Erfenissen

Cyprus

Inhoud aangereikt door
Cyprus

BEVOEGDE GERECHTEN/AUTORITEITEN ZOEKEN

Met onderstaande zoekfunctie kunt u rechtbanken/autoriteiten vinden die voor een bepaald Europees rechtsinstrument bevoegd zijn. Hoewel we er alles aan hebben gedaan om de resultaten betrouwbaar te maken, kunnen we onvolkomenheden niet uitsluiten.

Cyprus

Familierecht — erfopvolging


*verplichte invoer

Artikel 78, onder a) - de naam en de contactgegevens van de gerechten of autoriteiten die bevoegd zijn voor het behandelen van het verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid overeenkomstig artikel 45, lid 1, en voor het rechtsmiddel tegen een beslissing over dit verzoek overeenkomstig artikel 50, lid 2

De bevoegde gerechten zijn de districtsrechtbanken.

  • Districtsrechtbank van Nicosia

Adres: Charalambou Mouskou, 1405 Nicosia, Cyprus

Tel.: (+357) 22865518

Fax: (+357) 22304212/22805330

E-mail: chief.reg@sc.judicial.gov.cy

  • Districtsrechtbank van Limassol

Adres: Leoforos Lordou Vyronos 8, P.O. Box 54619, 3726 Limassol, Cyprus

Tel.: (+357) 25806100/25806128

Fax: (+357) 25305311

E-mail: chief.reg@sc.judicial.gov.cy

  • Districtsrechtbank van Larnaca

Adres: Leoforos Artemidos, 6301 Larnaca P.O. Box 40107, Cyprus

Tel.: (+357) 24802721

Fax: (+357) 24802800

E-mail: chief.reg@sc.judicial.gov.cy

  • Districtsrechtbank van Paphos

Adres: Corner of Neofytou and Nikou Nikolaïdi, 8100 Paphos, P.O. Box 60007, Cyprus

Tel.: (+357) 26802601

Fax: (+357) 26306395

E-mail: chief.reg@sc.judicial.gov.cy

  • Districtsrechtbank van Famagusta

Adres: Sotiras 2, Megaro Tzivani, 5286 Paralimni, Cyprus

Tel.: (+357) 23730950/23742075

Fax: (+357) 23741904

E-mail: chief.reg@sc.judicial.gov.cy

Artikel 78, onder b) - de procedures als bedoeld in artikel 51 om beslissingen gegeven in hoger beroep aan te vechten

De Cypriotische wetgeving voorziet niet in een procedure om een in hoger beroep gegeven beslissing van het Hooggerechtshof (Anótato Dikastírio) aan te vechten.

Wanneer een beslissing houdende uitvoerbaarverklaring werd betwist door middel van een verzoek om een prerogatief bevelschrift (pronomiakó éntalma) dat is behandeld door een rechter van het Hooggerechtshof, kan er echter wel beroep (éfesi) worden ingesteld tegen de beslissing van de rechter, zoals in burgerlijke zaken het geval zou zijn.

Indien er een schending van de mensenrechten wordt aangevoerd, kan er in ieder geval een individueel beroep worden ingesteld bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg.

Artikel 78, onder c) - de informatie betreffende de in artikel 64 bedoelde autoriteiten die bevoegd zijn om de erfrechtverklaring af te geven

De autoriteit die bevoegd is voor het afgeven van de Europese erfrechtverklaring is de relatief bevoegde districtsrechtbank (Eparchiakó Dikastírio), zoals hierboven vermeld met betrekking tot een verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid.

Artikel 78, onder d) - de in artikel 72 bedoelde rechtsmiddelen

Tegen een beslissing van de autoriteit die de Europese erfrechtverklaring heeft afgegeven, d.w.z. de districtsrechtbank, kan beroep worden ingesteld bij het Hooggerechtshof, overeenkomstig de regels van burgerlijk procesrecht (Thesmoí Politikís Dikonomías).

Bij wijze van uitzondering kan het Hooggerechtshof machtiging verlenen voor het indienen van een verzoek om een prerogatief bevelschrift; in dat geval gelden de hierboven uiteengezette regels.

Artikel 79 - Vaststelling en wijziging van de lijst met in artikel 3, lid 2, bedoelde informatie

De enige autoriteit die rechterlijke functies vervult of handelt krachtens volmacht van of onder toezicht van een gerechtelijke autoriteit is de griffier (protokollitís) van elke districtsrechtbank, conform punt 13 van hoofdstuk 189 van de Wet inzake het beheer van nalatenschappen; indien echter niet is voldaan aan de in artikel 3, lid 2, van de verordening vastgestelde voorwaarden betreffende de uitoefening van deze bevoegdheden wordt de griffier niet als een 'gerecht' in de zin van de verordening beschouwd.

Gelet op de definitie van 'beslissing' in artikel 3, lid 1, onder g), van de verordening is de enige bevoegdheid van de griffier die aan alle voorwaarden van artikel 3, lid 2, van de verordening voldoet, de vaststelling van de kosten voor verzoeken en procedures in verband met erfopvolging; bijgevolg valt de griffier bij het uitoefenen van deze bevoegdheid onder de definitie van ‘gerecht’ in de zin van de verordening.

Laatste update: 04/03/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.