Europees betalingsbevel

Nederland
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Onderscheid kan worden gemaakt tussen de Europese betalingsbevelprocedure en procedures met betrekking tot (incasso)vorderingen binnen Nederland. Voor procedures met betrekking tot (incasso)vorderingen binnen Nederland wordt verwezen naar “Procedures voor geringe vorderingen”.

De Europese betalingsbevelprocedure (verordening (EG) nr. 1896/2006, in werking getreden op 12 december 2008, hierna (EBB) maakt het mogelijk om grensoverschrijdende niet-betwiste civiel- en handelsrechtelijke schuldvorderingen via een uniforme procedure op basis van formulieren te vorderen (http://www.overheid.nl/).

Een grensoverschrijdende zaak is een geschil waarvan ten minste één van de partijen haar woonplaats of verblijfplaats heeft in een andere lidstaat dan de lidstaat van het aangezochte rechtbank. De Europese betalingsbevelprocedure is ingevoerd voor de inning van geldvorderingen voor een specifiek bedrag, die opeisbaar zijn op het tijdstip waarop het verzoek om een Europees betalingsbevel wordt ingediend.

De verordening is van toepassing tussen alle EU-landen, met uitzondering van Denemarken. Nederland heeft de Uitvoeringswet (EBB-Vo) van 29 mei 2009 ingevoerd om de Europese betalingsbevelprocedure (de EBB) in Nederland te implementeren.

Nederland kent geen eenvormige, (incasso)procedure voor de inning van onbetwiste, niet-grensoverschrijdende geldvorderingen. Het betalingsbevel werd eind 1991 bij de invoering van de kantongerechtprocedure afgeschaft. Om de rechten op een onwillige debiteur toch te gelde te kunnen maken is in dergelijke gevallen een dagvaardingsprocedure vereist. Zie ook “Geringe Vorderingen en ”Hoe wordt de procedure ingeleid?”.

De Europese Betalingsbevelprocedure bestaat voor vorderingen die hoger zijn dan € 2.000,--

De aanvraag van een Europees betalingsbevel verloopt gedurende de gehele procedure schriftelijk door middel van standaardformulieren. Deze formulieren zijn in alle officiële talen beschikbaar op het Europees e-Justice portaal onder Dynamische formulieren op https://e-justice.europa.eu.

In Nederland is voor de behandeling van verzoeken in het kader van de Europese betalingsbevelprocedure de rechtbank Den Haag aangewezen. Nederland heeft er voor gekozen alleen formulieren in de Nederlandse taal te aanvaarden in de procedure. Voor de behandeling van een verzoek voor een Europees betalingsbevel is griffierecht verschuldigd. Voor nadere informatie over het verschuldigde tarief wordt verwezen naar http://www.rechtspraak.nl/.

Aanvraag EBB

Een verzoek voor een Europees betalingsbevel wordt door middel van aanvraagformulier A (https://e-justice.europa.eu) ingediend bij de rechtbank Den Haag.

Wanneer het aanvraagformulier A niet compleet is, stelt de rechtbank door middel van formulier B eiser in de gelegenheid om binnen een bepaalde termijn het verzoek aan te vullen of te corrigeren.

Wanneer de aanvraag slechts aan een deel van de vereiste voorwaarden voldoet, doet de rechtbank door middel van formulier C eiser een voorstel tot wijziging van het oorspronkelijke verzoek. Eiser dient binnen een door de rechtbank vastgestelde termijn te reageren op dit voorstel van de rechtbank. Indien eiser het voorstel aanvaardt, wordt door de rechtbank het Europees betalingsbevel uitgevaardigd voor het door eiser aanvaarde deel van het verzoek. Eiser kan desgewenst het resterende deel van de vordering via het nationaal recht vorderen. Wanneer eiser niet binnen de door de rechtbank vastgestelde termijn reageert of het voorstel tot wijziging van zijn oorspronkelijke aanvraag weigert, wordt het oorspronkelijke verzoek door de rechtbank geheel afgewezen. Wanneer het aanvraagformulier voldoet aan alle vereisten, vaardigt de rechtbank normaliter binnen 30 dagen een Europees Betalingsbevel uit (door middel van formulier E).

