In several Member States there are specialised courts, which deal with specific matters. Often such courts deal with disputes concerning administrative issues or in some cases with disputes between private persons or businesses.
Several Member States have specialised courts for administrative matters, i.e. disputes between public authorities and private persons or firms regarding decisions by the public administration, such as a dispute on a building license, an authorisation to run a business or a tax assessment note.
As regards disputes between private persons and/or businesses ("civil matters"), in some Member States there are specialised courts on employment matters.
Please select the relevant country's flag to obtain detailed national information.
This page is maintained by the European Commission. The information on this page does not necessarily reflect the official position of the European Commission. The Commission accepts no responsibility or liability whatsoever with regard to any information or data contained or referred to in this document. Please refer to the legal notice with regard to copyright rules for European pages.
Op deze pagina vindt u een overzicht van de gespecialiseerde rechtbanken in België.
Wat de rechtbanken betreft die in een bepaalde materie zijn gespecialiseerd (arbeidsrecht, handelsrecht) vindt u informatie op de pagina "gewone rechtbanken".
Het Grondwettelijk Hof gaat na of wetten, decreten en ordonnanties in overeenstemming zijn met de Grondwet. Het ziet ook toe op de verdeling van de bevoegdheden tussen de federale staat en de deelstaten.
Het Grondwettelijk Hof is een rechtscollege met twaalf rechters die waken over de inachtneming van de Grondwet door de wetgevers in België. Het kan wetten, decreten en ordonnanties vernietigen en schorsen. Het Grondwettelijk Hof is opgericht als een gespecialiseerd rechtscollege. Vanwege zijn bijzondere opdracht staat het los van zowel de wetgevende macht, als van de uitvoerende en de rechterlijke macht.
De voorloper van het Grondwettelijk Hof was het « Arbitragehof », opgericht in 1980, bij de geleidelijke omvorming van België tot een federale staat. Het Arbitragehof kreeg die benaming van de grondwetgever vanwege zijn oorspronkelijke opdracht als scheidsrechter tussen de diverse wetgevers van de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten. Zijn bevoegdheid was toen beperkt tot het toezicht op de overeenstemming van wetten, decreten en ordonnanties met de bevoegdheidverdelende regels in de Grondwet en de wetten tot hervorming der instellingen.
De benaming "Grondwettelijk Hof", sinds mei 2007, stemt beter overeen met de werkelijke bevoegdheden van dit rechtscollege, die gaandeweg werden uitgebreid tot de toetsing van wetten, decreten en ordonnanties aan Titel II van de Grondwet (artikelen 8 tot en met 32 over de rechten en vrijheden van de Belgen) en aan de artikelen 170 en 172 (wettigheid en gelijkheid van belastingen) en 191 (bescherming voor vreemdelingen).
Zes rechters behoren tot de Nederlandse taalgroep, zes tot de Franstalige. Een van de rechters moet een voldoende kennis hebben van de Duitse taal. Elke taalgroep bestaat op haar beurt uit drie rechters met juridische achtergrond (universiteitsprofessor in de rechten bij een Belgische universiteit, magistraat in het Hof van Cassatie of de Raad van State, referendaris bij het Grondwettelijk Hof) en drie rechters die als gewezen parlementslid een ervaring van ten minste vijf jaar hebben.
Bron : website van het Grondwettelijk Hof.
Als raadgevende en rechtsprekende instelling op de driesprong van de wetgevende, de uitvoerende en rechterlijke macht, dankt de Raad van State zijn bestaan in hoofdzaak aan de wil van de wetgever om voor alle natuurlijke en rechtspersonen een doeltreffend beroep open te stellen tegen onwettige administratieve rechtshandelingen die hen mochten hebben geschaad.
Het schorsen en vernietigen van administratieve handelingen (individuele rechtshandelingen en reglementen) die strijdig zijn met de geldende rechtsregels zijn dan ook de belangrijkste bevoegdheden van de Raad van State.
De bescherming tegen administratieve willekeur is echter niet de enige opdracht van de Raad. Hij vervult tevens de taak van adviesorgaan op wetgevend en reglementair gebied.
De Raad van State is eveneens cassatierechter voor beroepen tegen de uitspraken van de lagere administratieve rechtscolleges.
Over de ingestelde vorderingen doet de Raad van State uitspraak bij wege van arresten en beschikkingen.
De Raad is samengesteld uit 44 leden, zijnde een eerste voorzitter, een voorzitter, veertien kamervoorzitters en achtentwintig staatsraden; alsook een Auditoraat bestaande uit een auditeur-generaal, een adjunct-auditeur-generaal, 14 eerste auditeurs-afdelingshoofden en 64 eerste auditeurs, auditeurs en adjunct-auditeurs.
De leden zetelen in de algemene vergadering van de Raad van State en in één van de kamers in de afdeling bestuursrechtspraak of in de afdeling wetgeving.
Bron : website van de Raad van State van België.
Website van de Raad van State.
Website van het Grondwettelijk Hof.
Ja, de toegang is gratis.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Dit gedeelte bevat informatie over gespecialiseerde rechtbanken die in de Republiek Bulgarije zijn gevestigd.
Bulgarije kent geen rechtbanken die zijn gespecialiseerd in arbeids-, zee- of handelsrecht of vergelijkbare gespecialiseerde rechtbanken.
Toen in 2006 in de Republiek Bulgarije een nieuw Wetboek van Administratieve Rechtsvordering werd aangenomen, werd ook een systeem van administratieve rechtbanken ingevoerd. Dit systeem voor administratieve rechtspraak omvat 28 provinciale administratieve rechtbanken en het hoogste administratieve rechtscollege (Varhoven administrativen sad).
De administratieve rechtbanken zijn bevoegd te beslissen over elk verzoek om:
Iedereen kan het al dan niet bestaan van een administratief recht of een rechtsbetrekking in rechte laten vaststellen, indien hij procesbevoegdheid heeft en hem geen andere rechtsmiddelen ter beschikking staan.
Zaken waarin afzonderlijke bestuursrechtelijke handelingen worden betwist, worden behandeld door de administratieve rechtbank van het rechtsgebied waar de regionale vestiging is gelegen van de instantie waarvan de betwiste handeling uitgaat en in wier district het permanente/huidige adres van de verzoeker of diens vestigingsplaats zich bevindt. Dergelijke zaken worden behandeld door de administratieve rechtbank die bevoegd is in de vestigingsplaats van de instantie waarvan de betwiste afzonderlijke administratieve handeling uitgaat, wanneer:
Zaken betreffende de betwisting van algemene bestuursrechtelijke handelingen worden behandeld door de administratieve rechtbank die bevoegd is in de vestigingsplaats van de instantie waarvan de bestreden handeling uitgaat.
De gemeentelijke administratieve rechtbank van Sofia (Administrativen sad – grad Sofia) behandelt zaken als de instantie waarvan de bestreden administratieve handeling uitgaat, in een ander land is gevestigd.
Aansprakelijkheidsvorderingen worden ook aanhangig gemaakt bij de rechtbank die bevoegd is in de gemeente waar de verzoeker is gevestigd wanneer de vordering is gevoegd in een geschil zoals bedoeld in de leden 1–4.
Indien het bevoegde gerecht een zaak niet kan behandelen, beveelt het hoogste administratieve rechtscollege dat de zaak naar een gelijkwaardige administratieve rechtbank wordt verwezen.
Rechterlijke toetsing van bestuursrechtelijke handelingen waarbij rechtstreeks uitvoering wordt gegeven aan het buitenlands, defensie- of veiligheidsbeleid van Bulgarije is niet mogelijk, tenzij bij wet anders is bepaald.
Het hoogste administratieve rechtscollege is bevoegd in zaken betreffende:
Het hoogste administratieve rechtscollege bestaat uit colleges die elk hun afdelingen hebben. De colleges worden geleid door een president (of waarnemend president) die ook een college van rechters in het betreffende college kan voorzitten.
De geschiedenis van de militaire rechtbanken gaat terug tot 1 juli 1879. In 1956 werden de militaire rechtbanken geherstructureerd nadat Sofia, Plovdiv, Sliven, Varna en Pleven garnizoenssteden waren geworden. (Deze structuur van de militaire rechtbanken bestaat nog altijd.)
In eerste aanleg behandelt de militaire rechtbank misdrijven die militairen, generaals, officieren, onderofficieren en gewoon personeel bij andere ministeries en instanties, en burgerpersoneel bij het ministerie van Defensie, het Bulgaarse leger, instellingen die onder de minister van Defensie ressorteren, het bureau voor nationale veiligheid en bij de nationale inlichtingendienst in de uitvoering van hun taken hebben gepleegd. Het militair gerechtshof (Voenno-apelativen sad) is het hof in tweede aanleg voor deze zaken. De bevoegdheden van de militaire rechtbanken zijn vastgelegd in het Wetboek van Strafvordering. Zij hebben hetzelfde statuut als de provinciale rechtbanken. Het militair gerechtshof (enkelvoudig) behandelt beroepen (inclusief procedurele beroepen) tegen beslissingen van alle militaire rechtbanken in Bulgarije.
De gespecialiseerde strafrechtbank is opgericht bij de Wet tot wijziging en aanvulling van de Aanpassingswet rechterlijke organisatie (bekendgemaakt in staatsblad nr. 1 van 2011). De gespecialiseerde strafrechtbank, gevestigd in Sofia, is uniek in de Republiek Bulgarije en heeft dezelfde status als een provinciale rechtbank. Haar bevoegdheden zijn wettelijk vastgesteld (artikel 411, onder a), van het Wetboek van Strafvordering bevat een uitgebreide lijst van misdrijven die onder de bevoegdheid van de gespecialiseerde strafrechtbank vallen. Dit zijn meestal misdrijven die zijn gepleegd door of in opdracht van criminele organisaties).
De gespecialiseerde strafrechtbank bestaat uit rechters en wordt voorgezeten door een president.
Het gespecialiseerde hof van beroep in strafzaken (Apelativen specializiran nakazatelen sad) herziet beroepen (inclusief procedurele beroepen) die zijn ingesteld tegen beslissingen van de gespecialiseerde strafrechtbank. Het gespecialiseerde hof van beroep, gevestigd in Sofia,
bestaat uit rechters en wordt voorgezeten door een president. Het hof van cassatie (Varhoven kasatsionen sad) is de hoogste strafrechtbank, die in cassatie arresten van het gespecialiseerde hof van beroep in strafzaken herziet.
Het arbitragebureau van de kamer van handel en industrie beslist over civielrechtelijke geschillen betreffende lacunes in overeenkomsten of aanpassing van de voorwaarden daarin aan veranderende omstandigheden, ongeacht of beide partijen dan wel een van hen hun woon- of verblijfplaats hebben in Bulgarije.
Het arbitragebureau heeft zijn positie als belangrijkste arbitrage-instelling van het land versterkt en geniet het vertrouwen van het publiek door zijn uiterst professionele werkwijze bij geschillenbeslechting. Het lost jaarlijks 250 tot 300 internationale en binnenlandse geschillen op. Van de binnenlandse zaken wordt 82% binnen negen maanden opgelost, en van de internationale zaken 66% binnen twaalf maanden.
Daarnaast is het arbitragebureau actief betrokken bij de verbetering van de arbitragewetgeving. De enige geschillen die niet via arbitrage beslecht kunnen worden, zijn geschillen betreffende zakelijke rechten met betrekking tot onroerend goed, alimentatie en arbeidsovereenkomsten, en geschillen betreffende morele rechten en familierechtelijke aangelegenheden.
Elke Bulgaarse rechtbank heeft een website met informatie over haar structuur en werkzaamheden, waaronder zowel lopende en afgesloten zaken als andere nuttige, voor het publiek toegankelijke informatie.
Op de website van de hoge raad voor de magistratuur is een gedetailleerde lijst te vinden van rechtbanken in Bulgarije met hun adres en internetadres (alleen in het Bulgaars).
Rechterlijke beslissingen worden na te zijn uitgesproken op de website van de betreffende rechtbank bekendgemaakt, met inachtneming van de Wet op de bescherming van persoonsgegevens en de Wet op de bescherming van gerubriceerde gegevens.
Beslissingen in zaken die verband houden met de burgerlijke staat of de gezondheidstoestand van een persoon, worden zonder de motivering bekendgemaakt.
Zie voor verdere informatie de volgende websites:
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Over het algemeen kent Tsjechië geen gespecialiseerde rechtbanken. Er zijn echter wel gespecialiseerde kamers in de gewone rechtbanken (voor arbeidsrecht).
Het Grondwettelijk Hof is de juridische autoriteit voor de bescherming van de grondwet.
Het Grondwettelijk Hof behandelt zaken in een plenaire sessie of als vier kamers met drie rechters.
Beslissingen in verband met fundamentele kwesties van nationaal en gerechtelijk belang, zoals onder meer het nietig verklaren van een parlementaire wet, het aanklagen of het handelingsonbekwaam verklaren van de president van de republiek of het ontbinden van een politieke partij, kunnen alleen in een plenaire sessie worden genomen.
In een plenaire sessie hebben alle rechters zitting, van wie er tien aanwezig moeten zijn wanneer een besluit wordt genomen. Bij beslissingen over de volgende kwesties is een meerderheid van negen stemmen vereist: nietigverklaring van een parlementaire wet, besluiten over de aanklaging of de handelingsonbekwaamheid van een president van de republiek en de vaststelling van een vonnis dat is gebaseerd op een juridische interpretatie die afwijkt van een eerdere gerechtelijke uitspraak van het hof.
Zaken over alle overige kwesties worden in kamers van drie rechters behandeld. Dit zijn bijvoorbeeld grondwettelijke bezwaren van personen of gemeenten, geschillen over verkiezingen of de verkiesbaarheid van parlementsleden en geschillen over bevoegdheden tussen centrale staatsinstellingen en lokale onafhankelijke organen.
Het Grondwettelijk Hof bestaat uit 15 rechters. De rechters worden benoemd voor een periode van tien jaar door de president van de republiek met toestemming van de senaat. Er bestaan geen beperkingen voor herbenoeming.
De voorzitter en twee vicevoorzitters zijn verantwoordelijk voor het bestuur van het hof. Elke rechter wordt bijgestaan door zijn/haar eigen staf bestaande uit juridische medewerkers en een secretaris of secretaresse.
Meer informatie is te vinden op de website van het Grondwettelijk Hof.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van gespecialiseerde rechtbanken in Denemarken.
Het Zeevaart- en handelsgerecht behandelt al sinds zijn oprichting in 1862 zaken uit het hele land die betrekking hebben op maritieme en handelszaken.
De bevoegdheden van het Zeevaart- en handelsgerecht zijn met succes uitgebreid: vandaag de dag behandelt het ook zaken betreffende de Deense handelsmerkwet, de designwet, de wet marketingpraktijken, de mededingingswet, internationale handelsvoorwaarden en andere handelskwesties.
Bovendien behandelt de faillissementskamer zaken die zich voordoen in Groot-Kopenhagen met betrekking tot faillissement, uitstel van betaling, verplichte schuldvereffening en herschikking van schulden.
De kadastrale rechtbank is op 1 januari 2007 opgericht en is in heel Denemarken bevoegd.
Deze rechtbank neemt de registratietaken van de arrondissementsrechtbanken over en houdt zich onder meer bezig met de registratie van landeigendom, hypotheken en andere bezwaringen, en akten van huwelijksvoorwaarden.
De kadastrale rechtbank beslecht geschillen in verband met registraties. Er kan beroep worden ingesteld bij het gerechtshof van Westelijk Denemarken.
Het Bijzonder klachtgerecht houdt zich bezig met disciplinaire maatregelen tegen rechters en andere juridische medewerkers van de gerechten, inclusief de gerechten van de Faröer en Groenland en de Raad voor procesverlof. Bovendien kan dit gerecht strafzaken heropenen en advocaten onbevoegd verklaren voor de verdediging in strafzaken.
Een college van het Bijzonder klachtgerecht wordt gevormd door een rechter van het Hooggerechtshof, een rechter uit een van de gerechtshoven, een arrondissementsrechter, een advocaat en een advocaat met wetenschappelijke expertise.
Het Deense rechtssysteem kent geen administratieve rechtbanken.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over het systeem van gespecialiseerde rechtbanken in Duitsland.
Arbeidsrechtbanken behandelen arbeidsgeschillen die voortvloeien uit contractuele betrekkingen tussen werkgevers en werknemers (individueel arbeidsrecht). Ook behandelen ze geschillen tussen de partijen bij een collectieve overeenkomst, zoals vakbonden en werkgeversorganisaties (collectief arbeidsrecht), of tussen een werkgever en een ondernemingsraad.
De arbeidsrechtbanken (als rechtbanken van de deelstaten) zijn de gerechten van eerste aanleg. De zaken worden behandeld in kamers bestaande uit één beroepsrechter en twee lekenrechters, waarvan de ene de werknemer(s) vertegenwoordigt en de andere de werkgever(s). Bepaalde beslissingen die geen deel uitmaken van de mondelinge procedure, worden door de beroepsrechter gegeven zonder dat de lekenrechters daarbij betrokken zijn.
