Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Italiaans) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
Swipe to change

Rechtsbijstand

Italië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat zijn de proceskosten en wie moet ze normaliter betalen?

(Rechtsgrondslagen) – Alle regels voor de verschillende gerechtskosten en bijbehorende procedures in rechtszaken en voor rechtsbijstand zijn vastgelegd in Presidentieel Besluit nr. 115 van 30 mei 2002 (Staatsblad van de Italiaanse Republiek (Gazzetta Ufficiale della Repubblica Italiana) nr. 139/2002), laatstelijk gewijzigd bij Wetgevend Besluit nr. 24 van 7 maart 2019 (Staatsblad van de Italiaanse Republiek nr. 72 van 26 maart 2019- waarbij de betreffende voorziening is uitgebreid tot gezochte personen tegen wie een procedure loopt voor de uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel) dat de geconsolideerde wet inzake gerechtskosten bevat (artikelen 74 tot en met 145, met in de artikelen 74 tot en met 89 de algemene bepalingen en in de artikelen 119 tot en met 145 de bijzondere bepalingen betreffende rechtsbijstand in burgerrechtelijke, bestuursrechtelijke, boekhoudkundige en belastingrechtelijke procedures).

De honoraria van advocaten in burgerrechtelijke, handelsrechtelijke, bestuursrechtelijke en belastingrechtelijke zaken zijn geregeld bij Wet nr. 794 van 13 juni 1942, zoals later gewijzigd; de honoraria voor afzonderlijke gerechtelijke verrichtingen worden berekend op basis van de tabel die is goedgekeurd bij Ministerieel Besluit nr. 585 van 1994.

(Proceskosten) – De “kosten”, in brede zin, van een burgerrechtelijke of handelsrechtelijke procedure omvatten zowel de proceskosten als de kosten en honoraria die zijn verbonden aan de verdediging in rechte.
De proceskosten bestaan uit een standaardbijdrage voor het op de rol plaatsen van de zaak en andere kosten die eventueel in rekening kunnen worden gebracht (bijvoorbeeld expertisekosten of tarieven voor het kopiëren van stukken).

De standaardbijdrage zoals bedoeld in Geconsolideerde Tekst nr. 115 van 2002 is verschuldigd voor procedures op elk niveau, met inbegrip van faillissementsprocedures en procedures in kort geding, met uitzondering van de gevallen waarvoor een wettelijke vrijstelling geldt.

De standaardbijdrage geldt niet voor procedures met betrekking tot het gezin en de burgerlijke staat van personen zoals bedoeld in boek IV van het Italiaanse wetboek van burgerlijke rechtsvordering (codice di procedura civile) (scheiding van tafel en bed, bijvoorbeeld de bepalingen met betrekking tot minderjarigen; vermogensrechtelijke betrekkingen tussen de echtgenoten, de erkenning van de vluchtelingenstatus); conservatoire maatregelen (bijvoorbeeld beslaglegging om vorderingen zeker te stellen); procedures inzake onroerende zaken en procedures om overdracht en levering af te dwingen; procedures betreffende de bijdrage aan het onderhoud van de kinderen en, in elk geval, alle procedures met betrekking tot kinderen (bijvoorbeeld procedures over het ouderlijk gezag) en de regelgeving inzake bevoegdheid en rechtsmacht.

De partijen moeten in de conclusies van het stuk dat het geding inleidt, een verklaring opnemen met de redenen voor vrijstelling.

De standaardbijdrage hoeft niet te worden betaald in het geval van een burgerlijke vordering tot schadevergoeding in het kader van een strafproces, wanneer alleen een principiële veroordeling van de dader wordt gevraagd. Als veroordeling tot betaling van een bedrag als schadevergoeding wordt gevraagd, ook bij wijze van voorlopige voorziening, is de bijdrage verschuldigd als het verzoek wordt toegewezen. De bijdrage varieert naargelang van de aard en de waarde van de zaak tussen een minimumbedrag van 62 EUR en een maximumbedrag van 930 EUR.

