Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Spaans) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
Swipe to change

Ouderlijke verantwoordelijkheid: gezag en omgangsrecht

Spanje
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekent het begrip “ouderlijke verantwoordelijkheid” in de praktijk? Wat zijn de rechten en plichten van degene die ouderlijke verantwoordelijkheid draagt?

In de Spaanse wetgeving wordt ouderlijke verantwoordelijkheid gewoonlijk ‘patria potestad’ (ouderlijk gezag) genoemd. De ouderlijke verantwoordelijkheid bestaat uit de rechten en plichten die natuurlijke personen, meestal de ouders, of, krachtens de wet of ingevolge een rechterlijke uitspraak, rechtspersonen, hebben over de persoon en het vermogen van een minderjarige.

Het ouderlijk gezag moet altijd worden uitgeoefend met het oog op het belang van de kinderen, in overeenstemming met hun persoonlijkheid en met respect voor hun lichamelijke en psychische integriteit. Het omvat de volgende plichten en bevoegdheden:

  1. zorgen voor de kinderen, bij hen zijn, hen voeden en opvoeden en ervoor zorg dragen dat zij een volledige opleiding krijgen;
  2. hen vertegenwoordigen en hun vermogen beheren.

2 Wie heeft normaal gesproken de ouderlijke verantwoordelijkheid voor een kind?

Ouders dragen de ouderlijke verantwoordelijkheid voor minderjarige kinderen.

In het geval dat er sprake is van scheiding van tafel en bed, echtscheiding of een breuk in de relatie of als de ouders niet samenleven, berusten alle rechten en plichten in verband met minderjarige kinderen, hun persoon en hun vermogen, bij beide ouders, behalve in uitzonderingssituaties.

Als de ouders gescheiden van elkaar leven, wordt het ouderlijk gezag uitgeoefend door de ouder bij wie het kind woont. Op een met redenen omkleed verzoek van de andere ouder kan de rechter evenwel, in het belang van het kind, beslissen dat het ouderlijk gezag gezamenlijk met de eerste ouder moet worden uitgeoefend, of dat de verschillende taken van de uitoefening van het ouderlijk gezag worden verdeeld tussen de moeder en de vader.

3 Kan een andere persoon in plaats van de ouders worden aangewezen, als de ouders de verantwoordelijkheid voor hun kinderen niet kunnen of willen uitoefenen?

Naar Spaans recht kunnen andere familieleden, personen of instellingen worden aangesteld, onder rechterlijk toezicht, om de ouderlijke verantwoordelijkheid over minderjarige kinderen uit te oefenen, als de ouders niet voldoen aan de beschermingsplicht waarin de wet met betrekking tot de zorg voor minderjarige kinderen voorziet, of als zij deze plicht niet naar behoren vervullen.

4 Hoe wordt de ouderlijke verantwoordelijkheid geregeld als de ouders van echt scheiden of uit elkaar gaan?

Als de ouders uit de echt scheiden of uit elkaar gaan, kan de ouderlijke verantwoordelijkheid op de volgende wijzen worden geregeld:

  • op voorstel van beide ouders in een convenant (convenio regulador), dat door de rechter moet worden goedgekeurd;
  • bij gerechtelijke uitspraak in een contentieuze procedure.

De ouderlijke verantwoordelijkheid als beschermingsmaatregel ten behoeve van de minderjarige berust bij beide ouders.

De mogelijke vormen van de zorg voor en het gezag over minderjarige kinderen kunnen op de onderstaande wijze worden samengevat:

  • toewijzing van het gezag aan één van de ouders; doorgaans wordt een bezoekregeling getroffen voor de ouder die niet het gezag heeft;
  • toekenning van het gezag aan beide ouders, waarbij de minderjarige kinderen afwisselend bij elk van de beide ouders verblijven;
  • bij wijze van uitzondering kan, op grond van de omstandigheden die zich voordoen en in het belang van de minderjarige, op voorstel van de ouders zelf of rechtstreeks door de rechter, bij rechterlijke uitspraak de zorg en het gezag worden toegewezen aan een andere persoon.