De hogere arbeidsrechtbanken (ook rechtbanken van de deelstaten) doen uitspraak over beroepen tegen en klachten over de uitspraken van de arbeidsrechtbanken. Ook hier bestaan de colleges uit één beroepsrechter en twee lekenrechters (waarvan de ene de werknemer(s) vertegenwoordigt en de andere de werkgever(s)).
Beslissingen in laatste aanleg worden genomen door het Bundesarbeitsgericht (federale arbeidsrechtbank). De colleges van deze rechtbank bestaan uit één rechter-voorzitter, twee aanvullende beroepsrechters en twee lekenrechters (waarvan de ene de werknemer(s) vertegenwoordigt en de andere de werkgever(s)).
Voor het toetsen van administratieve besluiten zijn drie verschillende rechterlijke instanties bevoegd: de algemene administratieve rechtbanken, de sociale rechtbanken en de fiscale rechtbanken. Een belangrijk kenmerk van de algemene administratieve en de sociale en fiscale rechtbanken is dat ze ex officio (ambtshalve) werken. Volgens dat beginsel moeten de rechtbanken de feiten van de zaak op eigen initiatief onderzoeken (d.w.z. niet slechts op verzoek van een partij of op basis van door de partijen aangeleverd bewijsmateriaal), aangezien de materiële waarheid van de rechterlijke beslissing een kwestie van algemeen belang is.
De algemene administratieve rechtspraak heeft een drievoudige aanleg.
De Verwaltungsgerichte zijn meestal bevoegd in eerste aanleg. De Oberverwaltungsgerichte of Verwaltungsgerichtshöfe zijn hoofdzakelijk beroepsgerechten, met als taak de uitspraken van de gerechten van eerste aanleg vanuit juridisch en feitelijk perspectief te toeten. Enkele uitzonderingen daargelaten is het Bundesverwaltungsgericht een beroepsgerecht dat uitsluitend rechtsvragen onderzoekt (Revision).
De algemene administratieve rechtspraak is in beginsel bevoegd voor alle geschillen tussen overheidsinstanties en particulieren met betrekking tot de correcte toepassing van bestuurswetten en verordeningen. In plaats van de administratieve rechtbanken zijn de algemene rechtbanken echter bevoegd als de overheid niet als overheidsentiteit, maar als een particulier bedrijf bij de zaak betrokken is. Dit geldt voor alle geschillen die uit dergelijke activiteiten voortvloeien. Daarnaast zijn geschillen die wettelijk zijn toegewezen aan een andere rechtbank (zoals de fiscale rechtbanken, de sociale rechtbanken of de algemene rechtbanken), uitgezonderd van de algemene administratieve rechtspraak.
Beslissingen binnen de administratieve rechtspraak worden genomen door colleges van rechters. De Verwaltungsgerichte bestaan gewoonlijk uit drie beroepsrechters en twee lekenrechters. De colleges van Oberverwaltungsgerichte en Verwaltungsgerichtshöfe bestaan doorgaans uit drie beroepsrechters. Het college van het Bundesverwaltungsgericht bestaat veelal uit vijf beroepsrechters. Bij de Verwaltungsgerichte kunnen zaken aan één rechter worden voorgelegd.
De sociale rechtspraak heeft, net als de algemene administratieve rechtspraak, drie niveaus voor een goede verdeling van de taken. De sociale rechtbanken zijn gewoonlijk bevoegd in eerste aanleg. De 14 Landessozialgerichte (hogere sociale rechtbanken voor de deelstaten) zijn beroepsgerechten. Enkele uitzonderingen daargelaten is het Bundessozialgericht, een beroepsgerecht dat uitsluitend rechtsvragen onderzoekt (Revision).
De sociale rechtbanken zijn voornamelijk bevoegd voor de behandeling van geschillen op het gebied van sociale zekerheid (pensioenen, ongevallen- en ziektekostenverzekeringen en verzekeringen voor langetermijnzorg), werkloosheidsverzekering, de basisvoorziening voor werkzoekenden en bijstand (met name sociale bijstand, uitkeringen in het kader van de Asylbewerberleistungsgesetz (wet inzake uitkeringen voor asielzoekers) en bepaalde kwesties in verband met de Schwerbehindertenrecht (wet inzake personen met een handicap). De colleges van de sociale rechtbanken bestaan uit één beroepsrechter en twee lekenrechters. De colleges van de Landessozialgerichte en het Bundessozialgericht bestaan uit drie beroepsrechters en twee lekenrechters.
De fiscale rechtspraak bestaat uit fiscale gerechten van eerste aanleg en het Bundesfinanzhof (federale financiële rechtbank), dat als hoogste gerecht van beroep uitsluitend rechtsvragen behandelt. Tot de bevoegdheid van de fiscale rechtspraak behoren vooral geschillen met betrekking tot openbare heffingen en belastingen en douanezaken. De colleges van de fiscale rechtbanken bestaan uit drie beroepsrechters en twee lekenrechters. Het college van het Bundesfinanzhof bestaat gewoonlijk uit vijf beroepsrechters. Bij de fiscale rechtbanken kunnen zaken aan één rechter worden voorgelegd.
Het Bundesverfassungsgericht (federaal grondwettelijk hof) spreekt op federaal niveau recht over constitutionele zaken. Zijn arresten zijn gebaseerd op bepalingen van de Duitse grondwet (Grundgesetz). De meeste zaken die het Bundesverfassungsgericht behandelt, hebben betrekking op constitutionele klachten. Deze klachten worden ingediend door burgers die stellen dat hun grondrechten zijn geschonden door uitspraken van de rechter, overheidshandelen of rechtshandelingen. In het algemeen wordt een constitutionele klacht alleen in behandeling genomen als alle procedures bij andere bevoegde rechters al zijn doorlopen (dat wil zeggen, tegen beslissingen in laatste aanleg). Enkel in uitzonderlijke gevallen kan direct een constitutionele klacht worden ingediend tegen een rechtshandeling.
Er zijn verschillende andere soorten procedures. Het gaat onder meer om de abstracte en specifieke rechterlijke toetsing van een wet aan de grondwet en om procedures om na te gaan of de federale grondwettelijke autoriteiten zich aan hun bevoegdheden hebben gehouden. Bepaalde arresten van het Bundesverfassungsgericht kunnen rechtskracht krijgen. Het hof bestaat uit twee colleges (Senate), die elk bestaan uit acht leden. Het hof doet uitspraak in kamers, die elk bestaan uit drie rechters, of via een college, meestal zonder hoorzittingen.
De Landesverfassungsgerichte of Staatsgerichtshöfe (grondwettelijke hoven of hooggerechtshoven van de deelstaten) zijn de grondwettelijke gerechten van de respectieve deelstaten. Zij beslissen hoofdzakelijk over grondwettelijke geschillen binnen het deelstaatrecht (Landesrecht), waaronder ook hun oprichting, bestuur en bevoegdheid valt.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina wordt informatie gegeven over administratieve en gespecialiseerde rechtbanken in het Estlandse rechtsstelsel.
De Estlandse grondwet bepaalt dat bij wet kan worden voorzien in de oprichting van gespecialiseerde rechtbanken die bevoegd zijn voor een specifiek rechtsgebied. De oprichting van noodrechtbanken is echter verboden.
In Estland zijn geen gespecialiseerde rechtbanken opgericht.
Het Hooggerechtshof vervult tegelijkertijd de functie van hoogste rechterlijke instantie en grondwettelijk hof.
Als grondwettelijk hof behandelt het Hooggerechtshof:
In Estland kunnen individuele personen geen verzoeken voor toetsing aan de grondwet indienen.
De contactgegevens van het Hooggerechtshof zijn te vinden op de website van het Hooggerechtshof.
De toetsing aan de grondwet is geregeld in de Wet gerechtelijke procedure grondwettelijke toetsing.
Administratieve rechtbanken zijn rechtbanken van eerste aanleg die administratieve zaken behandelen. In Estland handelen zij alleen in eerste aanleg als onafhankelijke gerechtelijke instanties.
Uitspraken van administratieve rechtbanken worden door arrondissementsrechtbanken, als rechtbanken van tweede aanleg, getoetst op basis van beroepen tegen deze uitspraken.
De bevoegdheid van de administratieve rechtbanken, de procedure voor het instellen van een vordering bij een administratieve rechtbank en de regels voor administratieve procedures zijn neergelegd in de Wet administratief procesrecht.
In Estland zijn er twee administratieve rechtbanken: die van Tallinn en die van Tartu.
De administratieve rechtbanken zetelen in meerdere gerechtsgebouwen.
De administratieve rechtbank van Tallinn zetelt in twee gerechtsgebouwen:
De administratieve rechtbank van Tartu zetelt in twee gerechtsgebouwen:
In Estland zijn er twee arrondissementsrechtbanken, die fungeren als rechtbanken van tweede aanleg:
De contactgegevens van de rechtbanken zijn te vinden op de website van de rechterlijke organisatie. De gegevensbank is kosteloos te gebruiken.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van de gespecialiseerde rechtbanken in Ierland onder verwijzing naar de organisatie van de rechtbanken in het algemeen. Zie ook de pagina's Organisatie van justitie en Gewone rechtbanken voor gedetailleerde informatie over de rechtbanken in het algemeen.
De procedure voor geringe vorderingen is een goedkope en informele procedure voor de beslechting van consumentengeschillen, waarbij vertegenwoordiging in rechte niet is vereist. Het Small Claims Court (rechtbank voor geringe vorderingen) maakt deel uit van het District Court (districtsrechtbank). Deze procedure is beschikbaar voor vorderingen van maximaal 2 000 EUR van consumenten die goederen of diensten hebben gekocht, beperkte schade aan hun eigendom hebben opgelopen of een huurwaarborg terugvorderen. Indien de vordering niet wordt betwist, dienen de partijen niet voor de rechtbank te verschijnen. Indien de vordering wordt betwist en geen buitengerechtelijke regeling kan worden bereikt, wordt de zaak behandeld door een rechter van het District Court (districtsrechtbank). Tegen zijn beslissing kan beroep worden ingesteld bij het Circuit Court (arrondissementsrechtbank).
Commercial Court
Het Commercial Court (handelsrechtbank) is een gespecialiseerde afdeling van het High Court (hof van beroep). Zij onderscheidt zich door de snelle behandeling van de zaken waarvoor zij bevoegd is. Zij past daartoe eigen procedures toe, die zijn bedoeld om de behandeling van de zaken die onder haar bevoegdheid vallen te bespoedigen. Op deze procedures is Order 63A of the Rules of the Superior Courts van toepassing.
De rechtbank behandelt zaken die krachtens Order 63A, r1, als "handelsgeschillen" moeten worden aangemerkt. Het gaat met name om geschillen die betrekking hebben op het vennootschapsrecht, het insolventierecht, intellectuele eigendom, de bouw, het bestuursrecht en het constitutioneel recht. Om door de rechtbank krachtens Order 63A, r1, a), ontvankelijk te kunnen worden verklaard, moet de vordering of tegenvordering ten minste 1 000 000 EUR bedragen. Er geldt geen limiet voor zaken die ontvankelijk worden verklaard krachtens rule 1 b), waarbij de beslissing wordt overgelaten aan de rechter van het Commercial Court.
Drug Treatment Court
Het Drug Treatment Court (rechtbank voor de behandeling van drugszaken – DTC) maakt deel uit van de districtsrechtbank. Deze rechtbank biedt drugsverslaafden die veroordeeld zijn voor niet-gewelddadige misdrijven de gelegenheid om aan de spiraal van drugs, geweld en gevangenis te ontsnappen. Motivatie om aan het programma deel te nemen is een belangrijk criterium om te worden toegelaten.
Andere rechtbanken
Er zijn een aantal andere rechtbanken, die bevoegd zijn voor beroepen inzake inkomstenbelastingen, sociale uitkeringen, vorderingen op grond van de wetgeving inzake discriminatie, immigratievergunningen, stadsplanning en werkgelegenheid. Deze rechtbanken worden niet voorgezeten door rechters, maar wel door ter zake bevoegde specialisten. Tegen hun beslissingen kan beroep of hogere voorziening worden ingesteld bij het Circuit Court of het High Court.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van de gespecialiseerde rechtbanken in Griekenland.
De rekenkamer (Ελεγκτικό Συνέδριο), die bij artikel 98 van de Griekse grondwet is ingesteld, is een hoge rechterlijke instantie met een tweeledig karakter, in die zin dat zij zowel rechterlijke als administratieve taken heeft. Bij de uitoefening van haar administratieve taken behoudt de rekenkamer haar rechterlijke aard. De samenstelling van de rekenkamer is vergelijkbaar met die van de raad van state. De rekenkamer oefent haar rechterlijke bevoegdheden uit in plenaire vergadering (Ολομέλεια), drie afdelingen (τμήματα) en eenheden (κλιμάκια).
Haar belangrijkste bevoegdheden zijn:
De uitspraken van de rekenkamer vallen niet onder de jurisdictie van de raad van state.
Dit zijn speciale strafrechtbanken. Alle delicten die door militair personeel van de landmacht, de zeemacht of de luchtmacht worden gepleegd, vallen zonder uitzondering onder de jurisdictie van die rechtbanken.
Het bijzonder hooggerechtshof (Ανώτατο Ειδικό Δικαστήριο) is een gespecialiseerde rechtbank, vergelijkbaar met een grondwettelijk hof, aangezien de meeste geschillen die onder zijn bevoegdheid vallen van grondwettelijke aard zijn. Het bijzonder hooggerechtshof is ingesteld bij artikel 100 van de Griekse grondwet en is belast met de beoordeling van de geldigheid van parlementsverkiezingen, het ontheffen van parlementsleden uit hun ambt of het oplossen van conflicten tussen de drie hoogste rechterlijke instanties van Griekenland. Arresten van het bijzonder hooggerechtshof zijn onherroepelijk en zijn niet vatbaar voor hoger beroep.
Het bijzonder hooggerechtshof is samengesteld uit de voorzitter van de raad van state, de voorzitter van het hooggerechtshof (Άρειος Πάγος), de voorzitter van de rekenkamer, plus vier raadsleden van de raad van state en vier raadsleden van het hooggerechtshof (die om de twee jaar bij loting worden aangewezen).
Het bijzonder hooggerechtshof wordt voorgezeten door de langstzittende voorzitter van de raad van state of van het hooggerechtshof. Bij de behandeling van zaken waarbij conflicten of geschillen moeten worden opgelost over de grondwettigheid of de interpretatie van wettelijke bepalingen, wordt het bijzonder hooggerechtshof uitgebreid met twee vast aangestelde hoogleraren van de rechtenfaculteit van Griekse universiteiten.
De bijzondere rechtbank voor verhaal op de rechter (Ειδικό Δικαστήριο Αγωγών Κακοδικίας) is ingesteld bij artikel 99 van de grondwet en wet nr. 693/1977 en behandelt zaken waarbij verhaal is ingesteld tegen justitieambtenaren. Deze rechtbank is samengesteld uit de voorzitter van de raad van state, die als voorzitter fungeert, een raadslid van de raad van state, een raadslid van het hooggerechtshof, een raadslid van de rekenkamer, twee vast aangestelde hoogleraren van de rechtenfaculteit van Griekse universiteiten en twee advocaten (leden van de hoge tuchtraad die bij loting worden aangewezen).
De bijzondere rechtbank voor de aansprakelijkheid van ministers (Ειδικό Δικαστήριο Ευθύνης Υπουργών) is ingesteld bij artikel 86 van de grondwet.
Zij wordt voor specifieke zaken bijeengeroepen en is samengesteld uit zes leden van de raad van state en zeven leden van het hooggerechtshof, die bij loting worden gekozen door de voorzitter van het parlement nadat een gerechtelijke procedure is ingeleid. De zittingen vinden plaats in de vorm van een openbare zitting van het parlement en worden voorgezeten door de leden van de twee bovengenoemde hoge rechterlijke instanties. Deze leden moeten tot hun huidige functie zijn benoemd of bevorderd voordat er een voorstel tot inleiding van een gerechtelijke procedure is ingediend. Het lid met de hoogste positie van de bij loting aangewezen leden van het hooggerechtshof zit de zitting voor. Wanneer meerdere leden een positie op hetzelfde niveau bekleden, fungeert de langstzittende als voorzitter. Een lid van het openbaar ministerie van het hooggerechtshof of zijn plaatsvervanger fungeert als openbaar aanklager (beiden aangewezen bij loting).
Deze bijzondere rechtbank is belast met het behandelen van delicten die ministers en staatssecretarissen tijdens hun ambtsperiode hebben begaan; een dergelijke zaak kan alleen door het parlement naar de rechtbank worden verwezen.
De bijzondere rechtbank voor geschillen over de bezoldiging van justitieambtenaren (Ειδικό Δικαστήριο Μισθολογικών Διαφορών Δικαστικών Λειτουργών) is ingesteld bij artikel 88 van de grondwet.
Zij bestaat uit de leden van de in artikel 99 van de grondwet bedoelde bijzondere rechtbank, met deelname van een extra hoogleraar met vaste aanstelling en een extra advocaat.