(Betalingsverplichting) – Elke partij voldoet de kosten in verband met de door haar ingediende of gevraagde processtukken en betaalt vooraf voor de stukken die noodzakelijk zijn voor de procedure, wanneer de wet of de rechter dit van haar verlangt (bijvoorbeeld expertisekosten). Als de partij rechtsbijstand krijgt toegekend, zijn deze kosten voor rekening van de staat.
De standaardbijdrage moet worden voldaan door de partij die het stuk dat het geding heeft ingeleid, heeft ingediend, of die in de tenuitvoerleggingsprocedure een verzoek om overdracht of verkoop indient.

De waarde van de zaak staat in de conclusies van het stuk dat het geding inleidt. Als een partij het verzoekschrift wijzigt, een reconventionele vordering instelt of zelfstandig stappen onderneemt en daarmee de waarde van de zaak verhoogt, moet zij een aanvullende bijdrage betalen.

(Criterium voor toerekening van de kosten) – Volgens het algemene beginsel van artikel 91 van het Italiaanse wetboek van burgerlijke rechtsvordering veroordeelt de rechter in het vonnis waarmee het geding wordt afgesloten, de in het ongelijk gestelde partij tot vergoeding van de proceskosten aan de in het gelijk gestelde partij.
De toerekening van de proceskosten valt onder de discretionaire bevoegdheid van de rechter, die eveneens de gedeeltelijke of volledige vergoeding kan gelasten, rekening houdend met de algemene uitkomst van het geschil. De rechter moet in aanmerking nemen in hoeverre de vordering in haar geheel gegrond is. De beslissing kan worden aangevochten.

De in het ongelijk gestelde partij moet de kosten en de honoraria van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij vergoeden, evenals de bedragen die zijn betaald als vergoeding voor de door de rechtbank en de partijen aangestelde deskundigen, zoals berekend door de rechter. Bovendien moet de in het ongelijk gestelde partij de overige kosten betalen die verband houden met de verrichting van de proceshandelingen en waarvan het bedrag wordt berekend door de griffier, evenals de kosten van betekening van het vonnis.

2 Wat is precies rechtsbijstand?

In het Italiaanse rechtsstelsel houdt de “patrocinio a spese dello Stato” (rechtsbijstand) voor de verdediging van burgers met beperkte middelen van wie de vorderingen niet kennelijk ongegrond zijn, – met wie worden gelijkgesteld staatlozen en buitenlanders die legaal op het nationale grondgebied verblijven op het moment dat de situatie of de feiten waarop het proces betrekking heeft, plaatsvind(t)(en) (artikel 119 van Presidentieel Besluit nr. 115/2002) – in dat zij worden vrijgesteld van de betaling van bepaalde kosten (de ingehouden kosten ten laste van de staat) en dat het bedrag van andere kosten vooraf wordt betaald door de staat.

Wanneer er rechtsbijstand wordt toegekend, hoeven bepaalde kosten niet te worden voldaan en worden andere kosten vooraf betaald door de staat. In het eerste geval gaat het om de standaardbijdrage, forfaitaire kosten voor ambtshalve betekeningen, bepaalde rechten (registratie-, hypotheek- en kadasterrechten) en kopieerkosten.

Vooraf betaald door de staat worden:

  1. honoraria en kosten die verschuldigd zijn aan de advocaat;
  2. vergoedingen en reiskosten voor rechters, ambtenaren en gerechtsdeurwaarders voor de verrichting van handelingen buiten de rechtbank waar het proces plaatsvindt;
  3. vergoedingen en reiskostenvergoedingen voor getuigen, personen die de rechter bijstaan en deskundigen van de partijen, evenals de kosten die laatstgenoemden hebben gemaakt voor de uitvoering van hun taak;
  4. de kosten van de publicatie van de door de rechter getroffen maatregelen;
  5. de kosten van ambtshalve betekeningen;
  6. kinderopvangkosten.

