Rechten van slachtoffers – per land

Nederland

Inhoud aangereikt door
Nederland

Hoe en waar kan ik aangifte doen?

Hoe kan ik bijhouden wat de autoriteiten doen na mijn aangifte?

Hoe kan ik betrokken zijn bij het voorbereidend onderzoek naar het strafbare feit?

Wat zijn mijn rechten als getuige?

Ik ben minderjarig. Heb ik andere of meer rechten?

Welke informatie kan ik verkrijgen van de politie of van slachtofferhulp gedurende het voorbereidend onderzoek?

Kan ik rechtshulp ontvangen?

Hoe kan ik beschermd worden als ik in gevaar ben?

Welke diensten en vormen van assistentie kan ik krijgen gedurende het voorbereidend onderzoek?

Zijn er mogelijkheden om tot een schikking te komen of een bemiddeling te beginnen tussen de dader en mij?

Hoe zal mijn zaak verder gaan na afsluiting van het voorbereidend onderzoek?

Kan ik bezwaar maken als mijn zaak wordt afgesloten zonder dat zij door een rechtbank is beoordeeld?

Ik ben een buitenlander. Hoe worden mijn rechten en belangen beschermd?

Meer informatie

Hoe en waar kan ik aangifte doen?

Als u slachtoffer bent geworden van een strafbaar feit dan wel kennis heeft van een strafbaar feit dat een ander is overkomen kunt u mondeling aangifte doen bij het dichtstbijzijnde of elk ander politiebureau. U kunt ook schriftelijk aangifte doen door een brief te schrijven aan de plaatselijke politie of de officier van justitie. Er zijn geen voorschriften voor de vorm waarin de aangifte moet worden gedaan.

U mag als slachtoffer ook iemand anders schriftelijk machtigen om namens u aangifte te doen. De gemachtigde krijgt daarmee geen andere rechten dan dat van het doen van de aangifte namens u. In sommige gevallen kunt u ook elektronisch aangifte doen met de computer (zie voor meer informatie http://www.politie.nl/).

U kunt in beginsel in alle talen aangifte doen, maar de politie-ambtenaar die de aangifte moet opnemen kan u vragen om te zorgen voor vertaling of vertolking. Als u gebruik maakt van een (door u betaalde) tolk is daarvoor geen vergoedingsregeling van toepassing.

Het recht om aangifte te doen kent geen wettelijke verjaringstermijn.

In geval u aangifte doet zal de politie een schriftelijk proces-verbaal van aangifte opmaken waarin alle door u verschafte feitelijke informatie wordt opgenomen, evenals uw persoonlijke gegevens (naam en adres). Er zal u gevraagd worden zich te identificeren met een geldig identiteitsbewijs (paspoort, rijbewijs of identiteitskaart) en om het proces-verbaal van de aangifte te ondertekenen.

Voor sommige strafbare feiten is het nodig om uitdrukkelijk vervolging te verzoeken, als u echt wilt dat de dader vervolgd wordt. Dat zijn de zogeheten klachtdelicten: een aangifte volstaat dan niet. Dit is bij voorbeeld het geval bij belediging, schaking, afdreiging en belaging. Vraagt u bij twijfel aan de opnemende politiebeambte of aangifte volstaat als basis voor een vervolging van uw vermoedelijke dader.

Hoe kan ik bijhouden wat de autoriteiten doen na mijn aangifte?

De politiebeambte die de aangifte opneemt zal een administratief zaaksnummer geven aan (het dossier dat begint met) het proces-verbaal dat opgesteld wordt. Dat nummer wordt aan u medegedeeld zodat u dat kunt noemen als u later informeert bij de politie over de voortgang. U hebt recht op een kopie van uw aangifte en deze krijgt u van de politie mee.

Nadat de politie de zaak heeft ingestuurd naar het parket van de officier van justitie (het Openbaar ministerie) krijgt zij nog een ander nummer, het parketnummer.

