Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen

Luxemburg

Inhoud aangereikt door
Luxemburg

BEVOEGDE GERECHTEN/AUTORITEITEN ZOEKEN

Met onderstaande zoekfunctie kunt u rechtbanken/autoriteiten vinden die voor een bepaald Europees rechtsinstrument bevoegd zijn. Hoewel we er alles aan hebben gedaan om de resultaten betrouwbaar te maken, kunnen we onvolkomenheden niet uitsluiten.

Luxemburg

Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen


*verplichte invoer

Artikel 50, lid 1, onder a) — gerechten die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen uit te vaardigen

1) De vrederechter (juge de paix) is bevoegd voor vorderingen tot 15 000 EUR:

Justice de paix de Luxembourg

Cité Judiciaire, Bâtiment JP, Plateau du Saint-Esprit

L-2080 Luxemburg

 

Justice de paix Esch-sur-Alzette

Place Norbert Metz

L-4006 Esch-sur-Alzette

 

Justice de paix de Diekirch

Bei der Aaler Kiirch,

L-9201 Diekirch

 

2) Voor vorderingen vanaf 15 000 EUR , is de voorzitter van de arrondissementsrechtbank (tribunal d’arrondissement) bevoegd:

Tribunal d’arrondissement du Luxembourg

Cité Judiciaire, Bâtiment TL, CO, JT;

Plateau du Saint-Esprit;

L-2080 Luxemburg

 

Tribunal d’arrondissement de Diekirch

Palais de Justice

Place Guillaume

L-9237 Diekirch

Artikel 50, lid 1, onder b) — instantie waarbij rekeninginformatie kan worden opgevraagd

Rekeninginformatie kan worden opgevraagd bij de commissie voor toezicht op de financiële sector (Commission de Surveillance du Secteur Financier).

Commission de Surveillance du Secteur Financier

283, route d’Arlon

L-1150 Luxemburg

Tel.:    +352 26251-1

Fax :    +352 26251-2601

E-mail: direction@cssf.lu

Artikel 50, lid 1, onder c) — wijze waarop rekeninginformatie kan worden opgevraagd

Voor het opvragen van rekeninginformatie is voorzien in het middel als bedoeld in artikel 14, lid 5:

de verplichting dat alle banken op zijn grondgebied, op verzoek van de informatie-instantie, bekendmaken of de schuldenaar bij hen een rekening aanhoudt;

Artikel 50, lid 1, onder d) — gerechten waarbij hoger beroep kan worden ingesteld tegen een weigering om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen uit te vaardigen

- De voorzitter van de arrondissementsrechtbank of de rechter die hem vervangt, in kort geding, is bevoegd voor de behandeling van hoger beroep tegen beslissingen van de vrederechter.

Tribunal d’arrondissement du Luxembourg

Cité Judiciaire, Bâtiment TL, CO, JT;

Plateau du Saint-Esprit;

L-2080 Luxemburg

 

Tribunal d’arrondissement de Diekirch

Palais de Justice

Place Guillaume

L-9237 Diekirch

 

Het Hof van Beroep (Cour d’appel) in kort geding, is bevoegd voor hoger beroepzaken tegen beslissingen van de voorzitter van de arrondissementsrechtbank:

Cour d’appel

Cité Judiciaire, Bâtiment CR,

Plateau du Saint-Esprit

L-2080 Luxemburg

Artikel 50, lid 1, onder e) — instanties die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen en andere stukken te ontvangen, te verzenden en te betekenen of ter kennis te brengen

De gerechtsdeurwaarders zijn hiervoor bevoegd.

U kunt een gerechtsdeurwaarder (huissier de justice) vinden op de volgende website:Kamer van Gerechtsdeurwaarders van Luxemburg (Chambre des huissiers de justice de Luxembourg)

Artikel 50, lid 1, onder f) — instanties die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen ten uitvoer te leggen

De gerechtsdeurwaarders zijn hiervoor bevoegd.

Artikel 50, lid 1, onder g) — de mate waarin conservatoir beslag kan worden gelegd op gezamenlijke rekeningen en rekeningen van derden

Volgens het Luxemburgse recht kan in de regel conservatoir beslag worden gelegd op gezamenlijke rekeningen.

