Een deskundige zoeken

Nederland

Inhoud aangereikt door
Nederland

I. Lijsten en registers van deskundigen

In Nederland zijn er twee registers: één hoofdzakelijk voor het civiel en bestuursrecht (Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen – LRGD) en één hoofdzakelijk voor het strafrecht (Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen – NRGD). Daarnaast is er het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (STAB), die beide met middelen uit de Nederlandse staatsbegroting worden gefinancierd. Verder is er de Nederlandse Vereniging voor Medisch Specialistische Rapportage (NVMSR). Deskundigen worden in de registers gesorteerd op specialisme. De registers van deskundigen worden op verschillende manieren bijgehouden: het LRGD en de NVMSR zijn private instanties, het NRGD en het NFI worden beheerd door het ministerie van Justitie, de STAB is een onafhankelijke instantie die uitsluitend voor de rechterlijke macht werkt. De rechtbanken zijn niet verantwoordelijk voor het beheer van de registers, noch voor de bekwaamheid van de daarin opgenomen deskundigen. In Nederland is er een strikte scheiding tussen de instanties die de registers bijhouden en de rechtbanken. De rechtbanken verlaten zich op de kwaliteitsgaranties die deze instanties bieden. Rechters zijn echter wel betrokken bij de toelatings- en/of accreditatieprocedure van het LRGD en NRGD.

Links:

De registers van het NRGD/LRGD, de NVMSR en de website van STAB zijn openbaar toegankelijk. Er zijn zoekfuncties beschikbaar, maar de aan de STAB verbonden deskundigen kunnen niet door partijen worden geraadpleegd omdat zij alleen worden benoemd om rechters te adviseren en dit twijfel zou doen ontstaan over hun onafhankelijkheid. Openbaar: zie webpagina Zoek een Deskundige. Met deze functie kunnen alleen deskundigen in het LRGD worden gezocht. Het is mogelijk om op vakgebied te sorteren. Alle deskundigen die bij STAB werken, staan ook geregistreerd in het LRGD.

De leden van de NVMSR doorlopen een opleiding en toetsing alvorens zij als gerechtelijk deskundige in het register worden opgenomen.

Om in het NRGD geregistreerd te staan, moeten deskundigen een accreditatieprocedure doorlopen waarbij rekening wordt gehouden met het deskundigheidsgebied waarin zij aantoonbaar moeten uitblinken, alsook met hun rol als deskundige voor de rechtbank en de vaardigheden die nodig zijn om als goede deskundige op te treden in de procedure. Het LRGD bouwt voort op de certificering van de beroepsnormen die door de beroepsorganisaties en (vak)verenigingen van het beroep zelf zijn vastgesteld, en op een opleiding over de rol van deskundige en een systeem van permanente educatie.

De STAB hanteert een zeer streng indienstnemingsbeleid en een streng systeem voor permanente educatie. Deskundigenrapporten worden bij de STAB standaard aan een collegiale toetsing onderworpen.

Deskundigen hoeven geen eed af te leggen. Deskundigen kunnen uit de registers worden geschrapt na formele klachten over de niet-naleving van de op de verschillende rechtbanken toepasselijke gedragsregels, die in grote lijnen vergelijkbaar zijn.

De registers worden bijgewerkt door de beherende bestuursorganen.

