Succession

National rules on inheritance vary considerably between Member States (as to, for example, who inherits, what the portions and reserved shares are, how the estate is to be administered, how wide the heirs' liability of debts is, etc.).

General information

A major step to facilitate cross-border successions was the adoption, on 4 July 2012, of new Union rules designed to make it easier for citizens to handle the legal aspects of an international succession. These new rules apply to the succession of those who die on or after 17 August 2015.

The Regulation ensures that a cross-border succession is treated coherently, under a single law and by one single authority. In principle, the courts of the Member State in which citizens had their last habitual residence will have jurisdiction to deal with the succession and the law of this Member State will apply. However, citizens can choose that the law that should apply to their succession should be the law of their country of nationality. The application of a single law by a single authority to a cross-border succession avoids parallel proceedings with possibly conflicting judicial decisions. It also ensures that decisions given in a Member State are recognised throughout the Union without the need for any special procedure.

The Regulation also introduces a European Certificate of Succession (ECS). This document issued by the authority dealing with the succession can be used by heirs, legatees, executors of wills and administrators of the estate to prove their status and exercise their rights or powers in other Member States. Once issued, the ECS will be recognised in all Member States without any special procedure being required.

On 9 December 2014, the Commission adopted an Implementing Regulation establishing the forms to be used under the Succession Regulation:

- Word Word (274 Kb) en

- PDF PDF (800 Kb) en

The e-Justice Portal allows the possibility to complete and create a PDF of form V (European Certificate of Succession) on-line here.

Denmark and Ireland do not participate in the Regulation. As a result, cross-border succession procedures handled by the authorities of these two Member States will continue to be governed by their national rules.

Matters of inheritance tax law are excluded from the scope of the Regulation.

You will find information about the new EU succession rules on this website.

Please click on the relevant country flag on this page to consult the information sheets on national succession law and procedures in each Member State. These information sheets were prepared by the European Judicial Network (in civil and commercial matters) in cooperation with the Council of the Notariats of the EU (CNUE).

Successions in Europe, a site proposed by CNUE, can help you find answers to questions on succession in 22 Member States.

If you would like to find a notary in a Member State, you can use the Find a notary search tool provided by the European Commission in cooperation with participating notaries associations.

National rules on registration of wills vary considerably. In some Member States, the person that makes a will (the "testator") must register it. In other Member States, registration is recommended or concerns only certain types of wills. In a few Member States, registers of wills do not exist.

If you need to know how to register a will in a Member State or whether a deceased person had made a will, you can consult the information sheets prepared by the European Network of the Registers of Wills Association (ENRWA) available in 3-4 languages. These information sheets explain how to register a will in each Member State and give advice on how to find a will in each Member State.

Related links

Succession - notifications of the Member States and a search tool helping to identify competent court(s)/authority(ies)

A citizen’s guide: how EU rules simplify international inheritances

EU Adapt - EU Adapt is an IT tool designed to help judges, notaries and other legal practitioners dealing with a cross-border succession to find a closest equivalent right in rem. The user can enter in the tool (i) the law of the Member State applicable to the succession (‘lex successionis’), (ii) the right in rem existing under the law of the Member State applicable to the succession (‘right in rem’), and (iii) the law of the Member State in which the right in rem is invoked (‘lex rei sitae’). The tool then provides guidance and suggests the corresponding right in rem under the law of the Member State in which the right is invoked.

Outcomes of the project “Further developments in the area of interconnection of registers of wills“, focusing on the possibilities for making cross-border succession proceedings more efficient by electronic means, led by the Estonian Ministry of Justice and carried out in cooperation with the European Network of Registers of Wills Association, the Council of the Notariats of the European Union, the Estonian Chamber of Notaries, Estonian Centre of Registers and Information Systems, and the Member States of the European Union:

- The feasibility study  PDF (755 Kb) en

- Final report PDF (507 Kb) en

- Recommendations PDF (153 Kb) en

Last update: 12/03/2024

This page is maintained by the European Commission. The information on this page does not necessarily reflect the official position of the European Commission. The Commission accepts no responsibility or liability whatsoever with regard to any information or data contained or referred to in this document. Please refer to the legal notice with regard to copyright rules for European pages.

Erfenissen - België

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Het Belgisch recht onderscheidt in essentie drie vormen van testamenten: het testament bij openbare of notariële akte, het eigenhandig testament (geschreven, gedateerd en ondertekend door de erflater) en internationale testamenten.

Erflaters moeten in staat zijn om hun wensen op rechtsgeldige wijze en in vrijheid tot uitdrukking te brengen (artikelen 901 tot en met 904 van het Burgerlijk Wetboek (BW)).

Overeenkomsten inzake erfopvolging zijn in beginsel, op bepaalde uitzonderingen na, verboden.

In een grensoverschrijdende situatie is een testament in beginsel rechtsgeldig in België als het in overeenstemming is met het recht van het land waar het is opgemaakt (“locus regit actum”) of met een van de andere in het Verdrag van Den Haag van 5 oktober 1961 genoemde wetten.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Een notaris ten overstaan van wie een (internationaal) testament is opgemaakt of bij wie een eigenhandig testament in bewaring is gegeven, is verplicht om dat testament in te schrijven in het centraal register van testamenten (CRT), dat wordt beheerd door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (Fédération Royale du Notariat belge). Die verplichting geldt niet voor bij een notaris gedeponeerde eigenhandige testamenten, die alleen in het CRT worden ingeschreven als de erflater dat wil.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

In het Belgisch recht gaat een minimumdeel van de nalatenschap (voorbehouden erfdeel of legitieme portie) verplicht naar de overlevende echtgenoot, de kinderen en de vader en moeder van de overledene.

Wat de kinderen (of afstammelingen) betreft, bedraagt de legitieme portie de helft van de nalatenschap wanneer de overledene één kind nalaat, twee derde wanneer de overledene twee kinderen nalaat en drie kwart wanneer de overledene drie of meer kinderen nalaat.

Wanneer er geen afstammelingen zijn, hebben de vader en moeder van de overledene ieder recht op een kwart van de nalatenschap. In dat geval mogen de giften aan de langstlevende echtgenoot echter de gehele nalatenschap omvatten.

De overlevende echtgenoot verkrijgt altijd ten minste het vruchtgebruik van de helft van de goederen van de nalatenschap (het recht om deze te gebruiken en de vruchten ervan te plukken) of van het onroerend goed dat als voornaamste woning diende en van het daarin aanwezige huisraad, zelfs wanneer deze goederen de helft van de nalatenschap overschrijden.

Wanneer de erflater in zijn testament bewust geen rekening heeft gehouden met de legitieme portie van een of meer erfgenamen en de erfgenamen samen besluiten om zijn wensen te respecteren, dan kan het testament worden uitgevoerd zoals opgesteld. Erfgenamen van wie het recht op de legitieme portie niet in acht is genomen en die voornemens zijn om deze op te eisen, kunnen echter een vordering tot inkorting (action en réduction) instellen.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Wanneer de overledene niet getrouwd was en geen kinderen nalaat, worden de ascendenten en de bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn (broers en zusters) als eerste tot de nalatenschap geroepen. De vader en moeder verkrijgen ieder een kwart en de broers en zusters, of hun afstammelingen, voor zover van toepassing, het restant. Wanneer een van de ouders of beide zijn vooroverleden, gaat hun deel naar de broers en zusters. Als er noch ascendenten, noch broers of zusters, noch afstammelingen van broers of zusters zijn, gaat de helft van de nalatenschap naar de bloedverwanten van moederszijde en de helft naar de bloedverwanten van vaderszijde (oom, tante, neef, nicht, enz.).

Wanneer de overledene niet getrouwd was en kinderen nalaat, sluiten de kinderen alle overige familieleden uit. De kinderen verdelen de nalatenschap in volle eigendom en in gelijke delen onder elkaar. Wanneer een kind is vooroverleden (of de nalatenschap verwerpt of onwaardig is om te erven) en afstammelingen nalaat, dan erven deze in de plaats van het kind.

Wanneer de overledene een echtgenoot en kinderen nalaat, verkrijgt de overlevende echtgenoot het vruchtgebruik van alle goederen van de nalatenschap. De kinderen erven de blote eigendom voor gelijke delen.

Wanneer de overledene een echtgenoot nalaat, maar geen kinderen, dan wordt de overlevende echtgenoot de enige erfgenaam als de overledene geen ascendenten of bloedverwanten in de zijlijn tot en met de vierde graad heeft. Wanneer bedoelde bloedverwanten er wel zijn, verkrijgt de overlevende echtgenoot in beginsel het vruchtgebruik en de overige erfgenamen de blote eigendom. Het deel dat de overlevende echtgenoot in dat geval krijgt, hangt echter ook af van het huwelijksvermogensstelsel waaronder de echtgenoten getrouwd waren. Als de echtgenoten in gemeenschap van goederen waren getrouwd, erft de overlevende echtgenoot het deel van de gemeenschap van de overledene in volle eigendom.

Wanneer de overledene wordt overleefd door een partner waarmee hij/zij een geregistreerd partnerschap was aangegaan (België erkent alleen de “wettelijke samenwoning” als vorm van geregistreerd partnerschap), dan verkrijgt de overlevende wettelijk samenwonende het vruchtgebruik van het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en van het daarin aanwezige huisraad. De overlevende wettelijk samenwonende kan het recht op vruchtgebruik echter worden ontnomen bij testament of bij schenking onder de levenden aan andere personen.

Wanneer de overledene wordt overleefd door een partner waarmee hij/zij geen geregistreerd partnerschap was aangegaan (samenwoning zonder schriftelijke overeenkomst, feitelijk een niet-geregistreerd partnerschap), kan de partner alleen bij testament erven. Volgens het Belgische recht heeft hij/zij geen automatisch erfrecht.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

Voor erfrechtprocedures is geen specifieke autoriteit aangewezen.

In het geval van eigenhandige of internationale testamenten vereist de wet echter de tussenkomst van een notaris. Ook kan in bepaalde situaties de tussenkomst van de rechtbank van eerste aanleg of de vrederechter (juge de paix) volgens de wet zijn vereist, met name wanneer de erfgenaam handelingsonbekwaam is (bijv. minderjarigen), wanneer de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard, wanneer de nalatenschap onbeheerd is, wanneer een bevelschrift tot inbezitstelling (envoi en possession) of de uitkering van legaten is vereist, of wanneer de vereffening/verdeling van de nalatenschap voorwerp van geschil is en de rechter een notaris moet benoemen.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

De eigendom van de goederen die aan de nalatenschap toebehoren, gaat bij overlijden automatisch over op de erfgerechtigden.

Ze hebben echter een keus: de nalatenschap kan zuiver of onder voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard, of worden verworpen.

Aanvaarding kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren. Van expliciete aanvaarding is sprake wanneer iemand in een authentieke of onderhandse akte de titel of hoedanigheid van erfgenaam aanneemt. Van stilzwijgende aanvaarding is sprake wanneer een erfgenaam een handeling verricht die noodzakelijk zijn bedoeling om te aanvaarden insluit en die hij slechts in zijn hoedanigheid van erfgenaam bevoegd zou zijn te verrichten.

De nalatenschap kan worden aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving (sous bénéfice d'inventaire), overeenkomstig de in artikel 793 e.v. BW neergelegde procedure.

Een erfgenaam die een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving wil aanvaarden, moet een daartoe strekkende verklaring afleggen bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waar de nalatenschap is opengevallen of ten overstaan van een notaris.

Evenzo kan een nalatenschap worden verworpen door bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de overledene woonde een afschrift van de overlijdensakte in te dienen en een verklaring van verwerping te ondertekenen (artikel 784 e.v. BW) of een daartoe strekkende verklaring ten overstaan van een notaris te doen.

Bedoelde verklaringen moeten worden ingeschreven in een daartoe gehouden register bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Zie vraag 7.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Er is geen specifieke procedure (zie vraag 3).

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Het Burgerlijk Wetboek gaat uit van het beginsel dat een nalatenschap automatisch overgaat op de erfgenamen, zonder dat daarvoor juridische handelingen moeten worden verricht.

Door de dood van een persoon treden zijn erfgenamen van rechtswege in het bezit van zijn goederen, rechten en rechtsvorderingen, onder de verplichting om alle lasten van de nalatenschap te voldoen (artikelen 718 en 724 BW). [Er zijn echter uitzonderingen (zie vraag 7)].

In het geval van een gerechtelijke vereffening/verdeling wordt de erfrechtprocedure uitgevoerd door een door de rechter aangewezen notaris en afgesloten met een staat van vereffening en verdeling. In het geval van een minnelijke vereffening/verdeling hoeft alleen de verdeling van onroerend goed bij notariële akte te gebeuren.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Uitgangspunt van de wet is dat de volledige nalatenschap (goederen en schulden) bij het overlijden van rechtswege op de erfgenamen overgaat. Evenwel :

  • begunstigden van een algemeen legaat dat in een eigenhandig of internationaal testament is opgenomen, hebben een bevelschrift tot inbezitstelling (envoi en possession) van de voorzitter van de familierechtbank nodig (artikel 1008 BW);
  • begunstigden van een bijzonder legaat (artikel 1014 BW), een legaat bij algemene titel (artikel 1011 BW) en, als er legitimarissen zijn, een algemeen legaat bij notarieel testament (artikel 1004 BW), moeten de afgifte van het legaat vorderen (délivrance du legs);
  • bepaalde categorieën legatarissen kunnen een aan hen vermaakt legaat alleen met toestemming van de overheid aanvaarden (bijv. gemeenten, liefdadigheidsinstellingen en in bepaalde gevallen ook stichtingen en non-profitorganisaties).

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

De erfgenamen zijn aansprakelijk als ze de nalatenschap zuiver aanvaarden. In dat geval zijn ze aansprakelijk voor alle schulden en lasten van de nalatenschap (artikel 724 BW).

Wanneer de erfgenamen de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarden, zijn ze slechts aansprakelijk voor de schulden voor zover die uit de baten van de nalatenschap kunnen worden betaald (artikel 802 BW). Een erfgenaam die een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving wil aanvaarden, moet een daartoe strekkende verklaring afleggen bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waar de nalatenschap is opengevallen of ten overstaan van een notaris.

Een erfgenaam is niet aansprakelijk voor schulden uit de nalatenschap als hij de nalatenschap verwerpt door bij de griffie van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg of ten overstaan van een notaris een daartoe strekkende verklaring af te leggen (artikel 785 BW).

Verder zijn legatarissen onder bijzondere titel, in tegenstelling tot algemene legatarissen en legatarissen onder algemene titel, in beginsel niet gehouden tot betaling van de schulden van de nalatenschap (artikel 1024 BW).

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

De hypotheekwet van 16 december 1851 regelt de publicatie van onroerendgoedtransacties. Artikel 1 van deze wet bepaalt als volgt: “Alle akten onder de levenden, om niet of onder bezwarende titel, tot overdracht of aanwijzing van onroerende zakelijke rechten, andere dan voorrechten en hypotheken, worden in hun geheel overgeschreven in een daartoe bestemd register, op het kantoor van bewaring der hypotheken van het arrondissement waar de goederen zijn gelegen.”

Artikel 2 van dezelfde wet bepaalt in dit verband het volgende: “Alleen vonnissen, authentieke akten en in rechte of voor notaris erkende onderhandse akten worden ter overschrijving aangenomen. De volmachten tot die akten betrekkelijk moeten in dezelfde vorm gegeven worden.”

