De gevolgen van COVID‑19 voor burgerlijke en insolventiezaken

Italië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Gevolgen van Covid-19 voor civiele procedures

1.1 Termijnen in civiele procedures

In eerste instantie werden termijnen voor het uitoefenen van gerechtelijke handelingen in civiele procedures opgeschort voor de periode 9 maart tot 22 maart (en vervolgens uitgesteld tot 15 april).

Bij Wetsbesluit nr. 23 van 8 april 2020 is het uitstel van zittingen en de opschorting van procedurele termijnen verlengd tot 11 mei 2020.

Voor termijnen die normaal gesproken tijdens de schorsingsperiode zouden ingaan, is de aanvangsdatum uitgesteld tot na het einde van de schorsingsperiode.

Uitzonderingen: adoptie van kinderen, niet-begeleide minderjarigen, pleegzorg, procedures met betrekking tot de bescherming van minderjarigen, en alimentatieprocedures waarbij sprake is van inbreuk op de bescherming van essentiële behoeften; verplichte medische behandeling, vrijwillige zwangerschapsafbreking, uitvoerbaarheid bij voorraad, verkiezingsprocedures en alle zaken die ernstig nadeel voor de partijen tot gevolg hebben.

1.2 Rechterlijke organisatie en rechterlijke macht

De meeste zittingen in civiele zaken die gepland stonden voor de periode tussen de eerste dag na de inwerkingtreding van het besluit (9 maart 2020) en 22 maart (vervolgens 15 april en uiteindelijk 11 mei) zullen vanwege verplicht uitstel geen doorgang vinden.

Alle tijdens de crisisperiode geplande zittingen zullen worden opgeschort (spoedeisende zaken uitgezonderd).

Lokale rechtbanken mogen hun eigen organisatorische maatregelen vaststellen (beperkte toegang tot gebouwen, kantoorsluitingen).

In het bijzonder kunnen bij niet-opgeschorte zaken (die spoedeisend zijn verklaard of die bij wet als zaken met de hoogste voorrang worden beschouwd) via verbindingen op afstand civiele zittingen worden gehouden indien alleen de aanwezigheid van advocaten of partijen is vereist, mits wordt voldaan aan hoor en wederhoor en er sprake is van effectieve deelname van de partijen. Hiervoor is, nadat advies is verkregen van de orde van advocaten, een besluit van de hoofden van de gerechtelijke diensten benodigd.

Ten aanzien van de periode van 11 mei tot 31 juli 2020 is de verwachting dat de hoofden van de gerechtelijke diensten een reeks organisatorische maatregelen zullen nemen om drukke bijeenkomsten en nauw contact tussen mensen in kantoorruimtes te voorkomen.

Deze maatregelen kunnen omvatten:

  • het houden van civiele zittingen via verbindingen op afstand waarbij alleen de aanwezigheid van advocaten of de partijen of personen die de rechter bijstaan is vereist, mits wordt voldaan aan hoor en wederhoor en er sprake is van effectieve deelname van de partijen, op voorwaarde dat de rechter lijfelijk ter zitting aanwezig is;
  • uitstel van zittingen tot na 31 juli 2020;
  • het houden van civiele zittingen waarbij deelname van de verweerders alleen in de vorm van een schriftelijke procedure is vereist.

1.3 Justitiële samenwerking in de EU

Een groot deel van het personeel van het ministerie van Justitie werkt vanuit huis.

De justitiële samenwerking in civiele zaken zal voor nog onbekende tijd negatief worden beïnvloed. Verzoeken om justitiële samenwerking (inclusief verzoeken om inlichtingen over buitenlands recht in het kader van de Overeenkomst van Londen uit 1968) moeten bij voorkeur elektronisch worden ingediend. De verwerking van papieren stukken loopt mogelijk aanzienlijke vertraging op.

Alle mededelingen moeten worden gestuurd naar ufficio2.dgcivile.dag@giustizia.it

2 Insolventiegerelateerde maatregelen die zijn genomen of gepland in de lidstaten na de uitbraak van de pandemie

2.1 Concrete insolventiemaatregelen en daarmee samenhangende maatregelen die van invloed zijn op contracten

2.1.1 Opschorting in geval van insolventie

2.1.1.1 Opschorting van de verplichting om faillissement aan te vragen (schuldenaars)

Faillissement en, meer in het algemeen, insolventieprocedures zijn inbegrepen in de algemene voorwaarden voor uitstel, zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om per geval vast te stellen wat niet mag worden uitgesteld om aan de vereisten voor bescherming van de partijen te voldoen.

