Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Frans) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
De volgende vertalingen zijn al beschikbaar: Engels
Swipe to change

Een deskundige zoeken

Luxemburg

Inhoud aangereikt door
Luxemburg
Er bestaat geen officiële vertaling in de door u gewenste taal.
U kunt van deze tekst wel een automatische vertaling raadplegen. Let op: zo'n automatische vertaling dient alleen ter informatie. De beheerder van deze website kan niet instaan voor de kwaliteit van die vertaling.

I. Lijsten en registers van deskundigen

Het ministerie van Justitie houdt een register van gerechtelijk deskundigen bij. In het register wordt een onderscheid gemaakt tussen deskundigen op twaalf gebieden. Het register is voor alle beroepsbeoefenaren en het publiek hier beschikbaar. Het register is weliswaar opgezet voor strafrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken, maar wordt ook gebruikt voor civiele en handelszaken. Rechtbanken zijn niet verplicht om deskundigen te benoemen die in het register staan, maar doen dat meestal wel.

Beroepsbeoefenaren dienen een aanvraag in bij het ministerie van Justitie om in het register te worden opgenomen. Een volledig dossier (waaronder een diploma in het betrokken vakgebied, bewijs van beroepservaring, een cv en het uittreksel uit het strafregister) wordt naar het ministerie van Justitie gestuurd, dat vervolgens een procedure start om onder andere de betrouwbaarheid van de deskundige te controleren. Het ministerie beslist of de deskundige in het register wordt opgenomen door de kwalificatie (waaronder diploma’s in het betrokken vakgebied en verdere opleidingen) en ervaring van de kandidaat te controleren. Als de deskundige in het register wordt opgenomen, moet hij een eed afleggen voor de rechter.

Zodra de deskundige door het ministerie van Justitie is aangewezen en door een rechtbank is beëdigd, wordt de inhoud van het register gepubliceerd in het officiële Luxemburgse staatsblad. Zodra de deskundige in het register staat, heeft hij geen bijzondere verplichtingen. Hij hoeft geen activiteitenverslag naar het ministerie te sturen. Hij is niet verplicht om zich permanente bij te scholen. Het register wordt regelmatig bijgewerkt [AF1].

De status van deskundige kan worden herroepen als de deskundige zijn verplichtingen of beroepsethiek schendt of om andere ernstige redenen. Dergelijke redenen doen zich voor als de deskundige niet meer aan de vereiste kwalificatie voldoet, als is vastgesteld dat hij nalatig was of als hij niet meer de vereiste betrouwbaarheid biedt, bijvoorbeeld wanneer hij schuldig wordt bevonden aan een misdrijf. Een deskundige wordt bij besluit van de minister ontslagen, nadat de minister het advies van de openbaar aanklager heeft ingewonnen en de betrokken deskundige heeft gehoord. Het ontslag neemt de vorm aan van een herroeping van de status bij ministerieel besluit. De herroeping kan worden aangevochten voor de bestuursrechtbank. Op deskundigen is geen specifieke gedragscode of ethische code van toepassing. Andere ethische of beroepscodes die van toepassing zijn op het specifieke beroep van de deskundige, moeten echter wel worden nageleefd.

II. Kwalificaties van deskundigen

Deskundigen moeten een bepaald opleidingsniveau in hun vakgebied bereiken om zich deskundige te kunnen noemen. Deze diploma’s zijn essentieel om te worden opgenomen in het register van deskundigen van het ministerie van Justitie. Deskundigen hoeven geen lid van een beroepsorganisatie te zijn om als deskundige te kunnen werken en hoeven hun vaardigheden niet regelmatig te verbeteren (er is geen systeem voor permanente juridische opleiding, maar deskundigen kunnen op vrijwillige basis een opleiding volgen).

III. Vergoeding van deskundigen

De vergoeding van de deskundigen is in een regeling vastgesteld. In specifieke gevallen, vooral wanneer de opdracht van de deskundige bijzonder complex is, kan de rechtbank beslissen om het wettelijke tarief niet toe te passen. In de praktijk vragen deskundigen de partijen meestal om in te stemmen met de betaling van een hoger bedrag dan het wettelijke tarief. Wanneer een deskundige door de rechtbank wordt benoemd in een civiele zaak, is een van partijen verplicht de deskundige vooraf te betalen. Deskundigen kunnen een voorschot krijgen op hun honorarium dat hoger is dan het wettelijke tarief. Maar aan het einde van de procedure, beslist de rechtbank in haar oordeel ten gronde wie de uiteindelijke kosten moet dragen. De kosten kunnen tussen de partijen worden verdeeld. De partijen kunnen rechtsbijstand krijgen voor de vergoeding van de deskundige tegen de voorgeschreven tarieven.

In strafzaken wordt het voorschot op de kosten altijd door de staat betaald. De beklaagde moet de vergoeding van de deskundige alleen betalen als hij wordt veroordeeld. Deskundigen die door de openbaar aanklager worden gevraagd, kunnen eveneens door de staat worden betaald.

