Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Frans) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
Swipe to change

Ouderlijke verantwoordelijkheid: gezag en omgangsrecht

Luxemburg
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekent het begrip “ouderlijke verantwoordelijkheid” in de praktijk? Wat zijn de rechten en plichten van degene die ouderlijke verantwoordelijkheid draagt?

In Luxemburg heeft de term “ouderlijke macht” de voorkeur boven “ouderlijke verantwoordelijkheid”. Dit begrip omvat alle rechten en plichten die de wet aan ouders toekent met betrekking tot de persoon en het eigendom van hun afhankelijke, minderjarige kinderen, zodat zij kunnen voldoen aan hun plicht hen te beschermen, groot te brengen en te onderhouden.

Beide ouders hebben de ouderlijke macht met het oog op het beschermen van de veiligheid, gezondheid en moraliteit van hun kinderen, hun opvoeding en hun ontwikkeling, met het respect dat hun als persoon toekomt. Ouders hebben het recht en de plicht om toe te zien op het levensonderhoud en de opvoeding van hun kind. De ouderlijke macht is geen absoluut recht dat ouders naar eigen goeddunken kunnen invullen: het moet worden uitgeoefend in het belang van het kind.

2 Wie heeft normaal gesproken de ouderlijke verantwoordelijkheid voor een kind?

In principe oefenen de ouders, als de verwantschap tussen het kind en beide ouders is vastgesteld, de ouderlijke macht gezamenlijk uit, ongeacht of zij getrouwd zijn, een geregistreerd partnerschap hebben, of van tafel en bed, dan wel van echt gescheiden zijn. Als de verwantschap tussen het kind en een van beide ouders niet is vastgesteld, of als een van de ouders overleden of afwezig is of niet in staat zijn/haar wensen kenbaar te maken, oefent de andere ouder de ouderlijke macht alleen uit.

3 Kan een andere persoon in plaats van de ouders worden aangewezen, als de ouders de verantwoordelijkheid voor hun kinderen niet kunnen of willen uitoefenen?

Als ouders overlijden of niet in staat zijn voor hun kinderen te zorgen, moet een voogd (tuteur) worden aangewezen. De laatst overlevende ouder kan de voogd kiezen. Als er geen keuze is gemaakt, wordt er een voogd aangewezen tijdens een formeel overleg van de familie (een “familieraad”, conseil de famille) of, bij ontstentenis daarvan, door de familierechter (juge aux affaires familiales).

4 Hoe wordt de ouderlijke verantwoordelijkheid geregeld als de ouders van echt scheiden of uit elkaar gaan?

In principe blijven de twee ouders ook na hun scheiding van tafel en bed of echtscheiding de ouderlijke macht gezamenlijk uitoefenen. Na hun scheiding moeten zij belangrijke beslissingen met betrekking tot het leven van het kind samen blijven nemen. Iedere ouder wordt geacht te handelen met instemming van de andere ouder bij het regelen van alledaagse zaken die vallen onder de ouderlijke macht met betrekking tot de persoon van het kind en waarbij derden zijn betrokken die te goeder trouw handelen.

Uitsluitend wanneer dit in het belang van het kind is, kan de rechtbank de uitoefening van de ouderlijke macht toevertrouwen aan slechts een van beide ouders. In dat geval neemt de ouder aan wie de ouderlijke verantwoordelijkheid is toegekend, de beslissingen aangaande het kind alleen. Desalniettemin behoudt de andere ouder het recht om te worden geïnformeerd en om toe te zien op het onderhoud en de opvoeding van het kind. Uitzonderingen op zwaarwegende gronden daargelaten, heeft hij/zij ook omgangs- en verblijfsrecht.

In uitzonderlijke omstandigheden kan de rechtbank beslissen het kind onder te brengen bij een derde partij, die de ouderlijke macht over hem/haar zal uitoefenen.

Wanneer het kind, met instemming van de ouders, bij een derde partij is ondergebracht, blijven de ouders de ouderlijke macht uitoefenen. De persoon bij wie het kind is ondergebracht, voert echter alle alledaagse taken uit die verband houden met het toezicht op en de opvoeding van het kind. De rechtbank kan het kind tijdelijk onderbrengen bij een derde partij en besluiten dat deze derde partij een aanvraag voor het voogdijschap moet indienen.