Deze bijzondere rechtbank is belast met de behandeling van geschillen over (alle soorten) bezoldigingen en pensioenen van justitieambtenaren wanneer de beslissing over de betrokken juridische kwestie van invloed kan zijn op het salaris, het pensioen of de belastingstatus van een grotere groep ambtenaren.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
In artikel 117 van de Spaanse grondwet van 1978 wordt het beginsel van eenheid van de rechtspraak vastgesteld, dat de basis vormt voor de organisatie en werking van de rechtspraak in het land.
Binnen het Spaanse rechtssysteem is de algemene bevoegdheid over vier rechtsgebieden verdeeld: burgerlijk recht, strafrecht, contentieus administratief recht en sociaal of arbeidsrecht.
Naast de vier rechtsgebieden die onder de algemene rechtspraak vallen, wordt binnen het Spaanse rechtssysteem ook de militaire rechtspraak erkend, die een integraal onderdeel is van het gerechtelijk stelsel van de staat (Poder Judicial del Estado) en waarvoor uitsluitend de bij wet opgerichte militaire rechtbanken bevoegd zijn.
Jurisdictiegeschillen tussen de rechtbanken van een van de rechtsgebieden onder de algemene rechtspraak en de militaire rechtbanken worden voorgelegd aan een speciale kamer van het Hooggerechtshof (Tribunal Supremo) – de Kamer voor jurisdictiegeschillen (Sala de Conflictos de Jurisdicción) – die bestaat uit de opperrechter van het Hooggerechtshof, twee magistraten van de kamer van het Hooggerechtshof voor het rechtsgebied waarop het conflict betrekking heeft, en twee magistraten van de Kamer voor militaire zaken (Sala de lo Militar), die allemaal door de voltallige commissie van de Algemene Raad van de rechterlijke macht (Consejo General del Poder Judicial) worden aangesteld.
Sommige rechtbanken binnen de rechtsgebieden die onder de algemene rechtspraak vallen, kunnen gespecialiseerd zijn in een bepaald onderwerp. Er zijn bijvoorbeeld rechtbanken voor zaken in verband met geweld tegen vrouwen, handelsrechtbanken, rechtbanken met speciale taken op het gebied van strafrechtelijke veroordelingen, en jeugdrechtbanken.
Op grond van de Organieke wet op de rechtspraak (Ley Orgánica del Poder Judicial – LOPJ) kunnen de volgende gespecialiseerde rechtbanken bestaan:
De handelsrechtbanken (Juzgados de lo Mercantil), operationeel sinds 1 september 2004, zijn gespecialiseerde rechtbanken. Ze zijn onderdeel van het burgerlijk rechtssysteem.
Over het algemeen heeft elke provincie ten minste één handelsrechtbank – gevestigd in de provinciehoofdstad – die bevoegd is in de hele provincie.
De handelsrechtbanken kunnen, in plaats van in de provinciehoofdstad, ook in een andere plaats zijn gevestigd, indien gerechtvaardigd in verband met het inwonertal, de aanwezigheid van industriële of commerciële centra of economische activiteit. De reikwijdte van de bevoegdheid van deze rechtbanken wordt vastgesteld aan de hand van de vereisten van elke individuele zaak.
Handelsrechtbanken kunnen bevoegdheid hebben voor twee of meer provincies binnen dezelfde autonome gemeenschap.
Handelsrechtbanken behandelen zaken in verband met insolventie, overeenkomstig de voorwaarden uit de toepasselijke wetgeving.
Handelsrechtbanken behandelen ook zaken die onder het burgerlijk rechtssysteem vallen, met inbegrip van zaken waarbij rechtsvorderingen worden ingesteld in verband met oneerlijke mededinging, industriële eigendom, intellectuele eigendom en marketing, evenals vorderingen die, binnen dit rechtssysteem, onder de verordeningen vallen die van toepassing zijn op commerciële bedrijven en coöperaties.
De handelsrechtbanken zijn bevoegd om buitenlandse straffen en andere rechterlijke en arbitrage-uitspraken te erkennen en uit te voeren, wanneer deze verband houden met zaken waarvoor zij bevoegd zijn, tenzij deze op grond van internationale verdragen of andere regels door een andere rechtbank moeten worden behandeld.
De provinciale rechtbanken behandelen de bij wet vastgelegde beroepen tegen uitspraken van de handelsrechtbanken in eerste aanleg, met uitzondering van de uitspraken in insolventiezaken die verband houden met arbeidskwesties. Daarvoor moet een of meerdere van de afdelingen gespecialiseerd zijn, overeenkomstig de bepalingen van de LOPJ.
Overige beroepen kunnen worden ingesteld zoals vastgesteld in de LOPJ, in de daarin beschreven gevallen.
De rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk (Juzgados de Marca Comunitaria) zijn de handelsrechtbanken van Alicante, voor zover deze hun exclusieve bevoegdheid uitoefenen voor de behandeling in eerste aanleg van alle zaken die vallen onder de bepalingen van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk en van Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen.
Bij het uitoefenen van deze bevoegdheid zijn deze rechtbanken bevoegd voor het gehele grondgebied van Spanje, en enkel in verband met dergelijke zaken worden zij rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk genoemd.
Ze zijn onderdeel van het burgerlijk rechtssysteem.
Verder behandelen ook de gespecialiseerde afdeling(en) van de provinciale rechtbank van Alicante, exclusief en in tweede aanleg, alle beroepen waarnaar in artikel 101 van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk en Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen wordt verwezen. Bij het uitoefenen van deze bevoegdheid zijn deze rechtbanken bevoegd voor het gehele grondgebied van Spanje, en enkel in verband met dergelijke zaken worden zij rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk genoemd.
Rechtbanken met speciale taken op het gebied van strafrechtelijke veroordelingen (Juzgados de Vigilancia Penitenciaria) zijn verantwoordelijk voor de in de Wet inzake strafrechtelijke veroordeling (Ley General Penitenciaria) vastgelegde gerechtelijke functies in verband met de uitvoering van vrijheidsstraffen en beveiligingsmaatregelen, de uitoefening van gerechtelijke controle op de disciplinaire bevoegdheden van de autoriteiten op het gebied van strafrechtelijke veroordelingen, de bescherming van de rechten en voordelen van gevangenen, en andere bij wet bepaalde kwesties. Ze zijn onderdeel van het strafrechtsysteem.
Binnen het strafrechtsysteem heeft elke provincie een of meerdere rechtbanken met speciale taken op het gebied van strafrechtelijke veroordelingen.
De stad Madrid heeft een of meerdere centrale rechtbanken met speciale taken op het gebied van strafrechtelijke veroordelingen die bevoegd zijn in heel Spanje.
Rechtbanken met speciale taken op het gebied van strafrechtelijke veroordelingen zijn verantwoordelijk voor de in de Wet inzake strafrechtelijke veroordeling vastgelegde gerechtelijke functies in verband met de uitvoering van vrijheidsstraffen en beveiligingsmaatregelen, de uitoefening van gerechtelijke controle op de disciplinaire bevoegdheden van de autoriteiten op het gebied van strafrechtelijke veroordelingen, de bescherming van de rechten en voordelen van gevangenen, en andere bij wet bepaalde kwesties.
De provinciale rechtbanken behandelen de bij wet vastgelegde beroepen tegen uitspraken van de provinciale rechtbanken met speciale bevoegdheden op het gebied van strafrechtelijke veroordelingen.
Overige beroepen kunnen worden ingesteld zoals vastgesteld in de LOPJ, in de daarin beschreven gevallen.
Elke provincie heeft ten minste één jeugdrechtbank (Juzgado de Menores) – gevestigd in de provinciehoofdstad – die bevoegd is in de hele provincie.
De stad Madrid heeft een centrale jeugdrechtbank die bevoegd is in heel Spanje en de zaken behandelt die middels de toepasselijke wetgeving voor de strafrechtelijke aansprakelijkheid van minderjarigen aan haar zijn toegewezen.
Jeugdrechtbanken zijn bevoegd voor de behandeling van zaken in verband met vermeende misdrijven van personen van 14 tot en met 18 jaar.
Rechters van jeugdrechtbanken voeren de bij wet vastgestelde taken uit in verband met minderjarigen die als misdrijven aangemerkte handelingen hebben verricht, alsook de bij wet aan hen toegewezen taken in verband met minderjarigen.
De provinciale rechtbanken behandelen de bij wet vastgelegde beroepen tegen uitspraken van de provinciale jeugdrechtbanken.
Overige beroepen kunnen worden ingesteld zoals vastgesteld in de LOPJ, in de daarin beschreven gevallen.
Elk district heeft ten minste één rechtbank die zaken in verband met geweld tegen vrouwen behandelt (Juzgado de Violencia sobre la Mujer) – gevestigd in de districtshoofdstad – die bevoegd is in de hele provincie. Zij ontlenen hun naam aan de gemeente waarin zij zijn gevestigd.
De overheid kan, op voorstel van de Algemene Raad van de rechterlijke macht en, in voorkomend geval, op grond van een verslag van de overheid over de autonome gemeenschap in de gevallen waarin de rechtsbedeling aan deze autonome gemeenschap toevalt, de bevoegdheid van de specifieke rechtbanken voor zaken in verband met geweld tegen vrouwen bij Koninklijk Besluit uitbreiden naar twee of meer districten in dezelfde provincie.
De Algemene Raad van de rechterlijke macht kan er, op grond van een verslag van de Kamers van bestuur (Salas de Gobierno), mee instemmen dat door deze rechtbanken behandelde zaken in die rechtsgebieden, waar nodig en overeenkomstig het aantal lopende zaken, door een rechtbank van eerste aanleg en voorlopige onderzoeken (Juzgado de Primera Instancia e Instrucción) of een lokale strafrechtbank (Juzgado de Instrucción) worden behandeld, naargelang van het geval.
In districten waar enkel een rechtbank van eerste aanleg en voorlopige onderzoeken is, worden zaken die onder de bevoegdheid van de rechtbanken voor zaken in verband met geweld tegen vrouwen vallen, door deze rechtbank behandeld.
Ze zijn onderdeel van het strafrechtsysteem.
Binnen het strafrechtsysteem en in iedere zaak overeenkomstig de procedures en beroepen uit het wetboek van strafvordering (Ley de Enjuiciamiento Criminal) behandelen rechtbanken voor zaken in verband met geweld tegen vrouwen onder andere de volgende zaken:
Binnen het strafrechtsysteem mogen rechtbanken voor zaken in verband met geweld tegen vrouwen, in iedere zaak overeenkomstig de procedures en beroepen uit het Wetboek van strafvordering, onder andere de volgende zaken behandelen:
Binnen het burgerlijk rechtssysteem zijn rechtbanken voor zaken in verband met geweld tegen vrouwen uitsluitend bevoegd, wanneer de volgende situaties samenvallen:
Wanneer de rechter van mening is dat de handelingen waarvan de rechtbank in kennis is gesteld, niet onomstotelijk een expressie van gendergerelateerd geweld vormen, kan hij de vordering afwijzen en naar de betreffende rechtbank verwijzen.
Bemiddeling is in al deze gevallen niet toegestaan.
De provinciale rechtbanken behandelen de bij wet vastgelegde beroepen tegen uitspraken van de provinciale rechtbanken voor zaken in verband met geweld tegen vrouwen.
Overige beroepen kunnen worden ingesteld zoals vastgesteld in de LOPJ, in de daarin beschreven gevallen.
In Spanje kunnen gespecialiseerde rechtbanken, zonder dat dit invloed heeft op de eenheid van de rechtspraak, voor zover zij deel uitmaken van de vijf rechtssystemen, niet alleen worden opgericht op grond van de LOPJ, zoals geldt voor handelsrechtbanken, jeugdrechtbanken en rechtbanken voor zaken in verband met geweld tegen vrouwen, maar ook door de Algemene Raad van de rechterlijke macht op grond van artikel 98 van de bovengenoemde wet, zoals geldt voor familierechtbanken (Juzgados de Familia), rechtbanken voor de uitvoering van hypotheken (Juzgados de Ejecución Hipotecaria) en uitvoeringsrechtbanken (Juzgados de Ejecutorias).
In artikel 117, Titel VI, van de Spaanse grondwet van 1978, over de rechterlijke macht, wordt het beginsel van eenheid van de rechtspraak vastgesteld, dat de basis vormt voor de organisatie en werking van de rechtspraak in het land.
Dit beginsel wordt weerspiegeld in het bestaan van één enkele rechterlijke macht, die bestaat uit één enkel apparaat van rechters en magistraten, dat de algemene rechtspraak vormt.
In de Spaanse grondwet wordt bepaald dat het recht van de burgers uitgaat en dat er namens de koning wordt rechtgesproken door de rechters en magistraten, die onafhankelijk moeten zijn, een vaste ambtstermijn moeten hebben, aansprakelijk moeten zijn voor hun daden en uitsluitend onderworpen moeten zijn aan de rechtsstatelijkheid.
Rechters en magistraten kunnen enkel van hun functie worden ontheven, worden geschorst of worden overgeplaatst op grond van en met inachtneming van de waarborgen uit de wet.
De uitoefening van de rechterlijke autoriteit berust voor alle soorten handelingen, bij zowel het doen van uitspraken als het laten uitvoeren daarvan, uitsluitend bij de in de wet bepaalde rechtbanken, overeenkomstig de bevoegdheids- en procedureregels die daarin zijn vastgelegd.
De rechtbanken hebben geen andere dan de in het voorgaande gedeelte beschreven bevoegdheden en de bevoegdheden die uitdrukkelijk bij wet aan hen zijn toegekend als garantie van een recht.
Buiten de rechterlijke macht bestaan er op basis van verschillende titels van de grondwet zelf twee grondwettelijke hoven. Deze zijn volledig onafhankelijk en onpartijdig en uitsluitend onderworpen aan de rechtsstatelijkheid.
Het gaat daarbij om het Grondwettelijk Hof (Tribunal Constitucional) en het Rekenhof (Tribunal de Cuentas).
Het Spaanse Grondwettelijk Hof bevindt zich buiten de rechterlijke macht.
Het is de hoogste uitlegger van de grondwet, onafhankelijk van de andere grondwettelijke organen en uitsluitend onderworpen aan de grondwet en de bijbehorende organieke wet.
Het is uniek in zijn bevoegdheid, die zich over heel Spanje uitstrekt.
Het Hof bestaat uit twaalf door de koning aangestelde magistraten. Vier daarvan worden voorgedragen door de Kamer van Afgevaardigden (Congreso de los Diputados), waarbij een drievijfdemeerderheid nodig is, vier door de senaat (Senado), met dezelfde vereiste meerderheid, twee door de regering en twee door de Algemene Raad van de rechterlijke macht. De aangestelde magistraten kiezen uit hun midden een opperrechter en een plaatsvervangend opperrechter.
Het Grondwettelijk Hof behandelt de bij wet bepaalde zaken op de bij wet bepaalde wijze, met inbegrip van:
Zie voor meer informatie: Het Grondwettelijk Hof
Het Rekenhof is het hoogste auditorgaan voor de rekeningen en het economische beheer van de staat en de publieke sector.
Zonder afbreuk te doen aan zijn eigen bevoegdheden maakt het Rekenhof deel uit van de wetgevende macht en brengt het rechtstreeks verslag uit aan het Spaanse parlement (Cortes Generales).
Het Rekenhof bestaat uit twaalf leden, die auditors (Consejeros de Cuentas) worden genoemd en van wie er zes door de Kamer van Afgevaardigden en zes door de Senaat worden benoemd. Zij hebben dezelfde onafhankelijkheid en vaste ambtstermijn als rechters en vallen onder dezelfde regels inzake onverenigbare functies.
Er zijn aan het Rekenhof twee functies toegewezen:
Zie voor meer informatie: Rekenhof
In artikel 125 van de grondwet worden deze rechtbanken erkend als een van de middelen voor inspraak van het publiek in de rechtsbedeling.
In artikel 19 van de LOPJ worden het Watertribunaal van de vlakte van Valencia (Tribunal de las Aguas de la Vega Valencia), en de Raad van Wijzen van Murcia (Consejo de Hombres Buenos de Murcia) erkend als rechtbanken voor gewoonterecht (tribunales consuetudinarios). Beide zijn instellingen voor gewoonterecht die zaken in verband met waterbeheer behandelen.
Sinds 2009 staan deze twee Spaanse rechtbanken voor gewoonterecht op de Representatieve lijst van immaterieel erfgoed van de mensheid en vormen zij levend bewijs van het vermogen van groepen mensen om democratisch complexe instellingen te creëren op basis van hun eigen leden.
Dit is de oudste gerechtelijke instelling van Europa.
Het Watertribunaal is bevoegd op het grondgebied van Valencia.
Het bestaat uit acht democratisch door de boeren van de Huerta Valenciana (een vruchtbare regio van Valencia) verkozen leden. Zijn rechtsgebieden zijn de eerlijke verdeling van water onder de verschillende landeigenaren, de beslechting van geschillen tussen de boeren, en het opleggen van straffen voor overtredingen van de irrigatieverordeningen.
De geschiedenis van de Raad van Wijzen van Murcia gaat terug tot de Middeleeuwen. Sinds 1849 is de Raad geïnstitutionaliseerd en gereguleerd als het hooggerechtshof voor de Huerta de Murcia (een vruchtbare regio van Murcia). De Raad bestaat uit een voorzitter, een secretaris en vijf leden.
