Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen

Finland

Inhoud aangereikt door
Finland

Artikel 50, lid 1, onder a) — gerechten die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen uit te vaardigen

Districtsrechtbank van Helsinki

Porkkalankatu 13

FI – 00180 Helsinki

Postadres:

Box 650

FI – 00181 Helsinki

Tel.: +358 2956 44200 (algemeen)

Fax: +358 29 2956 44218

E-mail: helsinki.ko@oikeus.fi

Artikel 50, lid 1, onder b) — instantie waarbij rekeninginformatie kan worden opgevraagd

De instantie die bevoegd is om rekeninginformatie te verkrijgen, is de deurwaarder. Het verzoek tot verkrijging van rekeninginformatie kan rechtstreeks worden gezonden aan de deurwaarder of aan het Centraal Bestuur van de Nationale Tenuitvoerleggingsinstantie (Ulosottolaitoksen keskushallinto), dat het verzoek doorzendt aan de deurwaarder.

Contactgegevens van het Centraal Bestuur van de Nationale Tenuitvoerleggingsinstantie:

Centraal Bestuur van de Nationale Tenuitvoerleggingsinstantie

Europees conservatoir beslag op bankrekeningen

PO Box 2

00067 Ulosottolaitos

Finland

tel. +358 2956 58801

Fax: +358 29 562 2611

E-mail: hallinto.uo@oikeus.fi

Contactgegevens van deurwaarders

De contactgegevens van gerechtsdeurwaarders zijn online beschikbaar (in het Fins, Zweeds en Engels) op https://ulosottolaitos.fi/fi/, een website die wordt onderhouden door het ministerie van Justitie.

Artikel 50, lid 1, onder c) — wijze waarop rekeninginformatie kan worden opgevraagd

De methode die volgens het Finse recht is toegestaan om informatie over bankrekeningen te verkrijgen, is de methode waarin artikel 14, lid 5, onder a), van de Verordening voorziet (alle banken op Fins grondgebied zijn verplicht om op verzoek van de informatie-instantie (de deurwaarder) bekend te maken of de schuldenaar een rekening bij hen aanhoudt).

Artikel 50, lid 1, onder d) — gerechten waarbij hoger beroep kan worden ingesteld tegen een weigering om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen uit te vaardigen

Tegen een beslissing van de districtsrechtbank van Helsinki kan beroep worden ingesteld bij het hof van beroep van Helsinki. Het beroepschrift moet worden gericht aan het hof van beroep van Helsinki en worden gezonden aan de griffie van de districtsrechtbank die de uitspraak heeft gedaan, de districtsrechtbank van Helsinki. Met betrekking tot de contactgegevens van de districtsrechtbank van Helsinki: zie artikel 50, lid 1, onder a).

Artikel 50, lid 1, onder e) — instanties die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen en andere stukken te ontvangen, te verzenden en te betekenen of ter kennis te brengen

Artikel 10, lid 2: de instantie die bevoegd is om het bevel tot conservatoir beslag in te trekken of te laten eindigen, is de deurwaarder. Het intrekkingsformulier kan rechtstreeks worden gezonden aan de deurwaarder of aan het Centraal Bestuur van de Nationale Tenuitvoerleggingsinstantie, dat het verzoek doorzendt aan de deurwaarder (zie artikel 50, lid 1, onder b)) .

Artikel 23, lid 3: indien het bevel tot conservatoir beslag in Finland is uitgevaardigd (Finland is het land van herkomst), is het uitvaardigende gerecht (districtsrechtbank van Helsinki) verantwoordelijk voor de doorzending van de stukken als bedoeld in artikel 23, lid 3, van de verordening (zie artikel 50, lid 1, onder a)).