De wet van 16 december 1851 regelt echter niet de publicatie van de overdracht van eigendom bij overlijden.

Desalniettemin moeten volgens deze wet ook akten van verdeling (actes de partage) worden overgeschreven in het daartoe op het bevoegde kantoor van bewaring der hypotheken aangehouden register. Hetzelfde geldt voor de openbare of onderhandse verkoop van onverdeeld onroerend goed.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

In België bestaat in principe geen regeling voor het beheer van nalatenschappen.

Toch bepaalt artikel 803 bis BW dat “(d)e erfgenaam die onder voorrecht aanvaardt, (...) zich [kan] ontheffen van de zorg om de nalatenschap te beheren en te vereffenen”. Daarvoor moet hij eerst de familierechtbank verzoeken om een beheerder te benoemen, aan wie hij alle goederen van de nalatenschap overgeeft en die vervolgens de nalatenschap overeenkomstig bepaalde regels moet vereffenen.

Daarnaast stelt artikel 804 BW dat “(i)ngeval de belangen van de schuldeisers der nalatenschap of van de legatarissen in het gedrang kunnen komen wegens nalatigheid van de onder voorrecht aanvaardende erfgenaam of wegens diens vermogenstoestand, (...) iedere belanghebbende [kan] vorderen dat deze wordt vervangen door een beheerder die de nalatenschap moet vereffenen” en dat “(d)ie beheerder wordt benoemd bij een beschikking in kort geding, de erfgenaam gehoord of vooraf opgeroepen”.

Verder kan de erflater in het testament een executeur aanwijzen die erop toeziet dat het wordt uitgevoerd.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Zie het antwoord op de vorige vraag.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Een beheerder die overeenkomstig de artikelen 803 bis en 804 is benoemd, heeft dezelfde bevoegdheden als de beneficiair erfgenaam. Beheerder en erfgenaam zijn onderworpen aan dezelfde verplichtingen. De beheerder hoeft geen borg te stellen.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Bewijs van de hoedanigheid van erfgenaam wordt geleverd door een “akte van bekendheid” (acte de notoriété) of een attest/akte van erfopvolging (wat het meest gangbaar is). Het attest of de akte van erfopvolging wordt uitgegeven door een notaris of, in sommige gevallen, de ontvanger van het successiekantoor waar de aangifte van nalatenschap moet worden ingediend (artikel 1240 bis BW).

Een notariële akte (acte notarié) wordt geacht de waarheid te bevatten. Ze heeft bewijskracht: de daarin neergelegde verklaring wordt geacht waar te zijn. De notaris bevestigt de juistheid van bepaalde feiten door de identiteit van de voor hem verschenen personen te vermelden en de informatie vast te stellen waarvan deze personen hem vragen daarvan melding te maken. De notariële akte is authentiek voor wat betreft de inhoud ervan. Verder heeft een authentieke akte een onbetwistbare datum. Het bewijs van de valsheid van een authentieke akte kan enkel worden geleverd langs de weg van een valsheidsprocedure.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 14/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Bulgarije

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Iedereen die 18 jaar of ouder is en niet lijdt aan een psychische stoornis kan bij testament over zijn nalatenschap beschikken.

De erflater kan in het testament over zijn hele vermogen beschikken. Een onderscheidend kenmerk van het Bulgaarse recht is dat het wettelijk erfdeel van de nalatenschap van een overleden erflater of intestaat in alle gevallen immuun is voor testamentaire beschikkingen, die derhalve kunnen worden verondersteld uitsluitend op het beschikbare deel van de nalatenschap van toepassing te zijn.

Testamentaire beschikkingen kunnen van toepassing zijn op het hele vermogen van de erflater of op een fractie van dat vermogen of op een specifiek voorwerp.

Testamentaire beschikkingen kunnen ook voorwaardelijk zijn.

De successiewet (Zakon za nasledstvoto) vereist dat testamentaire beschikkingen worden opgesteld in een vastgestelde vorm, zodat een instrument dat afwijkt van die vorm ongeldig is.

Opgemerkt zij dat het Bulgaarse recht niet toestaat dat twee of meer personen testamentaire beschikkingen vastleggen in dezelfde uiterste wilsbeschikking, noch ten gunste van elkaar, noch ten gunste van derden.

De wet voorziet in twee soorten testamenten: handgeschreven of notarieel.

Een handgeschreven testament moet door de erflater volledig eigenhandig zijn geschreven. Ook moet het door de erflater zijn gedateerd en ondertekend. De handtekening moet onder de testamentaire beschikkingen worden geplaatst. Het testament kan ter bewaring in een verzegelde enveloppe bij een notaris worden gedeponeerd. In dat geval tekent de notaris op de enveloppe aan dat het stuk bij hem in depot is gegeven (depotverklaring). Deze verklaring wordt door de erflater en de notaris ondertekend en in een speciaal register vastgelegd.

Een notarieel testament kan ofwel bij een notaris worden gedeponeerd, ofwel bij een andere persoon, die dat testament bekend moet maken zodra hij of zij kennis heeft genomen van het overlijden van de erflater.

Indien die persoon dat verzuimt te doen, kan iedere belanghebbende de districtsrechter van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen verzoeken een termijn vast te stellen waarbinnen het testament ter openbaarmaking aan een notaris moet worden aangeboden.

De notaris maakt het testament openbaar door een verklaring op te stellen met een beschrijving van de toestand van het testament en een aantekening te maken van de opening ervan. De verklaring wordt ondertekend door de persoon die het testament heeft aangeboden en door de notaris. Het papier waarop het testament is geschreven, wordt bij de verklaring gevoegd en elke pagina wordt door bovenbedoelde personen geparafeerd.

Een notarieel testament wordt door een notaris opgemaakt in aanwezigheid van twee getuigen.

De erflater legt ten overstaan van de notaris een mondelinge verklaring af van zijn uiterste wil, die de notaris letterlijk opschrijft, waarna de notaris het testament voorleest aan de erflater in aanwezigheid van de getuigen. De notaris verklaart in het testament dat aan deze formaliteiten is voldaan en vermeldt de plaats en datum van verlijden van het testament. Vervolgens wordt het testament door de erflater, de getuigen en de notaris ondertekend.

Wanneer de erflater het testament niet kan ondertekenen, moet hij dat motiveren. De notaris maakt hiervan aantekening voordat hij het testament voorleest.

Om een notarieel testament openbaar te kunnen maken, stelt de notaris bij wie het in bewaring is gegeven een verklaring op waarin de toestand van het testament wordt beschreven en wordt vermeld dat het testament is geopend. De verklaring wordt door de notaris ondertekend. Het papier waarop het testament is geschreven, wordt bij de verklaring gevoegd en elke pagina wordt door bovenbedoelde personen geparafeerd.

Een testament kan uitdrukkelijk worden ingetrokken middels een nieuw testament of middels een notariële akte waarin de erflater uitdrukkelijk verklaart dat hij of zij zijn of haar eerdere beschikkingen geheel of gedeeltelijk intrekt.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Volgens de geldende registratievoorschriften moeten openbaar gemaakte testamenten waarin over (een) onroerende za(a)k(en) of daarmee verbonden rechten wordt beschikt worden geregistreerd.

Daarnaast houdt elke registratiedienst ook een alfabetische index voor notariële zaken en testamenten bij. Ook de namen van erflaters van wie het notariële testament is uitgevoerd door de notaris, intrekkingen van testamenten en erflaters van wie het handgeschreven testament in bewaring is gegeven bij een notaris worden in die index geregistreerd. In die gevallen zal de naam van de notaris bij wie het handgeschreven testament in bewaring is gegeven samen met die van de erflater worden geregistreerd.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Zoals reeds is opgemerkt, beperkt het Bulgaarse recht de vrijheid om over het eigen vermogen te beschikken bij overlijden. Deze beperkingen strekken ten voordele van de naaste verwanten van de erflater: de langstlevende echtgenoot, kinderen, en bij gebreke van nakomelingen (kinderen, kleinkinderen) de ouders van de overledene.

Deze beperkingen zijn vastgelegd in de artikelen 28 en 29 van de successiewet en zijn alleen van toepassing op erflaters die nakomelingen, ouders of een echtgenoot nalaten. In die gevallen kan de erflater slechts geld of goederen legateren of schenken voor zover daarmee de legitieme portie van die personen niet wordt aangetast Het deel van de nalatenschap dat niet behoort tot de legitieme portie vormt het gedeelte waarover de erflater vrijelijk kan beschikken: het beschikbaar gedeelte.

Wanneer de erflater geen echtgenoot nalaat, is de legitieme portie:

1) in het geval van één kind (dat ook een adoptiekind kan zijn) of de nakomelingen van dat kind: de helft van de nalatenschap;

2) in het geval van twee of meer kinderen of hun nakomelingen: twee derde van de nalatenschap.

De legitieme portie van de overlevende ouder of ouders is een derde, en de legitieme portie van de echtgenoot bedraagt de helft van de nalatenschap wanneer hij of zij de enige erfgenaam is en een derde wanneer er nog (een) levende ouder(s) van de overledene is/zijn.

Wanneer de erflater een echtgenoot en nakomelingen nalaat, komt aan de echtgenoot en elk van de kinderen een gelijke legitieme portie toe. In die gevallen bedraagt het beschikbare gedeelte een derde van de nalatenschap bij één kind, een kwart bij twee kinderen en een zesde bij drie of meer kinderen.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Wanneer de erflater geen testament heeft opgemaakt, wordt de nalatenschap geërfd door de erfgenamen, volgens de onderstaande regels:

Wanneer de overledene ongehuwd en kinderloos was, erven de ouders of de nog levende ouder, in het eerste geval voor gelijke delen (artikel 6 van de successiewet).

Wanneer de overledene alleen ascendenten in de tweede of een hogere graad nalaat, erven de naaste ascendenten voor gelijke delen (artikel 7 van de successiewet).

Wanneer de overledene alleen broers en zussen nalaat, erven deze voor gelijke delen (artikel 8, lid 1, van de successiewet).

Wanneer de overledene broers en zussen en ascendenten in de tweede of een hogere graad nalaat, ontvangen broers en zussen twee derde en de ascendenten één derde van de nalatenschap (artikel 8, lid 2, van de successiewet).

Wanneer de overledene ongehuwd was, maar kinderen nalaat (die ook adoptiekinderen kunnen zijn), erven de kinderen voor gelijke delen (artikel 5, lid 1, van de successiewet). Het deel van een vooroverleden kind komt toe aan zijn nakomelingen in volgorde van erfopvolging (plaatsvervulling).

Wanneer de overledene een echtgenoot nalaat, maar geen kinderen, ascendenten en broers en zussen (of nakomelingen van broers en zussen), erft de echtgenoot de hele nalatenschap (artikel 9 van de successiewet).

Wanneer de echtgenoot samen met ascendenten of broers en zusters of hun nakomelingen erft, verkrijgt de echtgenoot de helft van de nalatenschap, mits de erfopvolging minder dan tien jaar na het huwelijk plaatsvindt. Indien de erfopvolging later plaatsvindt, ontvangt de echtgenoot twee derde van de nalatenschap. Wanneer de echtgenoot samen met ascendenten en broers en zussen of hun nakomelingen erft, verkrijgt de echtgenoot in het eerste geval een derde van de nalatenschap en in het tweede geval twee derde van de nalatenschap.

Wanneer de overledene een echtgenoot en kinderen nalaat, erven de echtgenoot en de kinderen voor gelijke delen (artikel 9, lid 1, van de successiewet).

Wanneer er in de hierboven beschreven situaties geen erfgenamen zijn, of wanneer alle erfgenamen afstand doen van de erfopvolging of de nalatenschap niet aanvaarden, gaat de nalatenschap over op de staat, behalve onroerende goederen, woningen, werkplaatsen en parkeerplaatsen en percelen grond en onroerende zaken die zijn bestemd voor woningbouw, die eigendom worden van de gemeente waarin ze zijn gelegen.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

De aanvaarding van een nalatenschap gebeurt schriftelijk aan de districtsrechtbank van het district waar de erfopvolging is opengevallen, waarna de aanvaarding in een speciaal register wordt vastgelegd.

Een nalatenschap wordt ook geacht te zijn aanvaard wanneer een erfgenaam, zonder de nalatenschap schriftelijk te aanvaarden, een handeling verricht die er duidelijk op wijst dat hij of zij voornemens is de nalatenschap te aanvaarden of wanneer hij of zij goederen uit de nalatenschap verborgen houdt. In dat laatste geval verliest hij het recht op het deel van het verborgen goed dat aan hem zou zijn toegekomen.

Ook kan de nalatenschap worden aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving, in welk geval de erfgenaam slechts aansprakelijk is tot de waarde van het ontvangen deel van de boedel.

Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving moet uiterlijk drie maanden nadat de erfgenaam kennis heeft genomen van het openvallen van de nalatenschap schriftelijk worden geëffectueerd ten overstaan van de districtsrechter. De districtsrechter kan die termijn verlengen met maximaal drie maanden.

Op een daartoe strekkend verzoek van een belanghebbende en na dagvaarding van de erfgenaam stelt de districtsrechter een termijn vast waarbinnen de erfgenaam de nalatenschap moet aanvaarden of verwerpen. Indien tegen de erfgenaam een rechtszaak is aangespannen, wordt die termijn vastgesteld door de rechter die de zaak behandelt. Wanneer de erfgenaam verzuimt om binnen de gestelde termijn te reageren, verliest hij of zij het recht om de nalatenschap te aanvaarden.

In dat geval wordt de erfgenaam ingeschreven in een speciaal register van aanvaardingen en verwerpingen van nalatenschappen.

Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving is verplicht voor personen van jonger dan 18 jaar, personen die handelingsonbekwaam zijn verklaard, de staat en overheidsinstanties, en de aanvaarding moet schriftelijk geschieden, uiterlijk drie maanden nadat de erfgenaam kennis heeft genomen van het openvallen van de nalatenschap. Aanvaarding wordt ingeschreven in een speciaal register dat wordt bijgehouden in de districtsrechtbank in het district waar de nalatenschap is opengevallen.

Iemand die een handgeschreven testament onder zich houdt, moet dat via een notaris openbaar maken zodra hij of zij kennis heeft genomen van het overlijden van de erflater.

Iedere belanghebbende kan de districtsrechter van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen, verzoeken een termijn vast te stellen waarbinnen het testament ter openbaarmaking aan een notaris moet worden aangeboden.

De notaris maakt het testament openbaar door een verklaring op te stellen met een beschrijving van de toestand van het testament en een aantekening te maken van de opening ervan. De verklaring wordt ondertekend door de persoon die het testament heeft aangeboden en door de notaris. Het papier waarop het testament is geschreven, wordt bij de verklaring gevoegd en elke pagina wordt door bovenbedoelde personen geparafeerd.

Indien het testament bij een notaris in bewaring is gegeven (artikel 25, lid 2, van de successiewet), verricht deze de bovenstaande handelingen.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

Erfopvolging vindt plaats bij aanvaarding. De aanvaarding heeft rechtsgevolgen bij het openvallen van de nalatenschap.

