Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen

Spanje

Inhoud aangereikt door
Spanje

Artikel 50, lid 1, onder a) — gerechten die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen uit te vaardigen

De rechtbanken van eerste aanleg (Juzgados de Primera Instancia).

Welke rechtbank bevoegd is binnen een bepaald gebied wordt bepaald aan de hand van de criteria die zijn bepaald in artikel 545, lid 3, van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering (Ley de Enjuiciamiento Civil) betreffende de tenuitvoerlegging op basis van niet-gerechtelijke instrumenten.

Dit betekent in de regel dat de rechtbank van eerste aanleg van de plaats die wordt bepaald overeenkomstig de artikelen 50 en 51 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering, bevoegd is. Een partij die tenuitvoerlegging vordert, kan daartoe ook verzoeken bij de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de verplichting wordt nagekomen, zoals die in het bevel wordt vermeld, of van een plaats waar zich voor beslag vatbare activa bevinden van de partij waartegen tenuitvoerlegging wordt gevorderd. De regels betreffende uitdrukkelijke of stilzwijgende aanvaarding van bevoegdheid zijn hierbij niet van toepassing. Als er tenuitvoerlegging wordt gevorderd tegen meerdere partijen, kan de partij die tenuitvoerlegging vordert, kiezen uit de rechtbanken die bevoegd zijn ten aanzien van een van die partijen.

Als de executoriale titel betrekking heeft op activa waarop een specifiek hypotheek- of pandrecht is gevestigd, wordt de bevoegde rechtbank bepaald overeenkomstig artikel 684 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering.

Artikel 50, lid 1, onder b) — instantie waarbij rekeninginformatie kan worden opgevraagd

Subdirectoraat-generaal voor Internationale Justitiële Samenwerking (Subdirección General de Cooperación Jurídica Internacional), ministerie van Justitie

Contactgegevens:

sgcji@mjusticia.es

Telefoon: +34 91 390 4411

Artikel 50, lid 1, onder c) — wijze waarop rekeninginformatie kan worden opgevraagd

De instantie waarbij rekeninginformatie kan worden opgevraagd, heeft toegang tot de betreffende informatie indien die door overheidsinstanties of -diensten in registers of anderszins wordt bijgehouden.

Artikel 50, lid 1, onder d) — gerechten waarbij hoger beroep kan worden ingesteld tegen een weigering om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen uit te vaardigen

Hoger beroep moet worden ingesteld bij het gerecht dat het verzoek om het bevel heeft afgewezen. Als de beslissing is gegeven door een rechtbank van eerste aanleg of een handelsrechtbank (Juzgado de lo Mercantil), wordt het hoger beroep behandeld door de provinciale rechtbank (Audiencia Provincial). Als de beslissing is gegeven door een rechtbank van tweede aanleg, wordt het hoger beroep behandeld door dezelfde rechtbank.

Artikel 50, lid 1, onder e) — instanties die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen en andere stukken te ontvangen, te verzenden en te betekenen of ter kennis te brengen

De rechtbank die op grond van artikel 50, lid 1, onder f), bevoegd is om het bevel ten uitvoer te leggen.

Voor de toepassing van artikel 28, lid 3, is de bevoegde rechter de rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van de schuldenaar.

Artikel 50, lid 1, onder f) — instanties die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen ten uitvoer te leggen

De rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de bankrekening wordt aangehouden en, indien op meerdere plaatsen rekeningen worden aangehouden, de rechtbank van eerste aanleg die bevoegd is voor een van die plaatsen.

Artikel 50, lid 1, onder g) — de mate waarin conservatoir beslag kan worden gelegd op gezamenlijke rekeningen en rekeningen van derden

Er kan een bevel worden uitgevaardigd tot het leggen van conservatoir beslag op gezamenlijke rekeningen waarvan de schuldenaar een van de rekeninghouders is en op rekeningen die de schuldenaar beheert namens een derde. Er kan echter geen bevel worden uitgevaardigd tot het leggen van conservatoir beslag op rekeningen die namens de schuldenaar door een derde worden beheerd.

Artikel 50, lid 1, onder h) — regels die van toepassing zijn op bedragen die niet voor beslag vatbaar zijn

De regels over salarissen en pensioenen worden vermeld in artikel 607 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering.

https://www.boe.es/buscar/act.php?id=BOE-A-2000-323&tn=1&p=20151028&vd=#a607

Als er bij civiele of handelszaken overheidsinstanties zijn betrokken om redenen die geen verband houden met de uitoefening van hun bevoegdheden, zijn de geldbedragen die zij op bankrekeningen hebben gestort, niet vatbaar voor beslag wanneer deze bedragen daadwerkelijk zijn bestemd voor een dienst of doel van openbaar belang.

Zulke bedragen zijn niet vatbaar voor beslag; er hoeft daartoe geen verzoekschrift te worden ingediend.

Artikel 50, lid 1, onder i) — de vergoeding die banken in rekening mogen brengen voor de uitvoering van een gelijkwaardig nationaal bevel of voor het verstrekken van rekeninginformatie en welke partij gehouden is deze vergoeding te voldoen

Er is geen bepaling over vergoedingen die voor deze doeleinden in rekening worden gebracht.

Artikel 50, lid 1, onder j) – het tarief van of de regeling betreffende de vergoedingen die worden berekend door de instanties of andere entiteiten welke bij de verwerking of de tenuitvoerlegging van het bevel tot conservatoir beslag zijn betrokken

Er worden geen vergoedingen berekend.

Artikel 50, lid 1, onder k) — in voorkomend geval de rangorde van gelijkwaardige nationale bevelen

Bevelen worden chronologisch gerangschikt vanaf het moment waarop zij door de bank worden ontvangen.

Artikel 50, lid 1, onder l) — gerechten of tenuitvoerleggingsinstanties die bevoegd zijn met betrekking tot een rechtsmiddel

De rechtbank die het bevel heeft uitgevaardigd of ten uitvoer heeft gelegd.

Artikel 50, lid 1, onder m) — gerechten waarbij een hoger beroep moet worden ingesteld en, in voorkomend geval, de termijn voor het instellen van een hoger beroep

Het hoger beroep wordt ingesteld bij de rechtbank die de beslissing heeft gegeven.

Als de beslissing is gegeven door een rechtbank van eerste aanleg of een handelsrechtbank, is de termijn voor het instellen van hoger beroep twintig dagen en wordt het hoger beroep behandeld door de provinciale rechtbank. Als de beslissing is gegeven door een andere rechtbank, moet het hoger beroep binnen vijf dagen worden ingesteld en wordt het door dezelfde rechtbank behandeld.

De termijn voor het instellen van hoger beroep start vanaf de kennisgeving van de beslissing.

Artikel 50, lid 1, onder n) — gerechtskosten

Er zijn geen gerechtskosten, met uitzondering van de borgsom die moet worden voldaan op het moment dat er hoger beroep wordt ingesteld in de gevallen en op de wijze als bepaald in Aanvullende Bepaling 15 van de Organieke Wet op de rechterlijke macht (Ley Orgánica del Poder Judicial, "LOPJ").

Artikel 50, lid 1, onder o) — de talen aanvaard voor de vertaling van stukken

N.v.t.

Laatste update: 26/02/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.