De gevolgen van COVID‑19 voor burgerlijke en insolventiezaken

Roemenië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Gevolgen van Covid-19 voor civiele procedures

1.1 Termijnen in civiele procedures

Volgens besluit nr. 195/2020 inzake de noodtoestand en besluit nr. 250/2020 tot verlenging van de noodtoestand gaan verjaringstermijnen en vervaltermijnen tijdens de noodtoestand niet in of worden zij opgeschort als zij al zijn ingegaan.

Onderbreking van termijnen voor het instellen van beroep.

De noodtoestand is op 15 mei 2020 opgeheven.

1.2 Rechterlijke organisatie en rechterlijke macht

Op 16 maart werd de noodtoestand uitgeroepen, met speciale maatregelen aangaande de organisatie van het gerechtelijk apparaat.

Gerechtelijke activiteiten in civiele zaken zijn opgeschort, met uitzondering van spoedeisende zaken zoals bepaald bij Besluit nr. 417/24.3.2020 van de Raad voor de rechtspraak.

Er worden nog altijd besluiten opgesteld en stukken van de procespartijen geregistreerd.

Het gebruik van videoconferenties wordt aanbevolen, onder meer via rogatoire commissies evenals voor zittingen achter gesloten deuren indien de situatie dat toelaat.

Alle stukken van de partijen worden elektronisch naar de rechtbank gestuurd, waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor personen die niet over de daartoe geëigende middelen beschikken.

De overdracht van dossiers van de ene naar de andere rechtbank geschiedt langs elektronische weg; hetzelfde geldt voor kennisgeving van gerechtelijke stukken bij de partijen.

Indien een college van rechters niet voltallig kan worden gemaakt, is een rechterlijke afvaardiging uit een andere afdeling van de rechtbank toegestaan.

Na 15 mei 2020 (het einde van de noodtoestand) worden alle procedures in civiele zaken ambtshalve hervat. Binnen tien dagen na beëindiging van de noodtoestand treffen de rechtbanken passende maatregelen voor het verzetten van de zittingen en het oproepen van partijen.

1.3 Justitiële samenwerking in de EU

Een deel van het personeel van het ministerie van Justitie mag vanuit huis werken. De justitiële samenwerking in civiele zaken zal voor nog onbekende tijd negatief worden beïnvloed. Om de vertraging tot een minimum te beperken, wordt sterk aanbevolen om verzoeken om justitiële samenwerking elektronisch bij de centrale autoriteit in te dienen. De verwerking van papieren stukken gebeurt met aanzienlijke vertraging.

Het ministerie van Justitie fungeert op basis van artikel 3, onder c), van de verordeningen inzake de betekening van stukken en bewijsverkrijging in uitzonderingsgevallen als zendende/ontvangende autoriteit. Alle verzoeken (betekening van stukken, bewijsverkrijging, alimentatiezaken, kinderontvoering enz.) worden momenteel zoals te doen gebruikelijk door het ministerie van Justitie behandeld, zonder rangorde.

De volgende e-mailadressen kunnen worden gebruikt: dreptinternational@just.ro, ddit@just.ro.

Na het einde van de noodtoestand (15 mei 2020) voert het ministerie van Justitie, in zijn hoedanigheid als centrale autoriteit, globaal gesproken alle werkzaamheden op dezelfde manier uit als tijdens de noodtoestand.

2 Insolventiegerelateerde maatregelen die zijn genomen of gepland in de lidstaten na de uitbraak van de pandemie

2.1 Concrete insolventiemaatregelen en daarmee samenhangende maatregelen die van invloed zijn op contracten

2.1.1 Opschorting in geval van insolventie

2.1.1.1 Opschorting van de verplichting om faillissement aan te vragen (schuldenaars)

Insolventieprocedures zijn tijdens de noodtoestand onderworpen aan de algemene bepalingen betreffende ambtshalve opschorting van alle juridische activiteiten in civiele zaken, met uitzondering van uiterst dringende zaken die geen uitstel dulden. De verplichting van de schuldenaar om faillissement aan te vragen wordt opgeschort aangezien er gedurende de noodtoestand een algemeen moratorium van toepassing is op alle termijnen in civiele zaken, met inbegrip van de termijn van 30 dagen waarbinnen de schuldenaar verplicht is faillissement aan te vragen.

Tijdens de staat van alarm zijn de wettelijke bepalingen inzake de verplichting van de schuldenaar om faillissement aan te vragen niet van toepassing. Zolang de staat van alarm niet is opgeheven, kan de procedure op verzoek van de schuldenaar worden geopend indien deze ervoor kiest faillissement aan te vragen.

Deze tijdelijke regel is van toepassing op schuldenaars die insolvent waren of insolvent zijn geworden tijdens de staat van alarm. In Roemenië geldt sinds medio mei, na de beëindiging van de noodtoestand, de staat van alarm.