Indien het bevel tot conservatoir beslag ten uitvoer moet worden gelegd in Finland (Finland is het land van tenuitvoerlegging), is de deurwaarder de bevoegde instantie van het land van tenuitvoerlegging. De voor de tenuitvoerlegging vereiste stukken kunnen rechtstreeks worden gezonden aan de deurwaarder of aan het Centraal Bestuur van de Nationale Tenuitvoerleggingsinstantie, dat de stukken doorzendt aan de deurwaarder (zie artikel 50, lid 1, onder f)) .

Artikel 23, lid 5: zie het antwoord met betrekking tot artikel 50, lid 1, onder f).

Artikel 23, lid 6: zie het antwoord met betrekking tot artikel 50, lid 1, onder f).

Artikel 23, lid 3: de deurwaarder die verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van het bevel tot conservatoir beslag, stelt de verklaring op betreffende het beslag op de tegoeden als bedoeld in artikel 25, en zendt deze verklaring door aan het gerecht dat het bevel tot conservatoir beslag heeft uitgevaardigd, en aan de schuldeiser.

Artikel 27, lid 2: de bevoegde instantie voor de vrijgave van het teveel aan tegoeden waarop beslag is gelegd, is de deurwaarder die voor de tenuitvoerlegging van het bevel tot conservatoir beslag verantwoordelijk is. Het verzoek om vrijgave van het teveel waarop beslag is gelegd, kan rechtstreeks worden gezonden aan de deurwaarder die de verklaring heeft opgesteld als bedoeld in artikel 25, of aan het Centraal Bestuur van de Nationale Tenuitvoerleggingsinstantie, dat het verzoek doorzendt aan de deurwaarder (zie artikel 50, lid 1, onder b)).

Artikel 28, lid 3: is Finland het land van herkomst, dan berust de verantwoordelijkheid om over te gaan tot de betekening of kennisgeving van de stukken als bedoeld in artikel 28, lid 1, aan de bevoegde instantie in de lidstaat waar de schuldenaar zijn woonplaats heeft, bij het gerecht dat het bevel tot conservatoir beslag heeft uitgevaardigd, te weten de districtsrechtbank van Helsinki.

Welke instantie bevoegd is voor de betekening of kennisgeving wanneer de schuldenaar zijn woonplaats in Finland heeft, is afhankelijk van de vraag of er in Finland bankrekeningen zijn waarop beslag moet worden gelegd. Zo ja, dan is de bevoegde instantie voor betekening of kennisgeving de deurwaarder. In dat geval kunnen de stukken voor betekening of kennisgeving rechtstreeks worden gezonden aan de deurwaarder of aan het Nationaal Administratiekantoor Tenuitvoerlegging (Valtakunnanvoudinvirasto), dat de stukken doorzendt aan de deurwaarder. Zo nee, dan is de bevoegde instantie voor betekening of kennisgeving de districtsrechtbank van Helsinki.

Artikel 36, lid 5, tweede alinea: de bevoegde instantie voor de tenuitvoerlegging van een beslissing over een rechtsmiddel is de deurwaarder. De beslissing over een rechtsmiddel kan rechtstreeks worden gezonden aan de deurwaarder of aan het Centraal Bestuur van de Nationale Tenuitvoerleggingsinstantie, dat de beslissing doorzendt aan de deurwaarder.

Artikel 50, lid 1, onder f) — instanties die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen ten uitvoer te leggen

De instantie die bevoegd is voor de tenuitvoerlegging van conservatoire maatregelen in Finland, is de deurwaarder. Wanneer Finland het land van tenuitvoerlegging is, kunnen de voor de tenuitvoerlegging vereiste stukken als bedoeld in artikel 23, lid 3, van de verordening rechtstreeks worden gezonden aan de deurwaarder of aan het Centraal Bestuur van de Nationale Tenuitvoerleggingsinstantie, dat de stukken doorzendt aan de deurwaarder (zie artikel 50, lid 1).

