Verdachten (in strafzaken)

Estland

Het strafproces bestaat uit de volgende twee fasen: het vooronderzoek of opsporingsonderzoek en het proces. Het strafproces kan ook worden afgesloten zonder dat het door de rechtbank wordt behandeld (bijvoorbeeld als tijdens het onderzoek wordt vastgesteld dat het misdrijf niet is gepleegd). U kunt uitsluitend in een rechtbank schuldig worden bevonden aan een misdrijf.

Inhoud aangereikt door
Estland

Wat is het doel van het strafrechtelijk onderzoek?

Het doel van het strafrechtelijk onderzoek is vast te stellen of het misdrijf is gepleegd en wat de omstandigheden van het misdrijf waren. Tijdens het onderzoek wordt het bewijs voor het vermeende misdrijf verzameld, worden de omstandigheden van het misdrijf vastgesteld en wordt besloten of er voldoende bewijs is om u van het misdrijf te beschuldigen.

Uit welke fasen bestaat het strafrechtelijk onderzoek (opsporingsonderzoek)?

Het in gang zetten van het strafproces

Het strafproces wordt in gang gezet door een opsporingsinstantie (de politie of een andere staatsinstelling die daartoe de bevoegdheid heeft) of de aanklager. De strafrechtelijke procedure wordt in gang gezet als de politie of aanklager informatie heeft ontvangen over het vermeende misdrijf.

Detentie en aanhouding

Als de opsporingsinstantie gegronde redenen heeft om te vermoeden dat u een misdrijf hebt gepleegd, mag u 48 uur als verdachte worden vastgehouden. Als u wordt vastgehouden, moet u onmiddellijk door een opsporingsinstantie worden ondervraagd.

Als gedurende het onderzoek duidelijk wordt dat u ten onrechte wordt vastgehouden, moet u onmiddellijk in vrijheid worden gesteld. Als de opsporingsinstantie ervan overtuigd is dat u langer moet worden vastgehouden om te voorkomen dat u zich aan ondervraging zult onttrekken of nieuwe misdrijven zult plegen, moet zij een verzoek indienen bij de rechtbank voor een aanhoudingsbevel.

Als dit gebeurt, wordt u binnen 48 uur vanaf het moment van uw detentie aan de rechter voorgeleid. De rechter beslist dan of uw aanhouding gepast is. Als de rechter van oordeel is dat er geen rechtvaardigingsgrond voor uw aanhouding is, wordt u onmiddellijk in vrijheid gesteld.

Verhoor en verzameling van bewijs

Het doel van het onderzoek is bewijs te verzamelen dat de omstandigheden van het misdrijf bevestigt. Hiertoe worden de verdachte, het slachtoffer en de getuigen ondervraagd, wordt bewijs verzameld en worden forensische analyses en observatieactiviteiten verricht. Alle maatregelen die worden genomen om bewijs te verzamelen moeten overeenkomstig de wet worden gedocumenteerd. Om u in staat van beschuldiging te stellen mag uitsluitend wettelijk voorgeschreven en op wettelijke wijze verzameld bewijs worden gebruikt.

Inzage in het strafdossier, behandeling van verzoeken, en de tenlastelegging

Er wordt een strafdossier aangelegd, dat informatie bevat over het strafrechtelijk onderzoek en het bewijs. Als het strafrechtelijk onderzoek is afgerond, voorziet de aanklager de verdediging van een kopie van het dossier. Uw advocaat brengt u op de hoogte van het bewijs dat tegen u is verzameld en de grondslag van de u ten laste gelegde feiten.

U en uw advocaat hebben het recht een verzoek in te dienen bij de aanklager (bijvoorbeeld om aanvullende informatie in het dossier op te nemen, de strafrechtelijke procedure te beëindigen enz.). De aanklager moet over deze verzoeken beslissen. Als de aanklager niet aan een bepaald verzoek voldoet, kunt u hetzelfde verzoek tijdens het proces opnieuw indienen.

Indien de aanklager, nadat hij u van het dossier heeft voorzien en over eventuele verzoeken heeft beslist, meent dat er voldoende bewijs tegen u is om u te vervolgen, stelt hij een tenlastelegging op.

