Vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen

Frankrijk
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Zijn er verschillende vormen van "geregistreerde partnerschappen" in deze lidstaat? Ga nader in op de verschillen tussen de diverse vormen

Het PACS (pacte civil de solidarité) is de enige vorm van geregistreerd partnerschap die Frankrijk kent. Volgens de definitie in artikel 515-1 van het burgerlijk wetboek (Code civil) is dat “een overeenkomst die wordt aangegaan door twee meerderjarige natuurlijke personen, van verschillend geslacht of van hetzelfde geslacht, teneinde hun leven gezamenlijk vorm te geven”.

Geregistreerde partnerschappen hebben vermogensrechtelijke gevolgen voor de betrekkingen tussen de beide partners en tussen hen en derden. Die gevolgen zijn minder verstrekkend dan die van een huwelijksvermogensstelsel en laten ruimte voor de wensen van de partners.

Deze vermogensrechtelijke betrekkingen worden beheerst door een reeks wetsvoorschriften met betrekking tot bevoegdheden, eigendom van vermogen en de rechten en plichten van de partners gedurende het PACS.

Verder zijn de partners onderworpen aan een dwingend primair stelsel (régime primaire), ongeacht het vermogensstelsel waarvoor zij hebben gekozen. In dit verband is in artikel 515-4 van het burgerlijk wetboek bepaald dat de partners zich ertoe verbinden samen te wonen en elkaar materieel en anderszins te ondersteunen. Bovendien zijn de partners in beginsel hoofdelijk aansprakelijk jegens derden voor schulden die door een van hen in het kader van de dagelijkse levensbehoeften zijn aangegaan.

2 Bestaat er in deze lidstaat een wettelijk vermogensstelsel voor geregistreerde partnerschappen? Wat houdt het in? Op welke vormen van "geregistreerd partnerschap" is het van toepassing?

Het Franse recht biedt de partners in een PACS de keuze tussen twee vermogensstelsels.

De ene optie is het stelsel onder algemeen recht (bij gebreke van een specifieke overeenkomst), d.w.z. scheiding van goederen plus een vermoeden van gemeenschappelijke eigendom bij gebreke van tegenbewijs. Iedere partner zal aldus zijn of haar eigen goederen blijven beheren, het genot daarvan behouden en er vrijelijk over blijven beschikken, en iedere partner blijft ook als enige aansprakelijk voor de persoonlijke schulden die vóór of tijdens het PACS zijn aangegaan (artikel 515-5 van het burgerlijk wetboek). Uitsluitend indien wordt bewezen dat een goed niet de eigendom is van een van de partners, worden zij geacht dat goed gezamenlijk in eigendom te hebben, ieder voor de helft.

De andere optie voor de partners is een overeengekomen stelsel van gezamenlijke eigendom van aanwinsten. Onder dit stelsel worden de partners geacht goederen die zij gedurende het PACS gezamenlijk of afzonderlijk verwerven, gezamenlijk in eigendom te hebben, ieder voor de helft (artikel 515-5-1 van het burgerlijk wetboek). Bepaalde vermogensbestanddelen die in artikel 515-5-2 van het burgerlijk wetboek worden genoemd, blijven evenwel het exclusieve eigendom van iedere partner afzonderlijk. Voorbeelden hiervan zijn geld dat door een partner na ondertekening van het PACS wordt ontvangen en dat niet wordt gebruikt om goederen te verwerven, tot stand gebrachte vermogensbestanddelen en toebehoren, persoonlijke bezittingen, goederen of delen daarvan verworven met geld dat aan een partner toebehoorde vóór de inschrijving van de oorspronkelijke overeenkomst of de wijzigingsovereenkomst, goederen of delen daarvan verworven met geld dat bij wijze van schenking of erfenis is ontvangen en, ten slotte, goederen of delen daarvan verworven via een veiling van een goed dat eigendom was van een van de partners in een onverdeelde nalatenschap of als gevolg van een schenking.

