Informatie zoeken per regio
De leeftijd waarop een eiser in Luxemburg een zaak zelf aan het gerecht kan voorleggen, is 18 jaar. Er bestaat een uitzondering voor ontvoogde kinderen, die zelfstandig een klacht kunnen indienen.
Voor de behandeling van strafbare feiten die zijn gepleegd door kinderen onder de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid, kent Luxemburg een gespecialiseerd rechtssysteem. De minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid in Luxemburg is 18 jaar. Dit betekent dat kinderen jonger dan 18 jaar krachtens het Luxemburgse rechtsstelsel geen “misdrijven” plegen, maar wel “als misdrijven aangemerkte handelingen” stellen, naar aanleiding waarvan een gespecialiseerde rechterlijke instantie, de jeugdrechtbank, beschermings-, zorg- en/of pedagogische maatregelen kan opleggen.
Met uitzondering van bepaalde zaken in verband met familierecht en kinderbescherming worden civielrechtelijke zaken door civiele rechtbanken behandeld. Op het terrein van de administratieve rechtspraak zijn er geen speciale familie- en jeugdrechtbanken. Alleen beslissingen over asiel en migratie worden door administratieve rechtbanken getoetst.
Er gelden geen specifieke bepalingen om te zorgen dat civielrechtelijke procedures waarbij kinderen betrokken zijn, zonder onnodige vertraging plaatsvinden. Wat de procedurele termijnen betreft, zijn de algemene regels (die ook voor meerderjarigen gelden) van toepassing. Deze regels verschillen naargelang van de rechtbank die de zaak behandelt.
Deze dienst kan het kind helpen bij de toegang tot rechtsmiddelen. Het kind kan zich ook door een advocaat laten bijstaan.
De rechters zijn bevoegd om te beoordelen wat het belang van het kind is. Daarbij kunnen zij meerdere factoren laten meewegen, zoals het welzijn van het kind, sociale factoren enz. Ondanks de wettelijke voorschriften over procesbevoegdheid kan de rechtbank bij het bepalen van het belang van het kind toch rekening houden met de standpunten van het kind zelf. Het kind kan zijn standpunten te kennen geven wanneer het wordt gehoord in civielrechtelijke zaken, bijvoorbeeld over het ouderlijk gezag.
Alle rechtbanken houden zich aan internationale rechtsinstrumenten als de Europese Overeenkomst inzake de uitoefening van de rechten van het kind en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Kinderen kunnen niet zelfstandig om de tenuitvoerlegging van een gerechtelijke beslissing vragen. Hun wettelijke vertegenwoordiger oefent namens hen dat recht uit.
Wanneer er tegen een minderjarige verweerder een beslissing is gegeven, moet de beslissing ten uitvoer worden gelegd ten laste van het vermogen van het kind. Tegen minderjarige verweerders die de krachtens een rechterlijke beslissing op hen rustende verplichtingen niet nakomen, kan als dwangmaatregel geen detentie worden opgelegd.
In kinderbeschermingszaken kan het kind, vertegenwoordigd door een advocaat, wel zelf om tenuitvoerlegging van een gerechtelijke beslissing vragen.
Als een kind bij een gewone rechtbank een klacht wil indienen, in beroep wil gaan of een verzoek om rechterlijke toetsing wil indienen, moet het worden vertegenwoordigd door zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger. Voor ontvoogde kinderen wordt een uitzondering gemaakt; zij kunnen zelfstandig een klacht indienen.
Omdat de wettelijke vertegenwoordiger het kind vertegenwoordigt en namens het kind optreedt, kan hij of zij zonder de instemming van het kind indieningen verrichten en beroepen instellen. Bij een belangenconflict tussen ouders en kind kan de rechtbank een ad-hocvoogd aanwijzen.
Ook tegen beslissingen van de jeugdrechtbank kan het kind, bijgestaan door een advocaat, beroep instellen.
De taak van het ombudscomité is om toe te zien op de toepassing van het Verdrag inzake de rechten van het kind, dat op 20 november 1989 in New York werd ondertekend, zonder zich in gerechtelijke procedures te mengen.
In Luxemburg staat de mogelijkheid van adoptie open voor alle inwoners van het land, ongeacht of zij onderdaan zijn of niet, alsmede voor niet-inwoners die een persoon willen adopteren die in Luxemburg woont.
Wat betreft de eisen voor adoptie geldt het nationale recht van de adoptieouder(s).
Als de twee adopterende echtgenoten niet dezelfde nationaliteit hebben of staatloos zijn, is het toepasselijke recht het recht van hun gemeenschappelijke gewone verblijfplaats op het moment van het verzoek.
Voor adoptiekinderen wordt de wetgeving van hun land van herkomst toegepast, tenzij zij door de geplande adoptie de nationaliteit van de adoptieouder(s) krijgen. In het geval van conflicterende jurisdictieregels geldt het recht van het land waar de adoptie op geldige wijze plaatsvindt.
Wie een kind wil adopteren, moet eerst contact opnemen met het ministerie van Nationaal Onderwijs, Kinderen en Jeugd (MENJE) om een adoptieaanvraag in te dienen. Voordat wordt beoordeeld of de aanvrager geschikt is om te adopteren, moet deze eerst de adoptievoorbereidingscursus volgen.
Het Maison de l’Adoption is een dienst die advies geeft over adoptie aan mensen die bij adoptie betrokken zijn (kandidaat-adoptieouders, adoptiekinderen, adoptiegezinnen, professionals die bij adoptie betrokken zijn).
Het verleent ook ondersteuning, zowel tijdens als na de adoptieprocedure, via gepersonaliseerde consulten.
De adoptieprocedure in Luxemburg bestaat uit een aantal stappen.
Link naar wetgeving: http://legilux.public.lu/
Kindvriendelijk recht in Luxemburg (in het Engels en in het Frans)(712 Kb) (712 Kb)
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.