5 Welke formaliteiten moeten in acht worden genomen om onderlinge overeenstemming van de ouders betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid juridisch bindend te maken?

Een overeenkomst tussen de ouders over de ouderlijke macht is uitsluitend juridisch bindend als zij door de bevoegde rechtbank is goedgekeurd.

6 Als de ouders het niet eens worden over de ouderlijke verantwoordelijkheid, wat voor mogelijkheden zijn er dan om het conflict buiten het gerecht om op te lossen?

Ouders kunnen gebruikmaken van gezinsbemiddeling.

7 Over welke zaken betreffende het kind kan de rechter beslissen als de ouders de zaak aan de rechter voorleggen?

De familierechter kan uitspraak doen over de volgende vraagstukken:

  • verzoekschriften over de uitoefening van de ouderlijke macht, met uitzondering van verzoekschriften over het ontnemen van de ouderlijke macht; dit omvat de regelingen voor de uitoefening van de gezamenlijke ouderlijke macht door de ouders, ongeacht of zij getrouwd of gescheiden van tafel en bed, dan wel van echt zijn; uitsluitend wanneer dit in het belang van het kind is, zal de rechtbank de uitoefening van de ouderlijke macht toevertrouwen aan slechts een van beide ouders;
  • de uitoefening van het omgangs- en verblijfsrecht van een ouder die uit de ouderlijke macht is ontzet: dit recht kan uitsluitend op zwaarwegende gronden worden geweigerd;
  • het recht van het kind om contact te onderhouden met zijn/haar verwanten in opgaande lijn: dit recht kan uitsluitend terzijde worden geschoven in het belang van het kind; in dat geval wordt de regeling voor de omgang tussen het kind en de verwant vastgesteld door de rechtbank;
  • de omgangs- en verblijfsrechten van andere personen, ongeacht of dit verwanten zijn: de rechtbank kent deze rechten in uitzonderlijke omstandigheden toe;
  • de verplichting bij te dragen aan het onderhoud en de opvoeding van het kind, zolang de ouders samenwonen: in het geval dat de ouders scheiden, kan deze verplichting de vorm aannemen van kinderalimentatie, die wordt vastgesteld aan de hand van de behoeften van het kind en de mate waarin iedere ouder kan bijdragen; de verplichting kan blijven bestaan nadat het kind de meerderjarigheid heeft bereikt, als het kind niet in staat is zichzelf te onderhouden.

8 Als het gerecht de voogdij over een kind toewijst aan een van de ouders, betekent dit dan dat deze ouder over alle zaken betreffende het kind kan beslissen zonder eerst de andere ouder te raadplegen?

In principe blijven de twee ouders ook na hun scheiding van tafel en bed of echtscheiding de ouderlijke macht gezamenlijk uitoefenen. Belangrijke beslissingen met betrekking tot het leven van het kind (onderhoud, opvoeding, onderwijs, enz.) moeten zij samen blijven nemen.

Uitsluitend wanneer dit in het belang van het kind is, zal de rechtbank de uitoefening van de ouderlijke macht toevertrouwen aan slechts een van beide ouders. In dat geval neemt de ouder aan wie de ouderlijke verantwoordelijkheid is toegekend, de beslissingen aangaande het kind alleen. Desalniettemin behoudt de andere ouder het recht om te worden geïnformeerd en om toe te zien op het onderhoud en de opvoeding van het kind. Uitzonderingen op zwaarwegende gronden daargelaten, heeft hij/zij ook omgangs- en verblijfsrecht. In het geval dat de ouders scheiden, moeten zij dus allebei een persoonlijke relatie met het kind onderhouden en zijn/haar relatie met de andere ouder respecteren.

Als een ouder die uit de ouderlijke macht is ontzet, van mening is dat de andere ouder de ouderlijke macht niet uitoefent in het belang van het kind, kan hij/zij de zaak voorleggen aan de bevoegde rechtbank om het geschil op te lossen. In dat geval kan de rechtbank, zo nodig, de toekenning van de ouderlijke macht of de afspraken over de uitoefening daarvan wijzigen.

9 Wat betekent het in de praktijk als het gerecht beslist dat de ouders gezamenlijk ouderlijke verantwoordelijkheid dragen?

