Rights of minors in court proceedings

Child-friendly justice refers to justice systems which guarantee the respect and the effective implementation of all children’s rights at the highest attainable level

Approximately 19% of the EU population (95 million) is under the age of 18. Minors can become directly or indirectly involved with the justice systems of Member States in a number of ways,for example when they commit offences, when they witness or are victims of a crimes, when they seek asylum, when they are the subject of adoption proceedings or when their parents disagree over custody.

Judicial proceedings can have a considerable impact on the lives of minors and the absence of a child-friendly response can result in restrictions or violations of their rights. Furthermore, when the national judicial systems lack child-friendly procedures and practices, the most vulnerable children (e.g. children with disabilities or migrant children) face particular barriers in the enjoyment of their rights.

The right of access to justice should be guaranteed for all minors. Furthermore, throughout their engagement with the justice system, children should be treated with respect for their age, their special needs, their maturity and level of understanding and with consideration of any communication difficulties they may have.

Clearer information on the people and procedures involved in justice affecting minors, as well as a special overview ensuring the respect of the rights of minors, is needed. In this regard, two categories have been identified: children as judicial persons and specific procedures in place in EU countries, depending on the branch of law.

The first category would bring together the general elements relating to the child's personal capacity, such as criminal or civil responsibility, access to legal support, relation to school/education, decision taking in terms of healthcare, specialised courts/institutions or financial support when going to court.

The second category aims to gather information how minors are treated in the context of judicial proceedings and the specific nature of criminal, civil and administrative procedures in the Member States.

Last update: 20/11/2019

This page is maintained by the European Commission. The information on this page does not necessarily reflect the official position of the European Commission. The Commission accepts no responsibility or liability whatsoever with regard to any information or data contained or referred to in this document. Please refer to the legal notice with regard to copyright rules for European pages.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Bulgarije

1. De handelingsbekwaamheid van het kind

In Bulgarije is de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid 14 jaar. Voor alle zaken is de minimumleeftijd waarop een eiser een zaak zelf aan het gerecht kan voorleggen 14 jaar.

2. Toegang tot aangepaste procedures

Er bestaat geen specialisatie op het gebied van kindvriendelijke justitie bij algemene rechtbanken. Bij rechtbanken waar voldoende personeel beschikbaar is om het beginsel van de willekeurige toewijzing van zaken te waarborgen, worden rechters toegewezen aan een civielrechtelijke en strafrechtelijke afdeling en behandelen zij slechts de desbetreffende zaken. De afdelingen kunnen bij regionale en districtsrechtbanken worden opgericht en het administratief hoofd van de rechtbank beslist over de toewijzing van rechters aan deze afdelingen.

In de Bulgaarse wetgeving is voorzien in een wettelijke definitie van een “kind”. Voor strafrechtelijke aansprakelijkheid geldt ook een minimumleeftijd en er zijn speciale regels voor het opleggen van straffen aan minderjarigen. In de zin van de wet inzake kinderbescherming is een kind “een natuurlijke persoon die nog geen 18 jaar is”.

Minderjarigen worden onderverdeeld in twee groepen: van 14 tot 16 jaar en van 16 tot 18 jaar. Hun strafrechtelijke aansprakelijkheid is beperkt ten opzichte van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van volwassenen; de mate van beperking is kleiner voor de leeftijdscategorie 16-18 jaar.

Minderjarigen die 16 jaar zijn geworden, kunnen bestuursrechtelijk aansprakelijk zijn op grond van de wet administratieve overtredingen en straffen en op grond van speciale rechtshandelingen zoals het decreet inzake de bestrijding van hooliganisme onder minderjarigen.

3. Multidisciplinaire aspecten

Alle relevante organisaties moeten hun activiteiten coördineren teneinde de kinderen zo goed mogelijk te begrijpen. In de wet inzake kinderbescherming zijn de bevoegdheden van de instellingen voor kinderbescherming geregeld. Deze instellingen zijn de Bulgaarse dienst voor kinderbescherming, de directoraten voor sociale bijstand op lokaal niveau, de minister van Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, de minister van Binnenlandse Zaken, de minister van Onderwijs en Wetenschap, de minister van Justitie, de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Cultuur, de minister van Gezondheidszorg en de burgemeesters van de gemeenten.

4. Opleiding van professionals

Professionals die betrokken zijn bij het gerechtelijke proces moeten over de vereiste kwalificaties beschikken en uitgebreide ervaring hebben, met name met het werken met kinderen. Er zijn geen voorschriften voor de juridische opleiding, maar bijna alle specialisten volgden cursussen en opleidingen voor de kwalificaties om specifieke vaardigheden te verwerven.

Anderzijds nemen de maatschappelijk werkers en politieagenten deel aan andere studies, seminars en vergaderingen die door overheidsinstanties, ngo’s enz. worden georganiseerd. Het bureau voor sociale bijstand organiseert, als belangrijke overheidsinstelling die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het beleid voor kinderbescherming, op lokaal niveau veel opleidingen om de kwalificaties van zijn ambtenaren — de maatschappelijk werkers — te verbeteren.

5. Belangen van het kind

Volgens de wet inzake kinderbescherming is het veiligstellen van de belangen van het kind een van de belangrijkste beschermingsbeginselen. De belangen van het kind vormen het belangrijkste beginsel voor de betrokkenheid van kinderen bij gerechtelijke procedures. De nationale wetgeving biedt kinderen de mogelijkheid om een proactieve rol te vervullen, hun mening te uiten en deel te nemen aan de besluitvorming.

6. Toegang tot rechtsmiddelen

In de wet inzake kinderbescherming is bepaald dat kinderen recht hebben op rechtsbijstand en beroep in alle procedures die hun rechten of belangen betreffen.

Kinderen zonder handelingsbekwaamheid kunnen klachten en juridische beroepen indienen via hun ouders of wettelijk vertegenwoordigers, die hun rechten namens hen uitoefenen. De wetgeving biedt deze vertegenwoordigers een mogelijkheid om beslissingen te nemen en de belangen van het kind te waarborgen. Wanneer een kind slachtoffer is en geen vervolging wenst, kan een openbaar aanklager dit namens het kind doen en een vooronderzoek inleiden.

Er zijn geen specifieke regels inzake rechtsbijstand voor kinderen. De algemene regels van de wet inzake rechtsbijstand zijn van toepassing.

7. Toekomstige ontwikkelingen

Het ministerie van Justitie heeft in samenwerking met een breed scala aan belanghebbenden een nieuwe wet inzake het afzien van strafrechtelijke procedures en het opleggen van disciplinaire maatregelen voor minderjarigen opgesteld. De ontwerpwet heeft tot doel minderjarigen die met de wet in aanraking komen aan te moedigen tot wettig gedrag en te zorgen voor steun bij hun integratie in de samenleving door middel van het opleggen van disciplinaire maatregelen en hun deelname aan passende onderwijsprogramma’s. De ontwerpwet heeft, in overeenstemming met de internationale normen en beste praktijken, betrekking op het nieuwe stelsel van maatregelen die zijn bedoeld voor de preventie van secundaire en herhaalde overtredingen door minderjarigen die illegale handelingen plegen.

Een essentieel onderdeel van de voorgestelde wetswijzigingen is de beoogde mogelijkheid om gebruik te maken van bemiddeling. Hiermee wordt het mogelijk om herstelrecht in te voeren en af te zien van strafrechtelijke procedures voor minderjarigen om ervoor te zorgen dat de schade die door onrechtmatig gedrag is veroorzaakt, ongedaan wordt gemaakt en de relatie tussen de dader, het slachtoffer en de maatschappij voor zover mogelijk wordt hersteld.

8. Familie- en gezinsleven

De Bulgaarse wetgeving inzake adoptie is herzien naar aanleiding van de ratificering van het Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie (het Verdrag van Den Haag). De opname van adopties en adoptieouders in speciale registers werd met de wijzigingen ingevoerd als voorwaarde voor de goedkeuring van volle adopties. Er werd voorzien in een uitzondering op deze regel voor de adoptie van een kind van een echtgenoot en de adoptie van een kleinkind door de grootouders.

Volgens de Bulgaarse wetgeving kan een adoptie “vol” of “eenvoudig” zijn.

Bij een volle adoptie, tussen het geadopteerde kind en zijn descendenten enerzijds en de adoptieouder en zijn verwanten anderzijds ontstaan rechten en plichten zoals tussen biologische verwanten en worden de rechten en plichten tussen het geadopteerde kind en zijn descendenten met hun biologische verwanten opgeschort.

Bij een eenvoudige adoptie ontstaan uitsluitend tussen het geadopteerde kind en zijn descendenten enerzijds en de adoptieouder anderzijds rechten en plichten zoals tussen biologische verwanten en worden de rechten en plichten tussen het geadopteerde kind en zijn descendenten met hun biologische verwanten in stand gehouden. De ouderlijke rechten en plichten gaan over op de adoptieouder.

Kindvriendelijke justitie in Bulgarije PDF(324 Kb)en

Laatste update: 05/10/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Denemarken

1. De handelingsbekwaamheid van het kind

De leeftijd waarop een eiser in Denemarken een zaak zelf aan het gerecht kan voorleggen is 18 jaar.

2. Toegang tot aangepaste procedures

Er bestaan geen gespecialiseerde instanties die de belangen behartigen van minderjarige slachtoffers en getuigen in strafzaken. Die verantwoordelijkheid berust bij de politie, het openbaar ministerie en de gerechtelijke diensten.

Het burgerlijk recht in Denemarken voorziet niet in gespecialiseerde instanties die de belangen behartigen van kinderen in civielrechtelijke procedures.

In de regel berust het Deense rechtsstelsel op de aanname dat rechters en gerechtsdeurwaarders “generalisten” zijn. Er zijn dus geen gespecialiseerde rechters of gerechtsdeurwaarders betrokken bij procedures die kinderen aangaan.

Op de rechtbanken rust een algemene plicht zaken met de nodige snelheid af te handelen.

In 2013 heeft de Deense regering besloten om de bescherming van kinderen en jongeren tegen misbruik te versterken. Wanneer moet worden aangenomen dat een kind of jongere bijzondere ondersteuning nodig heeft, zorgt het gemeentebestuur ervoor dat de omstandigheden van het kind of de jongere worden onderzocht.

Er bestaan in de strafrechtspraak geen gespecialiseerde instanties die de belangen behartigen van minderjarige slachtoffers en getuigen.

Denemarken beschouwt niet-begeleide minderjarigen als een bijzonder kwetsbare groep en heeft richtsnoeren opgesteld voor de verwerking van verzoeken die op hen betrekking hebben.

Minderjarige eisers zijn in civielrechtelijke procedures niet handelingsbekwaam en worden daarom vertegenwoordigd door hun ouders of voogden. Kinderen die in gewone burgerlijke rechtbanken als getuigen worden opgeroepen, hebben geen recht op gratis dienstverlening door een advocaat.

3. Multidisciplinaire aspecten

In 2013 heeft de Deense regering middelen toegewezen aan initiatieven om de bescherming van kinderen en jongeren tegen misbruik te versterken. Een van de initiatieven betrof de oprichting van vijf bijzondere “kinderhuizen” voor alle gemeenten in Denemarken.

Er is een mechanisme ingevoerd dat de samenwerking tussen het regionale bestuur en de gemeenten moet versterken in zaken waar conflicten hoog oplopen.

4. Opleiding van professionals

Adjunct-rechters nemen deel aan een aantal verplichte basiscursussen, waarbij onder meer wordt geleerd hoe voogdijzaken worden behandeld.

Bij rechters wordt dit onderwerp in het algemeen en waar relevant, opgenomen in cursussen en seminars.

Er bestaat geen verplichte opleiding voor advocaten die kinderen vertegenwoordigen in civielrechtelijke zaken, strafzaken of bestuursrechtszaken.

Het hoofd van het openbaar ministerie biedt een seminar aan als onderdeel van de aanvullende opleiding van aanklagers die tijdens procedures contact met kinderen hebben.

De Deense overheid verleent permanente ondersteuning aan de gemeenten bij hun inspanningen om de juiste diensten aan kwetsbare kinderen, jongeren en hun families te verlenen. Daarom worden er jaarlijks middelen vrijgemaakt voor de bijscholing van maatschappelijk werkers van de gemeenten.

5. Belangen van het kind

Overeenkomstig de Deense Wet op de sociale diensten is de gemeente verplicht om het kind de nodige steun te bieden die tegemoetkomt aan de belangen van het kind. De steun moet worden afgestemd op de specifieke situatie en behoeften van het kind, en moet in een vroeg stadium en op permanente basis worden verleend, zodat problemen bij het kind thuis of in zijn onmiddellijke omgeving voor zover mogelijk kunnen worden verholpen. Bovendien moet de steun gebaseerd zijn op de eigen hulpbronnen van het kind.

6. Toezicht op en tenuitvoerlegging van beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn

Als bij de politie aangifte wordt gedaan van een vermeend strafbaar feit, is de politie verplicht het slachtoffer bij te staan en informatie te verstrekken, onder andere over het recht op juridische bijstand.

Een civiel vonnis waarbij een kind als eiser betrokken is, wordt door het kantoor van de gerechtsdeurwaarder ten uitvoer gelegd volgens de desbetreffende normale voorschriften. Minderjarige eisers hebben geen procesbevoegdheid en worden daarom vertegenwoordigd door hun ouders of voogden, die de rechten van het kind als eisende partij uitoefenen.

Een vonnis in een familiezaak inzake het gezag over en het verblijf van het kind wordt door het kantoor van de gerechtsdeurwaarder ten uitvoer gelegd. De tenuitvoerlegging kan niet plaatsvinden wanneer de lichamelijke en geestelijke gezondheid van het kind ernstig wordt bedreigd.

7. Toegang tot rechtsmiddelen

Als bij de politie aangifte wordt gedaan van een vermeend strafbaar feit, is de politie verplicht het slachtoffer bij te staan en informatie te verstrekken, onder andere over het recht op juridische bijstand en het indienen van een aanklacht. Schadevergoedingsaanspraken kunnen tijdens het strafproces worden behandeld.

Een kind kan de hoedanigheid van eiser hebben, maar kan, aangezien het geen procesbevoegdheid heeft, niet zelfstandig een zaak aanhangig maken bij een binnenlandse rechtbank.