Artikel 50, lid 1, onder g) — de mate waarin conservatoir beslag kan worden gelegd op gezamenlijke rekeningen en rekeningen van derden

De tenuitvoerlegging van beslag op roerende goederen, zoals saldo’s op bankrekeningen, valt onder hoofdstuk 8, artikel 7, van het wetboek tenuitvoerlegging (705/2007), waarbij, voor zover van toepassing, rekening wordt gehouden met de beslagregels in hoofdstuk 4.

Overeenkomstig hoofdstuk 4, artikel 11, van het wetboek tenuitvoerlegging worden roerende goederen die door de schuldenaar en een derde gezamenlijk worden gehouden, geacht voor gelijke delen aan hen toe te behoren, tenzij de derde aantoont, of anderszins blijkt, dat deze de enige eigenaar van de goederen is of daarvan het grootste deel in eigendom heeft. Op basis van deze aanname met betrekking tot het recht van eigendom wordt de helft van de tegoeden op door een schuldenaar en derde gezamenlijk gehouden bankrekening als eigendom van de schuldenaar aangemerkt. Dat betekent dat deze helft kan worden onderworpen aan een beslagmaatregel (minus bedragen die overeenkomstig artikel 31 niet voor beslag vatbaar zijn).

De aanname van gezamenlijk eigendom is echter niet meer van toepassing indien komt vast te staan dat de tegoeden feitelijk volledig in bezit zijn van de schuldenaar of derde, of dat zij geen gelijke delen ervan bezitten. Derden die beweren dat zij de enige eigenaar zijn of meer dan de helft van de tegoeden bezitten, dienen hun bewering te staven.

Wetboek tenuitvoerlegging: http://www.finlex.fi/fi/laki/ajantasa/2007/20070705

Artikel 50, lid 1, onder h) — regels die van toepassing zijn op bedragen die niet voor beslag vatbaar zijn

Ingeval een schuldenaar een natuurlijke persoon is, wordt krachtens hoofdstuk 4, artikel 21, eerste alinea, punt 6), van het wetboek tenuitvoerlegging, voor de periode van één maand een bedrag van het beslag afgescheiden dat gelijk is aan anderhalf maal het beschermde deel van de geldmiddelen of ander eigendom van de schuldenaar als bedoeld in artikel 48, tenzij de schuldenaar overige, daarmee verbande houdende inkomsten heeft.

Overeenkomstig hoofdstuk 4, artikel 48, derde alinea, wordt het bedrag van het beschermde deel jaarlijks getoetst bij besluit van het ministerie van Justitie, zoals geregeld in de Wet Nationale Pensioenindex (456/2001). Het huidige bedrag van het beschermde deel is te vinden op: https://ulosottolaitos.fi/fi/index/tietoaulosotosta/tietoavelalliselle/mitenulosmitattavamaaralasketaan.html

Onder een echtgenoot wordt een getrouwde partner verstaan of ongetrouwde partner waarmee wordt samengeleefd in een relatie die gelijkstaat aan het huwelijk. Een persoon ten laste van de schuldenaar is een persoon met een lager inkomen dan het beschermde deel dat is berekend voor de schuldenaar zelf en een kind in een soortgelijke positie, ongeacht of de andere partner deelt in het onderhoud van het kind. Met door de schuldenaar betaald onderhoud kan rekening worden gehouden, zoals geregeld in hoofdstuk 4, artikelen 51-53 van het wetboek tenuitvoerlegging.

Bovengenoemd bedrag is niet vatbaar voor beslag; de schuldenaar hoeft niet om vrijstelling te verzoeken. De deurwaarder die verantwoordelijk is voor het bevel tot conservatoir beslag en vrijstelling van beslag voor dergelijke bedragen, is op grond van artikel 31, lid 2, van de verordening derhalve verplicht op eigen initiatief het bedrag in kwestie niet voor beslag vatbaar te verklaren.