II. Kwalificaties van deskundigen

Deskundigen van het LRGD moeten lid zijn van een beroepsorganisatie om zich deskundige te kunnen noemen. Hieruit volgt dat de criteria voor vakbekwaamheid en de opleidingseisen door die instantie worden vastgesteld. Ook deskundigen van het NRGD moeten aan hoge opleidingseisen voldoen om in het register te worden opgenomen. Deskundigen zijn vaak lid van een beroepsorganisatie, maar er zijn nichegebieden waarvoor geen beroepsorganisaties bestaan. Daarom is lidmaatschap van een beroepsorganisatie niet per se verplicht. Bij de STAB, het LRGD en waarschijnlijk ook NRGD is permanente educatie (PE) vereist in de vorm van permanente beroepsontwikkeling. Bij de STAB wordt daar bijvoorbeeld 15 % van de tijd voor uitgetrokken; deskundigen bij het LRGD moeten jaarlijks gedurende ten minste 6 uren deelnemen aan PE-activiteiten. Vaak worden opleidingsinstellingen door de beroepsorganisaties geaccrediteerd. Zij moeten bewijzen dat de opleiding heeft plaatsgevonden, d.w.z. dat lijsten van registraties op de website van onderwijsinstellingen moeten worden verstrekt. De educatie dient twee doelen: vaardigheden in de gerechtelijke context en deskundigheid.

III. Vergoeding van deskundigen

In strafrechtelijke en bestuursrechtelijke procedures wordt de vergoeding van de deskundige door de staat betaald. Er gelden vaste tarieven en de deskundige moet vooraf een berekening van de kosten maken. Bij de STAB is dit anders geregeld: de STAB wordt betaald door het ministerie van Milieu. In civiele zaken betalen de partijen voor het deskundigenonderzoek.

IV. Aansprakelijkheid van deskundigen

Deskundigen worden aansprakelijk gesteld volgens het algemene recht inzake overeenkomsten en inzake onrechtmatige daad. Deskundigen worden noch bij wet, noch door de benoemde rechter verplicht om een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Deskundigen kunnen zich laten verzekeren door de onderneming waarvoor zij werken. Onafhankelijke deskundigen beslissen zelf of zij een verzekering afsluiten, maar verschillende beroepsorganisaties stellen een aansprakelijkheidsverzekering verplicht.

V. Aanvullende informatie over deskundigenprocedures

De belangrijkste wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de gerechtelijk deskundigen in Nederland, zijn artikel 194 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 8:47 van de Algemene wet bestuursrecht, alsook de Wet deskundige in strafzaken.

Deze wetten vormen een kader: gedetailleerde richtsnoeren zijn te vinden in de Leidraad deskundigen in civiele zaken.

Verder is er een gedragscode – met een rechtsgrondslag – voor gerechtelijk deskundigen in strafzaken, en is er ook een door de Centrale Raad van Beroep opgestelde gedragscode voor gerechtelijk deskundigen. Voor de meeste vormen van deskundigenonderzoek gelden aanvullende eisen ten aanzien van de kwaliteit van het deskundigenonderzoek of de kwalificaties van de deskundigen.

De titel van deskundige is niet beschermd.

1 Benoeming van deskundigen

Deskundigen kunnen door de rechtbank en door de betrokken partijen worden benoemd. De benoeming van deskundigen in bestuursrechtelijke procedures is vergelijkbaar met die in civiele procedures, met het verschil dat in bestuursrechtelijke procedures de kosten door de staat worden gedragen en in civiele procedures de kosten door de partijen worden gedragen. In alle zaken heeft de door de rechtbank benoemde deskundige de plicht om de vragen van de rechtbank te beantwoorden (eventueel na overleg met de partijen). In een procedure voor een strafrechtbank kan een deskundige tijdens de onderzoeksfase door de openbaar aanklager of door de rechter worden benoemd. Hiervoor bestaat er een bij wet geregeld register, waarvoor de deskundige aan strengere eisen moet voldoen dan in civiele en bestuursrechtelijke procedures. Alle door de rechtbank benoemde deskundigen zijn wettelijk verplicht om elk belangenconflict te melden.