Op het politiebureau kunt u alleen informeren naar de voortgang onder verwijzing naar het zaaksnummer dat de politie aangegeven heeft: men kent daar niet het parketnummer. Bij het Openbaar ministerie kunt u zowel het administratieve zaaksnummer als het parketnummer gebruiken om naar uw zaak te informeren.

Vanaf 2011 zijn in heel Nederland 10 slachtofferloketten operationeel waar u terecht kunt met vragen over het verloop van uw zaak. In deze loketten werken medewerkers van politie, openbaar ministerie en Slachtofferhulp Nederland samen om u zo goed mogelijk te informeren en te ondersteunen bij het uitoefenen van uw rechten. U hoeft dan zelf niet meer te kiezen welke organisatie u belt voor informatie.

Belangrijker is dat u, op het moment van de aangifte, gevraagd zal (moeten) worden of u op de hoogte wilt worden gehouden van de voortgang van uw zaak. Als u dat wilt, dan zal de politie en ook het openbaar ministerie actief zorg dragen voor de informatieverschaffing over elke belangrijke ontwikkeling. U kunt dan nog daarnaast zelf ook inlichtingen proberen in te winnen over de voortgang. Minimaal dient u, indien u dat wenst, door de politie op de hoogte te worden gehouden van het eventuele afzien van opsporing en van het inzenden van de zaak naar de officier van justitie. De officier van justitie dient u te informeren over de vervolging en de datum van de terechtzitting en over eventuele invrijheidsstelling van de verdachte (in het geval deze voorlopig gehecht is) of de veroordeelde (vrijlating na de gevangenisstraf).

Hoe kan ik betrokken zijn bij het voorbereidend onderzoek naar het strafbare feit?

Als u aangifte doet zult u alles willen vertellen wat u weet over het voorgevallen strafbare feit. De politie gaat met die informatie aan de slag om nog meer feiten te verzamelen die als bewijs kunnen dienen en om de dader op te sporen als die nog niet bekend is. Vaak is de informatie uit het proces-verbaal van aangifte al voldoende in dit stadium, maar het kan zijn dat de politie later nog meer informatie van u als slachtoffer/getuige nodig heeft. In dat geval zal de politie u opnieuw willen spreken.

Als slachtoffer hoeft u zelf niets te bewijzen in verband met daad of dader. Maar als u nadere informatie (in welke vorm dan ook) tot bewijs wilt overhandigen aan de politie of de officier van justitie dan kan dat. Er is echter geen verplichting bepaalde documenten die u aanlevert aan het dossier toe te voegen. Per 1 januari 2011 kunt u een verzoek doen aan de officier van justitie om documenten toe te voegen aan het dossier. De officier van justitie kan dit alleen in bepaalde gevallen weigeren, bijvoorbeeld in het belang van het onderzoek. Weigert de officier van justitie het document toe te voegen dan kunt u binnen 14 dagen na de schriftelijke mededeling van de officier van justitie bezwaar aantekenen bij de rechtbank.

U kunt ook bepaalde vormen van opsporingsonderzoek verzoeken maar u heeft daarop in het algemeen geen recht: de recherche of de officier van justitie verantwoordelijk voor uw zaak zullen beslissen of de verzochte onderzoekshandelingen nuttig en noodzakelijk zijn.

Mocht een rechter-commissaris bij de zaak betrokken worden in een zogeheten gerechtelijk vooronderzoek, dan kan het zijn dat hij of zij u wil horen. Bij die gelegenheid zou u bepaalde vragen, die u graag aan de verdachte gesteld wilde hebben, voorstellen. In deze fase zou ook de verdachte zelf of via zijn raadsman bepaalde vragen aan u kunnen laten voorleggen.