Behalve uitdrukkelijke schriftelijke aanvaarding, kan een nalatenschap ook worden aanvaard wanneer een erfgenaam, zonder de nalatenschap schriftelijk te aanvaarden, een handeling verricht die er duidelijk op wijst dat hij of zij voornemens is de nalatenschap te aanvaarden of wanneer hij of zij goederen uit de nalatenschap verborgen houdt. In dat laatste geval verliest hij het recht op het deel van het verborgen goed dat aan hem zou zijn toegekomen.

Naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van een belanghebbende, en na dagvaarding van de erfgenaam, stelt de districtsrechter een termijn vast waarbinnen de erfgenaam de nalatenschap moet aanvaarden of verwerpen. Indien tegen de erfgenaam een rechtszaak is aangespannen, wordt die termijn vastgesteld door de rechter die die zaak behandelt.

Wanneer de erfgenaam verzuimt om binnen de gestelde termijn te reageren, verliest hij of zij het recht om de nalatenschap te aanvaarden.

In dat geval wordt de erfgenaam ingeschreven in een speciaal register van aanvaardingen en verwerpingen van nalatenschappen.

Verwerping van een nalatenschap vindt plaats volgens dezelfde procedure en wordt op dezelfde wijze vastgelegd.

Ook moet rekening worden gehouden met de verplichting ingevolge artikel 43 van de wet inzake lokale belastingen en heffingen (Zakon za mestnite danatsi i taksi) voor banken, verzekeringsmaatschappijen en andere ondernemingen en entiteiten die deposito’s houden of debiteur zijn voor effecten, geld of andere vermogensbestanddelen van een nalatenschap waarvan hen bekend is dat die is opengevallen, om een boedelbeschrijving te zenden aan de gemeente waar de nalatenschap is opengevallen voordat die vermogensbestanddelen worden betaald, geleverd of overgedragen.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

De procedure voor aanvaarding of verwerping van de nalatenschap is van toepassing.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Er is geen speciale procedure voor het weigeren of aanvaarden van een legitieme portie. Een erfgenaam die recht heeft op een legitieme portie maar die portie als gevolg van legaten of schenkingen niet in haar geheel kan verkrijgen, kan de rechtbank verzoeken om die legaten of schenkingen in te korten voor zover die zijn legitieme portie aantasten, nadat aan de betrokken erfgenaam gedane schenkingen, met uitzondering van gewone schenkingen, en goederen die aan hem bij legaat zijn vermaakt, zijn teruggevorderd.

Indien een erfgenaam van wie de legitieme portie is aangetast erfrechten uitoefent jegens personen die geen wettelijke erfgenaam zijn, moet hij de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving hebben aanvaard.

Voor het vaststellen van het beschikbaar gedeelte en de omvang van de legitieme porties worden alle op het tijdstip van overlijden aan de erflater toebehorende goederen, na aftrek van schulden en eventuele verhogingen overeenkomstig artikel 12, lid 2, van de successiewet, in de nalatenschap opgenomen. Vervolgens worden schenkingen toegevoegd, met uitzondering van gewone schenkingen, afhankelijk van de status van de schenking op het moment dat ze werd gedaan en de waarde ervan; bij onroerende zaken wordt gekeken naar de waarde op het tijdstip van het openvallen van de nalatenschap, en bij roerende zaken naar de waarde op het tijdstip van schenking.

De testamentaire beschikkingen worden pro rata ingekort, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen erfgenamen en legatarissen, tenzij de erflater anders heeft beschikt.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Een nalatenschap wordt afgewikkeld door gerechtelijke of vrijwillige verdeling.

Elke mede-eigenaar heeft recht op verdeling, ongeacht de omvang van zijn aandeel. Elke erfgenaam kan zijn aandeel vorderen in natura, indien praktisch uitvoerbaar, en de ongelijkheid van delen wordt vereffend met geld.

Vrijwillige verdeling vindt plaats met instemming van alle mede-eigenaren en wordt vastgelegd in een contract. Overeenkomstig artikel 35, lid 1, van de eigendomswet (Zakon za sobstvenostta) is de vrijwillige verdeling van onroerende zaken of van roerende zaken met een waarde van meer dan 50 BGN alleen bij schriftelijke overeenkomst mogelijk en moeten de handtekeningen door een notaris worden gelegaliseerd.  Bij vrijwillige verdeling wordt het fictieve aandeel van elk van de mede-eigenaren in de onverdeelde nalatenschap een afzonderlijk en onafhankelijk eigendomsrecht op een werkelijk aandeel in de onverdeelde goederen.

Gerechtelijke verdeling vindt plaats volgens de speciale procedure van artikel 341 e.v. van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Voor verzoeken om verdeling van de goederen van een nalatenschap geldt geen verjaringstermijn. Deze contentieuze procedure bestaat uit twee fasen.

In de eerste fase wordt bepaald of de verdeling toelaatbaar is.

Mede-erfgenamen die een gerechtelijke verdeling wensen, moeten bij de districtsrechter een daartoe strekkend verzoekschrift indienen, dat vergezeld moet gaan van de volgende stukken:

1. akte van overlijden van de erflater en een erfrechtverklaring;

2. verklaring of ander schriftelijk bewijs betreffende de nalatenschap;

3. kopieën van het verzoekschrift en de bijlagen voor de mede-erfgenamen.

Gedurende de eerste rechtszitting kunnen de mede-erfgenamen schriftelijk verzoeken om ook andere goederen in de nalatenschap op te nemen. Dit is ook het moment waarop een mede-erfgenaam het recht van een andere mede-erfgenaam op een aandeel in de nalatenschap of de omvang van zijn deel ter discussie kan stellen, of zich kan verzetten tegen het opnemen van bepaalde goederen in de nalatenschap.

Bij verdelingsprocedures neemt de rechter kennis van geschillen betreffende herkomst, adopties, testamenten of de authenticiteit van schriftelijk bewijs en behandelt hij verzoeken tot het inkorten van testamentaire legaten of schenkingen.

De eerste fase eindigt met een uitspraak over de toelaatbaarheid van de verdeling. De rechter bepaalt welke goederen worden verdeeld tussen welke personen en hoe groot het deel is dat ieder van hen krijgt. Wanneer de rechter een verdeling van roerende zaken toelaatbaar verklaart, bepaalt hij ook wie van de deelgenoten de zaken onder zich zal houden.

Indien een of meer erfgenamen de goederen van de nalatenschap niet overeenkomstig hun erfrechten gebruiken, kan de rechter in dezelfde of een daaropvolgende uitspraak, op verzoek van een erfgenaam, bepalen welke erfgenamen welke goederen mogen gebruiken hangende de verdelingsprocedure, of hoeveel de gebruikers van de goederen de andere erfgenamen voor het gebruik moeten betalen.

In de tweede fase vindt de eigenlijke verdeling plaats. De rechter stelt het aandeel van ieder van de erfgenamen vast en bepaalt welke deelgenoot welke goederen in exclusieve eigendom krijgt. Dit gebeurt door het opstellen van een verklaring van verdeling en door loting. De verklaring van verdeling wordt door de rechter opgesteld op basis van een deskundigenadvies overeenkomstig de successiewet. Nadat de rechter een ontwerp van de verklaring heeft opgesteld, dagvaardt hij de partijen om ze in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van de verklaring en eventuele bezwaren naar voren te brengen. Vervolgens stelt hij de definitieve verklaring van verdeling op en doet hij uitspraak. Nadat de uitspraak betreffende de verdeling in kracht van gewijsde is gegaan, dagvaardt de rechter de partijen voor verdeling van de goederen door loting. De rechter kan de goederen ook zonder loting verdelen als het bepalen van het aandeel van ieder van de deelgenoten en het verdelen door loting onmogelijk of te lastig blijkt.

Wanneer een goed ondeelbaar is en aan geen van de partijen bij de verdeling kan worden toebedeeld, gelast de rechter de openbare veiling ervan. Ook de partijen bij de verdeling kunnen op die veiling een bod uitbrengen.

Wanneer het ondeelbare goed een woning is die tot een huwelijksgemeenschap behoorde die door het overlijden van een van de echtgenoten of een echtscheiding is ontbonden, en de langstlevende of gewezen echtgenoot die het ouderlijk gezag heeft over uit het huwelijk geboren kinderen geen eigen woning heeft, kan de rechter, op verzoek van die langstlevende of gewezen echtgenoot, de woning aan laatstbedoelde toebedelen, waarbij de aandelen van de andere deelgenoten worden vereffend met andere goederen of geld.

Wanneer het ondeelbare goed een woning is, kan iedere deelgenoot die op het tijdstip van het openvallen van de nalatenschap in die woning woont en geen andere woning heeft, de rechter verzoeken om die woning toebedeeld te krijgen, waarbij de aandelen van de andere deelgenoten worden vereffend met andere goederen of geld. Wanneer meerdere deelgenoten aan deze voorwaarden voldoen en de woning vorderen, heeft de partij die de hoogste prijs biedt, voorrang.

Het verzoek om toebedeling moet uiterlijk worden ingediend op de eerste rechtszitting nadat de uitspraak van de rechter over de toelaatbaarheid van de verdeling uitvoerbaar is geworden. De woning wordt gewaardeerd naar de werkelijke waarde ervan.

Bij vereffening in geld moet de betaling, inclusief wettelijke rente, worden voldaan binnen zes maanden nadat de toebedelingsuitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.

De deelgenoot aan wie het goed is toebedeeld, wordt op het moment van betaling van het verschuldigde bedrag, inclusief wettelijke rente, de eigenaar van dat goed, mits de betaling geschiedt binnen de voorgeschreven termijn. Bij verzuim om binnen de voorgeschreven termijn te betalen, wordt de toebedeling automatisch nietig en wordt het goed openbaar verkocht. Het goed kan ook worden toebedeeld aan een andere deelgenoot die aan de voorwaarden voldoet en binnen de voorgeschreven termijn een daartoe strekkend verzoek heeft ingediend. Het goed wordt in dat geval niet openbaar verkocht. Voorwaarde is wel dat deze andere partij onmiddellijk de vastgestelde prijs betaalt, met aftrek van de waarde van haar aandeel in dat goed. De opbrengst wordt pro rata tussen de deelgenoten verdeeld.

De procedure tot gerechtelijke verdeling kan worden beëindigd en de nalatenschap vereffend bij een schikking tussen de partijen die door de rechter wordt goedgekeurd.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Erfopvolging vindt plaats bij aanvaarding. Hangende aanvaarding van de nalatenschap is de erfgerechtigde bevoegd om de nalatenschap te beheren en bezitsvorderingen in te stellen voor de instandhouding ervan.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Door verkrijging van zijn (onverdeelde) aandeel in de nalatenschap verwerft iedere erfgenaam of legataris een fictief aandeel in de goederen en schulden van de nalatenschap.

De erfgenamen die de nalatenschap aanvaarden, worden pro rata aansprakelijk voor de schulden waarmee de nalatenschap is bezwaard.

Een erfgenaam die de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving heeft aanvaard, is slechts aansprakelijk voor de schulden van de nalatenschap voor zover die schulden kunnen worden voldaan uit de baten ervan.

Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving moet uiterlijk drie maanden nadat de erfgenaam kennis heeft genomen van het openvallen van de nalatenschap schriftelijk worden geëffectueerd ten overstaan van de districtsrechter. De districtsrechter kan die termijn met maximaal drie maanden verlengen. De aanvaarding wordt vastgelegd in een speciaal register van de rechtbank.

Personen die handelingsonbekwaam zijn, overheden en niet-gouvernementele organisaties kunnen een nalatenschap alleen onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarden.

Wanneer een van de erfgenamen onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaardt, krijgen de andere erfgenamen dit voorrecht ook, onverminderd hun recht op aanvaarding of verwerping van de nalatenschap.

De boedelbeschrijving wordt opgemaakt overeenkomstig het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

De schuldeisers van de nalatenschap en legatarissen kunnen binnen een termijn van drie maanden na de aanvaarding verzoeken om scheiding van het vermogen van de overledene en het vermogen van de erfgenaam. Die scheiding gebeurt voor onroerende goederen door inschrijving in het register van onroerende goederen van de overledene, volgens de procedure van de wet op het kadaster en het eigendomsregister (Zakon za kadastara i imotniya registar) en, voor roerende goederen, via een verzoek aan de districtsrechter, dat wordt ingeschreven in een speciaal register van aanvaardingen en verwerpingen van nalatenschappen.

Schuldeisers van de nalatenschap en legatarissen die om de scheiding hebben verzocht, hebben voorrang boven schuldeisers en legatarissen die dat niet hebben gedaan. Wanneer zowel schuldeisers als legatarissen om de scheiding hebben gevraagd, hebben de eersten voorrang boven de laatsten.

Een executoriale titel tegen de overledene kan ook ten uitvoer worden gelegd op het vermogen van zijn of haar erfgenamen, tenzij die aantonen dat ze afstand hebben gedaan van de erfopvolging of dat ze die onder voorrecht van boedelbeschrijving hebben aanvaard. Wanneer de erfgenaam de erfopvolging niet heeft aanvaard, stelt de persoon die is belast met de executie een termijn overeenkomstig artikel 51 van de successiewet vast en zendt hij of zij de verklaring van de erfgenaam toe aan de districtsrechtbank voor registratie.

Een specifiek geval waarin de erfgenaam aansprakelijk is voor de schulden van de overledene wordt geregeld is artikel 150 van de wet inzake corruptiebestrijding en de verbeurdverklaring van onrechtmatig verkregen goederen (Zakon za protivodeystvie na koruptsiyata i za otnemane na nezakonno pridobitoto imushtestvo), waarin wordt bepaald dat ook onrechtmatig verkregen goederen die aan erfgenamen of legatarissen zijn toegevallen verbeurd kunnen worden verklaard.

In dergelijke situaties komen de rechten van de staat te vervallen na een verjaringstermijn van 10 jaar, die aanvangt op de datum van verwerving van de goederen. De verjaringstermijn wordt echter opgeschort gedurende de duur van de procedure, overeenkomstig deel IV van de wet.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Openbaar gemaakte testamenten waarin over (een) onroerende za(a)k(en) of daarmee verbonden rechten wordt beschikt, moeten worden geregistreerd. Dat er een onroerende zaak in het rechtsgebied van de betrokken rechtbank voorhanden is, blijkt in het geval van algemene testamenten uit een schriftelijke verklaring die door de begunstigde van een door een notaris gelegaliseerde handtekening is voorzien en waarin de betreffende zaak wordt beschreven. Deze verklaring moet samen met het testament worden ingediend bij de registerrechter van de plaats waar de onroerende zaak is gelegen.

De registerrechter gelast het registratiebureau van de plaats waar de onroerende zaak is gelegen om voornoemde akte in een openbaar register in te schrijven.

Bij de aanvraag voor registratie moeten twee gelegaliseerde afschriften van het testament zijn gevoegd.

Andere instrumenten waarvoor een registratieplicht geldt zijn overeenkomsten inzake de verdeling van onroerende goederen, de verklaringen betreffende de gerechtelijke verdeling van die goederen, onherroepelijke rechterlijke beslissingen ter vervanging van die verklaringen en verzoeken van schuldeisers en legatarissen van de overledene om scheiding van de onroerende goederen van de overledene.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Het aanstellen van een beheerder is niet verplicht. De erflater kan een of meer handelingsbekwame personen aanstellen als beheerder.