Een kind kan de hoedanigheid van verweerder hebben, maar alle procedurele handelingen moeten namens het kind door de ouders of voogden worden verricht.

Eenieder is verplicht om in de rechtbank te getuigen indien hij/zij door de rechtbank als getuige wordt opgeroepen, ook kinderen. Voor de deelname van een kind als getuige aan een proces is geen toestemming van een ouder/voogd nodig.

In een civielrechtelijke procedure kunnen kinderen de hoedanigheid van eiser en verweerder hebben. Kinderen hebben in de regel geen procesbevoegdheid. Daarom worden de rechten van het kind in zijn hoedanigheid van eiser en verweerder uitgeoefend door zijn ouders/voogden. Dat geldt ook voor het recht om beroep aan te tekenen.

8. Familie- en gezinsleven

Voordat een aanvraag tot erkenning van aspirant-adoptieouders wordt goedgekeurd, doet het secretariaat van de Verenigde Raad grondig onderzoek naar de kandidaten. Op basis van de resultaten van het onderzoek besluit de Verenigde Raad of de kandidaten als aspirant-adoptieouders worden erkend.

Volgens de Deense adoptiewet van december 2015 is alleen volledige adoptie toegestaan. Momenteel werkt de geaccrediteerde adoptie-instelling in Denemarken alleen samen met landen van herkomst die op grond van hun wetgeving sterke adopties toestaan.

In de Deense adoptiewet is bepaald dat bij nationale adopties alle kinderen vanaf twaalf jaar met de adoptie moeten instemmen.

Is het kind jonger dan twaalf, dan moet de overheid, indien de rijpheid van het kind en de aard van de zaak dit toelaten, informatie verstrekken over de houding van het kind tegenover de adoptie.

De adoptiewetgeving valt onder de minister van Sociale en Binnenlandse Zaken.

Kindvriendelijke justitie in Denemarken PDF(499 Kb)en

Laatste update: 30/07/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Estland

1. De handelingsbekwaamheid van het kind

Volgens het algemene deel van het Burgerlijk Wetboek van Estland hebben alle personen een passieve handelingsbekwaamheid. Personen onder de 18 jaar hebben een beperkte actieve handelingsbekwaamheid. Voor minderjarigen van 15 jaar en ouder kan een rechtbank de beperkte actieve handelingsbekwaamheid uitbreiden als dit in het belang is van het kind en de mate van ontwikkeling van het kind dit toelaat. De leeftijd waarop een eiser in Estland een zaak zelf aan het gerecht kan voorleggen is 15 jaar.

2. Toegang tot aangepaste procedures

Raadpleeg voor nadere informatie over de gerechtelijke systemen de desbetreffende pagina’s van het Europees e-justitieportaal.

Kinderen onder de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid (14 jaar) die strafbare feiten hebben begaan, vallen onder de bevoegdheid van de zogeheten jeugdcommissies. Beslissingen van deze commissies worden in eerste instantie beoordeeld door de provinciegouverneur en beroepszaken in de bestuursrechtspraak door bestuursrechters. Indien de zaak negen maanden of langer bij de rechtbank ligt en de rechtbank geen redelijke rechtvaardiging kan geven voor het uitblijven van een noodzakelijke procedure, kan er worden verzocht om een passende maatregel. Voorts kunnen de partijen, indien de zitting zonder hun toestemming langer dan drie maanden wordt uitgesteld, deze beslissing aanvechten. Er bestaan specifieke voorschriften inzake voorlopige maatregelen die de rechtbank kan gelasten om het kind tegen schade te beschermen en de vordering te vrijwaren. Kinderen met bijzondere behoeften zijn bij wet vrijgesteld van ondervraging.

3. Multidisciplinaire aspecten

De organisatie van de kinderbescherming is in handen van de regering van de Republiek, de Raad voor de Kinderbescherming, het ministerie van Sociale Zaken, het Bestuur sociale verzekering, provinciale gouverneurs en plaatselijke overheden. De organisatie is gebaseerd op de functies waarin de Wet op de kinderbescherming voorziet.

4. Opleiding van professionals

De opleiding van rechters wordt georganiseerd door de Raad voor justitiële opleiding, die overeenkomstig de Estse Wet op de rechtbanken onder het Hooggerechtshof ressorteert. De orde van advocaten in Estland is aangesloten bij de Europese Balie, waarin met andere lidstaten overleg wordt gepleegd over opleiding.

5. Belangen van het kind

In een groot aantal wetten wordt naar de belangen van het kind verwezen. Krachtens de De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet op de kinderbescherming (artikel 21) moet het belang van het kind vooropstaan.

6. Toezicht op en tenuitvoerlegging van beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn

Kinderen hebben geen actieve procesbevoegdheid en worden daarom niet persoonlijk in kennis gesteld van het vonnis en de tenuitvoerlegging ervan door de rechtbank. Zodra het vonnis uitvoerbaar wordt, kan de wettelijke vertegenwoordiger van het kind bij de gerechtsdeurwaarder om tenuitvoerlegging verzoeken. De wettelijke vertegenwoordiger wordt geacht de informatie over de tenuitvoerleggingsprocedure mee te delen aan het kind.

7. Toegang tot rechtsmiddelen

In Estland wordt een kind in een civielrechtelijke procedure vertegenwoordigd door zijn wettelijke vertegenwoordigers, die worden geacht zich in te zetten voor de belangen van het kind. Zij kunnen daarom in beginsel namens het kind en zonder toestemming van het kind een zaak in eerste of tweede aanleg aanhangig maken. Uit de wet kan echter worden afgeleid dat een kind ook zelfstandig een procedure in eerste of tweede aanleg kan instellen. In het algemeen wordt de wettelijk vertegenwoordiger geacht zich hier onmiddellijk bij aan te sluiten. In familierechtelijke verzoekschriftprocedures kan een kind van 14 jaar en ouder met voldoende inzicht in de procedurele materie tegen een rechterlijke beslissing beroep instellen zonder door zijn wettelijke vertegenwoordiger te worden vertegenwoordigd.

8. Procedure voor adoptie, met inbegrip van internationale adoptie

Een persoon met een adoptiewens dient bij een provinciale overheid een adoptieverzoek in. Als de overheid vaststelt dat aan de adoptievoorwaarden is voldaan, dient de betrokkene vervolgens een adoptieverzoek in bij de rechtbank. Een adoptieverzoek wordt ingediend bij de rechtbank van de woonplaats van het adoptiekind. Indien de woonplaats van de adoptiefouder of het adoptiekind zich niet in Estland bevindt, neemt een rechtbank pas een beslissing over de adoptie als toestemming is verkregen van de Commissie voor internationale adopties bij het ministerie van Sociale Zaken van de Republiek Estland. Een kind van tien jaar of ouder kan alleen worden geadopteerd als het kind met de adoptie instemt.

Kindvriendelijke justitie in Estland PDF(469 Kb)en

Laatste update: 31/07/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Griekenland

1. De handelingsbekwaamheid van het kind

In Griekenland is de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid 15 jaar. Een kind in de leeftijd tussen 12 en 15 jaar dat een strafbaar feit heeft gepleegd, kan een klacht indienen tegen een administratieve beslissing; zodra hij/zij 17 jaar is, geldt dit recht exclusief voor het kind.

De minimumleeftijd waarop een eiser een zaak zelf aan het gerecht kan voorleggen is 15 jaar bij gevallen inzake arbeidsrecht, 18 jaar bij gevallen inzake asiel, migratie, administratieve sancties en gezondheid, 12 jaar bij zaken ter beëindiging van adoptie, 16 jaar bij niet-contentieuze procedures en 18 jaar in alle andere gevallen, tenzij wordt vastgesteld dat het kind over een beperkte procesbevoegdheid beschikt.

2. Toegang tot aangepaste procedures

In Griekenland beschikt elke rechtbank van eerste aanleg en elk hof van beroep over een strafrechter, onderzoeksrechter en openbaar aanklager die gespecialiseerd zijn in strafzaken waarbij minderjarigen betrokken zijn. De jeugdrechtbank, die is samengesteld uit strafrechters voor minderjarigen, behandelt zaken waarbij minderjarige delinquenten zijn betrokken.

Daarnaast worden minderjarigen beschermd door “organen voor de bescherming van minderjarigen” waarin elke rechtbank van eerste aanleg voorziet. In deze organen wordt zitting genomen door rechters, aanklagers, sociologen, docenten enz.

Alle rechtbanken in eerste aanleg en enkele hoven van beroep hebben kamers met rechters die in familierecht gespecialiseerd zijn. Wanneer zij optreden in hun hoedanigheid van burgerlijk rechter, behandelen deze rechters uitsluitend zaken op het gebied van familierecht. De desbetreffende taken worden voor een periode van twee tot vier jaar toegewezen.

In de bestuursrechtspraak bestaan geen speciale voorzieningen of instellingen voor familierecht en minderjarigen.

3. Multidisciplinaire aspecten

Sociale diensten en familierechtbanken werken in elk stadium nauw met elkaar samen. Ten behoeve van de rechter worden er rapporten opgesteld en bijeenkomsten met psychologen gehouden, zodat de rechter goed beslagen ten ijs kan komen. De rechter kan, indien nodig, altijd verzoeken om deelname van het kind of/en de ouders aan een speciaal, door een professional te verrichten onderzoek om de leef- en gezinsomstandigheden grondig in kaart te brengen.

4. Opleiding van professionals

In de juridische basisopleiding wordt ten opzichte van andere rechtsgebieden niet afzonderlijk aandacht aan familierecht besteed. Het familierecht maakt deel uit van de continue opleiding die wordt verzorgd door organen als de Nationale School voor rechters, het ministerie van Justitie, de balies van advocaten, academici enz. Rechters en openbaar aanklagers die op dit gebied gespecialiseerd zijn, worden aangemoedigd aan de kennisbevorderende activiteiten deel te nemen.

Grensoverschrijdende opleiding wordt verzorgd via de reguliere kanalen, zoals het Europees netwerk voor justitiële opleiding (ENJO), de Academie voor Europees recht (AER) of andere organen of instellingen met juridische opleidingen op Europees niveau.

5. Belangen van het kind

Alle maatregelen die door overheidsorganen en -instellingen en rechtbanken worden genomen en vastgesteld, moeten voldoen aan het beginsel dat de belangen van kinderen vooropstaan. In de rechtbank is het aan de rechter om dit beginsel per geval uit te leggen.

6. Toegang tot rechtsmiddelen

Net als volwassenen krijgen kinderen alle rechten. Zij worden geïnformeerd over alle procedures waaraan zij kunnen worden onderworpen wanneer zij bij een civiele of strafzaak betrokken zijn. Vooral bij strafrechtelijke procedures kan de openbaar aanklager na een kinderverhoor de procedure “bevriezen”, als daarmee kan worden voorkomen dat het kind blijvende schade aan zijn persoonlijkheid oploopt.

7. Familie- en gezinsleven

Volgens het Griekse recht moeten personen die een bepaald kind willen adopteren, zich tot de rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van het kind wenden om een legale adoptie te verkrijgen. De biologische ouders moeten tegenover de rechter in zijn/haar kamer instemmen met de adoptie van hun kind door de verzoekers. Is het adoptiekind twaalf jaar of ouder, dan is ook de toestemming van het kind vereist. Een getuige verklaart voor de rechter dat de verzoekers in staat zijn het kind te verzorgen en op te voeden, waarbij onder andere wordt gekeken naar opleiding en middelen van bestaan. Hetzelfde geldt voor internationale adopties. Deze procedure is vastgesteld in artikel 1542 e.v. van het Grieks Burgerlijk Wetboek en artikel 800 van het Grieks Wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Naast minderjarigen kunnen ook volwassenen worden geadopteerd. De adoptie van volwassenen is uitzonderlijk en betreft uitsluitend verwanten tot en met de vierde graad (neven/nichten) (artikel 1579 van het Grieks Burgerlijk Wetboek). Daarnaast kunnen gehuwde volwassenen alleen met instemming van hun echtgeno(o)t(e) worden geadopteerd (artikel 1583 van het Grieks Burgerlijk Wetboek).

De meervoudige rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van het kind is bevoegd voor nationale en internationale gerechtelijke procedures over adoptie (artikel 800 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Met name voor internationale adopties is er de Centrale Autoriteit voor interlandelijke adopties, die ressorteert onder het Griekse ministerie van Werkgelegenheid (artikel 19 van Wet 3868/2010).

Kindvriendelijke justitie in Griekenland PDF(326 Kb)en

Laatste update: 25/04/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Spanje

Volgens artikel 12 van de Spaanse grondwet worden Spanjaarden meerderjarig vanaf de leeftijd van 18 jaar. Wie nog geen 18 is, wordt in Spanje als minderjarige/kind beschouwd.

1. De handelingsbekwaamheid van het kind

  • De leeftijd waarop eisers in Spanje een zaak zelf aan het gerecht kunnen voorleggen, is 18 jaar.
  • Alleen ontvoogde minderjarigen kunnen zelf een vordering instellen. Over het algemeen wordt ontvoogding bereikt op de leeftijd van 18, of 16 met toestemming van een rechterlijke instantie, met toestemming van de ouders of door huwelijk. In een aantal regio’s kan al met 14 jaar ontvoogding worden verkregen.
  • De minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid is in Spanje 14 jaar, overeenkomstig de wet inzake de strafrechtelijke aansprakelijkheid van minderjarigen. Maatregelen die worden opgelegd aan kinderen die jonger zijn dan de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid (in Spanje jonger dan 14 jaar), zijn vrijwillig of betreffen uithuisplaatsing.

2. Toegang tot aangepaste procedures

  • Jeugdrechtbanken: Overeenkomstig Organieke Wet 5/2000 van 12 januari inzake de strafrechtelijke aansprakelijkheid van minderjarigen worden zaken met betrekking tot misdrijven en overtredingen die zijn gepleegd door personen tussen de 14 en 18 jaar oud, behandeld door specialistische rechtbanken die “Juzgados de menores” worden genoemd. Strafprocessen tegen criminele jongeren worden behandeld door gespecialiseerde rechters/officieren van justitie.

Het Openbaar Ministerie (OM) is verantwoordelijk voor de bescherming van de wettelijk erkende rechten van minderjarigen. De maatregelen die kunnen worden opgelegd aan criminele jongeren van 14 tot 18 jaar, zijn verzameld in een aparte wet (Organieke Wet 5/2000 van 12 januari inzake de strafrechtelijke aansprakelijkheid van minderjarigen).