In de gevallen waarin de voogdij over de minderjarige aan de overheid is toegewezen, wordt deze situatie gehandhaafd, en wordt het gezag aan geen van beide ouders toegewezen.

De specifieke regeling voor het gezag wordt van geval tot geval vastgesteld, met inachtneming van het belang van de minderjarige.

5 Welke formaliteiten moeten in acht worden genomen om onderlinge overeenstemming van de ouders betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid juridisch bindend te maken?

Indien de ouders het eens worden over kwesties met betrekking tot de ouderlijke verantwoordelijkheid, moeten zij een ondertekend convenant met alle gemaakte afspraken indienen. Dit moet, naast andere maatregelen, uitdrukkelijk regelingen omvatten betreffende:

  • de zorg voor en het gezag over de minderjarige;
  • de omgangsregeling met de ouders;
  • de uitoefening van de ouderlijke verantwoordelijkheid;
  • het gebruik van de gezinswoning;
  • de alimentatie voor de minderjarige.

Het convenant wordt samen met het verzoek ingediend bij de bevoegde rechtbank van eerste aanleg. Het moet in de rechtbank door de ouders worden geratificeerd. De minderjarigen zullen worden gehoord wanneer dit noodzakelijk wordt geacht, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de openbare aanklager, de partijen, de leden van het technisch team van de rechtbank of de minderjarige. Na het advies van de openbare aanklager te hebben ingewonnen, onderzoekt de rechter de afspraken.

Afspraken die de ouders hebben gemaakt over de gevolgen van nietigverklaring van het huwelijk, scheiding van tafel en bed of echtscheiding worden door de rechter bekrachtigd tenzij ze schadelijk zijn voor de kinderen. Indien de partijen regelingen voorstellen voor de omgang en communicatie tussen kleinkinderen en hun grootouders, kan de rechter deze bekrachtigen na de grootouders te hebben gehoord in een hoorzitting waarin zij met de regelingen instemmen.

Afspraken kunnen uitsluitend worden verworpen middels een met redenen omkleed beslissing. In dat geval moeten de echtgenoten een nieuw voorstel ter bekrachtiging door de rechter voorleggen, indien van toepassing.

6 Als de ouders het niet eens worden over de ouderlijke verantwoordelijkheid, wat voor mogelijkheden zijn er dan om het conflict buiten het gerecht om op te lossen?

Bemiddeling in de gezinssfeer is het beste alternatief voor een rechterlijke uitspraak om tot een akkoord tussen de partijen te komen.

Om ten uitvoer te kunnen worden gelegd, moeten de bereikte akkoorden altijd bij rechterlijke uitspraak worden bekrachtigd.

7 Over welke zaken betreffende het kind kan de rechter beslissen als de ouders de zaak aan de rechter voorleggen?

De rechter moet over de volgende maatregelen altijd uitspraak doen in het belang van de minderjarige kinderen, waarbij hij of zij, na de broers en zussen te hebben gehoord (mits zij over voldoende oordeelsvermogen beschikken), probeert die broers en zussen niet van elkaar te scheiden:

  • justitiële maatregelen betreffende het gezag, dat aan een van beide ouders of aan beide ouders worden toegewezen, en betreffende de opvoeding;
  • de omgangsregeling tussen de ouders, waarbij de rechter de tijd, wijze en plaats aangeeft waarop ouders met de kinderen kunnen communiceren en zij met hen in gezelschap kunnen zijn;
  • in uitzonderingsgevallen kan het noodzakelijk zijn dit omgangsrecht te beperken of op te schorten als er zich een ernstige situatie voordoet of als een van de ouders zijn of haar verplichtingen op ernstige en herhaaldelijke wijze niet nakomt;
  • de toekenning van het ouderlijk gezag en, indien er daar gronden voor zijn en het goed is voor de kinderen, een beslissing over het deels of volledig uitoefenen daarvan door een van de ouders, en ook over de ontneming daarvan indien er daarvoor gronden zijn;
  • de alimentatie die door elke ouder moet worden betaald om te voldoen aan de behoeften van het kind, rekening houdend met de economische omstandigheden en met de maatregelen die nodig zijn om de doeltreffendheid van de alimentatie te waarborgen;
  • de toewijzing van het gebruik van de gezinswoning en de dagelijkse gebruiksvoorwerpen indien de ouders het hier niet over eens zijn geworden, waarbij de echtgeno(o)t(e) die de voogdij heeft over de minderjarige kinderen voorrang krijgt.