Alleen indien noodzakelijk, kan de rechter-commissaris u ook uitnodigen om aan een reconstructie van het strafbare feit deel te nemen. Dat komt echter zelden voor. In beginsel vinden alle onderzoekshandelingen buiten uw aanwezigheid en deelname plaats.

Indien u slachtoffer bent van een zeer ernstig misdrijf zal de officier u uitnodigen voor een gesprek, waarin hij zal toelichten hoe hij over de zaak denkt en u de gelegenheid zal geven uw gevoelens, ervaringen en wensen uit te spreken. De officier zal daarmee verder rekening houden, maar is niet tot iets bepaalds verplicht. In zulke ernstige zaken kunt u ook een schriftelijke slachtofferverklaring opstellen of op laten stellen (door Slachtofferhulp Nederland), die aan het dossier kan worden toegevoegd. In het Engels wordt dit een Victim Impact Statement genoemd. De schriftelijke slachtofferverklaring kan ook als basis dienen voor het spreken als slachtoffer ter terechtzitting, een recht waarvan slachtoffers van ernstige misdrijven (spreekrechtwaardige delicten) gebruik kunnen maken.

Bij de aangifte van een strafbaar feit zal u als slachtoffer gevraagd worden of u schadevergoeding wilt ontvangen. Als u dat wilt, zal dat genoteerd worden in het dossier en kan een schaderegelaar van de politie aan de slag gaan om, zodra de verdachte bekend is, tot een schaderegeling te komen. De schaderegelaar zal als de schade eenvoudig vast te stellen is, de dader de schade niet betwist en bereid is in één keer te betalen de schade regelen tussen slachtoffer en dader. Wordt niet aan de voorwaarden voor schaderegeling voldaan of betaalt de dader niet dan kan het Openbaar Ministerie de schade regelen.

Daarnaast kunt u echter ook besluiten tot het indienen van een zelfstandige civiele schadevordering in de strafprocedure door middel van voeging. Die vordering zal met een formulier dienen te worden gedaan, dat u zal worden toegestuurd door de behandelende officier van justitie. Indien u dat wilt kan een medewerker van Slachtofferhulp Nederland u helpen met het invullen van het formulier: dat wordt u aangeraden vanwege de complexiteit van de materie. U dient zoveel mogelijk alle documenten die kunnen dienen om de schade aannemelijk te maken toe te voegen aan het formulier (rekeningen voor medische en psychologische consulten en voor de vervanging van vernielde goederen e.d.). De strafrechter zal de schade en de schadevordering beoordelen en indien deze beide duidelijk en goed onderbouwd zijn en voortvloeien uit het tenlastegelegde strafbare feit, zal de rechter de vordering toewijzen als de verdachte wordt veroordeeld.

Uw vordering als civiele partij moet bij voorkeur via de officier van justitie worden ingebracht en aan hem worden toegezonden minimaal twee weken voor de terechtzitting. Officier en rechter kunnen daarvan dan via het dossier kennis nemen. U kunt echter ook nog mondeling ter zitting een vordering indienen: het risico dat die dan zal worden afgewezen is echter groot omdat dan een zorgvuldige beoordeling daarvan niet gemakkelijk meer plaats kan vinden.

Als slachtoffer heeft u vanaf 1 januari 2011 het recht om stukken uit het dossier, die voor u van belang zijn, te raadplegen. Die inzage kan u echter door de officier van justitie geweigerd worden onder andere in het belang van de privacy van anderen of zwaarwichtige gronden aan het algemeen belang ontleend. Tegen zo´n weigering kunt u binnen 14 dagen in beroep gaan bij de rechtbank waaraan het parket van uw officier verbonden is. Hetzelfde geldt voor de weigering door u voorgestelde documenten aan het dossier toe te voegen.

Wat zijn mijn rechten als getuige?

U kunt door de politie of een rechter-commissaris worden opgeroepen om te worden gehoord als getuige. In beide gevallen bent u verplicht om aan de uitnodiging gehoor te geven. Voor het verhoor door de rechter-commissaris geldt dat u wettelijk recht hebt op een tolk of andere vormen van ondersteuning als u het spreken of schrijven niet machtig bent.

