

Informatie zoeken per regio
Bewijsverkrijging via videoconferentie is mogelijk zowel met de deelname van een gerecht in de verzoekende lidstaat als rechtstreeks door een gerecht van die lidstaat. In burgerlijke en handelszaken is altijd artikel 114 bis van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering van toepassing (Zakon o pravdnem postopku – ZPP; hierna "WvRV" genoemd). Dit artikel bepaalt dat een gerecht kan toestaan, met instemming van de partijen, dat de partijen en hun vertegenwoordigers tijdens de zitting op een andere plaats zijn en dat zij vanaf die plaats proceshandelingen verrichten, mits er wordt gezorgd voor de overdracht over en weer van beeld en geluid tussen de plaats van de zitting en de plaats of plaatsen waar de partijen en vertegenwoordigers zich bevinden (videoconferentie). Het gerecht kan onder deze voorwaarden beslissen ook over te gaan tot het verrichten van een handeling tot bewijsverkrijging, door partijen en getuigen te horen of een deskundige te ondervragen.
Zowel partijen en getuigen als deskundigen kunnen per videoconferentie worden verhoord. De partijen en hun vertegenwoordigers (bijvoorbeeld hun advocaten) kunnen alle proceshandelingen per videoconferentie verrichten.
De partijen en hun vertegenwoordigers kunnen in principe alle proceshandelingen op afstand verrichten. Het WvRV beperkt de mogelijkheden voor bewijsverkrijging via videoconferentie tot de limitatief opgesomde bewijsmiddelen (verhoor van partijen, verhoor van getuigen en deskundigen). Het is dus niet mogelijk om per videoconferentie bewijs te verkrijgen van materiële zaken of documenten.
De partijen en hun vertegenwoordigers kunnen in principe alle proceshandelingen op afstand verrichten. Er zijn geen beperkingen gesteld ten aanzien van de plaats waar de andere persoon zich buiten de rechtbank moet bevinden.
De rechtsgrondslag van de audiovisuele registratie van zittingen is artikel 125 bis WvRV. Overeenkomstig dit artikel kan de voorzitter van de kamer de geluidsopname of video-opname van een zitting bevelen. Dat betekent dat de voorzitter van de kamer waar het proces zich afspeelt, de bevoegdheid heeft om naar eigen inzicht te besluiten of er een geluidsopname of video-opname van de zitting wordt gemaakt. Overeenkomstig artikel 114 bis is het partijen niet toegestaan het gerecht te vragen toestemming te geven voor een videoconferentie. Het gerecht kan ook op eigen initiatief om een videoconferentie vragen, maar heeft daarvoor de toestemming van de partijen nodig. De beslissing van het gerecht om de videoconferentie te bevelen moet tijdig voor de zitting worden genomen, gelet op de tijd die nodig is voor de technische voorbereidingen en om de betrokken partij vooraf te laten weten of zij al dan niet voor het gerecht moet verschijnen.
De elf regionale rechtbanken (okrožna sodišča) beschikken sinds 2011 elk over een zittingszaal die is uitgerust met videoconferentie - en opnameapparatuur. Het is mogelijk om alleen geluid, alleen beeld of allebei tegelijk te registreren. Er zijn ook drie mobiele videoconferentie-apparaten beschikbaar die de gerechten kunnen gebruiken bij lokale rechtbanken (okrajna sodišča) en andere rechtbanken. Aangezien de videoconferentie wordt georganiseerd via een centraal toegangspunt, kan elke videoconferentie op bevel van de rechter worden geregistreerd
Op grond van de artikelen 10 tot en met 12 van de verordening leidt het aangezochte gerecht het verhoor in zijn officiële taal (het Sloveens en de twee officiële talen van de nationale gemeenschappen die worden gebruikt in de rechtbanken in de regio's waar deze nationale gemeenschappen wonen, namelijk het Italiaans en het Hongaars), en, indien nodig, met een vertaling naar de taal die de partij of een andere procesdeelnemer begrijpt, als laatstbedoelde daartoe een verzoek heeft ingediend of als het gerecht vaststelt dat de betreffende partij of procesdeelnemer de Sloveense taal niet begrijpt.