Voor de duidelijkheid zij vermeld dat het PACS de enige vorm van geregistreerd partnerschap is die Frankrijk kent.

3 Hoe kunnen partners hun vermogensstelsel regelen? Wat zijn de formele vereisten in dit geval?

De partners kunnen hun PACS sluiten ten overstaan van een ambtenaar van de burgerlijke stand (officier de l’état civil) of een notaris (notaire).

Ingevolge artikel 515-3 van het burgerlijk wetboek moeten “personen die een samenlevingscontract aangaan, gezamenlijk een verklaring afleggen tegenover de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar zij hun gemeenschappelijke woning hebben of, wanneer serieuze belemmeringen een dergelijke gemeenschappelijke woning in de weg staan, tegenover de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar een van de partners woonachtig is”. Bij die gelegenheid leggen de partners de door hen ondertekende overeenkomst over aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Het PACS kan ook door middel van een notariële akte worden aangegaan. De notaris die de akte opmaakt, verkrijgt in dat geval de gezamenlijke verklaring, registreert het contract en zorgt dat het formeel wordt geregistreerd (artikel 515-3, lid 5, van het burgerlijk wetboek).

De partners kunnen kiezen voor een stelsel van gemeenschap van aanwinsten, zoals gedefinieerd in artikel 515-5-1 van het burgerlijk wetboek. Bij gebreke daarvan zijn zij onderworpen aan het wettelijke stelsel van scheiding van goederen overeenkomstig artikel 515-5 van het burgerlijk wetboek.

Gedurende een PACS kunnen de partners besluiten om het vermogensstelsel door middel van een wijzigingsovereenkomst aan te passen. Die overeenkomst moet op dezelfde wijze worden gepubliceerd als het oorspronkelijke contract. De wijzigingsovereenkomst moet worden overgedragen of verzonden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand of de notaris die ook het oorspronkelijke contract met het oog op de registratie daarvan heeft ontvangen (artikel 515-3, lid 6, van het burgerlijk wetboek).

4 Zijn er beperkingen op de vrijheid om een vermogensstelsel te regelen?

Behoudens voor zover anderszins vermeld in de overeenkomst, is het vermogensstelsel voor de partners in een PACS het stelsel van scheiding van goederen. De partners kunnen echter uitdrukkelijk kiezen voor de gemeenschap van aanwinsten, zoals gedefinieerd in artikel 515-5-1 van het burgerlijk wetboek: “De partners kunnen in de oorspronkelijke overeenkomst of in een wijzigingsovereenkomst kiezen voor gemeenschappelijke eigendom van de goederen die zij met ingang van de registratie van de overeenkomsten gezamenlijk dan wel ieder afzonderlijk verwerven. Zij worden in dat geval geacht die goederen gezamenlijk in eigendom te hebben, ieder voor de helft, zonder verhaal van de ene partner jegens de andere op grond van ongelijke bijdragen.”

Ongeacht het gekozen stelsel zijn de partners ook onderworpen aan een verplicht primair stelsel, waarin hun rechten en plichten jegens elkaar en jegens derden zijn vastgelegd. In dit verband is in artikel 515-4 van het burgerlijk wetboek bepaald dat de partners zich ertoe verbinden samen te wonen en elkaar materieel en anderszins te ondersteunen. Bovendien zijn de partners in beginsel hoofdelijk aansprakelijk jegens derden voor schulden die door een van hen in het kader van de dagelijkse levensbehoeften zijn aangegaan.

5 Wat zijn vanuit het oogpunt van het vermogensrecht de rechtsgevolgen van de ontbinding of nietigverklaring van het geregistreerde partnerschap?

In artikel 515-7 van het burgerlijk wetboek is bepaald dat het PACS wordt ontbonden bij het overlijden van een van de partners of wanneer de partners of een van hen in het huwelijk treden. In een dergelijk geval wordt de ontbinding van het PACS van kracht per de datum van het overlijden of het huwelijk. Een PACS kan ook worden ontbonden door middel van een gezamenlijke verklaring van de partners of een unilaterale beslissing van een van hen.