Gezamenlijke ouderlijke macht impliceert, in het geval dat de ouders scheiden, dat er in algemene zin sprake is van overeenstemming en eensgezindheid om een voortdurende en constructieve samenwerking te waarborgen als het gaat om de beslissingen van de ouders over het uitoefenen van de ouderlijke macht en het onderhoud en de opvoeding van het kind. Bij de beslissingen van de familierechter staat het belang van het kind altijd centraal.

10 Tot welk gerecht of welke instantie moet ik mij wenden om een verzoek betreffende ouderlijke verantwoordelijkheid te doen? Aan welke formaliteiten moet ik voldoen en welke documenten moet ik bij mijn verzoek voegen?

De verzoeker kan de zaak aan de familierechter voorleggen door een verzoekschrift in te dienen bij de arrondissementsrechtbank (tribunal d’arrondissement). In het verzoekschrift moeten de datum en het doel van het verzoek worden vermeld, evenals de achternamen, voornamen en adressen van de partijen, alsook hun geboortedata en -plaatsen. Als de verzoeker niet in Luxemburg woont, moet in het verzoekschrift een adres in Luxemburg voor betekening worden aangegeven. De partijen hoeven niet te worden vertegenwoordigd door een advocaat. De griffie (greffe) dagvaardt de partijen binnen vijftien dagen, tenzij de uiterlijke termijn op grond van afstand wordt verlengd, zoals bepaald door het Nieuw Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Nouveau Code de procédure civile).

Bij wijze van uitzondering op de algemene regel worden rechtsvorderingen met betrekking tot de gehele of gedeeltelijke ontneming van de ouderlijke macht niet door de familierechter behandeld, maar door de arrondissementsrechtbank die zitting houdt als civiele rechtbank. Deze rechtsvorderingen moeten door de openbaar aanklager worden ingesteld bij de arrondissementsrechtbank die bevoegd is voor het woonadres (domicile) of de verblijfplaats (résidence) van een van de ouders. Als van de ouders geen adres of verblijfplaats in het land bekend is, wordt de rechtsvordering ingesteld voor de rechtbank van het arrondissement waarin de kinderen zich bevinden. Als de kinderen zich niet allemaal in hetzelfde arrondissement bevinden, wordt de rechtsvordering ingesteld voor de arrondissementsrechtbank van het arrondissement Luxemburg (en niet Diekirch). De openbaar aanklager stelt een onderzoek in naar de situatie van de familie van de minderjarige en naar de reputatie van zijn/haar ouders. De ouders worden ervan in kennis gesteld dat zij eventuele opmerkingen en bezwaren die zij relevant achten, kunnen indienen bij de rechtbank. Het verzoekschrift waarin wordt verzocht om ontneming van de ouderlijke macht, bevat een uiteenzetting van de feiten en gaat vergezeld van bewijsstukken. De griffier (greffier) stelt de ouders of verwanten in opgaande lijn tegen wie de rechtsvordering is ingesteld, in kennis en dagvaardt hen. Zij hoeven niet te worden vertegenwoordigd door een advocaat. In elk geval kan de rechtbank, ambtshalve of op verzoek van een partij, voorlopige maatregelen nemen die zij wenselijk acht in verband met de uitoefening van de ouderlijke macht over het kind. De rechtbank kan deze maatregelen ook herroepen of wijzigen. Als een ouder of voogd rechten die hem/haar zijn ontnomen, opnieuw toegekend wil krijgen, moet hij/zij een verzoekschrift indienen bij de rechtbank die bevoegd is voor het adres of de verblijfplaats van de persoon aan wie deze rechten zijn toevertrouwd.

11 Welke procedure geldt in deze zaken? Is er een spoedprocedure?

Rechtsvorderingen voor de familierechter worden ingesteld door middel van een verzoekschrift aan de arrondissementsrechtbank door een van de ouders of door een minderjarige die in staat is zijn of haar eigen mening te vormen, in overeenstemming met artikel 1007-50 van het Nieuwe Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De partijen hoeven niet te worden vertegenwoordigd door een advocaat, behalve wanneer het verzoekschrift wordt ingediend in het kader van een echtscheidingsprocedure op grond van duurzame ontwrichting van het huwelijk of in het kader van een procedure tot scheiding van tafel en bed. In deze gevallen is vertegenwoordiging door een advocaat bij de rechtbank (avocat à la Cour) verplicht.

