Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Kroatisch) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
Swipe to change

Insolventie/faillissement

Kroatië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Tegen wie kan een insolventieprocedure worden ingesteld?

Een aan een faillissement voorafgaande procedure en een faillissementsprocedure kunnen worden ingesteld tegen rechtspersonen en tegen de activa van een individuele schuldenaar, tenzij de wet anders bepaalt. Een individuele schuldenaar in de zin van de Faillissementswet (Stečajni zakon – "SZ") is een natuurlijk persoon die krachtens de Wet inkomstenbelasting (Zakon o porezu na dohodak) onderworpen is aan belasting over inkomen uit zelfstandige arbeid of een natuurlijk persoon die krachtens de Wet vennootschapsbelasting (Zakon o porezu na dobit) onderworpen is aan vennootschapsbelasting.

2 Wat zijn de voorwaarden om een insolventieprocedure te openen?

a) Een aan faillissement voorafgaande procedure kan worden ingeleid als de rechter vaststelt dat insolventie dreigt, d.w.z. als de rechter concludeert dat de schuldenaar niet tijdig aan zijn verplichtingen zal kunnen voldoen.

Er is sprake van dreigende insolventie als de situatie waarin de schuldenaar geacht wordt insolvent te zijn, zich nog niet voordoet en als:

− het door het Financieel agentschap (Financijska agencija) bijgehouden Register van de rangorde van betalingsverplichtingen een of meer niet-voldane verplichtingen op naam van de schuldenaar vermeldt waarvoor een rechtsgrond voor betaling bestaat en die zonder nadere goedkeuring door de schuldenaar via een van zijn rekeningen hadden moeten worden geïnd, of

− de schuldenaar meer dan dertig dagen te laat is met de betaling van salarissen aan werknemers uit hoofde van een arbeidsovereenkomst, arbeidsreglement, collectieve overeenkomst of speciale regeling, of een ander document waarin de verplichtingen van werkgevers tegenover werknemers zijn geregeld, of

− de schuldenaar verzuimt de premies en belasting voor de in de vorige alinea bedoelde salarissen te betalen binnen dertig dagen vanaf de datum waarop hij verplicht was de salarissen aan de werknemers te betalen.

b) Een faillissementsprocedure kan worden ingeleid als de rechter vaststelt dat er gronden zijn voor faillissement, d.w.z. insolventie of overmatige schulden.

Er is sprake van insolventie als de schuldenaar voortdurend niet kan voldoen aan zijn uitstaande financiële verplichtingen. Als de schuldenaar de vorderingen van sommige van de schuldeisers geheel of gedeeltelijk heeft voldaan of mogelijk kan voldoen, betekent dat nog niet dat hij als solvent wordt beschouwd.

De schuldenaar wordt geacht insolvent te zijn:

− als het door het Financieel agentschap bijgehouden Register van de rangorde van betalingsverplichtingen een of meer niet-voldane verplichtingen op naam van de schuldenaar vermeldt die sinds meer dan zestig dagen opeisbaar zijn, waarvoor een rechtsgrond voor betaling bestaat en die zonder nadere goedkeuring door de schuldenaar via een van zijn rekeningen hadden moeten worden geïnd, of

− als hij driemaal achtereen heeft verzuimd zijn werknemers salaris te betalen uit hoofde van een arbeidsovereenkomst, arbeidsreglement, een collectieve overeenkomst of speciale regeling, of een ander document waarin de verplichtingen van werkgevers tegenover werknemers zijn geregeld.

De schuld wordt geacht overmatig te zijn als de activa van de schuldenaar, als rechtspersoon, zijn bestaande verplichtingen niet meer dekken.

3 Welke goederen behoren tot de insolvente boedel? Hoe worden de goederen behandeld die zijn verworven door of toevallen aan de schuldenaar na de opening van de insolventieprocedure?

In een faillissementsprocedure bestaat de failliete boedel uit de activa die de schuldenaar in bezit had bij opening van de faillissementsprocedure, plus de activa die in zijn bezit zijn gekomen tijdens de faillissementsprocedure. Uit de failliete boedel wordt de faillissementsprocedure bekostigd en worden de vorderingen van de schuldeisers voldaan, evenals vorderingen waarvan afwikkeling is gegarandeerd door bepaalde rechten op de activa van de schuldenaar.

Het vrije gebruik van activa uit de failliete boedel door personen die voordien zijn gemachtigd om de schuldenaar wettelijk te vertegenwoordigen, of door de individuele schuldenaar na opening van de faillissementsprocedure, heeft geen rechtsgevolgen, behalve voor gebruik dat wordt beheerst door de algemene regels die het beginsel van vertrouwen in openbare registers waarborgen. De vergoeding wordt uit de failliete boedel aan de wederpartij geretourneerd als de waarde van de failliete boedel erdoor is verhoogd.

Als de individuele schuldenaar voor opening of in de loop van de faillissementsprocedure begunstigde is van een nalatenschap of legaat, is alleen de schuldenaar gerechtigd die te aanvaarden of te verwerpen.

Als een schuldenaar met een derde persoon mede-eigenaar wordt of een andere rechtsbetrekking of partnerschap aangaat, vindt de verdeling van activa plaats buiten de faillissementsprocedure. Voor de afwikkeling van verplichtingen uit een dergelijke relatie kan worden verzocht om aparte afwikkeling uit het deel van de schuldenaar.

4 Wat zijn de bevoegdheden van respectievelijk de schuldenaar en de insolventiefunctionaris?

a) Aan faillissement voorafgaande procedure – de voorwaarden voor aanstelling van een curator zijn dezelfde als die voor aanstelling van een vereffenaar. Als de rechter dat nodig acht, stelt hij op eigen besluit een curator aan bij aanvang van de aan faillissement voorafgaande procedure. De taken van de curator komen ten einde op de datum van homologatie van een gerechtelijk akkoord, op de datum van opening van de faillissementsprocedure of op grond van een beslissing van de schuldeisers.

De curator in een aan faillissement voorafgaande procedure heeft de volgende taken:

1. de bedrijfsactiviteiten van de schuldenaar onderzoeken;

2. de lijst van activa en passiva van de schuldenaar bestuderen;

3. de geloofwaardigheid van de geregistreerde vorderingen beoordelen;

4. vorderingen betwisten als hij naar aanleiding van de verklaringen van schuldeisers of om andere redenen twijfelt aan de waarheidsgetrouwheid ervan;

5. toezien op de bedrijfsactiviteiten van de schuldenaar, in het bijzonder diens financiële transacties, aangaan van verplichtingen aan derden, uitgifte van betaalverzekeringsinstrumenten en bedrijfsactiviteiten in het kader van de verkoop van goederen of diensten, en waarborgen dat de activa van de schuldenaar niet worden geschaad;

6. een klacht indienen bij de rechtbank als de schuldenaar handelt in strijd met artikel 67 van de SZ;

7. bevelen uitvaardigen en verklaringen afgeven ingevolge de artikelen 69 en 71 van de SZ;

8. erop toezien dat de kosten van de aan faillissement voorafgaande procedure volledig en tijdig worden voldaan;

9. overige activiteiten verrichten ingevolge de SZ.

Tussen opening en afsluiting van de aan faillissement voorafgaande procedure mag de schuldenaar alleen betalingen verrichten die nodig zijn voor zijn normale bedrijfsactiviteiten. In die periode mag de schuldenaar geen andere verplichtingen die zijn aangegaan en opeisbaar zijn geworden voor opening van de aan faillissement voorafgaande procedure nakomen dan bruto betalingsverplichtingen aan zijn werknemers en ex-werknemers uit hoofde van een arbeidsverhouding die voor de datum van opening van de aan faillissement voorafgaande procedure opeisbaar zijn geworden, ontslagvergoedingen tot het wettelijk en in collectieve overeenkomsten bepaalde bedrag, vorderingen wegens letsel op het werk of aan het werk gerelateerde ziekte, en vorderingen op basis van werknemerssalarissen vermeerderd met het bedrag aan basispremies en andere essentiële rechten van medewerkers ingevolge arbeidsovereenkomsten en collectieve overeenkomsten die opeisbaar zijn geworden na indiening van het voorstel tot opening van de aan faillissement voorafgaande procedure, evenals andere betalingen die nodig zijn voor de normale bedrijfsuitoefening zoals vastgesteld in een speciale wet.

Tussen de datum van indiening van het voorstel tot opening van een aan faillissement voorafgaande procedure en de datum van de beslissing omtrent die procedure mag de schuldenaar zijn activa niet vervreemden of bezwaren zonder daartoe vooraf toestemming te zijn verleend door de curator of, indien er geen curator is aangesteld, door de rechter.

b) Faillissementsprocedure – de vereffenaar in een faillissementsprocedure wordt willekeurig gekozen uit de A-lijst van vereffenaars voor het gebied waarin de rechtbank bevoegd is, tenzij anders is bepaald in de SZ. Op basis van die keuze stelt de rechter de vereffenaar aan in de beslissing tot opening van een faillissementsprocedure. Als in de aan faillissement voorafgaande procedure een curator werd aangesteld of als in de faillissementsprocedure een voorlopige vereffenaar werd aangesteld, stelt de rechtbank bij wijze van uitzondering de curator respectievelijk de tijdelijke vereffenaar aan als vereffenaar.

De rechten en plichten van de ondernemingsorganen van de schuldenaar berusten bij de vereffenaar, tenzij anders is bepaald in de SZ. Als de schuldenaar zijn bedrijfsactiviteiten tijdens de faillissementsprocedure voortzet overeenkomstig artikel 217, lid 2, van de SZ, beheert de vereffenaar de bedrijfsactiviteiten.

De vereffenaar vertegenwoordigt de schuldenaar. De vereffenaar beheert alleen die activiteiten van een individuele schuldenaar die de failliete boedel betreffen, en hij vertegenwoordigt de schuldenaar met de bevoegdheid van een wettelijk vertegenwoordiger.

