

Informatie zoeken per regio
Ja, beide vormen van bewijsverkrijging zijn mogelijk. Procedures werden ad hoc uitgewerkt. De Belgische wetgeving voorziet niets betreffende videoconferenties maar verbiedt ze ook niet.
Zowel getuigen als deskundige kunnen worden verhoord. In de praktijk werden in het kader van art. 17 ook reeds partijen verhoord.
De nationale wet van het verzoekend gerecht dient hierbij te worden toegepast. De gevraagde verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs mag niet strijdig zijn met fundamentele beginselen van het nationale recht van België (art. 17.5c).
De plaats waar de persoon via videoconferentie wordt verhoord moet geen rechtbank zijn.
Het verzoekend gerecht bepaald hier conform haar regelgeving of er een registratie plaatsvindt en zorgt hier in voorkomend geval zelf voor.
a) enkel in het Nederlands, het Frans en het Duits (Belgisch recht).
b) er worden geen taalvereisten gesteld.
Het verzoekend gerecht zorgt voor de vertaler en neemt de vertalingskosten ten laste. Normalerwijze stelt hij zijn diensten ter beschikking bij het verzoekend gerecht, op het moment dat de videoconferentie plaatsvindt. Er lijkt echter geen bezwaar te zijn moest deze zich fysiek bevinden bij de getuige.
Dit wordt bepaald overeenkomstig de nationale wet van het verzoekend gerecht.
Het verzoekend gerecht betaald de kosten.
De telefoonverbinding wordt opgestart door het verzoekend gerecht. Ook mogelijke vervoerskosten dienen ten laste genomen te worden van het verzoekend gerecht. De centrale autoriteit wijst het verzoekend gerecht daar op wanneer zij de ontvangstmelding van het verzoek verzendt.
De buitenlandse rechter stelt de getuige in kennis van de oproepingsbrief waarin vermeld wordt dat zijn medewerking op vrijwillige basis gebeurt.
De centale autoriteit vraagt het verzoekend gerecht de oproepingsbrief voorafgaandelijk aan het verzenden van formulier J naar haar op te sturen, waaruit duidelijk zou moeten blijken dat gewezen werd op de vrijwilligheid voor deelname aan het verhoor.
Bij middel van identiteitspapieren.
Dit gebeurt overeenkomstig het recht van de verzoekende staat.
Een medewerker van de centrale autoriteit neemt voorlopig de rol van coördinator op zich met betrekking tot het vastleggen van concrete afspraken rond datum en uur van test en effectief verhoor.
Een administratief medewerker/griffier zorgt voor het aan- en uiteenzetten van het systeem.
Vragen voor aanvullende informatie worden voorafgaand aan het verhoor door de centrale autoriteit voorgelegd aan het verzoekend gerecht.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.