Is de dader jonger dan veertien jaar, dan wordt niet de voornoemde wet inzake de strafrechtelijke aansprakelijkheid van minderjarigen toegepast, maar de specifieke artikelen van het Burgerlijk Wetboek en de rest van de huidige verordening.

  • In zaken waarbij kinderen als slachtoffer of als getuige betrokken zijn en die door reguliere rechtbanken worden behandeld, worden speciale wettelijke waarborgen geboden in overeenstemming met de leeftijd van de kinderen. Zo worden de getuigenverklaringen van de meest kwetsbare kinderen afgelegd aan een gespecialiseerde psycholoog en geregistreerd, zodat ze niet in de rechtbank hoeven te worden herhaald en een visuele confrontatie tussen het kind en de vermeende dader in ieder geval wordt vermeden.
  • Civiel recht: De gewone civiele rechtbanken (Juzgados de Primera Instancia) behandelen vorderingen van kinderen volgens het civiel procesrecht. Daarnaast zijn er gespecialiseerde civiele rechtbanken die uitsluitend gezinszaken behandelen: de familierechtbanken (Juzgados de Familia).

Het Openbaar Ministerie is gerechtigd om deel te nemen aan civielrechtelijke procedures waarbij kinderen of personen met een handicap betrokken zijn, totdat voor hen een voogd wordt aangewezen.

Hoewel minderjarigen doorgaans niet in staat zijn om zelf een civiele procedure in te leiden, bepaalt de wet dat, wanneer een maatregel mogelijk van invloed is op hun belangen en zij er volwassen genoeg voor zijn, zij wel moeten worden gehoord, in ieder geval wanneer zij twaalf jaar of ouder zijn.

Bij een scheiding van tafel en bed of een echtscheiding stelt de rechtbank het belang van het kind altijd voorop.

Zaken in de bestuursrechtspraak waarin kinderen een rol spelen, kunnen betrekking hebben op kinderbescherming, adopties, asiel, migratie, gezondheid, onderwijs, administratieve sancties.

3. Wettelijke en beleidsmaatregelen om onnodige vertraging te voorkomen in zaken waarbij kinderen betrokken zijn

In het algemeen en voor alle rechtsgebieden is ter voorkoming van vertragingen in procedures met betrekking tot minderjarigen wettelijk vastgelegd (in Organieke Wet 1/1996 van 15 januari inzake rechtsbescherming van minderjarigen) dat in gerechtelijke of bestuursrechtelijke procedures het verschijnen of horen van minderjarigen voorrang heeft en plaatsvindt op een manier die passend is voor hun situatie en hun ontwikkeling, zo nodig met hulp van gekwalificeerde professionals of deskundigen. Daarbij wordt hun privacy gewaarborgd, wordt gebruikgemaakt van een voor hen begrijpelijke taal, in een toegankelijke vorm en aangepast aan hun omstandigheden, krijgen zij uitleg over zowel de inhoud van de vragen als over de gevolgen van hun verklaringen. Alle procedurele waarborgen worden in acht genomen.

  • Strafzaken: De geldende wettelijke en beleidsmaatregelen verschillen naargelang van de situatie: het kind als slachtoffer of het kind als dader.
  • Civiel recht: Eisers kunnen de rechtbank verzoeken om conservatoire maatregelen te treffen. In de regel kunnen kinderen de rechtbank niet zelfstandig verzoeken om conservatoire maatregelen op te leggen en hebben zij de hulp van hun wettelijke vertegenwoordigers nodig.

Wanneer kinderen betrokken zijn bij een familierechtelijke procedure, worden er doorgaans voorafgaand aan het vonnis conservatoire maatregelen genomen in het belang van de betrokken kinderen, zoals voogdij, voedsel, bezoek, financiële ondersteuning enz.

4. Mechanismen en procedures voor de ondersteuning van kinderen en de belangen van het kind

De Spaanse wet bevat een aantal belangrijke bepalingen ter ondersteuning van maatregelen om het voor minderjarigen gemakkelijker te maken om hun rechten uit te oefenen. Er wordt voorzien in een passend rechtskader voor buitenlandse minderjarigen waarbij voor degenen die zich in Spanje bevinden, ongeacht hun administratieve status, hun rechten op onderwijs, gezondheidszorg en sociale dienstverlening onder dezelfde voorwaarden worden erkend als voor Spaanse minderjarigen. Minderjarigen die beschermd worden door openbare lichamen, worden automatisch beschouwd als verzekerd voor gezondheidszorg.

Overheden zijn verplicht om ervoor te zorgen dat kwetsbare groepen, zoals minderjarigen zonder geleide, minderjarigen die internationale bescherming nodig hebben, kinderen met een handicap en kinderen die het slachtoffer zijn van seksueel misbruik, seksuele uitbuiting, kinderpornografie en mensenhandel, worden beschermd en dat hun wettelijke rechten in acht zijn genomen.

In de wet inzake rechtsbescherming van minderjarigen geldt als leidend beginsel voor overheidsoptreden de bescherming van kinderen tegen alle vormen van geweld, waaronder geweld in hun gezinsomgeving, gendergeweld, mensenhandel, genitale verminking bij meisjes enz. De bescherming van kinderen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld, vormt een van de pijlers van de nieuwe wet op de bescherming van kinderen en jongeren die op 28 juli 2015 is bekendgemaakt.

De bureaus voor slachtofferhulp vallen onder het ministerie van Justitie of onder de autonome gemeenschappen en hebben als zodanig bevoegdheden op dit gebied overgenomen. Deze bureaus bepalen voor elk slachtoffer afzonderlijk wat diens specifieke beschermingsbehoeften zijn, en helpen het slachtoffer op juridisch, psychologisch en sociaal terrein, teneinde primair slachtofferschap zoveel mogelijk te beperken en secundair slachtofferschap te vermijden. Er worden speciale diensten ter ondersteuning van kinderen aangeboden.

Wat betreft kinderen die betrokken zijn bij gerechtelijke procedures kent de Spaanse wet minderjarigen in elk geval, zonder onderscheid op basis van leeftijd, handicap of andere omstandigheden, het recht toe om te worden gehoord, zowel in familierechtelijke als in elke bestuursrechtelijke, gerechtelijke of bemiddelingsprocedure waarop dit van toepassing is, en die leidt tot een beslissing die van invloed is op hun persoonlijke, gezins- of sociale leven, waarbij hun mening naar behoren in aanmerking wordt genomen, afhankelijk van hun leeftijd en maturiteit. Kinderen moeten daarom de informatie krijgen die zij nodig hebben om dit recht te kunnen uitoefenen, in een taal die zij verstaan en in een eenvoudige vorm die is aangepast aan hun omstandigheden.

Aangezien het beginsel van “het belang van het kind” een prioriteit is geweest als materieel recht, als algemeen beginsel van vertolking en als procedureregel, schrijft de Spaanse wet inzake rechtsbescherming van minderjarigen voor dat elke maatregel die in het belang is van het kind, wordt genomen en waarborgt deze wet met name de bescherming van de privacy van het kind.

De algemene gedachte is dat het belang het kind voor elk kind afzonderlijk moet worden beoordeeld en bepaald, rekening houdend met alle omstandigheden die het kind aangaan.

De definitie en de criteria die het belang van het kind bepalen, zijn vastgelegd en beschreven in artikel 2 van de wet inzake rechtsbescherming van minderjarigen.

5. Toezicht op de tenuitvoerlegging van beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn

Het kind als dader: Strafrechtelijke maatregelen voor kinderen zijn er uiteindelijk op gericht om het kind te laten terugkeren in de maatschappij. Deze terugkeer moet goed worden voorbereid door middel van educatieve maatregelen en gespecialiseerd personeel. Het valt voor een groot deel onder de bevoegdheid van de autonome gemeenschappen om te zorgen voor een kindvriendelijke rechtspleging na een gerechtelijke procedure. Zij dragen de hoofdverantwoordelijkheid voor de noodzakelijke reclasseringsmaatregelen, taakstraffen of onderwijs.

Het kind als slachtoffer: Kinderen die het slachtoffer zijn van een strafbaar feit, krijgen sociale dienstverlening aangeboden die is afgestemd op hun specifieke geval.

Civiel recht:

Kinderen kunnen partij zijn in een civielrechtelijke procedure. Daarom moet elke gerechtelijke beslissing aan hen worden meegedeeld en kunnen zij om de tenuitvoerlegging van een gerechtelijk vonnis vragen. Dit alles loopt via hun wettelijke vertegenwoordigers (aangezien zij geen wettelijke handelingsbevoegdheid hebben), tenzij zij ontvoogd zijn.

Als verweerder: Kinderen kunnen verantwoordelijk zijn voor het verbreken van overeenkomsten die zij zijn aangegaan, omdat zij aansprakelijk zijn voor hun eigen eigendommen.

6. Toegang tot rechtsmiddelen

Er zij op gewezen dat in het Spaanse recht zowel de regeling voor de toegang tot middelen als maatregelen ter bescherming van de rechten van het kind in geval van een belangenconflict met de ouders, in alle rechtsgebieden hetzelfde is.

Strafrecht:

Beroep in geval van een beslissing tot niet-vervolging: Er is in Spanje een uitgebreid rechtskader voor de bescherming van minderjarige slachtoffers: Wet 4/15.

Alle kinderen hebben het recht om informatie te ontvangen, een klacht in te dienen, beroep in rechte in te stellen of mechanismen voor rechterlijke toetsing in te schakelen en om een schadevergoeding te vorderen tijdens of na een strafproces waarin het kind slachtoffer was. Voor elk kind dat het aan middelen ontbreekt, zal het recht op kosteloze rechtsbijstand worden erkend.

Civiel recht:

Ter verdediging van hun rechten en waarborgen kunnen kinderen:

  • de bevoegde overheidsinstantie om bescherming en voogdij vragen;
  • de officier van justitie te informeren over de omstandigheden;
  • klachten indienen bij de ombudsman;
  • verzoeken om de beschikbare sociale overheidsmiddelen;
  • verzoeken om rechtsbijstand en de aanstelling van een verdediger in rechte;
  • individuele klachten indienen bij het VN-Comité voor de Rechten van het Kind.

In geval van een belangenconflict voorziet de wet in de aanstelling van een gerechtelijk voogd.

Bij civiele rechtbanken kan bezwaar worden aangetekend tegen administratieve uitspraken met betrekking tot de bescherming van minderjarigen.

Kindvriendelijk recht in Spanje (in het Engels)(606 Kb) PDF(606 Kb)en

Laatste update: 17/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Frankrijk

1. Handelingsbevoegdheid van minderjarigen

Minderjarigen onder de 18 jaar zijn volgens de Franse wet niet handelingsbevoegd. Zij moeten worden vertegenwoordigd door hun wettelijke vertegenwoordigers (doorgaans hun ouders) bij de uitoefening van hun rechten. Minderjarigen moeten worden betrokken bij alle beslissingen die hen betreffen en voor hen van belang zijn, afhankelijk van hun leeftijd en oordeelsvermogen.

2. Toegang tot passende procedures

Gespecialiseerde medewerkers, met name de gespecialiseerde rechters van de kinderrechtbank, zijn verantwoordelijk voor gevallen waarbij minderjarigen betrokken zijn. Jeugdrechtsbescherming (Protection judiciaire de la jeunesse) en hiertoe bevoegde organisaties kunnen zich in procedures voegen waarbij een minderjarige betrokken is.

De wet voorziet in de mogelijkheid dat een minderjarige een geschil aanhangig kan maken tegen zijn ouders. In dit geval kan een onafhankelijke derde worden aangewezen als ad-hocvoogd.

In strafzaken hebben minderjarigen het recht een advocaat te raadplegen zonder toestemming van hun ouders. Rechtsbijstand is gratis. Advocaten gelden als eerste toegangspunt tot informatie en spelen een ondersteunende en beschermende rol jegens minderjarigen. Zij kunnen erom verzoeken dat uitspraak wordt gedaan in een gesloten zitting, dat een minderjarige op een plek komt te zitten waar hij de verdachte niet kan zien, dat een eventueel medisch onderzoek wordt vervangen door een onderzoek van het dossier en dat bepaalde onderzoekshandelingen (zoals “confrontatie”) niet plaatsvinden.

— Wanneer een minderjarige een verdachte of een partij in de procedure is en er inbreuk wordt gemaakt op een van zijn rechten, kan de procedure of detentie worden geannuleerd. Minderjarigen (ouder dan 10 jaar) kunnen in bewaring worden genomen onder toezicht van speciaal opgeleide professionals in speciale inrichtingen voor minderjarigen.

— Wanneer een minderjarige getuige is in een zaak, moeten de rechters en rechercheambtenaren rekening houden met zijn kwetsbaarheid. Minderjarigen onder de 16 jaar hoeven geen eed af te leggen.

— Minderjarigen die slachtoffer zijn geworden genieten bijzondere bescherming. Bovendien kan een minderjarige als eiser in een civiele procedure een schadeloosstelling vorderen voor de geleden schade. Als de veroordeelde insolvent is, kan het slachtoffer een schadeloosstelling ontvangen uit een De link wordt in een nieuw venster geopend.garantiefonds (al naargelang de omstandigheden), de commissie voor de schadeloosstelling van slachtoffers (CIVI) en/of de dienst die slachtoffers van misdrijven bijstaat bij de inning van vorderingen (SARVI).

In civielrechtelijke zaken moeten minderjarigen over het algemeen worden vertegenwoordigd door hun wettelijke vertegenwoordiger. Er wordt een bewindvoerder aangewezen indien er sprake is van een belangenconflict tussen een minderjarige en zijn of haar ouders. Ouders kunnen binnen 15 dagen tegen de benoeming van een bewindvoerder bezwaar maken.

In bepaalde situaties geeft de wet minderjarigen uitdrukkelijk de mogelijkheid zelf te handelen (met name bij minderjarigen die risico’s lopen in verband met educatieve bijstand, aanvragen van een affidavit om bloedverwantschap vast te stellen, aanvragen van verklaringen van handelingsbekwaamheid en aanvragen voor de vaststelling van de nationaliteit van niet-begeleide minderjarige buitenlanders).