De staat kan een regresvordering instellen en als hij de verschuldigde bedragen niet terugkrijgt van de in het ongelijk gestelde partij, kan hij zich in de volgende gevallen wenden tot de partij aan wie rechtsbijstand is toegekend:

  1. wanneer laatstgenoemde partij, omdat zij in het gelijk is gesteld of omdat het geschil is beslecht, ten minste zesmaal het bedrag van de gemaakte kosten heeft ontvangen of
  2. wanneer de zaak wordt ingetrokken of beëindigd.

Er zijn bijzondere bepalingen om vergoeding te waarborgen in het geval dat de zaak wordt doorgehaald of vervalt als gevolg van inactiviteit van de partijen of niet-naleving van de wettelijke voorschriften.

3 Kom ik in aanmerking voor rechtsbijstand?

Rechtsbijstand wordt toegekend in burgerrechtelijke procedures en procedures in kort geding (bijvoorbeeld scheiding van tafel en bed, voogdij over kinderen of procedures over het ouderlijk gezag) voor de verdediging van burgers met beperkte middelen, wanneer hun vorderingen niet kennelijk ongegrond schijnen.

Staatlozen en buitenlanders die legaal in Italië verblijven worden gelijkgesteld met Italiaanse burgers, mits er sprake is van legaal verblijf vóór het ontstaan van de situatie of de feiten waarop het proces betrekking heeft. Rechtsbijstand kan ook worden toegekend aan organisaties en verenigingen zonder winstoogmerk die geen economische activiteiten uitoefenen: dit geldt dus niet alleen voor rechtspersonen die liefdadigheidsactiviteiten verrichten of onderwijs verstrekken aan armen en die al in aanmerking komen uit hoofde van Wet nr. 217/90, maar ook voor verenigingen van consumenten en gebruikers die op de in artikel 5 van Wet nr. 281/98 bedoelde lijst staan.

Overeenkomstig artikel 76 van Presidentieel Besluit nr. 115/2002 kan eenieder die volgens de laatste aangifte een belastbaar jaarinkomen van ten hoogste 11 493,82 EUR heeft, in aanmerking komen voor rechtsbijstand (Ministerieel Besluit van 16 januari 2018, Staatsblad van de Italiaanse Republiek nr. 49 van 28 februari 2018).

Het inkomensplafond wordt om de twee jaar aangepast bij uitvoeringsbesluit van het ministerie van Justitie in samenspraak met het ministerie van Economische Zaken en Financiën (artikel 77 van Presidentieel Besluit nr. 115/2002), op basis van de verandering van de consumentenprijsindex voor huishoudens van arbeiders of bedienden, die door ISTAT wordt berekend over de twee voorgaande jaren.

Als de betrokkene samenwoont met zijn of haar echtgeno(o)t(e), geregistreerde partner of andere gezinsleden, bestaat het inkomen uit de som van de in de loop van diezelfde periode ontvangen inkomens van alle leden van het gezin, met inbegrip van de verzoeker.

Als de inkomens van de personen die met de verzoeker samenwonen, aan zijn of haar inkomen moeten worden toegevoegd, wordt in het geval van een strafproces het inkomensplafond verhoogd met 1 032,91 EUR voor elk gezinslid dat met hem of haar samenwoont.

Er zij op gewezen dat bij de berekening van het in artikel 76 bedoelde bedrag, ook de echtscheidingstoelage (assegno divorzile) die de verzoeker ontvangt, in aanmerking moet worden genomen, tenzij deze in de vorm van een eenmalige uitkering is betaald.

Voor de toekenning van rechtsbijstand wordt ook rekening gehouden met inkomsten uit illegale activiteiten, met dien verstande dat het inkomensonderzoek niet op automatische procedures mag worden gebaseerd maar een specifieke beoordeling van het concrete geval vereist, hetgeen hoe dan ook uitsluit dat een niet-onherroepelijke beslissing in aanmerking wordt genomen, want dat zou afbreuk doen aan het vermoeden van onschuld. Het is dus onwettig om de toekenning van rechtsbijstand te weigeren op basis van een niet-definitieve veroordeling waaruit het bestaan van inkomsten uit illegale activiteiten kan worden afgeleid (Hof van Cassatie, strafkamer, sectie IV, nr. 18591 van 20 februari 2013).

