Op deze pagina vindt u indicatieve informatie over de procedurekosten in Schotland.
Er is geen regeling voor de vergoedingen die juridische beroepsbeoefenaars bij hun cliënten in rekening brengen. Er is echter wel een regeling voor de vergoedingen die kunnen worden verhaald door de partij die in het gelijk wordt gesteld.
Er is geen regeling voor de vergoedingen van solicitors in Schotland. De vergoedingen zijn afhankelijk van allerlei verschillende factoren met betrekking tot de specifieke zaak.
Er is geen regeling voor de vergoedingen van advocates in Schotland. De vergoedingen zijn afhankelijk van allerlei verschillende factoren met betrekking tot de specifieke zaak.
De vaste kosten in Schotland zijn afhankelijk van het type procedure en van de rechterlijke instantie waaraan deze in eerste aanleg wordt voorgelegd. Op verschillende momenten in een procedure moeten vaste kosten worden betaald:
De vergoedingen voor elk type handeling zijn vastgesteld in de Scottish Statutory Instruments en worden aangeduid als Fee Orders (tariefbeschikkingen). In civiele procedures zijn de Sheriff Court Fees Order 1997 en de Court of Session Fees Order 1997 van belang. Deze beschikkingen zijn vanwege tariefstijgingen vervolgens gewijzigd bij een groot aantal tariefwijzigingsbeschikkingen. Meer informatie over tariefbeschikkingen en wijzigingen daarvan in Schotland is te vinden op de website van de Scottish Court Service.
In Schotland kan een echtscheidingsverzoek/verzoek om ontbinding van een burgerlijk partnerschap bij het Sheriff Court of het Court of Session worden ingediend via:
De vergoeding voor het indienen van een verzoekschrift voor een vereenvoudigde echtscheiding/ontbinding van een burgerlijk partnerschap in het Sheriff Court is momenteel 95 GBP; in het Court of Session bedraagt dit tarief momenteel 105 GBP. Er worden aanvullende kosten in rekening gebracht als de sheriff officer de echtscheidingspapieren aan de gedaagde moet betekenen. In het Sheriff Court en het Court of Session bedraagt het tarief voor deze dienst 10 GBP, plus een aparte vergoeding die in rekening wordt gebracht door de sheriff officer.
In het geval van een niet-vereenvoudigde echtscheiding/ontbinding van een burgerlijk partnerschap wordt dit tarief in rekening gebracht door middel van een dagvaarding (initial writ) in het Sheriff Court. Het tarief voor een dagvaarding in een procedure inzake een echtscheiding of ontbinding van een burgerlijk partnerschap bedraagt momenteel 125 GBP. In dergelijke procedures kan het Sheriff Court niet verzorgen dat de dagvaarding aan de verweerder wordt betekend. Derhalve dient de eiser (indiener van het verzoekschrift) aparte vergoedingen voor het betekenen van documenten aan een solicitor of een sheriff officer te betalen. Op verschillende momenten dienen aanvullende tarieven te worden betaald, afhankelijk van hoe de zaak verloopt (zie hierboven). Zelfs indien er geen verweer wordt gevoerd, dient er minimaal een aanvullende vergoeding te worden betaald voor het indienen van een minute for decree (verzoekschrift om een vonnis) van momenteel 55 GBP. In het Court of Session bedraagt het tarief voor het indienen van een dagvaarding voor echtscheiding/ontbinding van het burgerlijk partnerschap 140 GBP.
In zaken die familierecht betreffen is de hoogte van de vergoeding afhankelijk van de afweging of het verzoek om toewijzing van de voogdij en kinderalimentatie wordt gedaan in aanvulling op een echtscheidingsverzoek/verzoek om ontbinding van een burgerlijk partnerschap. Als er ook een verzoek om echtscheiding/ontbinding van het burgerlijk partnerschap is, zijn de tarieven van kracht die voor een niet-vereenvoudigde echtscheiding gelden.
Indien er geen echtscheidingsverzoek is, dient er een vergoeding te worden betaald voor het indienen van een dagvaarding; deze bedraagt momenteel 80 GBP. Er kunnen op verschillende momenten aanvullende tarieven in rekening worden gebracht, afhankelijk van hoe de zaak verloopt.
In het Court of Session is het desbetreffende tarief 140 GBP; wederom kunnen er op verschillende momenten aanvullende tarieven in rekening worden gebracht, afhankelijk van hoe de zaak verloopt (zie hierboven).