De Raad van Wijzen van Murcia houdt zijn zittingen, die openbaar toegankelijk zijn, elke donderdag in de kamers van de lokale autoriteit en beslecht iedere zaak tijdens de sessie van die dag of uiterlijk de volgende zitting. De beslissingen worden direct en op basis van een meerderheid van stemmen gegeven, al heeft de voorzitter bij stakende stemmen de doorslaggevende stem. De straffen die voortkomen uit de uitspraken van de Raad van Wijzen van Murcia, zijn uitsluitend geldelijk van aard. Beslissingen van deze rechtbank zijn definitief en uitvoerbaar.
Zie voor meer informatie: Raad van Wijzen.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
De grondwettelijke raad, ingesteld bij de Grondwet van de Vijfde Republiek op 4 oktober 1958, staat niet aan de top van een hiërarchie van gewone of administratieve rechtbanken. In die zin vormt hij geen hoogste rechtscollege.
De grondwettelijke raad bestaat uit negen leden, waarvan er om de drie jaar drie worden vervangen. De leden worden voor één termijn van negen jaar benoemd door de president van de Republiek en de voorzitter van elk van de kamers van het parlement (senaat (Sénat) en nationale assemblee (Assemblée nationale)). De oud-presidenten van de Republiek maken van rechtswege voor het leven deel uit van de grondwettelijke raad, mits zij geen functie vervullen die onverenigbaar is met hun mandaat als lid van dit college; in het laatste geval kunnen zij geen zitting hebben in dit orgaan.
De voorzitter van de grondwettelijke raad wordt door de president van de Republiek uit de leden benoemd.
Aan het lidmaatschap van de grondwettelijke raad worden geen beroeps- of leeftijdseisen gesteld. Het lidmaatschap van deze raad is evenwel onverenigbaar met het lidmaatschap van de regering of de sociaaleconomische raad (Conseil économique et social) en met enig verkiezingsmandaat. Leden van de raad zijn van dezelfde beroepen uitgesloten als parlementariërs.
De grondwettelijke raad is een permanente instelling, die zitting houdt naargelang er verzoekschriften bij hem worden ingediend. De raad vergadert en oordeelt uitsluitend in plenaire zitting. Om te kunnen beraadslagen geldt een quorum van zeven rechters. Als de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Afwijkende standpunten zijn niet mogelijk.
De procedure is schriftelijk en op tegenspraak. In zaken die verband houden met verkiezingsgeschillen kunnen de partijen echter verzoeken te worden gehoord. Voorts worden de partijen of hun vertegenwoordigers bij de behandeling van prioritaire grondwettigheidsvragen gehoord tijdens de hoorzitting.
De bevoegdheden van de grondwettelijke raad kunnen in twee categorieën worden onderverdeeld:
Geschillen over wet- en regelgeving
Toetsing aan de Grondwet is een abstract proces. Zij is facultatief voor gewone wetten of internationale overeenkomsten en verplicht voor organieke wetten en verordeningen van de beide kamers van het parlement. Toetsing vindt plaats na stemming in het parlement maar voor de afkondiging van een wet, de ratificatie of goedkeuring van een internationale overeenkomst en de inwerkingtreding van de parlementaire verordeningen. In gevallen waarin toetsing facultatief is, kan het initiatief daartoe worden genomen door een politieke autoriteit (president van de Republiek, premier, voorzitter van de nationale assemblee of van de senaat) of door zestig afgevaardigden of zestig senatoren.
Toetsing aan de Grondwet bij wijze van uitzondering is ingevoerd op 1 maart 2010, met de inwerkingtreding van het begrip prioritaire grondwettigheidsvraag. Vanaf die datum kan iedere rechtzoekende in een bij de rechter aanhangige procedure de verenigbaarheid van een wettelijke bepaling met de door de Grondwet gewaarborgde rechten en vrijheden betwisten. Deze vraag kan aan de grondwettelijke raad worden voorgelegd na verwijzing door de raad van state (Conseil d’État) of het hof van cassatie (Cour de cassation), waarna eerstgenoemde raad binnen drie maanden uitspraak doet.
De grondwettelijke raad fungeert als rechter in de bevoegdheidsverdeling tussen wet en andere regelgeving; in die hoedanigheid kan een zaak ofwel tijdens de wetgevingsprocedure door de voorzitter van de betreffende kamer (nationale assemblee of senaat) of door de regering, ofwel naderhand door de premier aan de grondwettelijke raad worden voorgelegd om de status van ‘wettelijk’ aan een wettelijke bepaling te ontnemen.
Geschillen over verkiezingen en referenda
De grondwettelijke raad onderzoekt of de verkiezing van de president van de Republiek en referenda volgens de regels zijn verlopen en maakt de uitslag daarvan bekend. Tevens oordeelt hij over het verloop van de verkiezingen en de regels voor het passieve kiesrecht en onverenigbare beroepen van parlementariërs.
Het aantal aan de raad voorgelegde verkiezingskwesties, een mogelijkheid waar kiezers in ruime mate gebruik van maken, is aanzienlijk toegenomen als gevolg van het aannemen van de wetgeving houdende organisatie en controle van de financiering van verkiezingsuitgaven, waarvoor de raad als rechter in hoger beroep fungeert betreffende de kandidaten voor de parlements- en presidentsverkiezingen.
De grondwettelijke raad brengt advies uit, wanneer hij officieel door het staatshoofd wordt geraadpleegd over de tenuitvoerlegging van artikel 16 van de Grondwet (over volmachten in een crisisperiode) en vervolgens over de besluiten die in dit kader zijn genomen.
Daarnaast raadpleegt de regering dit college over teksten in verband met de organisatie van de verkiezing van de president van de Republiek en het referendum.
Alle besluiten van de raad hebben dezelfde opbouw:
De besluiten van de raad zijn bindend voor de overheid en alle bestuurlijke en rechterlijke instanties. Er is geen beroep mogelijk. De rechtskracht heeft niet uitsluitend betrekking op het dictum, maar ook op de beweegredenen van het besluit die het de noodzakelijke basis verschaffen. De grondwettelijke raad laat echter wel beroep toe dat gericht is op het herstel van een materiële fout.
Een in het kader van toetsing vooraf ongrondwettig verklaarde bepaling kan niet worden vastgesteld of ten uitvoer gelegd.
Een bepaling die naar aanleiding van een prioritaire grondwettigheidsvraag ongrondwettig is verklaard, wordt ingetrokken met ingang van de datum van bekendmaking van het besluit van de grondwettelijke raad of een latere datum die bij dat besluit is vastgesteld. De grondwettelijke raad stelt vast onder welke voorwaarden en binnen welke grenzen de door de bepaling gesorteerde effecten ter discussie kunnen worden gesteld.
De gevolgen van besluiten inzake verkiezingsgeschillen variëren van de nietigverklaring van stembiljetten tot die van de verkiezingshandelingen zelf, en kunnen erin bestaan dat een kandidaat niet-verkiesbaar wordt verklaard en/of dat een gekozen vertegenwoordiger ambtshalve van zijn taken wordt ontheven.
De besluiten worden aan de partijen bekendgemaakt en in het staatsblad van de Franse Republiek (Journal Officiel de la République Française) gepubliceerd, samen met de tekst van het parlementaire verzoekschrift en de opmerkingen van de regering.
Ten slotte zijn alle besluiten die de grondwettelijke raad sinds zijn oprichting heeft genomen, te vinden op de website van de raad.
De overheid staat onder controle van administratieve rechtbanken die onafhankelijk zijn van diezelfde overheid (scheiding van bestuurlijke en justitiële functies) en los staan van de gewone rechtbanken (rechtsdualisme). Controle kan ook worden uitgevoerd door bestuursorganen, maar de besluiten van deze organen moeten dan op hun beurt worden onderworpen aan de controle van een rechtbank.
Het tribunal administratif is de gewone administratieve rechtbank in eerste aanleg. Er zijn talrijke gespecialiseerde administratieve rechtbanken van diverse aard, zoals:
In beginsel kan tegen uitspraken van de gewone administratieve rechtbanken in eerste aanleg beroep worden ingesteld bij de administratieve hoven van beroep (cours administratives d’appel), waarvan de arresten vatbaar zijn voor cassatieberoep bij de raad van state. Net als het hof van cassatie onderzoekt de raad van state of in de hem voorgelegde rechterlijke beslissingen de procedure- en rechtsregels correct zijn toegepast. Daarnaast fungeert de raad van state als rechter in eerste en laatste aanleg in bepaalde geschillen, bijvoorbeeld over verordeningen van ministers.
Bevoegdheidsconflicten tussen beide soorten rechtbanken worden behandeld door een speciaal college ter beslechting van geschillen (Tribunal des conflits), dat is samengesteld uit een gelijk aantal leden van het hof van cassatie en de raad van state.
De grondwettelijke raad toetst wetten aan de Grondwet; hij kijkt niet naar besluiten of handelingen van de overheid.
De gewone administratieve rechtbanken in eerste aanleg (42 in totaal) en de administratieve hoven van beroep (8, maar binnenkort 9 in totaal) zijn georganiseerd in kamers. Hoeveel kamers er zijn en wat hun specialisatie is, hangt af van de grootte van de rechtbank en de keuzes die het hoofd van de rechtbank voor de interne organisatie heeft gemaakt. De raad van state heeft slechts één afdeling voor rechtspraak, de afdeling geschillen (Section du contentieux) (de andere “administratieve” afdelingen voorzien in de raadgevende functie van de raad van state).
De afdeling geschillen bestaat uit tien kamers, die zijn in bepaalde soorten geschillen zijn gespecialiseerd. Voor de algemene administratieve rechtspraak worden twee van deze onderafdelingen samengevoegd (9 leden); als de zaak moeilijker of gevoeliger is, kan zij in de afdeling geschillen worden behandeld (de voorzitters van de onderafdelingen, de voorzitter van de afdeling en de vicevoorzitters; 17 leden) of in de assemblee voor geschillen (Assemblée du contentieux, voorzitters van de afdeling onder leiding van de vicepresident van de raad van state; 13 leden).
De leden van de administratieve rechtbanken waren vanouds geen “rechters” in de zin van de Franse grondwet, een benaming die gereserveerd is voor leden van gewone rechtbanken. Zij vallen onder het algemene ambtenarenstatuut. Om die reden bevatten de teksten die van toepassing zijn op de leden van de administratieve rechtbanken, lange tijd geen oorspronkelijke regels ten opzichte van die welke van toepassing zijn op andere ambtenaren. In de jaren tachtig van de vorige eeuw is daarin echter verandering gekomen, waardoor de leden van administratieve rechtbanken een meer zelfstandige status in de regelgeving kregen.
Bij besluit van 22 juli 1980 heeft de grondwettelijke raad het bestaan en de onafhankelijkheid van de administratieve rechtbank bekrachtigd, een van de fundamentele beginselen die in de wetten van de Republiek zijn erkend. Administratieve rechters genieten aldus een bijzondere status die hun onafhankelijkheid garandeert, met name door te waarborgen dat zij niet uit hun functie kunnen worden ontheven.
Sinds de inwerkingtreding van Wet nr. 2016-483 van 20 april 2016 betreffende de beroepsethiek en de rechten en verplichtingen van ambtenaren zijn de leden van de gewone administratieve rechtbanken in eerste aanleg en de administratieve hoven van beroep erkend als “volwaardig rechter” (artikel L. 231-1 van het wetboek administratieve rechtspraak (Code de justice administrative)).
Terwijl de rechters van de gewone rechtbanken één groep vormen, behoren de administratieve rechters tot twee verschillende groepen: enerzijds de leden van de raad van state en anderzijds de leden van de administratieve rechtbanken.
Lange tijd waren de regels voor deze groepen in verschillende teksten vervat, maar ze zijn nu alle ondergebracht in het wetboek administratieve rechtspraak.
De juridische gegevensbanken in Frankrijk worden gefaciliteerd door de overheidsdienst voor de verspreiding van het recht via internet. De website https://www.legifrance.gouv.fr/ bevat:
Ja, de toegang is kosteloos.
Korte beschrijving van de inhoud
De gegevensbank “JADE” omvat 230 000 uitspraken en elk jaar komen er 12 000 bij; de gegevensbank “CONSTIT” omvat 3 500 uitspraken en daar komen er elk jaar 150 bij.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
De gespecialiseerde rechtbanken zijn de handelsrechtbanken (trgovački sudovi) en de administratieve rechtbanken (upravni sudovi) als rechtbanken van eerste aanleg, en de hoge politierechtbank van de Republiek Kroatië (Visoki prekršajni sud Republike Hrvatske), de hoge handelsrechtbank van de Republiek Kroatië (Visoki trgovački sud Republike Hrvatske) en de hoge administratieve rechtbank van de Republiek Kroatië (Visoki upravni sud Republike Hrvatske) als rechtbanken van tweede aanleg.
Bevoegdheden
Er zijn negen handelsrechtbanken in de Republiek Kroatië (Zagreb, Split, Rijeka, Osijek, Bjelovar, Varaždin, Zadar, Pazin en Dubrovnik),
die zijn belast met de volgende taken:
De hoge handelsrechtbank van de Republiek Kroatië
Er zijn vier administratieve rechtbanken in de Republiek Kroatië (Zagreb, Split, Rijeka en Osijek), die zijn belast met de volgende taken:
Administratieve rechtbanken van de Republiek Kroatië
De hoge politierechtbank van de Republiek Kroatië
Ulica Augusta Šenoe 30
10 000 Zagreb
Telefoon: +385 1 480 75 10
Fax: +385 1 461 12 91
E-mail: predsjednik@vpsrh.pravosudje.hr
http://sudovi.pravosudje.hr/VPSRH/
De hoge handelsrechtbank van de Republiek Kroatië
Berislavićeva 11
10 000 Zagreb
Telefoon: +385 1 489 68 88
Fax: +385 1 487 23 29
De hoge administratieve rechtbank van de Republiek Kroatië
Frankopanska 16
10 000 Zagreb
Telefoon: +385 1 480 78 00
Fax: +385 1 480 79 28
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van de gespecialiseerde rechtbanken in Italië.
In Italië wordt rechtgesproken namens de Italiaanse burgers, en op grond van de Italiaanse grondwet zijn de rechtbanken uitsluitend onderworpen aan de wet. Op grond van artikel 102 van de grondwet berust de rechterlijke bevoegdheid bij de algemene rechtbanken, die middels de regels inzake het rechtssysteem zijn opgericht en worden beheerst. Dat houdt in dat er geen buitengewone of speciale rechtbanken kunnen worden opgericht (behalve de rechtbanken die uitdrukkelijk worden genoemd). Er kunnen enkel gespecialiseerde kamers van algemene rechtbanken worden opgericht, ook met inspraak van gekwalificeerde burgers die geen leden van de rechterlijke macht zijn. De grondwet zelf voorziet echter in rechtbanken die geen onderdeel zijn van het rechtssysteem (de algemene rechtbanken).
Met betrekking tot civielrechtelijke zaken (in de breedste zin van het woord) zijn de Italiaanse rechtbanken onderverdeeld in “algemene” en “administratieve” rechtbanken. De administratieve rechtbanken zijn bevoegd om gerechtvaardigde belangen en – op specifieke bij wet bepaalde gebieden – individuele rechten te beschermen tegen afdelingen van de overheid. De administratieve rechtbanken zijn de regionale administratieve rechtbank (Tribunale Amministrativo Regionale – TAR), die de rechtbank van eerste aanleg is, en de Raad van State (Consiglio di Stato), het beroepsgerecht. De algemene rechtbanken zijn bevoegd in zaken met betrekking tot “individuele rechten”. De administratieve rechtbanken zijn bevoegd in zaken met betrekking tot “gerechtvaardigde belangen”. Het administratief wetboek (codice di giustizia amministrativa) – waarin ook de soorten bevoegdheden staan vermeld – is opgenomen in Wetsbesluit nr. 104/2010 (decreto legislativo n. 104 del 2010). Het administratief wetboek (CGA) is gratis beschikbaar in het Frans, Engels en Duits.
Een andere gerechtelijke entiteit is de Rekenkamer (Corte dei conti). Deze is bevoegd in zaken in verband met de overheidsfinanciën en andere in de wet gespecificeerde zaken. Het financieel wetboek (codice di giustizia contabile) is opgenomen in Wetsbesluit nr. 174/2016 (decreto legislativo n. 174 del 2016).
Italië kent ook belastingrechtbanken, waarvan de procedureregels zijn vastgelegd in Wetsbesluit nr. 546/1992 (decreto legislativo n. 546 del 1992). De fiscale bevoegdheid wordt uitgeoefend door de provinciale belastingrechtbanken (Commissioni Tributarie Provinciali – CTP), die de rechtbanken in eerste aanleg zijn, en door de regionale belastingrechtbanken (Commissioni Tributarie Regionali – CTR), de beroepsgerechten. De belastingrechtbanken zijn bevoegd voor alle geschillen in verband met alle soorten belastingen, met inbegrip van regionale, provinciale en gemeentelijke belastingen en bijdragen aan de Italiaanse nationale gezondheidsdienst (Servizio sanitario nazionale), heffingen en aanvullende belastingen, de bijbehorende sancties, en rentebetalingen en andere bijkomende kosten.