1.a Benoeming door een rechtbank

Een civiele rechtbank heeft de discretionaire bevoegdheid om een deskundige te benoemen, hetzij ambtshalve, hetzij op uitdrukkelijk verzoek van een rechtzoekende indien de relevante feiten niet anders kunnen worden vastgesteld. In dit geval wordt de mondelinge behandeling uitgesteld tot een datum na de indiening van het deskundigenrapport. De rechtbank geniet in beginsel keuzevrijheid bij de benoeming van een persoon die zij geschikt acht om als deskundige op te treden. De benoeming van een deskundige uit het desbetreffende register is echter een praktijk die vrijwel door alle rechtbanken wordt gevolgd. De deskundige moet elk belangenconflict aan de rechtbank melden. De door de rechtbank benoemde deskundigen hebben toegang tot het dossier. In civiele procedures gelden extra strenge regels voor externe deskundigen die tijdens de opdracht door de benoemde deskundige worden geraadpleegd. Zo moeten de partijen van tevoren weten welke personen worden geraadpleegd en welke vragen hun worden voorgelegd.

1.b Benoeming door de partijen

Wanneer de partijen een deskundige benoemen, gebeurt dat meestal bij het begin van een rechtszaak en met de bedoeling hun zaak op te bouwen. De rechtbank kan deze rapporten gebruiken om over een zaak te beslissen. Op elk moment van de procedure kan een rechter op verzoek van de partijen een deskundige benoemen. Zij moeten allemaal werken volgens de regels en gedragscodes die gelden voor door de rechtbank benoemde deskundigen.

Het is mogelijk dat beide partijen vragen om een bepaalde deskundige te benoemen. In dat opzicht zijn er geen speciale regels van toepassing. Een rechter kan bevelen dat beide partijen een enkele deskundige benoemen, maar dat is niet gebruikelijk.

2 Procedure

2.a Civiele procedure

De rechtbank houdt alleen in termen van tijdsbeheer toezicht op de voortgang van de werkzaamheden van de deskundigen. Er is geen kwaliteitscontrole op de prestaties van de deskundige en in de oordelen wordt er niet naar verwezen. De STAB krijgt echter regelmatig feedback van de rechtbanken over de prestaties van de deskundigen, hoewel de STAB zelden wordt ingeschakeld in een civiele procedure.

De partijen kunnen het rapport aanvechten door middel van verklaringen of door het verstrekken van een tegenonderzoek. Rechtbanken zijn niet gebonden aan het deskundigenrapport, maar volgen meestal de door hen benoemde deskundige. Door de partijen benoemde deskundigen hebben meestal minder invloed dan door de rechtbank benoemde deskundigen. Er zijn geen procedures waarbij deskundigen vóór het proces bijeenkomen of vóór het proces worden onderworpen aan een kruisverhoor teneinde de kwesties nader af te bakenen en de rechtbank beter inzicht te verschaffen in de verschillen.

Deskundigen mogen tijdens de procedure met de partijen in contact staan, maar alleen als dat nodig is voor de vaststelling van de feiten en in aanwezigheid van alle partijen. De deskundige moet in aanwezigheid van alle partijen vergaderingen beleggen om hun opmerkingen te verzamelen, tenzij hieraan beroepsnormen in de weg staan, zoals bij medische zaken.

1. Deskundigenrapport

In Nederland bestaat er een model voor de opstelling van rapporten. Deskundigen zijn verplicht om een voorlopig rapport op te stellen en partijen hebben het recht om daarover opmerkingen te maken. De deskundige moet zowel in het voorlopige rapport als in het eindrapport op de argumenten van de partijen ingaan. Er worden geen andere specifieke eisen aan het rapport gesteld. Als de rechtbank daartoe opdracht geeft, moet de deskundige een bijkomend rapport opstellen, bijvoorbeeld als er bijkomende vragen rijzen. Het rapport wordt meestal schriftelijk verstrekt, maar kan ook mondeling in een rechtszitting worden uitgebracht.

2. Rechtszitting

Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt de deskundige gelast om zittingen bij te wonen. Dit kan door partijen worden gevraagd of door de rechter worden bevolen. Kruisverhoren zijn niet gebruikelijk.

2.b Overige

Er zijn geen significante verschillen tussen civiele procedures en andere procedures.

 

De hier gepresenteerde informatie is in het kader van het project “Een deskundige zoeken” verzameld bij nationale contactpunten die zijn geselecteerd door het European Expertise & Experts Institute EEEI.

Laatste update: 22/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.