Op verzoek van een belanghebbende kan de rechter van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen een termijn vaststellen waarbinnen de aanstelling moet worden aanvaard. Wanneer de aanstelling bij het verstrijken van die termijn niet is aanvaard, wordt de aangestelde persoon geacht de aanstelling niet te hebben aanvaard.

De rechter kan de beheerder ontslaan als hij nalatig is of handelingsonbekwaam is geworden of handelt op een wijze die niet verenigbaar is met het in hem gestelde vertrouwen.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Zie het antwoord op de vorige vraag.

Wanneer de erflater overlijdt zonder testament te hebben opgemaakt of geen beheerder voor zijn testament heeft aangesteld, kan iedere erfgerechtigde hangende de aanvaarding van de nalatenschap het beheer van de nalatenschap voeren en eventueel bezitsvorderingen instellen voor de instandhouding ervan.

De erfgenaam die de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving heeft aanvaard, beheert de nalatenschap en moet daarbij dezelfde zorgvuldigheid hanteren als bij het beheer over zijn eigen zaken. Die erfgenaam mag de onroerende goederen niet vervreemden binnen vijf jaar na de aanvaarding, en roerende goederen niet binnen drie jaar, tenzij een districtsrechtbank daar toestemming voor verleent; anders zou de aansprakelijkheid van de erfgenaam voor de schulden van de overledene onbeperkt worden. De erfgenaam moet verantwoording afleggen voor zijn beheer aan de schuldeisers en legatarissen.

Wanneer de verblijfplaats van de erfgerechtigde persoon onbekend is, of wanneer die verblijfplaats bekend is, maar die persoon het beheer van de nalatenschap niet heeft aanvaard, benoemt de districtsrechter, ambtshalve of op verzoek van de belanghebbende partijen, een beheerder van de nalatenschap.

De beheerder moet een boedelbeschrijving opmaken. De beheerder stelt vorderingen in ten aanzien van de activa en goederen van de nalatenschap en verweert zich tegen dergelijke vorderingen. De beheerder moet toestemming van de districtsrechter verkrijgen voor de terugbetaling van de schulden van de nalatenschap, de legaten en de verkoop van de onroerende goederen.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

De beheerder maakt in aanwezigheid van de erfgenamen en legatarissen een boedelbeschrijving op.

De beheerder neemt de goederen uit de nalatenschap onder zich en beheert de nalatenschap voor zover dit nodig is voor het uitvoeren van het testament.

De beheerder is niet bevoegd tot het vervreemden van goederen, tenzij dit noodzakelijk is voor het uitvoeren van het testament en de districtsrechter ermee instemt. De rechter doet uitspraak na het horen van de erfgenamen.

Voor gevallen dat de beheerder is benoemd door de districtsrechter, zie het antwoord onder vraag 9.2.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Wanneer de erflater een handgeschreven testament heeft opgesteld, maakt de notaris het testament openbaar door een verklaring op te stellen met een beschrijving van de toestand van het testament en door een aantekening van de opening ervan te maken.

Wettelijke erfgenamen worden als zodanig erkend na overlegging van een erfrechtverklaring die is afgegeven door de burgemeester van de gemeente waar de overledene zijn of haar laatste woonplaats had.

Een erfrechtverklaring wordt alleen afgegeven met betrekking tot personen die op de datum van hun overlijden in het bevolkingsregister waren ingeschreven en voor wie een overlijdensakte is opgemaakt.

Wanneer de overledene geen Bulgaarse onderdaan is, maar wel is ingeschreven in het bevolkingsregister en er geen overlijdensakte is opgemaakt op het grondgebied van Bulgarije, moet een afschrift van of een uittreksel uit de door een buitenlandse lokale ambtenaar van de burgerlijke stand opgestelde overlijdensakte worden overgelegd om een erfrechtverklaring te kunnen verkrijgen. Wanneer het bevolkingsregister niet alle gegevens bevat die nodig zijn om een erfrechtverklaring te kunnen afgeven, moet een door de bevoegde autoriteiten van de staat waarvan de persoon de nationaliteit heeft afgegeven officieel document worden overgelegd om zijn of haar huwelijkse staat, gegevens van de echtgenoot en verwanten van de eerste graad in rechte lijn en verwanten van de tweede graad in de zijlijn te staven.

Een erfrechtverklaring wordt afgegeven overeenkomstig artikel 24, lid 2, van de wet inzake akten van de burgerlijke stand, en artikel 9 van de verordening betreffende de afgifte van uittreksels uit het bevolkingsregister. De verklaring wordt afgegeven ten behoeve van de wettelijke erfgenaam of zijn wettelijke vertegenwoordiger, dan wel ten behoeve van derden die de verklaring nodig hebben voor het uitoefenen van rechtmatige bevoegdheden of die beschikken over een notariële volmacht.

Voor de afgifte van een erfrechtverklaring zijn de volgende documenten nodig:
- een ingevuld aanvraagformulier erfrechtverklaring dat is verkregen bij het voorlichtingscentrum van het directoraat-generaal Burgerlijke stand en administratieve diensten (GRAO), waarin de gegevens van de erfgenamen moeten zijn vermeld en dat moet worden ingediend door een erfgenaam of zijn gevolmachtigde;

- een afschrift van de overlijdensakte (wanneer de overlijdensakte door een andere gemeente is afgegeven);

- het identiteitsbewijs van de aanvrager;

- een notariële volmacht wanneer de aanvraag wordt ingediend door een gevolmachtigde.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 03/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Tsjechië

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Wijze waarop testamenten in het algemeen worden opgesteld

Testamenten worden, uitzonderlijke omstandigheden daargelaten, schriftelijk opgesteld. Met het oog op de rechtszekerheid is de datum een van de noodzakelijke elementen van het testament. Naar Tsjechisch recht is een gemeenschappelijk testament niet toegestaan.

Volgens Tsjechisch recht kan een testament op de volgende manieren worden opgesteld:

a) de erflater schrijft het document eigenhandig en ondertekent het vervolgens;

b) de erflater ondertekent een niet eigenhandig geschreven document en in aanwezigheid van twee getuigen verklaart hij uitdrukkelijk dat het document zijn uiterste wil bevat. De getuigen ondertekenen het document en er wordt een verklaring bijgevoegd waarin de getuigen meedelen dat ze hebben ondertekend als getuige, samen met gegevens op basis waarvan ze geïdentificeerd kunnen worden;

c) een erflater die blind is, maakt zijn testament in aanwezigheid van drie getuigen. Het testament moet hardop worden voorgelezen door een getuige die het document niet zelf heeft geschreven. Wanneer de erflater een andere zintuiglijke beperking heeft en niet in staat is om te lezen of schrijven, moet de inhoud van het testament op een andere wijze dan via spraak of schrift aan hem worden gecommuniceerd, waarbij hetgeen wordt meegedeeld behalve door hem ook door alle getuigen moet kunnen worden begrepen;

d) de erflater laat het testament ten overstaan van een notaris opmaken.

Wijze waarop testamenten in bijzondere gevallen worden opgesteld

Er gelden bijzondere regels voor testamenten die onder extreme, in het bijzonder levensbedreigende, omstandigheden worden gemaakt.

a) Indien het leven van de erflater door onverwachte omstandigheden duidelijk en onmiddellijk gevaar loopt of de erflater zich op een plaats bevindt waar, als gevolg van een noodsituatie (oorlog, natuurramp, enz.), het sociale verkeer dusdanig verlamd is geraakt dat het niet mogelijk is om het testament op een andere wijze te maken, dan kan de erflater zijn uiterste wil mondeling formuleren ten overstaan van drie getuigen, die tegelijkertijd aanwezig moeten zijn. Als de erflater twee weken na het opstellen van het mondelinge testament nog in leven is, wordt het automatisch nietig.

b) Wanneer een gerede mogelijkheid bestaat dat de erflater overlijdt voordat hij ten overstaan van een notaris zijn testament heeft opgemaakt, kan diens uiterste wil worden vastgelegd door de burgemeester van de gemeente waar de erflater zich bevindt, mits dit gebeurt ten overstaan van twee getuigen. Een op deze manier tot stand gekomen testament blijft drie maanden geldig, te rekenen vanaf de dag dat de erflater voor het eerst in staat is om bij de notaris een testament te laten opmaken. Dit staat bekend als een “dorf-testament”.

c) Wanneer daarvoor zwaarwegende gronden zijn kan een uiterste wil worden vastgelegd in vliegtuigen en op schepen die onder de Tsjechische rechtsmacht vallen door de gezagvoerder van het vliegtuig respectievelijk de kapitein van het schip, of een persoon die hen vertegenwoordigt, en in aanwezigheid van twee getuigen. Ook dit soort testamenten heeft een geldigheidsduur van slechts drie maanden.

d) Een soldaat die is betrokken in gevechtshandelingen kan zijn uiterste wil laten vastleggen door de commandant of een andere officier van zijn eenheid en in aanwezigheid van twee getuigen. Ook voor dit soort testamenten geldt dat ze niet langer dan drie maanden geldig zijn.

Overeenkomst inzake erfopvolging

In een overeenkomst inzake erfopvolging kan een erflater die meerderjarig en volledig handelingsbevoegd is, een erfgenaam of legataris aanwijzen. De erfgenaam of legataris kan de andere partij bij de overeenkomst of een derde zijn. De erflater kan een overeenkomst inzake erfopvolging niet eenzijdig herroepen.

De erflater mag in de regel over niet meer dan drie kwart van zijn nalatenschap bij overeenkomst inzake erfopvolging beschikken. Over het resterende deel van de nalatenschap kan hij wel bij testament beschikken.

Echtgenoten kunnen elkaar in een overeenkomst inzake erfopvolging wederzijds als erfgenaam aanwijzen. In de overeenkomst kan worden bepaald dat de rechten en plichten die eruit voortvloeien, bij echtscheiding vervallen.

Een overeenkomst inzake erfopvolging kan alleen worden opgemaakt in de vorm van een authentieke (notariële) akte.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Het centraal register van testamenten werd opgericht in 2001. Na de algemene recodificatie van het privaatrecht is dit register vanaf 1 januari 2014 vervangen door het Register of Legal Acts upon Death (register van rechtshandelingen die werking hebben bij overlijden). Het betreft een private, geautomatiseerde lijst die wordt beheerd door de Tsjechische orde van notarissen. In dit register wordt aantekening gehouden van akten betreffende de volgende rechtshandelingen van een erflater die bij overlijden rechtsgevolg hebben:

a) testament, codicil of overeenkomst inzake erfopvolging;

b) verklaring van onterving of verklaring waarbij de wettelijke erfgenaam wordt uitgesloten van de nalatenschap;

c) opdracht inzake een verrekeningsregeling met betrekking tot een erfdeel, tenzij een dergelijke opdracht al in het testament is vervat;

d) aanwijzing van een beheerder van de nalatenschap, tenzij dat al in het testament is gebeurd;

e) overeenkomst inzake de verwerping van een nalatenschap;

f) herroeping van de in a) tot en met e) genoemde rechtshandelingen.

Wanneer een notaris een akte betreffende een of meer van bovengenoemde rechtshandelingen in de vereiste vorm heeft opgemaakt of een niet-notariële akte betreffende een of meer van bovengenoemde rechtshandelingen in bewaring heeft genomen, dan voert de notaris de gegevens van die akte en van de persoon die de akte heeft opgemaakt, via elektronische gegevensverzending in bovengenoemd register in.

Akten betreffende genoemde rechtshandelingen die niet in de vorm van een notariële akte zijn opgemaakt, worden alleen in het register opgenomen als ze zich bij een notaris in bewaring bevinden.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Legitieme portie – algemeen

De wettelijke erfgenamen van een erflater zijn zijn bloedverwanten in neergaande lijn. Een wettelijke erfgenaam die (i) geen afstand heeft gedaan van zijn erfrecht of recht op de legitieme portie, (ii) in aanmerking komt als erfgenaam, en (iii) niet is onterfd, heeft recht op de legitieme portie of het supplement daarvan als hij door de erflater geheel of gedeeltelijk uit de uiterste wilsbeschikking is weggelaten, met andere woorden: hij ontvangt niets uit de nalatenschap, noch in de vorm van een deel van de nalatenschap noch in de vorm van een legaat, of het deel van de nalatenschap of legaat dat hij ontvangt, vertegenwoordigt een geringere waarde dan wat hem als legitieme portie toekomt. De overlevende echtgenoot en eventuele bloedverwanten in opgaande lijn zijn geen wettelijke erfgenamen. Minderjarige afstammelingen moeten ten minste drie kwart en meerderjarige afstammelingen ten minste een kwart van hun wettelijk erfdeel ontvangen. Wanneer het testament hiermee in strijd is en de erflater een wettelijke erfgenaam niet op een van de in de wet omschreven gronden heeft onterfd, dan heeft deze recht op een som geld ter grootte van de waarde van zijn legitieme portie. Wanneer de erflater weduwnaar is en twee kinderen heeft, komt elk kind volgens de wet de helft van de nalatenschap toe. Wanneer een van die kinderen minderjarig is, bedraagt de legitieme portie van dat kind drie achtste. Voor een meerderjarige afstammeling bedraagt de legitieme portie een achtste.

Artikel 704 van het burgerlijk wetboek bepaalt voorts: “Indien een familiebedrijf gerechtelijk moet worden verdeeld bij de verdeling van de nalatenschap, krijgt het familielid dat bij de exploitatie ervan betrokken is, een recht van voorrang.”

Bijzondere gevallen

Wanneer een wettelijke erfgenaam (bewust) niet in het testament wordt genoemd zonder dat hij is onterfd, maar wel handelingen heeft verricht die volgens de wet grond kunnen zijn voor onterving, dan wordt deze omissie beschouwd als een stilzwijgende en rechtmatige onterving en heeft die afstammeling geen recht op een legitieme portie.

Wanneer een wettelijke erfgenaam niet in het testament wordt genoemd uitsluitend en alleen omdat de erflater op het moment dat hij zijn uiterste wil formuleerde niet wist van het bestaan van die afstammeling, of dat hij wel wist van het bestaan van die persoon maar niet dat het een afstammeling van hem was of dat hij in de veronderstelling verkeerde dat die afstammeling was overleden, dan heeft die wettelijke erfgenaam recht op zijn legitieme portie.

Afstand doen van het recht op een legitieme portie

Een wettelijke erfgenaam kan bij formele overeenkomst met de erflater, opgemaakt in de vorm van een notariële akte, afstand doen van zijn recht op de legitieme portie. Van een erfrecht kan bij notariële overeenkomst met de erflater ook afstand worden gedaan ten gunste van iemand anders. Een akte van afstand ten gunstig van een andere persoon is alleen geldig als die andere persoon door de erflater als erfgenaam wordt aangewezen.

Het bij notariële overeenkomst met de erflater afstand doen van een erfrecht of het recht op een legitieme portie moet worden onderscheiden van de verwerping van een nalatenschap (een nalatenschap kan worden verworpen door een erfgenaam die geen afstand heeft gedaan van zijn erfrecht). Een nalatenschap kan pas worden verworpen na het overlijden van de erflater.

