Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Duits) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
Swipe to change

De gevolgen van COVID‑19 voor burgerlijke en insolventiezaken

Duitsland
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Gevolgen van Covid-19 voor civiele procedures

1.1 Termijnen in civiele procedures

Tot op heden zijn er geen maatregelen genomen met betrekking tot civielrechtelijke termijnen; er zijn alleen bepalingen met betrekking tot langdurige onderbrekingen van strafprocedures. Het Duitse civiel procesrecht bevat soepele bepalingen inzake verlenging van termijnen, schorsing van procedures en restitutio in integrum, die nuttig zijn bij geschillen tijdens de COVID-19-crisis.

Meer informatie over wetgevingsmaatregelen is te vinden op de website van het federaal ministerie van Justitie en Consumentenbescherming.

1.2 Rechterlijke organisatie en rechterlijke macht

Op grond van de wettelijke bepalingen inzake civiele procedures beschikken de rechtbanken al over veel manoeuvreerruimte en kunnen zij flexibel reageren op de huidige uitzonderlijke situatie. Het is aan de bevoegde rechtbanken en rechters om per geval te beslissen welke maatregelen er moeten worden genomen, bv. een schriftelijke procedure, afzien van bewijsverkrijging of bewijsverkrijging via videoconferentie. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht blijft gewaarborgd.

1.3 Justitiële samenwerking in de EU

Samenwerking in familiezaken (Verordening (EG) nr. 2201/2003)

De centrale autoriteit is volledig operationeel conform Verordening (EG) nr. 2201/2003. Verzoeken kunnen op papier worden ingediend.

Samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (Verordening (EG) nr. 4/2009)

De centrale autoriteit is volledig operationeel conform Verordening (EG) nr. 4/2009. Verzoeken kunnen op papier worden ingediend.

Bewijsverkrijging (Verordening (EG) nr. 1206/2001) en betekening en kennisgeving van stukken (Verordening (EG) nr. 1393/2007)

De werking van de rechterlijke macht is aan geen beperkingen onderworpen. Verzoeken om betekening en kennisgeving en om bewijsverkrijging worden uitgevoerd.

2 Insolventiegerelateerde maatregelen die zijn genomen of gepland in de lidstaten na de uitbraak van de pandemie

2.1 Concrete insolventiemaatregelen en daarmee samenhangende maatregelen die van invloed zijn op contracten

2.1.1 Opschorting in geval van insolventie

2.1.1.1 Opschorting van de verplichting om faillissement aan te vragen (schuldenaars)

De opschorting van de verplichting om insolventie aan te vragen voor vennootschappen, personenvennootschappen waarvan de vennoten niet onbeperkt aansprakelijk zijn, en verenigingen en stichtingen is op 1 mei 2021 opgeheven. Bepaalde rechtsgevolgen van de opschorting zijn echter nog steeds van toepassing, met name de verruimde bescherming tegen rechtsmiddelen op grond van artikel 2, lid 1, nrs. 2 tot en met 5, van de huidige versie van de COVID-19-wet inzake opschorting van insolventie (COVID-19-Insolvenzaussetzungsgesetz – COVInsAG).

2.1.1.2 Bescherming van schuldenaars tegen faillissementsaanvragen van schuldeisers

De beperking van het recht van een schuldeiser om insolventie aan te vragen, gold slechts tot 28 juni 2020. Sinds 29 juni 2020 heeft de schuldeiser weer onbeperkt het recht om een verzoekschrift in te dienen indien de schuldeiser een rechtmatig belang heeft bij de opening van een insolventieprocedure en aantoont dat zijn vordering en de reden voor de opening van de procedure geloofwaardig zijn.

2.1.2 Opschorting van de tenuitvoerlegging van vorderingen en opschorting van contractbeëindiging

2.1.2.1 Algemene / specifieke moratoria voor de tenuitvoerlegging van vorderingen / tenuitvoerlegging van bepaalde soorten vorderingen
2.1.2.2 Opschorting van contractbeëindiging (algemene / specifieke contracten)

2.2 Civiel recht, inclusief voor insolventierechtbanken geldende opschortingen en opschortingen van procedures

Tot op heden zijn er geen maatregelen met betrekking tot civielrechtelijke termijnen. Er hoeven geen specifieke maatregelen te worden genomen omdat het Duitse recht rechters in staat stelt op passende wijze te reageren op de gevolgen van COVID-19 voor lopende gerechtelijke procedures.

2.3 Overige insolventiemaatregelen (die welke betrekking hebben op terugvorderingsacties, reorganisatieplannen, informele overeenkomsten en eventueel andere)

Voor de duur van de opschorting van de verplichting om insolventie aan te vragen, werden de aansprakelijkheidsrisico's voor bestuurders, schuldeisers en contractuele partners van insolvente ondernemingen beperkt teneinde de terbeschikkingstelling van aanvullend kapitaal en de voortzetting van zakenrelaties te bevorderen (zie artikel 2 COVInsAG). Individuele faciliteiten blijven van toepassing, zoals de verduidelijking dat de terugbetaling van nieuwe leningen die tijdens de opschortingsperiode zijn toegekend nog steeds wordt geacht niet nadelig te zijn voor schuldeisers en zulks tot 30 september 2023 (artikel 2, lid 1, nr. 2, COVInsAG). Betalingen betreffende vorderingen die tot 28 februari 2021 waren uitgesteld, werden ook nog tot 31 maart 2022 geacht niet nadelig te zijn voor de schuldeisers, tenzij er vóór 18 februari 2021 een insolventieprocedure is geopend (artikel 2, lid 1, nr. 5, COVInsAG). Op grond van artikel 4 COVInsAG werd de prognoseperiode voor de toets betreffende overmatige schuldenlast verkort tot 31 december 2021 en golden er gedurende dezelfde periode diverse faciliteiten inzake toegang tot zelfbeheer- en beschermingsprocedures (vgl. de artikelen 5 en 6 COVInsAG).

2.4 Gerelateerde maatregelen anders dan insolventiemaatregelen (uitstel van betaling, bankleningen, sociale zekerheid, ziektekostenverzekering, bedrijfssubsidies)

De kredietverplichtingen van consumenten in verband met consumentenkredieten werden - onder bepaalde voorwaarden - met ingang van 1 april 2020 met drie maanden uitgesteld; deze regeling is op 30 juni 2020 verstreken.

De in het vennootschapsrecht vastgestelde termijnen voor het houden van algemene vergaderingen werden verlengd; het recht van aandeelhouders of hun gevolmachtigden om persoonlijk deel te nemen aan de vergaderingen kan door de raad van bestuur tijdelijk worden opgeschort (naamloze vennootschappen).

Consumenten en micro-ondernemingen die als gevolg van de crisis niet in staat waren hun betalingen te verrichten, kregen het recht om de uitvoering van “essentiële overeenkomsten ter nakoming van doorlopende verplichtingen” (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de levering van gas, water, elektriciteit en telecommunicatiediensten) te weigeren, mits deze overeenkomsten vóór 8 maart 2020 waren gesloten. Deze regeling is op 30 juni 2020 verstreken.

Laatste update: 12/07/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.