De vereffenaar is verplicht om nauwgezet en ordelijk te handelen, en in het bijzonder om

1. de boekhouding op orde te brengen tot de datum van opening van de faillissementsprocedure;

2. een voorlopige raming van de kosten van de faillissementsprocedure op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan de commissie van schuldeisers;

3. een commissie in te stellen voor inventarisatie van de activa;

4. een eerste balans van de activa van de schuldenaar op te maken;

5. de afsluiting van de begonnen maar niet afgeronde activiteiten van de schuldenaar en de activiteiten die nodig zijn om te voorkomen dat de activa van de schuldenaar worden geschaad, zorgvuldig te beheren;

6. toe te zien op realisatie van de vorderingen van de schuldenaar;

7. de in artikel 217, lid 2, van de SZ bedoelde bedrijfsactiviteiten van de schuldenaar nauwgezet uit te voeren;

8. de documenten in verband met de arbeidsrechtelijke status van begunstigden aan de Kroatische pensioenverzekeringsinstelling te verstrekken;

9. de eigendommen en rechten van de schuldenaar die deel uitmaken van de failliete boedel te realiseren of te innen;

10. de uitdeling aan de schuldeisers voor te bereiden en na goedkeuring uit te voeren;

11. een eindafrekening over te leggen aan de commissie van schuldeisers;

12. de verdere uitdelingen aan de schuldeisers te verrichten;

13. na afsluiting van de faillissementsprocedure de failliete boedel te vertegenwoordigen overeenkomstig de SZ.

De vereffenaar brengt minstens eens in het kwartaal op een standaardformulier schriftelijk verslag uit over het verloop van de faillissementsprocedure en over de balans van de failliete boedel.

5 Onder welke voorwaarden kan een verrekening worden tegengeworpen?

Als de schuldeiser bij opening van de faillissementsprocedure wettelijk of contractueel recht had op verrekening, laat het openen van de faillissementsprocedure dat recht onverlet.

Als er bij opening van de faillissementsprocedure een of meer vorderingen zijn die onder opschortende voorwaarde moeten worden verrekend of die nog niet opeisbaar zijn of geen betrekking hebben op wederpartijen van dezelfde aard, vindt verrekening plaats wanneer aan de vereiste voorwaarden is voldaan. Niet van toepassing op verrekening is de bepaling dat uitstaande vorderingen opeisbaar worden bij opening van een faillissementsprocedure en dat niet-geldelijke vorderingen of vorderingen voor een niet-gespecificeerd geldbedrag worden gesteld op de geschatte geldwaarde ten tijde van de opening van de faillissementsprocedure. Als de voor verrekening te gebruiken vordering onvoorwaardelijk en opeisbaar wordt voordat de verrekening mogelijk is, is verrekening uitgesloten.

Verrekening is niet uitgesloten voor vorderingen die luiden in verschillende valuta's of rekeneenheden, mits die valuta's of rekeneenheden eenvoudig kunnen worden gewisseld op de plaats van afwikkeling van de voor de verrekening gebruikte vordering. Omrekening vindt plaats volgens de wisselkoers op de plaats van afwikkeling op het moment van ontvangst van de verrekeningsverklaring.

Een verrekening is niet toelaatbaar:

1. als de verplichting van de schuldeiser in het kader van de failliete boedel pas is ontstaan na opening van de faillissementsprocedure;

2. als de verplichting pas na opening van de faillissementsprocedure door een schuldeiser aan een andere schuldeiser is gecedeerd;

3. als de schuldeiser zijn vordering in het laatste halfjaar voor opening van de faillissementsprocedure via cessie heeft verkregen of als er in het laatste halfjaar voor de dag van opening van de faillissementsprocedure geen aan faillissement voorafgaande procedure is geopend, en de schuldeiser wist of had moeten weten dat de schuldenaar insolvent was geworden of dat er een voorstel was ingediend om een faillissementsprocedure of een daaraan voorafgaande procedure te openen tegen de schuldeiser. Bij wijze van afwijking is verrekening toegestaan als de vordering is gecedeerd met betrekking tot de nakoming van nog niet nagekomen contractuele verplichtingen of als het recht de vordering te voldoen opnieuw is verkregen middels succesvolle aanvechting van een juridische transactie van een schuldenaar;

4. als de schuldeiser het recht op verrekening heeft verkregen middels een vernietigbare rechtshandeling.

6 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor lopende overeenkomsten waarbij de schuldenaar partij is?

Als de schuldenaar en de wederpartij bij een bilateraal bindende overeenkomst de overeenkomst niet of niet volledig hebben uitgevoerd bij opening van de faillissementsprocedure, kan de vereffenaar de overeenkomst uitvoeren in plaats van de schuldenaar en eisen dat de wederpartij de overeenkomst uitvoert. Als de vereffenaar weigert de overeenkomst uit te voeren, kan de wederpartij haar vordering wegens niet-nakoming alleen als schuldeiser in faillissement realiseren. Als de wederpartij bij de overeenkomst de vereffenaar verzoekt zijn standpunt inzake zijn keuzerecht kenbaar te maken, informeert de vereffenaar onmiddellijk, en in elk geval niet later dan de verslagzitting, de wederpartij per aangetekende post of hij voornemens is uitvoering van de overeenkomst te eisen. Als de wederpartij aanmerkelijke schade zou lijden voor aanvang van de verslagzitting en de vereffenaar daarvan in kennis heeft gesteld, dient de vereffenaar, bij wijze van afwijking, de wederpartij binnen acht dagen per aangetekende post te laten weten of hij voornemens is uitvoering van de overeenkomst te eisen. Als de vereffenaar dat verzuimt te doen, is hij niet gemachtigd uitvoering van de overeenkomst te eisen.

Als de te verrichten prestaties deelbaar zijn en de wederpartij bij opening van de faillissementsprocedure gedeeltelijk aan haar uitvoeringsverplichtingen heeft voldaan, kan die partij als schuldeiser in faillissement haar recht op vergoeding voor de gedeeltelijke uitvoering uitoefenen, ook als de vereffenaar uitvoering van het resterende deel heeft geëist. Als de wederpartij haar recht op vergoeding niet uitoefent, kan zij de waarde die zij met haar gedeeltelijke uitvoering heeft toegevoegd aan de activa van de schuldenaar, niet terugvorderen.

Indien in een kadaster een voorbehoud is opgenomen ter waarborging van het recht op verkrijging of herroeping van rechten op een van de activa van de schuldenaar of een van de ten gunste van een schuldenaar opgenomen rechten, of ter waarborging van de vordering op een wijziging van de inhoud of voorrang van zulke rechten, kan de schuldeiser zijn vordering afwikkelen als schuldeiser in de failliete boedel. Dit is tevens van toepassing indien de schuldenaar alle overige verplichtingen tegenover de schuldeiser heeft aanvaard en die vervolgens geheel of gedeeltelijk niet is nagekomen. Deze bepaling is mutatis mutandis van toepassing op voorbehouden in het scheepsregister, het register van schepen in aanbouw of het luchtvaartuigregister.

Als de schuldenaar voor opening van de faillissementsprocedure zijn roerende goederen met eigendomsvoorbehoud heeft verkocht en in bezit van de koper heeft gesteld, kan de koper de uitvoering van de koopovereenkomst eisen. Dit is ook van toepassing als de schuldenaar verdere verplichtingen tegenover de koper is aangegaan die hij niet of niet volledig is nagekomen. Als de schuldenaar voor opening van de faillissementsprocedure een onroerend goed met eigendomsvoorbehoud heeft gekocht en in bezit heeft ontvangen van de verkoper, heeft de vereffenaar het keuzerecht overeenkomstig artikel 181 van de SZ.

De huur en leasing van onroerend goed of bedrijfspanden houden niet op te bestaan bij opening van de faillissementsprocedure. Dat geldt ook voor huur- en leaserelaties die de schuldenaar als lessor is aangegaan voor objecten die voor verzekeringsdoeleinden zijn overgedragen aan een derde die de aankoop of vervaardiging ervan heeft gefinancierd. Rechten die betrekking hebben op de tijd voor opening van de faillissementsprocedure, evenals op de schade geleden door vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst, kunnen door de wederpartij alleen worden uitgeoefend als schuldeiser in faillissement.

De vereffenaar kan een door de schuldenaar als lessee afgesloten huur- of leaseovereenkomst voor een onroerend goed of bedrijfspand ontbinden, ongeacht de overeengekomen looptijd en met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn. Als de vereffenaar de overeenkomst ontbonden verklaart, kan de wederpartij als schuldeiser in faillissement schadevergoeding vorderen wegens vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst. Als de schuldenaar bij opening van de faillissementsprocedure het onroerend goed of bedrijfspand niet heeft overgenomen, kunnen de vereffenaar en de wederpartij de overeenkomst ontbinden. Als de vereffenaar de overeenkomst ontbindt, kan de wederpartij als schuldeiser in faillissement schadevergoeding vorderen wegens vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst. De partij die voornemens is de overeenkomst te ontbinden, dient de andere partij desgevraagd daarvan binnen vijftien dagen in kennis te stellen. Indien de partij verzuimt dat te doen, verliest zij haar recht op ontbinding.

Indien de schuldenaar als de lessor van het onroerend goed of bedrijfspand voor opening van de faillissementsprocedure vorderingen had in verband met huur- en leaserelaties voor een toekomstige periode, heeft dat rechtsgevolgen voor zover het gaat om de huur of lease voor de lopende kalendermaand bij opening van de faillissementsprocedure. Als de faillissementsprocedure wordt geopend na de vijftiende van de maand, hebben vorderingen ook rechtsgevolgen voor de daarop volgende kalendermaand. Zij houden specifiek verband met de afwikkeling van huur en leasing. Vorderingen op grond van executie zijn gelijkwaardig aan contractuele vorderingen.

