Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Slowaaks) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
Swipe to change

Ouderlijke verantwoordelijkheid: gezag en omgangsrecht

Slowakije
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekent het begrip “ouderlijke verantwoordelijkheid” in de praktijk? Wat zijn de rechten en plichten van degene die ouderlijke verantwoordelijkheid draagt?

Volgens Wet nr. 36/2005 betreffende de familie en betreffende veranderingen en wijzigingen van bepaalde wetten (Zákon č. 36/2005 Z.z. o rodine a o zmene a doplnení niektorých zákonov, hierna de “familiewet” genoemd) en de Slowaakse jurisprudentie bestaat ouderlijke verantwoordelijkheid (d.w.z. ouderlijke rechten en plichten – voogdij) met name uit de persoonlijke zorg voor het kind, het levensonderhoud van het kind, de vertegenwoordiging van het kind en het beheer van het vermogen van het kind.

2 Wie heeft normaal gesproken de ouderlijke verantwoordelijkheid voor een kind?

Beide ouders delen de ouderlijke rechten en plichten jegens een kind, ongeacht of het kind binnen of buiten het huwelijk is geboren en ongeacht of de ouders al dan niet samenwonen (gehuwd, gescheiden van tafel en bed, gescheiden).

Zoals bepaald in artikel 38, lid 4, van de familiewet, kan de rechtbank een ouder in ernstige gevallen uit de ouderlijke rechten en plichten ontzetten (of deze beperken).

Een rechtbank kan de ouderlijke rechten en plichten van een minderjarige ouder van ouder dan 16 jaar in verband met de zorg voor een minderjarig kind erkennen, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 29 van de familiewet.

3 Kan een andere persoon in plaats van de ouders worden aangewezen, als de ouders de verantwoordelijkheid voor hun kinderen niet kunnen of willen uitoefenen?

Ja. Indien beide ouders niet volledig handelingsbekwaam zijn, de uitoefening van hun ouderlijke rechten en plichten is opgeschort of uit de ouderlijke rechten en plichten zijn ontzet of zijn overleden, moet de rechtbank een voogd benoemen om het minderjarige kind op te voeden, te vertegenwoordigen en het vermogen ervan te beheren.

4 Hoe wordt de ouderlijke verantwoordelijkheid geregeld als de ouders van echt scheiden of uit elkaar gaan?

De rechtbank moet een beslissing nemen over de toewijzing en uitoefening van de ouderlijke rechten en plichten (ook als beide ouders de ouderlijke rechten en plichten gezamenlijk blijven uitoefenen), of kan een tussen de ouders gesloten overeenkomst goedkeuren.

Volgens artikel 36, lid 1, van de familiewet kunnen “[d]e ouders van een minderjarig kind die gescheiden van tafel en bed leven te allen tijde een overeenkomst sluiten over de uitoefening van hun ouderlijke rechten en plichten. Als de ouders er niet in slagen een overeenkomst te sluiten, kan de rechtbank bepalen hoe hun rechten en plichten moeten worden uitgeoefend; in het bijzonder moet de rechtbank beslissen welke ouder de voogdij over een minderjarig kind krijgt. De bepalingen van de artikelen 24, 25 en 26 zijn mutatis mutandis van toepassing”.

5 Welke formaliteiten moeten in acht worden genomen om onderlinge overeenstemming van de ouders betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid juridisch bindend te maken?

Een overeenkomst tussen de ouders over hun rechten en plichten moet door de rechtbank worden goedgekeurd.

6 Als de ouders het niet eens worden over de ouderlijke verantwoordelijkheid, wat voor mogelijkheden zijn er dan om het conflict buiten het gerecht om op te lossen?

Buitengerechtelijke beslechting van geschillen is mogelijk door bemiddeling op grond van Wet nr. 420/2004 inzake bemiddeling. Deze wet is ook van toepassing op geschillen die voortvloeien uit betrekkingen die onder het familierecht vallen. Bemiddeling is een buitengerechtelijke procedure waarbij de betrokken partijen gebruikmaken van de diensten van een bemiddelaar om een uit een contractuele of andere rechtsbetrekking voortvloeiend geschil te beslechten. Elke door middel van bemiddeling bereikte overeenkomst moet schriftelijk worden vastgelegd en is bindend voor alle partijen bij de procedure.