8 Als het gerecht de voogdij over een kind toewijst aan een van de ouders, betekent dit dan dat deze ouder over alle zaken betreffende het kind kan beslissen zonder eerst de andere ouder te raadplegen?

Als algemene regel geldt dat het ouderlijk gezag aan beide ouders toekomt. Beide ouders zijn derhalve bevoegd om te beslissen en uitspraken te doen over alle kwesties die een minderjarige aangaan, ook al heeft slechts een van beiden de voogdij toegewezen gekregen.

Indien er onenigheid is tussen de ouders over maatregelen die met betrekking tot het minderjarige kind kunnen of moeten worden genomen, die kunnen liggen op het gebied van onderwijs, zoals de schoolkeuze of buitenschoolse activiteiten, de gezondheidszorg, de keuze van een arts, persoonlijke zaken zoals het kiezen van de naam of de godsdienstige vorming, of de keuze van de plaats of het land van wonen van de minderjarige kinderen enzovoorts, en het niet mogelijk is om tot een akkoord te komen, kan elk van de ouders zich tot de rechter wenden voor de oplossing van het conflict.

Na het horen van beide ouders en het kind, voor zover dit over voldoende oordeelsvermogen beschikt, kent de rechter de beslissingsbevoegdheid toe aan de vader of de moeder. Een van beide ouders kan de rechter hierom verzoeken. Indien er zich herhaaldelijk meningsverschillen voordoen of er zich een andere grond voordoet die de uitoefening van de ouderlijke verantwoordelijkheid ernstig belemmert, kan de rechter de beslissingsbevoegdheid geheel of gedeeltelijk aan een van de ouders toekennen of de taken tussen hen verdelen. Al deze maatregelen kunnen worden genomen voor een termijn van maximaal twee jaar.

9 Wat betekent het in de praktijk als het gerecht beslist dat de ouders gezamenlijk ouderlijke verantwoordelijkheid dragen?

Als het gezag over een minderjarige wordt toegekend aan beide ouders gezamenlijk, wordt de dagelijkse directe zorg voor de minderjarige in de praktijk gedurende vooraf vastgestelde perioden afwisselend uitgeoefend. De wijze van uitoefening van het gezamenlijke gezag kan variëren; gebruikelijk is om de weken af te wisselen of de dagen van de week te verdelen, waarbij de ouders afwisselend het weekend nemen.

Dit houdt ook een verdeling in tussen beide ouders van de vakantieperioden.

10 Tot welk gerecht of welke instantie moet ik mij wenden om een verzoek betreffende ouderlijke verantwoordelijkheid te doen? Aan welke formaliteiten moet ik voldoen en welke documenten moet ik bij mijn verzoek voegen?

In procedures voor scheiding van tafel en bed of echtscheiding met wederzijds goedvinden is de rechtbank van eerste aanleg van de laatste gezamenlijke woonplaats van de echtgenoten bevoegd, of de rechtbank van de woonplaats van een van de verzoekers.

In contentieuze procedures over het huwelijk is de rechtbank van eerste aanleg van de plaats van de echtelijke woning bevoegd. Indien de echtgenoten in verschillende rechtsgebieden wonen, kan de eiser kiezen tussen de rechtbank van de laatste verblijfplaats van het echtpaar of die van de verblijfplaats van de verweerder.