De vereffenaar kan namens de schuldenaar als de lessor de lease- of huurrelatie binnen een wettelijke opzegtermijn ontbinden, ongeacht de contractuele opzegtermijn.

Een derde aan wie de vereffenaar het door de schuldenaar geleasete onroerend goed of bedrijfspand heeft vervreemd en die bijgevolg een lease- of huurrelatie aangaat in plaats van de schuldenaar, kan die overeenkomst binnen de wettelijk bepaalde termijn ontbinden.

Als de schuldenaar de lessee is kan de wederpartij, nadat het voorstel tot opening van een faillissementsprocedure is ingediend, de leaseovereenkomst niet ontbinden:

1. wegens te late huur- of leasebetaling voor de opening van de faillissementsprocedure;

2. wegens verslechtering van de financiële situatie van de schuldenaar.

De opening van de faillissementsprocedure leidt niet tot beëindiging van arbeidsovereenkomsten of dienstverleningsovereenkomsten met de schuldenaar. De opening van de faillissementsprocedure is een bijzondere gegronde reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Na de opening van de faillissementsprocedure kunnen de vereffenaar, namens de schuldenaar (als werkgever), en de werknemer de arbeidsovereenkomst ontbinden, ongeacht de contractuele looptijd van de overeenkomst en ongeacht wettelijke of contractuele bepalingen voor de bescherming van werknemers. De opzegtermijn is één maand, tenzij in de wet een kortere termijn is bepaald. Als werknemers oordelen dat de ontbinding van hun arbeidsovereenkomst niet rechtmatig is, kunnen zij bescherming van hun rechten verlangen krachtens de Arbeidswet (Zakon o radu).

Behoudens goedkeuring van de rechter kan de vereffenaar nieuwe arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd sluiten zonder de beperkingen die zijn vastgesteld in de algemene arbeidsvoorschriften voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, teneinde de reeds begonnen bedrijfsactiviteiten te voltooien en eventuele schade te voorkomen. De vereffenaar specificeert salarissen en andere inkomsten uit arbeid met goedkeuring van de rechter en in overeenstemming met de wet en de collectieve overeenkomst. De salarissen en inkomsten uit arbeid waarop werknemers recht kregen na de opening van de faillissementsprocedure, worden afgewikkeld als verplichtingen van de failliete boedel.

Het recht van werknemers op medezeggenschap vervalt met de opening van de faillissementsprocedure. Afspraken met de ondernemingsraad zijn niet bindend voor de vereffenaar.

De opdrachten van de schuldenaar in verband met de activa die deel uitmaken van de failliete boedel, verliezen hun geldigheid bij opening van de faillissementsprocedure. Als de persoon aan wie een opdracht is verstrekt, buiten zijn schuld niet op de hoogte is van de faillissementsprocedure en zijn activiteiten voortzet, wordt de opdracht geacht nog van kracht te zijn. Vorderingen van de persoon aan wie de opdracht is verstrekt in verband met zulke voortgezette activiteiten, worden afgewikkeld als vorderingen van een schuldeiser in faillissement. Met het oog op herstel van de schade is de persoon aan wie de opdracht is verstrekt, verplicht na opening van de faillissementsprocedure zijn activiteiten voort te zetten tot de vereffenaar de activiteiten overneemt. Vorderingen van de persoon aan wie de opdracht is verstrekt in verband met zulke activiteiten, worden afgewikkeld als vorderingen van schuldeisers in de failliete boedel.

Aanbiedingen aan of door de schuldenaar zijn met ingang van de dag van opening van de faillissementsprocedure niet meer geldig, tenzij zij voordien zijn aanvaard.

Ten aanzien van zakelijke overeenkomsten waarbij iemand zich heeft verplicht tot de verlening van bepaalde diensten voor de schuldenaar en ten aanzien van de machtiging van de schuldenaar in verband met de activa die deel uitmaken van de failliete boedel waarbij die machtiging niet meer geldig is vanaf de opening van faillissementsprocedure, is de persoon aan wie de opdracht is verstrekt, met het oog op het herstel van schade, gehouden de activiteiten na opening van de faillissementsprocedure te blijven uitvoeren tot de vereffenaar de uitvoering van de activiteiten overneemt. Vorderingen van de persoon aan wie de opdracht is verstrekt in verband met de voortgezette activiteiten, worden afgewikkeld als de vorderingen van schuldeisers in de failliete boedel.

Contractuele bepalingen die toepassing van de bepalingen van de SZ bij voorbaat uitsluiten of beperken, hebben geen rechtsgevolgen.

7 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor individuele vervolgingen door schuldeisers (met uitzondering van lopende rechtsvorderingen)?

a) Aan faillissement voorafgaande procedure – tussen de dag van opening en de dag van afsluiting van een aan faillissement voorafgaande procedure mogen er geen executie-, administratieve of zekerheidsprocedures worden ingesteld tegen de schuldenaar. Indien er zulke procedures reeds aanhangig zijn, worden zij opgeschort op de dag van opening van de aan faillissement voorafgaande procedure. De opgeschorte procedures worden voortgezet op voorstel van de schuldeisers:

- na sluiting van een gerechtelijk akkoord – over alle of een deel van de vorderingen die werden betwist in de aan faillissement voorafgaande procedure;

- na een definitieve beslissing tot beëindiging van de aan faillissement voorafgaande procedure.

Deze bepalingen zijn niet van toepassing op procedures waarop een aan faillissement voorafgaande procedure geen invloed heeft, of op een procedure voor de afwikkeling van vorderingen die zijn ontstaan na opening van de aan faillissement voorafgaande procedure.

In gerechtelijke procedures waarin opschorting van de procedure is gelast naar aanleiding van de opening van een aan faillissement voorafgaande procedure en waarin vervolgens een definitieve beslissing is gegeven ter bevestiging van het gerechtelijk akkoord over de vordering van de schuldeiser, zal de rechter de procedure voortzetten en de vordering afwijzen of de executie- of zekerheidsprocedure stoppen, behalve in verband met alle of een deel van de vorderingen die werden betwist in de aan faillissement voorafgaande procedure

b) Faillissementsprocedure – individuele schuldeisers kunnen na opening van de faillissementsprocedure geen executie- of zekerheidsprocedure tegen de schuldenaar instellen in verband met die delen van hun activa die deel uitmaken van de failliete boedel, of tegen andere activa van de schuldenaar. Schuldeisers anders dan schuldeisers in faillissement zijn niet gerechtigd executie of zekerheid te eisen tegenover toekomstige vorderingen van individuele schuldenaren op basis van hun arbeidsverhouding of andere dienst, of hun vorderingen op die basis in een faillissementsprocedure, behalve executie of zekerheid voor de afwikkeling van onderhoudsvorderingen en andere vorderingen die kunnen worden voldaan uit het deel van het arbeidsinkomen van de schuldenaar waaruit de vorderingen van andere schuldeisers niet kunnen worden voldaan. Indien een dergelijke executie- en zekerheidsprocedure aanhangig is bij opening van de faillissementsprocedure, wordt zij onderbroken. Zodra deze procedure wordt voortgezet, zet de executierechtbank de procedure stop.

Met het oog op uitoefening van hun rechten kunnen schuldeisers die gerechtigd zijn te verzoeken dat delen van de activa van de schuldenaar worden vrijgesteld van de insolvente boedel (izlučni vjerovnici), na opening van de faillissementsprocedure tegen de schuldenaar een executie- en zekerheidsprocedure starten overeenkomstig de algemene regels van executieprocedures. Opgeschorte executie- en zekerheidsprocedures die de schuldeisers zijn gestart voor de opening van de faillissementsprocedure, worden voortgezet en uitgevoerd door een executierechtbank overeenkomstig de regels van de executieprocedure.

Na de opening van de faillissementsprocedure is het voor bevoorrechte schuldeisers (razlučni vjerovnici) niet toegestaan een executie- of zekerheidsprocedure te beginnen. Executie- en zekerheidsprocedures die bij opening van de faillissementsprocedure aanhangig zijn, worden opgeschort. De opgeschorte executie- en zekerheidsprocedures worden voortgezet door de rechtbank die de faillissementsprocedure leidt onder toepassing van de regels voor realisatie van de posten waarvoor recht op voorrang bestaat in de faillissementsprocedure.

Na opening van de faillissementsprocedure is inschrijving in openbare registers toegestaan, indien is voldaan aan de voorwaarden voor inschrijving voordat de rechtsgevolgen van de opening van de faillissementsprocedure uitwerking kregen.

Tot een half jaar na opening van de faillissementsprocedure is executie voor de afwikkeling van vorderingen uit de failliete boedel die niet zijn gebaseerd op rechtshandelingen van de vereffenaar, niet toegestaan.

Deze bepaling geldt niet voor:

1. verplichtingen van de failliete boedel uit hoofde van een bilateraal bindende overeenkomst tot uitvoering waarvan de vereffenaar zich heeft verbonden;

2. verplichtingen uit hoofde van een permanente contractuele relatie na het verstrijken van de eerste termijn waarbinnen de vereffenaar de overeenkomst had kunnen ontbinden;

3. verplichtingen uit hoofde van een permanente contractuele relatie indien de vereffenaar een vergoeding heeft ontvangen ten gunste van de failliete boedel.

8 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor de voortzetting van lopende rechtsvorderingen op het tijdstip van de inleiding van de insolventieprocedure?

a) Aan faillissement voorafgaande procedure - tussen de dag van opening en de dag van afsluiting van een aan faillissement voorafgaande procedure mag geen civiele procedure worden aangespannen tegen de schuldenaar. Indien dergelijke procedures reeds aanhangig zijn, worden zij opgeschort op de dag van opening van de aan faillissement voorafgaande procedure. Opgeschorte procedures worden voortgezet op voorstel van de schuldeiser:

- na sluiting van een gerechtelijk akkoord – over alle of een deel van de vorderingen die werden betwist in de aan faillissement voorafgaande procedure;

- na een definitieve beslissing tot beëindiging van de aan faillissement voorafgaande procedure.

