De gevolgen van COVID‑19 voor burgerlijke en insolventiezaken

Slovenië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Gevolgen van Covid-19 voor civiele procedures

1.1 Termijnen in civiele procedures

Het besluit van de president van het Hooggerechtshof van 13 maart over de grondslag van een voorstel van de minister van Justitie bepaalt dat procedurele termijnen worden opgeschort, behalve in spoedeisende zaken.

Op 20 maart 2020 is een wet goedgekeurd betreffende tijdelijke maatregelen in justitiële, bestuurlijke en andere openbare kwesties ter beperking van de schade door de verspreiding van SARS-CoV-2 (Covid-19), die op 29 maart 2020 van kracht is geworden. Alle in deze wet vastgestelde maatregelen en andere maatregelen die op basis van deze wet zijn genomen, gelden totdat bij regeringsbesluit is vastgesteld dat de oorzaken van deze maatregelen zijn weggenomen, doch uiterlijk tot 1 juli 2020.

De wet voorziet in bepalingen voor alle termijnen (materiële en procedurele). De termijnen voor het indienen van een vordering in gerechtelijke procedures, die wettelijk zijn vastgesteld, zijn met ingang van 29 maart 2020 opgeschort. Ook termijnen in gerechtelijke procedures (procedurele termijnen) zijn met ingang van 29 maart 2020 opgeschort, behalve in gerechtelijke zaken die als spoedeisend zijn aangemerkt.

Tevens is de termijn voor het indienen van klachten de grondwet betreffende opgeschort.

De termijnen worden hervat nadat de bij wet bepaalde maatregelen zijn vervallen.

De Wet tot wijziging van de wet tijdelijke maatregelen inzake justitiële, bestuurlijke en andere publiekrechtelijke kwesties ter bestrijding van de verspreiding van de infectieziekte SARS-CoV-2 (Covid-19) is op 29 april goedgekeurd.

Procedurele en materiële termijnen zijn nog niet ingegaan en de maatregelen voorzien in een geleidelijke overgang naar de normale gang van zaken en tegelijkertijd in de bescherming van de zwaksten.

1.2 Rechterlijke organisatie en rechterlijke macht

De Wet tot wijziging van de wet tijdelijke maatregelen inzake justitiële, bestuurlijke en andere publiekrechtelijke kwesties ter bestrijding van de verspreiding van de infectieziekte SARS-CoV-2 (Covid-19) biedt rechterlijke instanties, bestuursorganen en andere overheidsinstanties een rechtsgrondslag voor het houden van hoorzittingen, zittingen, voor vonnissen en betekeningen in niet-spoedeisende zaken, maar toch onder onverminderd veilige omstandigheden te werken voor werknemers en cliënten.

Rechtbanken en andere rechterlijke instanties, die tijdens deze periode ook veel besluiten hebben genomen in zaken die niet spoedeisend waren verklaard, sturen of betekenen deze besluiten aan partijen die daar anderszins kennis van hebben genomen, maar die niet gehouden zijn aan de inwerkingtreding van deze wet en niets tegen hun zin hoeven te doen, aangezien noch procedurele noch materiële termijnen zijn begonnen te lopen. Zij kunnen echter, indien zij dat wensen, individuele maatregelen treffen waardoor de instanties soepel kunnen functioneren en op die manier hun recht sneller kunnen doen gelden.

Op het gebied van handhaving is de tenuitvoerlegging opgeschort. Nadat de wijziging van kracht wordt, kunnen de rechtbanken ook executoriale titels en zekerheidsstellingen uitvaardigen en die betekenen aan cliënten in niet-spoedeisende zaken die reeds voor de maatregelen ten gevolge van de epidemie waren aangevangen. In die gevallen zijn de partijen niet verplicht om onmiddellijk te reageren, aangezien de termijnen in niet-spoedeisende zaken niet lopen en de wettelijke oplossing op basis waarvan de tenuitvoerlegging nog steeds van kracht is (met uitzondering van spoedeisende zaken, zoals de invordering van alimentatie) nog steeds geldt voor tenuitvoerleggingsprocedures die tijdens de epidemie zijn stopgezet of uitgesteld. Dit betekent uiteraard niet dat de partij die wel wil reageren zich daarin beperkt moet voelen.

In niet-spoedeisende processen van voor de invoering van de maatregelen (vóór de hoofdzitting) kunnen rechtbanken op het klassieke terrein van het (civiel)recht uitspraak doen en die ook betekenen aan de partijen. Het vonnis wordt dus aan de partijen betekent, maar de termijnen lopen niet. Op die manier leveren wij een belangrijke bijdrage aan het geleidelijk doorbreken van de impasse in het functioneren van de rechtbanken. Ook met betrekking tot kadastrale kwesties biedt het voorstel van het ministerie de mogelijkheid om zaken geleidelijk vrij te geven.