Dit is een document waarin de feiten worden uiteengezet en het bewijs wordt geleverd waarop de beschuldiging is gebaseerd. De aanklager overlegt de tenlastelegging aan de verdediging en verstuurt deze naar de rechter. Op grond van de tenlastelegging stelt de rechter strafvervolging tegen u in.

Mijn rechten tijdens het onderzoek

Het in gang zetten van het strafproces (1)

Waarom wordt het strafproces in gang gezet?

Het strafproces wordt in gang gezet omdat de opsporingsinstantie informatie heeft ontvangen die erop wijst dat er een misdrijf is gepleegd. Deze informatie kan gebaseerd zijn op een klacht die iemand heeft ingediend of de ontdekking van een feit dat erop wijst dat er een misdrijf is gepleegd.

Het doel van het strafproces is vast te stellen of er een misdrijf is gepleegd en zo ja, of er voldoende bewijs is om de verdachte van een misdrijf te beschuldigen.

Wie verricht het strafrechtelijk onderzoek?

De strafrechtelijke procedure wordt geleid door de openbare aanklager en het strafrechtelijk onderzoek wordt overeenkomstig de instructies van de openbare aanklager door een opsporingsinstantie verricht. Over het algemeen verricht de politie het onderzoek. Het onderzoek kan tevens verricht worden door de binnenlandse veiligheidsdienst, de belastingdienst, de milieu-inspectie, de afdeling gevangenissen en gevangenisdiensten van het ministerie van Justitie, de militaire politie en de mededingingsautoriteit.

Er zijn bepaalde procedurele handelingen die opsporingsinstanties uitsluitend mogen verrichten met toestemming van de openbare aanklager of de rechter.

Hoe kom ik te weten dat het strafproces in gang is gezet?

Het strafproces wordt in gang gezet met de eerste procedurele handeling. Als u ervan verdacht wordt een misdrijf te hebben gepleegd, komt u te weten dat het strafproces in gang is gezet doordat u als verdachte wordt aangehouden of door de opsporingsinstantie wordt opgeroepen en ondervraagd.

Waarom zou ik ervan verdacht kunnen worden een misdrijf te hebben gepleegd?

U kunt als verdachte worden beschouwd indien de opsporingsinstantie voldoende gronden heeft om te vermoeden dat u een misdrijf hebt gepleegd. Deze gronden kunnen om verschillende redenen gerechtvaardigd zijn, bijvoorbeeld:

  • u bent op heterdaad of onmiddellijk na het plegen van het misdrijf betrapt;
  • een getuige of het slachtoffer van het misdrijf herkent u als de dader;
  • bewijs van het misdrijf of andere informatie wijst erop dat u de dader bent.

Welke rechten heb ik als verdachte?

Uw belangrijkste rechten als verdachte zijn:

  • het recht om te vernemen waar u van wordt verdacht, om verklaringen af te leggen met betrekking tot de verdenking, dan wel dit te weigeren;
  • het recht om te weten dat uw verklaringen tegen u kunnen worden gebruikt;
  • het recht op bijstand van een tolk;
  • het recht op bijstand van een advocaat;
  • het recht om de advocaat onder vier ogen te spreken;
  • het recht om in aanwezigheid van uw advocaat te worden verhoord;
  • het recht om deel te nemen aan de rechtszitting over het bevel tot uw aanhouding;
  • het recht om bewijs aan te voeren;
  • het recht om verzoeken en klachten in te dienen;
  • het recht om dossiers van procedurehandelingen in te zien en verklaringen af te leggen over de voorwaarden, de voortgang en de resultaten van deze procedurehandelingen en over de dossiers, en om deze verklaringen te laten vastleggen;
  • het recht om in te stemmen met de toepassing van een bepaalde beslechtingsprocedure, om deel te nemen aan de onderhandelingen over het type en de omvang van de op te leggen straf en om een schikkingsovereenkomst te sluiten of weigeren te sluiten.

Welke plichten heb ik?