IV. Aansprakelijkheid van deskundigen

Er geldt geen specifieke regel betreffende de aansprakelijkheid van deskundigen. Hun optreden is dus onderworpen aan de algemene regels inzake onrechtmatige daad en inzake overeenkomsten. Deze regels voorzien niet in een beperking van de aansprakelijkheid. Deskundigen zijn niet verplicht om mogelijke aansprakelijkheid te dekken via een beroepsaansprakelijkheidsverzekering.

V. Aanvullende informatie over deskundigenprocedures

De benoeming van deskundigen wordt geregeld door een specifieke wet van 7 juli 1971, namelijk de “Loi du 7 juillet 1971 portant en matière répressive et administrative, institution d’experts, de traducteurs et d’interprètes assermentés et complétant les dispositions légales relatives à l’assermentation des experts, traducteurs et interprètes”. Deze wet heeft alleen betrekking op straf- en bestuursrechtelijke zaken. Er bestaat geen specifieke wet voor civiele zaken. Sommige bepalingen van de wetboeken van strafvordering of burgerlijke rechtsvordering zijn relevant, evenals de algemene wet inzake administratieve rechtsvordering van 21 juni 1999, de “Loi du 21 juin 1999 portant règlement de procedure devant les juridictions administratives”.

Er zijn geen fundamentele verschillen tussen de benoemingsprocedures in civiele, bestuursrechtelijke en strafzaken. In strafzaken heeft de beklaagde echter uitgebreidere rechten dan in andere zaken. De overgrote meerderheid van de gerechtelijk deskundigen wordt benoemd in een preliminaire procedure, voorafgaand aan het proces. Ten minste de helft van de verzoeken om benoeming van een deskundige wordt tijdens de preliminaire procedure ingediend. De benoeming van deskundigen tijdens het hoofdgeding is niet erg gebruikelijk.

1. Benoeming van deskundigen

In Luxemburg worden de gerechtelijk deskundigen door de rechtbanken benoemd of door de partijen ingeschakeld. Alleen rechters kunnen deskundigen met de status van gerechtelijk deskundige benoemen, hetzij op verzoek van de partijen, hetzij ambtshalve. In strafzaken is het vaak de onderzoeksrechter, de “juge d’instruction”, die de deskundige benoemt, hetzij op verzoek van de beklaagde, hetzij op verzoek van de openbaar aanklager. De onderzoeksrechter kan de deskundige ook ambtshalve benoemen. Aangezien de beslissing van de onderzoeksrechter een voorlopige beslissing is, is het beginsel van hoor en wederhoor niet van toepassing.

In het strafrecht gelden er bijzondere regels voor mededeskundigen of tegendeskundigen die ter beschikking staan van de beklaagde.

In civiele, handelsrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken kan een deskundige worden benoemd voorafgaand aan het proces als er sprake is van een bijzondere urgentie.

a) Benoeming door een rechtbank

In het hoofdgeding benoemt een rechtbank een gerechtelijk deskundige wanneer zij advies nodig heeft over technische kwesties die zich in de loop van de procedure voordoen. De rechtbanken kunnen een deskundige benoemen op verzoek van de partijen of ambtshalve. Deskundigen moeten elk belangenconflict met een partij melden.

Een benoeming van een deskundige voorafgaand aan het proces is mogelijk als de zaak dringend is of als de deskundigheid nodig is met het oog op een aanstaande rechtszaak ten gronde. De benoeming van de deskundige in dit preliminaire stadium is het enige doel van de procedure, en daarbij moeten de partijen een specifiek verzoek indienen. In het algemeen kan deze procedure niet worden ingeleid zonder dat de beklaagde in de gelegenheid is gesteld om door de rechter te worden gehoord. In gevallen van extreme urgentie kunnen echter onmiddellijk gerechtelijk deskundigen worden benoemd, maar in dit geval moet de beklaagde de gelegenheid krijgen om in een later stadium te worden gehoord.

In het verzoek om benoeming van een gerechtelijk deskundige of in de opmerkingen op het voornemen van de rechtbank om een deskundige te benoemen, kunnen de partijen deskundigen voordragen en een overeenstemming bereiken over een specifieke deskundige. Indien een rechtbank beslist om ambtshalve een gerechtelijk deskundige te benoemen, moet zij de partijen hiervan op de hoogte stellen en hun verzoeken opmerkingen in te dienen alvorens een dergelijke beslissing te nemen. Rechtbanken zijn niet verplicht om deskundigen te benoemen die in het register van deskundigen staan, hoewel zij dat in de praktijk meestal wel doen.

b) Benoeming door de partijen

Hoewel de partijen [AF2] nooit gerechtelijk deskundigen benoemen, kunnen de partijen wel worden betrokken bij de benoeming van een deskundige door de rechtbank. Zij kunnen hun instemming geven met betrekking tot de opdracht van de deskundige, de kosten en zelfs een specifieke deskundige. Zij zouden dan een gezamenlijke benoemingsbrief sturen naar de gekozen deskundige. Indien beide partijen instemmen, kan de rechter de benoeming van die deskundige toestaan. Dit gebeurt heel vaak in het kader van een preliminaire procedure.