Tegen vonnissen van gespecialiseerde rechtbanken kan beroep worden aangetekend bij het Hof van Cassatie (Corte Suprema di Cassazione) voor rechtsvragen (artikel 111 van de grondwet).
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
De Republiek Cyprus kent de volgende gespecialiseerde rechtbanken:
De administratieve rechtbank is bij uitsluiting bevoegd om in eerste aanleg kennis te nemen van de beroepszaken die krachtens artikel 146 van de grondwet aanhangig worden gemaakt tegen enig besluit, handelen of nalaten van personen of organen die administratieve bevoegdheden uitoefenen. De administratieve rechtbank kan elke uitvoerbare administratieve handeling nietig verklaren wegens schending of misbruik van bevoegdheid of wegens strijdigheid met de wet of de grondwet. Wanneer het beroep betrekking heeft op een belastingkwestie of een internationale beschermingsprocedure, kan de rechtbank het besluit of de handeling in kwestie geheel of gedeeltelijk wijzigen.
De familierechtbank is bij uitsluiting bevoegd voor verzoeken tot echtscheiding, gezag over kinderen en alimentatie alsook voor eigendomsgeschillen tussen echtgenoten die lid zijn van de Grieks-orthodoxe kerk.
Indien de partijen tot een van de andere religieuze gemeenschappen van Cyprus behoren, namelijk tot de Armeense, de maronitische of de rooms-katholieke gemeenschap, vallen de voornoemde zaken onder de bevoegdheid van de familierechtbank voor religieuze gemeenschappen.
De Republiek Cyprus telt drie familierechtbanken, één voor Nicosia en Kyrenia, één voor Limassol en Paphos en één voor Larnaca en Famagusta. Voorts is er een familierechtbank voor religieuze gemeenschappen die in Nicosia is gevestigd en voor de gehele Republiek Cyprus bevoegd is.
Zaken die bij de familierechtbank aanhangig worden gemaakt, worden behandeld door één rechter, met uitzondering van echtscheidingsverzoeken, die behandeld worden door een kamer van drie rechters.
De rechtbank voor industriële geschillen is bij uitsluiting bevoegd voor alle industriële geschillen die verband houden met de beëindiging van arbeidsovereenkomsten, zoals de betaling van een vergoeding voor ongerechtvaardigd ontslag (met uitzondering van de gevallen waarin het gevorderde bedrag hoger is dan het equivalent van twee jaar salaris, aangezien die onder de bevoegdheid van de districtsrechtbank vallen), betaling van de opzeggingsvergoeding, afvloeiingsuitkeringen en vorderingen krachtens de arbeidsovereenkomst, zoals nog te betalen lonen, vakantiegeld, dertiende maand of bonussen. Zij is tevens bevoegd voor civiele zaken die verband houden met de Wet op de bescherming van het moederschap (Ο περί Προστασίας της Μητρότητας Νόμος), gevallen van ongelijke behandeling en seksuele intimidatie op de werkplek alsmede geschillen tussen voorzieningsfondsen (Ταμεία Πρόνοιας) en hun leden.
De rechtbank voor industriële geschillen is samengesteld uit een voorzitter of een rechter, die lid is van de rechterlijke macht van de Republiek (Δικαστική Υπηρεσία της Δημοκρατίας), en twee lekenrechters die worden aangeduid op aanbeveling van de werkgevers- en werknemersorganisaties. De lekenrechters hebben een louter raadgevende functie.
In de Republiek zijn er thans drie rechtbanken voor industriële geschillen, die gevestigd zijn in Nicosia, Limassol en Larnaca.
De rechtbank voor huurgeschillen is bevoegd om zaken te behandelen die betrekking hebben op de terugvordering van verhuurde onroerende goederen, het vaststellen van redelijke huurprijzen en enige andere bijbehorende of aanvullende zaken.
Elke rechtbank voor huurgeschillen is samengesteld uit een voorzitter, die lid is van de rechterlijke macht, en twee andere leden die worden benoemd door vertegenwoordigers van de huurders en de verhuurders. Deze leden hebben een louter raadgevende functie. De rechtbank heeft twee kamers.
De administratieve rechtbank voor internationale bescherming is bij uitsluiting bevoegd om in eerste aanleg uitspraak te doen over asielverzoeken overeenkomstig de op grond van artikel 146 van de grondwet aangenomen vluchtelingenwet of over zaken van verzuim om te handelen uit hoofde van de vluchtelingenwet.
De militaire rechtbank is bevoegd voor strafbare feiten die gepleegd zijn door leden van de krijgsmacht en een schending inhouden van het militaire strafwetboek (Στρατιωτικός Ποινικός Κώδικας), de wet op de nationale garde (Ο περί Εθνικής Φρουράς Νόμος), het strafwetboek (Ποινικός Κώδικας) of enige andere wet, ongeacht de opgelegde straf. Bij wijze van uitzondering kunnen ook particulieren voor de militaire rechtbank worden gedaagd wanneer het militaire strafwetboek of enige andere wet daarin voorziet.
Indien de beschuldigde de rang van kolonel of hoger heeft, wordt de militaire rechtbank op dezelfde wijze samengesteld als het hof van assisen.
De voorzitter van de rechtbank is een rechter die tot de rechterlijke macht van de Republiek behoort. Er zijn twee rechter-bijzitters die militair zijn en zijn benoemd door de hoge raad voor de magistratuur.
Er bestaat nog geen officiële juridische gegevensbank. Er zijn enkele particuliere juridische gegevensbanken, waarvan sommige abonneediensten aanbieden en andere kosteloze toegang verlenen.
Zij bevatten informatie over rechterlijke uitspraken en primaire wetgeving.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u een overzicht van de gespecialiseerde rechtbanken in Letland.
Gespecialiseerde rechtbanken
Krachtens de grondwet van de Republiek Letland (Latvijas Republikas Satversme, hierna: “de grondwet”) heeft Letland een Grondwettelijk Hof (Satversmes tiesa). Dit is een onafhankelijke rechterlijke instantie die toetst of in zaken die onder haar bevoegdheid vallen, de wet- en regelgeving in overeenstemming is met de grondwet, en die ook kennisneemt van andere zaken die haar rechtens zijn toegewezen. Het Grondwettelijk Hof kan wetten en andere rechtshandelingen geheel of gedeeltelijk nietig verklaren.
Overeenkomstig artikel 16 van de Wet inzake het Grondwettelijk Hof (Satversmes tiesas likums) behandelt het Grondwettelijk Hof zaken met betrekking tot:
Het Grondwettelijk Hof bestaat uit zeven rechters die door een meerderheid van de parlementsleden (d.w.z. met ten minste 51 stemmen) moeten worden goedgekeurd. Drie van de rechters worden goedgekeurd op voordracht van ten minste tien parlementsleden, twee op voordracht van het kabinet en nog eens twee op voordracht van het voltallige Hooggerechtshof. De door het Hooggerechtshof voorgedragen kandidaten moeten worden gekozen uit de rechters van Letland.
Het Grondwettelijk Hof kan niet op eigen initiatief een procedure initiëren; het neemt zaken uitsluitend in behandeling op verzoek van personen die over de daarvoor vereiste wettelijke bevoegdheid beschikken.
De onderstaande personen en organen kunnen verzoeken om de instelling van een procedure inzake de grondwettigheid van wetten en internationale overeenkomsten die door Letland zijn ondertekend of gesloten (zelfs voordat deze overeenkomsten door het parlement zijn aangenomen), of inzake de verenigbaarheid van wet- en regelgeving of delen daarvan met hogere rechtsregels, of inzake de verenigbaarheid van bepalingen van nationaal Lets recht met door Letland gesloten internationale overeenkomsten die niet strijdig zijn met de grondwet:
De onderstaande personen en organen kunnen verzoeken om toetsing van de rechtmatigheid van andere rechtshandelingen van het parlement, het kabinet, de president, de parlementsvoorzitter of de premier (met uitzondering van bestuurlijke handelingen):
De bevoegdheid om te verzoeken om toetsing van de rechtmatigheid van een ministerieel besluit tot opschorting van een beslissing van een gemeenteraad berust bij de betreffende gemeenteraad.
Zaken die betrekking hebben op de grondwettigheid van wetten, kabinetsverordeningen en andere rechtshandelingen van het kabinet, de verenigbaarheid van bepalingen van nationaal Lets recht met door Letland gesloten internationale overeenkomsten die niet strijdig zijn met de grondwet, en de grondwettigheid van internationale overeenkomsten die door Letland zijn ondertekend of gesloten (zelfs voordat die overeenkomsten door het parlement zijn goedgekeurd) en van wet- en regelgeving, of delen daarvan, worden behandeld door het Grondwettelijk Hof in voltallige zitting. Andere zaken worden behandeld door een college van drie rechters, tenzij het Grondwettelijk Hof anders beslist.
De beslissing van het Grondwettelijk Hof is definitief en wordt van kracht zodra zij is gegeven. Een beslissing van het Grondwettelijk Hof en de uitlegging die daarin aan een betwiste bepaling wordt gegeven, is bindend voor alle centrale en plaatselijke overheden (met inbegrip van gerechten) en functionarissen, alsmede voor natuurlijke en rechtspersonen.
Een bepaling die krachtens een beslissing van het Grondwettelijk Hof strijdig is met een hogere rechtsregel, wordt geacht nietig te zijn met ingang van de datum waarop die beslissing van het Grondwettelijk Hof wordt bekendgemaakt, tenzij het Grondwettelijk Hof anders beslist. Indien het Grondwettelijk Hof een door Letland ondertekende of gesloten internationale overeenkomst ongrondwettig acht, is het kabinet verplicht ervoor te zorgen dat de overeenkomst wordt gewijzigd, opgezegd, de werking ervan wordt opgeschort of de toetreding tot de overeenkomst onverwijld wordt ingetrokken.
Overeenkomstig de bepalingen van de Wet inzake de rechterlijke macht (Likums par tiesu varu) is de rechtbank voor economische zaken (Ekonomisko lietu tiesa) opgericht voor de behandeling van de zaken als bedoeld in de Wet op de burgerlijke rechtsvordering (Civilprocesa likums) en het Wetboek van strafvordering (Kriminālprocesa likums). De rechtbank is gevestigd in Riga en is bevoegd voor het gehele grondgebied van Letland.
Op grond van het burgerlijk recht is de rechtbank van economische zaken bevoegd voor het behandelen van:
Tegelijkertijd is de rechtbank voor economische zaken op grond van het strafrecht bevoegd voor het behandelen van zaken op het gebied van:
Beroepen tegen uitspraken van de rechtbank voor economische zaken worden behandeld door de regionale rechtbank van Riga (Rīgas apgabaltiesa).
Juridische gegevensbanken
Zaken voor het Grondwettelijk Hof (zoekfunctie)
Ja, de toegang is kosteloos.
De gegevensbank bevat beslissingen van het Grondwettelijk Hof van de Republiek Letland.
De zoekinterface van de gegevensbank en de uitspraken zijn beschikbaar in het Lets en het Engels.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de gespecialiseerde rechtbanken in Litouwen.
Het Constitutioneel Hof van de Republiek Litouwen (Lietuvos Respublikos Konstitucinis Teismas) waarborgt de suprematie van de grondwet binnen het rechtsstelsel. Het is verantwoordelijk voor beslissingen in zaken van constitutionele rechtspraak en bepaalt of wetten en andere juridische instrumenten die door het parlement worden aangenomen in overeenstemming zijn met de grondwet en of de juridische instrumenten van de president of de regering van de republiek in overeenstemming zijn met de grondwet en de wetgeving.
Er zijn zes administratieve rechtbanken in Litouwen:
Het Administratieve Hooggerechtshof (Vyriausiasis administracinis teismas) is het gerecht van eerste en laatste instantie voor administratieve zaken die hem bij wet zijn toegewezen. Het behandelt beroepen tegen beschikkingen, uitspraken en bevelen van de regionale administratieve rechtbanken en tegen beschikkingen van de districtsrechtbanken in zaken met betrekking tot inbreuken door bestuursorganen.
Het Administratieve Hooggerechtshof is eveneens bevoegd voor verzoeken om de heropening van afgesloten administratieve zaken, met inbegrip van zaken betreffende administratieve misdrijven op bij wet vastgestelde gebieden. Het Administratieve Hooggerechtshof heeft een uniforme rechterlijke praktijk ontwikkeld voor de uitlegging en toepassing van wetten en andere juridische instrumenten.
Regionale administratieve rechtbanken zijn rechtbanken met een bijzondere bevoegdheid. Ze zijn verantwoordelijk voor de behandeling van klachten (verzoekschriften) over administratieve handelingen en administratief handelen in verband met doen of nalaten (taakverzuim) door overheidsinstellingen.
Regionale administratieve rechtbanken zijn bevoegd voor geschillen van openbaar bestuur, voor kwesties die betrekking hebben op de wettigheid van regelgevende administratieve besluiten, belastinggeschillen, enzovoort.
Voordat een zaak bij een administratieve rechtbank aanhangig wordt gemaakt, kunnen bij wet aangeduide individuele rechtsbesluiten of -handelingen van overheidsinstellingen in de pre-contentieuze procedure worden aangevochten. In dat geval worden geschillen onderzocht door gemeentelijke bestuursgeschillencommissies, regionale bestuursgeschillencommissies en de hoofd-bestuursgeschillencommissie (Vyriausioji administracinių ginčų komisija).
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u een overzicht van de gespecialiseerde rechtbanken in Luxemburg.
Arbitrageraad voor de Sociale zekerheid en Hoge Raad voor de Sociale zekerheid
Alle geschillen in verband met de sociale zekerheid, zoals aansluiting en verzekeringsplicht, bijdragen, administratieve boeten en uitkeringen, met uitzondering van de in artikel 317 bedoelde geschillen of geschillen in verband met de artikelen 147 en 148 van het Wetboek Sociale Verzekeringen (Code des assurances sociales), worden behandeld door de Arbitrageraad voor de Sociale zekerheid (Conseil arbitral de la sécurité sociale) en, bij beroepsprocedures, door de Hoge Raad voor de Sociale zekerheid (Conseil supérieur de la sécurité sociale). Tegen de beslissingen van de Arbitrageraad die in laatste aanleg zijn gegeven en tegen de arresten van de Hoge Raad kan er cassatieberoep worden ingesteld.
Tenzij in de wet anders is bepaald, kan er bij het Administratief Hof (Cour Administrative), dat in Luxemburg is gevestigd, beroep worden ingesteld tegen beslissingen die de Administratieve Rechtbank (Tribunal Administratif) heeft gegeven in verband met de nietigverklaring van individuele bestuurlijke besluiten en bestuurlijke handelingen van reglementaire aard. Voorts is het Administratief Hof als feitenrechter bevoegd voor beroepszaken die worden aangespannen tegen beslissingen van andere administratieve rechtscolleges in verband met bezwaarschriften waarvoor deze rechtscolleges uit hoofde van bijzondere wetten bevoegd zijn.
Alle advocaten die mogen pleiten voor de rechtbanken van het Groothertogdom Luxemburg mogen ook pleiten voor het Administratief Hof. Maar alleen de "advocaten die zijn ingeschreven op lijst I" van de tabellen die jaarlijks worden opgesteld door de raden van de orden van advocaten mogen onderzoeks- en procedurehandelingen stellen (ministère d'avocat à la Cour).
De staat mag zich voor het Administratief Hof laten vertegenwoordigen door een regeringsafgevaardigde of door een advocaat.
De Administratieve Rechtbank is in Luxemburg gevestigd en doet uitspraak over beroepszaken die op grond van onbevoegdheid, misbruik van bevoegdheid, of schending van de wet of van vormvoorschriften ter bescherming van private belangen, worden aangespannen tegen alle bestuurlijke besluiten waartegen uit hoofde van de wetten en reglementen geen ander beroep mogelijk is, en tegen bestuurlijke handelingen van reglementaire aard, ongeacht welke overheid het besluit heeft genomen. De Administratieve Rechtbank is in beginsel eveneens bevoegd voor geschillen in verband met directe belastingen en gemeentebelastingen en -taksen.
Tegen de beslissingen van de Administratieve Rechtbank kan er beroep worden ingesteld bij het Administratief Hof.
De Administratieve Rechtbank behandelt als feitenrechter beroepszaken tegen besluiten van de directeur van het Bestuur van directe belastingen, indien de wetten ter zake in die mogelijkheid voorzien.
Het Grondwettelijk Hof (Cour Constitutionnelle) doet bij arrest uitspraak over de verenigbaarheid van wetten met de grondwet, met uitzondering van de wetten waarbij verdragen worden goedgekeurd.
Wanneer een partij voor een rechtbank van de rechterlijke orde of de bestuurlijke orde de verenigbaarheid van een wet met de grondwet in twijfel trekt, moet de rechtbank de vraag aan het Grondwettelijk Hof voorleggen, behalve wanneer de rechtbank van oordeel is dat: a) zij geen antwoord op de vraag behoeft om uitspraak te kunnen doen; b) de vraag kennelijk elke grond mist, of c) het Grondwettelijk Hof over die vraag reeds uitspraak heeft gedaan.