U bent verplicht:

  • te verschijnen wanneer de opsporingsinstantie, de aanklager of de rechter u dit opdraagt;
  • deel te nemen aan procedurele handelingen en de bevelen van de opsporingsinstantie, de aanklager en de rechter op te volgen.

Wat krijg ik te horen over de procedures die plaatsvinden?

Als u de verdachte bent, moet de opsporingsinstantie u op de hoogte brengen van uw rechten en plichten. U wordt gevraagd het proces-verbaal van het verhoor te ondertekenen en daarmee bevestigt u dat u op de hoogte bent gebracht van uw rechten en plichten.

Daarna krijgt u te horen waarvan u wordt verdacht. Dat betekent dat u een korte beschrijving krijgt van het feit waarvan u wordt verdacht. Daarnaast wordt u geïnformeerd over de wet waarin dit feit als een misdrijf wordt omschreven. De opsporingsinstantie noch de aanklager zijn verplicht om u meer informatie te geven voordat het vooronderzoek is afgerond.

Wanneer kan ik mijn advocaat spreken?

Vanaf het moment dat u een verdachte bent die aan een strafrechtelijke procedure wordt onderworpen, hebt u het recht met uw advocaat te spreken. U hebt het recht om met uw advocaat te spreken voordat de opsporingsinstantie u gaat ondervragen.

Detentie en aanhouding (2)

Onder welke omstandigheden mag ik worden vastgehouden?

U kunt als verdachte worden vastgehouden als:

  • u op heterdaad of onmiddellijk na het plegen van het misdrijf bent betrapt;
  • een getuige of het slachtoffer van het misdrijf u als de dader herkent;
  • het bewijs dat verband houdt met het misdrijf erop wijst dat u de mogelijke dader bent.

Ook kunt u worden vastgehouden als de opsporingsinstantie andere informatie heeft die u als verdachte aanwijst en:

  • u probeert te ontsnappen;
  • uw identiteit niet is vastgesteld;
  • de opsporingsinstantie van mening is dat u mogelijk nog andere misdrijven zult plegen, dat u zich aan het strafproces zult onttrekken of dat u dit op een of andere manier zult bemoeilijken.

U kunt worden vastgehouden en aangehouden in het kader van uitlevering aan een ander land (zie Verhoor en verzameling van bewijs (3)).

Wie mag mij vasthouden?

De opsporingsinstantie heeft het recht u vast te houden. Als u op heterdaad of onmiddellijk na het plegen van het misdrijf wordt betrapt, of als u probeert te ontsnappen, mag iedere persoon u naar de politie brengen om te worden vastgehouden.

Hoe krijg ik te horen waarom ik word vastgehouden en wat er daarna gebeurt?

Op het moment dat u wordt vastgehouden, moet de opsporingsinstantie u op de hoogte stellen van de redenen voor uw detentie en u informeren over uw rechten en plichten. De ambtenaar stelt een document op over de detentie met daarin de rechtsgrondslag voor uw detentie en de omstandigheden van het misdrijf waarvan u wordt verdacht. U hebt het recht verzoeken in te dienen en te eisen dat deze worden opgenomen in het document over detentie.

Ik spreek de lokale taal niet; hoe weet ik wat er gaande is?

De opsporingsinstantie moet u onmiddellijk op de hoogte stellen van de redenen voor uw detentie en van uw rechten, in een taal en op een manier die voor u te begrijpen is. De opsporingsinstantie moet, indien nodig, voor een tolk zorgen. Er wordt alleen voor een tolk gezorgd (niet voor een schriftelijke vertaling).

Mag ik mijn naasten op de hoogte stellen van mijn detentie?

U hebt het recht ten minste één naaste naar keuze op te hoogte te laten stellen. Kennisgeving vindt plaats via de opsporingsinstantie. Dat betekent dat u het recht hebt te vragen dat een door u gekozen persoon in kennis wordt gesteld, en dit wordt door de opsporingsinstantie gedaan.

Indien de opsporingsinstantie van mening is dat het schadelijk kan zijn voor het strafproces om de door u gekozen persoon van uw detentie op de hoogte te stellen, kan zij de kennisgeving weigeren. De aanklager moet voor een dergelijke weigering toestemming verlenen.