Voor gezamenlijke rekeningen geldt het beginsel van hoofdelijke aansprakelijkheid.

Artikel 693 van het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Nouveau Code de Procédure civile) en artikel 1197 van het burgerlijk wetboek (Code civil) zijn van toepassing.

Het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering en het burgerlijk wetboek kunnen worden geraadpleegd op de website LEGILUX.

Volgens het Luxemburgse recht kan in de regel geen conservatoir beslag worden gelegd op derdenrekeningen. Er bestaat geen specifieke regelgeving met betrekking tot dit onderwerp.

Artikel 50, lid 1, onder h) — regels die van toepassing zijn op bedragen die niet voor beslag vatbaar zijn

In artikel 717 van het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering is bepaald dat:

Geen beslag mag worden gelegd op:

1° zaken die krachtens de wet uitdrukkelijk niet vatbaar zijn voor beslag;

2° door de rechter toegekend voorlopig alimentatiebedrag;

3° beschikbare geldbedragen en voorwerpen die door de erflater of schenker niet vatbaar voor verslag zijn verklaard;

4° de geldbedragen en uitkeringen voor levensonderhoud, zelfs als deze in het testament of de schenkingsakte niet zijn uitgesloten van beslag.”

Voor “1° zaken die krachtens de wet uitdrukkelijk niet vatbaar zijn voor beslag;” moet worden verwezen naar artikel 33 van de gewijzigde wet van 28 juli 2018 betreffende het sociaal minimumloon alsmede naar de groothertogelijke verordening van 27 september 2016 tot vaststelling van de percentages voor de overdracht van en het beslag op salarissen, pensioenen en lijfrenten (loi modifiée du 28 juillet 2018 relative au revenu d’inclusion sociale ainsi qu’au règlement grand-ducal du 27 septembre 2016 fixant les taux de cessibilité et de saisissabilité des rémunérations de travail, pensions et rentes).

Deze bedragen worden op verzoek van de schuldenaar uitgesloten.

Artikel 50, lid 1, onder i) — de vergoeding die banken in rekening mogen brengen voor de uitvoering van een gelijkwaardig nationaal bevel of voor het verstrekken van rekeninginformatie en welke partij gehouden is deze vergoeding te voldoen

Banken mogen de kosten die zij maken om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen met betrekking tot het beslag, in principe in mindering brengen op het bedrag van de beslaglegging.

Artikel 50, lid 1, onder j) – het tarief van of de regeling betreffende de vergoedingen die worden berekend door de instanties of andere entiteiten welke bij de verwerking of de tenuitvoerlegging van het bevel tot conservatoir beslag zijn betrokken

Het tarief voor gerechtsdeurwaarders is vastgesteld in de gewijzigde wet van 4 december 1990 betreffende de organisatie van de diensten van gerechtsdeurwaarders, alsmede in de groothertogelijke verordening van 24 januari 1991 inzake de vaststelling van de gerechtsdeurwaarderstarieven (loi modifiée du 4 décembre 1990 portant organisation du service des huissiers de justice ainsi que par le règlement grand-ducal modifié du 24 janvier 1991 portant fixation du tarif des huissiers de justice).

De bepalingen over dit onderwerp kunnen worden geraadpleegd op de website LEGILUX:

- gewijzigde Wet van 4 december 1990 betreffende de organisatie van de diensten van gerechtsdeurwaarders:

https://legilux.public.lu/eli/etat/leg/loi/1990/12/04/n3/jo

- gewijzigde Groothertogelijke verordening van 24 januari 1991 inzake de vaststelling van de gerechtsdeurwaarderstarieven:

https://legilux.public.lu/eli/etat/leg/rgd/1991/01/24/n2/consolide/20211002

De geconsolideerde versie is op 2 oktober 2021 voor het laatst bijgewerkt. Artikel 16 van de gewijzigde Groothertogelijke verordening van 24 januari 1991 is gewijzigd bij Groothertogelijke verordening van 21 juni 2023: https://legilux.public.lu/eli/etat/leg/rgd/2023/06/21/a356/jo.

Voor de betekening van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken is een enkele vaste vergoeding van 165 EUR verschuldigd op grond van Verordening (EU) nr. 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (betekening of kennisgeving van stukken) (herschikking).