3. Wetten en maatregelen om termijnen te verkorten in gevallen waarbij minderjarigen betrokken zijn

In strafzaken kan de openbaar aanklager de minderjarige gelasten direct voor de kinderrechter te verschijnen om ervoor te zorgen dat de hoorzitting binnen een periode van tien dagen tot twee maanden plaatsvindt. Deze procedure is alleen mogelijk als er geen onderzoek naar de feiten meer hoeft te worden gedaan, bij bepaalde gepleegde feiten en op grond van de leeftijd van de minderjarige en de opgelegde straf. Als minderjarigen eerder voor de rechter verschijnen, kan de openbaar aanklager binnen een tot drie maanden een zitting voor de kinderrechter gelasten.

In civiele zaken bestaat geen specifieke bepaling om procedures in eerste aanleg te versnellen in zaken waarbij minderjarigen betrokken zijn, maar in de wet is wel vastgelegd dat zaken waarin beroep wordt aangetekend tegen een beslissing van de kinderrechter, met prioriteit moeten worden behandeld.

4. Speciale mechanismen en procedures voor ondersteuning aan het kind en de belangen van het kind

De belangen van de minderjarige staan voorop bij gerechtelijke procedures waarbij kinderen betrokken zijn. In de wetgeving wordt vaak bevestigd dat rechters hun beslissingen moeten onderbouwen op basis van de essentiële criteria van waarborging van de belangen van kinderen. Zij moeten rekening houden met het gezin, de sociale en economische situatie van het kind en de uitgebrachte adviezen. Er zijn echter geen protocollen of richtsnoeren waarin de belangen van het kind worden gedefinieerd.

In strafzaken wordt de rechterlijke autoriteit door de regionale overheden gewaarschuwd als een minderjarige (vermoedelijk) het slachtoffer is geworden van mishandeling. Als de minderjarige slachtoffer is van seksueel misbruik, moet de openbaar aanklager de kinderrechter hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen en om bijstand bij de rehabilitatie verzoeken.

De verplichtingen die voortvloeien uit het beroepsgeheim, gelden niet in gevallen van misbruik of vrijheidsbeneming van minderjarigen. Verschillende misdrijven tegen minderjarigen hebben langere verjaringstermijnen, die pas ingaan op het moment dat het slachtoffer meerderjarig wordt. Zittingen waarbij een verdachte minderjarig is, moeten achter gesloten deuren plaatsvinden. De inhoud van zittingen mag niet openbaar worden gemaakt.

In civielrechtelijke zaken is de kinderrechter verantwoordelijk voor bijstand bij rehabilitatie wanneer een minderjarige gevaar loopt. Daarnaast geeft het Burgerlijk Wetboek ruime bevoegdheden aan rechters van familierechtbanken, die “speciale aandacht moeten besteden aan de bescherming van de belangen van kinderen”.

5. Tenuitvoerlegging van beslissingen die minderjarigen betreffen

In strafzaken zijn de ouders en de advocaat van de minderjarige rechtstreeks betrokken bij de tenuitvoerlegging van eventuele maatregelen. Een aantal maatregelen kan worden opgelegd door de kinderrechter of de onderzoeksrechter in de onderzoeksfase (voor minderjarigen tussen 10 en 18 jaar: plaatsingsmaatregelen, proeftijd, herstelbetalingen en dagbesteding; voor minderjarigen tussen 13 en 18 jaar: voorlopige hechtenis, toezicht van de rechter en huisarrest met elektronisch toezicht).

De kinderrechter kan bij minderjarigen tussen 10 en 18 jaar gelasten dat zij aan hun familie worden overgedragen, of herstelbetalingen, voorwaardelijke straf met een proeftijd, dagbesteding, plaatsingsmaatregelen of rechtsbescherming opleggen. Aan minderjarigen tussen 13 en 18 jaar kan de rechter ook een vermaning of waarschuwing geven of herstelwerkzaamheden, dagbesteding (dit kan bij minderjarigen tussen 16 en 18 jaar een taakstraf zijn), een proeftijd of rechtsbescherming opleggen. Mogelijke straffen voor minderjarigen tussen 10 en 18 jaar zijn: een gebiedsverbod, contactverbod, plaatsing en, in het uiterste geval voor minderjarigen ouder dan 13 jaar, gevangenisstraf (in de afdeling voor minderjarigen van een huis van bewaring of een instelling voor jeugddelinquenten; er moeten gespecialiseerde deskundigen aanwezig zijn).

In civielrechtelijke zaken zijn beslissingen inzake ouderlijke verantwoordelijkheid, levensonderhoud of de bescherming van aan risico’s blootgestelde minderjarigen onmiddellijk uitvoerbaar. Afhankelijk van het beoordelingsvermogen van de minderjarige zijn in de meeste gevallen de ouders verantwoordelijk voor de naleving van de rechterlijke uitspraak. In geval van een conflict met de ouders en in gevallen waarin een rechtbank nog niet eerder uitspraak heeft gedaan over de betreffende kwestie (bv. door een voogd te benoemen), is een beheerder verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen in het belang van de minderjarige.

6. Adoptie

Adoptie kent verschillende fasen: verkrijgen van goedkeuring, de bemiddeling en kennismaking tussen het kind en de adoptieouder en de juridische procedure waarin de ouder-kindrelatie wordt vastgelegd. Frankrijk kent twee soorten adoptie: gewone adoptie (de oorspronkelijke ouder-kindrelatie blijft bestaan) en volledige adoptie (alleen voor kinderen jonger dan 15 jaar; vervanging van oorspronkelijke ouder-kindrelatie door de relatie met de adoptieouders).

Het hof van beroep (Tribunal de Grande Instance) is in beide gevallen bevoegd en adoptie wordt alleen goedgekeurd als deze in het belang is van de minderjarige. Een minderjarige ouder dan 13 jaar moet instemmen met zijn adoptie.

Child-friendly justice in France PDF(749 Kb)fr

Laatste update: 31/07/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Kroatië

De handelingsbekwaamheid van het kind

In Kroatië hebben kinderen handelingsbekwaamheid (de bekwaamheid om rechten en plichten te hebben) en bevoegdheid om in rechte op te treden (de bevoegdheid om partij bij de procedure te zijn: klager of verdachte). Kinderen krijgen voor hun 18e verjaardag de bevoegdheid om rechtshandelingen te verrichten (de bevoegdheid om overeenkomsten te sluiten en de rechtsgevolgen teweeg te brengen, die doorgaans wordt verworven op de leeftijd van 18 jaar), als ze trouwen, vader of moeder worden (vanaf 16 jaar) of een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan (vanaf 15 jaar).

Toegang tot speciale procedures

Bij een strafproces waarbij kinderen betrokken zijn, kan een rol zijn weggelegd voor:

  • de ombudsman voor kinderen (pravobranitelj za djecu);
  • gespecialiseerde politieagenten bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, die zijn opgeleid om met minderjarige slachtoffers en daders te werken;
  • jeugdrechtbanken en ‑rechters, in strafprocessen waarbij kinderen betrokken zijn;
  • openbare aanklagers voor jeugdzaken bij het openbaar ministerie;
  • advocaten die zijn gespecialiseerd in rechtszaken met kinderen en die indien nodig worden aangesteld door de president van de rechtbank vanaf de lijst van de Kroatische orde van advocaten (Hrvatska odvjetnička komora) (gewoonlijk als strafrechtadvocaat);
  • maatschappelijk werkers die een grote rol spelen in strafprocessen waarbij kinderen betrokken zijn;
  • gespecialiseerde kinderklinieken en ‑ziekenhuizen;
  • verscheidene gespecialiseerde ngo’s, niet-juridische deskundige adviseurs (bij jeugdrechtbanken en het openbaar ministerie), vrijwilligers enz.

De deelname van kinderen of minderjarigen (tot de leeftijd van 23 jaar) aan gerechtelijke procedures in gevallen waarin zij de daders zijn van het strafbare feit, wordt geregeld door de wet op het jeugdrecht (Zakon o sudovima za mladež).

Civiele procedures worden gevoerd door gemeentelijke rechtbanken (općinski sudovi), ook de procedures waarbij kinderen betrokken zijn, want er zijn geen speciale rechtbanken die uitsluitend geschillen behandelen waarbij kinderen en minderjarigen betrokken zijn. Gemeentelijke rechtbanken zijn in eerste aanleg bevoegd voor de behandeling van zaken in verband met alimentatie, het bestaan of niet-bestaan van een huwelijk, nietigverklaring van een huwelijk en echtscheiding, erkenning of betwisting van vader- of moederschap en de voogdij over en ouderlijke zorg voor een kind.

De centra voor maatschappelijke zorg (Centri za socijalnu skrb) zijn overheidsinstellingen voor de bescherming en ondersteuning van kinderen, die de mogelijkheid hebben om invloed uit te oefenen op gerechtelijke beslissingen. In gerechtelijke procedures kunnen centra voor maatschappelijke zorg de juridische status van partij hebben. Zij kunnen ook als interveniërende partij aan de procedure deelnemen. Omdat de centra een belangrijke rol spelen bij de bescherming van kinderen in gerechtelijke procedures, hebben zij verschillende mogelijkheden om de belangen van kinderen te behartigen.

De ombudsman voor kinderen is een onafhankelijk orgaan dat uitsluitend verantwoordelijk is tegenover het parlement, met als opdracht toe te zien op de rechten en belangen van kinderen en deze te beschermen en te bevorderen.

Er zijn in Kroatië geen speciale rechtbanken of instellingen die zich uitsluitend bezighouden met de rechten van kinderen en minderjarigen in administratieve gerechtelijke procedures. De bestaande administratieve rechtbanken (upravni sudovi) zijn rechtbanken met een algemene bevoegdheid om alle administratieve geschillen te beslechten, met inbegrip van geschillen waarbij kinderen en minderjarigen betrokken zijn.

Alle bevoegde instanties die betrokken zijn bij strafprocessen waarbij een kind of een minderjarige als verdachte of slachtoffer betrokken is, moeten alles in het werk stellen om hun werkzaamheden zo snel mogelijk af te kunnen ronden. Volgens de wet op het jeugdrecht zijn strafprocessen tegen minderjarigen, tegen jongvolwassenen en, in zaken betreffende strafrechtelijke bescherming, tegen kinderen urgent van aard en mag er geen onnodige vertraging optreden bij het openen van het strafproces en het nemen van de betreffende gerechtelijke beslissingen. Gerechtelijke procedures tegen criminele minderjarigen, onderzoeken en procedures van de politie en openbaar aanklagers, zijn urgent van aard.

Vertragingen in de uitvoering van sancties tegen minderjarigen worden zo veel mogelijk beperkt en de rechtbank moet zonder onnodige vertraging beslissen om een procedure te beginnen, zodra de rechterlijke beslissing definitief is en er geen juridische belemmeringen zijn om deze uit te voeren.

Procedures waarin wordt beslist over de persoonlijke rechten van het kind, zijn urgent. De eerste zitting moet plaatsvinden binnen vijftien dagen vanaf de dag waarop de procedure is ingeleid. Een bevel met betrekking tot het nemen van voorlopige maatregelen, de uitoefening van het ouderlijk gezag en het hebben van een persoonlijke relatie met het kind, evenals een bevel tot huisvesting van het kind, worden gegeven en betekend binnen dertig dagen vanaf de dag waarop de procedure is ingeleid. De rechtbank van tweede aanleg moet haar beslissing geven en bekendmaken binnen dertig dagen vanaf de dag waarop zij het beroepschrift heeft ontvangen.

Overeenkomstig het wetboek van strafvordering heeft een slachtoffer – een kind of een minderjarige – het recht om te worden gehoord, het recht om te getuigen en het recht om aan het strafproces deel te nemen. Het kind of de minderjarige heeft bovendien het recht om te worden geïnformeerd over de relevante feiten, om bewijs aan te dragen in verband met een strafbaar feit en een strafproces, en om beroep in te stellen. In dit opzicht hebben zij het recht om verdachten, getuigen en deskundigen tijdens rechtszittingen vragen te stellen en hun opmerkingen en toelichtingen bij hun getuigenis in te dienen.

In de praktijk behelst de beoordeling van het belang van het kind het advies van deskundigen die optreden in een procedure voor de bescherming van het kind en die de rechtbank eveneens een maatregel ter bescherming van het kind kunnen voorstellen. De beoordeling van het belang van het kind wordt gebaseerd op de beginselen en werkmethoden van maatschappelijk werkers, psychologen, docenten enz.

Om te voldoen aan de bepalingen van de Europese Overeenkomst inzake de uitoefening van de rechten van het kind, kan de rechtbank in een zaak waarin de houder van het ouderlijk gezag vanwege zijn/haar belangenconflict met het kind is uitgesloten van de vertegenwoordiging van het kind, een bijzondere vertegenwoordiger voor het kind aanstellen. Deze vertegenwoordiger is doorgaans een advocaat met ruime ervaring in procedures waarbij kinderen betrokken zijn. In bepaalde gerechtelijke procedures, zoals de inverzekeringstelling van een kind of minderjarige, in echtscheidings- en adoptiezaken en in zaken die verband houden met de bescherming van de persoonlijke rechten en belangen van kinderen, kunnen bijzondere vertegenwoordigers worden aangesteld.

De bescherming van het belang van het kind is een van de beginselen die zijn vastgelegd in de Kroatische grondwet, waarin onder meer staat dat ouders de verantwoordelijkheid dragen voor de huisvesting, het welzijn en de opvoeding van hun kinderen en dat zij verantwoordelijk zijn voor de uitoefening van het recht van hun kinderen op een volwaardige en harmonieuze persoonlijke ontwikkeling. Op grond van de geldende wetgeving moet de staat speciale aandacht schenken aan wezen en minderjarigen die door hun ouders worden verwaarloosd, en heeft eenieder de plicht het kind te beschermen en de bevoegde instanties in te lichten als het kind mogelijk kwaad wordt gedaan. Jonge mensen, moeders en mensen met een handicap hebben recht op speciale bescherming op het werk. Eenieder zou onder gelijke voorwaarden toegang moeten hebben tot onderwijs. Volgens de wet is verplicht onderwijs gratis.