7 Over welke zaken betreffende het kind kan de rechter beslissen als de ouders de zaak aan de rechter voorleggen?

De rechter kan in beginsel elke beslissing nemen, met uitzondering van de toewijzing van de voogdij aan één van de ouders. Alleen wanneer een ouder uit de ouderlijke rechten en plichten is ontzet, kan één enkele ouder het ouderlijk gezag hebben. In de praktijk beslist de rechter echter wie van beide ouders de persoonlijke zorg voor het kind op zich zal nemen, het kind zal vertegenwoordigen en het vermogen van het kind zal beheren. Ook zal de rechtbank beslissen hoe de ouder die niet de voogdij over het kind heeft gekregen moet bijdragen aan het levensonderhoud van het kind, of zijn goedkeuring hechten aan een door de ouders gesloten overeenkomst over de betaling van alimentatie.

8 Als het gerecht de voogdij over een kind toewijst aan een van de ouders, betekent dit dan dat deze ouder over alle zaken betreffende het kind kan beslissen zonder eerst de andere ouder te raadplegen?

Strikt genomen kent het Slowaakse familierecht het begrip “ouderlijke verantwoordelijkheid” niet. In het Slowaakse familierecht wordt het begrip “ouderlijke rechten en plichten” gebruikt, die altijd door beide ouders worden gedeeld (het is dus niet mogelijk dat slechts één ouder met het ouderlijk gezag wordt belast, tenzij de andere ouder overleden is, handelingsonbekwaam is of uit de ouderlijke rechten en plichten is ontzet). Daarbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen deze gevallen en het aan iemands “persoonlijke zorg” toevertrouwen van een kind. Als de persoonlijke zorg voor het kind aan één van de ouders is toegewezen, kan deze ouder alle beslissingen in verband met het dagelijkse leven van het kind nemen, zonder toestemming van de andere ouder; voor alle overige beslissingen met betrekking tot de uitoefening van de ouderlijke rechten en plichten (beheer van het vermogen van het kind, verhuizing naar het buitenland, burgerschap, de verlening van bepaalde gezondheidszorg, voorbereiding op een toekomstige loopbaan enz.) moet echter wel de toestemming van de andere ouder worden verkregen. Indien de ouders niet tot overeenstemming kunnen komen over een bepaalde kwestie, beslist de rechtbank op verzoek van een van de ouders.

9 Wat betekent het in de praktijk als het gerecht beslist dat de ouders gezamenlijk ouderlijke verantwoordelijkheid dragen?

De rechtbank kan de persoonlijke zorg bij toerbeurt aan beide ouders toekennen indien zij beiden geschikt zijn om het kind op te voeden en bereid zijn de persoonlijk zorg voor het kind op zich te nemen en indien deze regeling in het belang van het kind is en beter tegemoetkomt aan zijn behoeften. Als ten minste één van de ouders instemt met gedeelde persoonlijke zorg voor het kind, is de rechtbank verplicht om vast te stellen of gedeelde zorg in het belang van het kind is.

Zie alle voorgaande antwoorden, en met name het antwoord op vraag 8.

10 Tot welk gerecht of welke instantie moet ik mij wenden om een verzoek betreffende ouderlijke verantwoordelijkheid te doen? Aan welke formaliteiten moet ik voldoen en welke documenten moet ik bij mijn verzoek voegen?

De districtsrechtbank van de gewone verblijfplaats van het kind is de bevoegde rechtbank voor verzoeken om de toewijzing van ouderlijke rechten en plichten. Daarbij hoeven geen formaliteiten in acht te worden genomen, en er hoeven ook geen documenten bij het verzoek te worden gevoegd, aangezien het om een procedure gaat die door de rechtbank ambtshalve kan worden ingeleid. Welke documenten er moeten worden ingediend hangt af van de inhoud van een verzoek. Doorgaans moet de geboorteakte van het kind worden bijgevoegd.

11 Welke procedure geldt in deze zaken? Is er een spoedprocedure?

Een vereenvoudigde en minder formele procedure is van toepassing. In het kader van een spoedprocedure kan een voorlopig bevel worden uitgevaardigd.

12 Kan ik een vergoeding krijgen van de kosten van rechtshulp en de procedure?

Alle procedures inzake de regeling van ouderlijke rechten en plichten zijn kosteloos. De Slowaakse rechtsbijstandsregeling voorziet momenteel alleen in de vrijstelling van gerechtskosten en in de toewijzing van een pro-Deovertegenwoordiger. Weinig personen kiezen ervoor om te worden vertegenwoordigd door een advocaat, gezien het niet-contentieuze karakter van procedures inzake de regeling van ouderlijke rechten en plichten. Als iemand echter aan de wettelijke voorwaarden voor persoonlijke vrijstelling van gerechtskosten voldoet, kan de rechtbank, geheel naar eigen inzicht, deze persoon een pro-Deovertegenwoordiger (en derhalve ook een advocaat) toewijzen indien hij van oordeel is dat vertegenwoordiging noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van de betrokken partij.