Het besluit over aanvragen tot inschrijving in het kadaster kan definitief worden – hoewel de termijnen niet lopen – maar alleen als bijvoorbeeld alle partijen afzien van het recht op beroep. Dit geldt ook voor inschrijvingen in het kadaster. Tot dusverre hadden de partijen de mogelijkheid om aanvragen tot inschrijving in het kadaster in te dienen en konden langs die weg het stelsel beschermen. Dit geldt ook voor inschrijvingen in het kadaster. Tot dusverre hadden de partijen de mogelijkheid om aanvragen tot inschrijving in het kadaster in te dienen en konden langs die weg het stelsel beschermen.

De nieuw voorgestelde regeling geeft betrokkenen bij een faillissement voor de duur van de epidemie de mogelijkheid hun verzoekschriften, verklaringen of documenten na het verstrijken van de termijn in te dienen. Deze verlate verzoekschriften worden, als de oorzaak van de vertraging in de Covid-19-epidemie is gelegen en de rechtbank nog geen uitspraak heeft gedaan, nog in aanmerking genomen en worden na het verstrijken van de termijn niet afgewezen. De rechtsgrondslag voor dergelijke interventies, die het strikte en onherroepelijke karakter van handelingen in insolventieprocedures verzacht, zal ook een belangrijke factor zijn in de uiteindelijke afweging van de president van het Hooggerechtshof van de Republiek Slovenië of insolventieprocedures als spoedeisende procedures worden aangemerkt.

Bij het decreet van 5 mei van de president van het Hooggerechtshof komen de voorgaande decreten te vervallen:

De rechtbanken blijven in spoedeisende zaken uitspraak doen en zittingen houden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 83 van de wet op de rechterlijke organisatie en de beschikking van de president van het Hooggerechtshof. Op basis van de nieuwe beschikking heeft de president van het Hooggerechtshof vanaf 5 mei 2020 de categorie spoedeisende zaken uitgebreid. Daartoe behoren ook verplichte afwikkelingsprocedures en faillissementen waarin uiterlijk 30 maart 2020 een besluit over het instellen van de procedure is genomen.

Tijdens de looptijd van de bijzondere maatregelen moeten partijen, hun vertegenwoordigers en andere personen die informatie over een bepaalde procedure willen en geen oproep hebben ontvangen om voor de rechtbank te verschijnen, van tevoren tijdens kantooruren in kennis worden gesteld via de openbaar gemaakte e-mailadressen en telefoonnummers.

Besluitvorming bij rechtbanken in spoedeisende en niet-spoedeisende zaken

Vanwege een uitzonderlijke gebeurtenis, namelijk een epidemie van de infectieziekte SARS-CoV (Covid-19) – het coronavirus, dat ernstige hinder kan opleveren voor de soepele of reguliere uitoefening van de rechtsmacht – en ter voorkoming van de verspreiding van virale besmetting met deze infectieziekte en de bescherming van de gezondheid en het leven van mensen [...] en het functioneren van de rechterlijke macht te waarborgen, worden in alle rechtbanken vanaf 5 mei 2020 zittingen gehouden, vonnissen gewezen en gerechtelijke stukken betekend

  1. in zaken die volgens artikel 83 van de wet op de rechterlijke organisatie niet spoedeisend zijn en die overeenkomstig deze beschikking niet als zodanig aangemerkt worden, indien de rechtbank kan waarborgen dat deze handelingen overeenkomstig de in deze beschikking en bij andere maatregelen bepaalde voorwaarden uitgevoerd worden, te bepalen aan de hand van deze beschikking van de president van het Hooggerechtshof van de Republiek Slovenië, en op zodanige wijze dat de virusinfectie zich niet kan verspreiden en de levens en gezondheid van mensen beschermd worden, en;
  2. in spoedeisende zaken, zoals als bedoeld in artikel 83 van de wet op de rechterlijke organisatie; waarvan de onderstaande gevallen overigens niet als spoedeisend worden beschouwd:

b.1. in verzekeringszaken, handelingen waarvoor persoonlijk contact met gerechtsdeurwaarders, belanghebbenden en andere procespartijen nodig is en dergelijke handelingen niet nodig zijn om gevaar voor het leven of de gezondheid van mensen of voor waardevolle eigendommen af te wenden;

b.2. wisselbrieven en geweigerde cheques en rechtsvorderingen met betrekking tot wisselbrieven;

b.3. inventaris van de bezittingen van overledenen;

b.4. verplichte afwikkelingsprocedures en faillissementszaken waarin uiterlijk 30 maart 2020 geen besluit tot instelling van een procedure is genomen;

2. Basismaatregelen voor de soepele uitoefening van de rechtsmacht in de genoemde kwesties:

2.1. Toegang tot de rechter

De rechtbanken wijzen een ingang tot de rechtbank aan voor partijen, hun vertegenwoordigers en andere personen, alsook een ingang tot de rechtbank voor rechters en rechtbankmedewerkers, indien de ruimte dat toelaat. Bij de ingangen worden alle noodzakelijke preventieve maatregelen genomen ter voorkoming van een virusinfectie en ten behoeve van alle bezoekers wordt er een schriftelijke mededeling gepubliceerd over de preventieve maatregelen die in de gerechtsgebouwen van kracht zijn.