Personen die geen vaste woon- of verblijfplaats hebben, kunnen naar keuze van de eiser worden gedagvaard op de plaats waar zij momenteel zijn gevestigd of hun laatste verblijfplaats hebben; indien de bevoegdheid nog steeds niet op deze wijze kan worden vastgesteld, ligt deze bij de rechtbank van de woonplaats van de eiser.

In procedures die uitsluitend handelen over het gezag over en de zorg en alimentatie voor minderjarige kinderen in de gevallen waarin de ouders niet zijn gehuwd, is de rechtbank van eerste aanleg van de laatste gezamenlijke woonplaats van de ouders bevoegd. Indien zij in verschillende rechtsgebieden wonen, kan de eiser kiezen tussen de rechtbank van de verblijfplaats van de verweerder of die van de verblijfplaats van de minderjarige.

Een verklaring van inschrijving van het huwelijk bij de burgerlijke stand en, in voorkomend geval, de geboorteakten van eventuele kinderen moeten bij het verzoek worden gevoegd, samen met het document of de documenten waarop de echtgeno(o)t(e) zijn of haar rechten kan baseren. Indien er maatregelen worden gevraagd met betrekking tot de verdeling van het vermogen, moet de eiser de documenten verstrekken die in zijn of haar bezit zijn en die het mogelijk maken de financiële situatie van de echtgenoten en, in voorkomend geval, van de kinderen te beoordelen, zoals belastingaangiften, loonstroken, bankafschriften, eigendomstitels of inschrijvingsbewijzen.

11 Welke procedure geldt in deze zaken? Is er een spoedprocedure?

De in deze gevallen toepasselijke procedures zijn:

indien er een overeenkomst tussen de partijen is, geldt de procedure met wederzijds goedvinden van artikel 777 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voor scheiding van tafel en bed, echtscheiding en definitieve maatregelen betreffende het gezag over en de zorg en alimentatie voor minderjarige kinderen wanneer de ouders niet zijn gehuwd;

indien de partijen het niet eens zijn, geldt de contentieuze procedure die is geregeld in de artikelen 770 en 774 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, die ook geldt voor procedures die familiezaken en minderjarige kinderen betreffen, wanneer de ouders niet zijn gehuwd.

In urgente zaken kan worden verzocht om het nemen van maatregelen conform de hieronder vermelde procedures.

Voorlopige maatregelen voorafgaand aan het instellen van de vordering tot nietigverklaring van het huwelijk, scheiding van tafel en bed, echtscheiding of in procedures die handelen over de zorg voor en het gezag over minderjarige kinderen en alimentatie. Dit is geregeld in de artikelen 771 en 772 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Er wordt uitdrukkelijk bepaald dat, indien er gronden zijn voor een spoedprocedure, de maatregelen in de eerste te geven beslissing meteen in werking kunnen treden.

Voorlopige maatregelen die samenhangen met de toewijzing van het verzoek in de procedure betreffende het huwelijk of minderjarige kinderen, zoals in de voorgaande gevallen. Dit is geregeld in artikel 773 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

12 Kan ik een vergoeding krijgen van de kosten van rechtshulp en de procedure?

Er kan geheel of gedeeltelijk kosteloze rechtsbijstand worden verkregen mits wordt aangetoond dat is voldaan aan de voorwaarden om hierop recht te hebben, overeenkomstig de wet op de kosteloze rechtsbijstand. (Zie ‘Rechtsbijstand - Spanje’).

13 Is het mogelijk in beroep te gaan tegen een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid?

Om te weten te komen of uitspraken vatbaar zijn voor beroep, moet een onderscheid worden gemaakt tussen de soorten uitspraken die op het gebied van de ouderlijke verantwoordelijkheid kunnen worden gedaan:

  • tegen alle uitspraken in contentieuze procedures kan beroep worden ingesteld bij een provinciaal gerechtshof;
  • tegen uitspraken in procedures met wederzijds goedvinden kan alleen beroep worden ingesteld (bij het provinciaal gerechtshof) wanneer een maatregel wordt goedgekeurd die afwijkt van de afspraken van het convenant.