Het Grondwettelijk Hof is samengesteld uit de voorzitter van het Hooggerechtshof (Cour Supérieure de Justice), de voorzitter van het Administratief Hof, twee rechters van het Hof van Cassatie (Cour de Cassation) en vijf rechters die worden benoemd door de Groothertog op gezamenlijk advies van het Hooggerechtshof en het Administratief Hof. Het Grondwettelijk Hof bestaat uit een kamer met vijf rechters.
Zie de rubriek over de rechtbanken van de website van het ministerie van Justitie.
Ja, de toegang tot de gegevensbank is kosteloos.
Korte beschrijving van de inhoud
Zie de website van de Arbitrageraad voor de Sociale zekerheid en van de Hoge Raad voor de Sociale zekerheid
Zie de website van de rechtbanken van de bestuurlijke orde.
Zie de website van het Grondwettelijk Hof .
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van gespecialiseerde rechtbanken in Hongarije
De Hongaarse grondwet omschrijft de rechterlijke organisatie als een meerlagige structuur en voorziet in de oprichting van gespecialiseerde rechtbanken voor bepaalde soorten zaken. Binnen deze organisatie fungeren administratieve/arbeidsrechtbanken (közigazgatási és munkaügyi bíróságok) als gespecialiseerde rechtbanken.
De administratieve/arbeidsrechtbanken zijn sinds 1 januari 2013 als zodanig actief. Voorheen werden hun taken uitgevoerd door arbeidsrechtbanken en algemene rechtbanken.
Als rechtbank van eerste aanleg behandelt een administratieve/arbeidsrechtbank zaken betreffende de rechterlijke toetsing van administratieve besluiten of betreffende arbeidsrelaties en soortgelijke rechtsbetrekkingen, naast andere zaken die op grond van de wet aan haar moeten worden voorgelegd. De algemene rechtbank of, in zaken van rechterlijke toetsing, het Hooggerechtshof (Kúria) fungeert als rechtbank van tweede aanleg.
Het Constitutioneel Hof is een onafhankelijk orgaan dat buiten het rechtssysteem staat.
Het Hof, dat is gevestigd in Boedapest, is het voornaamste orgaan voor de bescherming van de grondwet.
Het Constitutioneel Hof bestaat uit vijftien leden die voor twaalf jaar worden gekozen door een tweederdemeerderheid van de leden van het Hongaarse parlement. De president wordt, eveneens door een tweederdemeerderheid van de parlementsleden, uit de leden van het Constitutioneel Hof gekozen. Het mandaat van de president duurt tot het einde van zijn/haar ambtstermijn als rechter van het Constitutioneel Hof. De leden van het Hof mogen geen lid zijn van politieke partijen of betrokken zijn bij politieke activiteiten. Nadere bijzonderheden omtrent de bevoegdheid, organisatie en werking van het Constitutioneel Hof zijn neergelegd in kardinale wetten.
Uit hoofde van zijn bevoegdheden zoals beschreven in de punten b), c) en d) schrapt het Constitutioneel Hof wetten en andere wetgevingsbesluiten die strijdig met de grondwet blijken te zijn;
uit hoofde van zijn bevoegdheid zoals beschreven in punt d) vernietigt het Hof rechterlijke beslissingen die strijdig met de grondwet blijken te zijn;
uit hoofde van zijn bevoegdheid zoals beschreven in punt f) kan het Hof wetten en andere wetgevingsbesluiten schrappen die strijdig met een internationaal verdrag blijken te zijn;
of legt het de bij kardinale wet vastgestelde rechtsgevolgen op.
Meer informatie kunt u vinden op de website van het Constitutioneel Hof van de Republiek Hongarije (Magyar Köztársaság Alkotmánybírósága).
Officiële website van het Constitutioneel Hof van de Republiek Hongarije
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van de gespecialiseerde rechtbanken in Malta.
Constitutional Court | Tweede aanleg Beroep | Het Constitutional Court (grondwettelijk hof) doet uitspraak in beroepsprocedures met betrekking tot beweerde schendingen van de mensenrechten, interpretaties van de grondwet en nietigheid van wetten. Het Constitutional Court is ook bevoegd om in eerste aanleg uitspraak te doen over kwesties met betrekking tot leden van het House of Representatives (Parlement) en over naar het hof verwezen zaken in verband met de verkiezing van leden van het House of Representatives. | Voorgezeten door de Chief Justice en twee andere rechters |
First Hall of the Civil Court | Eerste aanleg | De First Hall of the Civil Court (eerste kamer van de burgerlijke rechtbank) behandelt eveneens zaken met betrekking tot beweerde schendingen van de mensenrechten en fundamentele vrijheden die worden beschermd door de grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. | Voorgezeten door een rechter |
Industrial tribunal | Eerste aanleg | De Industrial Tribunal (arbeidsrechtbank) behandelt zaken die verband houden met onterecht ontslag en discriminerende of anderszins onwettige behandeling op het werk. | Voorgezeten door een rechter-voorzitter |
Rent Regulation Board | Eerste aanleg | De Rent Regulation Board (regelgevingsraad voor huur) behandelt zaken die verband houden met de wijziging van huurvoorwaarden, waaronder huurverhoging en huurbeëindiging. Het moet daarbij gaan om huurcontracten die vóór 1 juni 1995 zijn gesloten. | Voorgezeten door een magistraat |
Land Arbitration Board | Eerste aanleg | De Land Arbitration Board (arbitrageraad voor grondaangelegenheden) behandelt zaken betreffende de classificatie van onteigende grond, het publieke oogmerk van onteigening en de aan de eigenaar verschuldigde schadeloosstelling. | Voorgezeten door een magistraat |
Rural Lease Control Board | Eerste aanleg | De Rural Lease Control Board (raad voor de controle van pachtovereenkomsten) behandelt zaken betreffende de pacht van grond en vorderingen van eigenaren in verband met pachtbeëindiging. | Voorgezeten door een magistraat |
Administrative Review Tribunal | Eerste aanleg | De Administrative Review Tribunal (rechtbank voor administratieve toetsing) is belast met de toetsing van administratieve handelingen. | Voorgezeten door een rechter of een magistraat |
Partition of Inheritances Tribunal | Eerste aanleg | De Partition of Inheritances Tribunal (rechtbank voor de verdeling van nalatenschappen) doet uitspraak over zaken die verband houden met de verdeling van eigendommen die gemeenschappelijke eigendom zijn van de erfgenamen van een overleden persoon. | Voorgezeten door een arbiter |
Competition and Consumer Appeals Tribunal | Beroep | De Competition and Consumer Appeals Tribunal (rechtbank voor beroepsprocedures inzake mededinging en consumentenzaken) doet uitspraak in beroepsprocedures die zijn ingesteld tegen besluiten, bevelen of maatregelen van de directeur-generaal voor mededinging en de directeur-generaal voor consumentenzaken. De beslissingen van deze rechtbank zijn definitief, behoudens enkele uitzonderlijke gevallen waarin hoger beroep kan worden ingesteld, dat evenwel beperkt moet zijn tot rechtsvragen. | Voorgezeten door een rechter en twee leden |
Court of Revision of Notarial Acts | Eerste aanleg | De Court of Revision of Notarial Acts (rechtbank voor de controle van notariële akten) is een gespecialiseerde rechtbank die toezicht houdt op alle notarissen, de notariële archieven en het openbare register. De rechtbank is bevoegd over te gaan tot het bezoeken en inspecteren van de notariële archieven, het openbare register en notariskantoren, en tot het opleggen van disciplinaire maatregelen. De rechtbank heeft ook de bevoegdheid opdracht te geven tot het corrigeren van verkeerde inschrijvingen in het openbare register. | Samengesteld uit leden, die Visitors (inspecteurs) worden genoemd |
Rechterlijke toetsing is het proces waarbij een besluit van een overheidsorgaan wordt getoetst en mogelijk kan worden ingetrokken, indien het wordt geacht onrechtmatig te zijn.
Eenieder die zich benadeeld voelt door een overheidsbesluit dat hem aangaat, kan om een rechterlijke toetsing verzoeken. Artikel 469A van hoofdstuk 12 van de Laws of Malta geeft de rechtbanken deze rechtsmacht. Maar ook zonder deze bepaling in de wetgeving is rechterlijke toetsing op te vatten als een inherente bevoegdheid van de rechtbanken op grond van het beginsel van de scheiding van machten, dat algemeen wordt toegepast door democratische staten.
De gewone rechtbanken (in het bijzonder de First Hall of the Civil Court) zijn bevoegd in dergelijke zaken, waarbij beroep kan worden aangetekend bij het Court of Appeal.
De Administrative Justice Act (wet administratieve rechtspraak) werd op 1 januari 2009 van kracht en voorzag in de instelling van de Administrative Review Tribunal (rechtbank voor administratieve toetsing). Deze onafhankelijke en onpartijdige rechtbank toetst bestuurshandelingen die aan haar worden voorgelegd door zich benadeeld voelende personen en beslecht ook geschillen die aan haar worden voorgelegd. De rechtbank wordt voorgezeten door een persoon die in Malta rechter of magistraat is of is geweest. Tegen de beslissingen van deze rechtbank kan beroep worden aangetekend bij het Court of Appeal.
Plaatselijke rechtbanken vormen een integraal onderdeel van het rechtssysteem in Malta. Ze kunnen worden gezien als een aanvulling op de rechtbanken en ze behandelen strafbare feiten die weliswaar niet zwaar zijn, maar die wel als heel vervelend worden ervaren door het algemene publiek. Plaatselijke rechtbanken worden voorgezeten door een Commissioner for Justice, die voor een periode van twee jaar wordt benoemd en die op dezelfde wijze en om dezelfde redenen uit de functie wordt ontheven als andere leden van de rechterlijke macht. Dit garandeert dat iedere burger de mogelijkheid heeft om bepaalde grieven te uiten, terwijl er tegelijk ook voor wordt gezorgd dat het recht op een eerlijke procesgang wordt geëerbiedigd. Er zijn negen plaatselijke rechtbanken die alle bevoegd zijn voor meerdere gemeenten.
Zie de Maltese pagina "Organisatie van justitie in de lidstaten - Malta" voor meer gedetailleerde informatie over en links naar de desbetreffende gegevensbanken.
Ministerie van Justitie, cultuur en lokaal bestuur
Court Services (gerechtelijke diensten)
Court Services - Judgments Online (uitspraken online)
Court Services - (gerechtelijke procedures)
Court Services - Hall Usage (gebruik rechtszalen)
Court Services – Statistics (statistieken)
Court Services - Judicial Sales by Auction (gerechtelijke veilingen)
Court Services - Civil Forms (formulieren in civiele zaken - in het Maltees)
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van de gespecialiseerde rechtbanken in Nederland.
De administratieve rechtbanken in Nederland zijn:
Verdere informatie kunt u vinden op de website voor de rechtspraak in Nederland.
Informatie over de gespecialiseerde rechtbanken (in het Engels)
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de gespecialiseerde rechtbanken voor burgerlijke en strafzaken in Oostenrijk.
In principe behandelt elke gewone rechtbank alle burgerlijke en strafzaken die zijn toegewezen aan zijn organisatieniveau (districtsrechtbank (Bezirksgericht) of de rechtbank van eerste of tweede aanleg).
In de grootste Oostenrijkse steden zijn er echter bepaalde gespecialiseerde rechtbanken:
Arbeidszaken zijn in wezen burgerlijke geschillen over arbeidsbetrekkingen die worden omschreven in artikel 50 van de wet op de arbeids- en sociale gerechten (Arbeits- und Sozialgerichtsgesetz (ASGG)). Deze worden geregeld door eigen procedures die lijken op die van burgerlijke zaken, aangevuld met enkele bijzondere regels.
Arbeidszaken worden in eerste aanleg behandeld door de regionale rechtbanken of, in Wenen, door de arbeids- en sociale rechtbank, in tweede aanleg door de hogere regionale rechtbanken (Oberlandsgerichte) en in laatste aanleg door het Hooggerechtshof (Oberster Gerichtshof). Beslissingen worden genomen door een kamer (Senate) van de bevoegde rechtbank. Een kamer is samengesteld uit een of meer beroepsrechters (Berufsrichter(innen)) en twee lekenrechters (Laienrichter(innen)), één afgevaardigd door werkgeversorganisaties en één afgevaardigd door werknemersorganisaties.
De beroepsprocedure bij arbeidszaken lijkt op de beroepsprocedure in burgerlijke zaken, maar heeft minder beperkingen. Zo is, ongeacht de waarde van het geschil, cassatie (Revision) in arbeidszaken steeds mogelijk als het over een rechtsvraag van aanzienlijk belang gaat.
Handelszaken zijn in wezen burgerlijke zaken waarbij een handelaar betrokken is en die worden omschreven in artikel 51 van de wet op de rechterlijke bevoegdheid (Jurisdiktionsnorm). Behoudens een aantal uitzonderingen worden ze behandeld volgens de gewone burgerlijke procedure. Wanneer een handelszaak voorkomt voor een kamer van een rechtbank van eerste of tweede aanleg, zetelt er namens de handelssector een lekenrechter bij de beroepsrechters. (Dit is niet het geval bij het Hooggerechtshof.)
In kartelzaken als omschreven in de kartelwet (Kartelgesetz) doet de hogere regionale rechtbank in Wenen in eerste aanleg uitspraak als kartelgerecht (Kartellgericht). Deze rechtbank heeft jurisdictie over het hele land. Hoger beroep tegen de beslissingen van het kartelgerecht wordt in tweede en laatste aanleg ingesteld bij het Hooggerechtshof, dat als hoogste kartelgerecht (Kartellobergericht) fungeert. Beslissingen worden genomen door een kamer, die in beide gevallen is samengesteld uit een of meer beroepsrechters en twee deskundige lekenrechters. De Oostenrijkse Kamer van Koophandel (Wirtschaftskammer Österreich) en, op enkele uitzonderingen na, de Federale Kamer van Werknemers en Werkgevers (Bundeskammer für Arbeiter und Angestellte) kiezen elk een lekenrechter.
Bij niet-contentieuze procedures (Verfahren außer Streitsachen) beslissen de rechtbanken over privaatrechtelijke aangelegenheden met een bijzonder karakter (in het algemeen verzoeningsprocedures, voogdij-aangelegenheden en andere zaken waarin de twee partijen gewoonlijk geen tegengestelde belangen hebben). Deze procedures lijken op die van de vrijwillige rechtspraak.
De overgrote meerderheid van zulke zaken wordt in eerste aanleg door de districtsrechtbanken beslecht, in tweede aanleg door de regionale rechtbanken en in laatste aanleg door het Hooggerechtshof. In eerste aanleg worden zaken behandeld door een alleensprekende rechter (Einzelrichter(in)) of door een speciaal gekwalificeerd justitieambtenaar (Rechtspfleger(in)). In tweede en derde aanleg worden ze behandeld door kamers die uit drie of vijf beroepsrechters bestaan.
De beroepsprocedure in niet-contentieuze procedures lijkt ook op die in burgerrechtelijke zaken. Vanwege het bijzondere karakter van deze procedures gelden er echter minder beperkingen. Het is daarnaast in zekere mate mogelijk om in tweede aanleg nog nieuwe argumenten aan te voeren buiten de eisen en argumentatie die in eerste aanleg naar voren zijn gebracht.
Door de grote verscheidenheid aan zaken die volgens niet-contentieuze procedures worden behandeld, bestaan er voor de diverse gebieden talrijke bijzondere voorschriften.
Oostenrijk kent de volgende administratieve rechtbanken:
De administratieve rechtbanken doen vooral uitspraak in zaken waar beroep is ingesteld tegen beslissingen en niet-procedurele administratieve handelingen van bestuursorganen, en in zaken waar beroep is ingesteld vanwege nalatigheid van een bestuursorgaan om binnen een bepaalde termijn te handelen (Säumnisbeschwerden).
De Federale Fiscale Rechtbank doet uitspraak in beroep over zaken die betrekking hebben op belastingheffing (op enkele uitzonderingen na) en op het financiële strafrecht, voor zover deze zaken rechtstreeks worden behandeld door de federale fiscale of belastingautoriteiten. De Federale Administratieve Rechtbank doet vooral uitspraak over zaken in beroep tegen beslissingen die anders door de federale autoriteiten zouden zijn genomen in het kader van het rechtstreekse federaal bestuur. In andere gevallen wordt administratief beroep in principe door de administratieve rechtbanken van de deelstaten behandeld.
Tegen beslissingen van de administratieve rechtbanken kan onder bepaalde voorwaarden cassatie worden ingesteld bij het Administratief Hof. Op het Grondwettelijk Hof (Verfassungsgerichtshof) wordt een beroep gedaan in zaken waarin sprake is van schending van de grondwet, met name schendingen van de grondrechten.
Andere gespecialiseerde rechtbanken
Het Grondwettelijk Hof is naast het Hooggerechtshof en het Administratief Hof het derde hoge gerechtshof in Oostenrijk. Net als de twee andere hoge gerechtshoven is het Grondwettelijk Hof gevestigd in Wenen en heeft het jurisdictie over het hele land.