Deze bepalingen zijn niet van toepassing op procedures waarop een aan faillissement voorafgaande procedure geen invloed heeft of op een procedure voor de afwikkeling van vorderingen die zijn ontstaan na opening van de aan faillissement voorafgaande procedure.

In procedures bij een rechtbank waarin opschorting van de procedure is gelast naar aanleiding van de opening van een aan faillissement voorafgaande procedure en waarin vervolgens een definitieve beslissing is gegeven ter bevestiging van het gerechtelijk akkoord over de vordering van de schuldeiser, zal de rechtbank de procedure voortzetten en de vordering afwijzen of de executie- of zekerheidsprocedure stoppen, behalve in verband met alle of een deel van vorderingen die werden betwist in de aan faillissement voorafgaande procedure.

b) Faillissementsprocedure - de vereffenaar neemt de rechtszaken over die verband houden met activa in de failliete boedel, met inbegrip van arbitrageprocedures, en die bij opening van de faillissementsprocedure in behandeling waren, en treedt daarbij op namens en voor de schuldenaar. Rechtszaken over in het kader van de faillissementsprocedure ingestelde vorderingen kunnen pas worden voortgezet nadat zij zijn onderzocht tijdens de onderzoekszitting.

Rechtszaken die bij opening van de faillissementsprocedure lopen tegen de schuldenaar, worden namens hem overgenomen door de vereffenaar als zij betrekking hebben op:

1. uitsluiting van activa uit de failliete boedel;

2. aparte afwikkeling;

3. verplichtingen van de failliete boedel.

9 Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de deelname van de schuldeisers aan de insolventieprocedure?

a) Aan faillissement voorafgaande procedure - schuldeisers van de schuldenaar in een aan faillissement voorafgaande procedure zijn de personen die bij opening van een dergelijke procedure geldelijke vorderingen op de schuldenaar hebben. De bepalingen in de SZ over stemrecht in faillissementsregelingen zijn dienovereenkomstig van toepassing op het recht van de schuldeiser om te stemmen over het herstructureringsplan.

De schuldeisers brengen hun stem schriftelijk uit via het verplichte stemformulier. Het stemformulier wordt, ondertekend en gewaarmerkt door een bevoegde persoon, uiterlijk bij aanvang van de stemzitting bij de rechtbank ingediend. Als de schuldeisers bij aanvang van de zitting het stemformulier niet hebben ingediend of een stemformulier indienen dat niet ondubbelzinnig duidelijk maakt hoe zij hebben gestemd, worden zij geacht te hebben gestemd tegen het herstructureringsplan.

De ter zitting aanwezige schuldeisers stemmen met behulp van het verplichte stemformulier. Stemgerechtigde schuldeisers die geen stem uitbrengen tijdens deze zitting, worden geacht tegen het herstructureringsplan te hebben gestemd.

Elke groep stemgerechtigde schuldeisers stemt afzonderlijk over het herstructureringsplan. De voorschriften voor de indeling van deelnemers aan faillissementsregelingen zijn dienovereenkomstig van toepassing op de indeling van schuldeisers in aan faillissement voorafgaande procedures.

De schuldeisers worden geacht het herstructureringsplan te hebben aanvaard, als zij in meerderheid voor hebben gestemd en in elke groep de som van alle vorderingen van de schuldeisers die voor hebben gestemd, minstens twee keer zo groot is als de som van de vorderingen van de schuldeisers die tegen hebben gestemd.

Schuldeisers die een gezamenlijk recht hebben of wier rechten één samengevoegd recht vormden voordat er sprake was van gronden voor een aan faillissement voorafgaande procedure, worden wat betreft de stemming gezien als één schuldeiser. De houders van afzonderlijke rechten of rechten van vruchtgebruik worden dienovereenkomstig behandeld.

b) Faillissementsprocedure - commissie van schuldeisers – om de belangen van schuldeisers in de faillissementsprocedure te beschermen, kan de rechter voorafgaand aan de eerste zitting met de schuldeisers een commissie van schuldeisers instellen en de leden daarvan benoemen.

Zowel schuldeisers met de grootste vorderingen als die met kleine vorderingen zijn vertegenwoordigd in de commissie van schuldeisers. Verder heeft een vertegenwoordiger van de voormalige werknemers van de schuldenaar zitting in de commissie van schuldeisers, tenzij zij als schuldeisers met geringe vorderingen deelnemen aan de procedure.

Bevoorrechte schuldeisers (razlučni vjerovnici) en personen die geen schuldeiser zijn maar als deskundigen zouden kunnen bijdragen aan het werk van de commissie, kunnen als lid worden benoemd in de commissie van schuldeisers.

De commissie van schuldeisers bestaat uit een oneven aantal van ten hoogste negen leden. Is het aantal schuldeisers lager dan vijf, dan krijgen alle schuldeisers de bevoegdheden van de commissie van schuldeisers.

Als de waarde van de erkende vorderingen van de schuldeisers tijdens de onderzoekszitting is vastgesteld op meer dan 50 miljoen HRK en de schuldenaar op de dag van opening van de faillissementsprocedure arbeidsovereenkomsten met meer dan twintig werknemers heeft, is het de taak van de rechter de schuldeisers toe te staan te beslissen over de instelling van een commissie van schuldeisers.

De commissie van schuldeisers heeft als taak toe te zien op de vereffenaar en hem bij te staan in de uitvoering van bedrijfsactiviteiten, activiteiten te bewaken overeenkomstig artikel 217 van de SZ, de boeken en andere bescheiden in verband met de bedrijfsactiviteiten te onderzoeken en de omzet en liquide middelen te laten controleren. De commissie van schuldeisers kan individuele leden uit haar midden machtigen om binnen haar verantwoordelijkheidsgebied individuele activiteiten te verrichten.

Binnen haar verantwoordelijkheidsgebied verricht de commissie van schuldeisers met name de volgende activiteiten:

1. verslagen van de vereffenaar over het verloop van de faillissementsprocedure en de staat van de failliete boedel onderzoeken;

2. de bedrijfsboekhouding en alle door de vereffenaar overgenomen documentatie bestuderen;

3. bij de rechter bezwaar maken tegen handelingen van de vereffenaar;

4. de kostenramingen voor de faillissementsprocedure goedkeuren;

5. de rechter op diens verzoek adviseren over de liquidatie van de activa van de schuldenaar;

6. de rechter op diens verzoek adviseren over de voortzetting van lopende bedrijfsactiviteiten of over de activiteiten van de schuldenaar;

7. de rechter op diens verzoek adviseren over de opname van geverifieerde verliezen die zijn vastgesteld in de inventaris van activa.

(3) De commissie van schuldeisers informeert de schuldeisers over het verloop van de procedure en de staat van de failliete boedel.

De vergadering van schuldeisers

De rechter roept een vergadering van de schuldeisers bijeen. Het recht op deelname wordt verleend aan alle schuldeisers in faillissement, alle bevoorrechte schuldeisers in faillissement met recht op aparte afwikkeling, de vereffenaar en de individuele schuldenaar.

Tijdens de verslagzitting of latere zitting is de vergadering van schuldeisers bevoegd om:

1. een commissie van schuldeisers in te stellen, voor zover dat niet al is gebeurd, de samenstelling ervan te wijzigen of de commissie te ontslaan;

2. een nieuwe vereffenaar aan te stellen;

3. te beslissen over het al dan niet voortzetten van de activiteiten van de schuldenaar en over de wijze en voorwaarden van liquidatie van de activa van de schuldenaar;

4. de vereffenaar op te dragen een faillissementsregeling op te stellen;

5. beslissingen te nemen binnen de bevoegdheid van de commissie van schuldeisers;

6. te beslissen over andere zaken die relevant zijn voor de uitvoering en afsluiting van faillissementsprocedures overeenkomstig de SZ.

De vergadering van schuldeisers heeft het recht de vereffenaar te vragen om kennisgevingen en verslagen over de stand van zaken en bedrijfsactiviteiten. Als er geen commissie van schuldeisers is ingesteld, kan de vergadering van schuldeisers opdracht geven tot controle van de omzet en liquide middelen onder beheer van de vereffenaar.

10 Op welke wijze kan de insolventiefunctionaris de goederen van de boedel gebruiken of te gelde maken?

Bij opening van de faillissementsprocedure vervallen de rechten van de schuldenaar als rechtspersoon en gaan deze over op de vereffenaar. Bij opening van de faillissementsprocedure gaan de rechten van een individuele schuldenaar om activa in de failliete boedel te beheren en te vervreemden, over op de vereffenaar.

Na opening van de faillissementsprocedure neemt de vereffenaar onmiddellijk de eigendom en het beheer van alle activa van de failliete boedel over.

Op basis van een executiebeslissing over de opening van een faillissementsprocedure kan de vereffenaar de rechter verzoeken de schuldenaar te gelasten activa over te dragen en executiemaatregelen vast te stellen voor de gedwongen uitvoering van de beslissing.

Zodra de beslissing over de opening van de faillissementsprocedure definitief is, kan de vereffenaar de rechter verzoeken derden die activa uit de failliete boedel in bezit hebben, te gelasten die activa af te staan. Samen met voornoemd verzoek verstrekt de vereffenaar een document waaruit de eigendom van de activa blijkt. De rechter neemt een beslissing over het voorstel van de vereffenaar na de eigenaren van activa in de failliete boedel te hebben gehoord.

De vereffenaar stelt een lijst van individuele activa in de failliete boedel samen. De individuele schuldenaar en personen die eerder gemachtigd waren om de schuldenaar wettelijk te vertegenwoordigen, verlenen in deze kwestie hun medewerking aan de vereffenaar. De vereffenaar vergaart de benodigde informatie van voornoemde personen, tenzij de procedure daardoor onnodig veel vertraging zou ondervinden.