Het verhoor wordt op grond van artikel 17 van de verordening rechtstreeks door het aangezochte gerecht afgenomen. In dat geval kan het verhoor in een vreemde taal plaatsvinden, mits er wordt gezorgd voor een geschikte vertolking naar de taal die de partij of andere procesdeelnemers begrijpen.
Zowel het aangezochte gerecht als het verzoekende gerecht kan zorgen voor de tolk (afhankelijk van de afspraak die zij onderling hebben gemaakt). De tolk kan zodoende aanwezig zijn op de plaats van het aangezochte gerecht, het verzoekende gerecht of op een andere plaats.
In de praktijk zijn tolken aanwezig op de plaats waar de persoon zich bevindt die de vertolking nodig heeft. Dat betekent dat de tolk aanwezig is op de plaats van het aangezochte gerecht wanneer het verzoekende gerecht het verhoor in zijn officiële taal leidt overeenkomstig artikel 17 van de verordening, of op de plaats van het verzoekende gerecht indien het aangezochte gerecht het verhoor leidt overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 12 van de verordening.
De te verhoren persoon wordt, via schriftelijke oproeping, persoonlijk uitgenodigd om voor het gerecht te verschijnen. De oproeping vermeldt hoofdzakelijk de plaats en datum van het verhoor. Bepaalde getuigen mogen vanwege hun hoge leeftijd, hun gezondheidstoestand of een ernstige lichamelijke handicap thuis worden gehoord. In het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is geen termijn vastgesteld voor het versturen van de oproepingen, maar de partijen moeten vanaf de ontvangst van de oproeping ten minste vijftien dagen de tijd hebben om zich op het verhoor voor te bereiden. Deze termijn geldt niet indien de partij als getuige wordt opgeroepen.
Overeenkomstig artikel 153 WvRV moet een partij die een verzoek om bewijsverkrijging indient een voorschot betalen ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de handeling tot bewijsverkrijging. Indien het verzoek door beide partijen wordt gedaan, moeten zij allebei een gelijk deel van de kosten dragen. De kosten worden op basis van de uitslag van de rechtszaak terugbetaald.
In de Republiek Slovenië zijn er geen kosten verbonden aan het gebruik van videoconferentie.
Het WvRV voorziet niet in aanvullende vereisten.
De getuige wordt voorafgaand aan het verhoor gevraagd opgave te doen van zijn naam, voornamen, naam van zijn vader, beroep, woonplaats, geboortedatum, leeftijd en zijn relatie tot de partijen (artikel 238, lid 3, WvRV).
Het WvRV voorziet niet in een eedaflegging. Overeenkomstig artikel 238 wijst het gerecht de getuige er voorafgaand aan het verhoor op dat hij verplicht is de waarheid te spreken en dat hij niets mag achterhouden en op de gevolgen van een valse verklaring.
Het WvRV voorziet niet in dergelijke regelingen.
In de praktijk wordt ten minste een week vóór de videoconferentie een testverbinding tot stand gebracht, om te controleren of de verbinding werkt, of de kwaliteit voldoende is en om eventuele gebreken op te lossen. Op die manier wordt ervoor gezorgd dat de technicus die tijdens de zitting aanwezig is de videoconferentie-apparatuur zonder problemen kan bedienen aangezien deze vooraf al worden opgelost. Tegelijk met het verzoek of nadat het verzoek is ingediend, wisselen beide gerechten de gegevens van de contactpersonen uit die zorgen voor de technische uitvoering van de videoconferentie.
Hier is niets over opgenomen in het WvRV.
In de regel stuurt het verzoekende gerecht het verzoek naar het aangezochte gerecht, tezamen met een formulier waarop alle technische gegevens van het videoconferentiesysteem staan vermeld, evenals de contactgegevens van de technici die zorgen voor de technische aspecten van de videoconferentie. Beide gerechten hebben gegevens nodig over de videoconferentiesystemen, het type verbinding (ISDN, IP), de verbindingssnelheid, het adres (telefoonnummer), de taal die tijdens de verbindingstest wordt gebruikt, de datum en tijd van de testsessie, het eventuele tijdsverschil en de gegevens van de technicus die voor de technische uitvoering zorgt.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.