Het verzoekschrift moet op gewoon papier worden ingediend bij de griffier van de arrondissementsrechtbank met territoriale bevoegdheid, te weten:

  1. de rechtbank van de plaats waar het gezin zijn adres heeft;
  2. als de ouders gescheiden leven: de rechtbank van het arrondissement waaronder het adres valt van de ouder bij wie de minderjarige kinderen doorgaans wonen, in het geval van gezamenlijke uitoefening van de ouderlijke macht, of de rechtbank van het arrondissement waaronder het adres valt van de ouder die de ouderlijke macht alleen uitoefent;
  3. in andere gevallen: de rechtbank van de plaats waar de persoon die de procedure niet heeft aangespannen, verblijft.

In het geval van een gezamenlijk verzoekschrift is de rechtbank van de plaats waar een van beide partijen zijn/haar woonadres heeft, al naargelang hun voorkeur, bevoegd. Zie voor nadere informatie artikel 1007-2 van het Nieuwe Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Wanneer het verzoekschrift wordt ingediend in het kader van een echtscheidingsprocedure op grond van duurzame ontwrichting van het huwelijk of in het kader van een procedure tot scheiding van tafel en bed, is de rechtbank van de plaats waar de echtgenoten hun gezamenlijk adres hebben, bevoegd of bij ontstentenis daarvan, het adres van de verweerder.

Hoorzittingen in verband met verzoekschriften betreffende het vaststellen of wijzigen van de uitoefening van de ouderlijke macht en omgangs- en verblijfsrechten vinden plaats binnen één maand vanaf de dagvaarding.

Hoorzittingen voor de familierechter zijn niet openbaar. Zij vinden in raadkamer plaats. In beginsel beslist de rechter alleen, maar als de zaak bijzonder gecompliceerd is, kan hij of zij het geschil verwijzen naar een rechtbank met meerdere rechters. De familierechter behandelt ook verzoeken om voorlopige maatregelen.

De familierechter hoort elk van de partijen persoonlijk en moet proberen hen te verzoenen. Hij/zij kan mediation voorstellen. Hij/zij kan een onderzoek naar de gezinssituatie (enquête social) of een andere onderzoeksmaatregel gelasten. Wanneer de familierechter uitspraak doet over de regelingen voor het uitoefenen van de ouderlijke macht, kan hij/zij onder meer rekening houden met hoe de ouders hier voorheen vorm aan gaven, eventueel eerder gemaakte afspraken, de gevoelens die worden geuit door het kind, het vermogen van ieder van beide ouders zijn/haar plichten te vervullen en de andere ouder te respecteren, en de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken of ingewonnen inlichtingen.

In het geval van een verzoek om kinderalimentatie of een verzoek om een bijdrage aan het onderhoud en de opvoeding van het kind, kan de familierechter de partijen, en zelfs derden, opdragen informatie te verstrekken of boekhoudkundige of administratieve documenten over te leggen op basis waarvan het inkomen, de schulden of de verdiensten van de partijen kunnen worden vastgesteld.

Eventueel beroep tegen een beslissing van de familierechter moet binnen veertig dagen worden ingesteld. Het verzoekschrift waarbij het beroep wordt ingesteld, moet worden ondertekend door een advocaat bij de rechtbank.

Wanneer de familierechter een verzoek over de gronden van de zaak al in behandeling heeft en er sprake is van absolute urgentie, wat in het verzoekschrift naar behoren moet worden onderbouwd, kan een verzoek om voorlopige maatregelen (mesures provisoires) bij hem/haar worden ingediend in een uitzonderlijke summiere procedure (en référé exceptionnel). Het verzoek om voorlopige maatregelen moet worden ingediend bij de griffier van de arrondissementsrechtbank die bevoegd is voor de behandeling van de zaak ten gronde. De partijen hoeven niet door een advocaat te worden vertegenwoordigd.

12 Kan ik een vergoeding krijgen van de kosten van rechtshulp en de procedure?

Personen van wie het inkomen volgens de Luxemburgse wetgeving als ontoereikend wordt beschouwd, kunnen rechtsbijstand (assistance judiciaire) krijgen. Om deze bijstand te ontvangen, moeten zij een vragenlijst invullen die verkrijgbaar is bij de Centrale Dienst voor sociale bijstand (Service central d’assistance sociale) en deze vragenlijst sturen naar de voorzitter van de plaatselijke balie (Bâtonnier de l’Ordre des avocats), die de beslissing zal nemen.