Uitzondering: wanneer persoonlijkheidsrechten in het geding zijn of wanneer in de rechtszaak de belangen van de verzoeker in strijd zijn met de belangen van andere gezinsleden die met hem of haar samenwonen, worden alleen de persoonlijke inkomsten in aanmerking genomen.

De toekenning van rechtsbijstand geldt voor alle gerechtelijke niveaus en alle fasen van de procedure, maar in burgerrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken – anders dan in strafzaken – kan een ontvanger van rechtsbijstand die in het ongelijk wordt gesteld, geen gebruikmaken van deze bijstand om beroep aan te tekenen maar moet hij of zij daartoe een nieuw verzoek indienen.

Bovendien betekent de toekenning van de bijstand in een burgerrechtelijke procedure niet dat de staat de kosten voor zijn rekening neemt die de ontvanger van rechtsbijstand moet betalen aan de in het gelijk gestelde partij in het geval van een veroordeling in de kosten. De rechtsbijstand betreft immers uitsluitend de honoraria en kosten die verschuldigd zijn aan de advocaat van de partij die bijstand ontvangt. De staat verbindt zich ertoe deze kosten voor te schieten in de plaats van deze partij, gelet op de precaire economische situatie van deze partij en het feit dat de betreffende vorderingen niet kennelijk ongegrond zijn (zie Hof van Cassatie, burgerlijke kamer, nr. 10053 van 2012).

Specifieke gevallen

In afwijking van het in artikel 76, lid 1, van Presidentieel Besluit nr. 115/2002 vastgestelde inkomensplafond, kan er in bepaalde gevallen ook rechtsbijstand worden toegekend aan de volgende personen:

  1. personen die het slachtoffer zijn van de strafbare feiten bedoeld in de artikelen 572, 583 bis, 609 bis, 609 quater, 609 octies en 612 bis, alsmede, als de feiten zijn gepleegd tegen minderjarigen, personen die het slachtoffer zijn van de strafbare feiten bedoeld in de artikelen 600, 600 bis, 600 ter, 600 quinquies, 601, 602, 609 quinquies en 609 undecies van het Italiaanse wetboek van strafrecht (codice penale), kunnen in aanmerking komen voor rechtsbijstand, ook in afwijking van het in de wet vastgestelde inkomensplafond (artikel 76, lid 4 ter);
  2. een niet-begeleide buitenlandse minderjarige die in welke hoedanigheid dan ook bij een gerechtelijke procedure betrokken is, heeft het recht om geïnformeerd te worden over de mogelijkheid om een advocaat van zijn of haar keuze aan te wijzen, al dan niet via de aangewezen voogd of de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent (artikel 3, lid 1, van Wet nr. 184 van 4 mei 1983, zoals nadien gewijzigd), en op basis van de geldende regelgeving rechtsbijstand te ontvangen voor alle gerechtelijke niveaus en alle fasen van de procedure (artikel 76, lid 4 quater);
  3. minderjarige kinderen of financieel afhankelijke meerderjarige kinderen die een ouder hebben verloren als gevolg van een moord op deze ouder door de echtgeno(o)t(e) (ook indien gescheiden van tafel en bed of uit de echt gescheiden), door de andere partner in een geregistreerd partnerschap (ook indien dit is beëindigd) of door de persoon die met die ouder verbonden is of is geweest door een affectieve band of een stabiele samenwoning, kunnen in aanmerking komen voor rechtsbijstand, zelfs in afwijking van het geldende inkomensplafond, door deze mogelijkheid in afwijking toe te passen op het betreffende strafproces en op alle burgerrechtelijke procedures naar aanleiding van het misdrijf, met inbegrip van gedwongen tenuitvoerlegging (artikel 76, lid 4 quater);
  4. slachtoffers van terroristische daden en moordpartijen van terroristische aard of overlevenden (artikel 10, lid 1, van Wet nr. 206/2004).