Overige restricties

Een erflater kan in zijn testament voorwaarden, tijdstippen of instructies vastleggen of bepalen dat hetgeen aan een erfgenaam wordt nagelaten, bij diens overlijden overgaat op een andere erfgenaam (erfstelling over de hand). Dergelijke bepalingen mogen echter niet kennelijk bedoeld zijn om een erfgenaam of legataris te treiteren, wat kan blijken uit het feit dat de verwachter kennelijk volstrekt willekeurig is gekozen, en mag ook niet duidelijk in strijd zijn met de openbare orde.

Hoewel een erflater niet kan bepalen dat een erfgenaam of legataris moet trouwen, niet mag hertrouwen of niet mag scheiden, kan hij wel vastleggen dat een bepaald recht vervalt op het moment dat de persoon in kwestie trouwt.

Wanneer alle erfgenamen (of erfgenamen over de hand) van dezelfde generatie als de erflater zijn, dan is de volgorde waarin deze volgens de uiterste wilsbeschikking van elkaar erven, in beginsel niet aan beperkingen onderworpen. Wanneer een erfgenaam op het tijdstip van overlijden van de erflater nog niet is geboren, eindigt de door de erflater bepaalde volgorde van erfgenamen wanneer deze erfgenaam in het bezit van de erfenis treedt.

Een erfstelling over de hand eindigt niet later dan honderd jaar na het overlijden van de erflater. Wanneer een erfgenaam over de hand in de orde van erfopvolging echter aan de beurt is na het overlijden van een erfgenaam die van dezelfde generatie als de erflater is, dan eindigt de erfstelling over de hand niet eerder dan nadat eerstgenoemde erfgenaam in het bezit van de erfenis is getreden.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Wanneer de overledene geen testament of codicil heeft nagelaten of geen overeenkomst inzake erfopvolging heeft gesloten, erven zijn wettelijke erfgenamen, die in zes groepen zijn verdeeld. Wanneer iemand erfgenaam wordt, hangt af van de groep waarin hij is ingedeeld. De groepen volgen elkaar op en sluiten elkaar uit. Met het laatste wordt bedoeld dat wanneer de overledene erfgenamen in groep I heeft, de bloedverwanten in groep II niets uit de nalatenschap toekomt, enzovoorts. De personen in groep II erven dus alleen wanneer in groep I geen erfgenamen zijn. De in de wet genoemde erfdelen zijn alleen van toepassing wanneer de erfgenamen tegenover de rechter geen andere verdeling kunnen overeenkomen. Wanneer de overledene geen uiterste wilsbeschikking (testament, overeenkomst inzake erfopvolging of codicil) heeft gemaakt, of dit niet uitdrukkelijk heeft verboden, kunnen de erfgenamen de nalatenschap naar goeddunken verdelen bij wederzijdse overeenkomst tegenover de rechter.

Groepen van erfgenamen

In groep I erven de kinderen en echtgenoot voor gelijke delen. Wanneer de overledene getrouwd was in gemeenschap van goederen, regelt de rechter eerst de verdeling van de huwelijksgemeenschap, waarbij een deel naar de overlevende echtgenoot gaat en een deel (doorgaans de helft) in de nalatenschap valt. Vermogen dat in de nalatenschap valt, wordt door de overlevende echtgenoot en de kinderen voor gelijke delen geërfd. In het deel van de overlevende echtgenoot zijn geen vermogensbestanddelen opgenomen die door hem of haar bij de vereffening van de huwelijksgemeenschap zijn verkregen. Het burgerlijk wetboek maakt geen onderscheid tussen wettige en buitenechtelijke kinderen, en evenmin tussen biologisch eigen en adoptiekinderen.

Wanneer een van de kinderen van de overledene niet erft (bijvoorbeeld omdat het kind gedurende het leven van de erflater afstand heeft gedaan van zijn erfrecht, het kind de nalatenschap verwerpt of het kind is vooroverleden), wordt het deel van de nalatenschap dat dit kind was toegekomen, geërfd door diens kinderen, waarbij elk kind een gelijk deel krijgt. Hetzelfde geldt voor verder verwijderde afstammelingen.

Wanneer de overledene niet getrouwd was maar wel kinderen had, gaat de nalatenschap volledig naar de kinderen (of hun afstammelingen, zie boven). In het geval dat de overledene wel getrouwd was maar geen kinderen had, gaat de nalatenschap niet volledig naar de overlevende echtgenoot maar moet de overlevende echtgenoot deze delen met de erfgenamen in groep II.

Groep II bestaat uit de echtgenoot van de overledene, de ouders van de overledene en personen waarmee de overledene voor een periode van ten minste een jaar onmiddellijk voorafgaande aan diens overlijden in een gemeenschappelijk huishouden heeft samengewoond of die voor hun levensonderhoud afhankelijk waren van de overledene. Deze personen erven allemaal voor gelijke delen, met uitzondering van de echtgenoot, aan wie ten minste de helft van de nalatenschap toekomt. Dus wanneer de overledene was getrouwd en zijn beide ouders nog in leven zijn, erft de overlevende echtgenoot de helft en de ouders elk een kwart van de nalatenschap.

De overlevende echtgenoot en ieder van de ouders kan, in groep II van de erfgenamen, de volledige nalatenschap erven. Wanneer de overledene ongetrouwd met iemand samenwoonde, erft die persoon, ook als beide ouders zijn overleden, niet de volledige nalatenschap, maar erft hij samen met de andere erfgenamen in groep III.

In groep III erven de broers en zusters en de samenwonende partner voor gelijke delen. Wanneer een van de broers en zusters niet erft, gaat het wettelijk erfdeel van die broer of zuster naar zijn/haar kinderen (de neven en nichten van de overledene), opnieuw voor gelijke delen. Ieder van deze erfgenamen kan de volledige nalatenschap erven.

Wanneer de nalatenschap niet naar de broers en zusters of de samenwonende partner van de overledene gaat, gaat deze in groep IV naar de grootouders, die voor gelijke delen erven.

Wanneer geen van de grootouders van de overledene erft, gaat de nalatenschap naar groep V: de grootouders van de ouders van de overledene (de overgrootouders). De grootouders van de vader van de overledene ontvangen de ene en de grootouders van de moeder van de overledene de andere helft van de nalatenschap. De twee overgrootouderparen verdelen het hun toekomende deel in gelijke delen.

Wanneer een lid van een overgrootouderpaar niet erft, komt het vrijkomende achtste toe aan het andere lid. Wanneer een overgrootouderpaar in zijn geheel niet erft, komt het vrijkomende kwart toe aan het andere overgrootouderpaar aan dezelfde zijde. Wanneer geen van de overgrootouderparen van dezelfde zijde erft, gaat dat deel van de nalatenschap naar de overgrootouderparen van de andere zijde, waar dat deel op dezelfde wijze wordt verdeeld als het gedeelte dat hun rechtstreeks toekomt.

Tot slot, wanneer geen van de voornoemde bloedverwanten erft, gaat de nalatenschap naar groep VI, die bestaat uit de kinderen van de kinderen van de broers en zusters van de overledene (de kinderen van de neven en nichten) en de kinderen van de grootouders van de overledene (de ooms en tantes). Wanneer een van de ooms of tantes niet erft, gaat het wettelijk erfdeel van die oom of tante naar zijn/haar kinderen (de neven en nichten van de overledene).

Wanneer de overledene geen erfgenamen heeft, vervalt de nalatenschap aan de staat.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

De districtsrechtbank is bevoegd voor alle erfrechtprocedures (inclusief procedures voor de verwerping of aanvaarding van een nalatenschap of legaat en procedures voor het opeisen van de legitieme portie). Volgens een vooraf vastgelegd werkschema gelast de rechtbank een notaris met het afhandelen van de erfrechtprocedure. De notaris treedt vervolgens in de procedure op namens de rechtbank en neemt daarin ook beslissingen namens de rechtbank. De partijen in een dergelijke procedure kunnen niet zelf een notaris aanwijzen.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Rechterlijke bevoegdheid

Wanneer de Tsjechische rechter bevoegd is, wordt de zaak behandeld door de districtsrechtbank in het rechtsgebied waarin de officiële woon- of verblijfplaats van de overledene, zoals ingeschreven in het relevante register, was gelegen. Wanneer de overledene geen officiële woon- of verblijfplaats had, is de rechter in het rechtsgebied waarin de feitelijke woon- of verblijfplaats van de overledene was gelegen, bevoegd. Wanneer die plaats evenmin kan worden vastgesteld, geldt de rechter in het rechtsgebied waarin de overledene het laatst woonde of het laatst werd gezien, als de bevoegde rechter.

Wanneer de overledene nooit in Tsjechië heeft gewoond, is de bevoegde rechter de rechter in het rechtsgebied waarin onroerend goed van de overledene is gelegen. Wanneer de overledene in Tsjechië geen onroerend goed had en de rechterlijke bevoegdheid ook niet via een van de bovengenoemde methoden kan worden bepaald, dan is de bevoegde rechter de rechter in het rechtsgebied waarin de plaats van overlijden is gelegen (de vindplaats van het stoffelijk overschot).

Instelling van erfrechtprocedure door de rechter

Zodra de rechter van het overlijden kennis heeft genomen, leidt hij ambtshalve de erfrechtprocedure in. In het algemeen neemt de rechter kennis van een sterfgeval door een bericht van de burgerlijke stand. Hij kan echter ook op andere manieren van een sterfgeval in kennis worden gesteld, bijvoorbeeld door de politie, een ziekenhuis of de erfgenamen.

De rechter zal de procedure ook instellen op verzoek van een erfgenaam. Indien de rechter vaststelt dat de rechter van een ander rechtsgebied bevoegd is, verwijst hij de zaak naar die rechter. De rechter kan een zaak ook om andere redenen naar een andere rechter verwijzen als hem dat geraden voorkomt, bijvoorbeeld omdat de erfgenamen in een ander rechtsgebied wonen.

Verloop van de procedure

Om te beginnen stelt de rechter in het vooronderzoek vast wat de gegevens van de overledene zijn, welke bezittingen en schulden hij heeft, wie de erfgenamen zijn en of de overledene een testament of andere uiterste wilsbeschikking heeft nagelaten. Die informatie wordt doorgaans verkregen door het raadplegen van openbare registers, zoals het register van rechtshandelingen die werking hebben bij overlijden en het huwelijksgoederenregister, en, zeker niet minder belangrijk, het ondervragen van de persoon die met de begrafenis van de overledene is belast.

Wanneer de wet dit voorschrijft of om andere dringende redenen kan de rechter voorzieningen treffen voor het veilig stellen van de nalatenschap. Daartoe kan hij met name de nalatenschap doen inventariseren en verzegelen.

Zodra het vooronderzoek is afgerond, worden de erfgenamen uitgenodigd voor een hoorzitting en door de rechter voorgelicht over hun erfrechten en over de mogelijkheid om een boedelbeschrijving te vorderen. Wanneer een van de erfgenamen daarom verzoekt, zal de rechter een boedelbeschrijving gelasten.

Wanneer de overledene in gemeenschap van goederen was getrouwd, zal de rechter op verzoek van de partijen een lijst van de huwelijksgoederen en gezamenlijke schulden doen opmaken en de waarde van de huwelijksgemeenschap bepalen. Betwiste bestanddelen worden daarbij niet meegenomen. De overlevende echtgenoot heeft vervolgens de mogelijkheid om met de erfgenamen de vereffening van de huwelijksgemeenschap in een overeenkomst te regelen. In die overeenkomst moet worden vastgelegd welke bestanddelen onder de nalatenschap vallen en welke bij de overlevende echtgenoot blijven (het beginsel dat beide echtgenoten gelijke delen krijgen, hoeft niet in acht te worden genomen). Het is ook mogelijk om overeen te komen dat de huwelijksgemeenschap in haar geheel aan de overlevende echtgenoot toekomt en geen van de bestanddelen daarvan in de nalatenschap valt.

Wanneer de overeenkomst inzake de vereffening van de huwelijksgemeenschap in strijd is met de wet of met de instructies van de overledene zoals die in de uiterste wilsbeschikking zijn vastgelegd, zal de rechter de overeenkomst afkeuren.

Wanneer de rechter de overeenkomst inzake de vereffening van de huwelijksgemeenschap afkeurt, of een dergelijke overeenkomst niet is gesloten, zal hij de huwelijksgemeenschap zelf vereffenen, op basis van de volgende regels:

a) beide echtgenoten hebben een gelijk aandeel in het te vereffenen vermogen;

b) elke echtgenoot vergoedt de middelen uit de gemeenschap waarmee uitsluitend aan hem toebehorende goederen zijn verkregen;

c) elke echtgenoot heeft recht op vergoeding van de middelen uit zijn privévermogen waarmee tot de gemeenschap behorende goederen zijn verkregen;

d) er wordt rekening gehouden met de behoeften van afhankelijke kinderen;

e) er wordt rekening gehouden met de bijdrage die elke echtgenoot aan de zorg voor de kinderen en het huishouden heeft geleverd;

f) er wordt rekening gehouden met de bijdrage die elke echtgenoot aan de verwerving en het onderhoud van de goederen van de gemeenschap heeft geleverd.

Nadat de huwelijksgemeenschap is vereffend, maakt de rechter de inventaris op van de goederen en schulden die in de nalatenschap vallen. Dat doet hij primair op basis van informatie van de erfgenamen zelf en, wanneer een boedelbeschrijving werd gelast, de boedelbeschrijving. Betwiste goederen en schulden worden buiten beschouwing gelaten.

De waarde van de goederen in de nalatenschap wordt in de regel vastgesteld op basis van de verklaringen van de erfgenamen, voor zover die niet worden betwist. Voor dergelijke waardebepalingen wordt maar zelden een deskundigenrapport gelast.

Wanneer de overledene geen wilsbeschikking heeft nagelaten, kunnen de erfgenamen zelf overeenkomen hoe de nalatenschap wordt verdeeld. De rechter bevestigt de verdeling van de nalatenschap zoals overeengekomen. Bij ontstentenis van een dergelijke overeenkomst verdeelt hij de nalatenschap overeenkomstig de wet. Op verzoek van de erfgenamen wordt de nalatenschap door de rechter zelf onder de erfgenamen verdeeld.

Wanneer de erflater in de uiterste wilsbeschikking instructies geeft voor de verdeling van de nalatenschap, wordt de nalatenschap volgens die instructies verdeeld. Als die instructies er niet zijn, kunnen de erfgenamen zelf overeenkomen hoe ze de nalatenschap onderling verdelen. Maar in beginsel moeten alle erfgenamen een gelijk deel krijgen, tenzij de erflater uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor een verdeling in ongelijke delen.

Wanneer een wettelijke erfgenaam zijn legitieme portie opeist, kunnen de overige erfgenamen de vereffening daarvan bij overeenkomst met die erfgenaam regelen. Doen ze dat niet, dan moet de rechter voor het vaststellen van de legitieme portie een boedelbeschrijving doen opmaken.

Voordat de rechter over de nalatenschap beslist, moeten de erfgenamen eerst aantonen dat eventuele legaten zijn uitgekeerd, dan wel de legatarissen van hun recht op een legaat in kennis zijn gesteld.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Met het overlijden van de erflater ontstaat voor de erfgenamen een erfrecht. Tenzij in de uiterste wilsbeschikking is vastgelegd dat de goederen van de nalatenschap onder een bepaalde opschortende voorwaarde (bijv. afstuderen aan de universiteit) of opschortende tijdsbepaling worden verkregen, erven de erfgenamen bij het overlijden van de erflater. De rechter beslist aan het einde van de erfrechtprocedure wie erfgerechtigd is. Wanneer de erflater een opschortende voorwaarde of tijdsbepaling in zijn uiterste wilsbeschikking heeft opgenomen, erven de hoofderfgenamen bij overlijden van de erflater, terwijl de opvolgende erfgenamen erven nadat aan de gestelde voorwaarde is voldaan of de gestelde termijn is verstreken. Over de overgang van de nalatenschap van de hoofderfgenaam op de opvolgende erfgenaam wordt door de rechter in een afzonderlijke procedure beslist.