In de betrekkingen tussen de partners wordt de ontbinding van het PACS van kracht op de datum waarop de ontbinding wordt geregistreerd. Jegens derden wordt de ontbinding van kracht met ingang van de dag waarop de publicatieformaliteiten zijn voltooid.

De ontbinding of opzegging van het partnerschap leidt tot vereffening van het vermogensstelsel.

Overeenkomstig artikel 515-7, lid 10, van het burgerlijk wetboek zijn de partners verantwoordelijk voor vereffening van de rechten en plichten die voortvloeien uit het PACS. Uitsluitend wanneer zij daarover geen overeenkomst kunnen bereiken, zal een rechter zich over de vermogensrechtelijke gevolgen van de scheiding uitspreken.

Iedere partner verwerft de eigendom van zijn of haar persoonlijke goederen.

Goederen in gezamenlijke eigendom worden gelijkelijk tussen de beide partners verdeeld, tenzij contractueel anderszins bepaald. In het bijzonder is er niets dat de voormalige partners belet om goederen in gezamenlijke eigendom te houden.

Eventuele schulden tussen de partners moeten worden vereffend.

De bepalingen inzake preferentiële toewijzing door middel van verdeling (de artikelen 831, 831‑2, 832-3 en 832-4 van het burgerlijk wetboek) zijn van toepassing tussen de partners.

6 Welke uitwerking heeft het overlijden van een van de partners op de vermogensrechtelijke gevolgen van het geregistreerde partnerschap?

Met het overlijden van een van de partners wordt het geregistreerde partnerschap ontbonden, per de datum van het overlijden, en wordt het vermogensstelsel vereffend volgens dezelfde procedure als hierboven beschreven.

Volgens het Franse erfrecht is de overlevende partner geen wettige erfgenaam. Die partner kan wel bij testament als erfgenaam worden aangewezen.

De overlevende partner kan aanspraak maken op het genotsrecht, gedurende één jaar, van het onroerend goed dat hij of zij op het moment van overlijden van de andere partner als zijn of haar hoofdverblijf gebruikte (zoals voorzien in artikel 763, leden 1 en 2).

Dat recht maakt evenwel geen deel uit van de openbare orde en kan de overlevende partner bij testament door de overledene worden ontzegd.

De overlevende partner kan ook verzoeken om preferentiële toewijzing van de gezinswoning als de overledene dat uitdrukkelijk bij testament heeft geregeld (artikel 515-6, lid 2, van het burgerlijk wetboek).

7 Welke instantie is bevoegd om te beslissen in een zaak betreffende de vermogensrechtelijke gevolgen van het geregistreerde partnerschap?

De familierechter (juge aux affaires familiales) is bevoegd voor zaken betreffende de mede‑eigendom tussen de partners in een PACS of feitelijk samenwonenden (Wet nr. 2009-506 van 12 mei 2009 inzake vereenvoudiging van het recht (Loi n° -506 du 12 mai 2009 sur la simplification du droit), Besluit nr. 2009-1591 van 17 december 2009 inzake procedures voor de familierechter met betrekking tot huwelijksvermogensstelsels en onverdeelde eigendom (Décret n° 2009-1591 du 17 décembre 2009 relatif à la procédure devant le juge aux affaires familiales en matière de régimes matrimoniaux et d’indivisions), Circulaire CIV/10/10 van 16 juni 2010 inzake de bevoegdheden van de familierechter ter zake van vereffening (Circulaire CIV/10/10 du 16 juin 2010 sur les compétences du juge aux affaires familiales en matière de liquidation)).

8 Welke uitwerking hebben de vermogensrechtelijke gevolgen van het geregistreerde partnerschap op de rechtsbetrekkingen tussen een partner en een derde?