De vereffenaar stelt een lijst samen van alle schuldeisers van de schuldenaar die hem uit de bedrijfsboekhouding en bedrijfsdocumentatie, overige informatie van de schuldenaar, ingediende vorderingen of anderszins bekend zijn.

De vereffenaar stelt een stelselmatig overzicht op ten aanzien van de opening van de faillissementsprocedure, waarin hij de activa uit de failliete boedel, de verplichtingen van de schuldenaar en de waardebepaling ervan vermeldt en vergelijkt.

De inventaris van de failliete boedel, de lijst van schuldeisers en het overzicht van activa en passiva worden uiterlijk acht dagen voor de verslagzitting aan de griffie ter hand gesteld.

De opening van de faillissementsprocedure doet niets af aan de plicht van de schuldenaar ingevolge handels- en belastingrecht om een financiële administratie bij te houden en verslagen uit te brengen. De vereffenaar verricht zulke taken in verband met de failliete boedel.

De vereffenaar verstrekt de rechter uiterlijk vijftien dagen voor de verslagzitting een verslag over de economische positie van de schuldenaar en de redenen voor die positie, welk verslag uiterlijk acht dagen voor de verslagzitting wordt gepubliceerd op het elektronische prikbord van de rechtbank (e-Oglasna ploča suda).

Na de verslagzitting realiseert de vereffenaar de activa in de failliete boedel onverwijld, voor zover dat niet strijdig is met de beslissing van de vergadering van schuldeisers.

De vereffenaar realiseert de activa in de faillissementsprocedure overeenkomstig de beslissingen van de vergadering van schuldeisers en de commissie van schuldeisers.

11 Welke vorderingen moeten worden verhaald op de insolvente boedel van de schuldenaar en hoe moeten vorderingen die zijn ontstaan na de opening van de insolventieprocedure worden behandeld?

Bij opening van de faillissementsprocedure vervallen de rechten van de schuldenaar als rechtspersoon en gaan deze over op de vereffenaar. Bij opening van de faillissementsprocedure gaan de rechten van een individuele schuldenaar om activa in de failliete boedel te beheren en te vervreemden, over op de vereffenaar.

Na opening van de faillissementsprocedure neemt de vereffenaar onmiddellijk de eigendom en het beheer van alle activa van de failliete boedel over.

Op basis van een executiebeslissing over de opening van een faillissementsprocedure kan de vereffenaar de rechter verzoeken de schuldenaar te gelasten activa over te dragen en executiemaatregelen vast te stellen voor de gedwongen uitvoering van de beslissing.

Zodra de beslissing over de opening van de faillissementsprocedure definitief is, kan de vereffenaar de rechter verzoeken derden die activa uit de failliete boedel in bezit hebben, te gelasten die activa af te staan. Samen met voornoemd verzoek verstrekt de vereffenaar een document waaruit de eigendom van de activa blijkt. De rechter neemt een beslissing over het voorstel van de vereffenaar na de eigenaren van activa in de failliete boedel te hebben gehoord.

De vereffenaar stelt een lijst van individuele activa in de failliete boedel samen. De individuele schuldenaar en personen die eerder gemachtigd waren om de schuldenaar wettelijk te vertegenwoordigen, verlenen in deze kwestie hun medewerking aan de vereffenaar. De vereffenaar vergaart de benodigde informatie van voornoemde personen, tenzij de procedure daardoor onnodig veel vertraging zou ondervinden.

De vereffenaar stelt een lijst samen van alle schuldeisers van de schuldenaar die hem uit de bedrijfsboekhouding en bedrijfsdocumentatie, overige informatie van de schuldenaar, ingediende vorderingen of anderszins bekend zijn.

De vereffenaar stelt een stelselmatig overzicht op ten aanzien van de opening van de faillissementsprocedure, waarin hij de activa uit de failliete boedel, de verplichtingen van de schuldenaar en de waardebepaling ervan vermeldt en vergelijkt.

De inventaris van de failliete boedel, de lijst van schuldeisers en het overzicht van activa en passiva worden uiterlijk acht dagen voor de verslagzitting aan de griffie ter hand gesteld.

De opening van de faillissementsprocedure doet niets af aan de plicht van de schuldenaar ingevolge handels- en belastingrecht om een financiële administratie bij te houden en verslagen uit te brengen. De vereffenaar verricht zulke taken in verband met de failliete boedel.

De vereffenaar verstrekt de rechter uiterlijk vijftien dagen voor de verslagzitting een verslag over de economische positie van de schuldenaar en de redenen voor die positie, welk verslag uiterlijk acht dagen voor de verslagzitting wordt gepubliceerd op het elektronische prikbord van de rechtbank (e-Oglasna ploča suda).

Na de verslagzitting realiseert de vereffenaar de activa in de failliete boedel onverwijld, voor zover dat niet strijdig is met de beslissing van de vergadering van schuldeisers.

De vereffenaar realiseert de activa in de faillissementsprocedure overeenkomstig de beslissingen van de vergadering van schuldeisers en de commissie van schuldeisers.

12 Wat zijn de regels betreffende indiening, verificatie en toelating van de vorderingen?

a) Aan faillissement voorafgaande procedure – vorderingen worden ingediend bij de bevoegde eenheid van het Financieel agentschap, met behulp van een standaardformulier en onder bijvoeging van kopieën van de documenten die ten grondslag liggen aan de vordering of de vordering staven.

Het ministerie van Financiën – Belastingdienst (Ministarstvo financija – Porezna uprava) kan vorderingen indienen uit hoofde van belasting, verhoogde belasting, bijdragen voor verplichte verzekering die wettelijk moeten worden ingehouden op inkomen en salarissen, evenals andere vorderingen die zij kan innen op grond van speciale regelgeving, met uitzondering van vorderingen die voortkomen uit belasting en verhoogde belasting van inkomen uit arbeid en bijdragen uit het basisbedrag voor verzekerden in het kader van een arbeidsverhouding.

In aan faillissement voorafgaande procedures kunnen werknemers en ex-medewerkers van de schuldenaar, en het ministerie van Financiën – Belastingdienst, geen vorderingen indienen uit een arbeidsverhouding, ontslagvergoeding tot het in de wet of collectieve overeenkomst bepaalde bedrag en vorderingen op grond van schadevergoeding wegens arbeidsongeval of beroepsziekte; deze vorderingen kunnen niet het voorwerp van een aan faillissement voorafgaande procedure zijn. Als de indiener deze vorderingen niet of niet juist heeft opgegeven in het voorstel tot opening van een aan faillissement voorafgaande procedure, kunnen de werknemers en ex-werknemers van de schuldenaar, en het ministerie van Financiën – Belastingdienst, bezwaar aantekenen.

Bij het indienen van hun vorderingen verstrekken bevoorrechte schuldeisers (razlučni vjerovnici) informatie over hun rechten, de rechtsgrond voor hun bevoorrechte status en het deel van de activa van de schuldenaar waarop die bevoorrechte status van toepassing is, samen met een verklaring of zij al dan niet afstand doen van het recht op aparte afwikkeling.

Bij het indienen van hun vorderingen verstrekken schuldeisers die voor delen van de activa van de schuldenaar kunnen verzoeken om vrijstelling van de insolvente boedel (izlučni vjerovnici) informatie over hun rechten, de rechtsgrond voor het recht op vrijstelling en het deel van de activa van de schuldenaar waarop hun recht op vrijstelling van toepassing is.

Voor de uitvoering van het herstructureringsplan zijn beide typen schuldeisers (razlučni vjerovnici en izlučni vjerovnici) bij het indienen van hun vorderingen verplicht te verklaren of zij al dan niet instemmen met opschorting van afwikkeling uit de activa waarop hun bevoorrechte status van toepassing is, of opschorting van de scheiding van activa waarop hun recht op vrijstelling van toepassing is.

Een gerechtelijk akkoord mag geen afbreuk doen aan het recht van schuldeisers op aparte afwikkeling uit activa waarop het recht van aparte afwikkeling van toepassing is, tenzij in dat akkoord anders is bepaald. Een gerechtelijk akkoord dat wel uitdrukkelijk anders bepaalt, moet vermelden welk deel van de rechten van deze schuldeisers moet worden beperkt, hoe lang de afwikkeling wordt opgeschort en welke andere bepalingen van de aan faillissement voorafgaande procedure van toepassing zijn op die rechten.

Als de schuldeiser geen vordering indient maar de vordering wel is vermeld in het voorstel tot opening van een aan faillissement voorafgaande procedure, wordt de vordering geacht te zijn ingediend.

De schuldenaar en de eventueel benoemde curator maken hun standpunt kenbaar ten aanzien van de vorderingen van de schuldeisers. Dat standpunt wordt bij de bevoegde eenheid van het Financieel agentschap ingediend op een standaardformulier met daarin per vordering de volgende informatie:

1. het nummer van de vordering volgens het overzicht van ingediende vorderingen;

2. informatie ter identificatie van de schuldeisers;

3. het bedrag van de ingediende vordering;

4. de verklaring van de schuldenaar en de eventueel benoemde curator waarin zij de vordering erkennen of betwisten;

5. het betwiste bedrag van de vordering;

6. de feiten ter onderbouwing van de bewering dat de betwiste vordering of het betwiste deel ervan ongegrond is.

Na het verstrijken van de termijn voor het kenbaar maken van een standpunt over ingediende vorderingen, kunnen de schuldenaar en de eventueel benoemde curator zich niet meer verzetten tegen de vorderingen die zij hebben erkend.

Een schuldeiser kan een door een andere schuldeiser ingediende vordering betwisten.