Beslissingen in erfrechtzaken worden in naam van de rechter gegeven door een daarvoor door de rechter benoemde notaris. Wanneer een notaris, notarisklerk of kandidaat-notaris in een erfrechtprocedure als gerechtelijk commissaris optreedt en als overheidsfunctionaris het recht uitoefent, heeft hij dezelfde bevoegdheden als een rechter.

Een legataris verwerft het recht op een legaat bij het overlijden van de legator/erflater en moet vóór afloop van de erfrechtprocedure van dit recht in kennis worden gesteld. Het legaat moet vóór afloop van de procedure worden uitgekeerd.

Afstand doen van erfrecht, verwerping van nalatenschap

Van een erfrecht kan vooraf afstand worden gedaan bij notariële overeenkomst met de erflater.

Na het overlijden van de erflater kan een erfgenaam de nalatenschap verwerpen door binnen een maand nadat hij van het recht van verwerping in kennis is gesteld, een daartoe strekkende verklaring voor de rechter te doen. Een in het buitenland woonachtige erfgenaam heeft vanaf het moment dat hij van het recht in kennis is gesteld, drie maanden de tijd om de nalatenschap te verwerpen. Deze termijn kan om zwaarwegende redenen worden verlengd, mits een daartoe strekkend verzoek wordt gedaan voordat de termijn is verstreken. Na het verstrijken van de termijn wordt de erfgenaam geacht de nalatenschap te hebben aanvaard.

Een wettelijke erfgenaam die een nalatenschap verwerpt, behoudt het recht op de legitieme portie. Hij kan bijvoorbeeld een hem krachtens een uiterste wilsbeschikking toekomende nalatenschap verwerpen zonder afstand te doen van zijn recht op de legitieme portie. Dit is in bepaalde opzichten een uitzondering op de algemene regel dat een erfgenaam zich niet aan een in een uiterste wilsbeschikking opgelegde verplichting kan onttrekken door de nalatenschap uit die wilsbeschikking te verwerpen als hij tegelijkertijd zijn rechten als wettelijke erfgenaam opeist – hij kan erfgenaam krachtens uiterste wilsbeschikking worden of de nalatenschap verwerpen. Een verklaring van verwerping of aanvaarding kan niet worden ingetrokken.

Een nalatenschap kan niet worden verworpen door een persoon die er door zijn handelen blijk van heeft gegeven niet voornemens te zijn om de nalatenschap te verwerpen, in het bijzonder door goederen die onder de nalatenschap vallen, te verkopen.

Van een nalatenschap kan afstand worden gedaan ten gunste van een andere erfgenaam. Een wettelijke erfgenaam die afstand doet van zijn erfdeel, doet ook afstand van zijn recht op een legitieme portie. Die beslissing werkt door voor de afstammelingen van die erfgenaam. Een verklaring van afstand ten gunste van een andere erfgenaam heeft pas rechtsgevolg als die andere erfgenaam hiermee instemt. Ook een erfgenaam die de nalatenschap verwerpt, is gehouden tot het nakomen van instructies met betrekking tot legaten of andere handelingen die volgens het testament door die erfgenaam in persoon moeten worden uitgevoerd.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Erfgenamen kunnen er zelf voor kiezen of ze gebruik willen maken van hun recht op een boedelbeschrijving. Erfgenamen die daar geen gebruik van maken, zijn volledig aansprakelijk voor de schulden van de overledene. Wanneer meerdere erfgenamen geen gebruik maken van het recht op een boedelbeschrijving, zijn ze hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk. Een erfgenaam die geen boedelbeschrijving vordert, is aansprakelijk voor alle schulden, ook als de rechter om andere redenen een lijst van goederen en schulden heeft doen opmaken (bijvoorbeeld omdat een andere erfgenaam wel een boedelbeschrijving heeft gevorderd).

Wanneer een erfgenaam een boedelbeschrijving vordert, zal de rechter een inventaris van de nalatenschap doen opmaken. Een erfgenaam die een boedelbeschrijving vordert, is voor de schulden van de overledene slechts aansprakelijk voor zover ze uit de baten van de verkregen nalatenschap kunnen worden betaald. Wanneer meerdere erfgenamen gebruik maken van dit recht, zijn ze hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk, maar voor ieder van hen geldt dat die aansprakelijkheid beperkt is tot de waarde van de verkregen nalatenschap.

De rechter kan ook ambtshalve een boedelbeschrijving doen opmaken. Dat zal hij met name doen voor de bescherming van minderjarige erfgenamen, erfgenamen met onbekende woonplaats en de schuldeisers van de erflater.

In bepaalde gevallen kan de rechter de boedelbeschrijving vervangen door een lijst van goederen in de nalatenschap die door de beheerder van de nalatenschap is opgemaakt of door een gezamenlijke verklaring van de erfgenamen over de goederen in de nalatenschap, die door elk van hen moet zijn ondertekend.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Het inschrijven van rechten in het onroerendgoedregister is geregeld in wet nr. 256/2013 betreffende het register van onroerende goederen (kadasterwet).

In het onroerendgoedregister wordt het volgende ingeschreven:

  • land, dat wordt geregistreerd als perceel;
  • gebouwen met een huis- of kadastraal nummer, tenzij het gebouw tot een perceel behoort of valt onder een bouwrecht;
  • hoofdgebouwen zonder huis- of kadastraal nummer, tenzij het gebouw tot een perceel behoort of valt onder een bouwrecht, mits deze gebouwen de hoofdstructuur op het land uitmaken en niet zijn geclassificeerd als ‘kleine structuren’;
  • eenheden zoals omschreven in het burgerlijk wetboek;
  • eenheden zoals omschreven in wet nr. 72/1994 betreffende bepaalde mede-eigendomsrelaties in verband met gebouwen en bepaalde mede-eigendomsrelaties in verband met flats en bedrijfspanden en tot wijziging van bepaalde wetten (wet op huiseigendom), zoals gewijzigd;
  • een bouwrecht;
  • waterwerken.

Zakelijke rechten die uit een erfenis zijn verkregen worden in het onroerendgoedregister ingeschreven krachtens een beslissing of authentieke akte van nalatenschap die in een lidstaat is afgegeven, een verklaring die is afgegeven door een rechter of andere bevoegde instantie in de lidstaat van herkomst of een Europese erfrechtverklaring (‘akten’).

Het bevoegde kadaster voor het inschrijven van het onroerend goed is het kadaster in het district waarbinnen het onroerend goed is gesitueerd.

Om het onroerend goed te kunnen inschrijven, moet het in genoemde akten (rechterlijke beslissing, authentieke akte en/of Europese erfrechtverklaring) zijn omschreven overeenkomstig artikel 8 van de kadasterwet:

  • land wordt geïdentificeerd door een perceelnummer en de naam van het kadastergebied waarbinnen het is gesitueerd. Verder wordt vermeld of het bouwgrond is;
  • land waarvoor een vereenvoudigde registratieprocedure geldt, wordt geïdentificeerd door het perceelnummer waaronder dat land in het vroegere onroerendgoedregister stond geregistreerd – waarbij vermeld wordt of dit het perceelnummer volgens het vroegere onroerendgoedregister, het bestemmingsplan, het eenmakingsplan of het nieuwe onroerendgoedregister is – en de naam van het kadastergebied waarbinnen het land is gesitueerd;
  • een gebouw dat niet is geclassificeerd als een gebouw behorende tot een perceel en evenmin onder een bouwrecht valt, wordt geïdentificeerd door het nummer van het perceel waarop het is gebouwd, het huis- of kadastraal nummer (wanneer het gebouw geen huis- of kadastraal nummer heeft, wordt de bestemming van het gebouw vermeld) en de naam van de gemeente waarbinnen het is gesitueerd;
  • een wooneenheid wordt geïdentificeerd door de kadastrale aanduiding van het gebouw waarin de wooneenheid is gelegen of, als het gebouw waarin de wooneenheid is gelegen toebehoort aan een perceel, de aanduiding van dat perceel of het bouwrecht dat op dat perceel is gevestigd, alsook het nummer en de naam van de wooneenheid en, voor zover van toepassing, de vermelding dat de wooneenheid nog in aanbouw is;
  • een bouwrecht wordt geïdentificeerd door een perceelnummer en de naam van het kadastergebied waarbinnen het is gevestigd. Verder wordt vermeld of het recht is gevestigd op bouwgrond;
  • een waterwerk wordt geïdentificeerd door een perceelnummer, de naam van het kadastergebied en de bestemming ervan. Verder wordt vermeld of het bouwgrond is.

Akten die worden ingediend voor het inschrijven van rechten in het onroerendgoedregister moeten voldoen aan de eisen die worden gesteld aan akten die zijn bestemd voor doeleinden in verband met onroerendgoedregistratie. De inhoud van deze akten moet de verzochte inschrijving rechtvaardigen en de verzochte inschrijving moet aansluiten bij eerdere aantekeningen in het register.

In bedoelde akten moeten de erfgenamen en andere begunstigen worden geïdentificeerd door hun naam, woonadres, identiteitsnummer en geboortedatum (of, wanneer de erfgenaam/begunstigde een rechtspersoon is, zijn naam, plaats van statutaire vestiging en, voor zover beschikbaar, registratienummer). In de akten moet worden vermeld hoe de nalatenschap onder de verschillende erfgenamen wordt verdeeld en wat de daaruit voortvloeiende rechten op het onroerend goed zijn en, voor zover van toepassing, de zakelijke rechten die uit de nalatenschap worden verkregen, en de overeenkomstige begunstigde en aansprakelijke partijen. In erfrechtprocedures kan naast een eigendomsrecht ook een bouwrecht, servituut, hypotheekrecht, toekomstig hypotheekrecht, ondergeschikt hypotheekrecht, voorkeursrecht, toekomstige lijfrente, bijkomende mede-eigendom en verbod op overdracht of bezwaring worden gevestigd en een trustfonds worden opgericht.

Wanneer het recht waarvan in het onroerendgoedregister aantekening moet worden gemaakt op basis van een akte, slechts betrekking heeft op een gedeelte van een perceel, dan moet de akte vergezeld gaan van een schets waarop de grenzen van het betreffende gedeelte van het perceel worden aangegeven. Deze schets wordt als een onderdeel van de akte beschouwd.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Een erflater kan in zijn uiterste wilsbeschikking een beheerder en/of executeur aanwijzen.

De rechter kan op verzoek van een erfgenaam die geen tijd of moeite wil steken in het uitvoeren van de uiterste wil, een beheerder voor die taak benoemen. Het verzoekschrift moet de gebruikelijke gegevens bevatten: de naam van de rechtbank waaraan het verzoek is gericht, de gegevens van de verzoeker, de kwestie die het verzoek betreft en het doel van het verzoek, en moet zijn ondertekend en gedateerd.

De rechter kan ook ambtshalve een beheerder benoemen wanneer

a) de erflater geen executeur heeft aangewezen, de door de erflater aangewezen executeur weigert om de nalatenschap te beheren of de door de erflater aangewezen executeur daar kennelijk ongeschikt voor is en de erfgenamen zelf niet in staat zijn om de nalatenschap behoorlijk te beheren;

b) een boedelbeschrijving moet worden opgemaakt; of

c) daar andere zwaarwegende redenen voor zijn; of

d) de vorige beheerder is overleden, is ontslagen of zelf ontslag heeft genomen, of zijn handelingsbevoegdheid is beperkt, en de noodzaak van het hebben van een beheerder nog steeds bestaat.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Een door de erflater aangewezen executeur is verantwoordelijk voor het uitvoeren van diens uiterste wil. Wanneer geen beheerder is benoemd, is de executeur tevens verantwoordelijk voor het beheer van de nalatenschap.

Wanneer zowel een executeur als een beheerder is aangewezen, beheert de beheerder de nalatenschap volgens de instructies van de executeur.

Wanneer wel een beheerder maar geen executeur is aangewezen, beheert de beheerder de nalatenschap. Op verzoek van een erfgenaam kan de rechter de beheerder ook gelasten om toe te zien op de uitvoering van de uiterste wil van de erflater.

Wanneer noch een beheerder noch een executeur is aangewezen, zijn de erfgenamen gezamenlijk verantwoordelijk voor het beheer van de nalatenschap. De erfgenamen kunnen echter overeenkomen dat de nalatenschap door slechts een van hen wordt beheerd.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

De beheerder is uitsluitend verantwoordelijk voor het beheer van de nalatenschap. Dit houdt in dat hij uitsluitend handelingen verricht voor het behoud en onderhoud van de daarin vallende goederen. Daarbij kan hij alle rechten uitoefenen die verband houden met die goederen. De beheerder kan bestanddelen van de nalatenschap aan anderen overdragen of als onderpand gebruiken als dat nodig is voor het behoud van de waarde of aard van de goederen onder zijn beheer, of tegen betaling. Onder dezelfde voorwaarden kan hij goederen onder zijn beheer ook een andere bestemming geven.

Met toestemming van de erfgenamen kan de beheerder of executeur elke handeling verrichten die verder gaat dan het gewone beheer van de nalatenschap. Wanneer de erfgenamen hierover geen overeenstemming kunnen bereiken of een van de erfgenamen speciale bescherming geniet, is hiervoor toestemming van de rechter nodig.

De executeur is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de uiterste wil van de erflater. Dat dient hij naar behoren en zorgvuldig te doen. De executeur is gerechtigd tot het uitoefenen van alle rechten die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van die taak, waaronder het recht om de geldigheid van het testament te verdedigen of een erfgenaam of legataris handelingsonbekwaam te doen verklaren, en erop toe te zien dat alle instructies van de erflater worden nagekomen. De erflater kan in het testament aanvullende taken voor de executeur opnemen.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Erfrechtprocedures eindigen met een beschikking inzake de rechten en verplichtingen in verband met de nalatenschap. Tegen deze beschikking kan binnen vijftien dagen na de betekening ervan beroep worden ingesteld. Als binnen deze termijn geen beroep wordt ingesteld, gaat de beschikking in kracht van gewijsde. De beschikking dient vervolgens als bewijs van de daarin vervatte rechten en verplichtingen. Ze heeft de status van authentieke akte.

Voordat de procedure definitief wordt afgesloten, kan de rechter een verklaring afgeven waarin hij de feiten uit het zaakdossier bevestigt. Deze verklaring is eveneens een authentieke akte.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 14/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Duits) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
De volgende vertalingen zijn al beschikbaar: Engels

Erfenissen - Duitsland

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Een testament kan worden opgemaakt als een handgeschreven testament (ook "holografisch testament" genoemd) of als een openbaar testament (ook "notarieel testament" genoemd).