Toezicht op de tenuitvoerlegging van beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn

Kroatië heeft de wet op de uitvoering van sancties die zijn opgelegd aan jongeren die zijn veroordeeld voor strafbare feiten en overtredingen, aangenomen.

Deze wet is bedoeld om het volgende te regelen:

  • de voorwaarden voor de uitvoering van sancties voor strafbare feiten die zijn gepleegd door een kind/minderjarige als dader in het kader van strafprocessen, in het bijzonder de toepassing van educatieve maatregelen, jeugddetentie en conservatoire maatregelen; en
  • de voorwaarden voor de uitvoering van sancties in het geval van een strafbaar feit dat door een kind/minderjarige is gepleegd.

Voor vertegenwoordigers van het bevoegde centrum voor maatschappelijke hulp is een belangrijke rol weggelegd om erop toe te zien dat kinderen/minderjarigen die strafbare feiten hebben gepleegd, op passende wijze worden behandeld.

Het is ook de verantwoordelijkheid van het centrum voor maatschappelijke hulp om het kind op te roepen en door te verwijzen in verband met eventuele educatieve maatregelen en daarbij alle benodigde input en ondersteuning te geven. Educatieve maatregelen zijn bedoeld om jeugddelinquenten bescherming, zorg, hulp en toezicht, alsmede een algemene en beroepsgerichte opleiding, te verschaffen en zo invloed uit te oefenen op hun opvoeding, hun algemene persoonlijke ontwikkeling en de versterking van hun persoonlijke verantwoordelijkheid, zodat ze niet opnieuw in de fout gaan.

De verschillende typen educatieve maatregelen zijn: een berisping door de rechtbank; speciale verplichtingen (verontschuldigingen aanbieden aan de benadeelde partij, de door het strafbare feit ontstane schade vergoeden, voor zover dit voor het kind mogelijk is, regelmatig onderwijs volgen, de werkplek niet verlaten, een vak leren dat aansluit op hun mogelijkheden en voorkeuren, werk aanvaarden en dit volhouden, met geld omgaan onder toezicht en met advies van de verantwoordelijke voor de educatieve maatregel, een specifieke opleiding volgen, een training volgen, deelnemen aan het werk van humanitaire organisaties of activiteiten die van betekenis zijn voor de gemeente of het milieu, afzien van het bezoeken van bepaalde plaatsen, dat wil zeggen het gezelschap vermijden van bepaalde personen die een schadelijke invloed op hen hebben, met instemming van de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige medische behandelingen ondergaan of afkicken van drugs of andere verslavingen, een psychosociale interventie volgen, individueel of in groepsverband, bij een consultatiebureau voor jongeren, beroepsopleidingscursussen volgen, de vaste of tijdelijke verblijfplaats niet verlaten zonder de uitdrukkelijke toestemming van het centrum voor maatschappelijke hulp, een rijopleidingscentrum bezoeken om de kennis van de verkeersregels na te gaan, het slachtoffer niet benaderen of lastigvallen, of andere verplichtingen), intensivering van de zorg en het toezicht tijdens het verblijf in de onderwijsinstelling, verwijzing naar een tuchtcentrum, verwijzing naar een onderwijsinstelling, verwijzing naar een opleidingsinstituut, verwijzing naar een instelling voor speciaal onderwijs.

Detentie in een jeugdgevangenis is een vrijheidsbenemende straf met bijzondere kenmerken wat betreft de voorwaarden voor de oplegging, de duur, het doel en de inhoud van de straf. Een gevangenisstraf in een jeugdgevangenis kan worden opgelegd aan een oudere minderjarige (een minderjarige die op het moment van het strafbaar feit ten minste zestien en ten hoogste achttien jaar oud is) voor een strafbaar feit waarop wettelijk een gevangenisstraf van drie jaar of een zwaardere straf staat, wanneer het, gezien de aard en de ernst van het strafbaar feit en de grote mate van schuld, niet gerechtvaardigd zou zijn een educatieve maatregel op te leggen, en een sanctie passender is.

Kinderen of minderjarigen die niet handelingsbekwaam zijn, worden vertegenwoordigd door hun wettelijke vertegenwoordigers, van wie zij ook informatie ontvangen over rechterlijke beslissingen en de uitvoering van sancties.

Na een niet-contentieuze procedure kan de rechtbank tijdens de tenuitvoerleggingsprocedure beschermende maatregelen gelasten om ervoor te zorgen dat kinderen of minderjarigen worden beschermd tegen onnodige schade. Deze beschermende maatregelen zijn: beperking van ongepast contact of beperkt contact met de ouder, echtgenoot, grootvader, grootmoeder, broer of zus van het kind (of halfbroer of halfzus).

Toegang tot rechtsmiddelen

a) Strafproces

Op grond van de toepasselijke bepalingen van het wetboek van strafvordering heeft eenieder het recht beroep in te stellen tegen de beslissing van de bevoegde rechtbank. Als kinderen of minderjarigen het slachtoffer zijn van een strafbaar feit, hebben zij het recht om hoger beroep in te stellen tegen een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg, net als de openbare aanklager, de verdachte en de strafrechtadvocaat. De benadeelde kan beroep instellen tegen het vonnis dat volgt op de beslissing van de rechtbank over de kosten van het strafproces en de beslissing over de vordering met civiele partijstelling, maar als het openbaar ministerie rechtsvordering heeft ingesteld namens de benadeelde in de hoedanigheid van verzoeker, kan deze laatste beroep instellen op alle gronden waarop de beslissing kan worden aangevochten.

Alle personen die het recht hebben om beroep in te stellen tegen een vonnis, kunnen binnen acht dagen na ontvangst van het vonnis of de beslissing beroep aantekenen tegen een vonnis waarbij een minderjarige een sanctie wordt opgelegd, een beslissing waarbij een minderjarige een educatieve maatregel wordt opgelegd of een beslissing tot schorsing van de procedure. De strafrechtadvocaat, de officier van justitie, de echtgeno(o)t(e), evenals een verwant in opgaande of neergaande lijn, adoptieouder, voogd, broer, zus en pleegouder kunnen een beroep instellen ten behoeve van de minderjarige, ook als deze dat niet wil. Als de rechtbank van tweede aanleg de beslissing van de rechtbank van eerste aanleg wijzigt, mag zij een minderjarige alleen een zwaardere straf opleggen indien dat in het beroep wordt voorgesteld.

b) Civiele procedure

Kinderen of minderjarigen die betrokken zijn bij een gerechtelijke procedure, hebben het recht om een klacht in te dienen, of een beroep of vordering in te stellen op grond van de algemene regels van de wet op de civiele rechtsvordering en de wet op de burgerplicht.

Omdat kinderen of minderjarigen in het algemeen niet handelingsbekwaam zijn, verrichten doorgaans hun ouders of voogden als wettelijke vertegenwoordigers bepaalde handelingen namens en voor hen. De wettelijke vertegenwoordiger van het kind heeft het recht om namens het kind elke proceshandeling te verrichten, inclusief beroep instellen. Er kan beroep worden aangetekend tegen de beslissing van de rechtbank van eerste aanleg, waarbij de uitvoering van de rechterlijke beslissing wordt opgeschort. Beroep wordt aangetekend vanwege een wezenlijke schending van de voorschriften voor de civiele procesvoering, een onjuiste of onvolledige vaststelling van de feiten of een onjuiste toepassing van het materieel recht. De termijn om beroep in te stellen tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg in het kader van een civiele procedure is doorgaans binnen 15 dagen vanaf de datum van ontvangst van het vonnis.

Adoptie

In de wet op het gezin wordt adoptie beschouwd als speciale vorm van familierechtelijke zorg en bescherming voor kinderen zonder adequate ouderlijke zorg, waarbij een duurzame relatie tot stand wordt gebracht tussen de ouder en het kind en de opvoeding aan de adoptieouders wordt toegewezen. Een adoptieouder moet en Kroatisch staatsburger zijn (of bij uitzondering een buitenlandse onderdaan, als dit van bijzonder belang is voor het kind) en moet ouder zijn dan 21 jaar en ten minste 18 jaar ouder dan het geadopteerde kind. Een kind kan worden geadopteerd door een echtpaar of geregistreerde partners gezamenlijk, door één echtgeno(o)t(e)/partner als de andere echtgeno(o)t(e)/partner de ouder of adoptieouder van het kind is, met toestemming van de andere echtgeno(o)t(e)/partner, of door een persoon die niet gehuwd is en geen partnerschap buiten het huwelijk heeft gesloten.

De adoptie kan worden erkend tot het achttiende levensjaar van het kind en een kind kan worden geadopteerd als het voldoet aan de wettelijke eisen voor adoptie en als de adoptie in overeenstemming is met het welzijn van het kind. Als het kind 12 jaar of ouder is, is diens schriftelijke instemming met de adoptie vereist.

De adoptieprocedure wordt uitgevoerd door het centrum voor maatschappelijke hulp van de permanente of tijdelijke verblijfplaats van de personen die van plan zijn te adopteren.

Als de adoptieouder of een kind een buitenlandse staatsburger is, kan de adoptie alleen worden erkend met voorafgaande toestemming van het ministerie dat verantwoordelijk is voor maatschappelijk welzijn.

Laatste update: 19/05/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Cyprus

1. De handelingsbekwaamheid van het kind

In Cyprus is de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid 14 jaar. De leeftijd waarop een eiser een zaak zelf aan het gerecht kan voorleggen is 18 jaar.

2. Toegang tot aangepaste procedures

2.1 Strafrechtspraak

In het algemeen zijn kinderen niet bevoegd om een rechtsvordering in te stellen; hun ouders/voogden procederen voor hen.

Strafzaken waarbij een kind het slachtoffer is, worden behandeld door gewone strafrechtbanken. Wel bestaan er specifieke wetten met bijzondere bepalingen voor de bescherming van kindslachtoffers/-getuigen.

2.2. Civiele rechtspraak

Er bestaan geen gespecialiseerde instanties die de belangen behartigen van kinderen in civielrechtelijke procedures.

2.3. Bestuursrechtspraak

De Diensten voor Sociaal Welzijn van het ministerie van Werkgelegenheid, Welzijn en Sociale Zekerheid zorgen voor de bescherming en ondersteuning van kinderen gedurende het gehele gerechtelijke proces. Bij alle dienstverlening en beleidsmaatregelen van de Diensten voor Sociaal Welzijn staan de belangen van het kind voorop.

2.4. Er is voorzien in wettelijke en beleidsmaatregelen om onnodige vertraging te voorkomen in zaken waarbij kinderen betrokken zijn

Er bestaan geen tijdslimieten met betrekking tot de vraag wanneer civielrechtelijke procedures moeten worden geopend of afgesloten­, ongeacht of de betrokkene minderjarig of meerderjarig is.

In gewone civiele zaken proberen de rechtbanken, voor zover mogelijk gezien de enorme werklast, voorrang te geven aan zaken waarbij kinderen betrokken zijn. Verzoeken om voorlopige maatregelen worden zonder onnodige vertraging behandeld.

2.5. Mechanismen voor de ondersteuning van kinderen

In de civiele rechtspraak zijn er geen regelingen die zorgen voor geschikte, op kinderen afgestemde voorzieningen in gerechtsgebouwen. Er wordt geen psychische of andere steun aangeboden, tenzij er op basis van een diagnose is vastgesteld dat dergelijke ondersteuning noodzakelijk is.

Er bestaan geen voorschriften op basis waarvan rechtbankzittingen moeten worden aangepast aan het tempo en de aandachtsspanne van het kind. Als er tijdens de zitting beelden of andere materialen worden getoond die als schadelijk voor het kind kunnen worden geacht, kan de rechter gelasten het kind de rechtszaal uit te geleiden. De enige beschermingsmaatregel bij civielrechtelijke procedures is de zaak achter gesloten deuren te laten plaatsvinden.

3. Multidisciplinaire aspecten

Bij huiselijk geweld werken de Diensten voor Sociaal Welzijn samen met alle andere betrokken diensten op basis van een handboek voor interdepartementale procedures, die door de Raad van Ministers in 2002 is goedgekeurd. Bij seksueel misbruik van kinderen werken de Diensten voor Sociaal Welzijn samen met alle andere betrokken diensten. Daarbij wordt een multidisciplinaire aanpak gevolgd.

4. Opleiding van professionals

Het opleidingsinstituut voor de politie van Cyprus is de Politieacademie, die in alle geledingen van de opleiding aandacht besteedt aan de behandeling van zaken waarbij minderjarigen betrokken zijn. De op kinderen gerichte studieonderdelen, die zijn bedoeld voor de opleiding van politiefunctionarissen van alle rangen, worden aangeboden in de basisopleiding voor rekruten, in cursussen voor gevorderden en in gespecialiseerde cursussen.

De sociaal dienstverleners krijgen een basis- en voortgezette opleiding over juridische aspecten in verband met kinderen, zoals het kinderverhoor, de behandeling van zaken waarbij kinderen betrokken zijn enz.

Voor rechters in gewone burgerlijke en strafrechtbanken zijn er geen opleidingsvereisten met betrekking tot de behandeling van kinderen tijdens gerechtelijke procedures. Wanneer studiebijeenkomsten en conferenties in Cyprus of elders worden belegd, nemen rechters in het algemeen hieraan deel.

5. Belangen van het kind

Wanneer de rechter een beslissing moet nemen in het belang van het kind, kan hij/zij rekening houden met een door de Diensten voor Sociaal Welzijn opgesteld rapport, dat niet alleen de opmerkingen van de sociaal dienstverlener bevat maar ook de mening van het kind.

6. Toezicht op beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn

De Wet op minderjarige delinquenten zal naar verwachting grondig worden herzien met als doel meer specifieke procedures in te voeren ten gunste van kinderen en jongeren. Dit zal de procedures waarbij kinderen betrokken zijn, verbeteren en versterken, in het belang van het kind.

7. Toegang tot rechtsmiddelen

Een kind kan via zijn ouders, voogden of wettelijke vertegenwoordigers een klacht indienen, beroep aantekenen bij een rechterlijke instantie of vragen om een rechterlijke toetsing in het kader van normale procedures.

Gewone burgerlijke vorderingen tot schadevergoeding/schadeloosstelling tijdens of na een strafzaak waarin het kind slachtoffer was, moeten door de ouders/voogden namens het kind worden ingesteld. Gewone strafrechtbanken hebben beperkte bevoegdheid als het gaat om bevelen tot schadevergoeding van slachtoffers in feitelijke strafzaken.

