Op civielrechtelijk vlak blijven lopende procedures en procedures die voor het eind van de overgangsperiode zijn ingeleid, onder het EU-recht vallen. Zoals overeengekomen met het VK, wordt alle informatie op dat gebied in verband met het Verenigd Koninkrijk tot eind 2024 op het e-justitieportaal bijgehouden.

Europees betalingsbevel

Gibraltar
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

In Gibraltar bestaat er geen specifieke betalingsbevelprocedure. Er is echter wel een vergelijkbare procedure waarmee een eiser een verstekvonnis kan verkrijgen.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

De verstekprocedure maakt deel uit van de normale burgerrechtelijke procedures in Gibraltar. Nadat een eiser een vordering heeft ingediend, dient de verweerder te antwoorden binnen veertien dagen nadat hij de kennisgeving van het gedinginleidende stuk (claim form) heeft ontvangen. Indien de verweerder niet op de vordering antwoordt, kan de eiser de rechtbank vragen om een verstekvonnis (judgment by default) te wijzen, d.w.z. een bevel dat de verweerder het gevorderde bedrag dient te voldoen omdat er geen antwoord is ontvangen. De eiser dient dit zo spoedig mogelijk te doen na het verstrijken van de termijn van veertien dagen. De verweerder kan nog antwoorden op de vordering totdat de rechtbank het verzoek om een vonnis heeft ontvangen. Indien de rechtbank het antwoord van de verweerder eerder ontvangt dan het verzoek van de eiser, krijgt het antwoord van de verweerder voorrang, ook al is dit antwoord te laat ingediend.

Indien de eiser niet binnen zes maanden na het einde van de periode voor het indienen van een verweer om een vonnis verzoekt, wordt de vordering ‘geschorst’ (stopgezet of onderbroken); het enige wat een eiser dan nog kan doen is de rechtbank te vragen om die ‘schorsing’ op te heffen.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Bij de burgerlijke rechtbanken van Gibraltar kunnen er in bijna alle soorten zaken verstekvonnissen worden gewezen. Het toepassingsgebied is niet beperkt tot geldelijke of contractuele vorderingen. Tenzij expliciet uitgesloten krachtens de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering (bekend als de Civil Procedure Rules), kan de eiser in elke burgerlijke procedure in Gibraltar om een verstekvonnis verzoeken.

Om een verstekvonnis te verkrijgen, dient de eiser met bewijsmateriaal aan te tonen dat hij de procedurevoorschriften in acht heeft genomen en ook dat de verweerder die procedurevoorschriften niet in acht heeft genomen.

Bij wijze van uitzondering biedt deel 8 van de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering een alternatieve vorderingsprocedure voor die gevallen waarin een eiser verzoekt om een beslissing van de rechtbank over een vraag die waarschijnlijk geen betrekking heeft op een substantiële betwisting van feiten of indien voor deze procedure in een specifieke procesgang is voorzien. In dergelijke gevallen is er geen verstekvonnis mogelijk.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Er is geen maximumbedrag voor de waarde van de vordering.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Zoals hierboven reeds aangegeven, maakt de verstekprocedure deel uit van de normale burgerlijke procesgang. Het is geen afzonderlijke procedure zoals veel andere lidstaten die kennen. Het gebruik van de procedure is facultatief in die zin dat een verstekvonnis niet automatisch wordt toegewezen nadat de verweerder heeft nagelaten binnen de vastgestelde termijn op de vordering te antwoorden. Deze tijdslimiet wordt duidelijk aangegeven op het gedinginleidende stuk dat aan de verweerder wordt betekend. Om een verstekvonnis te verkrijgen, dient de eiser een verzoek (request) of een verzoekschrift (application) in te dienen. Als alternatief kan de eiser ervoor kiezen om zijn vordering stop te zetten.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Krachtens akkoorden met landen over de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken tussen lidstaten (bv. Verordening (EU) nr. 1215/2012 van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken) of vergelijkbare overeenkomsten met derde landen, kan de procedure van toepassing zijn als de verweerder in een andere lidstaat of een derde land woont. De eiser dient ervoor te zorgen dat het gedinginleidende stuk rechtsgeldig is betekend volgens de regels die gelden voor de betekening van stukken buiten Gibraltar (bv. Verordening (EG) nr. 1393/2007 van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken). Indien de verweerder verzuimt op de vordering te antwoorden, dient de eiser een verzoekschrift te richten aan de rechtbank teneinde op normale wijze een verstekvonnis te verkrijgen.