4 Kan rechtsbijstand worden verleend voor alle soorten procedures?

Zoals hierboven vermeld wordt rechtsbijstand toegekend in burgerrechtelijke procedures en procedures in kort geding (bijvoorbeeld scheiding van tafel en bed, voogdij over kinderen of procedures over het ouderlijk gezag) voor de verdediging van burgers met beperkte middelen, wanneer hun vorderingen niet kennelijk ongegrond lijken te zijn.

Er zijn subjectieve redenen voor uitsluiting van deze bijstand:

  • de verzoeker is bij onherroepelijk vonnis veroordeeld voor strafbare feiten in verband met inkomstenbelastingfraude en btw-fraude;
  • de verzoeker wordt bijgestaan door meerdere advocaten, behalve wanneer een advocaat is aangewezen voor deelname aan een strafproces op afstand, in gevallen waarin Wet nr. 11/1998 geldt.

In sommige van de volgende gevallen daarentegen, die afwijken van de voorgaande, kan worden aangenomen dat de verzoeker over voldoende middelen beschikt:

  • in zaken in verband met de cessie van schuldvorderingen en andere rechten van derden (behalve als de cessie is uitgevoerd door betaling van de schuldvorderingen of om reeds bestaande redenen);
  • in gevallen van onherroepelijke veroordeling voor de strafbare feiten bedoeld in artikel 416 bis van het wetboek van strafrecht en artikel 291 quater van de geconsolideerde tekst bedoeld in Presidentieel Besluit nr. 43 van 23 januari 1973, uitsluitend in geval van verzwarende omstandigheden overeenkomstig artikel 80 en artikel 74, lid 1, van de geconsolideerde tekst bedoeld in Presidentieel Besluit nr. 309 van 9 oktober 1990, alsmede voor strafbare feiten die zijn gepleegd onder de omstandigheden bedoeld in het voornoemde artikel 416 bis of om de activiteiten van de in dit artikel bedoelde verenigingen te faciliteren, worden de inkomsten geacht het vastgestelde plafond te overschrijden. Tegenbewijs is evenwel toegestaan (arrest nr. 139 van 2010 van het Constitutioneel Hof).

5 Bestaat er een specifieke procedure voor spoedeisende gevallen?

Er bestaat geen speciale procedure voor noodgevallen. Er zij echter op gewezen dat de orde van advocaten op grond van artikel 126 van de geconsolideerde tekst, binnen tien dagen na indiening of ontvangst van het verzoek, als aan de voorwaarden is voldaan, de betrokkene vooraf en voorlopig rechtsbijstand kan toekennen.

6 Waar kan ik een verzoekformulier voor rechtsbijstand verkrijgen?

In burgerrechtelijke procedures moet het verzoek om rechtsbijstand, opgesteld op de wijze en met de inhoud zoals bedoeld in de artikelen 79 en 122 van de geconsolideerde tekst, worden ingediend bij dan wel per aangetekende brief worden verzonden aan de orde van advocaten, uitsluitend door de betrokkene of zijn of haar advocaat.

Omdat niet wordt gespecificeerd of de aangetekende brief moet worden verzonden met ontvangstbevestiging, wordt dit niet beschouwd als een voorwaarde voor ontvankelijkheid maar als een mogelijkheid die aan de keuze van de betrokkene wordt overgelaten.

De formulieren voor een verzoek om rechtsbijstand zijn beschikbaar bij de secretariaten van de orde van advocaten.