De hoofdtaak van het Grondwettelijk Hof is het controleren van de naleving van de grondwet. Hiertoe behoren ook de grondrechten. Er wordt specifiek een beroep op gedaan om, op verzoek, de grondwettigheid van de volgende wetten, regelgeving en beslissingen te onderzoeken:
Het Hof kan dergelijke handelingen zo nodig vernietigen.
Anders dan bij andere gerechten zijn de rechters van het Grondwettelijk Hof geen beroepsrechters, maar veeleer ererechters (Honoratiorenrichter(innen)). Het zijn eminente persoonlijkheden die al een succesvolle juridische loopbaan in een andere functie achter zich hebben. De meesten van hen oefenen hun ambt uit op deeltijdbasis en mogen actief blijven in hun vorige beroep (bijvoorbeeld als rechter of hoogleraar aan de universiteit, maar niet als ambtenaar. In dat geval moeten zij van hun officiële taken worden ontheven). Het Grondwettelijk Hof komt uitsluitend voor zittingen bijeen, die gewoonlijk viermaal per jaar plaatsvinden.
Op de startpagina van het Oostenrijkse ministerie van Justitie (link hier) staat algemene informatie over het Oostenrijkse rechtsstelsel.
Ja.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van de gespecialiseerde rechtbanken in Polen.
Er zijn verschillende speciale hoven en rechtbanken in Polen.
Het hooggerechtshof is de hoogste rechterlijke instantie. Het oefent gerechtelijk toezicht uit op de beslissingen van alle andere rechtbanken, en waarborgt daarmee de consistentie van juridische uitlegging en rechtspraktijk.
Het hooggerechtshof is geen gewone rechtbank. Het toetst zaken in cassatie en andere beroepen tegen gerechtelijke uitspraken. Daarnaast neemt het resoluties aan ter verduidelijking van wettelijke bepalingen waar twijfel over bestaat of die tot verschillen in de rechterlijke besluitvorming leiden. Verder neemt het resoluties aan om rechtsvragen te beantwoorden die in verband met specifieke zaken naar het hof zijn verwezen.
De uitspraken van het Poolse hooggerechtshof (Sąd Najwyższy) worden, met de bijbehorende motivering, gepubliceerd op de website van het Poolse hooggerechtshof, die ook in het Engels te raadplegen is.
In het Poolse rechtsstelsel wordt het constitutioneel hof (Trybunał Konstytucyjny) niet als een gewone rechtbank beschouwd.
Het constitutioneel hof doet uitspraak over:
Alle uitspraken van het hof worden, met de bijbehorende motivering, gepubliceerd op de website van het constitutioneel hof van Polen, die ook in het Engels te raadplegen is.
Het staatstribunaal (Trybunał Stanu) berecht zaken waarin mensen die de hoogste staatsposities bekleden (of hebben bekleed) worden aangeklaagd wegens het schenden van de grondwet of andere wetgevingsbesluiten.
Meer informatie is te vinden op de website van het Poolse staatstribunaal.
Het stelsel van administratieve rechtbanken omvat het Administratief Hooggerechtshof (Naczelny Sąd Administracyjny) en regionale administratieve rechtbanken – één voor elke voivodeship of regio (wojewódzkie sądy administracyjne).
Het Administratief Hooggerechtshof
Het Administratief Hooggerechtshof publiceert sinds 1 oktober 2007 al zijn uitspraken en de bijbehorende motivering. Er worden nog steeds eerdere uitspraken aan de gegevensbank toegevoegd. De website van het hof is alleen in het Pools te raadplegen.
Het Administratief Hooggerechtshof (Naczelny Sąd Administracyjny) publiceert zijn uitspraken, met de bijbehorende motivering, op zijn website.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van de gespecialiseerde rechtbanken in Portugal.
De rechtbanken van eerste aanleg zijn in de regel districtsrechtbanken (tribunais de comarca). Deze zijn verantwoordelijk voor het behandelen van alle zaken die niet onder de bevoegdheid van andere rechtbanken vallen. De districtsrechtbanken hebben zowel algemene als gespecialiseerde bevoegdheden.
De districtsrechtbanken zijn onderverdeeld in colleges met gespecialiseerde of algemene bevoegdheden, evenals lokale colleges. De colleges worden vernoemd naar de betreffende bevoegdheid en de gemeente waarin ze zijn gevestigd.
De volgende colleges met gespecialiseerde bevoegdheden kunnen worden gecreëerd:
De volgende gespecialiseerde rechtbanken hebben bredere territoriale bevoegdheden:
Van deze colleges zijn de volgende in het bijzonder van belang:
Deze colleges zijn bevoegd om:
In zaken in verband met de burgerlijke staat van personen en hun familie behandelen deze colleges:
Naast bevoegdheden op dit gebied hebben deze colleges ook bevoegdheden die bij wet aan de rechtbanken worden toegewezen, op het gebied van inventarisprocedures die voortkomen uit de scheiding van tafel en bed, echtscheiding of de nietigheid of nietigverklaring van een burgerlijk huwelijk, alsook in verband met speciale gevallen van boedelscheiding die onder de toepasselijke wetgeving vallen.
Op het gebied van minderjarigen en volwassen kinderen zijn de colleges bevoegd om:
Naast de bevoegdheden op dit gebied zijn de colleges ook verantwoordelijk voor:
Met betrekking tot kwesties van educatieve voogdij en bescherming zijn de rechtbanken verantwoordelijk voor:
Deze colleges behandelen, in civielrechtelijke en andere zaken, de vragen die voortkomen uit relaties tussen werkgevers en werknemers en uit relaties met het oog op de ondertekening van arbeidsovereenkomsten, in verband met ongevallen op het werk en beroepsziekten, van overeenkomsten die op grond van de wet vergelijkbaar zijn met arbeidsovereenkomsten, en van stage- en leerlingovereenkomsten, evenals vragen in verband met stakingsgerelateerde civielrechtelijke kwesties.
Deze colleges behandelen:
Ook zijn zij verantwoordelijk voor het behandelen van bezwaren tegen bevelen van de griffiers van kantoren van het bedrijfsregister, alsook van bezwaren tegen de beslissingen van griffiers als onderdeel van de uitgevoerde administratieve procedures in verband met de opheffing of liquidatie van bedrijven.
Deze colleges zijn verantwoordelijk voor civielrechtelijke uitvoeringsprocedures zoals bepaald in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, met uitzondering van zaken die zijn toegewezen aan de rechtbank voor intellectuele eigendom, de rechtbank voor mededinging, regelgeving en toezicht, de scheepvaartrechtbank, de familie- en jeugdcolleges, de arbeidscolleges en de handelscolleges. Uitvoeringscolleges behandelen ook de uitvoering van vonnissen uit strafrechtelijke procedures die, op grond van het recht inzake strafrechtelijke procedures, niet in een burgerlijke rechtbank mogen worden behandeld.
Deze rechtbanken behandelen:
Deze rechtbank behandelt onder andere vragen in verband met beroepen tegen en de herziening en uitvoering van beslissingen, bevelen en andere maatregelen, voortkomend uit inbreukzaken die juridisch kunnen worden aangevochten, van verschillende regelgevingsinstanties, te weten de Mededingingsautoriteit (Autoridade da Concorrência), de Portugese Burgerluchtvaartautoriteit (Autoridade Nacional da Aviação Civil), de Bank van Portugal (Banco de Portugal) en de Portugese Commissie voor de effectenmarkt (Comissão do Mercado de Valores Mobiliários).
Deze rechtbanken behandelen zaken in verband met:
De rechtbank monitort en houdt toezicht op de uitvoering van de straf of vrijheidsbeperkende maatregel uit de gerechtelijke beslissing, en neemt beslissingen over de aanpassing, vervanging en beëindiging daarvan, nadat de veroordeling heeft plaatsgevonden. De rechtbank is bevoegd om:
Deze rechtbank voert strafrechtelijke onderzoeken uit, neemt beslissingen over straffen en is bevoegd voor het onderzoek wanneer de criminele activiteiten plaatsvinden in districten die onder verschillende beroepsgerechten (Tribunais da Relação) vallen, en altijd wanneer het de volgende delicten betreft:
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de gespecialiseerde rechtbanken in Roemenië.
De rechtbank voor jeugd- en familiezaken te Braşov behandelt zaken in verband met overtredingen door of tegen kinderen. Voordat deze gespecialiseerde rechtbank was opgericht, werden dergelijke zaken behandeld door het tribunaal van Braşov.
Er zijn drie gespecialiseerde tribunalen (de voormalige handelstribunalen):
Deze behandelen zaken met betrekking tot beroepsbeoefenaren. Iedereen met een onderneming wordt beschouwd als beroepsbeoefenaar.
De bevoegdheid van de militaire rechtbanken wordt bepaald in het wetboek van strafvordering. Iedere militaire rechtbank heeft de status van een militaire basis.
De hiërarchische organisatie van de militaire rechtbanken is als volgt:
De militaire rechtbanken hebben militaire rechters, griffiers, archivarissen en overig personeel.
Er zijn vier militaire tribunalen in Roemenië, in de volgende steden:
Als hoogste rechtbank van eerste aanleg kan het militaire tribunaal zaken behandelen in verband met alle overtredingen van militair personeel tot en met de rang van kolonel, evenals andere specifiek bij wet bepaalde zaken.
Militair beroepsgerecht Boekarest
Het militair beroepsgerecht Boekarest behandelt:
Er zijn geen administratieve rechtbanken in Roemenië. De speciale administratieve afdeling van een rechtbank is bevoegd om administratieve zaken te behandelen.
Het Grondwettelijk Hof heeft negen rechters, die voor een termijn van negen jaar worden aangesteld, die niet kan worden verlengd of vernieuwd. Drie daarvan worden benoemd door de Kamer van Afgevaardigden, drie door de senaat en drie door de president van Roemenië. De rechters van het Grondwettelijk Hof kiezen de voorzitter van het Grondwettelijk Hof via geheime stemming, voor een termijn van drie jaar. Elke drie jaar wordt een derde van de rechters van het Grondwettelijk Hof vervangen.
Op grond van artikel 146 van de Roemeense grondwet heeft het Grondwettelijk Hof de volgende bevoegdheden:
De volgende juridische gegevensbanken zijn online toegankelijk:
Ja, de toegang tot de gegevensbank is kosteloos.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van de gespecialiseerde rechtbanken in Slovenië.
De rechtbanken voor arbeidszaken zijn krachtens de wet bevoegd voor individuele en collectieve arbeidsgeschillen en de rechtbank voor sociale zaken is bevoegd voor sociale geschillen.
De rechtbanken voor arbeidszaken en de rechtbank voor sociale zaken behandelen zaken in eerste aanleg. Het gerechtshof voor arbeidszaken en sociale zaken (Višje delovno in socialno sodišče) behandelt beroepen tegen uitspraken van de rechtbanken voor arbeidszaken en de rechtbank voor sociale zaken van eerste aanleg, terwijl beroepen tegen en herzieningen van uitspraken van het gerechtshof voor arbeidszaken en sociale zaken worden behandeld door het Hooggerechtshof van de Republiek Slovenië.
Een arbeidsrechtbank is bevoegd om over de volgende individuele arbeidsgeschillen uitspraak te doen:
Een arbeidsrechtbank is ook bevoegd recht te spreken in die gevallen waarin een verzekeringsmaatschappij een van de gedaagde partijen is in schadegeschillen waarover een arbeidsrechtbank de bevoegdheid toegewezen heeft gekregen.
Een arbeidsrechtbank is bevoegd om over de volgende collectieve arbeidsgeschillen recht te spreken:
De rechtbank voor sociale zaken is bevoegd recht te spreken over de volgende sociale geschillen:
1. Op het gebied van pensioen- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen:
2. Op het gebied van de zorgverzekering:
3. Op het gebied van werkloosheidsverzekeringen en sollicitatieprocedures:
4. Op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en kinderbijslagen:
5. Op het gebied van bijstandsuitkeringen:
De rechtbank voor sociale zaken is ook bevoegd in de bovenstaande zaken waarbij er sprake is van de volgende sociale geschillen:
De rechtbank voor sociale zaken is ook bevoegd voor sociale geschillen die door de wet worden gespecificeerd.
De rechtbanken van eerste aanleg in de Republiek Slovenië zijn:
Rechtbanken van eerste aanleg doen bij arbeidsgeschillen tijdens de rechtbankzitting uitspraak, tenzij bepaald is dat zij vonnis moeten wijzen in externe secties.
Bij arbeidsgeschillen en sociale geschillen doet een rechtbank van eerste aanleg uitspraak in een kamer die bestaat uit een rechter, zijnde de voorzitter van de kamer, en twee lekenrechters als leden, waarvan één moet zijn gekozen van een lijst kandidaten van werknemers of verzekerden, en de andere van een lijst kandidaten van werkgevers of instellingen.
Er doet één rechter uitspraak over individuele arbeidsgeschillen en sociale geschillen met betrekking tot materiële vorderingen, indien de waarde van het voorwerp van het geschil niet meer dan 40 000 EUR bedraagt. Ongeacht de waarde van de betwiste zaak moeten sommige belangrijke zaken door een individuele rechter worden beoordeeld, bv. individuele arbeidsgeschillen met betrekking tot de opschorting van een arbeidscontract, proeftijd, overwerken, pauzes, rusttijden, verlof en andere afwezigheid van het werk, de plicht om werk te verrichten vanwege uitzonderlijke omstandigheden, disciplinaire maatregelen, tijdelijke opschorting van werkzaamheden vanwege het instellen van een disciplinaire procedure en voorlopige herplaatsing; sociale geschillen over het recht op een verzorgingstoelage, het recht op een invaliditeitsuitkering vanwege een fysieke handicap en het recht op een verblijf in een kuuroord).
Het gerechtshof voor arbeidszaken en sociale zaken behandelt beroepen tegen uitspraken van de rechtbanken voor arbeidszaken en de rechtbank voor sociale zaken van eerste aanleg. Het Hooggerechtshof van de Republiek Slovenië (Vrhovno sodišče Republike Slovenije) behandelt beroepen tegen en herzieningen van uitspraken van het gerechtshof voor arbeids- en sociale zaken.
Het gerechtshof voor arbeidszaken en sociale zaken is in Ljubljana gevestigd.
Het gerechtshof voor arbeidszaken en sociale zaken doet uitspraak in een kamer met drie rechters.
De administratieve rechtbank van de Republiek Slovenië is bevoegd uitspraak te doen over administratieve geschillen overeenkomstig de methodes en procedures die zijn uiteengezet in de Wet betreffende administratieve geschillen.
In een administratief geschil wordt toegezien op de juridische bescherming van rechten en belangen van individuen en organisaties met betrekking tot de besluiten en handelingen van staatsorganen, lokale overheden en houders van publieke machtigingen, overeenkomstig de wet.
In een administratief geschil wijst de administratieve rechtbank:
Bij administratieve geschillen doet de administratieve rechtbank van de Republiek Slovenië in eerste aanleg uitspraak. Het hooggerechtshof van de Republiek Slovenië doet echter uitspraak over een rechtsmiddel tegen een uitspraak in eerste aanleg over een administratief geschil.
De hoofdzetel van de administratieve rechtbank van de Republiek Slovenië is gevestigd in Ljubljana.
De administratieve rechtbank oordeelt over zaken in de hoofdzetel en in de volgende departementen:
De administratieve rechtbank doet uitspraak in een kamer van drie rechters, behalve voor bepaalde zaken waarin overeenkomstig de wet een enkelvoudige kamer uitspraak doet.
Het Hooggerechtshof beslist in een enkelvoudige kamer over een schorsing van de procedure; bij beroepen en herzieningen wordt geoordeeld in een kamer van drie rechters; in bevoegdheidsgeschillen tussen de administratieve rechtbank en een rechtbank met algemene bevoegdheid of een gespecialiseerde rechtbank is de kamer samengesteld uit drie rechters; in bevoegdheidsgeschillen tussen de administratieve rechtbank en het hooggerechtshof is de kamer samengesteld uit vijf rechters.
Meer informatie over rechtbanken in Slovenië vindt u op de officiële website van het Hooggerechtshof van de Republiek Slovenië.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van de gespecialiseerde rechtbanken in Slowakije.
Bestuursrechtelijke zaken vallen onder de bevoegdheid van regionale rechtbanken (krajský súd) en het Hooggerechtshof van de Slowaakse Republiek (Najvyšší súd Slovenskej republiky).
Slowakije heeft geen afzonderlijke rechtbanken voor bestuursrechtspraak. Wel hebben de rechtbanken aparte kamers bestaande uit rechters in bestuurszaken.
Het Grondwettelijk Hof van de Slowaakse Republiek (Ústavný súd Slovenskej republiky) is een onafhankelijk rechterlijk orgaan dat oordeelt over de grondwettigheid van wetgeving.
Het Grondwettelijk Hof is gevestigd te Košice, Hlavná 110, Košice 042 65, en heeft nog een vestiging te Bratislava, Župné námestie 12.
Overeenkomstig de Slowaakse grondwet spreekt het Grondwettelijk Hof zich uit over de vraag of:
Het Grondwettelijk Hof beslist verder over:
Het Grondwettelijk Hof bestaat uit 13 rechters.
Deze rechters worden voor een periode van twaalf jaar benoemd door de president van Slowakije, op voordracht van het Slowaakse parlement. Het parlement moet twee keer zoveel kandidaten voordragen als door de president worden benoemd.