1.2 Bevoegde rechtbank

Binnen zijn verschillende bevoegdheidsgebieden zou het Supreme Court of Gibraltar een bevoegde rechtbank kunnen zijn. Zo is het Supreme Court bevoegd voor geringe vorderingen tot 10 000 GBP.

1.3 Vormvoorwaarden

Naast bovengenoemde eisen – d.w.z. dat de eiser de juiste procedures heeft gevolgd bij het indienen van de vordering en dat de verweerder niet binnen de vastgestelde termijn heeft geantwoord – hangen de vormvereisten voor een verstekvonnis af van de aard van de vordering.

In het algemeen geldt dat indien de vordering een gespecificeerd bedrag betreft, de eiser slechts een verzoek (request) om een verstekvonnis hoeft in te dienen. Dergelijke verzoeken worden doorgaans behandeld door de griffie van de rechtbank, in plaats van door een rechter. In dergelijke gevallen gaat de griffie na of de verweerder geen ontvangstbericht van betekening of verweer heeft ingediend, of de relevante termijnen zijn verstreken, en of de eiser het noodzakelijke bewijsmateriaal heeft overgelegd aan de rechtbank.

Indien het bedrag van de vordering niet is gespecificeerd, dient de eiser een verzoekschrift (application) tot de rechtbank te richten. In dergelijke gevallen behandelt een rechter de zaak. Hij bepaalt of een zitting noodzakelijk is en wat de eiser nodig heeft om de rechter in staat te stellen het geldbedrag waarop de eiser recht heeft, vast te stellen – bv. welk bewijsmateriaal er dient te worden overgelegd.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Voor beide soorten vorderingen is het gebruik van een standaardformulier verplicht.

Indien een vordering een gespecificeerd bedrag betreft en de rechtbank een aanvang heeft gemaakt met de vorderingsprocedure, stuurt de rechtbank de eiser formulier N205A – Notice of Issue (Specified Amount) ter bevestiging van de procedure voor een gespecificeerd bedrag. Dit formulier bevat een gedeelte dat de eiser na invulling dient terug te zenden naar de rechtbank als verzoek om een verstekvonnis voor het geval de verweerder verzuimt binnen de vastgestelde termijn op de vordering te reageren. Op het formulier staan de nodige invulinstructies.

Voordat de eiser het formulier invult, dient hij zorgvuldig na te denken over de manier waarop hij wenst dat de verweerder het verschuldigde bedrag voldoet. Een eiser wil het geld wellicht direct betaald zien, maar soms heeft hij meer kans om het te krijgen als hij de verweerder toestaat om in termijnen te betalen. Dit hangt af van de omstandigheden van de verweerder.

Als de vordering een niet-gespecificeerd bedrag betreft, ontvangt de eiser na de indiening van zijn vordering een formulier N205B – Notice of Issue (Unspecified Amount) van de rechtbank ter bevestiging van de procedure voor een niet-gespecificeerd bedrag. Dit formulier bevat ook een gedeelte waarin de eiser aan de rechtbank kan vragen om te verklaren dat de verweerder ‘aansprakelijk’ (verantwoordelijk) is voor de vordering. De rechtbank beslist welk geldbedrag de verweerder dient te betalen. Dit noemen we ‘entering judgment for an amount to be decided by the court’ (veroordeling tot betaling van een door de rechtbank te bepalen bedrag).

Bepaalde soorten zaken vereisen een verzoekschrift aan een rechter om te beslissen of er een verstekvonnis kan worden gewezen. Het gaat onder meer om zaken waarbij de vordering aan de verweerder in een ander rechtsgebied wordt betekend, waarbij de verweerder een staat is, dan wel de Kroon of een persoon of instantie die immuniteit geniet ten aanzien van burgerlijke rechtsvorderingen. Een verzoekschrift is ook noodzakelijk als de vordering betrekking heeft op een kind of een patiënt, of op een claim in tort (vordering wegens een soort onrechtmatige daad) van de ene echtgenoot tegen de andere. In dergelijke gevallen dient formulier N244 (Application Notice) te worden gebruikt, d.w.z. een kennisgeving van het verzoekschrift.