De rechtsbijstand dekt alle kosten die voortvloeien uit de verzoekschriften, procedures of rechtsvorderingen waarvoor hij wordt verleend. Met name dekt de rechtsbijstand zegelrechten en registratiekosten; griffierechten, honoraria van advocaten, honoraria en onkosten van deurwaarders, notarissen en specialisten, getuigenvergoedingen, en vergoedingen voor tolken en vertalers; vergoedingen voor certificaten waarin het standpunt volgens buitenlands recht wordt uiteengezet (certificats de coutume); reiskosten; belastingen en vergoedingen in verband met registratiegerelateerde en hypothecaire formaliteiten; en waar nodig kosten in verband met kennisgevingen in kranten.

13 Is het mogelijk in beroep te gaan tegen een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid?

Tegen een beslissing over de ouderlijke macht kan beroep worden ingesteld bij het hof van beroep (Cour d’appel). De termijn waarbinnen dit moet gebeuren, is in beginsel veertig dagen. De termijn is echter vijftien dagen wanneer beroep wordt ingesteld tegen een beslissing van de familierechter over voorlopige maatregelen in het kader van een echtscheidingsprocedure op grond van duurzame ontwrichting van het huwelijk, een procedure tot scheiding van tafel en bed of een uitzonderlijke summiere procedure.

14 Als het nodig is zich te wenden tot een gerecht of een andere instantie om een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid ten uitvoer te leggen, welke procedure moet ik dan toepassen?

Een familierechter die heeft beslist volgens welk rooster een kind bij elke ouder moet wonen of die het omgangsrecht van een ouder of zelfs een derde partij heeft bevestigd, kan vervolgens handhavingsmaatregelen aan de beslissing toevoegen. Hij/zij specificeert de aard van deze maatregelen en de wijze waarop zij moeten worden uitgevoerd, en houdt daarbij rekening met het belang van het kind. Hij/zij kan een periodieke boete vaststellen om ervoor te zorgen dat de beslissing wordt nageleefd.

Het Luxemburgs recht voorziet in verschillende manieren om de naleving van een beslissing over de ouderlijke macht af te dwingen, wanneer er sprake is van een stelselmatige weigering om mee te werken.

Ten eerste een civielrechtelijke sanctie, namelijk een periodieke boete (astreinte) die wordt vastgesteld door de familierechter om de weerspannige ouder te dwingen zijn/haar verplichting na te komen. Een rechtsvordering tot het opleggen van een periodieke boete moet worden ingesteld bij de arrondissementsrechtbank van de plaats waar het kind zijn/haar verblijf heeft.

Als een van de ouders zich herhaaldelijk niet houdt aan rechterlijke beslissingen over het omgangsrecht en het recht van verblijf of afwisselend verblijf, kan de familierechter gezinsbemiddeling voorstellen. Als de niet-naleving voortduurt, kan de rechter, op verzoek van de benadeelde ouder, de toekenning van de ouderlijke macht of het omgangs- en verblijfsrecht wijzigen ten gunste van deze ouder.

Ten tweede zijn er strafrechtelijke sancties, wanneer het kind niet wordt overgedragen. Het openbaar ministerie kan vervolging instellen, hetzij ambtshalve, hetzij naar aanleiding van aangifte, door het slachtoffer, van een strafbaar feit. De arrondissementsrechtbank die zitting houdt als strafgerecht, legt strafrechtelijke sancties op en stelt, waar van toepassing, de aan het slachtoffer toe te kennen schadevergoeding vast. De partijen hoeven niet te worden vertegenwoordigd door een advocaat.

15 Wat moet ik doen om een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid die door een gerecht in een andere lidstaat is gegeven, in deze lidstaat te laten erkennen en ten uitvoer te laten leggen?

Op grond van Verordening (EU) 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (herschikking) (hierna de “verordening Brussel II ter” genoemd) wordt een beslissing inzake ouderlijke verantwoordelijkheid die is gegeven door een gerecht van een andere EU-lidstaat (met uitzondering van Denemarken) in beginsel van rechtswege erkend in Luxemburg. Zo’n beslissingen worden met andere woorden erkend zonder dat daartoe enigerlei procedure is vereist.