2.1.1.2 Bescherming van schuldenaars tegen faillissementsaanvragen van schuldeisers

Een schuldeiser behoudt het recht faillissement aan te vragen maar er kan pas een insolventieprocedure worden geopend nadat de noodtoestand is beëindigd.

De insolventieprocedure kan worden geopend voor een vordering van 50 000 RON (ongeveer 10 200 EUR), aangezien de drempel voor zowel schuldeisers als schuldenaars is verhoogd (voorheen 40 000 RON).

Schuldeisers kunnen faillissementsaanvragen indienen tegen schuldenaars die hun activiteiten tijdens de noodtoestand of de staat van alarm geheel of gedeeltelijk hebben onderbroken, maar pas nadat zij een redelijke poging hebben ondernomen om een betalingsovereenkomst te sluiten, hetgeen moet blijken uit documenten die op enigerlei wijze, ook langs elektronische weg, tussen de partijen zijn uitgewisseld.

2.1.2 Opschorting van de tenuitvoerlegging van vorderingen en opschorting van contractbeëindiging

2.1.2.1 Algemene / specifieke moratoria voor de tenuitvoerlegging van vorderingen / tenuitvoerlegging van bepaalde soorten vorderingen

Financiële vorderingen (fiscale en andere vorderingen met uitzondering van vorderingen die voortvloeien uit uitspraken in strafrechtzaken) die opeisbaar worden tijdens de noodtoestand kunnen pas 30 dagen na beëindiging van de noodtoestand worden ingevorderd. De invorderingsmaatregelen voor financiële vorderingen zijn bovendien opgeschort of niet van toepassing op financiële vorderingen die na afkondiging van de noodtoestand zijn ontstaan, met uitzondering van vorderingen die verband houden met strafprocedures.

Tenuitvoerleggingsprocedures / gedwongen executies in civiele zaken vinden alleen voortgang indien dit mogelijk is met inachtneming van de regels op het gebied van sanitaire discipline.

De tijdelijke maatregelen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van fiscale vorderingen die tijdens de noodtoestand zijn ingevoerd, zijn nog steeds van kracht. De opschorting van de tenuitvoerlegging van fiscale vorderingen geldt tot 25 december en een periode van 30 dagen daarna.

2.1.2.2 Opschorting van contractbeëindiging (algemene / specifieke contracten)

Om de contractuele relaties van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) die tijdens de noodtoestand (op last van de autoriteiten) tijdelijk zijn gesloten (bv. restaurants, hotels) in stand te houden, bestaat er een specifieke verplichting om te proberen opnieuw te onderhandelen over het contract alvorens het contract op grond van force majeure op te schorten of te beëindigen.

Onder bepaalde omstandigheden kunnen kmo’s die tijdens de noodtoestand op last van de autoriteiten tijdelijk zijn gesloten in hun contractuele relatie profiteren van een vermoeden van force majeure. Dit vermoeden is weerlegbaar op basis van bewijzen.

2.2 Civiel recht, inclusief voor insolventierechtbanken geldende opschortingen en opschortingen van procedures

Tijdens de noodtoestand zijn wezenlijke en procedurele termijnen geannuleerd/opgeschort. De behandeling van lopende rechtszaken wordt alleen voortgezet in uiterst dringende zaken die geen uitstel dulden (de hoven van beroep stellen een lijst op van dergelijke zaken voor alle rechtbanken in hun jurisdictie). Rechtbanken kunnen een korte termijn vaststellen en zo mogelijk de rechtszaak via videoconferentie houden.

Insolventieprocedures die nog lopen op 16 maart zijn ambtshalve opgeschort en uitsluitend uiterst dringende zaken worden behandeld (tijdelijke opschorting van de tenuitvoerleggingsmaatregelen tegen de schuldenaar totdat er op verzoek van de schuldenaar een besluit over het openen van de insolventieprocedure wordt genomen, alsook andere zaken die kunnen worden behandeld zonder dat de partijen daarbij aanwezig zijn). In beroepsprocedures tegen beslissingen van de syndic-rechter (Roemeense rechter met bijzondere bevoegdheden in faillissements- en insolventieprocedures) kunnen bepaalde uitvoerbare beslissingen worden opgeschort (beslissingen om de insolventieprocedure tegen de schuldenaar te openen of een vereenvoudigd(e) faillissement / faillissementsprocedure te beginnen kunnen nog steeds worden uitgesteld op last van de hoven van beroep). De werkzaamheden van gerechtelijk medewerkers/liquidateurs in lopende zaken worden zo mogelijk voortgezet, met inachtneming van de sanitaire vereisten.

Op 15 mei 2020 is de noodtoestand opgeheven. Daarom worden alle procedures in civiele zaken ambtshalve hervat. De rechtbanken zullen binnen 10 dagen na het opheffen van de noodtoestand passende maatregelen nemen om de zittingen opnieuw in te plannen en de partijen op te roepen.

