

Informatie zoeken per regio
Deze procedure wordt niet alleen geregeld door wet nr. 99/1963 Rec., Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals gewijzigd (hierna te noemen "Rv”), maar vooral door de instructie nr. 505/2001 van het ministerie van Justitie ter vaststelling van het huishoudelijk en administratief reglement van de arrondissementsrechtbanken, de regionale gerechten en de hogere gerechten (hierna te noemen “instructie nr. 505/2001 van het ministerie van Justitie”).
De president van de kamer (alleensprekend rechter) kan conform artikel 10a van de instructie nr. 505/2001 van het ministerie van Justitie gebruikmaken van een technisch apparaat voor de uitzending van beeld en geluid (hierna te noemen een “videofoon”) om een getuige of deskundige te verhoren, indien dit passend lijkt te zijn met het oog op de bescherming van de rechten van de personen of om hun veiligheid te garanderen, of indien dit nodig is om veiligheidsredenen of op andere ernstige gronden, en indien deze oplossing technisch uitvoerbaar is.
Overeenkomstig artikel 11a van de instructie nr. 505/2001 van het ministerie van Justitie is het mogelijk om getuigen en deskundigen via videofoon te verhoren.
Het gebruik van een videofoon is uitsluitend mogelijk voor het verhoren van getuigen en deskundigen.
Indien de president van de kamer (alleensprekend rechter) overgaat tot het verhoren van een getuige of deskundige via een videofoon, geeft de oproeping eveneens de plaats aan waar de persoon zich dient aan te melden voor het verhoor. Het is derhalve niet uitgesloten om andere ruimtes te gebruiken die geschikt zijn voor een dergelijke handeling, zoals de plaats waar de deskundigen of getuigen zich bevinden (ziekenhuis, laboratorium).
De belangrijke elementen van de verklaring van de getuige worden opgenomen in een proces‑verbaal. Het kan noodzakelijk zijn om bepaalde delen van de verklaring letterlijk op te nemen in het proces-verbaal. Het is eveneens mogelijk om alternatieve middelen te gebruiken, zoals de registratie van de gehele verklaring door de ambtenaar die belast is met het opstellen van het proces-verbaal of het maken van een audio-opname of een audio- en video-opname indien de wet dit voorschrijft of indien de president van de kamer (alleensprekend rechter) hiertoe besluit.
Indien de getuige de taal van de procedure niet machtig is, heeft hij recht op een tolk conform artikel 37, lid 4, van staatswet nr. 2/1993, Handvest van fundamentele rechten en vrijheden. Overeenkomstig artikel 18, lid 2, Rv verschaft de rechtbank de partij waarvan het Tsjechisch niet de moedertaal is een tolk, zodra dit nodig blijkt in de procedure.
Conform artikel 18, leden 1 en 2, Rv dient de rechtbank de partijen dezelfde mogelijkheden te garanderen om hun rechten te doen gelden en een tolk te verschaffen aan de partijen waarvan het Tsjechisch niet de moedertaal is, zodra dit nodig blijkt in de procedure.
Om een persoon op te roepen handelt de rechtbank overeenkomstig artikel 51 Rv. Voor zover de wet of de bijzondere bepalingen voor oproepingen verder niets vereisen, dient de oproeping de volgende informatie te bevatten: de zaak waarin de opgeroepen persoon dient te verschijnen, het onderwerp, de plaats van handeling bij de rechtbank, het tijdstip waarop de handeling begint, de reden voor de oproeping, de status van de opgeroepen persoon in de procedure, de verplichtingen van de opgeroepen persoon tijdens de handeling en in voorkomend geval de voorziene duur van de handeling. De dagvaarding om te verschijnen kan op papier of digitaal en in spoedgevallen eveneens telefonisch of per fax ter kennis worden gebracht. Indien het verhoor van een getuige of deskundige via een videofoon dient te gebeuren en de te verhoren persoon naar het rechtsgebied van een andere rechtbank dient te komen, wordt hij opgeroepen door de rechtbank in het rechtsgebied waar hij zich dient aan te melden om te worden verhoord en de verzoekende rechtbank verzoekt de aangezochte rechtbank om medewerking bij de uitvoering van deze handeling (rogatoire commissie). Conform artikel 115, lid 2, Rv dient de oproeping zodanig aan de partijen ter kennis te worden gebracht dat zij voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden, over het algemeen ten minste tien dagen vóór de datum van het verhoor, indien dit niet wordt voorafgegaan door een voorbereidende bijeenkomst.
Het gebruik van videoconferentie brengt kosten voor informatie-overdracht met zich mee. De informatie-overdracht komt voor rekening van de verzoekende rechtbank die het initiatief neemt voor de videoconferentie.
Overeenkomstig artikel 126, lid 1, Rv is iedere natuurlijke persoon die geen partij bij de procedure verplicht om te verschijnen na oproeping door een rechtbank en als getuige een verklaring af te leggen. Weigering is alleen mogelijk als de getuigenverklaring een risico op strafrechtelijke vervolging van de getuige zelf of van zijn naasten met zich meebrengt. De getuige wordt vóór het begin van het verhoor altijd in kennis gesteld van het belang van zijn verklaring, van zijn rechten en plichten en van de strafrechtelijke gevolgen van een valse getuigenis.
Overeenkomstig artikel 126, lid 2, Rv is de rechtbank verplicht om aan het begin van het verhoor de identiteit van de getuige vast te stellen. Over het algemeen wordt hem gevraagd zijn identiteitskaart of paspoort te tonen.
Overeenkomstig artikel 104, lid 1, van wet nr. 91/2012 Rec. inzake het internationaal privaatrecht is het op verzoek van een buitenlandse autoriteit eveneens mogelijk om getuigen, deskundigen en partijen onder ede te verhoren. De getuigen en partijen bij de procedure leggen de volgende eed af: “Ik zweer om op alle vragen die het gerecht mij stelt een volledig en waarheidsgetrouw antwoord te geven en niets te verzwijgen”. De eed van deskundigen is als volgt: “Ik zweer om naar eer en geweten en met kennis van zaken een deskundigenrapport te verstrekken.” Als de eed achteraf wordt afgelegd, wordt de formulering dienovereenkomstig aangepast.
De concrete maatregelen worden tijdens de voorbereiding van de videoconferentie overeengekomen, zodat deze voldoen aan de behoeften van de verzoekende en de aangezochte rechtbank.
De concrete maatregelen worden tijdens de voorbereiding van de videoconferentie overeengekomen, zodat deze voldoen aan de behoeften van de verzoekende en de aangezochte rechtbank.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.