Een betwisting van een vordering wordt bij de bevoegde eenheid van het Financieel agentschap ingediend op een standaardformulier met daarin de volgende informatie:

1. informatie ter identificatie van de schuldeiser die de vordering betwist;

2. het referentienummer van de betwiste vordering volgens het overzicht van ingediende vorderingen;

3. informatie ter identificatie van de schuldeiser die de betwiste vordering heeft ingediend;

4. het bedrag van de ingediende vordering die wordt betwist;

5. een verklaring van de schuldeiser die de vordering betwist;

6. het betwiste bedrag van de vordering;

7. de feiten ter onderbouwing van de bewering dat de betwiste vordering of het betwiste deel ervan ongegrond is.

Het Financieel agentschap stelt aan de hand van een standaardformulier een overzicht op van ingediende vorderingen en een overzicht van betwiste vorderingen.

a) Faillissementsprocedure – vorderingen worden op een standaardformulier in tweevoud ingediend bij de vereffenaar, onder bijvoeging van kopieën van de documenten die ten grondslag liggen aan de vordering of de vordering staven.

De vereffenaar stelt een lijst op van alle vorderingen die door werknemers en ex-werknemers zijn ingediend voor de opening van de faillissementsprocedure, die zowel bruto als netto worden vermeld; er moeten twee kopieën van de indiening van vorderingen ter ondertekening worden ingediend.

De vorderingen van schuldeisers met een lagere prioriteit worden alleen op speciale uitnodiging van de rechter ingediend. Bij het indienen van zulke vorderingen wordt vermeld dat zij een lagere prioriteit hebben, evenals de rangorde waarop de schuldeiser recht heeft.

Schuldeisers die kunnen verzoeken om vrijstelling (izlučni vjerovnici) informeren de vereffenaar over hun recht op vrijstelling en de rechtsgrond voor dat recht, en vermelden de activa waarop dit recht van toepassing is, of vermelden in hun kennisgeving hun recht op vergoeding voor het recht op vrijstelling.

Bevoorrechte schuldeisers (razlučni vjerovnici) informeren de vereffenaar over hun bevoorrechte status en de rechtsgrond daarvoor, onder vermelding van de activa waarop die bevoorrechte status van toepassing is. Bevoorrechte schuldeisers die ook een vordering indienen als schuldeiser in faillissement, vermelden bij het indienen het deel van de activa van de schuldenaar waarop hun bevoorrechte status van toepassing is en het bedrag dat naar verwachting niet zal worden afgewikkeld door die bevoorrechte status.

Bevoorrechte schuldeisers die verzuimen de vereffenaar aldus te informeren over hun status, verliezen hun recht op aparte afwikkeling niet. Bij wijze van uitzondering verliezen bevoorrechte schuldeisers wel hun recht op aparte afwikkeling en kunnen zij niet verzoeken om schade- of andere vergoedingen van een schuldenaar of schuldeiser in faillissement, als het voorwerp van de bevoorrechte status zonder hen is gerealiseerd in de faillissementsprocedure en de bevoorrechte status niet is opgenomen in een openbaar register of de vereffenaar er geen kennis van had of had kunnen hebben.

De ter onderzoekszitting ingediende vorderingen worden beoordeeld op het bedrag ervan en de rangorde.

De vereffenaar maakt per ingediende vordering uitdrukkelijk kenbaar of hij de vordering erkent of betwist.

De vorderingen die worden betwist door de vereffenaar, de individuele schuldenaar of een van de schuldeisers in faillissement worden apart onderzocht. De rechten op vrijstelling en de rechten op voorrang worden niet onderzocht.

Een vordering wordt geacht geldig te zijn als zij tijdens de onderzoekszitting wordt erkend door de vereffenaar en niet wordt betwist door een schuldeiser in faillissement, of als een betwisting wordt verworpen. Als een individuele schuldenaar een vordering betwist, laat dat de mogelijkheid van geldigverklaring van de vordering onverlet.

De rechter stelt een overzicht op van onderzochte vorderingen waarin per ingediende vordering het bedrag wordt vermeld waarvoor de vordering geldig is verklaard, de rangorde ervan en de persoon die de vordering betwistte. Betwistingen van vorderingen door een individuele schuldenaar worden eveneens opgenomen in het overzicht. De rechter geeft de geldigheid van een vordering ook weer op wisselbrieven en andere schuldbewijzen.

Op basis van het overzicht van onderzochte vorderingen geeft de rechter een beslissing over het bedrag en de rangorde van de geldig verklaarde of betwiste individuele vorderingen. Daarbij beslist de rechter tevens over verwijzing om de vorderingen geldig te verklaren of te betwisten.

Als de vereffenaar de vordering heeft betwist, verwijst de rechter de schuldeiser om een rechtszaak tegen de schuldenaar aan te spannen voor geldigverklaring van de betwiste vordering.

Als een van de schuldeisers in faillissement een vordering heeft betwist die is erkend door de vereffenaar, verwijst de rechter die schuldeiser om een rechtszaak aan te spannen voor geldigverklaring van de betwiste vordering. In een dergelijke rechtszaak treedt de persoon die de vordering betwist, op namens en voor rekening van de schuldenaar.

Bij betwisting van de vorderingen van werknemers en ex-werknemers van de schuldenaar wordt de rechtszaak voor geldigverklaring van betwiste vorderingen aangespannen overeenkomstig de algemene bepalingen voor procedures bij een rechtbank en bijzondere bepalingen voor procedures in arbeidsgeschillen.

Als de betwiste vordering voorwerp is van een dwangbevel, verwijst de rechter de betwistende partij om een rechtszaak aan te spannen teneinde te bewijzen dat haar betwisting gegrond is.

13 Wat zijn de regels betreffende de verdeling van de opbrengst? Hoe worden de vorderingen en de rechten van schuldeisers gerangschikt?

De betaling van schuldeisers geschiedt uit de liquide middelen. Bij gedeeltelijke uitdeling worden achtergestelde schuldeisers niet in acht genomen. De uitdeling wordt verricht door de vereffenaar. De vereffenaar vraagt voorafgaand aan elke uitdeling om toestemming van de commissie van schuldeisers of, als er geen commissie van schuldeisers is ingesteld, van een rechter.

Tot de niet-achtergestelde vorderingen met de hoogste rang behoren vorderingen van de werknemers en ex-werknemers van de schuldenaar die tot de dag van opening van de faillissementsprocedure uit een arbeidsverhouding zijn ontstaan, voor het totale brutobedrag, ontslagvergoedingen tot het wettelijk en in collectieve overeenkomsten bepaalde bedrag en vorderingen wegens letsel op het werk of aan het werk gerelateerde ziekte.

Tot niet-achtergestelde vorderingen met de op een na hoogste rang behoren alle overige vorderingen op de schuldenaar behalve de achtergestelde vorderingen.

Na afwikkeling van de niet-achtergestelde vorderingen worden de achtergestelde vorderingen in onderstaande volgorde afgewikkeld:

1. rente op vorderingen van schuldeisers in faillissement sinds de opening van de faillissementsprocedure;

2. kosten van individuele schuldeisers gemaakt in het kader van hun deelname aan de procedure;

3. boetes voor misdrijven of inbreuk en kosten die voortkomen uit straf- of inbreukprocedures;

4. vorderingen die de gratis verrichting van diensten door een schuldenaar beogen;

5. vorderingen voor de terugbetaling van leningen ter vervanging van kapitaal van een lid van een vennootschap of overeenkomstige vordering.

Uitstaande vorderingen worden opeisbaar bij opening van de faillissementsprocedure.

Vorderingen in verband met een ontbindende voorwaarde die van kracht wordt bij opening van een faillissementsprocedure, worden beschouwd als onvoorwaardelijke vorderingen tot het moment waarop die voorwaarde van kracht wordt.

De kosten van de faillissementsprocedure en de andere verplichtingen van de failliete boedel worden eerst betaald uit de failliete boedel. De vereffenaar wikkelt de vorderingen af in de volgorde van de resterende looptijd ervan.

Voorafgaand aan de uitdeling stelt de vereffenaar een lijst op van vorderingen die in acht worden genomen voor de uitdeling (uitdelingslijst). De vorderingen van de werknemers en ex-werknemers van de schuldenaar uit een arbeidsverhouding die zijn ontstaan vóór opening van de faillissementsprocedure worden in acht genomen voor het brutobedrag. De lijst vermeldt het totaalbedrag aan vorderingen en het bedrag uit de failliete boedel dat beschikbaar is voor uitdeling onder de schuldeisers.

Een bevoorrechte schuldeiser tegenover wie de schuldenaar ook persoonlijk aansprakelijk is, voorziet de vereffenaar binnen twee weken na aankondiging van de uitdelingslijst bewijs dat hij heeft afgezien van het recht op aparte afwikkeling – en voor welk bedrag – of dat er geen aparte afwikkeling is geweest. Als de schuldeiser niet op tijd is met het bewijs, wordt zijn vordering niet in aanmerking genomen in de gedeeltelijke uitdeling.

Vorderingen met een opschortende voorwaarde worden bij gedeeltelijke uitdeling in aanmerking genomen voor het volledige bedrag ervan. Het gedeelte dat deze vorderingen betreft, wordt tijdens de uitdeling gereserveerd.

Tijdens de definitieve uitdeling worden vorderingen met een opschortende voorwaarde niet in aanmerking genomen, als zij op het moment van de uitdeling geen materiële waarde vertegenwoordigen vanwege de geringe kans dat aan de voorwaarde wordt voldaan. In dat geval worden de bedragen die bij de vorige uitdelingen zijn gereserveerd voor betaling van deze vordering, opgenomen in het deel van de boedel waaruit de definitieve uitdeling plaatsvindt.

De schuldeisers die zijn uitgesloten van gedeeltelijke uitdeling en die vervolgens voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 275 en 276 van de SZ, ontvangen bij de volgende uitdeling uit het saldo van de failliete boedel eenzelfde bedrag als andere schuldeisers. Pas dan kan worden overgegaan tot afwikkeling van de vorderingen van andere schuldeisers.

De definitieve uitdeling begint zodra de realisatie van de failliete boedel is voltooid. De definitieve uitdeling mag alleen met toestemming van de rechter beginnen.