Ik ben minderjarig. Heb ik andere of meer rechten?

Als u een minderjarig slachtoffer bent dat moet worden gehoord (als slachtoffer-getuige), dan vindt dat horen zoveel mogelijk plaats in uw vertrouwde omgeving (thuis) of op een locatie buiten het politiebureau. Politiebeambten die daarvoor speciaal getraind zijn zullen het verhoor afnemen en het geheel zal worden opgenomen op audiovisuele band. Indien nodig zult u kunnen worden geplaatst in een beschermende omgeving.

Indien het gaat om kindermishandeling zult u hulp en ondersteuning ontvangen van het gespecialiseerde Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.

Welke informatie kan ik verkrijgen van de politie of van slachtofferhulp gedurende het voorbereidend onderzoek?

Na het opnemen van uw aangifte zal de politiebeambte u informeren over het bestaan van slachtofferhulp. Als u behoefte heeft aan praktische of juridisch hulp of u wilt uw verhaal kwijt dan kunt u contact opnemen met Slachtofferhulp Nederland. Als u geen bezwaar maakt worden uw gegevens meestal door de politie doorgegeven aan Slachtofferhulp Nederland waarna een medewerker van Slachtofferhulp binnen enkele dagen contact met u opneemt. Alleen bij eenvoudige delicten als fietsendiefstal wordt er niet actief contact met u opgenomen. U kunt echter altijd zelf contact met Slachtofferhulp Nederland opnemen.

Bij de aangifte van een strafbaar feit zal u als slachtoffer gevraagd worden of u schadevergoeding wilt ontvangen. Als u dat wilt, zal dat genoteerd worden in het dossier en kan een schaderegelaar van de politie aan de slag gaan om, zodra de verdachte bekend is, tot een schaderegeling te komen. De schaderegelaar zal, als de schade eenvoudig vast te stellen is, de dader de schade niet betwist en bereid is in één keer te betalen de schade regelen tussen slachtoffer en dader. Wordt niet aan de voorwaarden voor schaderegeling voldaan of betaalt de dader niet dan kan het Openbaar Ministerie de schade regelen.

Daarnaast kunt u echter ook besluiten tot het indienen van een zelfstandige civiele schadevordering in de strafprocedure door middel van voeging. Die vordering zal met een formulier dienen te worden gedaan, dat u wordt toegestuurd door de behandelende officier van justitie. Indien u dat wilt kan een medewerker van Slachtofferhulp Nederland u helpen met het invullen van het formulier: dat wordt u aangeraden vanwege de complexiteit van de materie.

Ook zal u, op het moment van de aangifte, gevraagd (moeten) worden of u op de hoogte wilt worden gehouden van de voortgang van uw zaak. Als u dat wilt, dan zal de politie en ook het openbaar ministerie actief zorg dragen voor de informatieverschaffing over elke belangrijke ontwikkeling. Minimaal dient u, indien u dat wenst, door de politie op de hoogte te worden gehouden van het eventuele afzien van opsporing en van het inzenden van de zaak naar de officier van justitie. De officier van justitie dient u te informeren over de vervolging en de datum van de terechtzitting, de uitslag daarvan (het vonnis) en over eventuele invrijheidsstelling van de verdachte of veroordeelde.

Als slachtoffer heeft u vanaf 1 januari 2011 het recht om stukken uit het dossier, die voor u van belang zijn, te raadplegen. Die inzage kan u echter door de officier van justitie geweigerd worden onder andere in het belang van de privacy van anderen of zwaarwichtige gronden aan het algemeen belang ontleend. Tegen zo´n weigering kunt u binnen 14 dagen in beroep gaan bij de rechtbank waaraan het parket van uw officier verbonden is.