Hoe lang mag ik worden vastgehouden?

U mag maximaal 48 uur worden vastgehouden. Als de rechter binnen 48 vanaf het moment dat u bent vastgehouden geen aanhoudingsbevel heeft uitgevaardigd, moet de opsporingsinstantie u onmiddellijk vrijlaten.

Onder welke omstandigheden mag ik worden aangehouden?

U kunt op verzoek van de aanklager worden aangehouden als er gegronde redenen bestaan om te vermoeden dat u zich aan de strafrechtelijke procedure zult onttrekken of nieuwe misdrijven zult plegen. Alleen een rechter kan toestemming geven voor de aanhouding.

Hoe wordt de beslissing over mijn aanhouding genomen?

De opsporingsinstantie brengt u naar een rechter en verzoekt deze een aanhoudingsbevel uit te vaardigen. De aanklager en, indien u dat wenst, uw advocaat worden ook uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. De rechter leest het dossier van uw strafzaak en ondervraagt u om de gronden voor uw aanhouding te controleren. Nadat de rechter beide partijen in de zaak heeft gehoord, besluit hij of zij het aanhoudingsbevel al dan niet te verlenen. Indien het bevel niet wordt verleend, moet u onmiddellijk worden vrijgelaten.

Hoe lang kan mijn aanhouding duren?

Gedurende het vooronderzoek mag u niet langer dan 6 maanden worden vastgehouden. In uitzonderlijke gevallen kan deze termijn worden verlengd. Na iedere periode van twee maanden hebt u het recht de rechter te verzoeken de gronden voor uw aanhouding opnieuw te onderzoeken. De rechter moet dan binnen 5 dagen beslissen of de handhaving van uw aanhouding al dan niet gerechtvaardigd is. Als de rechter van oordeel is dat de aanhouding niet langer gerechtvaardigd is, moet u onmiddellijk worden vrijgelaten.

Kan ik op borgtocht worden vrijgelaten?

U hebt het recht te verzoeken dat u tegen betaling van een borgsom op vrije voeten wordt gesteld. Hiertoe moet u een verzoek indienen bij de rechtbank. U wordt aan een rechter voorgeleid die over het verzoek over vrijlating op borgtocht zal beslissen. De rechter moet uw mening en die van uw advocaat horen.

Als de rechter het verzoek toekent, wordt u vrijgelaten nadat de borgsom is overgemaakt naar de bankrekening van de rechtbank.

Heb ik het recht hoger beroep in te stellen tegen het aanhoudingsbevel?

U hebt het recht hoger beroep in te stellen tegen uw aanhoudingsbevel. Hiertoe moet u of uw advocaat een schriftelijk verzoek indienen bij de arrondissementsrechtbank via de rechtbank die het oorspronkelijke aanhoudingsbevel heeft uitgevaardigd. U moet dit verzoek indienen binnen 10 dagen nadat u in kennis bent gesteld van het aanhoudingsbevel.

Verhoor en verzameling van bewijs (3)

Wat is het doel van het verhoor en de verzameling van bewijs?

Het doel van het verhoor en de verzameling van bewijs is de omstandigheden van het vermeende misdrijf vast te stellen en op schrift te stellen zodat deze tijdens de rechtszaak gecontroleerd kunnen worden. De opsporingsinstantie en de aanklager zijn verplicht zowel de informatie te verzamelen die erop wijst dat u betrokken was bij het misdrijf als de informatie die voor u pleit. U hoeft uw onschuld niet te bewijzen.

Wordt mij om informatie gevraagd?

Als u een verdachte bent, moet de opsporingsinstantie u onmiddellijk ondervragen.

Moet ik de opsporingsinstantie informatie geven?

U hoeft de opsporingsinstantie geen informatie te geven, noch de vragen die zij u stelt te beantwoorden. U hebt het recht om te zwijgen. Zwijgen kan in geen geval worden uitgelegd als een schuldbekentenis. U kunt niet gedwongen worden om tegen uzelf of uw naasten te getuigen.

Hoe vindt het verhoor plaats?