Artikel 50, lid 1, onder i) — de vergoeding die banken in rekening mogen brengen voor de uitvoering van een gelijkwaardig nationaal bevel of voor het verstrekken van rekeninginformatie en welke partij gehouden is deze vergoeding te voldoen

Krachtens Fins recht mogen banken geen kosten in rekening brengen voor de tenuitvoerlegging van gelijkwaardige nationale bevelen of de verstrekking van rekeninginformatie.

Artikel 50, lid 1, onder j) – het tarief van of de regeling betreffende de vergoedingen die worden berekend door de instanties of andere entiteiten welke bij de verwerking of de tenuitvoerlegging van het bevel tot conservatoir beslag zijn betrokken

Deurwaarders rekenen een tarief van 225 EUR voor de tenuitvoerlegging van een bevel tot conservatoir beslag. Het tarief is gereguleerd bij artikel 2, lid 5, van de Wet inzake tarieven voor tenuitvoerlegging (34/1995) en artikel 5, lid 1, punt 3 van het Besluit inzake tarieven voor tenuitvoerlegging (35/1995). Overeenkomstig artikel 4, lid 3, van de Wet inzake tarieven voor tenuitvoerlegging mogen de kosten uitsluitend bij de verzoeker, niet bij de schuldenaar, in rekening worden gebracht.

Er wordt geen tarief gerekend voor maatregelen die de deurwaarder tijdens de procedure neemt om rekeninginformatie te verkrijgen op grond van artikel 14 van de verordening.

Artikel 50, lid 1, onder k) — in voorkomend geval de rangorde van gelijkwaardige nationale bevelen

Conservatoire maatregelen op grond van Fins recht voorzien niet in een rangorde voor beslag. De rechtsgrond is hoofdstuk 4, artikel 43 van het wetboek tenuitvoerlegging, waarin wordt bepaald dat beslaglegging of een andere conservatoire maatregel beslag niet verhindert.

Artikel 50, lid 1, onder l) — gerechten of tenuitvoerleggingsinstanties die bevoegd zijn met betrekking tot een rechtsmiddel

Artikel 33, lid 1: Districtsrechtbank van Helsinki zie artikel 50, lid 1, onder a).

Artikel 34, lid 1: de deurwaarder. Het verzoek om een rechtsmiddel kan rechtstreeks worden gezonden aan de deurwaarder of aan het Centraal Bestuur van de Nationale Tenuitvoerleggingsinstantie, dat de beslissing doorzendt aan de deurwaarder. zie artikel 50, lid 1, onder b).

Artikel 34, lid 2: Districtsrechtbank van Helsinki zie artikel 50, lid 1, onder a).

Artikel 50, lid 1, onder m) — gerechten waarbij een hoger beroep moet worden ingesteld en, in voorkomend geval, de termijn voor het instellen van een hoger beroep

Tegen een beslissing van de districtsrechtbank van Helsinki over een rechtsmiddel kan beroep worden ingesteld bij het hof van beroep van Helsinki. Het beroepschrift gericht aan het hof van beroep van Helsinki moet worden gezonden aan de griffie van de districtsrechtbank die de uitspraak heeft gedaan, de districtsrechtbank van Helsinki.

De uiterste termijn voor instelling van beroep is dertig dagen vanaf de dag waarop de beslissing van de districtsrechtbank is gewezen of aan de partijen beschikbaar is gesteld. Het beroepschrift moet op de laatste dag van de termijn uiterlijk aan het einde van de werkdag ontvangen zijn bij de griffie van de districtsrechtbank. De werkdag eindigt om 16u15.

Tegen een beslissing van een deurwaarder over een rechtsmiddel kan beroep worden ingesteld bij de districtsrechtbank die krachtens hoofdstuk 11, artikel 2 van het wetboek beroepszaken behandelt tegen een beslissing tot tenuitvoerlegging. Het beroepschrift gericht aan de districtsrechtbank moet worden gezonden aan de deurwaarder die de beslissing heeft genomen, per e-mail naar ulosotto.uo@oikeus.fi of per post naar: PO Box 1, 00067 Ulosottolaitos. zie artikel 50, lid 1, onder b).