Verweer tegen EBB

Het Europees betalingsbevel wordt door de rechtbank aan verweerder ter kennis gebracht door verzending per aangetekende post met bericht van ontvangst of bij exploot via de gerechtsdeurwaarder. Verweerder wordt er op gewezen dat hij de volgende mogelijkheden heeft:

  • het in het betalingsbevel vermelde bedrag aan eiser te betalen of
  • binnen 30 dagen nadat het bevel aan verweerder is betekend of ter kennis is gebracht, verweer door middel van het standaardformulier F in te dienen.

Indien verweer wordt ingediend dan wordt de procedure voor het Europese betalingsbevel beëindigd. De procedure wordt dan voortgezet volgens het nationale procesrecht (zie ook 1.7). Wanneer verweerder geen verweer indient binnen de gestelde termijn, verklaart het gerecht van oorsprong het Europees betalingsbevel uitvoerbaar (door middel van standaardformulier G) en zendt deze aan eiser.

Het betalingsbevel dat in de lidstaat van oorsprong uitvoerbaar is geworden, wordt in elke lidstaat erkend en kan in iedere lidstaat ten uitvoer worden gelegd zonder dat een uitvoerbaarverklaring vereist is.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

Een Europees betalingsbevel kan worden verkregen voor opeisbare geldvorderingen die voortvloeien uit een burgerlijke of handelszaak en die het karakter van een "grensoverschrijdende vordering" hebben (zie ook 1.1.1). Van een grensoverschrijdende vordering is sprake als de schuldeiser en schuldenaar woonplaats hebben in verschillende EU-lidstaten.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Het materiële toepassingsgebied van het Europese betalingsbevel beperkt zich tot burgerlijke en handelszaken. Voor de toepassing van het Europees betalingsbevel zijn de volgende zaken uitgesloten:

  • fiscale zaken;
  • douanezaken:
  • administratiefrechtelijke zaken;
  • zaken betreffende de aansprakelijkheid van de Staat;
  • zaken op het gebied van het Insolventierecht, het huwelijksvermogensrecht, het erfrecht en de sociale zekerheid; en
  • zaken op grond van niet-contractuele verbintenissen (met name op grond van onrechtmatige daad), tenzij zij voorwerp zijn van een overeenkomst tussen partijen of van een schuldbekentenis of betrekking hebben op vaststaande schulden op grond van gemeenschappelijke eigendom van goederen.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Er geldt geen maximumbedrag voor de Europese betalingsbevelprocedure, noch voor interne incassoprocedures.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De Europese betalingsbevelprocedure is facultatief.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Wordt het vonnis in een land buiten de EU voor executie voorgedragen, dan hangt het van het internationaal privaatrecht van dat land af om te bepalen of de betalingsbevelprocedure kan worden uitgevoerd en, zo ja, of et Europees betalingsbevel geëxecuteerd kan worden. Een exequatur zal dan vaak vereist zijn.

1.2 Bevoegde rechtbank

In Nederland is voor de behandeling van de Europese betalingsbevelprocedure de rechtbank Den Haag aangewezen. Nederland heeft er voor gekozen alleen formulieren die in de Nederlandse taal worden aangeboden te aanvaarden in de procedure. Eiser is bij de indiening van het verzoek voor een Europees betalingsbevel griffierecht verschuldigd. Voor het geldende tarief wordt verwezen naar http://www.rechtspraak.nl/.

1.3 Vormvoorwaarden

Het Europese betalingsbevel moet zo snel mogelijk, maar in elk geval binnen dertig dagen na de indiening van het verzoek, worden uitgevaardigd.