Net als bij het ministerie van Justitie, dat optreedt als centrale autoriteit, zullen alle werkzaamheden over het algemeen worden uitgevoerd zoals ten tijde van de noodtoestand.

Wet nr. 120 van 9 juli 2020 ter aanvulling van Wet nr. 304/2004 op de rechterlijke organisatie. In artikel 111 is bepaald dat de gerechtelijke activiteiten tijdens de noodtoestand alleen mogen worden voortgezet in bijzonder dringende en uitzonderlijke situaties die naar behoren worden gemotiveerd en betrekking hebben op de bescherming van familiebetrekkingen en maatregelen die bij decreet van de President van Roemenië zijn gelast.

De zaken die door elke categorie gerechten zullen worden behandeld, zullen pas limitatief worden vastgesteld door de hoge raad voor de magistratuur na raadpleging van de bestuurscolleges van de hoven van beroep, voor hoven van beroep, de gerechten en de rechters, en van het college van het hoge hof van cassatie en justitie. Tijdens de noodtoestand beginnen de procedurele termijnen en de verjaringstermijnen niet te lopen en worden zij, indien zij zijn ingegaan, opgeschort.

Een onlangs door de regering aangenomen wetsontwerp (19 november 2020) voorziet in de mogelijkheid om de gerechtelijke activiteiten van een rechtbank geheel of gedeeltelijk in te perken om redenen die verband houden met de COVID-19-pandemie. Zolang er een beperking geldt, die niet langer dan 14 dagen mag duren, worden de gerechtelijke activiteiten voortgezet voor uiterst dringende gevallen en uit hoofde van de wet uitgesteld voor de andere gevallen. In de komende weken zal het wetsontwerp in het parlement worden besproken en, indien het wordt aangenomen, zal deze maatregel van toepassing zijn tijdens de staat van alarm en 30 dagen daarna.

2.3 Overige insolventiemaatregelen (die welke betrekking hebben op terugvorderingsacties, reorganisatieplannen, informele overeenkomsten en eventueel andere)

Met de hervatting van de gerechtelijke activiteiten na de beëindiging van de noodtoestand medio mei werden er tijdelijke maatregelen genomen die van toepassing waren op lopende pre-insolventie- en insolventieprocedures - bepaalde procedurestappen en termijnen werden bij wet verlengd (de termijn voor het opstellen van het preventieve concordaataanbod en de onderhandelingen daarover met de schuldeisers werd met 60 dagen verlengd en de uitvoering van het concordaat met 2 maanden; de observatieperiode en de termijn voor de indiening van een reorganisatieplan werden met 3 maanden verlengd; de termijn voor gerechtelijke reorganisatie werd met twee maanden verlengd), er werden nieuwe rechten in verband met de COVID-pandemie gecreëerd (schuldenaars kregen drie maanden de tijd om een gewijzigd reorganisatieplan in te dienen indien de vooruitzichten op herstel als gevolg van de COVID-pandemie waren gewijzigd).

Schuldenaars kwamen in aanmerking voor een opschorting met 2 maanden van het reorganisatieplan indien hun activiteiten volledig werden onderbroken als gevolg van de COVID-19-pandemie.

De maximumduur van het reorganisatieplan werd verlengd van 3 tot 4 jaar, met de mogelijkheid tot verlenging met nog eens een jaar, zonder dat de uitvoering van het plan meer dan 5 jaar mag duren.

2.4 Gerelateerde maatregelen anders dan insolventiemaatregelen (uitstel van betaling, bankleningen, sociale zekerheid, ziektekostenverzekering, bedrijfssubsidies)

Tot dusver zijn er aanvullende maatregelen genomen om de druk op de financiële liquiditeit te verlichten, zoals de mogelijkheid tot het uitstellen van bepaalde betalingsverplichtingen (kredietaflossingen of fiscale verplichtingen) waaraan tijdens de noodtoestand zou moeten worden voldaan. Dit zal naar verwachting enige verlichting bieden voor de negatieve effecten van de pandemie op de solvabiliteit van ondernemers.

Er zijn ook andere economische maatregelen genomen, zoals preferentiële leningen voor kmo’s, met inbegrip van leningen die voor 90 % zijn gegarandeerd door de overheid, en andere maatschappelijke beschermingsmaatregelen.

Tijdens de noodtoestand mogen kmo’s die tijdens de noodtoestand op last van de autoriteiten tijdelijk zijn gesloten de betaling van hun huur en nutsvoorzieningen voor hun hoofdkantoor uitstellen.

Binnenkort worden tijdelijke speciale voorwaarden afgekondigd voor het tijdens de noodtoestand houden van de algemene vergadering van aandeelhouders van ondernemingen.

Vanaf 30 maart 2020 kunnen kredietnemers aan kredietgevers vragen om hun betalingsverplichtingen op te schorten voor een periode tussen 1 en 9 maanden, maar niet tot na 31 december 2020 (GEO nr. 37/2020).

Laatste update: 26/10/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.