Ingeval het kind en zijn ouders/voogden tegenstrijdige belangen hebben, kan de betreffende Dienst voor Sociaal Welzijn het kind onder de hoede plaatsen van de directeur van de Diensten voor Sociaal Welzijn, die de voogdij van het kind op zich zal nemen en, indien nodig, een wettelijk vertegenwoordiger aan het kind zal toewijzen.

8. Familie- en gezinsleven

De Republiek Cyprus kent drie soorten adoptie:

  • nationale adoptie,
  • interlandelijke adoptie,
  • adoptie van het kind van de echtgeno(o)t(e) uit een vorig huwelijk.

Overeenkomstig artikel 21 van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind geldt in alle adoptiezaken dat het belang van het kind daarbij de voornaamste overweging is.

Kindvriendelijke justitie in Cyprus PDF(572 Kb)en

Laatste update: 11/03/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Luxemburg

1. De handelingsbekwaamheid van het kind

De leeftijd waarop een eiser in Luxemburg een zaak zelf aan het gerecht kan voorleggen, is 18 jaar. Er bestaat een uitzondering voor ontvoogde kinderen, die zelfstandig een klacht kunnen indienen.

Voor de behandeling van strafbare feiten die zijn gepleegd door kinderen onder de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid, kent Luxemburg een gespecialiseerd rechtssysteem. De minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid in Luxemburg is 18 jaar. Dit betekent dat kinderen jonger dan 18 jaar krachtens het Luxemburgse rechtsstelsel geen “strafbare feiten” plegen, maar wel “als strafbare feiten aangemerkte handelingen” stellen, naar aanleiding waarvan een gespecialiseerde rechterlijke instantie, de jeugdrechtbank, beschermings-, zorg- en/of pedagogische maatregelen kan opleggen.

2. Toegang tot aangepaste procedures

Met uitzondering van bepaalde zaken in verband met familierecht en kinderbescherming worden civielrechtelijke zaken door civiele rechtbanken behandeld. Op het terrein van de administratieve rechtspraak zijn er geen speciale familie- en jeugdrechtbanken. Alleen beslissingen over asiel en migratie worden door administratieve rechtbanken getoetst.

  • Een gespecialiseerde rechtbank, de jeugdrechtbank, is bevoegd om zaken te behandelen met minderjarige verdachten en daders, en om beschermingsmaatregelen op te leggen voor kinderen die hulp en bescherming nodig hebben. De jeugdrechtbank (tribunal de la jeunesse) kan ook pedagogische en voorlopige maatregelen opleggen. Minderjarige verdachten/daders worden niet als daders gezien, maar als kinderen die bescherming en hulp nodig hebben. Het strafrecht is dan ook niet als zodanig op kinderen van toepassing.
  • In het algemeen behandelt de afdeling jeugdbescherming van het openbaar ministerie alles wat met kinderen en gezinnen te maken heeft. Wanneer kinderen als slachtoffer bij gerechtelijke procedures betrokken zijn, werken de openbare aanklagers nauw samen met de afdeling jeugdbescherming van de gerechtelijke politie.
  • Luxemburg heeft een gespecialiseerde rechterlijke instantie, de jeugdrechtbank, voor de behandeling van zaken op het gebied van kinderbescherming. Jeugdrechtbanken werken met gespecialiseerde rechters. Jeugdrechters zijn bevoegd om het jeugdbeschermingsrecht te handhaven. De familierechter is bevoegd om zaken te behandelen die betrekking hebben op het ouderlijk gezag. De familierechter oefent ook toezicht uit over het werk van wettelijke vertegenwoordigers en voogden. In deze rol kan de familierechter de wettelijke vertegenwoordigers en voogden van een kind, evenals het kind zelf, om toelichting vragen.

3. Wettelijke en beleidsmaatregelen om onnodige vertraging te voorkomen in zaken waarbij kinderen betrokken zijn

Er gelden geen specifieke bepalingen om te zorgen dat civielrechtelijke procedures waarbij kinderen betrokken zijn, zonder onnodige vertraging plaatsvinden. Wat de procedurele termijnen betreft, zijn de algemene regels (die ook voor meerderjarigen gelden) van toepassing. Deze regels verschillen naargelang van de rechtbank die de zaak behandelt.

4. Mechanismen en procedures voor de ondersteuning van kinderen en de belangen van het kind

Deze dienst kan het kind helpen bij de toegang tot rechtsmiddelen. Het kind kan zich ook door een advocaat laten bijstaan.

  • Het begrip “belang van het kind” wordt in de betreffende wetgeving niet gedefinieerd.

De rechters zijn bevoegd om te beoordelen wat het belang van het kind is. Daarbij kunnen zij meerdere factoren laten meewegen, zoals het welzijn van het kind, sociale factoren enz. Ondanks de wettelijke voorschriften over procesbevoegdheid kan de rechtbank bij het bepalen van het belang van het kind toch rekening houden met de standpunten van het kind zelf. Het kind kan zijn standpunten te kennen geven wanneer het wordt gehoord in civielrechtelijke zaken, bijvoorbeeld over het ouderlijk gezag.

Alle rechtbanken houden zich aan internationale rechtsinstrumenten als de Europese Overeenkomst inzake de uitoefening van de rechten van het kind en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

5. Toezicht op de tenuitvoerlegging van beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn

Kinderen kunnen niet zelfstandig om de tenuitvoerlegging van een gerechtelijke beslissing vragen. Hun wettelijke vertegenwoordiger oefent namens hen dat recht uit.

Wanneer er tegen een minderjarige verweerder een beslissing is gegeven, moet de beslissing ten uitvoer worden gelegd ten laste van het vermogen van het kind. Tegen minderjarige verweerders die de krachtens een rechterlijke beslissing op hen rustende verplichtingen niet nakomen, kan als dwangmaatregel geen detentie worden opgelegd.

In kinderbeschermingszaken kan het kind, vertegenwoordigd door een advocaat, wel zelf om tenuitvoerlegging van een gerechtelijke beslissing vragen.

6. Toegang tot rechtsmiddelen

Als een kind bij een gewone rechtbank een klacht wil indienen, in beroep wil gaan of een verzoek om rechterlijke toetsing wil indienen, moet het worden vertegenwoordigd door zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger. Voor ontvoogde kinderen wordt een uitzondering gemaakt; zij kunnen zelfstandig een klacht indienen.

Omdat de wettelijke vertegenwoordiger het kind vertegenwoordigt en namens het kind optreedt, kan hij of zij zonder de instemming van het kind indieningen verrichten en beroepen instellen. Bij een belangenconflict tussen ouders en kind kan de rechtbank een ad-hocvoogd aanwijzen.

Ook tegen beslissingen van de jeugdrechtbank kan het kind, bijgestaan door een advocaat, beroep instellen.

7. Instellingen die belast zijn met hulp aan kinderen:

8. Adoptie

In Luxemburg staat de mogelijkheid van adoptie open voor alle inwoners van het land, ongeacht of zij onderdaan zijn of niet, alsmede voor niet-inwoners die een persoon willen adopteren die in Luxemburg woont.

Wat betreft de eisen voor adoptie geldt het nationale recht van de adoptieouder(s).

Als de twee adopterende echtgenoten niet dezelfde nationaliteit hebben of staatloos zijn, is het toepasselijke recht het recht van hun gemeenschappelijke gewone verblijfplaats op het moment van het verzoek.

Voor adoptiekinderen wordt de wetgeving van hun land van herkomst toegepast, tenzij zij door de geplande adoptie de nationaliteit van de adoptieouder(s) krijgen. In het geval van conflicterende jurisdictieregels geldt het recht van het land waar de adoptie op geldige wijze plaatsvindt.

Wie een kind wil adopteren, moet eerst contact opnemen met het ministerie van Nationaal Onderwijs, Kinderen en Jeugd (MENJE) om een adoptieaanvraag in te dienen. Voordat wordt beoordeeld of de aanvrager geschikt is om te adopteren, moet deze eerst de adoptievoorbereidingscursus volgen.

Het Adoptiehuis (Maison de l’Adoption) is een dienst die advies geeft over adoptie aan mensen die bij adoptie betrokken zijn (kandidaat-adoptieouders, adoptiekinderen, adoptiegezinnen, professionals die bij adoptie betrokken zijn).

Het verleent ook ondersteuning, zowel tijdens als na de adoptieprocedure, via gepersonaliseerde consulten.

De adoptieprocedure in Luxemburg bestaat uit een aantal stappen.

De link wordt in een nieuw venster geopend.Link naar wetgeving

Kindvriendelijk recht in Luxemburg (in het Engels en in het Frans) PDF(989 Kb)en

Laatste update: 10/12/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Malta

Het Maltese recht bevat verschillende definities van wie juridisch als “kind” wordt aangemerkt (of de handelingsbekwaamheid van het kind).

1. De handelingsbekwaamheid van het kind

In Malta is de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid 14 jaar. De minimumleeftijd om zelf een zaak aan het gerecht te kunnen voorleggen is 18 jaar.

2. Toegang tot aangepaste procedures

De jeugdrechtbank is de gespecialiseerde rechtbank voor de behandeling van zaken met minderjarige delinquenten. Kindslachtoffers worden gehoord via een videoverbinding. Civiele procedure: minderjarigen onder de 18 jaar kunnen uitsluitend via een ouder, mentor, curator of voogd in rechte optreden als eiser of verweerder. In geval van een scheiding van tafel en bed of een echtscheiding houdt de rechtbank gedurende de procedure echter altijd rekening met het belang van het kind. Zaken in de bestuursrechtspraak waarin kinderen een rol spelen, kunnen betrekking hebben op kinderbescherming, adoptie, pleegzorg, niet-begeleide asielzoekers en kinderen in asielprocedures.

3. Wettelijke en beleidsmaatregelen om onnodige vertraging te voorkomen in zaken waarbij kinderen betrokken zijn

De wettelijke en beleidsmaatregelen om onnodige vertraging te voorkomen in zaken waarbij kinderen betrokken zijn, verschillen naargelang van de omstandigheden. Bij strafzaken kan het kind slachtoffer zijn of dader. Bij een civiele zaak kan het gaan om een familiezaak, waarbij de belangen van het kind vooropstaan. Bij een bestuursrechtelijke zaak met minderjarigen waarin een kinderbeschermingsmaatregel wordt uitgevaardigd, komt de zaak voor een gespecialiseerde rechtbank, de jeugdrechtbank.

4. Mechanismen en procedures voor de ondersteuning van kinderen en de belangen van het kind

Het Maltese recht kent geen overkoepelende regeling waarin de voorwaarden worden bepaald waaronder een kwetsbaar kind tijdens de verschillende strafrechtelijke of bestuursrechtelijke procedures moet worden gehoord. Wetten van uiteenlopende status en door rechterlijke en semi-rechterlijke organen toegepaste procedures zorgen ervoor dat de respectieve bestuursrechtszaken en strafzaken in overeenstemming zijn met artikel 12 van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind (VRK). In Malta kan ieder kind in de getuigenbank plaatsnemen, maar de rechtbank moet zich er terdege van verzekeren dat de kindgetuige begrijpt dat het verkeerd is om een valse getuigenis af te leggen.

5. Toezicht op de tenuitvoerlegging van beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn

Het toezicht op en de tenuitvoerlegging van beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn, is afhankelijk van de aard van de zaak. Wat het strafrecht betreft, voorziet de Maltese wetgeving in de volgende mogelijkheden: gevangenisstraf, kinderbeschermingsmaatregelen, proeftijdbeslissingen en voorwaardelijke invrijheidstelling. Wat civiele procedures betreft, worden beslissingen waarbij kinderen als eiser of verweerder betrokken zijn, op dezelfde manier ten uitvoer gelegd als beslissingen waarbij volwassenen als eiser of verweerder betrokken zijn. Bij bestuursrechtelijke procedures naar Maltees recht kunnen kinderen uitsluitend als eiser of verweerder in rechte optreden via de ouder die het ouderlijk gezag uitoefent, of, bij ontstentenis van een dergelijke ouder, een mentor of curator. Zaken op het gebied van kinderbescherming kunnen aanhangig worden gemaakt door de juridische afdeling van “Agenzija Appogg” of door een eigen advocaat.

6. Toegang tot rechtsmiddelen

Ingevolge het Maltese recht hebben kindslachtoffers in strafrechtelijke procedures geen specifieke rechten; deze rechten vloeien voort uit de wet zelf en zijn van toepassing op alle slachtoffers, zowel kinderen als volwassenen. In het kader van civiele of bestuurszaken kan een kind via zijn ouders, verzorgers of voogden een klacht indienen, beroep aantekenen bij een rechterlijke instantie of vragen om een rechterlijke toetsing. Tijdens contentieuze procedures tussen de houders van het ouderlijk gezag voor de familierechtbank kan aan het kind een advocaat worden toegewezen die de belangen van het kind behartigt.

7. Adoptie

De adoptieprocedure in Malta verloopt in verschillende fasen.

Kindvriendelijke justitie in Malta PDF(366 Kb)en

Laatste update: 31/07/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Portugal

1. Handelingsbevoegdheid van minderjarigen

Volgens het burgerlijk wetboek hebben minderjarigen, dat wil zeggen personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, in beginsel geen handelingsbevoegdheid. De handelingsbevoegdheid van minderjarigen valt onder de verantwoordelijkheid van de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of, in voorkomend geval, de voogdij hebben. Deze vormen van wettelijke vertegenwoordiging stellen een persoon in staat namens en in het belang van de minderjarige te handelen.

Personen jonger dan 18 jaar hebben in beginsel ook geen bevoegdheid om in rechte op te treden. In rechte worden zij vertegenwoordigd door hun vertegenwoordigers, behalve als het handelingen betreft die zij persoonlijk en vrijelijk kunnen verrichten. Minderjarigen die onder de ouderlijke verantwoordelijkheid van beide ouders vallen, worden in rechte door beide ouders vertegenwoordigd. De goedkeuring van beide ouders is noodzakelijk om een rechtsvordering te kunnen instellen.

