Geringe vorderingen

Italië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Het bestaan van een specifieke procedure voor geringe vorderingen

Er is geen specifieke procedure voor geringe vorderingen. Geringe vorderingen worden behandeld door de vrederechter (giudice di pace).

In het algemeen worden procedures voor het vredegerecht zo eenvoudig mogelijk gehouden (artikelen 316–318 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

1.1 Toepassingsgebied van de procedure, grensbedrag

De vrederechter is bevoegd in geschillen over roerende zaken met een waarde van ten hoogste 5 000 EUR, tenzij de wet uitdrukkelijk anders bepaalt.

Ook rechtsvorderingen tot vergoeding van schade in verband met verkeersongevallen te water en op het land worden door de vrederechter behandeld, mits het bedrag van de vordering niet hoger is dan 20 000 EUR.

Ongeacht de hoogte van de vordering behandelt de vrederechter alle zaken in verband met:

  • het vaststellen van erfgrenzen en het naleven van de beplantingsafstand voor bomen en hagen, zoals vastgesteld bij wet- of regelgeving of op grond van wat gebruikelijk is;
  • de omvang en het gebruik van de diensten van appartementsgebouwen;
  • de betrekkingen tussen de eigenaren of bewoners van woningen met betrekking tot rook, dampen, warmte, geluidshinder, trillingen en vergelijkbare hinder die normale niveaus overschrijdt;
  • rente of bijkomende kosten voor laattijdige betaling van pensioen- of andere uitkeringen.

Bij wet nr. 57 van 28 april 2016 heeft het Italiaanse parlement de regering gemachtigd om het stelsel van honoraire rechters te hervormen. De machtiging voorziet ook in de mogelijkheid om de bevoegdheid van honoraire rechters uit te breiden door het plafond voor de waarde van de zaken die zij behandelen, te verhogen van 5 000 EUR tot 30 000 EUR, en tot 50 000 EUR in geval van vergoeding van schade of letsel veroorzaakt door verkeersongevallen. De machtiging werd nog niet ten uitvoer gelegd, dus de nieuwe regels zijn nog niet van toepassing.

1.2 Toepassing van de procedure

Vorderingen die aan de vrederechter worden voorgelegd, beginnen met een dagvaarding (citazione) tot verschijning op de vastgestelde zittingsdag. Een vordering kan ook mondeling worden ingesteld en wordt na opschriftstelling door de vrederechter, door eiser betekend aan de verweerder met een dagvaarding tot verschijning op de vastgestelde zittingsdag (artikel 316 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). In het verzoekschrift zijn de rechtbank en de partijen vermeld en worden de feiten en het onderwerp van de zaak beschreven. De termijn die mag verstrijken tussen de betekening of kennisgeving van een dagvaarding en de verschijning is de helft van de termijn die voor de algemene rechtbank (tribunale) is toegestaan, namelijk 45 dagen (artikel 318 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Op de eerste zitting stelt de vrederechter naar eigen goeddunken vragen aan de partijen en doet hij een poging tot bemiddeling: als deze slaagt, wordt de getroffen schikking op schrift gesteld. Indien de poging om tot een schikking te komen mislukt, vraagt de rechter aan de partijen om de feiten ter staving van hun vorderingen, verweer en verzet volledig uiteen te zetten en documenten en ander bewijsmateriaal voor te leggen. Indien dit tijdens de behandeling van de zaak op de eerste zitting noodzakelijk blijkt, gelast de rechter eenmalig een nieuwe zitting waarop aanvullend bewijsmateriaal kan worden overgelegd en in ontvangst kan worden genomen. De door de partijen overgelegde documenten kunnen worden toegevoegd aan en bewaard in het procesdossier totdat de rechter uitspraak doet in de zaak.

1.3 Formulieren

Er zijn geen standaardformulieren.

1.4 Rechtsbijstand

In zaken met een waarde van ten hoogste 1 100 EUR mogen de partijen zelf in rechte optreden bij de vrederechter (artikel 82 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering; zie het informatieblad ‘Hoe breng ik een zaak voor de rechter?’).

