Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Kroatisch) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
Swipe to change

Europees betalingsbevel

Kroatië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

De Republiek Kroatië past het Europees betalingsbevel toe. De procedure voor het uitvaardigen van dergelijke betalingsbevelen is geregeld in het Kroatische wetboek op de burgerlijke rechtsvordering (Zakon o parničnom postupku) (staatsblad van de Republiek Kroatië (Narodne novine) nrs. 53/91, 91/92, 112/99, 129/00, 88/01, 117/03, 88/05, 2/07, 96/08, 84/08, 123/08, 57/11, 25/13, 89/14 en 70/19) en de regels inzake de wijze van indiening van een verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel en indiening van een verweerschrift tegen een Europees betalingsbevel (Pravilnik o načinu podnošenja zahtjeva za izdavanje europskog platnog naloga i prigovora protiv europskog platnog naloga) (staatsblad van de Republiek Kroatië nr. 124/13).

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

De Europese betalingsbevelprocedure is ingevoerd voor de inning van geldvorderingen voor een specifiek bedrag, die opeisbaar zijn op het tijdstip waarop het verzoek om een Europees betalingsbevel wordt ingediend. Met Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna “Verordening (EG) nr. 1896/2006” genoemd) is een Europese betalingsbevelprocedure ingevoerd. Deze verordening is van toepassing in grensoverschrijdende juridische zaken voor burgerlijke en handelsrechtbanken, ongeacht het type rechtbank, met de afwijkingen waarin de verordening voorziet.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Het verzoek betreft geldvorderingen. Een verzoek kan alleen betrekking hebben op vorderingen die contractuele of niet-contractuele verplichtingen vormen en die nominaal worden vastgesteld.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Er is geen bovengrens met betrekking tot de waarde van de vordering.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Het gebruik van de procedure is niet verplicht omdat de eiser vrij kan beslissen op welke wijze hij zijn vordering indient, zolang deze maar niet in strijd is met de dwingende voorschriften en de regels inzake openbare zedelijkheid. Indien aan alle voorwaarden voor de uitvaardiging van een betalingsbevel is voldaan, zal de rechter het uitvaardigen, ook wanneer de eiser in zijn vordering niet heeft verzocht om de uitvaardiging van een betalingsbevel. De rechter is dus verplicht een betalingsbevel uit te vaardigen indien aan de voorwaarden voor de uitvaardiging ervan is voldaan.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Ja.

1.2 Bevoegde rechtbank

De gemeentelijke rechtbank (općinski sud), of de handelsrechtbank (trgovački sud), indien het zaken betreft die onder de materiële bevoegdheid van de handelsrechtbanken vallen, in het rechtsgebied waarvan de verweerder woont of verblijft, of de rechtbank bevoegd is om te beslissen over verzoeken om uitvaardiging of heroverweging van het Europees betalingsbevel of om te beslissen over de uitvoerbaarheid van een dergelijk betalingsbevel overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1896/2006.

1.3 Vormvoorwaarden

Het verzoek om een Europees betalingsbevel en het verweerschrift tegen het betalingsbevel kunnen alleen in machineleesbare vorm worden ingediend indien de rechtbank van oordeel is dat deze stukken geschikt zijn voor machinale verwerking. Het aanvraagformulier kan worden ingediend op papier of via elk ander communicatiemiddel dat door het gerecht wordt aanvaard.