De gevolgen van door kinderen en jongeren gepleegde handelingen die wettelijk als strafbare feiten worden aangemerkt, hangen af van de leeftijdsgroepen waarop de verschillende rechtsstelsels van toepassing zijn. Indien dergelijke handelingen worden gepleegd:

  • door een persoon jonger dan 12 jaar, dan geldt het stelsel van de wet inzake de bescherming van kinderen en jongeren die gevaar lopen (wet nr. 147/99 van 1 september 1999), die uitsluitend voor beschermingsdoeleinden geldt;
  • door een persoon tussen 12 en 16 jaar, dan is de wet inzake de educatieve voogdij van toepassing (wet nr. 166/99 van 14 september 1999). In deze wet zijn beschermende educatieve maatregelen vastgelegd om minderjarigen juridisch te vormen en hen op een waardige en verantwoorde manier in het gemeenschapsleven te integreren;
  • door een persoon ouder dan 16 jaar, dan wordt deze persoon strafrechtelijk aansprakelijk gesteld en kan een sanctie worden opgelegd, waarbij de strafrechtelijke aansprakelijkheid wordt bepaald overeenkomstig het wetboek van strafvordering. Jongeren tussen 16 en 21 jaar krijgen een speciale strafrechtelijke behandeling overeenkomstig wetsdecreet nr. 401/82 van 23 september 1982.

2. Toegang tot aangepaste procedures

De Portugese gerechtelijke structuur omvat gespecialiseerde rechtbanken en juízos voor minderjarigen. Deze rechtbanken en juízos zijn met name bevoegd om zaken te behandelen die verband houden met de regeling van ouderlijke verantwoordelijkheden, onderhoudsverplichtingen, adoptieprocedures, de toepassing van voogdijmaatregelen enz. Kwesties in verband met het recht op asiel, immigratie en de vluchtelingenstatus van minderjarigen worden door de administratieve rechtbanken behandeld.

De in de punten 3 en 4 genoemde elementen zijn voorbeelden van aanpassingen van gerechtelijke procedures waarbij minderjarigen zijn betrokken. Een ander voorbeeld betreft de wijzigingen van het wetboek van strafvordering als gevolg van de omzetting van Richtlijn (EU) 2016/800:

  • in het geval van vervolging wegens een strafbaar feit in verband met mensenhandel, schendingen van vrijheden of seksuele zelfbeschikking, zijn procedurele handelingen waarbij minderjarige verdachten betrokken zijn, met inbegrip van rechtszittingen, in de regel vertrouwelijk;
  • in ieder geval is het eenieder die niet bij de procedure betrokken is verboden de processen-verbaal van verhoren waarin de verdachte minderjarig is, te raadplegen, zelfs indien hij daarbij een rechtmatig belang heeft;
  • in de proceshandelingen waarin hij verschijnt, heeft de minderjarige verweerder het recht zich te laten vergezellen door de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen, door zijn wettelijke vertegenwoordiger of door een persoon die het feitelijke gezag uitoefent. Indien het onmogelijk is met deze personen contact te leggen, of wanneer dit het gevolg is van bijzondere omstandigheden en redenen die verband houden met het belang van de minderjarige of met de specifieke vereisten van de procedure, en uitsluitend zolang die omstandigheden voortduren, mag hij worden vergezeld door een andere door hem aangewezen en door de bevoegde rechterlijke autoriteit aanvaarde persoon.

3. Wetten en maatregelen om vertragingen te beperken in gevallen waarbij minderjarigen zijn betrokken

In burgerlijke zaken:

  • de gerechtelijke procedure voor de adoptieprocedure wordt geacht spoedeisend te zijn (artikel 32 van wet nr. 143/2015 van 8 september 2015);
  • volgens het wettelijk kader van de civiele voogdijprocedure (goedgekeurd bij wet nr. 141/2015 van 8 september 2015): i) worden civiele voogdijprocedures waarvan de vertraging de belangen van het kind kan schaden, tijdens gerechtelijke vakanties niet opgeschort; ii) moeten beslissingen die dringend worden geacht, binnen maximaal twee dagen worden gegeven; iii) moet, indien een dwangmaatregel is opgelegd of een bijkomende straf wordt opgelegd die contact tussen ouders verbiedt, of indien de rechten en veiligheid van slachtoffers van huiselijk geweld en andere vormen van geweld in het gezin ernstig worden bedreigd, bijvoorbeeld in geval van kindermishandeling of kindermisbruik, het openbaar ministerie binnen maximaal 48 uur nadat het van de situatie kennis heeft genomen, verzoeken dat de uitoefening van de ouderlijke verantwoordelijkheid van de minderjarige wordt geregeld of de regeling ervan wordt gewijzigd; iv) moet de zitting waar de behandeling plaatsvindt en de beslissing wordt gegeven zonder onderbrekingen plaatsvinden en een onderbreking ervan is slechts mogelijk in geval van overmacht of indien het absoluut noodzakelijk is.

In strafzaken:

  • de wet inzake de educatieve voogdij (wet nr. 166/99 van 14 september 1999) bepaalt: i) dat procedures met betrekking tot een minderjarige die in een openbare of particuliere instelling, in een onderwijsinstelling of in een ziekenhuis met het oog op een persoonlijkheidsonderzoek in verzekerde bewaring is gesteld, tijdens gerechtelijke vakanties niet mogen worden geschorst; ii) dat indien wordt vastgesteld dat vertraging in de procedure de minderjarige schade zou kunnen berokkenen, de rechter bij met redenen omklede beschikking beslist dat de procedure dringend is en als zodanig niet wordt geschorst tijdens de vakantieperiode; iii) dat wanneer een opsluitingsmaatregel wordt toegepast en daartegen in beroep wordt gegaan, de procedure spoedeisend is en deze tijdens vakanties niet mag worden geschorst; iv) dat beslissingen die dringend worden geacht, binnen maximaal twee dagen moeten worden gegeven.

4. Specifieke mechanismen en procedures ter ondersteuning van het kind en voor het belang van het kind

In civielrechtelijke procedures en in het kader van de regeling van de uitoefening van de ouderlijke verantwoordelijkheden worden minderjarigen ouder dan 12 jaar of die, gezien hun leeftijd en ontwikkelingsniveau, in staat zijn de besproken kwesties te begrijpen, gehoord tijdens een hoorzitting. Het beginsel van hoor en deelname van het kind is bovendien een van de leidende beginselen van civiele voogdijprocedures die door het wettelijk kader van de civiele voogdijprocedure worden geregeld. Artikel 5, lid 1, van dat kader bepaalt dat “[het] kind het recht heeft te worden gehoord, waarbij de rechterlijke autoriteiten bij het bepalen van zijn belangen rekening houden met zijn mening”.

Voor minderjarigen die het slachtoffer zijn van een strafbaar feit, bepaalt de status van slachtoffer (goedgekeurd bij wet nr. 130/2015 van 4 september 2015 tot omzetting van Richtlijn 2012/29/EU) in het bijzonder:

i) hun recht om te worden gehoord in strafprocedures, rekening houdend met hun leeftijd en ontwikkelingsniveau;

ii) de verplichte aanwijzing van een mentor wanneer hun belangen in strijd zijn met die van hun ouders, wettelijke vertegenwoordiger of voogd wanneer zij zich tot de rechter wenden, mits hun ontwikkelingsniveau voldoende wordt geacht om een dergelijk verzoek in te dienen; en

iii) dat audio- of audiovisuele opnames van hun verhoor in het kader van het strafrechtelijk onderzoek worden gemaakt, zodat hun getuigenis tijdens het proces in aanmerking kan worden genomen. Verklaringen worden in een informele en afgeschermde omgeving verkregen, met name om ervoor te zorgen dat de antwoorden spontaan en oprecht zijn.

De wet inzake de bescherming van kinderen en jongeren die gevaar lopen bepaalt dat kinderen het recht hebben om deel te nemen en te worden gehoord en hanteert daarbij vier criteria:

a) een leeftijd van 12 jaar of ouder;

b) een leeftijd jonger dan 12 jaar;

c) de leeftijd is niet relevant; en

d) het ontwikkelingsniveau.

Een van de algemene beginselen van de voogdijprocedure die in de wet inzake de educatieve voogdij is vastgelegd, is het horen van de minderjarige (artikel 47). Deze wet regelt ook het recht van de minderjarige om in elke fase van de procedure deel te nemen, zelfs wanneer hij in hechtenis is genomen of in verzekerde bewaring is gesteld; deze deelname moet zijn persoonlijke vrijheid waarborgen en een minimum aan beperkingen opleggen (artikel 45).

5. Tenuitvoerlegging van beslissingen betreffende minderjarigen

In het algemeen zijn in civiele procedures beslissingen waarbij kinderen als eiser of verweerder zijn betrokken op dezelfde wijze van toepassing als beslissingen waarbij volwassenen als eiser of verweerder zijn betrokken.

Bepaalde factoren en omstandigheden rechtvaardigen echter het bestaan van een bepaalde juridische discipline. Zo kan de rechter, wanneer het gevaar bestaat dat de beslissing tot regeling van de uitoefening van het ouderlijk gezag wordt geschonden, voor een nader te bepalen periode verlangen dat toezicht wordt gehouden op de toepassing van het door de technische adviesdiensten ingevoerde stelsel (wettelijk kader van de civiele voogdijprocedure). Elke niet-nakoming van onderhoudsverplichtingen is strafbaar op grond van het strafrecht, waarbij de strafprocedure wordt vastgesteld op basis van de klacht (artikel 250 van het wetboek van strafrecht).

In strafzaken kunnen krachtens de wet inzake de educatieve voogdij de drie vastgelegde conservatoire maatregelen (overlevering van de minderjarige aan de ouders, de wettelijke vertegenwoordiger, het pleeggezin, de feitelijke voogd of elke andere geschikte persoon, met oplegging van verplichtingen aan de minderjarige; voogdij over de minderjarige in een openbare of particuliere inrichting; of de voogdij over de minderjarige in een onderwijsinstelling), hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek, worden vervangen door een andere handeling indien de rechter tot de conclusie komt dat de beoogde doelstellingen niet worden bereikt. In ieder geval wordt de gekozen maatregel om de twee maanden informeel geëvalueerd.

In de beslissing wijst de rechtbank de entiteit aan die verantwoordelijk is voor het toezicht op en de tenuitvoerlegging van de toegepaste maatregel. Behalve in de gevallen waarin de entiteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op en de tenuitvoerlegging van de maatregel bij wet is aangewezen, kan de rechtbank de uitvoering van de maatregel toevertrouwen aan een openbare dienst, een sociale hulpinstelling, een niet-gouvernementele organisatie, een vereniging, een sportclub of een andere publiek- of privaatrechtelijke entiteit, of een natuurlijke persoon die relevant wordt geacht. De aldus aangewezen instantie is verplicht de rechter, onder de voorwaarden en volgens de frequentie die bij wet of, bij gebreke daarvan, door de rechter zijn vastgesteld, in kennis te stellen van de uitvoering van de toegepaste maatregel en van de ontwikkeling van de onderwijssituatie van de minderjarige, alsmede van alle omstandigheden die de toetsing van die maatregel kunnen rechtvaardigen.

6. Adoptie

Adoptie is een middel om een ouder-kindrelatie tot stand te brengen tussen een kind zonder gezin en een persoon of een paar. Hiervoor is een formeel besluit vereist. Het adoptiebesluit moet op legitieme gronden zijn gebaseerd; het moet leiden tot echte voordelen voor het kind; er mag geen sprake zijn van nadelige gevolgen voor de andere kinderen van de adoptiepersoon/-personen en redelijkerwijs mag worden verwacht dat dezelfde relatie als die van bloedverwantschap zal bestaan tussen de adoptiepersoon/-personen en het kind of de jongere.

Na een adoptiebesluit moet het geadopteerde kind of de geadopteerde jongere:

  • om alle juridische redenen de status van kind van de geadopteerde persoon of personen verkrijgen, waarbij zijn of haar rechten en plichten dezelfde zijn als die welke zouden voortvloeien uit een natuurlijke bloedverwantschap, waarbij het kind volwaardig lid wordt van zijn adoptiefamilie;
  • de band met zijn gezin van herkomst verbreken en elk contact ermee beëindigen, behalve in de wettelijk bepaalde gevallen, die onder meer betrekking kunnen hebben op biologische broers en zussen, mits de adoptieouders daarmee instemmen en dit contact gerechtvaardigd is in het belang van het geadopteerde kind;
  • afstand doen van zijn oorspronkelijke achternaam en die van de adoptiepersoon/-personen verkrijgen;
  • indien gewenst, op verzoek van de adoptiepersoon/-personen - indien de rechter van oordeel is dat het in zijn belang is om de integratie in de nieuwe familie te bevorderen - de voornaam wijzigen.

Krachtens het burgerlijk wetboek komen de volgende personen in aanmerking voor een adoptieprocedure:

  • twee personen (al dan niet van hetzelfde geslacht), ouder dan 25 jaar, gehuwd gedurende meer dan vier jaar (de periode waarin zij direct voorafgaand aan hun huwelijk ongehuwd hebben samengewoond, kan worden meegerekend), zolang zij niet wettelijk gescheiden zijn;
  • een persoon ouder dan 30 jaar of, indien het geadopteerde kind het kind van zijn echtgenoot is, ouder dan 25 jaar.

Er zij op gewezen dat in de regel:

  • de leeftijd van de adoptiepersoon niet hoger mag zijn dan 60 jaar op de datum waarop het kind of de jongere formeel ter adoptie aan deze persoon wordt toevertrouwd;
  • indien de adoptiepersoon ouder is dan 50 jaar, mag het leeftijdsverschil met het geadopteerde kind niet meer dan 50 jaar bedragen, behalve om dwingende redenen of indien dit gerechtvaardigd is in het belang van het geadopteerde kind (bv. wanneer een broer en zus worden geadopteerd en het verschil van meer dan 50 jaar slechts voor één van de kinderen geldt).

Het geadopteerde kind moet instemmen met adoptie als het ouder is dan 12 jaar. Laatstgenoemde moet worden gehoord tijdens een zitting van de rechter, in aanwezigheid van het openbaar ministerie, onder de voorwaarden en met inachtneming van de regels die zijn vastgesteld voor het horen van kinderen in civiele voogdijprocedures.

