Informatie zoeken per regio
Slachtoffers van misdrijven hebben het recht om:
Onder 'kinderen' wordt verstaan: alle personen jonger dan 18 jaar.
Minderjarige getuigen en slachtoffers worden tijdens de zitting inzake het verkrijgen van bewijs door de onderzoeksrechter gehoord, en minderjarige getuigen worden opgeroepen via hun ouders of voogd.
Wanneer er aangifte van een misdrijf is gedaan, gaat de officier van justitie in de meeste gevallen ambtshalve tot vervolging over.
Particuliere vervolging kan worden ingesteld voor misdrijven waarbij de strafprocedure wordt ingeleid op basis van een dergelijke vervolging. De particuliere vervolging moet worden ingesteld binnen drie maanden nadat de gemachtigde natuurlijke of rechtspersoon kennis heeft gekregen van het misdrijf en de dader.
Een slachtoffer van een misdrijf is ook een benadeelde partij en is in die hoedanigheid gerechtigd om bij het gerecht een schadevordering in te stellen.
Een dergelijke schadevordering kan het volgende omvatten:
U kunt een schadevordering instellen in de strafprocedure of in een afzonderlijke civiele procedure tegen de verdachte. Wanneer u de schadevordering in de strafprocedure instelt, kan die schadevordering alleen worden toegewezen wanneer de verdachte door de rechter schuldig wordt verklaard.
Die voorwaarde geldt niet wanneer u de schadevordering in een civiele procedure instelt.
Tijdens een onderzoek hebben de slachtoffers van misdrijven, als particuliere vervolgers en benadeelde partijen, het recht om feiten te presenteren en bewijselementen aan te voeren die van wezenlijk belang zijn voor de vaststelling van het misdrijf, de identificatie van de dader(s) en de staving van hun schadevordering.
Een slachtoffer dat als benadeelde partij deelneemt aan de strafprocedure, heeft het recht om:
Het openbaar ministerie en het gerecht zijn verplicht om zowel vóór de aanvang als in elke fase van de strafprocedure te onderzoeken of de verdachte de benadeelde partij kan vergoeden voor de door het misdrijf veroorzaakte schade. Zij zijn ook verplicht de benadeelde partij in kennis te stellen van bepaalde wettelijke rechten (het recht van de benadeelde partij om de eigen taal te gebruiken, het recht om een schadevordering in te stellen enz.).
De wet inzake de financiële vergoeding voor slachtoffers van misdrijven (Zakon o novčanoj naknadi žrtvama kaznenih djela; Staatscourant van de Republiek Kroatië nrs. 80/08 en 27/11) voorziet in een recht op een financiële vergoeding voor slachtoffers van opzettelijke geweldsmisdrijven die in Kroatië zijn gepleegd of voor hun familieleden, onder de in die wet vastgestelde voorwaarden.
Die wet voorziet dus in een recht op een financiële vergoeding voor de slachtoffers van opzettelijke geweldsmisdrijven. In die wet worden voorts de voorwaarden en procedure vastgesteld voor de uitoefening van dat recht en wordt er bepaald welke organen beslissingen nemen over en deelnemen aan het besluitvormingsproces betreffende dat recht alsook welke organen er bevoegd zijn voor en welke procedure er wordt toegepast in grensoverschrijdende zaken.
Slachtoffers van een opzettelijk geweldsmisdrijf hebben recht op een financiële vergoeding uit de staatskas.
De politie, het openbaar ministerie en de gerechten zijn verplicht om informatie te verstrekken over het recht op deze vergoeding, om de vereiste aanvraagformulieren te verstrekken en om, op verzoek van het slachtoffer, algemeen advies en informatie te geven over het invullen van de aanvraagformulieren en over de bewijsstukken die moeten worden bijgevoegd.
Aanvragen om een financiële vergoeding moeten worden ingediend bij het ministerie van Justitie via het daarvoor bestemde formulier, dat kan worden gedownload van de website van het ministerie.
Aanvraagformulier voor een financiële vergoeding voor slachtoffers van misdrijven (223 Kb)
Aanvragen moeten worden ingediend binnen zes maanden nadat het misdrijf is gepleegd. Indien er gegronde redenen zijn waarom een slachtoffer een dergelijke aanvraag niet binnen de vastgestelde termijn heeft kunnen indienen, moet het slachtoffer dat doen binnen drie maanden na de datum waarop deze redenen zijn weggevallen, en in ieder geval binnen drie jaar na de datum waarop het misdrijf is gepleegd.
Indien het slachtoffer een minderjarige is of een persoon die handelingsonbekwaam is en zijn wettelijke vertegenwoordiger geen aanvraag heeft ingediend binnen zes maanden na de datum waarop het misdrijf is gepleegd, begint de termijn van zes maanden te lopen vanaf de dag waarop de betrokkene achttien jaar is geworden of vanaf de dag waarop de strafprocedure is ingeleid nadat het slachtoffer meerderjarig is geworden of vanaf de dag waarop het slachtoffer opnieuw handelingsbekwaam is.