De wijze waarop verzoeken om een Europees betalingsbevel en verweerschriften tegen dit betalingsbevel worden ingediend, is vastgesteld in de regels inzake de wijze van indiening van een verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel en indiening van een verweerschrift tegen een Europees betalingsbevel (staatsblad van de Republiek Kroatië nr. 124/13; hierna “regels” genoemd), die op 17 oktober 2013 in werking zijn getreden.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Het verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel en het verweerschrift tegen het betalingsbevel moeten op de in Verordening (EG) nr. 1896/2006 voorgeschreven formulieren bij de bevoegde rechtbank worden ingediend. Daarom is het gebruik van een standaardformulier in de procedure voor de uitvaardiging van een Europees betalingsbevel verplicht. De formulieren kunnen worden gedownload via het Europees e-Justitieportaal.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Elke natuurlijke of rechtspersoon mag vrij kiezen of hij in de procedure zichzelf vertegenwoordigt dan wel zich door een tussenpersoon, gewoonlijk een advocaat, laat vertegenwoordigen. Vertegenwoordiging door een advocaat is dus niet verplicht in de procedure voor de uitvaardiging van een Europees betalingsbevel.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De partij is verplicht formulier A (verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel) in machineleesbare vorm in te vullen. Op het formulier kan de partij verklaringen afleggen en aanvullende informatie verstrekken om, indien van toepassing, haar vordering verder te onderbouwen.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Conform punt 10 van formulier A moet de partij het bewijsmateriaal waarover zij beschikt, bijvoegen en moet zij het specifieke bewijsmateriaal nader beschrijven. Het bewijsmateriaal en de bewijsverkrijging zijn geregeld in de artikelen 219 tot en met 271 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en de rechter beslist met welke van de overgelegde bewijzen rekening moet worden gehouden om de relevante feiten vast te stellen en te beoordelen. Daarnaast bepaalt de rechter naar eigen goeddunken welke feiten hij na een gewetensvolle en zorgvuldige beoordeling van alle bewijsstukken, zowel afzonderlijk als in hun geheel, en rekening houdend met de resultaten van de gehele procedure bewezen acht.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De algemene regel van artikel 109 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is van toepassing op de afwijzing van verzoeken. In dit artikel is bepaald dat als het verzoek niet begrijpelijk is of niet alles bevat wat nodig is om daaraan gevolg te geven, de rechter de indienende partij zal gelasten om het ingediende verzoek te corrigeren, dat wil zeggen te wijzigen in overeenstemming met de verstrekte instructies, en hij het verzoek zal terugsturen met het oog op de correctie of wijziging ervan. Het ingediende verzoek wordt geacht te zijn ingetrokken als het niet binnen de gestelde termijn en gecorrigeerd overeenkomstig de van de rechter ontvangen instructies wordt teruggezonden naar de rechtbank. Als het ingediende verzoek zonder correctie of wijziging wordt teruggezonden, wordt het afgewezen.

1.5 Hoger beroep

Een verweerschrift is een rechtsmiddel dat de verweerder ter beschikking staat, wanneer er een verzoek om een Europees betalingsbevel is ingediend. Bovendien hebben partijen in uitzonderingsgevallen de mogelijkheid om om heroverweging van het Europees betalingsbevel te verzoeken overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1896/2006, met inachtneming van de daarvoor geldende voorwaarden.

1.6 Aanvechten van de vordering

De verweerder kan bij het gerecht van oorsprong een bezwaarschrift tegen het Europees betalingsbevel indienen door middel van standaardformulier F, dat samen met het Europees betalingsbevel aan de verweerder wordt verstrekt. Het verweerschrift moet worden verstuurd binnen 30 dagen na de betekening van het betalingsbevel aan de verweerder, en de verweerder moet in het verweerschrift aangeven dat hij de vordering betwist, zonder dat hij daarvoor redenen hoeft te vermelden.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Indien de verweerder een verweerschrift indient tegen het Europees betalingsbevel in de zin van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1896/2006, wordt de procedure voortgezet overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen, voor zover deze van toepassing zijn, en indien dat niet het geval is, op grond van de bepalingen in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering over verweerschriften tegen een Europees betalingsbevel (artikelen 445 bis en 451-456), met inachtneming van het bepaalde in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1896/2006.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Als binnen 30 dagen na de betekening van het betalingsbevel aan de verweerder, rekening houdend met de termijn voor de ontvangst van een verweerschrift, geen verweerschrift bij de rechtbank is ingediend, moet de rechter het Europees betalingsbevel uitvoerbaar verklaren door gebruik te maken van standaardformulier G.

Een uitvoerbaar Europees betalingsbevel (artikelen 18 en 19 van Verordening (EG) nr. 1896/2006), uitgevaardigd door een rechtbank in de Europese Unie, is een executoriale titel op grond waarvan in de Republiek Kroatië om tenuitvoerlegging kan worden verzocht op dezelfde wijze als op grond van een uitvoerbare beslissing van een Kroatische rechtbank.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

In de regel moet de eiser de rechter uitdrukkelijk verzoeken om een certificaat van uitvoerbaarheid af te geven. De rechter verklaart het Europees betalingsbevel uitvoerbaar door gebruik te maken van het standaardformulier G.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Op grond van artikel 507, punt n), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan de verweerder om een heroverweging verzoeken van het Europees betalingsbevel dat is uitgevaardigd in de Republiek Kroatië, overeenkomst artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1896/2006. De rechter die over het verzoek beslist, kan, op verzoek van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, de tenuitvoerlegging uitstellen overeenkomstig de regels voor gedwongen tenuitvoerlegging die van toepassing zijn. Een beroep tegen een bevel tot tenuitvoerlegging om redenen die verband houden met de vordering die in het Europees betalingsbevel is vastgelegd, is slechts toegestaan indien die redenen zich na de betekening van het betreffende betalingsbevel hebben voorgedaan en niet meer in het verweerschrift konden worden aangevoerd overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1896/2006.

Laatste update: 12/02/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.