Krachtens wet nr. 143/2015 van 8 september 2015 mogen geadopteerde kinderen jonger dan 16 jaar niet om toegang tot informatie over hun herkomst verzoeken. Na 16 jaar heeft de geadopteerde jongere het recht deze informatie expliciet op te vragen. Tot de leeftijd van 18 jaar is echter altijd de toestemming van de adoptieouders of wettelijke vertegenwoordiger vereist. Indien de reden voor het verzoek om toegang op ernstige gronden is gebaseerd, met name wanneer de gezondheid van een geadopteerde minderjarige op het spel staat, kan de rechter op verzoek van de ouders of het openbaar ministerie toegang verlenen tot informatie over de achtergrond van een geadopteerde minderjarige.

Wet nr. 143/2015 regelt de nationale en internationale adoptieprocessen en de betrokkenheid van de bevoegde autoriteiten bij deze processen.

Laatste update: 07/04/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Finland

1. De handelingsbekwaamheid van het kind

In Finland is de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid 15 jaar.

In andere gevallen is de minimumleeftijd waarop een zaak voor de rechter kan worden gebracht, 12 (gezondheidsgeschillen, uithuisplaatsing), 15 (geschillen in verband met werk, asiel, migratie, onderwijs en administratieve sancties) of 18 jaar (familiegeschillen).

2. Toegang tot aangepaste procedures

Onderzoeken gericht op kinderen worden zoveel mogelijk toegewezen aan politieagenten die zijn opgeleid en ervaring hebben op dat terrein. Grotere politiekorpsen hebben gespecialiseerde afdelingen of agenten voor het onderzoeken van strafbare feiten tegen kinderen. In principe wordt het onderzoeken van strafbare feiten tegen kinderen bij alle politiekorpsen toegewezen aan rechercheurs die over professionele vaardigheden en bijzondere deskundigheid voor dit soort strafbare feiten beschikken.

Het openbaar ministerie heeft een systeem van speciale aanklagers om deskundigheid in een bepaalde specialisatie te waarborgen en de professionele vaardigheden van aanklagers op peil te houden en verder te ontwikkelen. Er is een groep officieren van justitie die gespecialiseerd zijn in geweld tegen kinderen en vrouwen. Zij leiden andere officieren van justitie op binnen hun expertisegebied.

Onderzoeken gericht op kinderen worden zoveel mogelijk toegewezen aan agenten die zijn opgeleid en ervaring hebben opgedaan op dat terrein.

De ombudsman voor kinderen behartigt de belangen van kinderen en bevordert de naleving van de rechten van het kind in het algemeen, maar behandelt geen afzonderlijke gevallen.

3. Mechanismen en procedures voor de ondersteuning van kinderen

Sinds begin 2016 kunnen in de rechtszaal ook video-opnames van 15- tot 17-jarige slachtoffers als bewijs worden gebruikt, wanneer de slachtoffers speciale bescherming nodig hebben.

Volgens de wet op strafrechtelijk onderzoek moet de recherche waar nodig met een arts of andere deskundige overleggen of bepaalde onderzoeksmaatregelen geoorloofd zijn ten aanzien van een persoon jonger dan 18 jaar.

In de regel worden minderjarige slachtoffers en getuigen verhoord door politieagenten die zijn opgeleid en ervaring hebben opgedaan op dat terrein. Het verhoor kan ook door een gezondheidswerker worden afgenomen.

In samenwerking met de academische ziekenhuizen van grote steden zijn er speciale expertisecentra die gespecialiseerd zijn in het verhoren van minderjarige slachtoffers van een strafbaar feit. De politie werkt nauw samen met deze centra.

4. Opleiding van professionals

Het ministerie van Justitie verzorgt regelmatig bijscholingscursussen voor rechters, rechtbankpersoneel en advocaten op het gebied van kinderpsychologie, rechtspsychologie, rechten van slachtoffers, mensenrechten en speciale behoeften van slachtoffers van seksueel misbruik. Ook officieren van justitie kunnen aan deze cursussen deelnemen.

Het openbaar ministerie verzorgt opleidingen voor aanklagers over de aanpak van zaken van seksueel en lichamelijk misbruik van kinderen. Onderwerpen die daarbij aan bod komen, zijn onder meer de ontwikkeling van kinderen, kinderpsychologie en het verhoren van kinderen.

In de opleiding van politieagenten wordt aandacht besteed aan kinderpsychologie, communicatievaardigheden en het verhoren van kinderen. Professionals die een speciale opleiding bij de nationale politie hebben gevolgd, krijgen een speciale kwalificatie als deskundige.

5. Toegang tot rechtsmiddelen

Over een beslissing van de aanklager om niet tot vervolging over te gaan, kan een klaagschrift worden ingediend bij de procureur-generaal, die het recht heeft om een heroverweging van de aanklacht te initiëren.

6. Het familie- en gezinsleven

De eerste stap in het adoptieproces is adoptiecounseling door gemeentelijke welzijnsorganisaties en Save the Children Finland. Er zijn voor cliënten geen kosten aan adoptiecounseling verbonden. Om een aanvraag van beginseltoestemming voor adoptie en een adoptieverzoek te kunnen indienen moet de verlener van adoptiecounseling schriftelijk verslag uitbrengen over de verlening van adoptiecounseling. Het verslag moet de benodigde gegevens bevatten over de betrokkenen en hun omstandigheden.

Op basis van het verslag neemt de adoptieraad een besluit over de verlening van toestemming voor adoptie. Voor zowel binnenlandse als interlandelijke adoptie van een minderjarig kind is beginseltoestemming van de adoptieraad vereist. De toestemming is twee jaar geldig. De aanvragers kunnen verlenging van de geldigheid van de toestemming aanvragen.

Er is slechts een soort adoptie. Zodra een adoptie is erkend, geldt het geadopteerde kind als het kind van de adoptieouders en niet van de voormalige ouders.

Beginseltoestemming voor adoptie is niet nodig als het te adopteren kind het kind is van de huwelijkspartner van de adoptieouder of een kind voor wie de adoptieouder anderszins al een vaste verzorger en opvoeder is.

In beginsel moet wie een kind uit het buitenland wil adopteren, niet alleen adoptiecounseling krijgen maar ook altijd interlandelijke adoptiediensten aanvragen. Deze diensten worden verleend door de afdeling maatschappelijke dienstverlening van de gemeente Helsinki, Save the Children Finland en Interpedia.

Aan het eind van het proces wordt de adoptie via een besluit van de rechtbank erkend.

Kindvriendelijk recht in Finland (in het Engels) PDF(534 Kb)en

Laatste update: 03/08/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures - Zweden

1. Minimumleeftijd waarop een eiser een zaak zelf aan het gerecht kan voorleggen

In Zweden is de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid 15 jaar. Voor zaken in verband met familie, werk, migratie en asiel, alsmede administratieve sancties is de minimumleeftijd 18 jaar. Voor onderwijsaangelegenheden is deze 16 jaar en voor zaken in verband met gezondheid (uitsluitend als het gaat om gedwongen psychiatrische detentie/verpleging) en uithuisplaatsing 15 jaar (hoewel kinderen daarbij doorgaans verweerders zullen zijn en geen eisers).

2. Gespecialiseerde instellingen en bevoegde instanties

Zweden kent geen speciale rechtbanken voor criminele jongeren. Kinderen jonger dan 15 kunnen niet worden vervolgd, maar vallen onder de zorg van maatschappelijke dienstverlening, terwijl jongeren tussen de 15 en 18 jaar in gewone rechtbanken worden berecht. Zweden heeft gewone en administratieve rechtbanken. Deze werken parallel. De administratieve rechtbanken behandelen bezwaren tegen administratieve beslissingen.

Civielrechtelijke zaken en zaken met betrekking tot gezag, verblijf en omgang worden door gewone rechtbanken behandeld. Er zijn in Zweden geen gespecialiseerde instellingen voor kinderen in civielrechtelijke procedures. De meeste familierechtelijke geschillen vallen onder de bevoegdheid van de gewone rechtbanken.

3. Wettelijke en beleidsmaatregelen om onnodige vertraging te voorkomen in zaken waarbij kinderen betrokken zijn

Wanneer een kind van een strafbaar feit wordt verdacht, moeten de ouders of een andere persoon die met de zorg voor het kind is belast, zo snel mogelijk over het strafbare feit en het verhoor van het kind worden ingelicht. Tijdens het verhoor moeten de ouders aanwezig zijn. Als het een ernstig misdrijf betreft, moeten ook de maatschappelijke diensten zo snel mogelijk over het misdrijf worden geïnformeerd en moeten deze bij het verhoor aanwezig zijn. Het onderzoek en de gerechtelijke procedure worden afgestemd op minderjarige verdachten. De juridische procedures moeten binnen een redelijke tijdsduur worden afgerond. Er is ook een algemene regel dat, wanneer kinderen betrokken zijn bij zaken in verband met gezag, verblijf en omgang, de betreffende beslissingen en de inleiding van procedures geen onnodige vertraging mogen oplopen.

4. Mechanismen en procedures voor de ondersteuning van kinderen en manieren om ervoor te zorgen dat kinderen worden gehoord

Er wordt geen verschil gemaakt tussen kinderen en volwassenen, als zij partij zijn in gerechtelijke procedures. Kinderen die het slachtoffer zijn van een strafbaar feit, hebben dus hetzelfde recht om te worden gehoord en aan de procedure deel te nemen als volwassenen. In gevallen waarin het relaas van het kind van bijzonder belang is (wat het geval is als het kind een slachtoffer is), moet een deskundige op het gebied van kinderpsychologie of verhoorpsychologie bij het verhoor aanwezig zijn of de waarde van het relaas van het kind beoordelen. Wat getuigen betreft is er geen recht om te worden gehoord, ongeacht of de getuige een kind of een volwassene is. Getuigen zijn geen partij in de rechtszaak en zijn slechts bij de strafprocedure betrokken om indien nodig hun verslag te doen van wat er is gebeurd.

5. Multidisciplinaire aanpak

Van verschillende actoren, zoals de politie, het openbaar ministerie, gezondheidsdiensten en maatschappelijke diensten, wordt vereist dat ze samenwerken. Wanneer een kind slachtoffer is van geweld, ligt de hoofdverantwoordelijkheid voor samenwerking bij de maatschappelijke diensten. De meeste gemeenten hebben zogenaamde overleggroepen met vertegenwoordigers van maatschappelijke diensten, het openbaar ministerie, de politie, de jeugdzorg en de kinder- en jeugdpsychiatrie om te beslissen over de coördinatie van inspanningen en de planning en om te beslissen in welke volgorde de verschillende actoren moeten optreden, zodra er een verslag is opgesteld over het strafbare feit tegen een kind. Als een kind het slachtoffer is van een strafbaar feit of ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd, moeten politie en officieren van justitie altijd samenwerken. Er wordt ook samenwerking aangegaan met maatschappelijke diensten en andere relevante actoren.

6. Maatregelen om te zorgen dat het belang van het kind vooropstaat

De Zweedse wet schrijft voor dat in algemene rechtbanken het belang van het kind voorop moet staan. Dit betekent dat de rechtbank verplicht is om rekening te houden met het belang van elk kind. In zaken met betrekking tot gezag, verblijf en omgang beslist de rechtbank wat het beste is voor het kind. In het Zweedse administratieve recht is er echter geen algemeen beginsel dat de autoriteiten of administratieve rechtbanken het belang van het kind in aanmerking moeten nemen of dat het belang van het kind voorop moet staan. In dat opzicht verschilt het administratieve recht van het civiele recht. In de sectorspecifieke wetgeving is evenwel het beginsel opgenomen dat op specifieke administratieve gebieden het belang van het kind in aanmerking moet worden genomen, waarbij het gewicht dat eraan moet worden toegekend, varieert.

7. Toezicht op en tenuitvoerlegging van beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn

Kinderen tot 15 jaar kunnen niet strafrechtelijk verantwoordelijk worden gesteld voor strafbare feiten die zij hebben gepleegd. Als grondbeginsel geldt dat er bij criminele jongeren eerst maatregelen moeten worden genomen door maatschappelijke diensten in plaats van dat ze aan de penitentiaire en reclasseringsdienst worden overgedragen. Er zijn geen speciale sancties die alleen van toepassing zijn op criminele jongeren in de leeftijd van 15 tot 21 jaar. Criminele jongeren van 18 tot 21 jaar krijgen vaak dezelfde sancties opgelegd als volwassenen. Als de dader het strafbare feit voor zijn of haar 21e heeft gepleegd, moet bij het bepalen van de straf zijn of haar jeugd extra meewegen. De regels voor de uitvoering van vonnissen van civiele rechtbanken zijn voor kinderen en volwassenen gelijk. Als een wederpartij niet aan zijn of haar verplichtingen volgens een vonnis of beslissing voldoet, kan de partij de Zweedse nalevingsautoriteit om uitvoering van het vonnis of de beslissing verzoeken. Het Wetboek voor kinderen en ouders bevat voorschriften voor de uitvoering van vonnissen of beslissingen met betrekking tot gezag, verblijf en omgang, alsmede andere beslissingen op grond van het wetboek. Bij de uitvoering van een vonnis of beslissing moet het belang van het kind vooropstaan.

8. Toegang tot rechtsmiddelen

Er bestaat een algemeen recht, d.w.z. een recht dat niet alleen voor minderjarige slachtoffers geldt, om te verzoeken om herziening van een beslissing tot niet-vervolging. Een dergelijk verzoek kan echter alleen door de betrokken partijen worden gedaan. Minderjarige slachtoffers kunnen net als meerderjarige slachtoffers de dader om een schadevergoeding (smartengeld) vragen. Omdat kinderen in het civiele recht over het algemeen geen procedurele bevoegdheid hebben, hebben zij alleen via hun wettelijke vertegenwoordiger toegang tot mechanismen voor het indienen van een klacht, voor beroep in rechte of voor rechterlijke toetsing.

9. Algemene regels voor adoptie (van een kind of een volwassene)

Beslissingen over adoptie worden genomen door de rechtbank. De aanvraag wordt ingediend door de degene(n) die wil(len) adopteren. De rechtbank onderzoekt of de omstandigheden geschikt zijn om adoptie te laten plaatsvinden. Toestemming voor de adoptie van een kind mag alleen worden gegeven als de adoptie in het belang van het kind wordt geacht.

Kindvriendelijk recht in Zweden (in het Engels) PDF(255 Kb)en

Laatste update: 31/07/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.