Aan het begin van het verhoor moet u verteld worden dat u het recht hebt te weigeren een verklaring af te leggen en dat uw verklaring tegen u kan worden gebruikt. U wordt eerst gevraagd of u het misdrijf waarvan u wordt verdacht hebt gepleegd.

U krijgt de gelegenheid te verklaren wat u weet over het misdrijf dat wordt onderzocht. Ook zullen u vragen worden gesteld. Er wordt een schriftelijk verslag (proces-verbaal) van het verhoor opgesteld. U hebt het recht dit verslag door te lezen voordat u het ondertekent. U hebt het recht uw opmerkingen op te laten nemen in het verslag.

Wat gebeurt er als ik iets zeg dat tegen mij pleit?

De door u afgelegde verklaring kan als bewijs tegen u worden gebruikt.

Mag ik vóór het proces schuld bekennen aan (een deel van) de feiten in de tenlastelegging?

Tijdens het verhoor mag u schuld bekennen aan enkele of aan alle ten laste gelegde feiten. U hebt ook het recht dit op ieder moment na het verhoor te doen, zelfs als u tijdens het verhoor hebt gezegd niet schuldig te zijn.

De strafrechtelijke procedure wordt niet beëindigd als u schuld bekent. De opsporingsinstantie moet nog steeds de omstandigheden van het misdrijf vaststellen en bewijzen. U kunt niet uitsluitend op grond van uw bekentenis van het misdrijf worden veroordeeld.

Heb ik het recht mijn bekentenis later in te trekken?

Als u schuld hebt bekend, hebt u het recht op uw eerdere verklaring terug te komen en later in de strafrechtelijke procedure en ook tijdens het proces te ontkennen dat u schuldig bent. In een dergelijk geval kan uw eerdere bekentenis tijdens de rechtszaak worden ingebracht en als bewijslast tegen u worden gebruikt. Als andere bewijzen bevestigen dat u schuldig bent, wordt er geen op acht geslagen dat u uw bekentenis hebt ingetrokken, omdat uw verklaring als onbetrouwbaar wordt beschouwd.

Kan ik informatie krijgen over de getuigen die tegen mij getuigen?

Tijdens het strafrechtelijk onderzoek is de opsporingsinstantie niet verplicht u te laten weten welke getuigen tegen u hebben getuigd en wat deze getuigen hebben verklaard. U wordt geïnformeerd over de getuigen en hun bewijs op het moment dat u inzage krijgt in het strafdossier aan het eind van het onderzoek (zie Inzage in het strafdossier, behandeling van verzoeken, en de tenlastelegging (4)).

Worden er vragen gesteld over eerdere door mij gepleegde strafbare feiten?

Er kan naar eerdere door u gepleegde strafbare feiten worden gevraagd, maar u mag weigeren deze informatie te verstrekken. De opsporingsinstantie heeft het recht om in de diverse registers na te gaan of u eerdere strafbare feiten hebt gepleegd. Eventuele eerdere strafbare feiten worden vermeld in de tenlastelegging.

Mag ik gefouilleerd worden?

De opsporingsinstantie heeft het recht een onderzoek aan uw lichaam te verrichten om sporen van het misdrijf, specifieke kenmerken van uw lichaam en andere informatie te vinden die belangrijk is voor het strafrechtelijk onderzoek.

Mogen er vingerafdrukken worden genomen en wordt er DNA (bijvoorbeeld haar, speeksel) of een andere lichaamsvloeistof bij mij afgenomen?

De opsporingsinstantie heeft het recht aanrakingssporen en monsters bij u af te nemen, waaronder vingerafdrukken en biologisch materiaal ten behoeve van DNA-onderzoek.

Als u weigert monsters af te geven, heeft de opsporingsinstantie het recht u daartoe te dwingen. Als u echter weigert monsters af te geven of indien het afgeven van monsters uw fysieke integriteit schaadt, kunnen deze uitsluitend worden afgenomen op grond van een beschikking van de opsporingsinstantie. U hebt het recht om deze beschikking in te zien.

Mag mijn woning, bedrijfspand, auto, enz. worden doorzocht?