Het Grondwettelijk Hof doet uitspraak in colleges van drie rechters of in plenaire zitting.
De uitspraken van het hof zijn definitief; dat wil zeggen: er is geen beroep mogelijk.
Het Hof kan een procedure instellen op verzoek van:
De website van het Grondwettelijk Hof van de Slowaakse Republiek verschaft kosteloze toegang tot:
De Speciale Strafrechtbank (Špecializovaný trestný súd) is in 2009 opgericht als opvolger van de Speciale Rechtbank. De Strafrechtbank behandelt strafzaken en andere zaken die in gerechtelijke procedures worden beslist, zoals bepaald in de wetgeving (Wetboek van strafvordering). Het is een gerecht van eerste aanleg met dezelfde status als een regionale rechtbank. De bevoegdheden en taken van deze rechtbank worden geregeld in artikel 14 van Wet nr. 301/2005.
Contactgegevens van de Speciale Strafrechtbank van de Slowaakse Republiek:
Adres: Suvorovova č. 5/A, P.O. BOX 117, 902 01 Pezinok Tel.: +421 33 69 031 14 Fax: +421 33 69 032 72De Speciale Strafrechtbank is bevoegd om zaken in verband met de volgende strafbare feiten te behandelen:
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de gespecialiseerde rechtbanken in Finland.
In Finland zijn er verschillende gespecialiseerde rechtbanken. Hun taken zijn vastgesteld in specifieke wetten. De gespecialiseerde rechtbanken zijn opgericht om zaken te behandelen die niet door de algemene of administratieve rechtbanken kunnen worden behandeld omdat ze bijzondere deskundigheid vereisen. De samenstelling van de gespecialiseerde rechtbanken is doorgaans een afspiegeling van de deskundigheid die de desbetreffende bevoegdheidssfeer vereist. Tot de gespecialiseerde rechtbanken behoren:
De arbeidsrechtbank behandelt en beslecht geschillen betreffende de uitlegging van de wet op de arbeidsovereenkomsten, de wet op de arbeidsovereenkomsten van staatsambtenaren, de wet op de arbeidsovereenkomsten van gemeenteambtenaren en de wet ter reglementering van de overeenkomsten van ambtenaren in dienst van de Evangelisch-Lutherse Kerk. Zij behandelt tevens geschillen betreffende overeenkomsten van staatsambtenaren en collectieve arbeidsovereenkomsten van werknemers.
Het hof voor marktzaken is de gespecialiseerde rechtbank voor mededinging en tenuitvoerlegging, intellectuele eigendom en marktrecht.
De verzekeringsrechtbank is de bijzondere rechtbank voor sociale zekerheidszaken. Zij behandelt onder meer geschillen betreffende het recht van een persoon op een werknemerspensioen, een nationaal pensioen en een werkloosheidsuitkering en een vergoeding op grond van een arbeidsongeval, een beroepsziekte, schade veroorzaakt door een misdrijf, militaire invaliditeit of een militair ongeval.
Het hoge hof voor impeachment is een gespecialiseerde rechtbank die kennis neemt van zaken waarbij leden van de Finse regering, het hooggerechtshof of het administratief hooggerechtshof en bepaalde hogere ambtenaren beschuldigd worden van onwettig gedrag in de uitoefening van hun ambt. Het hoge hof voor impeachment wordt slechts bijeengeroepen indien dat noodzakelijk is.
De website van de Finse rechtscolleges bevat informatie over het Finse rechtssysteem. Het is een portaal dat als één loket fungeert voor wie op zoek is naar informatie over rechtbanken, handhavingsinstanties en rechtsbijstand.
Zij bevat onder meer recente jurisprudentie van de hoven van beroep en de administratieve rechtbanken en links naar de websites van alle rechtbanken.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van de gespecialiseerde rechtbanken in Zweden.
Er bestaan enkele gespecialiseerde rechtbanken voor de behandeling van specifieke zaken en onderwerpen:
Land- en milieurechtbanken (Mark- och miljödomstolar) behandelen zaken als vergunningen voor waterprojecten en milieugevaarlijke activiteiten, kwesties met betrekking tot de volksgezondheid, natuurbehoud, afvalinzameling, vervuilde gebieden en gevaarlijk afval, kwesties met betrekking tot milieuschade en -schadevergoeding, kwesties met betrekking tot bouw-, sloop- en gebruiksvergunningen krachtens de Zweedse wet op de ruimtelijke ordening, erfpacht, hoger beroep in kwesties met betrekking tot de ruimtelijke ordening, verkaveling, erfdienstbaarheid en onteigening. Er zijn vijf land- en milieurechtbanken. Dit zijn gespecialiseerde rechtbanken binnen de districtsrechtbanken in Nacka, Vänersborg, Växjö, Umeå en Östersund. Hoger beroep tegen vonnissen en uitspraken van de land- en milieurechtbanken kan worden ingesteld bij de beroepsinstantie voor de land- en milieurechtbanken (Mark- och miljööverdomstolen), die onderdeel uitmaakt van de beroepsinstantie van Svea. Hoger beroep in zaken die zijn ingeleid bij een land- en milieurechtbank en die in hoger beroep zijn behandeld door de land- en milieurechtbank, kan worden ingesteld bij het hoogste rechtscollege (Högsta domstolen).
Scheepvaartrechtbanken (Sjörättsdomstolar) behandelen zaken die onder het Zweedse scheepvaartwetboek (1994:1009) vallen. Er zijn zeven scheepvaartrechtbanken, die onderdeel uitmaken van de arrondissementsrechtbanken van Luleå, Sundsvall, Stockholm, Kalmar, Malmö, Göteborg en Värmland.
Migratierechtbanken (Migrationsdomstolar) herzien beslissingen die door de Zweedse migratieraad (Migrationsverket) zijn genomen over zaken betreffende vreemdelingen of staatsburgerschap. Migratierechtbanken zijn gespecialiseerde rechtbanken die onderdeel uitmaken van de districtsrechtbanken (bestuursrechtbanken) van Malmö, Göteborg, Stockholm en Luleå. Hoger beroep tegen vonnissen en uitspraken van de migratierechtbanken kan worden ingesteld bij de beroepsinstantie voor migratierechtbanken (Migrationsöverdomstolen) die onderdeel uitmaakt van de districtsrechtbank van Stockholm.
Bepaalde soorten geschillen met betrekking tot huur, appartementsrecht en pacht worden behandeld door regionale huur- en pachtcommissies (hyres- och arrendenämnder). Dit zijn semi-rechterlijke organen waarvan de bevoegdheden vergelijkbaar zijn met die van de rechtbanken.
Er bestaat in Zweden geen constitutioneel hof of iets dergelijks.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over een aantal gespecialiseerde rechtbanken in Engeland en Wales, inclusief tribunals.
Bij de Tribunals Courts and Enforcement Act 2007 (wet van 2007 betreffende rechtbanken en tenuitvoerlegging) is voor de meeste tribunals één enkele, uniforme structuur tot stand gebracht, die bestaat uit het First-tier Tribunal (lagere rechtbank) en het Upper Tribunal (hogere rechtbank). Het First-tier Tribunal en het Upper Tribunal hebben elk eigen kamers voor verschillende onderwerpen, waarin vergelijkbare zaken worden behandeld. Informatie over de tribunals is te vinden op de website van Her Majesty's Courts and Tribunals service.
Het First-tier Tribunal is een tribunal met algemene bevoegdheid. De belangrijkste taak ervan is de behandeling van beroepszaken tegen besluiten van de overheid op de gebieden die onder zijn bevoegdheid vallen. Voor sommige zaken is een tribunal bevoegd voor het gehele Verenigd Koninkrijk. Het First-tier Tribunal is momenteel onderverdeeld in zeven kamers:
Upper Tribunal (hogere rechtbank)
Het Upper Tribunal beslist voornamelijk, maar niet uitsluitend, over beroepszaken tegen beslissingen van het First-tier Tribunal. Het is een superior Court of Record (hogere rechtbank die alle procedurestukken bewaart) en is onder bepaalde omstandigheden ook bevoegd om over te gaan tot een juridische toetsing.
Het Upper Tribunal bestaat uit:
Kenmerkend voor de tribunals is hun kennis over de onderwerpen waarop de beroepszaken betrekking hebben. De structuur is van dien aard dat de rechters deskundig zijn op de desbetreffende gebieden en dat ook de niet-juristen beschikken over de relevante beroepskwalificaties of -ervaring. De samenstelling van de kamers voor de verschillende soorten beroepsprocedures is afhankelijk van het onderwerp van de betrokken zaak.
Het Employment Tribunal (arbeidsrechtbank) en het Employment Appeal Tribunal (het hof van beroep voor arbeidszaken) maken geen deel uit van de uniforme structuur van de tribunals, maar worden ondersteund door Her Majesty's Courts and Tribunals service. Hun taak bestaat erin de administratieve werkzaamheden te verrichten die nodig zijn om vorderingen te kunnen instellen bij de Employment Tribunals en vervolgens eventueel beroepsprocedures bij het Employment Appeal Tribunal.
In Engeland en Wales is het Administrative Court (administratieve rechtbank) bevoegd voor het bestuursrecht en houdt het voorts toezicht op lagere rechtbanken en tribunals.
Gespecialiseerde rechtbanken
In Engeland en Wales zijn er meerdere gespecialiseerde rechtbanken:
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u informatie over de tribunals die administratief door de Northern Ireland Courts and Tribunals Service worden ondersteund.
Het Department of Justice is verantwoordelijk voor het beheer van verscheidene tribunals in Noord-Ierland. In de praktijk wordt deze functie uitgeoefend door de Northern Ireland Courts and Tribunals Service (NICTS) (een uitvoerend agentschap van het Department).
Het Department heeft wettelijke verantwoordelijkheid voor de volgende rechtbanken:
De NICTS heeft in april 2010 ook de administratieve verantwoordelijkheid op zich genomen voor de Appeals Service en het Rent Assessment Panel, die beide worden beheerd krachtens een service level agreement met het Department for Communities. In het kader van het programma voor de reorganisatie van de tribunals is gepland dat beide wettelijk bij het Department zullen worden ondergebracht.
De NICTS biedt ook administratieve ondersteuning krachtens de voorwaarden van een service level agreement aan tribunals die bevoegd zijn voor het gehele Verenigd Koninkrijk en die zitting hebben in Noord-Ierland, zoals de Tax Chamber, de Immigration and Asylum Chamber en de afdeling Information Rights binnen de General Regulatory Chamber van de First-tier Tribunal, en de Administrative Appeals Chamber van het Upper Tribunal.
Nadere informatie over de werkzaamheden van de tribunals die onder het beheer van de NICTS vallen, is te vinden op de website van de Northern Ireland Courts and Tribunals service.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.
Op deze pagina vindt u een beschrijving van een aantal gespecialiseerde rechtbanken in Schotland.
Bij de Tribunals and Courts Enforcement Act 2007 (wet van 2007 betreffende rechtbanken en tenuitvoerlegging) is voor de meeste tribunals met aan de regering van het VK voorbehouden bevoegdheden één enkele, uniforme structuur tot stand gebracht, die bestaat uit het First-tier Tribunal (lagere rechtbank) en het Upper Tribunal (hogere rechtbank). Het First-tier Tribunal en het Upper Tribunal hebben elk eigen kamers voor verschillende onderwerpen, waarin vergelijkbare zaken worden behandeld. Informatie over de tribunals is te vinden op de website van Her Majesty's Courts and Tribunals Service.
Bij de Tribunals (Scotland) Act 2014 (wet van 2014 op de rechtbanken (Schotland)) is voor Schotland een enkel First-tier Tribunal en een enkel Upper Tribunal opgericht. De eerste tribunals zijn op 1 december 2016 in de nieuwe structuur geïntegreerd.
Ingevolge artikel 39 van de Scotland Act 2016 (wet van 2016 inzake Schotland) is het mogelijk het beheer en de werking van een aantal voorbehouden tribunals aan Schotland over te dragen.
Het First-tier Tribunal van het VK is een tribunal met algemene bevoegdheid. De belangrijkste taak ervan is de behandeling van beroepszaken tegen besluiten van de overheid op de gebieden die onder zijn bevoegdheid vallen. Voor bepaalde aangelegenheden is het tribunal in het hele Verenigd Koninkrijk, inclusief Schotland, bevoegd. Het First-tier Tribunal is momenteel onderverdeeld in zeven kamers:
Het Upper Tribunal van het VK beslist voornamelijk, maar niet uitsluitend, over beroepszaken tegen beslissingen van het First-tier Tribunal van het VK. Het is een superior Court of Record (hogere rechtbank die procedurestukken bewaart) en is onder bepaalde omstandigheden ook bevoegd om over te gaan tot een juridische toetsing.
Het Upper Tribunal van het VK bestaat uit:
Kenmerkend voor de tribunals is hun kennis over de onderwerpen waarop de beroepszaken betrekking hebben. De structuur is van dien aard dat de rechters deskundig zijn op de desbetreffende gebieden en dat ook de niet-juristen beschikken over de relevante beroepskwalificaties of -ervaring. De samenstelling van de kamers voor de verschillende soorten beroepsprocedures is afhankelijk van het onderwerp van de betrokken zaak.
Het Employment Tribunal (arbeidsrechtbank) en het Employment Appeal Tribunal (het hof van beroep voor arbeidszaken) maken geen deel uit van de uniforme structuur van de tribunals, maar worden ondersteund door Her Majesty's Courts and Tribunals Service. Hun taak bestaat erin de administratieve werkzaamheden te verrichten die nodig zijn om vorderingen te kunnen instellen bij de Employment Tribunals en vervolgens eventueel beroepsprocedures bij het Employment Appeal Tribunal. Er is voor Schotland een aparte Employment Appeal Tribunal.
In Schotland zijn er verschillende tribunals. De meeste tribunals staan onder leiding van een president of voorzitter en hebben elk hun eigen uitvoeringsbevoegdheden. De bevoegdheden lopen uiteen van beroepszaken tegen parkeerboetes tot de verplichte behandeling en opname van patiënten met ernstige psychische aandoeningen.
Beroepszaken tegen beslissingen van Schotse tribunals worden behandeld door de civil courts (burgerlijke rechtbanken) in Schotland en kunnen worden beoordeeld door het sheriff court en het Court of Session.
De Tribunals (Scotland) Act 2014 heeft een gestroomlijnde tweeledige structuur voor de Schotse tribunals ingesteld. De hoogste rechter van Schotland, de Lord President, heeft de leiding over de nieuwe structuren, vergelijkbaar met het hierboven beschreven model van het Verenigd Koninkrijk. De Lord President heeft een aantal functies gedelegeerd aan Lady Smith, die is benoemd tot President of Scottish Tribunal. De Upper Tribunal neemt de bevoegdheid voor de behandeling van de meeste beroepszaken tegen beslissingen van het First-tier Tribunal over van de andere rechtbanken. De Scottish Courts and Tribunals Service. is verantwoordelijk voor het beheer van het First-tier Tribunal en het Upper Tribunal. De rechtbanken zullen in een gefaseerd proces worden overgeheveld naar de Schotse Tribunals, waarbij de eerste overheveling in december 2016 heeft plaatsgevonden.
In het algemeen zijn de procedures bij de tribunals van het VK en Schotland minder formeel dan bij de andere rechtbanken. De leden van de tribunals kunnen onder andere specialisten of deskundigen zonder juridische opleiding zijn, zoals artsen en leken, hoewel de voorzitter bijna altijd een juridische opleiding heeft genoten.
Bestuursrechtelijke zaken (rechterlijke toetsing) worden in Schotland behandeld door het Court of Session. Meer informatie over de Schotse tribunals is te vinden op de website van de Scottish Courts and Tribunals.
In Schotland kan een (burgerlijke of strafrechtelijke) zaak waarbij een ‘constitutionele' kwestie aan de orde wordt gesteld die voortvloeit uit de decentralisatieregelingen van het VK (bv. mensenrechtenkwesties), worden behandeld door het Supreme Court van het Verenigd Koninkrijk.
De Sheriff Personal Injury Court
Deze rechtbank is op 22 september 2015 opgericht om op te treden als nationaal expertisecentrum voor letselschadezaken. Letselschadezaken kunnen voor deze rechtbank worden gebracht als het bedrag waarvoor een vordering wordt ingesteld hoger is dan 5 000£. De partijen kunnen er ook voor kiezen om hun vorderingen tot schadevergoeding voor persoonlijk letsel, ongeacht het bedrag ervan, in te stellen bij het plaatselijke Sheriff Court. Er zijn specifieke bepalingen vastgesteld voor gevallen van letsel op het werk: vorderingen van meer dan 1 000£ kunnen rechtstreeks bij het Sheriff Personal Injury Court worden ingesteld, terwijl vorderingen van minder dan 1 000£ naar het Court kunnen worden doorverwezen indien de plaatselijke Sheriff van mening is dat zij voldoende belangrijk zijn of problemen met zich meebrengen. Sinds 22 september 2015 kan het Court of Session zich niet langer buigen over letselschadevorderingen van minder dan 100 000£.
Andere rechtbanken zijn onder andere:
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.