Europees betalingsbevel

Malta
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

De Maltese wet voorziet in speciale procedures voor niet-betwiste vorderingen overeenkomstig artikel 166A van hoofdstuk 12 van de Wetten van Malta (Wetboek van organisatie en burgerlijke rechtsvordering).

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

Op deze procedure kan een beroep worden gedaan bij vorderingen inzake schulden van ten hoogste 25 000 euro.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

In aanmerking komen vorderingen inzake zekere, vaststaande en invorderbare schulden die niet de vervulling van enige formaliteit verlangen en die, zoals opgemerkt, ten hoogste 25 000 euro bedragen. Indien de schuld niet vaststaat, kan de schuldeiser een beroep doen op de bepalingen van dit artikel indien hij zijn krediet beperkt tot een bedrag van ten hoogste 25 000 euro en uitdrukkelijk afziet van elk deel van de vordering dat boven dat bedrag uitgaat.

De schuldeiser kan enkel een procedure instellen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel indien de schuldenaar aanwezig is in Malta, geen minderjarige of juridisch handelingsonbekwame persoon is, en het bedrag niet verschuldigd is uit een onbeheerde nalatenschap.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Ja, de bovengrens is 25 000 euro.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De toepassing van deze procedure is facultatief.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Nee, deze procedure kan alleen worden toegepast indien de schuldenaar aanwezig is in Malta.

1.2 Bevoegde rechtbank

De voor deze procedure bevoegde rechtbank is de vrederechter (Court of Magistrates, Qorti tal-Maġistrati) van Malta of Gozo (lagere rechtbank), al naar gelang het geval.

1.3 Vormvoorwaarden

De schuldeiser moet allereerst een gerechtsbrief sturen, waarvan de inhoud onder ede door de schuldeiser bevestigd moet worden, en deze laten betekenen aan de schuldenaar. Daarin moet duidelijk worden beschreven wat de oorzaak van de vordering is en om welke redenen de vordering moet worden toegewezen. Ook moeten daarin de feiten ter staving van de vordering worden uiteengezet. Als een van deze elementen ontbreekt, wordt de vordering nietig verklaard. In de gerechtsbrief moet tevens worden vermeld dat indien de schuldenaar niet binnen dertig dagen na betekening van de brief antwoordt met een nota in het dossier van de gerechtsbrief tot verwerping van de vordering, deze brief de vorm krijgt van een executoriale titel.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Nee, er is geen standaardformulier. Het is echter verplicht om aan het begin van de brief de volgende woorden op te nemen:

Deze brief wordt verstuurd overeenkomstig artikel 166A van hoofdstuk 12. Indien u hierop niet binnen dertig (30) dagen een antwoord geeft, krijgt deze brief de vorm van een executoriale titel. Daarom is het in uw belang om onverwijld een advocaat of procureur te raadplegen.”

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Ja, een gerechtsbrief moet worden ondertekend door een advocaat. De schuldenaar die op deze brief wenst te antwoorden om de vordering te verwerpen, hoeft evenwel niet te worden vertegenwoordigd door een advocaat of procureur.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De grondslag van de vordering moet gedetailleerd worden beschreven. In de gerechtsbrief moet worden vermeld wat de reden is die aan de vordering ten grondslag ligt en waarom de vordering moet worden toegewezen, en de brief moet een beschrijving bevatten van de feitelijke gronden van de vordering. Indien een van deze elementen ontbreekt, wordt de vordering nietig verklaard.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Nee, de wet vereist niet dat schriftelijk bewijs met betrekking tot de vordering in kwestie wordt overgelegd. De wet bepaalt echter wel dat er een beëdigde verklaring met betrekking tot de feitelijke grond van de vordering moet worden ingediend.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De procedure voor het verkrijgen van een betalingsbevel wordt niet geïnitieerd door middel van een verzoek, maar door middel van een gerechtsbrief. Daarom kan de rechtbank de vordering niet verwerpen zolang de schuldenaar geen verzet aantekent. Als de schuldenaar zich verzet tegen de vordering, kan de schuldeiser het op grond van het betalingsbevel verschuldigde bedrag niet innen en moet hij een procedure instellen. Opgemerkt dient te worden dat wanneer de schuldenaar naar behoren verzet aantekent tegen de vordering, het betalingsbevel niet opnieuw tegen de schuldenaar kan worden gebruikt ten aanzien van dezelfde vordering als welke is vervat in de aan de schuldenaar betekende gerechtsbrief.