Uitzonderingsgevallen daargelaten, dienen partijen, hun vertegenwoordigers en andere personen in de periode waarin de bijzondere maatregelen van kracht zijn: 1. indien de procedure dat toelaat alleen verzoekschriften per post of via het nationale e-Justice-portaal in te dienen; 2. voor de communicatie met de rechtbanken tijdens kantooruren gebruik te maken van de gepubliceerde e-mailadressen en telefoonnummers.

Tijdens de looptijd van de bijzondere maatregelen moeten partijen, hun vertegenwoordigers en andere personen die om informatie over de behandeling van hun zaak vragen en niet zijn opgeroepen om voor de rechtbank te verschijnen zich tijdens kantooruren melden via de eerder gepubliceerde e-mailadressen en telefoonnummers.

2.2. Rechtszittingen, zittingen van de rechtbank en verhoren

Alle rechtszittingen, zittingen en verhoren, worden normaal gesproken per videoconferentie gehouden, indien qua techniek en ruimte aan de voorwaarden is voldaan.

Tijdens rechtszittingen, zittingen en verhoren die niet per videoconferentie worden gehouden, moet de onderlinge afstand ten minste twee meter bedragen, moet iedereen beschermingsmiddelen dragen en moet de rechtszaal worden ontsmet.

2.3. Aanwezigheid van belangstellenden bij de hoofdzitting

Om de verspreiding van de virusinfectie te voorkomen, de gezondheid en het leven van mensen te beschermen, en het functioneren van de rechtbanken en de uitoefening van rechten en plichten te waarborgen, kan de rechter of de president tijdelijk belangstellenden weren van de gehele hoofdzitting of een deel daarvan.

2.4. Andere maatregelen

Ter aanvulling worden voor alle rechtbanken andere maatregelen vastgesteld door de president van het Hooggerechtshof van de Republiek Slovenië en voor elke rechtbank afzonderlijk door de president van die rechtbank.

Geldigheid van de beschikking en andere maatregelen

Deze beschikking en andere maatregelen die op grond daarvan worden vastgesteld blijven van kracht totdat de intrekking ervan door de president van het Hooggerechtshof van de Republiek Slovenië publiekelijk wordt bekendgemaakt.

1.3 Justitiële samenwerking in de EU

De centrale autoriteit in het kader van Verordening (EG) nr. 1393/2007 en Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad (ministerie van Justitie) heeft een telewerksysteem opgezet. Berichten enz. moeten daarom zoveel mogelijk per e-mail in plaats van per post worden doorgegeven, en wel op het volgende e-mailadres: gp.mp@gov.si. Vanwege deze bijzondere omstandigheden kan de doorgifte van per post gedane verzoeken aan de bevoegde rechtbank vertraging oplopen.

Het ministerie van Werkgelegenheid, Gezin, Sociale Zaken en Gelijke Kansen, zijnde de centrale autoriteit in het kader van Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad, heeft een telewerksysteem opgezet, waardoor de fysieke aanwezigheid op de werkplek tot een minimum beperkt blijft. In het licht van de huidige situatie, en zolang die situatie aanhoudt, kan de centrale autoriteit niet garanderen dat alle inkomende verzoeken op de gebruikelijke wijze worden verwerkt. De verwerking van inkomende verzoekschriften kan alleen worden gegarandeerd als deze per e-mail worden ontvangen op gp.mddsz@gov.si. Zij beveelt sterk aan om alle communicatie langs elektronische weg te laten verlopen. Uitgaande verzoeken worden uitsluitend elektronisch verzonden.

De werkzaamheden van medewerkers van het Fonds voor studiebeurzen, ontwikkeling, invaliditeit en onderhoud van de Republiek Slovenië, zijnde de centrale autoriteit in het kader van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad, vinden momenteel vanuit huis plaats. De centrale autoriteit stelt het daarom op prijs indien berichten enz. per e-mail naar het onderstaande adres worden gestuurd: jpsklad@jps-rs.si. De centrale autoriteit communiceert en stuurt zelf ook verzoeken via e-mail.

2 Insolventiegerelateerde maatregelen die zijn genomen of gepland in de lidstaten na de uitbraak van de pandemie

2.1 Concrete insolventiemaatregelen en daarmee samenhangende maatregelen die van invloed zijn op contracten

2.1.1 Opschorting in geval van insolventie

2.1.1.1 Opschorting van de verplichting om faillissement aan te vragen (schuldenaars)

Wet aangenomen op 2 april: uitstel van de verplichting om faillissement aan te vragen en de verplichte afwikkelingsprocedure in gang te zetten indien de insolventie het gevolg is van de COVID-19-crisis.