Een verzoek om een Europees betalingsbevel wordt ingediend door middel van het standaardformulier A (https://e-justice.europa.eu). Nederland heeft in dit kader ervoor gekozen alleen formulieren in de Nederlandse taal te aanvaarden.

Het aanvraagformulier kan worden ingediend op papier of via elk ander communicatiemiddel dat door het gerecht wordt aanvaard.

Het verzoek vermeldt op grond van art. 7 lid 2a EBB:

a) de gegevens van partijen en van het gerecht waarbij het verzoek wordt ingediend:

b) het bedrag van de schuldvordering;

c) in het geval rente wordt geëist : de rentevoet en renteperiode;

d) de grondslag van de vordering, waaronder een beschrijving van de elementen waardoor de schuldvordering wordt gestaafd;

e) een beschrijving van het bewijs;

f) de gronden voor de rechterlijke bevoegdheid en

g) het grensoverschrijdende karakter.

Eiser moet in een Europese betalingsbevelprocedure verklaren dat hij het formulier A naar eer en geweten en waarheidsgetrouw heeft ingevuld. Het Europees betalingsbevel wordt uitsluitend op basis van de door eiser verstrekte informatie uitgevaardigd en wordt door het gerecht niet geverifieerd.

Het Europees betalingsbevel wordt aan verweerder ter kennis gebracht door verzending van het betalingsbevel per aangetekende post met bericht van ontvangst of bij exploot (via een gerechtsdeurwaarder). Door aan de griffie het bewijs van ontvangst terug te zenden, kan de rechtbank vaststellen of het Europees betalingsbevel vatbaar is om uitvoerbaar bij voorraad verklaard te worden. Indien de betekening bij exploot plaatsvindt, zal de rechtbank een gerechtsdeurwaarder hiervoor inschakelen.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Ja, voor een Europese betalingsbevelprocedure is het gebruik van standaardformulieren verplicht. Deze zijn te downloaden via https://e-justice.europa.eu.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee, voor de Europese betalingsbevelprocedure is vertegenwoordiging door een advocaat niet verplicht en hoeven partijen niet voor de rechtbank te verschijnen. Voor een incassoprocedure binnen Nederland is het afhankelijk van de aard van de procedure en de hoogte van de vordering of vertegenwoordiging door een advocaat vereist is. Zie hierover ook “Procedure voor geringe vorderingen” en “Aanhangigmaking van zaken bij de rechter”.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Op het standaardformulier A van de Europese betalingsbevelprocedure dient de grondslag van de schuldvordering, waaronder een beschrijving van het bewijs waarop de schuldvordering is gebaseerd vermeld te worden, maar is een nadere omschrijving daarvan niet vereist.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Nadere onderbouwing is in het kader van een Europese betalingsprocedure in beginsel niet vereist. De beschikbare bewijsmiddelen dienen op het formulier A te worden omschreven.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Het verzoek wordt afgewezen indien de aanvraag niet voldoet aan de gestelde eisen. Wanneer de aanvraag voor een Europees betalingsbevel slechts aan een deel van de vereiste voorwaarden voldoet, wordt eiser in de gelegenheid gesteld deze aan te vullen, te corrigeren of het door de rechtbank voorgestelde wijziging te aanvaarden. Wanneer eiser zijn antwoord niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn terugstuurt of het voorstel van de rechtbank weigert, wordt het verzoek om een Europees betalingsbevel geheel afgewezen. Tegen de afwijzing van het verzoek staan geen rechtsmiddelen open. Eiser kan nog wel zijn vordering geldend maken door opnieuw een verzoek om een Europees betalingsbevel in te dienen of door middel van een andere procedure waarin het recht van een lidstaat voorziet.

1.5 Hoger beroep

Hoger beroep is niet van toepassing. Verweerder heeft wel de mogelijkheid om heroverweging aan te vragen. Zie voor meer informatie onder 1.8. Ingeval van een procedure binnen Nederland, zal hoger beroep in beginsel openstaan.