In alle andere zaken moeten de partijen zich door een raadsman laten bijstaan. De vrederechter kan op grond van de aard en de omvang van de zaak evenwel toestaan dat een partij in eigen persoon als eiser optreedt, al dan niet op mondeling verzoek van de partij zelf.

De rechter gaat na of de partijen alle voor hun verschijning voor de rechtbank vereiste stappen hebben genomen en kan hen in voorkomend geval verzoeken om stukken die naar het oordeel van de rechter onvolledig zijn te vervolledigen of deze met de voorschriften in overeenstemming te brengen.

Indien de rechter vaststelt dat de aan de raadsman verleende machtiging tekortschiet, stelt hij of zij een termijn vast waarbinnen de partijen deze tekortkoming moeten herstellen. Indien de tekortkoming binnen de gestelde termijn wordt verholpen, wordt het verzoekschrift geacht te zijn geregulariseerd en worden de inhoudelijke en procedurele gevolgen ervan van kracht met ingang van de datum van eerste kennisgeving (artikel 182 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

1.5 Regels betreffende het bewijs

De regels voor bewijsverkrijging zijn dezelfde als bij gewone rechtszaken (zie het informatieblad ‘Bewijsverkrijging’).

1.6 Schriftelijke procedure

Er is niet voorzien in een louter schriftelijke procedure, aangezien de vrederechter verplicht is om de partijen te horen en om te proberen tot een gerechtelijke schikking te komen.

1.7 Inhoud van het vonnis

Doorgaans zijn de regels van de gewone procedure van toepassing.

De machtiging om het systeem te hervormen voorziet in de mogelijkheid voor gewone rechters om in zaken tot 2 500 EUR “ex aequo et bono” (op grond van fundamentele billijkheid) te oordelen zonder een specifieke verwijzing naar rechtsregels.

Momenteel bestaat deze mogelijkheid voor vrederechters in zaken tot 1 100 EUR.

1.8 Vergoeding van de kosten

Is de terugbetaling van de kosten gebonden aan beperkingen? Zo ja, welke?

Voor het toewijzen van de kosten worden de normale regels toegepast, op grond waarvan de in het ongelijk gestelde partij de kosten moet betalen. Indien beide partijen in het ongelijk worden gesteld, of om een andere gegronde reden, is het echter mogelijk dat elke partij de eigen kosten moet betalen.

1.9 Mogelijkheid van hoger beroep

De regels voor beslissingen op basis van fundamentele billijkheid (sentenze di equità, in geschillen met een waarde tot maximaal 1 100 EUR) werden in 2006 gewijzigd: tegen dergelijke beslissingen kan alleen beroep worden ingesteld indien er sprake is geweest van een schending van procedurevoorschriften, constitutioneel recht of Gemeenschapsrecht, of van de beginselen die het onderwerp van de zaak beheersen.

Deze bepalingen zijn van toepassing op alle beslissingen die zijn gegeven op of na 2 maart 2006 (artikel 27 van wetsbesluit nr. 2006/40).

Tegen op fundamentele billijkheid gebaseerde gerechtelijke beslissingen die vóór die datum zijn gegeven, kan bij het hof van cassatie (binnen de wettelijke termijnen) uitsluitend beroep worden ingesteld wegens schending van constitutionele, communautaire of procedurele voorschriften, schending van de beginselen die de grond van de zaak beheersen of het ontbreken van een genoegzame uiteenzetting van de gronden van de oorspronkelijke uitspraak. Uitspraken van de vrederechter over bestuurlijke boetes kunnen alleen worden betwist door buitengewoon beroep in te stellen bij het hof van cassatie.

Alle andere uitspraken van de vrederechter kunnen worden aangevochten bij het hof van beroep.

Zie de informatiebladen over het gerechtelijk systeem, de rechtspraak en de werkwijze.

Bijlagen

Wetboek burgerlijke rechtsvordering

Laatste update: 21/07/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.