Uw woning, bedrijfspand of auto enz. mogen worden doorzocht met het doel bewijs van het misdrijf te vinden of andere voorwerpen die noodzakelijk zijn om het misdrijf op te lossen. De aanklager of de rechter moet hiertoe een huiszoekingsbevel afgeven. Als een woning, bedrijfspand of auto dringend moet worden doorzocht, kan dit ook worden toegestaan op grond van een bevel van de opsporingsinstantie.

Het huiszoekingsbevel moet worden getoond aan degene wiens woning, bedrijfspand of auto wordt doorzocht en deze moet verzocht worden het in het bevel genoemde voorwerp af te geven. Als het voorwerp niet wordt afgegeven, verrichten de ambtenaren van de opsporingsinstantie de huiszoeking.

Kan ik een klacht indienen als mijn rechten worden geschonden?

Als uw rechten worden geschonden, hebt u het recht te klagen over de handelingen van de opsporingsinstantie en een klacht in te dienen bij de aanklager. Als de klacht betrekking heeft op de verrichtingen van de aanklager, kan deze worden ingediend bij het openbaar ministerie. De klacht wordt binnen 30 dagen opgelost. U krijgt een kopie van de beslissing toegestuurd. Als u het niet eens bent met de beslissing van het openbaar ministerie, hebt u het recht om binnen 10 dagen een klacht in te dienen bij de rechtbank.

Inzage in het strafdossier, behandeling van verzoeken, en de tenlastelegging (4)

Wat is het doel van inzage in het strafdossier?

Alle tijdens het strafrechtelijk onderzoek verzamelde bewijzen en de samenvatting van het vooronderzoek waarin de omstandigheden van het misdrijf worden beschreven, worden aan het dossier toegevoegd. Het is noodzakelijk dat u als verdachte inzage krijgt in het stafdossier zodat u weet welke feiten u ten laste worden gelegd en hoe deze worden gestaafd.

Wanneer kan ik het strafdossier inzien?

Als u een verdachte bent, wordt het dossier aan u ter beschikking gesteld nadat het strafrechtelijk onderzoek is afgerond.

Hoe wordt inzage in het strafdossier verleend?

Vanaf het moment dat het dossier aan u ter beschikking wordt gesteld, moet u een advocaat hebben (zie informatieblad 1). De aanklager geeft een kopie van het strafdossier aan uw advocaat. Uw advocaat informeert u over de inhoud van het dossier.

Hoeveel tijd krijg ik om het strafdossier te bestuderen?

Er is geen specifieke termijn vastgesteld voor het bestuderen van het dossier. Als de aanklager van oordeel is dat het bestuderen van het dossier wordt uitgesteld, kan hij een dergelijke termijn vaststellen. Hij moet voldoende tijd geven om te waarborgen dat u uw recht om uzelf te verdedigen daadwerkelijk kunt uitoefenen.

Wat is het doel van het indienen van verzoeken?

Nadat u het strafdossier hebt bestudeerd, hebben u en uw advocaat het recht om verzoeken in te dienen bij de aanklager. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de strafrechtelijke procedure zorgvuldig en rechtvaardig wordt uitgevoerd.

U hebt het recht te verzoeken dat:

  • aanvullende onderzoeksprocedures worden uitgevoerd;
  • door u aangevoerd nieuw bewijs wordt opgenomen in het dossier;
  • materiaal dat niet relevant is voor de zaak uit het dossier wordt verwijderd, enz.

Ook hebt u het recht te verzoeken dat de aanklager het strafproces beëindigt indien er, naar uw mening, geen gronden bestaan om het voort te zetten. Daarnaast hebt u het recht te verzoeken dat de zaak wordt behandeld door middel van een vereenvoudigde procedure waarin de wet voorziet (bijvoorbeeld een minnelijke regeling) zonder een volledig proces.

Hoe moet ik verzoeken indienen?

Verzoeken worden schriftelijk bij de openbare aanklager ingediend. Ze moeten binnen tien dagen na de datum waarop het strafdossier is bestudeerd, worden ingediend. Als het een grote en gecompliceerde strafzaak betreft, kan de openbare aanklager deze termijn verlengen tot vijftien dagen (artikel 225 van het wetboek van strafvordering, dat op 1 september 2011 in werking is getreden).

