefonds of bijzondere voorrechten van de schuldeisers, dat wil zeggen vorderingen met een voorrecht op een bepaalde roerende of onroerende zaak van de schuldenaar of op een geldbedrag. In geval van gecumuleerde voorrechten, dat wil zeggen als het gaat om de opbrengst van de overdracht van een voorwerp en een geldbedrag, zijn de relevante bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mutatis mutandis van toepassing.

14 Wat zijn de voorwaarden voor en de gevolgen van de beëindiging van de insolventieprocedure (met name door een akkoord)?

De schuldenaar en de curator kunnen een reorganisatieplan indienen bij de faillissementsrechtbank. Dit plan moet in ieder geval informatie bevatten over de financiële situatie van de schuldenaar en de betaling van de schuldeisers, een beschrijving van de aan te nemen maatregelen, bijvoorbeeld organisatorische wijzigingen, operationele programma's, alsook informatie over de rechten en de algemene situatie van de schuldeisers op basis van hun categorie etc. De faillissementsrechtbank gaat binnen twintig dagen vanaf de indiening ambtshalve over tot de voorlopige beoordeling van het plan, dat door haar kan worden verworpen op de bij wet vastgelegde gronden. Als het plan niet wordt verworpen, stelt de rechtbank onverwijld middels een arrest een termijn van ten hoogste drie maanden vast waarin het plan al dan niet aanvaard dient te worden door de schuldeisers, evenals de datum van oproeping van de schuldeisers. De behandeling van en de stemming over het plan vinden plaats in het bijzijn van de rechter‑rapporteur. Voor de aanvaarding van het plan is een gekwalificeerde meerderheid vereist. Na de aanvaarding door de schuldeisers wordt het reorganisatieplan ter bekrachtiging ingediend bij de rechtbank. Zodra het arrest ter bekrachtiging in kracht van gewijsde gaat, wordt het plan bindend voor alle schuldeisers van alle categorieën, ongeacht of zij hun vorderingen hebben ingediend. De faillissementsprocedure wordt beëindigd. De schuldeisers in de faillissementsprocedure kunnen dan nog individuele vervolgingen instellen.

15 Wat zijn de rechten van de schuldeisers nadat de insolventieprocedure beëindigd is?

Nadat de faillissementsprocedure is beëindigd, kan de schuldenaar weer beschikken over zijn vermogen, neemt de schuldenaar het beheer van het vermogen weer op zich en kunnen de schuldeisers individuele vervolgingen instellen. Na de liquidatie van het vermogen wordt de faillissementsprocedure beëindigd en dient de curaotr binnen een maand een rapport in over zijn activiteiten.

16 Voor wiens rekening zijn de kosten en uitgaven in het kader van de insolventieprocedure?

De kosten van de insolventieprocedure komen voor rekening van de insolvente boedel.

17 Wat zijn de regels betreffende nietigheid, vernietigbaarheid of niet-tegenwerpbaarheid van de voor de gezamenlijke schuldeisers nadelige rechtshandelingen?

De verrichtingen van de schuldenaar tussen de staking van betalingen en de faillietverklaring (verdachte periode) die nadelig zijn voor de gezamenlijke schuldeisers worden herroepen (verplichte herroepingshandelingen) of kunnen worden herroepen (mogelijke herroepingshandelingen) op grond van de voorwaarden uit de faillissementswetgeving. Verzoeken om herroeping worden ingediend bij de faillissementsrechtbank door de curator en onder bepaalde voorwaarden door een schuldeiser. Eenieder die een zaak uit het vermogen van de schuldenaar heeft verkregen middels een herroepen handeling dient deze in te brengen in de insolvente boedel.

Laatste update: 16/02/2018

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.