Honoraria en emolumenten:

De groothertogelijke verordening van 21 maart 1974 inzake de honoraria en emolumenten van procureurs en advocaten is van toepassing.

De bepalingen over dit onderwerp kunnen worden geraadpleegd op de website LEGILUX:

Groothertogelijke verordening van 21 maart 1974 inzake de honoraria en emolumenten van procureurs en advocaten is van toepassing. – Legilux (public.lu)

Artikel 50, lid 1, onder k) — in voorkomend geval de rangorde van gelijkwaardige nationale bevelen

Niet van toepassing.

Artikel 50, lid 1, onder l) — gerechten of tenuitvoerleggingsinstanties die bevoegd zijn met betrekking tot een rechtsmiddel

- Artikel 33 (rechtsmiddel tegen het bevel zelf):

Het gerecht dat is bevoegd om te beslissen over een rechtsmiddel is:

- hetzij de vrederechter in kort geding;

- hetzij de voorzitter van de arrondissementsrechtbank of de rechter die hem vervangt, in kort geding (zie artikel 50, lid 1, punt a)).

- Artikel 34 (rechtsmiddelen tegen de tenuitvoerlegging van het bevel):

- hetzij de vrederechter, in kort geding;

- hetzij de voorzitter van de arrondissementsrechtbank of de rechter die hem vervangt, in kort geding.

De bevoegdheidsregels met betrekking tot de hoogte van de vordering van het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering zijn van toepassing en deze komen overeen met de bevoegdheidsregels met betrekking tot de hoogte van de vordering zoals genoemd in artikel 50, lid 1, punt a), hierboven.

Artikel 50, lid 1, onder m) — gerechten waarbij een hoger beroep moet worden ingesteld en, in voorkomend geval, de termijn voor het instellen van een hoger beroep

- De voorzitter van de arrondissementsrechtbank of de rechter die hem vervangt, in kort geding, is bevoegd voor de behandeling van hoger beroep tegen beslissingen van de vrederechter.

- Het Hof van Beroep in kort geding is bevoegd voor de behandeling van hoger beroep tegen beslissingen van de voorzitter van de arrondissementsrechtbank,

- Termijn: 15 dagen.

- Aanvang van de termijn: vanaf de datum van betekening.

Artikel 50, lid 1, onder n) — gerechtskosten

In Luxemburg worden de gerechtskosten “frais et dépens” genoemd:

Volgens de rechtspraak vallen onder de kosten als bedoeld in artikel 238 van het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering in de regel de advocaatkosten, de kosten van de gerechtsdeurwaarder en van het deskundigenonderzoek, vergoedingen die eventueel aan de getuigen worden betaald, kosten van vertaling enzovoort, maar dus niet de honoraria van advocaten. Het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan worden geraadpleegd op de website LEGILUX:

http://legilux.public.lu/eli/etat/leg/code/procedure_civile

Gerechtsdeurwaarderskosten:

Het tarief voor gerechtsdeurwaarders is vastgesteld in de gewijzigde wet van 4 december 1990 betreffende de organisatie van de diensten van gerechtsdeurwaarders, alsmede in de groothertogelijke verordening van 24 januari 1991 inzake de vaststelling van de gerechtsdeurwaarderstarieven.

De bepalingen over dit onderwerp kunnen worden geraadpleegd op de website LEGILUX:

- gewijzigde Wet van 4 december 1990 betreffende de organisatie van de diensten van gerechtsdeurwaarders:

http://legilux.public.lu/eli/etat/leg/loi/1990/12/04/n3/jo

- gewijzigde Groothertogelijke verordening van 24 januari 1991 inzake de vaststelling van de gerechtsdeurwaarderstarieven:

https://legilux.public.lu/eli/etat/leg/rgd/1991/01/24/n2/consolide/20211002

De geconsolideerde versie is op 2 oktober 2021 voor het laatst bijgewerkt. Artikel 16 van de gewijzigde Groothertogelijke verordening van 24 januari 1991 is gewijzigd bij Groothertogelijke verordening van 21 juni 2023: https://legilux.public.lu/eli/etat/leg/rgd/2023/06/21/a356/jo.