Slachtoffers van zeer ernstige misdrijven kunnen een gesprek met de officier van justitie verzoeken (en aangeboden krijgen) waarin de officier gewenste inlichtingen zal geven over de strafzaak en de stappen die daarin zullen worden gezet.

Slachtofferhulp, politie en openbaar ministerie kunnen u ook inlichten over uw recht een slachtofferverklaring op te stellen of het spreekrecht uit te oefenen.

Vanaf 2011 zijn in heel Nederland 10 slachtofferloketten operationeel waar u terecht kunt met vragen over het verloop van uw zaak. In deze loketten werken medewerkers van politie, openbaar ministerie en Slachtofferhulp Nederland samen om u zo goed mogelijk te informeren en te ondersteunen bij het uitoefenen van uw rechten.

Kan ik rechtshulp ontvangen?

Voor juridisch advies kunt u in ieder geval zonder kosten terecht bij Slachtofferhulp Nederland.

U kunt zich ook laten bijstaan door een advocaat die u ook mag vertegenwoordigen op de terechtzitting als u hem daartoe machtigt. In beginsel komen de kosten van een advocaat voor uw eigen rekening. Afhankelijk van uw inkomen heeft u recht op gesubsidieerde rechtsbijstand waarbij (een deel van) de kosten van een advocaat voor rekening komen van de staat. Uw advocaat kan bij de raad voor rechtsbijstand verzoeken om een subsidie (toevoeging). Bent u slachtoffer van een ernstig gewelds- of zedendelict dan kunt u ook in aanmerking komen voor kosteloze rechtsbijstand. Het Juridisch loket kan u hierover nader informeren.

Als U een rechtsbijstandverzekering heeft hangt het van de polisvoorwaarden af of u daarop een beroep kan doen.

Hoe kan ik beschermd worden, als ik in gevaar ben?

Indien u repercussies (dreigementen e.d.) vreest als gevolg van uw aangifte kunt u de politieambtenaar vragen uw adresgegevens buiten het proces-verbaal van aangifte te houden. U kunt in plaats daarvan een briefadres kiezen, bijvoorbeeld dat van het politiebureau of dat van een advocaat. Geheel anoniem aangifte doen kan in Nederland alleen in zeer uitzonderlijke gevallen. Wel kunt u geheel anoniem een misdaad melden, maar een melding is geen aangifte (zie http://www.meldmisdaadanoniem.nl/). Als u goede redenen heeft om represailles na de aangifte te vrezen zal in het voorbereidende onderzoek zoveel mogelijk getracht worden uw identiteit af te schermen.

Als u opgeroepen wordt als slachtoffer-getuige kunt u verzoeken te worden gehoord buiten de aanwezigheid van de verdachte. Dit geldt zowel voor het horen door de rechter-commissaris in het voorbereidende onderzoek als voor de fase van de terechtzitting.

Onder omstandigheden kunt u als bedreigde getuige worden aangemerkt, waarvan niet wordt verwacht dat deze ter terechtzitting (in het openbaar) zal getuigen. De rechter-commissaris neemt dan het getuige-verhoor af en houdt uw identiteit anoniem. U verschijnt dan niet ter terechtzitting. Als u meent dat uw leven, gezondheid, de veiligheid van u of uw naasten of uw economische bestaanszekerheid bedreigd zouden kunnen raken als gevolg van uw verklaringen, spreek daar dan over met de officier van justitie die uw zaak behandelt.

Andere beschermingsmogelijkheden bestaan voor slachtoffers van bepaalde misdrijven. Bent u slachtoffer van huiselijk geweld dan zou u geplaatst kunnen worden in een opvangvoorziening voor mishandelde personen (bijv. een ‘vrouwenhuis’). Voor gevallen van huiselijk geweld bestaan in de 35 gemeenten voor de vrouwenopvang een Steunpunt Huiselijk geweld dat steun en bescherming kan bieden. Voor minderjarige slachtoffers van huiselijk geweld bestaat het Advies en Meldpunt Kindermishandeling dat zorg en hulpverlening kan organiseren. Een mogelijke maatregel is het huisverbod dat aan personen van wie een dreiging van geweld uitgaat kan worden opgelegd door de burgemeester van uw woonplaats. Dit geldt voor tien dagen en houdt in dat de woning niet mag worden betreden en dat er ook geen contact mag worden gelegd met de bedreigde gezinsleden.