2. Procedure (civiel)

Zodra de gerechtelijk deskundige is benoemd, zal hij de partijen bijeenroepen om de zaak met hen te bespreken. Deskundigen communiceren meestal met de partijen via hun advocaten en informeren de rechtbank ook over de ontwikkelingen. Er zijn geen specifieke regels voor de manier waarop dit moet verlopen, behalve de verplichting om het beginsel van hoor en wederhoor te allen tijde te respecteren: elke partij heeft het recht om te allen tijde haar mening te geven over alle aspecten van de zaak.

Er zijn twee afwijkingen van dit beginsel. Deze hebben betrekking op het deskundigenonderzoek van zuivere feitelijke aspecten en op onderzoeken die de privésfeer binnendringen (d.w.z. medisch onderzoek). In deze gevallen moet de deskundige echter de resultaten van het onderzoek aan de andere partijen voorleggen, voordat hij zijn rapport afrondt.

De voortgang van het onderzoek van de deskundige wordt door de bevoegde rechtbank gecontroleerd. Indien daartoe een verzoek wordt ingediend, kan de rechtbank verklaren dat de deskundige niet voldoende gekwalificeerd is en een andere deskundige benoemen. Aangezien in de overgrote meerderheid van de zaken slechts één deskundige wordt benoemd, is er geen procedure waarbij deskundigen vóór het proces bijeenkomen om de kwesties nader af te bakenen.

a) Deskundigenrapport

De deskundige levert zijn rapport schriftelijk af. Er is geen bijzondere structuur die de deskundige in zijn rapport moet volgen. De deskundige is verplicht om zijn opdracht loyaal en met inachtneming van het beginsel van hoor en wederhoor uit te voeren. Hij moet alle feitelijke vragen in zijn opdracht aan de orde stellen, maar mag geen juridische vragen beantwoorden. De opdracht van de deskundige wordt door de rechtbank afgebakend, behalve in procedures waarin de deskundige door de partijen is benoemd, zonder tussenkomst van de rechter, waarin hij de bezwaren van de partijen zal behandelen.

Een voorlopig rapport is niet verplicht, maar kan worden opgesteld als de omstandigheden van de specifieke zaak dat vereisen. Dit is met name het geval als er tijdens de uitvoering van de opdracht nieuwe vragen rijzen of als de partijen niet met de deskundige samenwerken.

In zeldzame gevallen moet de deskundige mogelijk een bijkomend rapport opstellen, bijvoorbeeld wanneer de deskundige niet alle vragen heeft beantwoord die in zijn opdracht waren opgenomen of wanneer er later aanvullende vragen rijzen. De rechtbank vaardigt dan een nieuw bevel uit waarin de noodzaak van verder onderzoek wordt vermeld en waarin de vragen uiteen worden gezet die moeten worden beantwoord. De partijen kunnen een verzoek om nadere toelichting bij de rechter indienen. In de praktijk is het echter waarschijnlijker dat er een andere deskundige wordt benoemd, afhankelijk van hoe tevreden de partijen over het eerste rapport zijn.

De rapporten van de deskundigen kunnen zowel door de verklaringen van de partijen als door een tegenonderzoek worden aangevochten. De rechtbanken zijn niet gebonden aan het advies dat in de deskundigenrapporten wordt geuit. Volgens de rechtspraak kan de rechtbank afwijken van het advies van de deskundige als daar goede redenen voor zijn, namelijk als een of beide partijen bewijzen dat de deskundige het bij het verkeerde eind heeft. Tegenrapporten hebben dezelfde bewijskracht, ongeacht of de deskundige door de rechtbank of door de partijen is benoemd. Rapporten waartoe een partij opdracht heeft gegeven, of tegenrapporten, alsmede rapporten die zijn opgesteld zonder dat de deskundige het beginsel van hoor en wederhoor heeft nageleefd, kunnen worden opgesteld en besproken in een proces, maar hebben niet dezelfde bewijskracht als rapporten die met inachtneming van dit beginsel zijn opgesteld.

b) Rechtszitting

Deskundigen hoeven niet aanwezig te zijn op preliminaire zittingen. Zij moeten een rechtszitting bijwonen om vragen van de rechtbank te beantwoorden nadat zij hun rapport hebben ingediend. In de rechtbank worden zij niet aan een kruisverhoor onderworpen.

 

De hier gepresenteerde informatie is in het kader van het project “Een deskundige zoeken” verzameld bij nationale contactpunten die zijn geselecteerd door het European Expertise & Experts Institute EEEI.



[AF1] La liste est régulièrement mise à jour après les nouvelles assermentations.

[AF2] Suppression d’une forme passive, le texte en est plein.

Laatste update: 22/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.