Er zijn specifieke insolventiemaatregelen opgenomen in artikel 10 van Wetsbesluit nr. 23 van 8 april 2020:

  • alle faillissementsaanvragen die in de periode van 9 maart tot 30 juni 2020 zijn ingediend, zijn niet ontvankelijk, met uitzondering van aanvragen die zijn ingediend door het openbaar ministerie waarbij wordt verzocht om conservatoire maatregelen of instandhoudingsmaatregelen voor de bescherming van de activa of de onderneming, door de ondernemer zelf wanneer de insolventie niet het gevolg is van de COVID-19-epidemie en door eenieder op grond van specifieke bepalingen betreffende de procedure inzake een regeling met schuldeisers (artikel 162, tweede alinea, artikel 173, tweede en derde alinea, en artikel 180, zevende alinea, van de Italiaanse Insolventiewet);
  • wanneer de verklaring van niet-ontvankelijkheid wordt gevolgd door de faillissementsverklaring wordt de periode van niet-ontvankelijkheid niet meegeteld in de termijnen die zijn vastgelegd in de artikelen 10 en 69 bis van de Faillissementswet, die respectievelijk betrekking hebben op de jaarlijkse periode waarbinnen het faillissement van de uit het handelsregister geschrapte onderneming moet worden uitgesproken en de termijn voor intrekkingsacties.
2.1.1.2 Bescherming van schuldenaars tegen faillissementsaanvragen van schuldeisers

Zie links, kolom 1.1.A.

2.1.2 Opschorting van de tenuitvoerlegging van vorderingen en opschorting van contractbeëindiging

2.1.2.1 Algemene / specifieke moratoria voor de tenuitvoerlegging van vorderingen / tenuitvoerlegging van bepaalde soorten vorderingen

De termijnen voor het uitvoeren van handelingen in burgerlijke zaken en strafzaken, met inbegrip van de tenuitvoerleggingsprocedures van uitspraken in het burgerlijk recht, waren in eerste instantie opgeschort van 9 maart tot 15 april, en zijn vervolgens opgeschort tot 11 mei 2020.

Tijdens deze periode worden rechtszittingen in burgerlijke zaken, en derhalve ook rechtszittingen over tenuitvoerleggingsprocedures, automatisch uitgesteld tot een datum na 11 mei 2020, en tot die datum is ook het verstrijken van termijnen voor de voltooiing van handelingen in burgerlijke zaken uitgesteld.

Wat betreft de tenuitvoerlegging moet worden opgemerkt dat tijdens de noodtoestand gevolg mag worden gegeven aan een verzoek om opschorting van de uitvoering of tenuitvoerlegging van een bestreden uitspraak (artikel 283 van het Italiaanse Wetboek van burgerlijke rechtsvordering) en een verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging van een uitspraak waartegen cassatieberoep is aangetekend (artikel 373 van het Italiaanse Wetboek van burgerlijke rechtsvordering), alsook procedures waarbij vertraagde behandeling ernstige schade zou kunnen toebrengen aan de partijen. In het laatstgenoemde geval wordt er een verklaring van urgentie opgesteld door het hoofd van de rechtbank of zijn plaatsvervanger en, voor zaken die reeds een aanvang hebben genomen, geschiedt dit op bevel van de rechter of de voorzitter van de jury. Teneinde de negatieve gevolgen van de door COVID-19 veroorzaakte epidemiologische noodsituatie te beperken, wordt elke gedwongen tenuitvoerlegging op onroerend goed die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats van de schuldenaar op het gehele nationale grondgebied opgeschort tot 31 december 2020.

Tenuitvoerleggingsprocedures met betrekking tot leningen ten behoeve van slachtoffers van woekerrente zijn ook opgeschort tot 31 december 2020.

2.1.2.2 Opschorting van contractbeëindiging (algemene / specifieke contracten)

Volgens de algemene bepaling die is vervat in artikel 3, lid 6 bis, van Wet nr. 6 van 2020 wordt naleving van de beheersingsmaatregelen in verband met de crisis altijd gecontroleerd ter uitsluiting van de verantwoordelijkheid van de schuldenaar, ook ten aanzien van de toepassing van een verbeurdverklaring of boetes in verband met vertraagde of achterwege gebleven nakoming.

In geschillen in verband met contractuele verplichtingen waarbij de naleving van de beheersingsmaatregelen of in elk geval van de maatregelen die zijn vastgesteld tijdens de epidemiologische noodsituatie als gevolg van COVID-19, kan worden beoordeeld op grond van lid 6 bis, is de uitputting van de bemiddelingsprocedure een voorwaarde voor de ontvankelijkheid van een verzoek aan de rechter.

Met betrekking tot bepaalde overeenkomsten voorziet artikel 56, lid 2, punten b) en c), van Wetsbesluit nr. 18/2020, in een verlenging tot 30 september 2020, zonder formaliteiten, van de looptijd van niet-persoonlijke leningen, opschorting tot 30 september 2020 van betaling van aflossingen van leningen of leasebetalingen en uitstel van het afbetalingsplan voor de aflossingen of leasebetalingen die zijn opgeschort.

Voor het jaar 2020 zijn de aflossingen van hypotheekleningen ten behoeve van slachtoffers van woekerrente opgeschort.

2.2 Civiel recht, inclusief voor insolventierechtbanken geldende opschortingen en opschortingen van procedures

Alle procedures (met inbegrip van insolventieprocedures) zijn in eerste instantie van ambtswege uitgesteld tot 15 april, of 30 juni indien zulks wordt beslist door de rechtbanken, met uitzondering van de procedures die op basis van beoordeling per geval door de rechter spoedeisend worden geacht of procedures die door de wet als topprioriteit worden aangeduid.