Voor slachtoffers van mensenhandel zijn – verspreid over Nederland- opvangvoorzieningen beschikbaar. Via – onder meer - de politie kunt u als slachtoffer van mensenhandel hiernaar worden doorverwezen. De politie meldt een vermoedelijk slachtoffer dat gebruik wenst te maken van de bedenktijdfase aan bij het Coördinatiecentrum Mensenhandel (ComensHa), die ook de zorgcoördinator vrouwenopvang inschakelt. Deze opvangvoorzieningen zijn ook voor u beschikbaar indien u na wilt denken of u met de Nederlandse overheid wilt samenwerken in een strafrechtelijk opsporings- of vervolgingsonderzoek Mensenhandel en nog geen geldige verblijfspapieren heeft.

Een andere vorm van bescherming wordt geboden door een zorgvuldige bejegening. Als u slachtoffer bent van een zedenmisdrijf wordt u gehoord door speciaal daarvoor opgeleide politiemedewerkers met specifieke vaardigheden en inzicht in slachtofferbehoeften en –belangen. U kunt verzoeken in zulke gevallen op een andere plaats dan het politiebureau te worden gehoord. Verhoren worden door twee ambtenaren afgenomen en audiovisueel vastgelegd, tenzij u daar bezwaar tegen maakt. De politiebeambten zullen actief verwijzen naar passende hulpverlening en als er lichamelijk onderzoek nodig is zal dat worden gedaan door een persoon van hetzelfde geslacht.

Welke diensten en vormen van assistentie kan ik krijgen gedurende het voorbereidende onderzoek?

U kunt zich altijd melden bij Slachtofferhulp Nederland, ongeacht de aard van het strafbare feit waarvan u slachtoffer bent geworden. Alle diensten en vormen van hulpverlening door Slachtofferhulp zijn gratis. In veel gevallen zal Slachtofferhulp Nederland actief contact met u opnemen. Alleen in zeer eenvoudige zaken of als u zelf bezwaar maakt geeft de politie uw gegevens niet door aan Slachtofferhulp Nederland.

Naast slachtofferhulp kan er rechtshulp worden geboden en kunt u zelfstandig medische en psychologische hulp krijgen, die echter betaald moet worden tenzij u een beroep op uw verzekering kunt doen. Slachtofferhulp Nederland kan u helpen de weg te vinden naar de voor u noodzakelijke vormen van steun en hulp. De kosten van medische en andere hulp kunnen worden opgenomen als schadeposten in een civiele vordering in de strafprocedure wanneer u die indient. Burgers van de 27 lidstaten van de Europese Unie en die van Ijsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland kunnen voordeel hebben van de zogeheten European Health Insurance Card.

Zijn er mogelijkheden om tot een schikking te komen of een bemiddeling te beginnen tussen de dader en mij?

Na de aangifte zal de politie informeren of u schadevergoeding wilt en als u die wilt zal zo spoedig mogelijk worden geprobeerd de schade te regelen als de dader bekend is. Dit wordt gedaan als de schade eenvoudig vast te stellen is, de verdachte is gehoord en bereidt is de schade te vergoeden, de schaderegeling in korte tijd is af te handelen en de dader de schade niet bestrijdt. Als de dader dan de schade – via een overheidsrekening - vergoedt kan dit een grond zijn voor de officier van justitie om de dader niet te dagvaarden ter terechtzitting.