Een door een gerecht van een andere EU-lidstaat gegeven beslissing inzake ouderlijke verantwoordelijkheid die aldaar uitvoerbaar is, is in Luxemburg uitvoerbaar zonder dat een verklaring van uitvoerbaarheid is vereist. Met het oog op de tenuitvoerlegging van zo’n beslissing verstrekt de partij die om tenuitvoerlegging verzoekt de voor de tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit:

a) een afschrift van de beslissing dat voldoet aan de voorwaarden tot vaststelling van de echtheid ervan, en

b) het gepaste certificaat dat is afgegeven krachtens artikel 36 van de verordening Brussel II ter.

De voor tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit kan ook verlangen dat er een vertaling wordt overgelegd van de vertaalbare inhoud van de vrije tekstvelden van het certificaat alsook een vertaling van de beslissing.

Opgemerkt zij dat beslissingen in verband met het omgangsrecht en in verband met de terugkeer van het kind worden erkend zonder mogelijkheid van verzet, tenzij de beslissing onverenigbaar is met een latere beslissing, en dat dergelijke beslissingen ten uitvoer worden gelegd zonder dat er een verklaring van uitvoerbaarheid is vereist. Met het oog op de tenuitvoerlegging van zo’n beslissing verstrekt de partij die om tenuitvoerlegging verzoekt de voor de tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit:

a) een afschrift van de beslissing dat voldoet aan de voorwaarden tot vaststelling van de echtheid ervan, en

b) het gepaste certificaat dat is afgegeven krachtens artikel 47 van de verordening Brussel II ter.

De voor tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit kan ook verlangen dat er een vertaling wordt overgelegd van de vertaalbare inhoud van de vrije tekstvelden van het certificaat alsook een vertaling van de beslissing.

16 Tot welk gerecht in deze lidstaat moet ik mij wenden om mij te verzetten tegen de erkenning en de tenuitvoerlegging van een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid die is gegeven door een gerecht in een andere lidstaat? Welke procedure is in dit geval van toepassing?

Krachtens de verordening Brussel II ter kan elke belanghebbende, via dagvaarding, een verzoek tot weigering van erkenning of weigering van tenuitvoerlegging van een door een gerecht van een andere EU-lidstaat gegeven beslissing in ouderlijke zaken indienen bij de arrondissementsrechtbank die zitting houdt als civiele rechtbank. De partij moet bij de rechtbank worden vertegenwoordigd door een advocaat.

De gronden voor weigering van erkenning en weigering van tenuitvoerlegging zijn vermeld in de artikelen 39 en 41 van de verordening Brussel II ter.

Elk van beide partijen kan bij het hof van beroep dat zitting houdt als civiele rechtbank een rechtsmiddel instellen tegen de beslissing van de arrondissementsrechtbank die zitting houdt als civiele rechtbank. Tegen de beslissing van het hof van beroep dat zitting houdt als civiele rechtbank kan er beroep over rechtsvragen worden ingesteld bij het hof van cassatie (Cour de cassation).

17 Welk recht wordt door het gerecht toegepast in een proces over ouderlijke verantwoordelijkheid waarbij het kind of de partijen niet in deze lidstaat wonen of verschillende nationaliteiten hebben?

De vraag welk recht door de gerechten wordt toegepast, moet los worden gezien van de vraag welke gerechten bevoegd zijn. De gerechten die bevoegd zijn in zaken betreffende de ouderlijke macht zijn de gerechten van de lidstaat op het grondgebied waarvan het kind zijn/haar gewone verblijfplaats heeft (artikel 8 van de verordening Brussel II bis en artikel 5 van het Haags Verdrag van 19 oktober 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen). Het toepasselijke recht wordt eveneens bepaald conform het Haags Verdrag. De nationaliteit van het kind doet niet ter zake. De bevoegdheid om maatregelen ter bescherming van de persoon en het eigendom van het kind te nemen, berust bij de autoriteiten van de verdragsluitende staat waar het kind zijn/haar gewone verblijfplaats heeft; in Luxemburg is de betreffende autoriteit de familierechter. Op de uitoefening van de ouderlijke verantwoordelijkheid is het recht van de staat waar het kind zijn/haar gewone verblijfplaats heeft, van toepassing of, als de gewone verblijfplaats van het kind wijzigt, het recht van de staat waar het kind zijn/haar nieuwe gewone verblijfplaats heeft.

Verdere informatie (in het Frans):

Brochure autorité parentale

Legilux

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 05/04/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.