Procedurele termijnen (met inbegrip van tenuitvoerleggingsprocedures) waren in eerste instantie opgeschort van 9 maart tot 15 april, en zijn vervolgens opgeschort tot 11 mei.

In geval van niet-opgeschorte zaken kunnen rechtszittingen voor de behandeling van civiele zaken waarbij alleen de advocaten of partijen aanwezig dienen te zijn, worden gehouden via contact op afstand, zulks op voorwaarde van inachtneming van hoor en wederhoor en de effectieve deelname van de partijen.

Voor de periode van 11 mei tot 30 juni 2020 zullen de hoofden van de rechtbanken naar verwachting een reeks organisatorische maatregelen afkondigen om bijeenkomsten waar onvoldoende afstand wordt gehouden en contacten tussen mensen in kantoorruimten te vermijden.

Deze maatregelen kunnen omvatten:

  • het houden van civiele zittingen via verbindingen op afstand waarbij alleen de aanwezigheid van advocaten of de partijen is vereist, mits wordt voldaan aan hoor en wederhoor en er sprake is van effectieve deelname van de partijen;
  • uitstel van zittingen tot na 30 juni 2020;
  • het houden van civiele zittingen waarbij deelname van de verweerders alleen in de vorm van een schriftelijke procedure is vereist.

Overeenkomstig artikel 221 van Wetsbesluit nr. 34 van 2020 (Decreto Rilancio) kan de rechter gelasten dat civiele zittingen waarvoor geen andere personen dan de verdedigers van de partijen aanwezig hoeven te zijn, worden vervangen door de elektronische indiening van schriftelijke opmerkingen die alleen verzoeken en conclusies bevatten. Deelname aan civiele zittingen van een of meer partijen of van een of meer verdedigers kan, op verzoek van de belanghebbende partij, ook via videoconferentie plaatsvinden. Deze bepalingen zijn verlengd tot 31 december 2020.

2.3 Overige insolventiemaatregelen (die welke betrekking hebben op terugvorderingsacties, reorganisatieplannen, informele overeenkomsten en eventueel andere)

Tijdens de periode waarin faillietverklaringen niet-ontvankelijk zijn, worden de termijnen voor intrekkingsacties opgeschort.

Artikel 9 van Wetsbesluit nr. 23/2020 voorziet ook in een verlenging van zes maanden van de termijnen voor het nakomen van eerder afgesloten overeenkomsten en goedgekeurde herstructureringsovereenkomsten die aflopen na 23 februari 2020.

In de huidige procedure voor goedkeuring van crediteurenakkoorden is de schuldenaar gerechtigd om, voorafgaand aan de zitting die is gepland voor de goedkeuring, te verzoeken om toekenning van een termijn van maximaal 90 dagen voor het indienen van een nieuw plan en een nieuw voorstel of een nieuwe herstructureringsovereenkomst.

Artikel 9 bevat tevens de bepaling dat de schuldenaar gerechtigd is een verzoek om toekenning van nieuwe termijnen of verdere verlenging van de reeds toegekende termijnen in te dienen.

2.4 Gerelateerde maatregelen anders dan insolventiemaatregelen (uitstel van betaling, bankleningen, sociale zekerheid, ziektekostenverzekering, bedrijfssubsidies)

Wetsbesluit nr. 18/2020 voorziet in een serie maatregelen die specifiek gericht zijn op de ondersteuning van de liquiditeit via het banksysteem (Titel III) en de ondersteuning van de liquiditeit van huishoudens en bedrijven (Titel IV).

Wat betreft de eerste van deze maatregelen zijn de in artikel 56 genoemde financiële ondersteuningsmaatregelen voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen het vermelden waard, inclusief het verbod op de intrekking van bedragen die zijn toegezegd aan kredietfaciliteiten die onderwerp van een dergelijke intrekking kunnen zijn en voorschotten op leningen die zijn verstrekt; verlenging tot 31 januari 2021, zonder formaliteiten, van contracten voor niet-persoonlijke leningen met een contractuele vervaldatum vóór 31 januari 2021; opschorting tot 31 januari 2021 van de betaling van aflossingen van leningen en andere persoonlijke leningen of lease-aflossingen en uitstel van het afbetalingsplan voor aflossingen of aflossingen die zijn opgeschort.

Wat betreft de laatstgenoemde maatregel moet melding worden gemaakt van overmakingen in termen van betalingen aan overheidsinstellingen, met inbegrip van overmakingen die verband houden met sociale premies en premies van verplichte verzekeringen, de opschorting van betalingen van bronbelastingen, sociale bijdragen en sociale premies en premies van verplichte verzekeringen en de voorwaarden van belasting- en bijdrageregelingen en -betalingen.

Artikel 11 van Wetsbesluit nr. 23/2020 voorziet in de opschorting van de vervaltermijnen van schuldbewijzen die in de periode van 9 maart tot 30 april 2020 vallen, later verlengd tot 31 augustus 2020.

Laatste update: 26/10/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.