Verzoeken om rechtsbijstand in burgerrechtelijke zaken moeten worden ingediend bij het secretariaat van de orde van advocaten dat bevoegd is voor:

  • de plaats waar de rechter is gevestigd voor wie de zaak dient;
  • de plaats waar de rechter is gevestigd die bevoegd is om de zaak ten gronde te behandelen, als de zaak nog niet aanhangig is;
  • de plaats waar de rechter is gevestigd die de aangevochten beslissing heeft gegeven, voor beroepen in cassatie, bij de Raad van State (Consiglio di Stato) en bij de Rekenkamer (Corte dei Conti).

Een verzoek op grond van artikel 78 van Presidentieel Besluit nr. 115/2002 is alleen ontvankelijk als het door de betrokkene is ondertekend. De handtekening moet worden geauthenticeerd door de advocaat of op de wijze zoals bedoeld in artikel 38, lid 3, van Presidentieel Besluit nr. 445 van 28 december 2000.

7 Welke documenten moet ik bij mijn verzoek om rechtsbijstand voegen?

Het door de betrokkene ondertekende verzoek moet worden ingediend op ongezegeld papier en moet de volgende elementen bevatten (artikel 79 van het voornoemde presidentieel besluit):

  • het verzoek om rechtsbijstand;
  • de identiteit, zoals ingeschreven bij de burgerlijke stand, en het fiscaal identificatienummer van de verzoeker en de leden van zijn of haar gezin;
  • een aangifte betreffende de in het jaar voorafgaand aan het verzoek ontvangen inkomsten (verklaring op erewoord);
  • de verbintenis om eventuele schommelingen in het inkomen door te geven, als deze relevant zijn om in aanmerking te komen voor de bijstand;
  • als de zaak al aanhangig is:
  • de datum van de eerstvolgende zitting;
  • de identiteit en woonplaats van de wederpartij;
  • feitelijke en juridische elementen om te kunnen beoordelen of de door de betrokkene gemaakte aanspraak gegrond is;
  • bewijzen (documenten, contacten, getuigen, deskundigen enz. in kopie bij te voegen).

8 Waar moet ik mijn verzoek om rechtsbijstand indienen?

Zoals hierboven uiteengezet, moeten verzoeken om rechtsbijstand in burgerrechtelijke zaken worden ingediend bij het secretariaat van de orde van advocaten dat bevoegd is voor:

  • de plaats waar de rechter is gevestigd voor wie de zaak dient;
  • de plaats waar de rechter is gevestigd die bevoegd is om de zaak ten gronde te behandelen, als de zaak nog niet aanhangig is;
  • de plaats waar de rechter is gevestigd die de aangevochten beslissing heeft gegeven, voor beroepen in cassatie, bij de Raad van State en bij de Rekenkamer.

Voor strafprocessen moeten verzoeken worden ingediend bij de rechter voor wie de zaak dient, met dien verstande dat, als de zaak aanhangig is bij het Hof van Cassatie, de rechter die het aangevochten vonnis heeft gewezen, bevoegd is (artikelen 93 en 96 van het voornoemde presidentieel besluit).

Het verzoek moet door de betrokkene of zijn of haar advocaat worden ingediend bij de griffie van de bevoegde rechter of kan per aangetekende brief aan diezelfde griffie worden toegezonden.

Als de verzoeker zich in detentie of gevangenschap bevindt, kan het verzoek in ontvangst worden genomen door de directeur van de penitentiaire inrichting of een ambtenaar van de gerechtelijke politie.

De mogelijkheid om verzoeken tijdens de rechtszitting in te dienen, is vervallen.

9 Hoe kom ik te weten of ik al dan niet in aanmerking kom voor rechtsbijstand?

De betrokkene en de rechter ontvangen een kopie van de akte waarbij de orde van advocaten het verzoek toewijst, afwijst of niet-ontvankelijk verklaart.

Na indiening van het verzoek zal de orde van advocaten:

  • beoordelen of de aanspraak op rechtsbijstand gegrond is en bepalen of is voldaan aan de voorwaarden om in aanmerking te komen;
  • binnen tien dagen een van de volgende beslissingen geven:
    • toewijzing van het verzoek,
    • niet-ontvankelijkheid van het verzoek,
    • afwijzing van het verzoek;
  • een kopie van de beslissing doen toekomen aan de betrokkene, het bevoegde gerecht en de belastingdienst ter verificatie van de opgegeven inkomsten.