In handelsrechtelijke zaken is de hoogte van de vergoeding afhankelijk van de gevraagde voorziening en de regels van de rechterlijke instantie waar de eiser (de persoon die de vordering instelt) de vordering instelt.
Als de eiser bijvoorbeeld in staat is de vordering bij het Sheriff Court in te stellen onder de regels voor ‘small claims’ (geringe vorderingen) en een bedrag vordert van minder dan 3 000 GBP, dan is het tarief voor het indienen van de dagvaarding momenteel 15 GBP voor een bedrag van maximaal 200 GBP en 65 GBP voor een bedrag tussen 200 GBP en 3 000 GBP. Er kunnen achteraf nog aanvullende gerechtskosten ontstaan. Als er bijvoorbeeld een dagvaarding aan de verweerder moet worden betekend door een sheriff officer, bedraagt het desbetreffende tarief momenteel 10 GBP plus het tarief dat de sheriff officer in rekening brengt. De sheriff clerk mag dit echter alleen maar verzorgen indien de eiser een natuurlijke persoon is. Overige partijen moeten het betekenen van de dagvaarding door een solicitor of sheriff officer zelf regelen en moeten daarvoor een aparte vergoeding betalen.
Indien de eiser erin slaagt de vordering in te stellen onder de regels voor ‘summary cause’-procedures en bijvoorbeeld een bedrag vordert van meer dan 3 000 GBP en maximaal 5 000 GBP, dan bedraagt het tarief voor het indienen van de dagvaarding momenteel 65 GBP. Ook nu kunnen er achteraf nog aanvullende vergoedingen verschuldigd zijn (zie hierboven). In dergelijke procedures kan de sheriff clerk niet verzorgen dat de dagvaarding aan de verweerder wordt betekend; de partij moet derhalve zelf betekening door een solicitor of een sheriff officer regelen. Er moet dan een aparte vergoeding worden betaald.
Indien de eiser erin slaagt de vordering onder de regels voor ‘ordinary causes’ (gewone vorderingen) in te stellen, bijvoorbeeld als de eiser een bedrag van meer dan 5 000 GBP vordert of indien hoofdstuk 40 van de regels (handelsrechtelijke procedures) van toepassing is, bedraagt het tarief voor het indienen van de dagvaarding momenteel 80 GBP en kunnen er achteraf nog aanvullende vergoedingen verschuldigd zijn (zie hierboven).
Indien de vordering moet worden ingesteld bij het Court of Session bedraagt het gedinginleidende tarief 180 GBP. Er kunnen echter achteraf nog aanvullende vergoedingen verschuldigd zijn (zie hierboven).
Het gedinginleidende tarief moet worden betaald op het moment van aanvang van de procedure door het indienen van het gedinginleidende document bij de rechtbank. In het geval van betekening door een sheriff officer (d.w.z. in procedures voor geringe vorderingen waarbij de eiser een natuurlijke persoon is en in vereenvoudigde echtscheidingsverzoeken/verzoeken om het ontbinden van het burgerlijk partnerschap) dient de vergoeding van 10 GBP te worden betaald op het moment dat om de dienst wordt verzocht. De vergoeding voor de sheriff officer moet op verzoek van de sheriff clerk/clerk of session worden betaald na ontvangst van de declaratie van de sheriff officer. Er moeten nog andere vergoedingen worden betaald: bij het indienen van aanvullende stukken, bij het vaststellen van een terechtzitting, voor het gebruik van tijd van de rechtbank tijdens een terechtzitting (tegen een dagelijks tarief), voor het indienen van kostenstaten voor het vaststellen van kosten en bij het aantekenen van beroep.
Geen. Een beschuldigde heeft recht op rechtsbijstand om zich in de strafrechtelijke procedure te verdedigen indien hij of zij aan de financiële voorwaarden voldoet.
Mensenrechtenkwesties kunnen als onderdeel van alle civiele procedures worden voorgelegd. De desbetreffende vergoeding is daarom afhankelijk van welk type vordering wordt ingediend en welk type beschikking wordt gevraagd.
In al deze procedures kunnen op diverse momenten aanvullende tarieven in rekening worden gebracht, afhankelijk van hoe de zaak verloopt (zie hierboven).
