Legaal verhuizen naar het buitenland met kinderen

België
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Onder welke omstandigheden is een ouder gerechtigd het kind zonder toestemming van de andere ouder naar een andere staat over te brengen?

Krachtens de Belgische wetgeving valt het recht om de verblijfplaats van een minderjarige te wijzigen onder het ouderlijk gezag. Bijgevolg heeft/hebben uitsluitend de houder(s) van het ouderlijk gezag over het kind het recht om de verblijfplaats van het kind te wijzigen.

In principe oefenen de ouders, ongeacht hun status en ongeacht of zij samenleven, gezamenlijk het ouderlijk gezag uit in het belang van het kind (zie de artikelen 373 en 374 van het Burgerlijk Wetboek).

Als de ouders gescheiden zijn, is het echter mogelijk om gerechtelijk te verzoeken om af te wijken van de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag. Als de uitoefening van het ouderlijk gezag middels een gerechtelijke beslissing aan een van hen is toevertrouwd, wordt die uitoefening geacht exclusief te zijn. In geval van exclusieve uitoefening van het ouderlijk gezag kunnen alle prerogatieven van het ouderlijk gezag worden toegekend aan de ouder die hiermee belast is, met inbegrip van de keuze voor de verblijfplaats van het kind. Het kind kan derhalve worden overgebracht naar een andere staat zonder toestemming van de andere ouder. In dit geval kan er echter een omgangsrecht worden toegekend aan de ouder die geen ouderlijk gezag heeft. De rechter kan de exclusieve uitoefening van het ouderlijk gezag echter aanpassen door voor bepaalde beslissingen over het kind uitzonderingen in te stellen waarvoor de goedkeuring van de andere ouder vereist is. De keuze voor de verblijfplaats van het kind kan een van de beslissingen zijn die gezamenlijk dienen te worden genomen in geval van exclusieve uitoefening van het ouderlijk gezag door een van beide ouders.

Indien het kind onderworpen is aan een beschermende maatregel die de voorwaarden van de uitoefening van het ouderlijk gezag wijzigt, prevaleert deze maatregel. Het is derhalve mogelijk dat geen van de ouders het recht heeft om het kind over te brengen naar een andere staat.

2 Onder welke omstandigheden is voor de overbrenging van het kind naar een andere staat toestemming van de andere ouder vereist?

Als de ouders het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen, is de toestemming van beide ouders vereist om de verblijfplaats van het gemeenschappelijke kind te wijzigen.

Als een van de ouders het ouderlijk gezag exclusief uitoefent met een uitzondering voor bepaalde beslissingen, zoals de keuze voor de verblijfplaats van het kind, is de toestemming van de andere ouder vereist. Jegens derden te goeder trouw bestaat er echter een vermoeden van ouderlijke goedkeuring.

3 Hoe kan het kind legaal naar een andere staat worden overgebracht als overbrenging noodzakelijk is, maar de andere ouder er geen toestemming voor geeft?

Als de houders van het ouderlijk gezag niet tot overeenstemming komen over de verblijfplaats van het gemeenschappelijke kind, dient de territoriaal bevoegde rechter zijn toestemming te verlenen vooraleer het kind naar een andere staat kan worden overgebracht.

Een ouder die het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefent kan de zaak a priori aanhangig maken vooruitlopend op een beslissing waarmee hij het niet eens is. Een ouder die het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefent kan eveneens a posteriori gerechtelijke stappen ondernemen om bezwaar te maken tegen een beslissing die de andere ouder al heeft genomen.

4 Gelden voor tijdelijke overbrenging (bv. voor vakantie of medische behandeling) en permanente overbrenging dezelfde regels? Gelieve toestemmingsformulieren te verstrekken, indien beschikbaar.

Als het ouderlijk gezag is toevertrouwd aan één ouder, heeft uitsluitend de ouder met ouderlijk gezag het recht om het kind tijdelijk naar een andere staat over te brengen voor vakantie.

De ouder die geen ouderlijk gezag over het kind heeft, maar wel een omgangsrecht, kan het kind uitsluitend overbrengen naar het buitenland met de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de houder van het ouderlijk gezag of met de uitdrukkelijke goedkeuring van de bevoegde rechter.

Als er sprake is van gezamenlijk ouderlijk gezag en er geen beslissing is over de huisvesting van het kind, hebben beide ouders het recht om met het kind naar het buitenland te reizen. De verblijfplaats van het kind kan echter niet worden gewijzigd.

Als de huisvestingsvoorwaarden van het kind echter zijn geregeld in een rechterlijke beslissing, heeft iedere ouder uitsluitend tijdens de periode dat het kind bij hem verblijft het recht om met zijn kind te reizen, behoudens als de rechter dit uitdrukkelijk heeft verboden.

In de twee laatste gevallen kan het, om problemen te voorkomen, echter handig zijn als de ouder die met het kind reist een door de andere ouder ondertekende reistoestemming bij zich heeft.

Laatste update: 10/01/2018

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.