Als de orde van advocaten het verzoek afwijst of niet-ontvankelijk verklaart, kan het worden voorgelegd aan de bevoegde rechter, die dan een beslissing neemt in de vorm van een bevel. De termijn is indicatief.

Als de verificatie is verricht, geeft de rechter een met redenen omklede beslissing waarbij het verzoek niet-ontvankelijk wordt verklaard, wordt toegewezen of wordt afgewezen.

Zodra deze beslissing is neergelegd, stelt de griffie de betrokkene ervan in kennis.

In het strafrecht moet de rechter evenwel binnen tien dagen handelen nadat het verzoek is ingediend of ontvangen.

10 Wat moet ik doen als ik in aanmerking kom voor rechtsbijstand?

-

11 Wie kiest mijn advocaat als ik in aanmerking kom voor rechtsbijstand?

Elke persoon die rechtsbijstand krijgt toegekend, kan een advocaat kiezen die voorkomt op de lijsten van rechtsbijstandsadvocaten die zijn opgesteld door de ordes van advocaten van het rechtsgebied van het Hof van Beroep waar de rechter die bevoegd is om de zaak ten gronde te behandelen, of de rechter voor wie de zaak dient, is gevestigd.

Ook kan elke persoon die rechtsbijstand krijgt toegekend, in door de wet bepaalde gevallen een deskundige aanstellen.

Voor het Hof van Cassatie wordt de advocaat gekozen uit de lijsten die zijn opgesteld door de ordes van advocaten van het rechtsgebied van het Hof van Beroep van de plaats waar de rechter die de aangevochten beslissing heeft gegeven, is gevestigd.

Op de lijst van rechtsbijstandsadvocaten staan beroepsbeoefenaren die hierom hebben verzocht en die voldoen aan de noodzakelijke voorwaarden op het vlak van verdediging.

De orde van advocaten beslist op basis van de volgende voorwaarden of personen op de lijst worden geplaatst: de betrokkene is geschikt, heeft ten minste zes jaar beroepservaring en heeft geen tuchtmaatregelen opgelegd gekregen.

De plaatsing op de lijst kan op elk moment ongedaan worden gemaakt, wordt elk jaar vernieuwd en wordt bekendgemaakt bij alle gerechtelijke diensten van het rechtsgebied.

De advocaat van de partij aan wie rechtsbijstand is toegekend, moet om een vervallenverklaring vragen wanneer de zaak wordt doorgehaald als gevolg van inactiviteit van de partijen (artikel 309 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Niet-naleving van deze verplichting leidt tot tuchtmaatregelen.

12 Als ik in aanmerking kom voor rechtsbijstand, worden dan al mijn proceskosten betaald?

Ontvangers van rechtsbijstand (artikel 107 van het voornoemde presidentieel besluit) worden van de betaling van bepaalde kosten vrijgesteld, terwijl andere kosten vooraf worden betaald door de staat, overeenkomstig artikel 131 van Presidentieel Besluit nr. 115/2002. De rechtsbijstand bestrijkt alle door de wet bepaalde proceskosten, met inbegrip van de aanwijzing van een deskundige door de partijen. De kosten van een buitengerechtelijke expertise zijn er daarentegen van uitgesloten.

De honoraria en kosten van de advocaat worden berekend door de rechter aan het eind van elk stadium of niveau van de procedure en in elk geval aan het einde van de opdracht.

Voor personen die de rechter bijstaan en deskundigen van de partijen kunnen eveneens kosten en honoraria worden berekend.

De ontvanger van rechtsbijstand en de betrokken partijen, met inbegrip van het openbaar ministerie, worden op de hoogte gebracht van de betalingsopdracht en kunnen deze aanvechten.