De wet voorziet niet in een rechtsmiddel tegen uitspraken over voorafgaande voorlopige maatregelen of voorlopige maatregelen of uitspraken over de uitoefening van het ouderlijk gezag.

14 Als het nodig is zich te wenden tot een gerecht of een andere instantie om een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid ten uitvoer te leggen, welke procedure moet ik dan toepassen?

In de gevallen waarin niet vrijwillig wordt voldaan aan rechterlijke uitspraken betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid, kan bij de rechtbank van eerste aanleg die deze uitspraken heeft gedaan een verzoek worden ingediend tot tenuitvoerlegging van de niet nagekomen maatregel of maatregelen.

De uitspraak en de persoon ten aanzien van wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, moeten worden vermeld.

15 Wat moet ik doen om een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid die door een gerecht in een andere lidstaat is gegeven, in deze lidstaat te laten erkennen en ten uitvoer te laten leggen?

Uitspraken over de uitoefening van de ouderlijke verantwoordelijkheid die in een lidstaat worden gedaan in huwelijkszaken met betrekking tot een kind en die in dat land ten uitvoer kunnen worden gelegd en zijn betekend, worden op grond van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, in Spanje erkend op verzoek van een van de belanghebbenden, zonder dat er enige procedure hoeft te worden gevolgd. Deze verordening is van toepassing op beslissingen die zijn gegeven in het kader van gerechtelijke procedures die zijn ingesteld, authentieke akten die zijn verleden en overeenkomsten die uitvoerbaar zijn geworden in de lidstaat waar zij werden gesloten vóór 1 augustus 2022. Vanaf die datum is Verordening (EU) 2019/1111 van 25 juni 2019 van toepassing.

Met het oog op de tenuitvoerlegging, moet een verzoek tot tenuitvoerlegging worden ingediend bij de rechtbank van de plaats waar de minderjarige woont en waar de tenuitvoerlegging moet plaatsvinden. Het verzoek moet vergezeld gaan van een afschrift van de ten uitvoer te leggen beslissing dat voldoet aan alle voorwaarden tot vaststelling van de echtheid ervan conform het modelformulier in bijlage V. Er moet een beroep worden gedaan op een advocaat en een wettelijke vertegenwoordiger.

16 Tot welk gerecht in deze lidstaat moet ik mij wenden om mij te verzetten tegen de erkenning van een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid die is gegeven door een gerecht in een andere lidstaat? Welke procedure is in dit geval van toepassing?

Om beroep in te stellen tegen de erkenning van een in een andere lidstaat van de Europese Unie gedane uitspraak betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid, moet de belanghebbende zich wenden tot de rechtbank van eerste aanleg waar de tegenpartij de erkenning wil verkrijgen en daar een van de gronden voor weigering van de erkenning aanvoeren waarin Verordening (EG) nr. 2201/2003 en, indien van toepassing, Verordening (EU) 2019/1111 voorzien.

De gronden die momenteel kunnen worden aangevoerd, zijn:

  • de beslissing is kennelijk strijdig met de openbare orde, gelet op het belang van het kind;
  • het kind heeft niet de gelegenheid gekregen te worden gehoord (geldt niet in spoedgevallen);
  • de uitspraak is bij verstek gewezen, de verklaring van eis is niet voorgelegd of betekend, tenzij er werd verklaard dat de uitspraak is aanvaard;
  • iemand die de erkenning zou betwisten en die stelt dat de uitoefening van de ouderlijke verantwoordelijkheid door de beslissing wordt belemmerd, heeft niet de gelegenheid gekregen om te worden gehoord;
  • de beslissing is onverenigbaar met een latere beslissing.

17 Welk recht wordt door het gerecht toegepast in een proces over ouderlijke verantwoordelijkheid waarbij het kind of de partijen niet in deze lidstaat wonen of verschillende nationaliteiten hebben?

Het toepasselijke recht is het recht van de gewone verblijfplaats van de minderjarige, overeenkomstig het Verdrag van Den Haag van 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 30/03/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.