Hoe worden de verzoeken behandeld?

De aanklager beoordeelt de verzoeken binnen 10 dagen. Als de aanklager een verzoek afwijst, wordt er een beschikking opgesteld waarvan een kopie naar u wordt verstuurd. Als uw verzoek in deze fase wordt afgewezen, kunt u het opnieuw indienen tijdens het proces.

Wanneer wordt de tenlastelegging overgelegd?

Nadat u het strafdossier hebt bestudeerd en de aanklager een beslissing heeft genomen over uw verzoeken, wordt u in staat van beschuldiging gesteld indien de aanklager ervan overtuigd is dat er voldoende bewijs is om u strafrechtelijk te vervolgen.

Hoe wordt de tenlastelegging overgelegd?

De aanklager stelt een tenlastelegging op. De tenlastelegging is een document waarin de feiten worden vermeld waarop de tenlastelegging is gebaseerd en het bewijs dat deze feiten bevestigt. De aanklager overlegt de tenlastelegging aan u en uw advocaat en verstuurt deze naar de rechter.

Kan de tenlastelegging worden veranderd voordat het proces begint?

De rechter kan de zaak alleen behandelen op grond van de tenlastelegging. De aanklager kan de tenlastelegging wijzigen en aanvullen, maar in dat geval moet er een nieuwe tenlastelegging worden overgelegd.

Ik ben al eerder voor dezelfde feiten in een ander land vervolgd. Wat gebeurt er nu?

Als u in een ander land schuldig bent bevonden aan dezelfde feiten, of indien het strafproces met betrekking tot de feiten is beëindigd, kunt u niet opnieuw voor hetzelfde misdrijf worden aangeklaagd. In een dergelijke situatie geldt dat een eventueel tegen u in gang gezet strafproces in Estland moet worden beëindigd zonder dat u in staat van beschuldiging wordt gesteld.

Kan mijn zaak langs minnelijke weg worden opgelost?

Nadat u het strafdossier hebt bestudeerd, hebt u het recht de aanklager te verzoeken om het starten van een onderhandelingsprocedure. Als de aanklager uw verzoek inwilligt, zullen er onderhandelingen worden gestart met u en uw advocaat over de wettelijke omschrijving van de daad waarvan u wordt beschuldigd, en de straf die daarvoor moet worden opgelegd.

Als de onderhandelingen ertoe leiden dat u een overeenkomst bereikt, wordt deze op schrift gesteld en ter bekrachtiging bij de rechtbank ingediend. Als de rechtbank de overeenkomst bekrachtigt, wordt u veroordeeld voor het misdrijf volgens de overeenkomst die u hebt gesloten.

Aanvullende informatie voor niet-ingezetenen (5)

Wat is het Europees aanhoudingsbevel?

Het Europees aanhoudingsbevel is een verzoek van een instelling van een lidstaat van de Europese Unie aan een andere lidstaat van de Europese Unie tot detentie, aanhouding en/of uitlevering van een bepaalde persoon aan de verzoekende lidstaat, zodat deze lidstaat een strafproces kan voortzetten of de betreffende persoon kan gevangenzetten.

Welke rechten heb ik als ik op basis van een Europees aanhoudingsbevel wordt vastgehouden?

Als u wordt vastgehouden, moeten de gronden voor de detentie aan u worden uitgelegd en moet u worden meegedeeld dat u kunt instemmen met uitlevering aan een andere lidstaat. Als u instemt met uitlevering, kunt u later niet op uw beslissing terugkomen. Vanaf het moment dat u wordt vastgehouden, hebt u recht op kosteloze rechtsbijstand en hulp van een tolk.

Hoe wordt de beslissing over mijn uitlevering aan een andere lidstaat genomen?