De rechtbank verwijst alle partijen die om de toewijzing van een advocaat verzoeken en aan de voorwaarden voor vrijstelling van gerechtskosten voldoen, door naar het rechtsbijstandscentrum (Centrum právnej pomoci). De rechtbank informeert partijen over deze optie. De rechtbank kan een partij volledige of gedeeltelijke vrijstelling van gerechtskosten verlenen indien dit wordt gerechtvaardigd door de omstandigheden van deze partij en indien dit geen willekeurige of kennelijk tot mislukken gedoemde maatregel of een belemmering van de rechtsgang inhoudt. Tenzij de rechtbank anders beslist, is de vrijstelling van toepassing op de gehele procedure en heeft de vrijstelling terugwerkende kracht. Gerechtskosten die voorafgaand aan de beslissing over de toekenning van een vrijstelling reeds zijn betaald, worden echter niet vergoed.

Het rechtsbijstandscentrum verleent rechtsbijstand (en bijgevolg bescherming) aan natuurlijke personen die als gevolg van hun financiële situatie geen gebruik van juridische diensten kunnen maken om hun rechten uit te oefenen en te beschermen. De hoogte van de rechtsbijstand is geregeld in Wet nr. 327/2005 inzake het verlenen van rechtsbijstand aan behoeftige personen.

13 Is het mogelijk in beroep te gaan tegen een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid?

Ja, tegen een beslissing over ouderlijke rechten en plichten kan beroep worden ingesteld.

14 Als het nodig is zich te wenden tot een gerecht of een andere instantie om een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid ten uitvoer te leggen, welke procedure moet ik dan toepassen?

Voor de tenuitvoerlegging van beslissingen in zaken met betrekking tot minderjarigen is de territoriaal bevoegde rechtbank de rechtbank van het district waar de minderjarige verblijft, zoals bepaald in een overeenkomst tussen de ouders of op een andere rechtmatige wijze. De procedure die van toepassing is op de tenuitvoerlegging van dergelijke beslissingen wordt beschreven in Wet nr. 161/2015 (Slowaaks wetboek van burgerlijke, niet-contentieuze rechtsvordering (Civilný mimosporový poriadok)). Nadere bijzonderheden over de tenuitvoerlegging van beslissingen in zaken met betrekking tot minderjarigen zijn vastgesteld in Decreet nr. 207/2016 van het ministerie van Justitie van de Republiek Slowakije, dat ook van toepassing is op de tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen.

15 Wat moet ik doen om een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid die door een gerecht in een andere lidstaat is gegeven, in deze lidstaat te laten erkennen en ten uitvoer te laten leggen?

Door een rechtbank van een andere lidstaat gegeven beslissingen inzake ouderlijke rechten en plichten worden in Slowakije erkend en ten uitvoer gelegd zonder dat daarvoor een bijzondere procedure aanhangig hoeft te worden gemaakt, conform Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid (artikel 21, lid 1), dat wil zeggen zonder dat de beslissing uitvoerbaar hoeft te worden verklaard.

Een belanghebbende partij kan echter verzoeken dat een in een andere lidstaat gegeven beslissing over ouderlijke rechten en plichten uitvoerbaar wordt verklaard, in welk geval de procedure van hoofdstuk III, afdeling 2, van de verordening van toepassing is.

Verzoeken moeten worden ingediend bij de districtsrechtbank van de plaats waar het kind woont of, indien het kind geen vaste woonplaats heeft, van de plaats waar het kind op dat moment verblijft; als deze rechtbank niet kan worden vastgesteld, is de bevoegde rechtbank de districtsrechtbank I van Bratislava.

Het verzoek om erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing of een uitvoerbaarheidsverklaring moet vergezeld gaan van een kopie van de beslissing over de ouderlijke rechten en plichten die voldoet aan de vereisten inzake bewijs van echtheid, en van een document houdende waarmerking van de beslissing, dat op verzoek van de belanghebbende persoon wordt afgegeven door de betrokken rechtbank, d.w.z. de rechtbank die de beslissing over de ouderlijke rechten en plichten heeft gegeven.

16 Tot welk gerecht in deze lidstaat moet ik mij wenden om mij te verzetten tegen de erkenning en de tenuitvoerlegging van een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid die is gegeven door een gerecht in een andere lidstaat? Welke procedure is in dit geval van toepassing?

De districtsrechtbank van de verblijfplaats van het kind of, indien het kind geen verblijfplaats in de Republiek Slowakije heeft, districtsrechtbank I van Bratislava is bevoegd voor de erkenning (of niet-erkenning) van een beslissing inzake ouderlijke rechten en plichten.