Ongeacht het vermogensstelsel waarvoor zij hebben gekozen, zijn de partners krachtens artikel 515-4, lid 2, van het burgerlijk wetboek hoofdelijk aansprakelijk jegens derden voor schulden die door een van hen in het kader van de dagelijkse levensbehoeften zijn aangegaan. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid geldt evenwel niet voor uitgaven die kennelijk buitensporig zijn. Zij geldt evenmin als zij zonder instemming van beide partners is aangegaan voor huurkoopovereenkomsten of leningen, tenzij die kleine bedragen betreffen die noodzakelijk zijn om in de dagelijks behoeften te voorzien en het totaal van die bedragen, in het geval van meerdere leningen, met inachtneming van de levenswijze van het huishouden niet kennelijk buitensporig is.

Krachtens artikel 515-5, lid 3, van het burgerlijk wetboek wordt de partner die individueel een roerend goed bezit, geacht jegens derden die te goeder trouw zijn, de bevoegdheid te hebben om als enige dit goed te beheren, het genot daarvan te hebben of er over te beschikken.

9 Korte beschrijving van de procedure voor de verdeling, met inbegrip van de vereffening, van het vermogen van het geregistreerde partnerschap in deze lidstaat

Overeenkomstig artikel 515-7, lid 10, van het burgerlijk wetboek zijn bij ontbinding van een PACS de partners verantwoordelijk voor vereffening van de uit dat PACS voortvloeiende rechten en plichten. Uitsluitend wanneer zij daarover geen overeenkomst kunnen bereiken, zal een rechter zich over de vermogensrechtelijke gevolgen van de scheiding uitspreken.

De verdeling kan zowel gerechtelijk als bij minnelijke schikking plaatsvinden. In het geval van een minnelijke schikking gaan de beide partners onderling een verdelingsovereenkomst aan. Die overeenkomst krijgt de vorm van een notariële akte indien het desbetreffende goed in het kadaster moet worden ingeschreven. Als de partijen niet tot een overeenkomst komen over de vereffening of verdeling van goederen, dan volgt een procedure via de rechtbank. De rechter beslist over verzoeken om voortzetting van gemeenschappelijke eigendom of preferentiële toewijzing (artikel 831 van het burgerlijk wetboek).

Indien de partners waren onderworpen aan het vermogensstelsel volgens het algemeen recht, d.w.z. scheiding van goederen, worden alle goederen waarvan de partners kunnen aantonen dat ze voorheen eigendom waren van een van hen, weer eigendom van die partner. Op overeenkomstige wijze blijven ook de schulden van een partner persoonlijk. Goederen daarentegen waarvan niet is aangetoond dat zij eigendom zijn van de ene of de andere partner, worden geacht hun beider eigendom te zijn, ieder voor de helft.

Indien de partners gezamenlijk voor een stelsel van gemeenschap van aanwinsten hebben gekozen, worden de goederen die zij in gezamenlijke eigendom hebben, geacht aan ieder van hen toe te behoren, ieder voor de helft. De goederen in hun gezamenlijke eigendom worden dan ook in gelijke delen tussen de partners verdeeld, behoudens die welke in eigendom van elk van hen afzonderlijk blijven (zie hierboven en artikel 515-5-2 van het burgerlijk wetboek).

De bepalingen inzake preferentiële toewijzing door middel van verdeling (de artikelen 831, 831‑2, 832-3 en 832-4 van het burgerlijk wetboek) zijn van toepassing tussen de partners.

10 Welke procedure en documenten of informatie zijn gewoonlijk vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Wanneer goederen die in het kadaster ingeschreven moeten worden (ofwel onroerende goederen) bij minnelijke schikking wordt verdeeld, is een notariële akte van vereffening en verdeling vereist.

Overeenkomstig artikel 710-1 van het burgerlijk wetboek “is, met het oog op formele inschrijving in het kadaster, voor iedere handeling en ieder recht een door een in Frankrijk praktiserende notaris opgemaakte akte, een gerechtelijke beslissing dan wel een authentieke akte van een bestuurlijke instantie vereist”.

Laatste update: 15/04/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.