1.6 Aanvechten van de vordering

Verweerder kan binnen een termijn van dertig dagen na de betekening of kennisgeving van het betalingsbevel een verweerschrift indienen. Verweerder stelt zijn verweer in door middel van het daarvoor bedoelde standaard formulier F (https://e-justice.europa.eu) en hoeft daarbij slechts de vordering te betwisten zonder dat hiervoor een nadere onderbouwing vereist is.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Voert verweerder tijdig (binnen 30 dagen) verweer door middel van het standaardformulier F, dan wordt de procedure voor het Europese betalingsbevel beëindigd. De procedure wordt volgens in een gewone bodemprocedure voortgezet, tenzij eiser in een bijlage bij het verzoek om een Europees betalingsbevel bezwaar maakt tegen de overgang naar een gewone procedure. Eiser kan dit ook in een later stadium doen, maar in ieder geval voordat het betalingsbevel wordt uitgevaardigd (art. 7 lid 4 EBB).

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Indien verweerder niet binnen de termijn van dertig dagen verweer indient, zal de rechtbank door middel van het standaardformulier G, het Europese betalingsbevel ambtshalve uitvoerbaar verklaren en het uitvoerbare Europees betalingsbevel aan de eiser toezenden. Het uitvoerbaar verklaarde Europese betalingsbevel is in elke lidstaat  uitvoerbaar zonder dat een uitvoerbaarverklaring vereist is. Artikel 9 van de Uitvoeringswet (EBB-Vo) biedt verweerder de mogelijkheid om een verzoek tot heroverweging in de dienen (zie ook 1.8.2).

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

De tenuitvoerlegging van een Europees betalingsbevel wordt beheerst door het nationale recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging, voor zover de EBB-Vo niet anders bepaalt. Aan de rechtbank of aan de ten uitvoerleggende autoriteit moet een afschrift verstrekt wordt van het door het gerecht van oorsprong uitvoerbaar verklaard Europees betalingsbevel. Dit document moet voldoen aan de voorwaarden om de echtheid ervan vast te kunnen stellen. Daarnaast moet een vertaling van het Europese betalingsbevel in het Nederlands verstrekt worden.

In de fase van tenuitvoerlegging kan alleen nog op verzoek van de verweerder de tenuitvoerlegging geweigerd worden. Dit is mogelijk als het Europees betalingsbevel onverenigbaar is met een in een lidstaat of in een derde land gegeven eerdere beslissing of eerder bevel. Die eerdere beslissing (bevel) moet hetzelfde onderwerp betreffen of aan de voorwaarden in de lidstaat van tenuitvoerlegging voldoen en de onverenigbaarheid in de gerechtelijke procedure in de lidstaat van oorsprong, had niet als verweer kunnen worden aangevoerd.

De tenuitvoerlegging wordt geweigerd indien de verweerder het in het Europese betalingsbevel vermelde bedrag reeds heeft betaald. In geen geval onderzoekt de rechtbank opnieuw de juistheid van het Europees betalingsbevel.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Het Europees betalingsbevel is definitief, tenzij verweerder om heroverweging verzoekt.

Artikel 9 van de Uitvoeringswet EBB-Vo schept deze mogelijkheid. Dit betekent dat verweerder, ook na het verstrijken van de dertig dagen waarbinnen een verweerschrift kan worden ingediend, onder bepaalde omstandigheden het gerecht van oorsprong om heroverweging van het Europese betalingsbevel kan verzoeken. Het verzoek moet  binnen vier weken worden gedaan nadat het betalingsbevel aan de verweerder bekend is geworden of dat de bijzondere omstandigheden hebben opgehouden te bestaan of nadat hij kennis heeft genomen van het kennelijk  ten onrechte uitgevaardigde Europese betalingsbevel.

Laatste update: 17/11/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.