In grondwettelijke procedures moet er een gedinginleidende vergoeding worden betaald als: de gedinginleidende stukken bij de rechter worden ingediend, als er aanvullende stukken worden ingediend, bij het vaststellen van een terechtzitting, voor het gebruik van tijd van de rechtbank tijdens een terechtzitting (tegen een dagelijks tarief), voor het indienen van kostenstaten voor het vaststellen van kosten en als beroep wordt aangetekend.
Solicitors zijn verplicht hun cliënten informatie te geven over de vergoedingen die zij in rekening gaan brengen. Het is raadzaam dat een solicitor informatie verstrekt over de kans van slagen en de desbetreffende kosten. Volgens de ‘Standards of Conduct for Scottish Solicitors’ (gedragsnormen voor Schotse solicitors) dienen solicitors duidelijk en effectief met hun cliënten te communiceren.
Beperkte informatie over gerechtskosten is te vinden op de website van de Scottish Court Service.
De Scottish Law Directory (Juridische gids van Schotland), die jaarlijks wordt uitgegeven door Lexis/Nexis Butterworths, bevat ook een supplement over vergoedingen.
Alle informatie is in het Engels beschikbaar.
De Scottish Court Service biedt ook informatie over procedures via de niet-Engelstalige opties op de website van de Scottish Court Service.
Hier staan ook documenten en folders die vertaald zijn in het Gaelic, Kantonees, Punjabi en Urdu.
Sinds 2004 staat er een ‘mediation-plattegrond’ op de website van het Scottish Mediation Network (SMN). De informatie is een aantal keren geactualiseerd. Dit is gedaan met financiële ondersteuning van de Schotse overheid. De link (Scottish Mediation Network) is opgenomen in een aantal folders en websites. Het kantoor van het SMN ontvangt ook telefonische vragen en zet het publiek op het spoor van de juiste mediationdiensten. Het Scottish Mediation Register heeft kwalificaties voor mediators opgesteld zodat partijen beter geïnformeerd zijn bij het selecteren van een mediator.
Informatie over Schotse procedurekosten omvat onder andere:
Informatie over het aantal eenvoudige voor de strafrechter behandelde procedures wordt door de Schotse overheid binnen zes maanden op haar website gepubliceerd. Zaken voor een strafrechtbank bestaan voor 95% uit eenvoudige strafprocedures. Er is geen informatie over de gemiddelde duur van zaken voor een civiele rechtbank. Zelfs binnen bepaalde soorten procedures is elk geval weer anders en kan de behandelingstijd verschillen. Een solicitor met ervaring met het soort procedure in kwestie kan u eventueel een raming geven van de gemiddelde duur ervan.
Er is geen gemiddeld kostencijfer beschikbaar, omdat elke zaak waarvoor verweer wordt gevoerd verschillend is. Een solicitor met ervaring met dit soort zaken kan u eventueel een kostenraming geven.
De gepubliceerde kosten zijn inclusief Schotse btw.
Indien van toepassing is het tarief 20 procent.
De financiële draagkracht voor civielrechtelijke rechtsbijstand wordt aan de hand van het besteedbare inkomen (wat de partij zich kan veroorloven) berekend op basis van een geleidelijk afnemend bijdrageregime (glijdende schaal). Momenteel is rechtsbijstand beschikbaar voor mensen met een besteedbaar inkomen van maximaal 25 450 GBP per jaar.
Bij plechtige procedures wordt gekeken of de persoon of zijn of haar naasten de kosten van het proces zonder overmatige ontberingen kunnen betalen. Hiervoor geldt geen inkomensdrempel op zich.
Bij eenvoudige procedures, waar volledige rechtsbijstand wordt aangevraagd nadat de beschuldigde heeft verklaard onschuldig te zijn, wordt dezelfde overweging toegepast. Ook hier geldt geen wettelijke inkomensdrempel.
De Legal Aid Board (raad voor rechtsbijstand) maakt de berekeningen. In de praktijk gaat de raad uit van een wekelijks equivalent van de huidige maximale inkomensgrens van 26 239 GBP (van kracht sinds 1 april 2011). Als gevolg hiervan is een weekbedrag van 245 GBP de vastgestelde grenswaarde voor de financiële draagkracht op basis van het besteedbare inkomen, na aftrek van de wekelijkse basisuitgaven en toelagen voor eventuele naasten die moeten worden onderhouden. Als het wekelijks besteedbare inkomen van een aanvrager meer bedraagt dan 245 GBP, wordt naar de aard van de zaak gekeken om te bepalen of voor de aanvrager overmatige ontberingen zouden ontstaan indien hij of zij de gerechtskosten zelf zou moeten betalen.