Voor meer informatie, waaronder het verkrijgen van kopieën van de relevante formulieren, kunt u contact opnemen met de Supreme Court Registry, 277 Main Street, Gibraltar, telefoonnummer (+350) 200 75608.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Net als bij alle andere soorten zaken hoeft een persoon geen advies in te winnen van, of zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat. Als de vordering meer dan 10 000 GBP bedraagt en vooral als zij ingewikkelde kwesties betreft, is het in het algemeen aan te raden advies in te winnen van een advocaat (solicitor). Meer details over de wenselijkheid van procesvertegenwoordiging vindt u op de pagina Aanhangigmaking van zaken bij de rechter.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Een verzoek of een verzoekschrift voor een verstekvonnis maakt deel uit van de normale burgerrechtelijke procedures in Gibraltar. De eiser dient een vordering op de normale wijze in te dienen –zie: Hoe wordt de procedure ingeleid? In algemene bewoordingen: een gedinginleidend stuk dient bijzonderheden te bevatten over de partijen, een korte omschrijving van de vordering en, zo mogelijk, een verklaring over de hoogte van het gevorderde bedrag en of het te verhalen bedrag naar verwachting binnen een van de volgende categorieën valt:

  • ten hoogste 10 000 GBP
  • meer dan 10 000 GBP maar ten hoogste 15 000 GBP
  • meer dan 15 000 GBP.

Bij vorderingen inzake persoonlijke schade of letsel dient de eiser aan te geven of het te verhalen bedrag naar verwachting binnen een van de volgende categorieën valt:

  • ten hoogste 1 000 GBP
  • meer dan 1 000 GBP.

Als een eiser niet in staat is de waarde van de vordering aan te geven, dient hij te verklaren: “I cannot say how much I intend to recover.” (Ik kan niet zeggen hoeveel ik van plan ben te innen). Op het formulier staan instructies voor zowel de eiser als de verweerder.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Naast het gedinginleidende stuk dient de eiser bijzonderheden ter zake van de vordering te verschaffen. Het gaat onder meer om:

  • een beknopte uiteenzetting van de feiten;
  • een verklaring (indien van toepassing) dat de eiser bepaalde vormen van schadevergoeding wenst;
  • bijzonderheden over vermeende belangen;
  • eventuele overige zaken die vereist zijn voor het type vordering, zoals aangegeven in de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering.

Als de griffie een verstekvonnis kan uitbrengen, dient zij zich ervan te hebben overtuigd dat de bijzonderheden betreffende de vordering aan de verweerder zijn betekend, dat de verweerder niet binnen de geldende termijn op de vordering heeft geantwoord, en dat de verweerder de vordering niet heeft voldaan.

Als aan deze voorschriften is voldaan, stelt de griffie een vonnis op voor de eiser waarin wordt aangegeven hoeveel en wanneer de verweerder dient te betalen en naar welk adres het geld dient te worden gezonden. Een afschrift van het vonnis wordt toegezonden aan de eiser en de verweerder.

Indien het aan de rechter is om uitspraak te doen in gevallen waarin de vordering een niet-gespecificeerd bedrag betreft, zoals hierboven is vermeld, kan hij beslissen dat er een zitting zal worden gehouden of dat er verder bewijsmateriaal is vereist. Dit wordt het geven van aanwijzingen (directions) genoemd. Zodra de rechter een beslissing heeft genomen, wordt dit aan de eiser en de verweerder kenbaar gemaakt. De rechter kan aanwijzingen geven hetzij met betrekking tot verwijzing naar de procedure voor geringe vorderingen (small claims track) of beslissen dat de vordering op een zitting ter afdoening (disposal hearing) zal worden behandeld.

Op een zitting ter afdoening geeft de rechter gedetailleerdere aanwijzingen over bijvoorbeeld de benodigde stukken en het benodigde bewijs ten behoeve van zijn definitieve beslissing over het bedrag, of bepaalt hij welk bedrag verweerder dient te betalen indien het een eenvoudige zaak betreft die geen uitgebreide zitting behoeft.

De procedurekeuze hangt af van het waarschijnlijke bedrag van de schadevergoeding, van de vraag of de verweerder naar verwachting de hoogte van de schadevergoeding zal betwisten, en van de vraag of de rechter van oordeel is dat de stukken ter zitting voldoende bewijs vormen om te komen tot een definitieve beslissing.

Doorgaans zal een rechter geen gebruik maken van een zitting ter afdoening om te komen tot een eindbeslissing, tenzij het aan de rechtbank overgelegde schriftelijke bewijs aan de verweerder is toegezonden minstens drie dagen voordat de zitting zou plaatsvinden.

Na de zitting legt de griffie in een vonnis vast wat de rechter heeft beslist. Een afschrift van het vonnis wordt toegezonden aan de eiser en de verweerder.