Beroepszaken tegen een beslissing tot tenuitvoerlegging worden behandeld door de districtsrechtbanken van Åland, Helsinki, Länsi-Uusimaa, Oulu, Pirkanmaa, Pohjanmaa, Pohjois-Savo, Päijät-Häme en Varsinais-Suomi. Het beroep wordt behandeld door de districtsrechtbank van het rechtsgebied waarin de beslissing tot tenuitvoerlegging van de maatregel is gewezen. Contactgegevens zijn te vinden op de website https://oikeus.fi.

De termijn voor instelling van beroep is drie weken. De termijn wordt berekend vanaf de dag waarop de beslissing is gewezen, indien de betrokkene vooraf op de hoogte is gesteld of aanwezig was toen de uitspraak werd gedaan, Is dit niet het geval, dan wordt de termijn berekend vanaf de dag waarop betrokkene van de beslissing in kennis is gesteld. In hoofdstuk 3, artikel 39, tweede alinea, van het wetboek tenuitvoerlegging wordt bepaald wanneer de ontvanger wordt geacht in kennis te zijn gesteld van een per post of e-mail verzonden beslissing. Behoudens tegenbewijs wordt betekening of kennisgeving geacht te zijn geschied drie dagen nadat een elektronische boodschap is verzonden of zeven dagen nadat het document werd gepost of afgeleverd op een voor postzendingen bestemde plaats. De datum van het posten of afleveren moet op het document zijn vermeld.

Het beroepschrift moet worden gezonden aan de deurwaarder die de beslissing heeft genomen, per e-mail naar ulosotto.uo@oikeus.fi of per post naar: PO Box 1, 00067 Ulosottolaitos, uiterlijk op de laatste dag van de termijn, aan het einde van de werkdag. De werkdag eindigt om 16u15.

Artikel 50, lid 1, onder n) — gerechtskosten

Gerechtskosten en tarieven voor beroep zijn gereguleerd bij de Wet inzake gerechtskosten (1455/2015). De kosten van een verzoek om een bevel tot conservatoir beslag zijn gelijk aan de kosten van een procedure inzake conservatoire maatregelen op grond van nationaal recht. De kosten die op grond van de Wet inzake gerechtskosten in rekening worden gebracht voor een procedure inzake conservatoire maatregelen zijn gebaseerd op het tarief voor behandeling van het hoofdgeding ter zake van het verzoek van de verzoeker of diens rechten.

De hoogte van het tarief hangt dus af van het hoofdgeding dat ten grondslag ligt aan de zaak waarop het bevel tot conservatoir beslag betrekking heeft. Betrof het hoofdgeding een geschil, dan wordt overeenkomstig artikel 2 van de Wet inzake gerechtskosten ten hoogste 500 EUR gerekend voor een procedure in de districtsrechtbank ter zake van een verzoek om een bevel tot conservatoir beslag. De gerechtskosten kunnen lager uitvallen wanneer bij het hoofdgeding bijvoorbeeld verkorte rechtspleging wordt toegepast als bedoeld in hoofdstuk 5, artikel 3 van het wetboek van procesrecht: de gerechtskosten kunnen dan 65,86 of 250 EUR bedragen, afhankelijk van hoe er in het hoofdgeding wordt beslist en of de verweerder de rechtshandeling heeft aangevochten.

De gerechtskosten voor het hof van beroep bedragen ten hoogste 500 EUR.

Het bedrag wordt na afloop van de rechtszaak geïnd.

Er worden geen gerechtskosten in rekening gebracht voor het inroepen van een rechtsmiddel tegen een bevel tot conservatoir beslag.

Wet inzake gerechtskosten: http://www.finlex.fi/fi/laki/ajantasa/2015/20151455

Artikel 50, lid 1, onder o) — de talen aanvaard voor de vertaling van stukken

Fins, Zweeds en Engels.

Laatste update: 22/03/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.