Een handgeschreven testament kan alleen worden opgemaakt door personen die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, en moet van begin tot eind door de testateur zelf zijn geschreven en moet ook door hem of haar zijn ondertekend. Als het testament met een typemachine of met een computer is geschreven, als de handtekening ontbreekt of als het testament is gedicteerd (bv. op band), is het testament ongeldig en kunnen als gevolg daarvan alleen de wettelijke erfgenamen erven, mits er geen ander geldig testament met een andere erfregeling is. Om bewijsredenen mag ook beslist niet worden vergeten dat de testateur het testament moet ondertekenen met zijn of haar volledige naam (d.w.z. voor- en achternaam), zodat er geen misverstand kan bestaan over de vraag wie het testament heeft opgesteld. Tot slot wordt sterk aanbevolen om in het testament de datum en de plaats te vermelden, zodat duidelijk is wanneer en waar dit officiële schriftelijke document is opgesteld. Dat is belangrijk omdat een eerder testament – geheel of gedeeltelijk – kan worden ingetrokken en vervangen door een nieuw testament. Als de datum ontbreekt op een van de, of mogelijk zelfs beide testamenten, is het vaak onmogelijk te zeggen welk testament het meest recent is en als geldig kan worden beschouwd.

Echtparen en geregistreerde partners kunnen ook een gezamenlijk handgeschreven testament opstellen. In dat geval moet het holografisch testament dat door beide (of een van de) echtgenoten of geregistreerde partners is opgesteld, door beiden worden ondertekend. Voor meer informatie, zie: "Was ist ein gemeinschaftliches Testament?" ("Wat is een gezamenlijk testament?") op blz. 28 van de brochure "Erben und Vererben" ("Erven en nalaten") van het Bundesministerium der Justiz und für Verbraucherschutz (het Bondsministerie van Justitie en Consumentenbescherming).

Als u het risico wilt vermijden dat u fouten maakt bij het opstellen van uw testament, moet u een openbaar testament opstellen (ook een "notarieel testament" genoemd). Dat houdt in dat u uw laatste wil mondeling meedeelt aan een notaris, die deze wil schriftelijk vastlegt, dan wel dat u deze wil zelf op schrift stelt en dat u dat geschrift aan de notaris overhandigt. Voor meer informatie, zie: "Das öffentliche Testament" ("Het openbaar testament") op blz. 26 van de brochure "Erven en nalaten" van het Bondsministerie van Justitie en Consumentenbescherming. Een dergelijk testament kan reeds worden opgemaakt door minderjarigen die de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt.

Om een erfcontract te kunnen sluiten, moeten beide partijen tegelijkertijd voor de notaris verschijnen. Voor meer informatie, zie: "Der Erbvertrag" ("Het erfcontract") op blz. 34 van de brochure "Erven en nalaten" van het Bondsministerie van Justitie en Consumentenbescherming.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Om het risico te vermijden dat een holografisch testament na het overlijden van de erflater verborgen wordt, zoek raakt of wordt vergeten, is het vaak raadzaam (maar niet verplicht) om het testament in officiële bewaring te geven bij de lokale rechtbank (Amtsgericht) – of in de deelstaat Baden-Württemberg nog tot eind 2017 bij een notariskantoor (Notariat).

Een notarieel testament wordt altijd officieel bewaard. Hetzelfde geldt voor een erfcontract, tenzij de contractpartijen uitdrukkelijk verklaren dat het contract niet in officiële bewaring zal worden gegeven; in dat laatste geval wordt het document in plaats daarvan bij de notaris gedeponeerd. Officieel bewaarde testamenten en erfcontracten worden geopend na het overlijden van de persoon die daarin zijn of haar uiterste wilsbeschikking heeft neergelegd (in de wet de "Erblasser" genoemd).

Sinds 1 januari 2012 worden de holografische testamenten en de door een notaris gelegaliseerde uiterste wilsbeschikkingen (testamenten en erfcontracten) die in officiële bewaring zijn gedeponeerd bij de lokale rechtbank – of in Baden-Württemberg, tot eind 2017, bij een notariskantoor – elektronisch geregistreerd in het centrale register van testamenten van de Bundesnotarkammer (Bondskamer van notarissen). Uiterste wilsbeschikkingen die voorafgaand aan deze datum zijn opgesteld en bij de burgerlijke stand in bewaring zijn gegeven, worden doorgegeven aan dat register.

De Bundesnotarkammer wordt als registrerende autoriteit in kennis gesteld van alle sterfgevallen in Duitsland; de Bundesnotarkammer stelt de bevoegde erfrechtbank (Nachlassgericht) daarvan in kennis, zodat de in bewaring gegeven uiterste wilsbeschikkingen kunnen worden geopend en deelt ook mee of en welke beschikkingen zijn geregistreerd en waar deze worden bewaard.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Naaste verwanten kunnen door middel van een testament worden onterfd. Een situatie waarin een overlevende echtgeno(o)t(e), kinderen, kinderen van kinderen of ouders niets zouden ontvangen, ook al zouden zij de wettelijke erfgena(a)m(en) zijn geweest indien de testamentaire beschikking niet had bestaan, is echter altijd als onrechtvaardig ervaren. Aangezien de aanvaarding van wederzijdse verplichtingen in een geregistreerd partnerschap tussen personen van hetzelfde geslacht officieel is erkend en wettelijk is geregeld, geldt dat ook voor de overlevende partner van een dergelijk partnerschap. Daarom kent de wet deze eng gedefinieerde groep van personen een zogeheten "legitieme portie" toe. De begunstigden van een legitieme portie hebben het recht om van de erfgena(a)m(en) een geldelijke betaling te vorderen die gelijk is aan de helft van de waarde van het wettelijke erfdeel.

Voorbeeld: de erflater laat een echtgenoot na (met wie zij heeft samengeleefd onder het huwelijksvermogensstelsel van gemeenschap van vermogensaanwas) en een dochter. In haar testament heeft de testateur haar echtgenoot aangewezen als enige erfgenaam. De nalatenschap bedraagt 100 000 EUR. De legitieme portie van de dochter is ¼ van de nalatenschap (terwijl haar wettelijke erfdeel ½ is; dezelfde portie als de echtgenoot die met de erflater heeft samengeleefd onder het huwelijksvermogensstelsel van gemeenschap van vermogensaanwas). Om te berekenen op welk geldelijk bedrag zij recht heeft, moet de legitieme portie worden vermenigvuldigd met de waarde van de nalatenschap op het moment van het openvallen van de erfenis. Dit betekent dat de dochter een legitieme portie ten bedrage van 25 000 EUR (¼ × 100 000 EUR) kan vorderen van de echtgenoot.

Testateurs kunnen een vordering op deze legitieme portie niet blokkeren door begunstigden van een legitieme portie in hun testament op te nemen en hen minder dan de helft van hun wettelijke erfdeel toe te wijzen. In dergelijke gevallen hebben begunstigden van een legitieme portie recht op een extra bedrag om te komen tot het bedrag van hun legitieme portie.

Voorbeeld: in zijn testament heeft de testateur zijn vrouw (met wie hij heeft samengeleefd onder het huwelijksvermogensstelsel van gemeenschap van vermogensaanwas) en zijn dochter aangewezen als erfgenamen, voor respectievelijk ⅞ en ⅛ van de nalatenschap. De nalatenschap bedraagt 800 000 EUR. De legitieme portie van de dochter is ¼ van de nalatenschap (= 200 000 EUR). Gegeven het feit dat zij in het testament is opgenomen en derhalve reeds 100 000 EUR (⅛ van 800 000 EUR) zal erven, heeft zij slechts recht op een aanvullend bedrag (100 000 EUR) om het tekort aan te vullen.

Vorderingen betreffende legitieme porties moeten worden ingediend binnen drie jaar nadat de potentiële begunstigde van de legitieme portie kennis krijgt van de erfenis en van de beschikking waarbij hij of zij benadeeld wordt, en in elk geval binnen dertig jaar na het openvallen van de erfenis.

Erfgenamen kunnen vragen om uitstel van de vordering betreffende de legitieme portie als de onmiddellijke toewijzing van de vordering hen op onredelijke wijze ernstig zou benadelen. Het in de wetgeving aangehaalde voorbeeld is het geval waarin de gezinswoning anders zou moeten worden verkocht. De belangen van de begunstigde(n) moeten desalniettemin steeds in acht worden genomen. Uitstel betekent dat de legitieme portie niet meteen hoeft te worden betaald. Het is aan de rechter om per geval te beslissen hoe lang de betaling van de legitieme portie kan worden uitgesteld en of er een zekerheid moet worden gesteld in verband met de vordering betreffende de legitieme portie.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Als er geen testament of erfcontract is, zijn de regels van de wettelijke erfopvolging van toepassing.

In het Duitse erfrecht worden alleen bloedverwanten aangemerkt als erfgenaam, d.w.z. personen met dezelfde ouders, grootouders of overgrootouders als de overledene, evenals personen die gemeenschappelijke voorouders verder in de opgaande lijn delen met de overledene. Volgens deze definitie worden aangetrouwde familieleden (zoals de schoonmoeder, schoonzoon, stiefvader, stiefdochter, aangetrouwde tante, aangetrouwde oom enz.) geacht in het geheel niet verwant te zijn aan de overledene en zijn deze derhalve uitgesloten van erfopvolging, aangezien zij geen gemeenschappelijke voorouders delen met de overledene.

Een verwantschap kan ook voortvloeien uit adoptie (van kinderen). Adoptie brengt immers een volledige wettelijke familiebetrekking tot stand tussen het kind en de adoptant en de verwanten van de adoptant, die gepaard gaat met alle bijbehorende rechten en verplichtingen. Bijgevolg hebben geadopteerde kinderen over het algemeen dezelfde rechten als biologische kinderen (er kunnen bijzondere voorwaarden gelden in het geval van adoptie van meerderjarige 'kinderen').

Een uitzondering op het beginsel dat alleen bloedverwanten kunnen erven zijn de echtgenoten. Hoewel echtgenoten doorgaans geen bloedverwanten van elkaar zijn en derhalve geen gemeenschappelijke voorouders hebben, hebben zij een zelfstandig recht om van elkaar te erven. Als de echtgenoten gescheiden zijn, hebben zij geen recht op de erfenis. Onder bepaalde voorwaarden geldt dat ook al voor echtgenoten die nog niet gescheiden zijn, maar die wel al apart leven.

Krachtens het erfrecht hebben geregistreerde partners dezelfde rechten van erfopvolging als echtgenoten. Aan andere vormen van samenleving is daarentegen geen wettelijk recht op een erfdeel verbonden.

Het erfrecht voor bloedverwanten

Niet alle bloedverwanten hebben dezelfde rechten op een erfenis. De wet maakt een onderscheid tussen erfgenamen in verschillende orden.

Eerste orde

Erfgenamen van de eerste orde zijn alleen nakomelingen van de overledene, d.w.z. kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen enz.

Buitenechtelijke kinderen zijn wettelijke erfgenamen van hun moeders en vaders en van hun respectieve bloedverwanten (een uitzondering hierop is het geval waarin de erflater vóór 29 mei 2009 is overleden en het buitenechtelijke kind vóór 1 juli 1949 is geboren – zie de voetnoten op blz. 11 en blz. 15 van de brochure "Erven en nalaten" van het Bondsministerie van Justitie en Consumentenbescherming).

Indien er iemand is die tot deze groep van zeer nauwe verwanten behoort, ontvangen alle meer verre verwanten niets en hebben zij geen erfdeel.

Voorbeeld: de overledene heeft één dochter en diverse neven en nichten (oom-/tantezeggers). De neven en nichten erven niets.

De kinderen van kinderen (d.w.z. kleinkinderen, achterkleinkinderen enz.) kunnen doorgaans alleen iets erven als hun ouders reeds zijn overleden of hebben afgezien van de erfenis.

Voorbeeld: de overledene laat één dochter na en drie kleinkinderen van een zoon die zelf al eerder was overleden. De dochter ontvangt de helft van de erfenis, terwijl de kleinkinderen de andere helft onderling moeten verdelen – d.w.z. de helft die anders naar hun vader zou zijn gegaan. Dat betekent dat elk kleinkind ⅙ van de erfenis ontvangt.

Tweede orde

Erfgenamen van de tweede orde zijn de ouders van de overledene samen met hun kinderen en kinderen van kinderen, d.w.z. broers en zussen en neven en nichten (oom-/tantezeggers) van de overledene. Ook hier geldt weer dat de kinderen van de ouders van de erflater alleen erven wanneer de ouders van de erflater reeds zijn overleden. Zij erven dan het erfdeel van hun overleden vader of moeder.

Verwanten van de tweede orde kunnen alleen erven als er geen verwanten van de eerste orde zijn.

Voorbeeld: de overledene laat een nicht en een neef (oom-/tantezeggers) na. De zussen en ouders van de overledene zijn reeds overleden. De neef en nicht erven derhalve elk de helft van de nalatenschap.

Derde orde en lagere orden

De derde orde omvat de grootouders plus hun kinderen en kinderen van kinderen (tante, oom, volle neven en nichten enz.), terwijl de vierde orde de overgrootouders plus hun kinderen en kinderen van kinderen bestrijkt enzovoort. De erfopvolging is in essentie gebaseerd op dezelfde regels als die welke gelden voor bovengenoemde orden. Vanaf de vierde orde geldt echter dat als de nakomelingen van de grootouders reeds zijn overleden, het niet langer de afstammelingen van die nakomelingen zijn die de volgende in lijn zijn; in plaats daarvan wordt/worden de perso(o)n(en) die het nauwst verwant is/zijn de enige erfgena(a)m(en) (op dit punt vindt er een omschakeling plaats van het parentele erfrechtsstelsel [waarin steeds een lijn (parentele) lager wordt gezocht tot er een erfgenaam is gevonden] naar een stelsel op basis van de orde van verwantschap [waarbij naar de dichtstbijzijnde verwant op basis van verwantschapsgraden wordt gezocht]).

Altijd geldt het volgende: er hoeft maar één verwant van de hogere orde in leven te zijn om alle andere mogelijke erfgenamen van de volgende orde uit te sluiten.

Echtgenoten en geregistreerde partners

Ongeacht het betrokken huwelijksvermogensstelsel wordt de overlevende echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner aangemerkt als wettelijke erfgenaam en heeft deze recht op ¼ van de nalatenschap samen met eventuele nakomelingen, en op ½ van de nalatenschap samen met eventuele verwanten van de tweede orde (d.w.z. ouders, broers, zussen, neven en nichten (oom-/tantezeggers) van de overledene) en eventuele grootouders.

Als de echtgenoten hebben samengeleefd onder het huwelijksvermogensstelsel van gemeenschap van vermogensaanwas (dit is het stelsel dat in principe van toepassing is, tenzij de echtgenoten een ander huwelijksvermogensstelsel zijn overeengekomen als onderdeel van vóór of tijdens het huwelijk overeengekomen huwelijkse voorwaarden), neemt de bovengenoemde portie met ¼ toe. Hetzelfde geldt voor geregistreerde partners.

Als er geen verwanten van de eerste of tweede orde en geen grootouders zijn, ontvangt de overlevende echtgeno(o)t(e)/partner de gehele nalatenschap.