In alle gevallen kunt u als slachtoffer een verzoek indienen bij de organisatie Slachtoffer in Beeld, om een slachtoffer-dader gesprek te organiseren. Ook de dader kan een dergelijk verzoek indienen waarna u benaderd wordt. Een dergelijk gesprek vindt alleen plaats met instemming van zowel dader als slachtoffer en is geheel vrijwillig.

Een slachtoffer-dadergesprek staat los van het strafrecht. Dat betekent dat een ontmoeting tussen slachtoffer en dader niet als straf kan worden opgelegd. Ook is deelname van een dader aan een slachtoffer-dadergesprek voor de rechter officieel gezien niet van belang in het strafproces. Een slachtoffer-dadergesprek kan zowel voor als na het strafproces plaatsvinden. Als een slachtoffer-dadergesprek plaatsvindt voor het strafproces, dan wordt Justitie geïnformeerd over het verloop door middel van een kort, feitelijk verslag. Hierin staat alleen of de bemiddeling daadwerkelijk tot contact heeft geleid, en op welke manier het contact heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld een gesprek of een briefwisseling). Slachtoffer en dader hebben de mogelijkheid om, als zij dit willen, gezamenlijk het feitelijke verslag aan te vullen. Dit kan alleen als beide partijen alle aanvullingen goedkeuren.

Hoe zal mijn zaak verder gaan na afsluiting van het voorbereidend onderzoek?

Als alle noodzakelijke onderzoekshandelingen zijn verricht en de officier van justitie van mening is dat alle feiten duidelijk genoeg zijn vastgesteld zal deze een beslissing nemen met betrekking tot de afdoening van de strafzaak. De officier van justitie heeft daarbij verschillende keuzen: hij kan dagvaarden om de zaak door een rechter te laten onderzoeken en berechten, maar hij kan ook zelf de zaak afdoen door de verdachte een transactie voor te stellen of een strafbeschikking op te leggen. Hij kan ook beslissen dat het voorgevallene niet te bewijzen valt of geen strafbaar feit oplevert. De verdachte wordt dan niet (verder) vervolgd.

Als de officier van justitie besluit de zaak zelf af te doen en u hebt aangegeven uw schade te willen verhalen op de dader zal de officier van justitie bij de afdoening van de zaak ook uw schade meenemen in de straf.

Slachtoffers en verlof gedetineerden

Sinds januari 2014 kan een tbs’er pas met verlof als eerst is uitgezocht met welke belangen van het slachtoffer rekening gehouden moet worden. Bij de te nemen beslissing over het verlof wordt de visie van het slachtoffer meegewogen. Deze aanpak wordt nu ook uitgeprobeerd bij mensen die in de gevangenis zitten voor een levensdelict.

Europees beschermingsbevel

Op 1 maart gaat de richtlijn voor een Europees beschermingsbevel van kracht. Deze richtlijn regelt de bescherming van slachtoffers door beschermingsmaatregelen (zoals contactverboden), die zijn opgelegd in de ene lidstaat ook in de andere lidstaat te laten gelden.

Kan ik bezwaar maken als mijn zaak wordt afgesloten zonder dat zij door een rechtbank is beoordeeld?

Als de officier van justitie besluit de zaak zelf af te doen door een strafbeschikking op te leggen of de verdachte niet te vervolgen (niet te vervolgen in de zin van dagvaarden) dan kunt u daartegen bezwaar maken bij het Gerechtshof. U kunt ook bezwaar instellen bij die instantie als de officier van justitie wel vervolgt, maar voor een strafbaar feit dat u verkeerd gekozen vindt, bij voorbeeld een te licht delict.

Als de verdachte wordt gedagvaard en u wilt dat eigenlijk niet (meer), dan kunt u de officier van justitie schriftelijk vragen om de dagvaarding weer in te trekken. De officier van justitie zal dat verzoek zeker serieus afwegen, maar is niet verplicht daaraan gevolg te geven.