Als de vorderingen van alle schuldeisers bij de definitieve uitdeling voor het volledige bedrag kunnen worden betaald, draagt de vereffenaar een eventueel overschot over aan de individuele schuldenaar. Als de schuldenaar een rechtspersoon is, kent de vereffenaar aan elke persoon met een belang in de schuldenaar het deel van het overschot toe waarop die persoon recht zou hebben in het geval van een liquidatieprocedure buiten de faillissementsprocedure.

14 Wat zijn de voorwaarden voor en de gevolgen van de beëindiging van de insolventieprocedure (met name door een akkoord)?

a) Aan faillissement voorafgaande procedure – als de schuldeisers het herstructureringsplan aanvaarden, erkent de rechter op grond van een beslissing de goedkeuring van het herstructureringsplan en bevestigt de rechter een gerechtelijk akkoord, tenzij:

− een van de schuldeisers met voldoende zekerheid vaststelt dat het herstructureringsplan de rechten beperkt tot onder het niveau dat zij redelijkerwijs zouden verwachten te ontvangen als er geen sprake was van herstructurering;

− het herstructureringsplan niet de indruk wekt dat de schuldenaar door uitvoering ervan in staat zal zijn solvent te worden in de periode tot het einde van het lopende jaar en binnen de twee volgende kalenderjaren;

− het herstructureringsplan geen beschrijving bevat van de afwikkeling van bedragen die de schuldeisers zouden ontvangen als hun vordering niet zou worden betwist; of

− in het herstructureringsplan wordt voorgesteld de vorderingen van een of meer schuldeisers te activeren en de leden van de schuldenaar geen beslissing hebben genomen om met die activiteit in te stemmen overeenkomstig de Vennootschapswet (Zakon o trgovačkim društvima).

Als niet is voldaan aan de voorwaarden voor bevestiging van het gerechtelijk akkoord, bepaalt de rechter op grond van een beslissing dat de bevestiging van het gerechtelijk akkoord niet wordt verleend en dat de procedure wordt opgeschort.

Een bevestigd gerechtelijk akkoord heeft rechtsgevolgen voor de schuldeisers die niet hebben deelgenomen aan de procedure en de schuldeisers die wel hebben deelgenomen aan de procedure, en hun betwiste vorderingen worden vervolgens vastgesteld.

Een schuldenaar die winst heeft gemaakt met passiva die worden afgeschreven ingevolge een gerechtelijk akkoord, houdt die verworven winst aan tot het einde van de termijn voor nakoming van alle verplichtingen uit het gerechtelijk akkoord.

Als een schuldeiser een vordering op de schuldenaar afschrijft ingevolge een bevestigd gerechtelijk akkoord, wordt het bedrag van de afgeschreven vordering opgenomen als fiscaal aftrekbare uitgave van de schuldeiser.

b) Faillissementsprocedure - onmiddellijk na voltooiing van de definitieve uitdeling doet de rechter uitspraak ter afsluiting van de faillissementsprocedure, welke uitspraak ter hand wordt gesteld aan de instantie die het register beheert waarin de schuldenaar is ingeschreven. Eenmaal doorgehaald in het register, houdt een schuldenaar die een rechtspersoon is op te bestaan en verliest een schuldenaar die een natuurlijk persoon is zijn status als eenmanszaak, ondernemer of zelfstandige.

15 Wat zijn de rechten van de schuldeisers nadat de insolventieprocedure beëindigd is?

Na afsluiting van de faillissementsprocedure tegen een individuele schuldenaar kunnen schuldeisers in het faillissement hun resterende vorderingen onbeperkt voortzetten.

De schuldeisers in het faillissement kunnen hun vorderingen op de schuldenaar afdwingen op grond van een beslissing waarin hun vorderingen worden bevestigd, mits de vorderingen tijdens de onderzoekszitting zijn bevestigd en niet zijn betwist door de schuldenaar. Een tevergeefs betwiste vordering geldt als een onbetwiste vordering.

De rechter gelast op voorstel van de vereffenaar of een of meer van de schuldeisers, of ambtshalve, de procedure voort te zetten voor verdere uitdeling indien na de laatste zitting:

1. aan de voorwaarden is voldaan om gereserveerde bedragen uit te delen aan de schuldeisers;

2. uit de failliete boedel betaalde bedragen terug worden opgenomen in de failliete boedel;

3. er activa worden gevonden die deel uitmaken van de failliete boedel.

De rechter gelast de procedure voort te zetten voor verdere uitdeling, ongeacht het feit dat de procedure is afgesloten.

De rechter kan besluiten af te zien van verdere uitdeling en het voor uitdeling aan schuldeisers beschikbare bedrag of de aangetroffen goederen overdragen aan de individuele schuldenaar, als de rechter dat juist acht gezien het geringe bedrag of de geringe waarde van de goederen en de kosten van voortzetting van de procedure voor verdere uitdeling. De rechter kan als voorwaarde voor voortzetting van de procedure voor verdere uitdeling stellen dat de kosten van de procedure vooraf worden betaald.

Na uitvoering van de verdere uitdeling doet de rechter uitspraak over de afsluiting van de faillissementsprocedure.

Nadat verdere uitdeling is gelast, gaat de vereffenaar op basis van de definitieve lijst over tot uitdeling van het bedrag waarover vrij kan worden beschikt of het bedrag dat is ontvangen uit de realisatie van het deel van de failliete boedel dat naderhand is aangetroffen. De vereffenaar legt de eindafrekening over aan de rechter.

De schuldeisers uit de failliete boedel wier vorderingen aan de vereffenaar bekend zijn geworden:

1. tijdens gedeeltelijke uitdeling, na vaststelling van het deel voor uitdeling,

2. tijdens definitieve uitdeling, na afsluiting van de laatste zitting,

3. tijdens verdere uitdeling, na publicatie van de lijst voor die uitdeling,

kunnen alleen aanspraak maken op betaling uit het saldo van de failliete boedel dat resteert na de uitdeling.

16 Voor wiens rekening zijn de kosten en uitgaven in het kader van de insolventieprocedure?

Elke schuldeiser draagt zijn eigen kosten in een aan faillissement voorafgaande procedure en faillissementsprocedure, tenzij de SZ anders bepaalt.

17 Wat zijn de regels betreffende nietigheid, vernietigbaarheid of niet-tegenwerpbaarheid van de voor de gezamenlijke schuldeisers nadelige rechtshandelingen?

Rechtshandelingen vóór opening van de faillissementsprocedure die de uniforme afwikkeling van schuldeisers in het faillissement verstoren (en daarmee de schuldeisers benadelen) of die bepaalde schuldeisers bevoordelen boven andere (voorkeursbehandeling van schuldeisers) kunnen door de vereffenaar worden betwist namens de schuldenaar en de schuldeisers in het faillissement, overeenkomstig de SZ. Omissies als gevolg waarvan de schuldenaar een recht verloor of die als grond hebben gediend voor het instellen, handhaven of veilig stellen van de geldelijke vorderingen op de schuldenaar, worden gelijkwaardig aan zulke rechtshandelingen geacht.

Een rechtshandeling die zekerheid of voorrang biedt aan of mogelijk maakt voor een schuldeiser op een wijze die en tijdstip dat congruent is met de inhoud van diens rechten (congruente afwikkeling) en die is verricht in de laatste drie maanden voor indiening van een voorstel tot opening van een faillissementsprocedure, kan worden betwist als de schuldenaar ten tijde van de handeling insolvent was en de schuldeiser van die insolventie op de hoogte was.

Een rechtshandeling die zekerheid of voorrang biedt aan of mogelijk maakt voor een schuldeiser in overeenstemming met de inhoud van diens rechten, kan worden betwist als zij is verricht na indiening van het voorstel tot opening van een faillissementsprocedure en als de schuldeiser ten tijde van de handeling op de hoogte was van de insolventie of het voorstel tot opening van de faillissementsprocedure.

De schuldeiser wordt geacht op de hoogte te zijn geweest van de insolventie of het voorstel tot opening van een faillissementsprocedure als hij wist, of had moeten weten, van de omstandigheden waaruit duidelijk moet zijn geweest dat er sprake was van insolventie of van een voorstel tot indiening van een voorstel tot opening van een faillissementsprocedure.

Personen die ten tijde van de handeling in nauw contact stonden met de schuldenaar, worden geacht op de hoogte te zijn geweest van de insolventie en het voorstel een faillissementsprocedure te openen.

Een rechtshandeling die zekerheid of voorrang biedt aan of mogelijk maakt voor een schuldeiser, terwijl hij niet het recht had een vordering in te stellen of op die wijze of op dat moment een vordering in te stellen, kan worden betwist:

1. als zij werd verricht in de laatste maand voor indiening van het voorstel tot opening van de faillissementsprocedure of na indiening van het voorstel, of

2. als zij werd verricht in de derde of tweede maand voor indiening van het voorstel tot opening van de faillissementsprocedure en de schuldenaar destijds insolvent was, of

3. als de handeling werd verricht in de derde of tweede maand voor indiening van het voorstel tot opening van de faillissementsprocedure, en de schuldeiser ten tijde van de verrichting van de handeling wist dat de schuldeisers in het faillissement erdoor zouden worden benadeeld.

Een schuldeiser wordt geacht te hebben geweten dat de handeling nadelig zou zijn voor andere schuldeisers als hij op de hoogte was, of had moeten zijn, van omstandigheden waaruit duidelijk moet zijn geweest dat schuldeisers zouden worden benadeeld. Personen die ten tijde van de handeling in nauw contact stonden met de schuldenaar, worden geacht te hebben geweten dat de schuldeisers in het faillissement zouden worden benadeeld.