1.5 Hoger beroep

In deze procedure is geen hoger beroep mogelijk. Indien de schuldenaar de vordering betwist, moet de schuldeiser een procedure aanspannen. Indien de schuldenaar zich echter niet binnen dertig dagen vanaf de datum van betekening van het betalingsbevel (gerechtsbrief) tegen de vordering verzet, krijgt dit betalingsbevel de vorm van een executoriale titel. De schuldenaar kan dan binnen twintig dagen vanaf de eerste betekening van een executoriale titel of andere gerechtelijke akte tegen deze executoriale titel verzet aantekenen. Deze executoriale titel wordt ingetrokken en ongeldig verklaard indien de rechtbank heeft kunnen vaststellen dat:

i) de schuldenaar zich niet bewust was van genoemde gerechtsbrief omdat deze niet naar behoren was betekend; of

ii) de gerechtsbrief niet de vereiste elementen overeenkomstig de (hierboven vermelde) wetgeving bevatte.

1.6 Aanvechten van de vordering

Wanneer de schuldenaar de gerechtsbrief ontvangt, kan hij de vordering van de schuldeiser verwerpen.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Wanneer de schuldenaar naar behoren verzet aantekent tegen de vordering, kan de schuldeiser deze procedure onmogelijk voortzetten. NB.: wanneer de schuldenaar naar behoren verzet aantekent tegen de vordering, kan de in dit artikel beschreven speciale procedure niet opnieuw tegen de schuldenaar worden gebruikt ten aanzien van dezelfde vordering als die welke was opgenomen in de aan de schuldenaar betekende gerechtsbrief.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Bij ontbreken van een verzetschrift kan de schuldeiser de procedure voor het verkrijgen van een executoriale titel voortzetten.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Een overeenkomstig deze procedure ingediende (niet-betwiste) gerechtsbrief moet worden geregistreerd. De verzoeker die een gerechtsbrief als executoriale titel wil laten inschrijven, moet een geauthenticeerd afschrift van de gerechtsbrief, met inbegrip van een bewijs van betekening en indien van toepassing een afschrift van elk tot op dat moment ontvangen antwoord, bij de griffie van de rechtbank laten registreren.

Bij ontvangst van de onder punt (2) vermelde documenten moet de griffier de voorgelegde documenten onderzoeken en nagaan of de schuldenaar binnen de vastgestelde termijn een antwoordnota heeft ingediend. Indien hij heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor de inschrijving van de gerechtsbrief als executoriale titel is voldaan, neemt hij de voorgelegde documenten in een register op. Dit register heet het Register van gerechtsbrieven als executoriale titels, en wordt door de griffier bijgehouden voor de toepassing van artikel 166A.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Er is geen mogelijkheid tot hoger beroep. Een executoriale titel overeenkomstig de bepalingen van dit artikel kan echter wel worden ingetrokken en ongeldig worden verklaard en blijft zonder gevolgen indien de schuldenaar binnen twintig dagen vanaf de eerste betekening van het uitvoeringsbevel of van een andere bij wijze van uitvoeringsbevel uitgevaardigde gerechtelijke akte een daartoe strekkend verzoekschrift heeft ingediend bij de vrederechter voor Malta of die voor Gozo, en de rechter heeft vastgesteld dat:

a) de schuldenaar zich niet bewust was van genoemde gerechtsbrief omdat deze niet naar behoren was betekend; of

b) de gerechtsbrief niet alle vereiste elementen bevatte.

Laatste update: 21/08/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.