Ter aanvulling op het bovenstaande: als de verweerder niet in Gibraltar woont, dient de rechter zich ervan te overtuigen dat hij volgens de relevante internationale overeenkomsten enz., bevoegd is om de vordering te behandelen en af te doen, dat geen andere rechtbank exclusieve bevoegdheid bezit, en dat de vordering op correcte wijze is betekend.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De rechtbank zal een verzoek (request) of een verzoekschrift (application) voor een verstekvonnis afwijzen indien de eiser niet heeft voldaan heeft aan de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering. Bijvoorbeeld indien de bijzonderheden van het gedinginleidende stuk of de betekening ervan niet voldoen aan de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering, wijst de rechtbank het verzoek om een verstekvonnis af. De rechtbank zal het verzoekschrift ook afwijzen als de eiser niet het noodzakelijke bewijsmateriaal overlegt ter overtuiging van de rechtbank (zie hierboven). Mits aan deze procedurevoorschriften is voldaan, hangt de vraag of de rechtbank onderzoek instelt naar de gegrondheid van de vordering voordat zij verstek verleent af van het feit of de vordering een al dan niet een gespecificeerd bedrag betreft of valt in de categorie vorderingen die slechts op basis van een verzoekschrift door een rechter kunnen worden beoordeeld (zie punt 1.3).

1.5 Hoger beroep

Een weigering tot verstekverlening zal zich alleen voordoen als de eiser er niet in slaagt de rechtbank ervan te overtuigen dat hij de juiste procedures heeft gevolgd. Hiertegen kan de eiser geen beroep instellen. Als de rechtbank weigert over te gaan tot verstekverlening, kan de eiser doorgaans een nieuwe procedure beginnen door een nieuw gedinginleidend stuk aan de verweerder te doen betekenen in overeenstemming met de procedures en eisen van de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering.

Een verstekvonnis dat ten onrechte is verleend, kan worden gewijzigd of ingetrokken na verzet van verweerder. De verweerder kan een verzoekschrift indienen om het verstekvonnis aan te passen (bv. een wijziging in een lager bedrag indien de schuld vóór het vonnis gedeeltelijk is betaald) of tot intrekking (d.w.z. vernietiging).

Indien de eiser reden heeft om aan te nemen dat de bijzonderheden betreffende de vordering de verweerder niet vóór het verstekvonnis hebben bereikt, moet hij de rechtbank verzoeken het verstekvonnis dat te zijnen gunste was verleend, in te trekken.

1.6 Aanvechten van de vordering

Er kan slechts sprake zijn van een verstekprocedure als de verweerder de vordering niet binnen de vastgestelde termijn betwist of erkent (zie hierboven). Indien de verweerder de vordering betwist, wordt de zaak voortgezet als een gewone betwiste vordering (op tegenspraak).

Indien de verweerder wenst dat het verstekvonnis wordt vernietigd, of na de wijzing ervan wordt gewijzigd, dient hij zich terstond te verzetten door een verzoekschrift te richten tot de rechtbank om het vonnis in te trekken of te wijzigen. De rechtbank kan het verstekvonnis wijzigen of vernietigen als zij van oordeel is dat er daartoe goede gronden zijn of dat de verweerder een daadwerkelijk vooruitzicht heeft om de vordering met succes te betwisten.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Als de verweerder binnen de vastgestelde termijn een verweerschrift tegen de vordering indient, wordt de zaak verder behandeld als een normale betwiste vordering (zie de pagina Aanhangigmaking van zaken bij de rechter).

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Er kan slechts sprake zijn van een verstekprocedure als de verweerder de vordering niet binnen de vastgestelde termijn betwist of erkent (zie hierboven). Uitsluitend in dat geval kan de eiser een verzoek (request) of een verzoekschrift (application) voor een verstekvonnis indienen.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Het verstekvonnis is een beslissing die de eiser tegen de verweerder ten uitvoer kan laten leggen. De procedures die moeten worden gevolgd om een verstekvonnis te verkrijgen worden beschreven in punt 1.3 hierboven.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Zoals hierboven beschreven, kan de verweerder de rechtbank verzoeken het verstekvonnis aan te passen of in te trekken (d.w.z. de bepalingen van het vonnis te wijzigen dan wel het verstekvonnis in zijn geheel te vernietigen). Dit is feitelijk geen hoger beroep, omdat de zaak wordt behandeld door dezelfde rechtbank die de oorspronkelijke zaak zou hebben behandeld als de verweerder de vordering had betwist. De rechtbank kan het verstekvonnis wijzigen of vernietigen als zij van oordeel is dat er sprake was van procedurefouten, dat de verweerder een daadwerkelijk vooruitzicht heeft om de vordering met succes te betwisten of dat er een goede grond bestaat om dat te doen.

Elke partij kan tegen een beslissing tot intrekking of niet-intrekking van een verstekvonnis, beroep instellen, mits zij daarvoor toestemming krijgt van de rechtbank die de beslissing heeft gegeven of van het hof van beroep.

Laatste update: 17/08/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.