Een rechtshandeling van de schuldenaar die rechtstreeks resulteert in nadeel voor de schuldeisers in het faillissement, kan worden betwist:

1. als zij is verricht in de laatste drie maanden voor indiening van het voorstel tot opening van de faillissementsprocedure, als de schuldenaar insolvent was ten tijde van de handeling en als de andere partij op de hoogte was van de insolventie; of

2. als zij is verricht na indiening van het voorstel tot opening van een faillissementsprocedure en als de andere persoon ten tijde van de rechtshandeling op de hoogte was, of had moeten zijn, van de insolventie of van het voorstel een faillissementsprocedure te openen.

Een rechtshandeling van de schuldenaar die resulteert in het verlies van een of meer van zijn rechten of die hem belet een of meer van zijn rechten uit te oefenen, of een handeling op basis waarvan een geldelijke vordering tegen hem geldig kan blijven of kan worden afgedwongen, wordt op dezelfde wijze behandeld als een handeling die rechtstreeks nadeel voor de schuldeisers tot gevolg heeft.

Een rechtshandeling die de schuldenaar in de laatste tien jaar voor indiening van het voorstel tot opening van de faillissementsprocedure of nadien heeft verricht met de intentie schuldeisers te benadelen, kan worden betwist als de wederpartij op de hoogte was van de intentie van de schuldenaar ten tijde van de handeling. De wederpartij wordt geacht op de hoogte te zijn geweest van die intentie, als zij wist dat de schuldenaar insolventie riskeerde en dat deze handeling de schuldeisers zou benadelen.

De schuldeiser wordt geacht te hebben geweten dat de schuldenaar insolventie riskeerde en dat de handeling nadelig zou zijn voor de schuldeisers als die schuldeiser op de hoogte was, of had moeten zijn, van omstandigheden waaruit duidelijk moet zijn geweest dat de schuldenaar insolvent was en dat die handeling nadelig zou zijn voor de schuldeisers.

Overeenkomsten onder bezwarende titel tussen de schuldenaar en personen die nauw met hem in contact staan, kunnen worden betwist als zij de schuldeisers rechtstreeks nadeel berokkenen. Zulke overeenkomsten kunnen niet worden betwist als zij meer dan twee jaar voor indiening van het voorstel tot opening van de faillissementsprocedure zijn aangegaan, of als de wederpartij bewijst dat zij bij het aangaan van de overeenkomst niet op de hoogte was van de intentie van de schuldenaar de schuldeisers te benadelen.

Een rechtshandeling van de schuldenaar die om niet of tegen een onbeduidende vergoeding is verricht kan worden betwist, tenzij zij vier jaar voor indiening van het voorstel tot opening van de faillissementsprocedure is verricht. In het geval van een incidenteel geschenk van geringe waarde kan de handeling niet worden betwist.

Een rechtshandeling waarbij een lid van de vennootschap een vordering voor terugbetaling van een lening ter vervanging van kapitaal of een vergelijkbare vordering instelt, is nietig:

1. als zij dient tot zekerstelling en in de laatste vijf jaar voor indiening van het voorstel tot opening van de faillissementsprocedure of nadien is verricht;

2. als zij de afwikkeling garandeert en in het laatste jaar voor indiening van het voorstel tot opening van de faillissementsprocedure of nadien is verricht.

Een rechtshandeling waarbij het aandeel van de stille vennoot van de vennootschap geheel of gedeeltelijk aan hem wordt teruggegeven, of waarbij geheel of gedeeltelijk afstand wordt gedaan van zijn aandeel in de geleden verliezen, kan worden betwist als de overeenkomst waarop de handeling is gebaseerd, in het laatste jaar voor indiening van het voorstel tot opening van de faillissementsprocedure tegen de vennootschap of nadien is aangegaan. Hetzelfde is van toepassing als de stille vennoot wordt geliquideerd in overeenstemming met de overeenkomst.

In het geval van congruente afwikkeling kunnen betalingen die de schuldenaar heeft verricht via een wissel, niet van de ontvanger worden teruggevorderd als de ontvanger overeenkomstig de wet inzake verhandelbare instrumenten een vordering op andere schuldenaren zou verliezen als hij weigert de betaling te aanvaarden.

Een rechtshandeling wordt geacht te zijn verricht op het moment waarop de rechtsgevolgen ervan zich voordoen.

Als voor de rechtsgeldigheid van een rechtshandeling inschrijving in een openbare administratie, register of logboek vereist is, wordt de rechtshandeling geacht te zijn verricht zodra is voldaan aan de overige voorwaarden voor geldigheid, de verklaring van de schuldenaar die inschrijving te zullen verrichten, bindend wordt, en de wederpartij een verzoek om inschrijving van een juridische wijziging indient. Deze bepaling is tevens van toepassing op verzoeken om inschrijving vooraf met het oog op veiligstelling van het recht op een juridische wijziging.

Als een rechtshandeling onderworpen is aan een voorwaarde of termijn, wordt het tijdstip waarop zij is verricht in aanmerking genomen, niet het tijdstip waarop de voorwaarde zich voordoet of de termijn verstrijkt.

Een rechtshandeling waarvoor een executoriale titel is verkregen en een rechtshandeling die is verricht in het kader van het executoriale proces, kunnen worden betwist.

Als de schuldenaar voor zijn prestatie een vergoeding van dezelfde waarde heeft aanvaard die rechtstreeks tot zijn activa is komen te behoren, kan de rechtshandeling achter die prestatie alleen worden betwist als er sprake is van opzettelijke benadeling.

De vereffenaar kan namens de schuldenaar rechtshandelingen van de schuldenaar betwisten op basis van goedkeuring door de rechter. De klacht wordt ingediend tegen de persoon tegenover wie de betwiste handeling werd verricht.

De vereffenaar kan binnen anderhalf jaar na opening van de faillissementsprocedure een klacht indienen om rechtshandelingen te betwisten.

Iedere schuldeiser in faillissement kan in de onderstaande gevallen voor eigen rekening een vordering instellen om rechtshandelingen te betwisten:

- indien de vereffenaar niet binnen de in artikel 212, lid 3, SZ gestelde termijn een vordering heeft ingesteld om de rechtshandelingen te betwisten – binnen drie maanden na het verstrijken van de in artikel 212, lid 3, SZ gestelde termijn;

- indien de vereffenaar een vordering bij de rechtbank om de rechtshandelingen te betwisten intrekt – binnen drie maanden na publicatie van de definitieve beslissing ter bevestiging van de intrekking op het elektronische prikbord van de rechtbank (e-Oglasna ploča suda);

- indien hij de vereffenaar eerder heeft verzocht om een verklaring en de vereffenaar heeft verklaard geen vordering te zullen instellen om de rechtshandelingen te betwisten – binnen drie maanden na publicatie van de verklaring van de vereffenaar op het elektronische prikbord van de rechtbank;

- indien hij de vereffenaar eerder heeft verzocht om een verklaring en de vereffenaar niet binnen drie maanden heeft verklaard of hij wel of geen vordering zal instellen om de rechtshandelingen te betwisten – binnen drie maanden na het verzoek om een dergelijke verklaring te doen.

Als het verzoek om rechtshandelingen te betwisten is toegewezen, heeft de betwiste rechtshandeling geen rechtsgevolgen voor de failliete boedel en wordt van de wederpartij verlangd alle via de betwiste transactie verkregen materiële voordelen weer te voegen bij de failliete boedel, tenzij de SZ anders bepaalt. Een voorstel tot executie op basis van de beslissing waarbij het verzoek om rechtshandelingen te betwisten is toegewezen, kan worden ingediend door de vereffenaar namens en voor rekening van de schuldenaar of de failliete boedel, en door een schuldeiser in het faillissement namens zichzelf en ten gunste van de schuldenaar of de failliete boedel.

Een persoon die prestaties aanvaardt en daar geen of slechts een geringe vergoeding tegenover stelt, moet hetgeen hij heeft ontvangen alleen teruggeven als zijn vermogen erdoor groter is geworden, tenzij hij wist, of had moeten weten, dat die prestatie nadelig zou zijn voor de schuldeisers.

Een definitieve beslissing in een vordering om rechtshandelingen te betwisten, is van toepassing op de schuldenaar, de failliete boedel en alle schuldeisers, tenzij de SZ anders bepaalt.

Als de rechter de vordering om een rechtshandeling te betwisten heeft toegewezen, wordt van de tegenpartij verlangd alle via de betwiste transactie verkregen materiële voordelen weer te voegen bij de failliete boedel. Nadat deze voordelen weer bij de failliete boedel zijn gevoegd, hebben de schuldeisers als eisende partij recht op voorrang bij de betaling uit die voordelen, in verhouding tot het bedrag van hun bevestigde vorderingen.

De rechtshandelingen van de schuldenaar kunnen worden betwist middels aantekening van bezwaar in het kader van een rechtsgeding zonder tijdsbeperking.

Een rechtshandeling kan ook worden betwist tegenover de erfgenaam of andere universele rechtsopvolger van de tegenpartij.

Een juridische transactie kan worden betwist tegenover andere rechtsopvolgers van de tegenpartij:

1. als de rechtsopvolger ten tijde van de verkrijging op de hoogte was van de omstandigheden waarop de vernietigbaarheid van de verkrijging van hun rechtsvoorganger is gebaseerd;

2. als de rechtsopvolger ten tijde van de verkrijging een persoon in nauw contact met de schuldenaar was, tenzij hij bewijst dat hij destijds niet op de hoogte was van de omstandigheden waarop de vernietigbaarheid van de verkrijging van hun rechtsvoorganger is gebaseerd;

3. als het verkregene om niet of tegen slechts een geringe vergoeding aan de rechtsopvolger is overgedragen.

Een rechtshandeling die na opening van de faillissementsprocedure is verricht en geldig blijft overeenkomstig de regels voor bescherming van vertrouwen in openbare registers, kan worden betwist overeenkomstig de regels voor het betwisten van rechtshandelingen die zijn verricht voor de opening van faillissementsprocedures.

Laatste update: 13/02/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.