Ik ben een buitenlander. Hoe worden mijn rechten en belangen beschermd?

Als u een niet-Nederlander bent die in Nederland slachtoffer is geworden van een strafbaar feit heeft u alle rechten die hierboven en -beneden zijn aangeduid. U heeft bovendien enkele toegevoegde rechten om uw deelname aan het strafproces gemakkelijker te maken.

Indien u geen Nederlands spreekt zal er een gratis tolk ter beschikking komen als u moet worden gehoord door de politie of als getuige door de rechter-commissaris.

Indien u een slachtoffer van mensenhandel bent zonder verblijfsvergunning dan kunt u op enkele rechten aanspraak maken. Deze hangen wel af van uw bereidheid om met de autoriteiten mee te werken in het opsporingsonderzoek. U wordt in de gelegenheid gesteld gedurende een periode van maximaal drie maanden na te denken of u dit wilt. Als u meewerkt, kunt u een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen voor een periode van in eerste instantie een jaar gedurende welke u ook zou mogen werken in Nederland. De vergunning wordt zo spoedig mogelijk na de aangifte afgegeven, meestal binnen 24 uur. Afhankelijk van hoe de strafzaak verloopt, alsmede van uw persoonlijke omstandigheden kan ook een permanente verblijfsvergunning tot de mogelijkheid behoren.

Meer informatie:

  • Wetboek van Strafvordering - in Nederlands
  • Wet van 17 december 2009 tot wijziging van het wetboek van strafvordering, het wetboek van strafrecht en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces
  • De wet op de Rechtsbijstand - in Nederlands
  • Vreemdelingenwet - in Nederlands
  • Jeugdwet - in Nederlands
  • Aanwijzing slachtofferzorg - in Nederlands
  • Aanwijzing huiselijk geweld - in Nederlands
  • Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik - in Nederlands
  • Aanwijzing opsporing en vervolging inzake kindermishandeling - in Nederlands

1. Slachtofferverklaring
Een schriftelijke slachtofferverklaring beschrijft de gevolgen van het delict op het leven van het slachtoffer. U mag de medische, psychische, sociale en economische gevolgen van uw slachtofferschap opnemen, maar u mag niets zeggen over het bewijs, de schuld van de verdachte of de straf die u het meest wenselijk vindt.
Uw slachtofferverklaring kan tijdens het voorbereidende onderzoek met hulp van een medewerker van Slachtofferhulp Nederland schriftelijk worden opgesteld en – bij ernstige misdrijven – ook worden voorgelezen ter terechtzitting. OP de zitting bent u vrij om niet de schriftelijke verklaring voor te lezen maar iets anders te zeggen, zolang het gaat om de gevolgen van het misdrijf voor uw persoonlijke alledaagse leven. U kunt het ook bij een schriftelijke verklaring laten.
Ook kan het voorkomen dat de rechter of de officier uw verklaring (deels) voorlezen ter zitting.
De misdrijven waarbij het slachtoffer het recht heeft om ter zitting te spreken (spreekrechtwaardige delicten) zijn alle misdrijven waarop 8 jaar of meer gevangenisstraf staat. Ook zijn enkele misdrijven apart genoemd, zoals kinderpornografie, ontucht met bewusteloze personen of met geestelijk gestoorde minderjarigen, het aanzetten van minderjarigen tot ontucht, ontucht met misbruik van een gezagsrelatie, met minderjarigen tussen 16 en 18 jaar, het tot prostitutie dwingen van minderjarigen, mensenhandel, bedreiging, mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg, vechterij met dood als gevolg, dood of zwaar lichamelijk letsel door schuld, afpersing en dood of zwaar lichamelijk letsel als gevolg van verkeersmisdrijven.
Het spreekrecht ter zitting komt ook toe aan de nabestaanden van slachtoffers van deze misdrijven.
Laatste update: 22/03/2016

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.