De advocaat, de persoon die de rechter bijstaat, en de deskundige van de partijen mogen van hun cliënt geen verdere beloningen of vergoedingen vragen of ontvangen dan die waarin de wet voorziet. Elke tegengestelde overeenkomst is nietig en overtreding van dit verbod vormt een ernstige disciplinaire fout.

In het geval van burgerrechtelijke stappen in het kader van een strafproces worden de proceskosten geregeld door artikel 108 van de geconsolideerde tekst, maar de toekenning van rechtsbijstand heeft in wezen dezelfde gevolgen als die waarin de algemene bepalingen voorzien.

13 Wie betaalt de overige kosten als ik slechts recht heb op beperkte rechtsbijstand?

De bepalingen inzake rechtsbijstand voorzien niet in gedeeltelijke bijstand.

14 Omvat rechtsbijstand ook de kosten van beroepsprocedures?

Rechtsbijstand bestrijkt alle gerechtelijke niveaus en alle fasen van de procedure, evenals alle eventuele afgeleide en samenhangende procedures (bijvoorbeeld de tenuitvoerlegging).

Een rechtsbijstand ontvangende partij die in het ongelijk wordt gesteld kan echter geen gebruikmaken van rechtsbijstand om beroep in te stellen, behalve in het geval van een vordering tot schadevergoeding in het kader van een strafproces.

15 Als ik in aanmerking kom voor rechtsbijstand, kan die dan worden ingetrokken in de loop van het proces (of zelfs na het proces)?

Als er in de loop van de procedure veranderingen optreden in de inkomensvoorwaarden om in aanmerking te komen voor rechtsbijstand, trekt de bevoegde rechter de beslissing waarbij de bijstand werd toegekend in.
De bevoegde rechter kan de bijstand ook op elk moment intrekken als blijkt dat niet aan de voorwaarden voor toekenning is voldaan of dat de betrokkene heeft gehandeld of zich heeft verweerd op een wijze die blijkt geeft van kwade trouw of grove nalatigheid.

De intrekking gaat in op de datum waarop de verandering in de inkomsten wordt geconstateerd, terwijl zij in andere gevallen met terugwerkende kracht geldt en leidt tot terugvordering van de door de staat betaalde bedragen.

Als het financieel bureau ontdekt dat er valse verklaringen zijn afgelegd, verzoekt het om intrekking van de rechtsbijstand en draagt het de verkregen stukken over aan de bevoegde procureur van de Republiek met het oog op de eventuele inleiding van een strafprocedure.

In de loop van de procedure kunnen op verzoek van de gerechtelijke autoriteiten of op initiatief van de financiële bureaus controles worden uitgevoerd of er nog altijd aan de voorwaarden voor rechtsbijstand is voldaan.

Op valse verklaringen met betrekking tot het bedrag aan ontvangen inkomsten staat een gevangenisstraf van vijf jaar en een boete van 309,87 tot 1 549,37 EUR. De straf wordt verhoogd als deze valse verklaringen tot toekenning of behoud van rechtsbijstand hebben geleid.

Bij een veroordeling wordt de rechtsbijstand met terugwerkende kracht ingetrokken en worden de door de staat betaalde bedragen bij de verantwoordelijke persoon teruggevorderd (zie artikel 136 van het voornoemde presidentieel besluit).

16 Kan ik een weigering om rechtsbijstand te verlenen, aanvechten?

Als de bevoegde orde van advocaten het verzoek om rechtsbijstand afwijst of niet-ontvankelijk verklaart, kan de betrokkene het verzoek hernieuwen bij de bevoegde rechter, die dan een beslissing neemt in de vorm van een bevel.

In strafzaken daarentegen bepaalt artikel 99 van het presidentieel besluit dat de betrokkene of zijn of haar advocaat binnen twintig dagen na de kennisgeving van de negatieve uitkomst van het verzoek beroep kunnen instellen bij de president van het gerecht of de president van het hof van beroep waartoe de magistraat die het verzoek heeft afgewezen, behoort.

Laatste update: 06/12/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.