Er is sprake van een weerlegbaar vermoeden van insolventie vanwege COVID-19 indien de overheid of lokale autoriteiten de activiteiten van de onderneming op een lijst hebben gezet. Indien er geen sprake is van zulk een vermoeden, moet worden bewezen dat de insolventie het gevolg is van de epidemie.

2.1.1.2 Bescherming van schuldenaars tegen faillissementsaanvragen van schuldeisers

Ingeval een onderneming op verzoek van schuldeisers failliet wordt verklaard als gevolg van de epidemie, wordt de termijn voor herstructurering (of beëindiging van de insolventieprocedure) met vier maanden verlengd.

2.1.2 Opschorting van de tenuitvoerlegging van vorderingen en opschorting van contractbeëindiging

2.1.2.1 Algemene / specifieke moratoria voor de tenuitvoerlegging van vorderingen / tenuitvoerlegging van bepaalde soorten vorderingen

Wat betreft invordering is de tenuitvoerlegging opgeschort. Na het van kracht worden van de wetswijziging hebben rechters tevens de mogelijkheid over te gaan tot het uitvaardigen en betekenen van executiebevelen in niet-spoedeisende zaken die al waren aangevangen voor de invoering van de maatregelen vanwege de epidemie. In dergelijke zaken zijn de partijen niet verplicht onmiddellijk te reageren, aangezien de uiterste termijnen in niet-spoedeisende zaken zijn opgeschort, en deze opschorting nog steeds van kracht is (behalve in spoedeisende zaken, zoals de inning van alimentatievorderingen), omdat de tenuitvoerleggingsprocedures tijdens de epidemie waren gestaakt of uitgesteld. Vanzelfsprekend betekent dit geen enkele belemmering voor partijen die willen reageren.

2.1.2.2 Opschorting van contractbeëindiging (algemene / specifieke contracten)

-

2.2 Civiel recht, inclusief voor insolventierechtbanken geldende opschortingen en opschortingen van procedures

Insolventiezaken (met uitzondering van veilingen) werden aanvankelijk geclassificeerd als spoedeisend (vanaf 13 maart) en vervolgens als niet-spoedeisend (vanaf 31 maart), hetgeen betekent dat de rechtszittingen zijn geannuleerd.

Tijdens de epidemie worden er door de faillissementsrechter geen insolventiezaken geopend (er is een uitzondering mogelijk voor werknemers met een contract dat is beëindigd als gevolg van de epidemie).

Ingevolge de nieuwe voorgestelde regelgeving die is vervat in de op 29 april aangenomen COVID-19-wet, mogen partijen die betrokken zijn bij faillissementsprocedures voor de duur van de epidemie hun aanvragen, verklaringen of documenten indienen na het verstrijken van de uiterste termijn. Wanneer de vertraging te wijten is aan de COVID-19-epidemie en de rechtbank nog geen uitspraak heeft gedaan, wordt een dergelijke late indiening nog in behandeling genomen en niet verworpen na het verstrijken van de uiterste termijn. Een dergelijke rechtsgrondslag voor interventie, die een verlichting betekent van de strengheid en onomkeerbaarheid van handelingen in insolventieprocedures, weegt ook in belangrijke mate mee bij de uiteindelijke bepaling van de insolventieprocedures die als spoedeisend worden aangemerkt door de voorzitter van de Vrhovno sodišče Republike Slovenije (hoogste rechterlijke instantie van de Sloveense Republiek).

2.3 Overige insolventiemaatregelen (die welke betrekking hebben op terugvorderingsacties, reorganisatieplannen, informele overeenkomsten en eventueel andere)

Er is een extra onweerlegbaar vermoeden geïntroduceerd: ingeval de werkgever gebruikmaakt van speciale COVID-19-maatregelen om het salaris van werknemers te beschermen, moet dit binnen een maand worden uitbetaald. Indien dit niet gebeurt, wordt de werkgever geacht in staat van insolventie te verkeren. De maatregel is van kracht tot vier maanden na beëindiging van de speciale maatregelen.

2.4 Gerelateerde maatregelen anders dan insolventiemaatregelen (uitstel van betaling, bankleningen, sociale zekerheid, ziektekostenverzekering, bedrijfssubsidies)

Wat betreft kredieten zijn de betalingen uitgesteld (specifieke bepaling).

Alle inkomsten die worden verkregen vanwege speciale COVID-19-wetgeving zijn uitgesloten van fiscale en civiele tenuitvoerlegging (met inbegrip van persoonlijk faillissement).

Laatste update: 26/10/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.