In andere eenvoudige strafzaken waarbij een cliënt verklaart schuldig te zijn of die zonder pleidooi worden voortgezet, kan een solicitor een cliënt in aanmerking laten komen voor ABWOR (bijstand in de vorm van vertegenwoordiging). In dergelijke gevallen geldt een maximaal besteedbaar inkomen van 245 GBP per week. Dit omvat inkomsten uit alle bronnen, met uitzondering van eventuele ‘passported benefits’ (indien een individu binnen een bepaalde categorie valt en derhalve automatisch een test van diens financiële middelen doorstaat) of niet in aanmerking genomen voordelen of uitkeringen, minus toelagen voor eventuele naasten die moeten worden onderhouden.
Er is geen volledige strafrechtelijke rechtsbijstand beschikbaar voor slachtoffers in strafzaken. Een solicitor kan advies en hulp verstrekken bij een strafzaak, maar de kosten van vertegenwoordiging worden niet door rechtsbijstand gedekt. In dergelijke gevallen geldt een maximaal besteedbaar inkomen van 245 GBP per week. Dit omvat inkomsten uit alle bronnen, met uitzondering van eventuele ‘passported benefits’ of niet in aanmerking genomen voordelen of uitkeringen, minus toelagen voor eventuele naasten die moeten worden onderhouden.
Om een vordering in te stellen naar aanleiding van een delict waarbij rechtsbijstand nodig is, zijn de inkomensgrenzen zoals beschreven is indien er sprake is van een maximaal besteedbaar inkomen van 26 239 GBP. Soms komen dergelijke vorderingen echter in aanmerking voor behandeling door de Criminal Injuries Compensation Authority (CICA) en de financiële middelen (indien van toepassing) afkomstig van Advice and Assistance (advies en hulp), waar andere draagkrachtgrenzen gelden voor civielrechtelijke rechtsbijstand.
Er is geen rechtsbijstand beschikbaar voor slachtoffers op strafrechtelijk gebied.
Waar civielrechtelijke rechtsbijstand wordt toegewezen, worden daaraan geen voorwaarden verbonden. De Legal Aid Board heeft de bevoegdheid om rechtsbijstand toe te wijzen naar merite van de omstandigheden van de zaak in kwestie.
Waar strafrechtelijke rechtsbijstand wordt toegewezen door de rechtbanken of de Legal Aid Board, worden daaraan geen voorwaarden verbonden.
In de volgende omstandigheden hoeven er geen gerechtskosten te worden betaald:
Aan schuldenaars in verband met procedures krachtens de Debtors (Scotland) Act 1987
Voor verzoekschriften of verweerschriften op verzoekschriften, die in de stukken worden opgenomen of mondeling worden ingediend ter terechtzitting, met als enige doel verdere procedurestappen in te leiden, waaronder begrepen:
Ook kunnen partijen in bepaalde gevallen worden vrijgesteld van de verplichting gerechtskosten te betalen indien:
Dit is afhankelijk van het type vordering dat wordt ingediend. De procesregels zijn vrij gedetailleerd en moeten voor elke specifieke soort zaak apart worden bestudeerd.
In het algemeen zal het onderstaande echter van toepassing zijn.
Aan het einde van een zaak die een geringe vordering betreft, kan de rechter een kostenvergoeding toekennen. Het toe te kennen bedrag kan door de sheriff worden vastgesteld. Ook is het mogelijk dat de griffier (sheriff clerk) het bedrag op hetzelfde moment of een latere datum berekent.
De algemene regel is dat een vergoeding van de gerechtskosten wordt toegekend aan de partij die in het gelijk wordt gesteld. De kosten moeten dan worden betaald door de in het ongelijk gestelde partij. Normaal gesproken geldt er een limiet voor de toegekende vergoeding van de kosten.
Als een kostenvergoeding wordt toegekend, kunnen eventueel betaalde gerechtskosten hierin worden opgenomen, op voorwaarde dat het totaal van de onkosten en vergoeding niet hoger is dan de hierboven vermelde bovengrenzen.