De districtsrechtbank van de verblijfplaats van de minderjarige of, indien niet bekend is wat de territoriaal bevoegde rechtbank is of indien deze niet tijdig kan optreden, de districtsrechtbank van het ressort waarin de minderjarige verblijft, is bevoegd voor verzoeken om tenuitvoerlegging (of weigering van tenuitvoerlegging) van een beslissing inzake ouderlijke rechten en plichten.

17 Welk recht wordt door het gerecht toegepast in een proces over ouderlijke verantwoordelijkheid waarbij het kind of de partijen niet in deze lidstaat wonen of verschillende nationaliteiten hebben?

De Slowaakse rechtbanken zullen alleen beslissingen over ouderlijke rechten en plichten nemen als het kind gewoonlijk in de Republiek Slowakije verblijft. Als het kind niet in de Republiek Slowakije woont, maar daar wel zijn gewone verblijfplaats heeft, of als de ouders niet in de Republiek Slowakije wonen of niet dezelfde nationaliteit hebben, wordt Slowaaks recht toegepast conform het Verdrag van Den Haag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen (ref. nr. 344/2002) (hoofdstuk III van het verdrag).

Wet nr. 97/1963 inzake internationaal privaat- en procesrecht bepaalt dat betrekkingen tussen ouders en kinderen, waaronder de aanvang of de uitdoving van ouderlijke rechten en plichten, vallen onder het recht van het land waar het kind zijn gewone verblijfplaats heeft. In uitzonderlijke gevallen kan de rechtbank rekening houden met de wetgeving van een ander land, indien er een nauwe band bestaat met de kwestie en dit noodzakelijk is om het kind of het vermogen van het kind te beschermen. Ouderlijke rechten en plichten die zijn ontstaan in het land waar het kind oorspronkelijk zijn gewone verblijfplaats had, blijven geldig wanneer de gewone verblijfplaats van het kind wijzigt. Als een van de ouders geen van de ouderlijke rechten en plichten had die in het Slowaakse recht worden erkend, nemen deze rechten en plichten een aanvang wanneer het kind zijn gewone verblijfplaats in de Republiek Slowakije krijgt. De uitoefening van de ouderlijke verantwoordelijkheid wordt beheerst door het recht van de staat waar het kind zijn gewone verblijfplaats heeft.

De bepalingen van de wet inzake internationaal privaat- en procesrecht zijn alleen van toepassing indien er met de betrokken landen geen internationale overeenkomst is gesloten of indien een bestaande internationale overeenkomst geen criteria bevat voor de vaststelling van het toe te passen recht.

Behalve door het Verdrag van Den Haag van 1996 is de Republiek Slowakije gebonden door een aantal bilaterale overeenkomsten met bepalingen over het toepasselijke recht, welke bepalingen in procedures over ouderlijke rechten en plichten voorrang hebben boven de bepalingen van de wet inzake internationaal privaat- en procesrecht. De overeenkomsten zijn de volgende:

Bulgarije: overeenkomst tussen de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de Volksrepubliek Bulgarije inzake rechtsbijstand en de regeling van rechtsbetrekkingen in civielrechtelijke, familierechtelijke en strafrechtelijke aangelegenheden (Sofia, 25 november 1976, referentie nr. 3/1978);

Kroatië, Slovenië: overeenkomst tussen de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië inzake de regeling van rechtsbetrekkingen in civielrechtelijke, familierechtelijke en strafrechtelijke aangelegenheden (Belgrado, 20 januari 1964, referentie nr. 207/1964);

Hongarije: overeenkomst tussen de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de Volksrepubliek Hongarije inzake rechtsbijstand en de regeling van rechtsbetrekkingen in civielrechtelijke, familierechtelijke en strafrechtelijke aangelegenheden (Bratislava, 28 maart 1989, referentie nr. 63/1990);

Polen: overeenkomst tussen de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de Volksrepubliek Polen inzake rechtsbijstand en de regeling van rechtsbetrekkingen in civielrechtelijke, familierechtelijke, arbeidsrechtelijke en strafrechtelijke aangelegenheden (Warschau, 21 december 1987, referentie nr. 42/1989);

Roemenië: overeenkomst tussen de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de Volksrepubliek Roemenië inzake rechtsbijstand en de regeling van rechtsbetrekkingen in civielrechtelijke, familierechtelijke en strafrechtelijke aangelegenheden (Praag, 25 oktober 1958, referentie nr. 31/1959).

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 06/04/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.