Personen die recht hebben op een financiële vergoeding:
Bij de vaststelling van het bedrag van de vergoeding wordt er rekening gehouden met het gedrag van het slachtoffer tijdens en na het misdrijf of met zijn aandeel in de oorzaak van de schade en in de omvang van de schade, en met het feit of de persoon een direct slachtoffer is en of hij het misdrijf bij de bevoegde autoriteiten heeft gemeld en wanneer. Bovendien wordt beoordeeld in hoeverre het slachtoffer met de politie en de bevoegde autoriteiten heeft samengewerkt om de dader voor de rechter te brengen, waarbij er rekening mee wordt gehouden of het directe slachtoffer de schade heeft helpen veroorzaken of de schade heeft verergerd; in elk van deze gevallen wordt de vergoeding waarop het slachtoffer recht heeft, dienovereenkomstig verminderd. Een verzoek om vergoeding wordt afgewezen of het vergoedingsbedrag wordt verminderd indien blijkt dat het slachtoffer is betrokken bij georganiseerde criminaliteit of een criminele organisatie. De vergoeding kan ook worden geweigerd of verminderd indien de toekenning van een volledige vergoeding in strijd zou zijn met het beginsel van billijkheid, de goede zeden en de openbare orde.
Wanneer een verdachte tot een gevangenisstraf is veroordeeld, stelt de onafhankelijke dienst voor slachtofferhulp en ondersteuning van getuigen bij het ministerie van Justitie het slachtoffer in kennis van de datum van vrijlating van de betrokken gevangene (onvoorwaardelijke of voorwaardelijke vrijlating).
Wettelijke verplichting tot het informeren van slachtoffers over de vrijlating van de dader
Overeenkomstig de wet tot wijziging van de wet op de tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen (Zakon o izmjenama i dopunama Zakona o izvršenju kazne zatvora) moet de onafhankelijke dienst voor slachtofferhulp en ondersteuning van getuigen bij het ministerie van Justitie het slachtoffer, de benadeelde of zijn familie in kennis te stellen van de vrijlating van de dader.
Dit gebeurt bij slachtoffers van misdrijven tegen de seksuele zelfbeschikking en zedenmisdrijven, misdrijven tegen leven en lijf of andere geweldsmisdrijven.
Bovenbedoelde informatie wordt verstrekt aan een slachtoffer, een benadeelde partij of zijn familie, ongeacht of de gevangene onvoorwaardelijk of voorwaardelijk wordt vrijgelaten.
Wanneer er wordt beslist of het wenselijk is om een gevangene toe te staan de gevangenis te verlaten en zijn vaste of tijdelijke woning te betrekken, kan de strafinrichting/gevangenis de reclasseringsdienst bovendien vragen om na te gaan wat de houding van het slachtoffer of zijn familie is ten opzichte van het gepleegde misdrijf. De onafhankelijke dienst voor slachtofferhulp en ondersteuning van getuigen stelt op basis van gesprekken met het slachtoffer rapporten op ten behoeve van de reclasseringsdienst.
De ondersteuning van slachtoffers en getuigen in de Republiek Kroatië wordt gecoördineerd door de onafhankelijke dienst voor slachtofferhulp en ondersteuning van getuigen (Samostalna služba za podršku žrtvama i svjedocima) bij het ministerie van Justitie.
Slachtoffers en getuigen kunnen ook ondersteuning en informatie over hun rechten en procedures verkrijgen bij de afdeling 'hulp aan slachtoffers en aan getuigen' van een gerecht.
Dergelijke afdelingen zijn ondergebracht bij zeven districtsrechtbanken (županijski sudovi), namelijk in Zagreb, Zadar, Osijek, Vukovar, Split, Sisak en Rijeka. De afdelingen verlenen slachtoffers (en getuigen) en hun begeleiders emotionele ondersteuning, praktische informatie en informatie over rechten. Ondersteuning wordt ook verleend door afdelingen van de bevoegde gemeentelijke en strafrechtbanken (općinski and prekršajni sudovi).
Slachtoffers kunnen ook bij het nationale callcenter voor slachtoffers van misdrijven (gratis telefoonnummer 116 006) informatie inwinnen over hun rechten en het soort hulp dat aan hen wordt geboden (zie de website van het nationale callcenter).
Ook het ministerie van Justitie verleent slachtoffers en getuigen bijstand en informatie over hun rechten; voor inlichtingen kunt u mailen naar het volgende e-mailadres: zrtve.i.svjedoci@pravosudje.hr of kunt u terecht op de website van het Kroatische ministerie van Justitie: https://mpu.gov.hr/
Ondersteuning van slachtoffers en getuigen in grensoverschrijdende zaken
De onder het ministerie van Justitie ressorterende onafhankelijke dienst voor slachtofferhulp en ondersteuning van getuigen verleent bijstand en informatie aan zowel getuigen als slachtoffers die worden opgeroepen in het kader van internationale rechtshulp (inclusief getuigen van oorlogsmisdaden).
Er worden informatiebrieven verstuurd naar getuigen die worden opgeroepen om te getuigen voor een gerecht in de Republiek Kroatië, of aan Kroatische getuigen die worden opgeroepen om te verschijnen voor een buitenlands gerecht.
Getuigen van oorlogsmisdaden krijgen, indien nodig, fysieke bescherming en bijstand bij de voorbereiding van hun reis en hun verschijning voor de bevoegde rechterlijke instantie (getuigen en andere partijen die worden opgeroepen in strafprocedures in verband met oorlogsmisdaden voor de bevoegde rechterlijke instanties in de Republiek Kroatië, of buiten Kroatië wanneer deze bijstand verband houdt met een verzoek om internationale rechtshulp).
Klik op de links hieronder voor de informatie die u nodig hebt
1 - Mijn rechten als slachtoffer van een misdrijf
2 - De aangifte van een misdrijf en mijn rechten tijdens het onderzoek of het proces
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.