Indien de rechter in het vonnis een kostenvergoeding toekent, wordt het toe te kennen bedrag berekend door de clerk of court (de sheriff clerk) op basis van een vaste kostentabel. Dit is afhankelijk van het bedrag en van de aard van de werkzaamheden die zijn verricht in de zaak in kwestie. Ook kan de accountant van de rechtbank, een onafhankelijke functionaris, de berekening uitvoeren (indien de sheriff of de sheriff clerk besluit dat dit passend is).
In een procedure waarin verweer is gevoerd hoort de clerk of court eerst de partijen over de vordering voor een kostenvergoeding en de kosten die ontstaan zijn. Dit vindt normaliter plaats aan het einde van de laatste terechtzitting van een zaak. Als de sheriff zijn of haar beslissing echter pas op een latere datum bekend maakt, of indien er aan het einde van de zitting niet voldoende tijd is, kan de zaak op een andere datum worden voortgezet met een speciale zitting inzake de onkosten, waarbij beide partijen mogen verschijnen.
De algemene regel is dat een vergoeding van de gerechtskosten wordt toegekend aan de partij die in het gelijk wordt gesteld. De kosten moeten worden betaald door de in het ongelijk gestelde partij.
Nadat de sheriff clerk of de accountant van de rechtbank het onkostenbedrag heeft berekend (beoordeeld), wordt de kostenstaat ter goedkeuring voorgelegd aan de sheriff. Indien dit gedaan is tijdens een aparte zitting inzake de onkosten, stelt de sheriff clerk een datum en tijd vast voor de zaak, zodat de kostenstaat door de sheriff kan worden goedgekeurd.
De uiteindelijke beslissing van de sheriff (beschikking) in de zaak kan pas worden gegeven als de kostenstaat is goedgekeurd door de sheriff. Dit vindt op hetzelfde moment plaats als het goedkeuren van de kostenstaat.
In dergelijke zaken is het aan de rechtbank om te beslissen al dan niet een kostenvergoeding toe te kennen. Volgens de regels moeten de kosten die in een zaak wordt toegekend, worden geraamd voordat de betalingsbeschikking wordt afgegeven, tenzij de kosten tot een vast bedrag worden gematigd.
Normaliter behandelt de rechtbank kosten in stadia. Het eerste stadium is als de sheriff beslist of de eiser of verweerder recht heeft op een kostenvergoeding en toestaat dat er een kostenstaat wordt opgesteld en bij de rechtbank wordt ingediend. De rechtbank draagt de zaak dan over aan de accountant van de rechtbank, een onafhankelijke functionaris, voor de raming en voor het opstellen van een verslag. Ten slotte stelt de rechtbank, nadat de accountant de kostenstaat heeft gecontroleerd en de sheriff heeft beslist over eventuele bezwaren op het verslag van de accountant, een bevel op tot betaling van de geraamde kosten.
De procedure in het Court of Session is vergelijkbaar met de procedure voor ordinary cause-vorderingen, waarbij de rechter bepaalt dat een partij recht heeft op een kostenvergoeding (behoudens de regel met betrekking tot matiging) en terugverwijst naar de accountant van de rechtbank voor het ramen van de kosten.
De rechter stelt een bevel op tot betaling van de geraamde kosten – tenzij hij of zij ervan overtuigd is dat er sprake is van een speciale omstandigheid op grond waarvan dit niet moet gebeuren.
Normaal gesproken moet een verzoek worden voorgelegd aan een sheriff/rechter met als doel te verzoeken dat zij, naast als getuigen die recht hebben op de normale kostenvergoeding voor getuigen, ook worden aangemerkt als rechthebbenden op een aanvullende vergoeding als getuigen met speciale vaardigheden.
In vereenvoudigde echtscheidingsverzoeken vereisen de procesregels dat, indien documenten betekend moeten worden aan een persoon met domicilie buiten Schotland, er een vertaling van het document in de officiële taal van het land waarin de documenten moeten worden betekend, moet worden verstrekt door de partij die het vereenvoudigde echtscheidingsverzoek indient.
De praktijk met betrekking tot tolken is dat de persoon die een tolk nodig heeft deze dienst betaalt. In bepaalde zaken kan de rechter echter bepalen dat er in het belang van het recht een tolk/vertaler vereist is en dat de kosten daarvan in dat geval door de rechtbank worden betaald.
Schotse rechtbanken (tarieven)
Verslag van het Verenigd Koninkrijk over het onderzoek naar kostentransparantie
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.