In artikel 16 van de gewijzigde wet van 4 december 1990 betreffende de organisatie van de diensten van gerechtsdeurwaarders is de wijze van vergoeding vastgesteld. Tevens is bepaald dat de nadere details hieromtrent bij groothertogelijke verordening moeten worden vastgesteld.

De ambtshandelingen van gerechtsdeurwaarders worden vergoed volgens een vast tarief of per taak.

In een groothertogelijke verordening wordt het tarief van de ambtshandelingen vastgesteld, alsmede de duur en de vergoeding per taak.

De arrondissementsrechtbank, civiele kamer, doet in geval van betwisting uitspraak over de berekening van de kosten.

De groothertogelijke verordening van 24 januari 1991 inzake de vaststelling van gerechtsdeurwaarderstarieven is meermaals gewijzigd.

De geconsolideerde versie van de groothertogelijke verordening kan worden geraadpleegd op de website LEGILUX:

https://legilux.public.lu/eli/etat/leg/rgd/1991/01/24/n2/consolide/20211002

De geconsolideerde versie is op 2 oktober 2021 voor het laatst bijgewerkt. Artikel 16 van de gewijzigde Groothertogelijke verordening van 24 januari 1991 is gewijzigd bij Groothertogelijke verordening van 21 juni 2023: https://legilux.public.lu/eli/etat/leg/rgd/2023/06/21/a356/jo

De geconsolideerde versie is op 2 oktober 2021 voor het laatst bijgewerkt.

In genoemde groothertogelijke verordening zijn de kosten vastgesteld die gerechtsdeurwaarders in rekening kunnen brengen. Dit betreft het basistarief (artikelen 2 tot en met 5), reiskosten (artikelen 6 en 7), andere rechten zoals inningsrecht, kwijtingsrecht (artikelen 8 tot en met 11), daadwerkelijk gemaakte kosten (artikelen 12 en 13) en de toeslag op de vaste rechten en taken (artikel 15).

De kosten voor betekening bedraagt per geadresseerde gemiddeld 120 tot 180 EUR, inclusief belastingen, met uitzondering van betekeningen in geval van ernstige of zeer omvangrijke problemen.

Voor de betekening van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken is een enkele vaste vergoeding van 165 EUR verschuldigd op grond van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (betekening of kennisgeving van stukken) (herschikking) (artikel 16 van de Groothertogelijke verordening van 24 januari 1991).

Advocaatkosten:

De groothertogelijke verordening van 21 maart 1974 inzake de honoraria en emolumenten van procureurs en advocaten is van toepassing.

De bepalingen over dit onderwerp kunnen worden geraadpleegd op de website LEGILUX:

- Groothertogelijke verordening van 21 maart 1974 inzake de honoraria en emolumenten van procureurs en advocaten is van toepassing. – Legilux (public.lu)

Vergoedingen voor deskundigen, getuigen, tolken en technici:

Hiervoor wordt verwezen naar de groothertogelijke verordening van 28 november 2009 tot vaststelling van de vergoedingen en tarieven die gelden in geval van verzoeken van justitie (règlement grand-ducal du 28 novembre 2009 portant fixation des indemnités et tarifs en cas de réquisition de justice), die kan worden geraadpleegd op de website LEGILUX:

- Groothertogelijke verordening van 28 november 2009 tot vaststelling van de vergoedingen en tarieven die gelden in geval van verzoeken van justitie. – Legilux (public.lu)

Deze verordening is gewijzigd bij de groothertogelijke verordening van 30 december 2011.

Groothertogelijke verordening van 30 december 2011 tot wijziging van: 1) de groothertogelijke verordening van 28 november 2009 tot vaststelling van de vergoedingen en tarieven die gelden in geval van verzoeken van justitie. 2) de gewijzigde groothertogelijke verordening van 18 september 1995 betreffende rechtsbijstand (règlement grand-ducal modifié du 18 septembre 1995 concernant l’assistance judiciaire). – Legilux (public.lu)

Artikel 50, lid 1, onder o) — de talen aanvaard voor de vertaling van stukken

Aanvaarde talen: Frans en Duits.

Laatste update: 12/10/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.