De rechter beslist of u al dan niet zal worden uitgeleverd. U, uw advocaat en de aanklager zullen de rechtszitting bijwonen. De rechter moet uw mening over de uitlevering horen. De rechter doet uitspraak en beslist daarmee of de uitlevering wordt toegestaan of geweigerd. U hebt vanaf de ontvangst van de uitspraak 3 dagen de tijd om hoger beroep in te stellen bij de arrondissementsrechtbank. De arrondissementsrechtbank heeft 10 dagen de tijd om het hoger beroep te behandelen; de beslissing van deze rechtbank is definitief.

Hoe snel wordt de beslissing over mijn uitlevering aan een andere lidstaat genomen?

Als u met de uitlevering hebt ingestemd, moet er binnen 10 dagen een beslissing worden genomen. Als u niet met de uitlevering hebt ingestemd, moet de definitieve beslissing om de uitlevering toe te staan dan wel te weigeren binnen 60 dagen na uw aanhouding worden genomen. In uitzonderlijke gevallen kan deze termijn met 30 dagen worden verlengd. Als de uitspraak van de rechter over uw uitlevering rechtskracht heeft gekregen, moet u binnen 10 dagen aan het verzoekende land worden uitgeleverd. Als u niet binnen deze termijn wordt uitgeleverd, moet u worden vrijgelaten.

Onder welke omstandigheden kan ik aan een ander land worden uitgeleverd?

Als een ander land een strafproces is begonnen en een aanhoudingsbevel heeft opgesteld of indien een rechter in dat land u heeft veroordeeld tot gevangenisstraf, kan dat land om uw uitlevering verzoeken. Indien Estland een verzoek tot uitlevering van een ander land heeft ontvangen, of een verzoek tot aanhouding via Interpol, kunt u worden vastgehouden en aangehouden voor de duur van de uitleveringsprocedure. Tijdens de uitleveringsprocedure kunt u maximaal één jaar worden aangehouden. De rechter beslist of uitlevering moet worden toegestaan.

Mag ik contact opnemen met de ambassade van mijn land als ik word aangehouden?

Als u een burger bent van een ander land dan Estland, wordt een kopie van uw aanhoudingsbevel naar het ministerie van Buitenlandse Zaken gestuurd. Het ministerie van Buitenlandse Zaken stelt de ambassade of het consulaat van uw land op de hoogte van uw aanhouding. U hebt het recht een onderhoud aan te vragen met de consulaire ambtenaar van uw land.

Krijg ik een tolk als ik de lokale taal niet spreek?

De opsporingsinstantie en aanklager moeten ervoor zorgen dat u hulp krijgt van een tolk. De tolk moet aanwezig zijn bij alle procedurele handelingen waaraan u deelneemt. De tolk is verplicht alles dat verband houdt met de procedurele handeling getrouw en volledig te vertalen. Er wordt alleen voor een tolk gezorgd (niet voor een schriftelijke vertaling).

U kunt een verzoek indienen voor een schriftelijke vertaling van de tenlastelegging in uw moedertaal of een andere taal die u beheerst. Andere documenten die onderdeel uitmaken van het strafproces worden niet schriftelijk vertaald.

Moet ik in Estland blijven gedurende het strafproces? Mag ik het land verlaten?

U hoeft gedurende het strafproces niet in Estland te blijven en u mag het land verlaten, maar u bent verplicht u bij de opsporingsinstantie te melden indien dit vereist is voor een procedurele handeling door de opsporingsinstantie. De opsporingsinstantie kan u verbieden om zonder haar toestemming uw woonplaats te verlaten.

Als u uw woonplaats voor langer dan 24 uur wilt verlaten, heeft u vooraf toestemming nodig van de opsporingsinstantie. Als u zich niet bij de opsporingsinstantie meldt wanneer dat is vereist of het verbod uw woonplaats te verlaten overtreedt, kunt u worden aangehouden.

Kan ik vanuit het buitenland worden verhoord door middel van telecommunicatie, bv. via een videoverbinding?

De opsporingsinstantie kan uw verhoor in het buitenland afnemen via een rechtstreekse videoverbinding. Een dergelijk verhoor kan alleen plaatsvinden indien u daarin toestemt.

Links

Wetboek van strafvordering

Wetboek van strafvordering in het Engels (bevat niet alle amendementen)

Laatste update: 01/10/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.