Voorbeeld: de overledene laat een echtgenote (met wie hij heeft samengeleefd onder het huwelijksvermogensstelsel van gemeenschap van vermogensaanwas) en zijn ouders na. De echtgenote ontvangt ¾ (½ + ¼), en de ouders – als erfgenamen van de tweede orde – ontvangen elk ⅛ van de nalatenschap. Daarnaast heeft de echtgenote, wanneer, zoals hier het geval is, de andere erfgenamen verwanten van de tweede orde of grootouders zijn, recht op wat in Duitsland de "Großer Voraus" wordt genoemd, dit is een voorkeursrecht dat meestal alle huisraad en huwelijksgeschenken omvat (wanneer de andere erfgenamen verwanten van de eerste orde zijn, heeft een overlevende echtgeno(o)t(e) alleen recht op deze goederen voor zover hij of zij ze nodig heeft om een behoorlijk huishouden te kunnen voeren).

Het wettelijk recht van de staat op een nalatenschap

Als de erflater geen echtgeno(o)t(e), partner of verwanten heeft, wordt de staat de wettelijke erfgenaam. De aansprakelijkheid van de staat is in principe beperkt tot de omvang van de nalatenschap.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

In beginsel is de lokale erfrechtbank van de laatste gewone verblijfplaats van de overledene bevoegd om erfrechtelijke aangelegenheden te behandelen (of in Baden-Württemberg tot eind 2017 het desbetreffende notariskantoor).

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

Een erfenis wordt verworpen door een verklaring af te leggen of in te dienen bij de erfrechtbank; deze verklaring moet worden afgelegd ten overstaan van de erfrechtbank of moet in een officieel gewaarmerkt document worden neergelegd (zie hieronder voor nadere bijzonderheden).

Een verklaring van aanvaarding hoeft niet in een speciale vorm te worden ingediend, en er hoeft daarvoor geen ontvangstbewijs te worden verstrekt. Het louter laten verstrijken van de uiterste termijn voor het verwerpen, houdt in dat de nalatenschap wordt aanvaard.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Een legaat wordt aanvaard of verworpen door een verklaring in te dienen bij de betrokken lasthebber. Dit kan de erfgenaam (Erbe) of een legataris (de zogenaamde sublegaten - Untervermächtnis) zijn.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Het Duitse erfrecht voorziet niet in een verklaring inzake de aanvaarding of verwerping van een legitieme portie.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Het openen van het testament

Een aan de erfrechtbank overgelegde uiterste wilsbeschikking of een uit officiële bewaring genomen uiterste wilsbeschikking wordt na het overlijden van de erflater ambtshalve geopend door de erfrechtbank. De erfgenamen worden ambtshalve in kennis gesteld van de opening.

Procedure voor de afgifte van een erfrechtverklaring

De erfrechtverklaring wordt afgegeven door de erfrechtbank (of in Baden-Württemberg tot eind 2017 door het betrokken notariskantoor), en in de verklaring wordt vermeld wie de erfgenamen zijn, welk erfdeel een erfgenaam heeft en – indien van toepassing – ook hoe de daaropvolgende erfopvolging of de uitvoering van de wilsbeschikking moet worden geregeld.

De erfrechtbank geeft op verzoek de erfrechtverklaring af. In het verzoek moet worden aangetoond dat de wettelijk vereiste gegevens correct zijn, of er moet onder ede worden verklaard dat er geen gronden zijn om aan de juistheid van de gegevens te twijfelen. De verklaring onder ede kan alleen worden afgelegd ten overstaan van een notaris of een rechtbank, tenzij de wetgeving van de betrokken deelstaat bepaalt dat alleen notarissen bevoegd zijn om deze verklaring af te nemen.

Afgifte van een Europese erfrechtverklaring

In het Internationale Erbrechtsverfahrensgesetz (de wet inzake de internationale erfrechtprocedure) is de procedure voor de Europese erfrechtverklaring neergelegd. De Europese erfrechtverklaring is een erfrechtverklaring die in bijna de hele Unie geldig is (uitzonderingen: Ierland en Denemarken). Op verzoek wordt de erfrechtverklaring ook door de erfrechtrechtbank afgegeven in de vorm van een gewaarmerkt afschrift met een beperkte geldigheidsduur. Die verklaring heeft tot doel de afwikkeling van nalatenschappen in de EU te vereenvoudigen.

Verdeling van de goederen

Als er meerdere erfgenamen zijn, wordt de nalatenschap gezamenlijk eigendom van de gemeenschap van erfgenamen. Als gevolg daarvan kunnen de mede-erfgenamen alleen over afzonderlijke onderdelen van de nalatenschap beschikken door gezamenlijk op te treden, bv. bij de verkoop van de auto van de overledene. Ook moeten zij de nalatenschap gezamenlijk beheren. Dit veroorzaakt vaak grote problemen, met name als de erfgenamen ver van elkaar wonen en niet tot overeenstemming kunnen komen. Deze 'gedwongen gemeenschap' is doorgaans bijzonder oncomfortabel en in beginsel kan elke erfgenaam de gemeenschap laten ontbinden door te verzoeken om de verdeling van de nalatenschap. De belangrijkste uitzondering hierop is wanneer de overledene in zijn of haar uiterste wilsbeschikking heeft bepaald dat de nalatenschap gedurende een bepaalde periode niet mag worden verdeeld, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat een familiebedrijf kan blijven functioneren.

Als de overledene een executeur-testamentair heeft benoemd, is deze persoon verantwoordelijk voor de verdeling van de nalatenschap. Als de overledene dat niet heeft gedaan, moeten de erfgenamen dit zelf doen. Daarbij kunnen zij de hulp inroepen van een notaris. Als de erfgenamen ondanks de benoeming van een notaris als intermediair niet tot overeenstemming kunnen komen, is de enige resterende optie een gang naar de rechter.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Voor nadere informatie over wettelijke erfopvolging, zie hierboven.

Als de overledene een testament heeft opgesteld, heeft dit voorrang boven de regels van de wettelijke erfopvolging. Alleen degenen die in het testament worden genoemd, erven, mits de erflater in zijn of haar testament over de gehele nalatenschap heeft beschikt. Voor nadere informatie over de vraag wie recht heeft op een legitieme portie, zie hierboven.

Bij het overlijden van de erflater gaat de nalatenschap wettelijk over op de erfgenaam of erfgenamen (beginsel van automatische verwerving van de nalatenschap). Erfgenamen hebben echter het recht om de erfenis te verwerpen (zie hieronder).

De overledene kan iemand ook een legaat nalaten in zijn of haar testament, bv. door deze persoon specifieke goederen of bedragen toe te wijzen. In dergelijke gevallen worden de ontvangers van het legaat ("legatarissen") niet aangemerkt als erfgenaam, maar hebben zij een vordering op de betrokken lasthebber(s) voor de specifiek in het testament aan hen toegewezen goederen.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Verwerping van de erfenis

De erfgenamen zijn niet aansprakelijk voor de schulden van de nalatenschap indien zij binnen de desbetreffende termijn de erfenis verwerpen. Als algemeen beginsel moet de desbetreffende erfgenaam binnen zes weken na in kennis te zijn gesteld van het openvallen van de nalatenschap en van de grond van zijn of haar status van erfgenaam, zijn of haar erfenis verwerpen door een officiële verklaring in te dienen bij de erfrechtbank. Dit kan ten overstaan van de rechtbank, die de verklaring vervolgens schriftelijk vastlegt, of in een officieel gewaarmerkt document. In dat laatste geval volstaat het om een brief te sturen, hoewel de handtekening van de erfgenaam moet zijn gewaarmerkt door de notaris. De rechtshandeling van het verwerpen of aanvaarden van de erfenis is in de regel bindend.

Aansprakelijkheid bij aanvaarding van de erfenis

Als de erfgenamen hun erfenis aanvaarden, nemen zij wettelijk gezien de plaats in van de overledene. Dat betekent dat zij ook de schulden van de overledene erven en in beginsel ook hun eigen goederen moeten gebruiken om deze schulden te betalen.

De erfgenamen kunnen hun aansprakelijkheid voor de geërfde schulden beperken tot wat de "boedel" ("Erbmasse") wordt genoemd. Dat houdt in dat crediteuren bij wie de overledene schulden had hun vorderingen kunnen verhalen op de goederen van de nalatenschap, maar dat de eigen goederen van de erfgena(a)m(en) beschermd blijven tegen vorderingen van derden. De erfgenamen kunnen deze aansprakelijkheidsbeperking verkrijgen door: ofwel de rechtbank te verzoeken om de nalatenschap te beheren, ofwel een insolvabiliteitsprocedure met betrekking tot de nalatenschap in te leiden door bij de lokale faillissementsrechtbank daartoe een verzoek in te dienen.

Als de nalatenschap niet eens toereikend is om de kosten van het beheer van de nalatenschap of van de insolvabiliteitsprocedure betreffende de nalatenschap te dekken, kunnen de erfgenamen nog steeds een beperking van hun aansprakelijkheid verkrijgen. Als een crediteur een vordering indient, kunnen de erfgenamen aanvoeren dat de nalatenschap ontoereikend is om de vordering te betalen. De erfgenamen kunnen weigeren de schulden van de nalatenschap te vereffenen voor zover de omvang van de nalatenschap ontoereikend is om deze schulden te dekken. De erfgenamen zijn echter verplicht om de goederen van de nalatenschap aan de crediteuren over te dragen.

Als de erfgenamen willen voorkomen dat zij worden geconfronteerd met onverwachte schulden, hoeven zij slechts een openbare kennisgevingsprocedure ("Aufgebotsverfahren") in te leiden, waarbij de erfgenamen de erfrechtbank kunnen verzoeken om van alle crediteuren van de overledene te verlangen dat ze de rechtbank – vóór een gestelde uiterste datum – in kennis stellen van de uitstaande schuld die de overledene bij hen had. Als de crediteur zijn of haar vordering niet tijdig indient, moet hij of zij worden betaald uit wat er aan het eind is overgebleven van de nalatenschap. Via de openbare kennisgevingsprocedure kunnen de erfgenamen ook duidelijkheid krijgen over het feit of er gronden zijn om de nalatenschap in het kader van een beheers- of insolvabiliteitsprocedure onder officieel beheer te plaatsen.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Om de erfgenaam van een onroerend goed in het kadaster als eigenaar te laten registreren, moet deze erfgenaam een verzoek tot rectificatie van het kadaster indienen en bewijzen dat de betrokken kadastrale gegevens onjuist zijn. Om rectificatie van gegevens in het kadaster aan te vragen na het overlijden van de geregistreerde eigenaar, moet de aanvrager eerst bewijzen dat hij of zij de status van erfgenaam heeft.

Dat bewijs kan worden geleverd door de overlegging van een erfrechtverklaring of een Europese erfrechtverklaring.

Als de erfopvolging is gebaseerd op een in een openbaar document (een notarieel testament of erfcontract) vastgelegde uiterste wilsbeschikking, volstaat het om de beschikking en de officiële verklaring inzake de opening van het document aan het kadaster voor te leggen.

Als een onroerende zaak wordt gelegateerd, moet ‑ ongeacht het van toepassing zijnde erfrecht ‑ met het oog op de overdracht van de eigendom, altijd een notariële akte worden overgelegd waaruit moet blijken dat de legataris het recht heeft om de onroerende zaak in eigendom over te nemen.

Naargelang de omstandigheden van het geval, moeten mogelijk ook andere documenten worden overgelegd. Zo moeten verzoekers, om als erfgenaam een handelsvennootschap te laten registreren, bewijs verstrekken van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid (bv. een officieel uittreksel uit het handelsregister).

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Volgens het Duitse erfrecht heeft het beheer van de nalatenschap tot doel het eigen vermogen van de erfgenamen te beschermen tegen crediteuren van de nalatenschap. De erfrechtbank kan alleen op verzoek van een belanghebbende (erfgenaam, executeur-testamentair, crediteur van de nalatenschap, koper van de totale nalatenschap of verwachter) gelasten dat de nalatenschap onder beheer wordt geplaatst.

De beheerder is een officieel aangewezen orgaan, dat is belast met het beheer van het totale vermogen van een derde en dat zelfstandig kan optreden in rechtsgedingen. Het orgaan verricht zijn officiële taken in verband met het beheer van het vermogen van een derde in het belang van alle betrokken partijen (erfgenamen en crediteuren) als particuliere entiteit. Het beheer van de nalatenschap waartoe de beheerder gerechtigd, maar ook verplicht is, is niet louter bedoeld om de nalatenschap in stand te houden en te vergroten, maar wel vooral om de vorderingen van de crediteuren van de nalatenschap te voldoen. De belangrijkste taak van de beheerder is om ervoor te zorgen dat de schulden van de nalatenschap worden vereffend.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Behalve aan de feitelijke erfgenamen, de (insolvabiliteits)beheerder (zie hierboven) en de executeur-testamentair (zie hieronder), kunnen de desbetreffende bevoegdheden ook worden verleend aan een curator van de nalatenschap.

De erfrechtbank stelt ambtshalve een curator aan wanneer de identiteit van de verantwoordelijke erfgenaam onzeker is of wanneer niet bekend is of hij of zij de erfenis heeft aanvaard. Met het curatorschap van de nalatenschap wordt beoogd om de nalatenschap te beschermen en in stand te houden in het belang van de onbekende erfgenamen.

De erfrechtbank stelt de omvang van de bevoegdheden van de curator vast afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het betrokken geval. Deze bevoegdheden kunnen tamelijk omvangrijk zijn of louter beperkt zijn tot het beheer van afzonderlijke onderdelen van de nalatenschap. De curator van de nalatenschap wordt doorgaans belast met het opsporen van de onbekende erfgenamen en het beschermen en in stand houden van de nalatenschap.

In beginsel streeft een curator van een nalatenschap er niet naar om de vorderingen van crediteuren van de nalatenschap te voldoen, omdat hij of zij in de eerste plaats is benoemd om de erfgenamen te beschermen. Bij wijze van uitzondering kan de curator ook tot taak hebben de middelen uit de nalatenschap te gebruiken om de schulden van de nalatenschap te voldoen voor zover dit noodzakelijk is voor een behoorlijk beheer en de instandhouding van de nalatenschap of om verlies of schade te voorkomen (met name kosten die zouden kunnen ontstaan als gevolg van onnodige rechtsgedingen).

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Een testateur kan in zijn of haar uiterste wilsbeschikking een of meerdere executeurs‑testamentair aanwijzen. Ook kan hij of zij een derde, de executeur-testamentair of de erfrechtbank machtigen om een (bijkomende) executeur-testamentair te benoemen. De verplichtingen van de executeur-testamentair vangen aan zodra de aangewezen persoon zijn of haar benoeming aanvaardt.

Krachtens de wet is het de taak van de executeur-testamentair om de testamentaire beschikkingen van de overledene uit te voeren. Als er meer dan één erfgenaam is, is de executeur-testamentair belast met de verdeling van de nalatenschap tussen de erfgenamen.

De executeur-testamentair moet de nalatenschap beheren. Hij of zij is in het bijzonder gerechtigd om de nalatenschap in bezit te nemen en de onderdelen van de nalatenschap van de hand te doen. In dit geval hebben de erfgenamen geen beschikkingsbevoegdheid over enig onderdeel van de nalatenschap die onder beheer van de executeur-testamentair is geplaatst. De executeur-testamentair is ook gerechtigd om in naam van de nalatenschap verplichtingen aan te gaan, mits dit noodzakelijk is voor een behoorlijk beheer van de nalatenschap. Hij of zij is tevens gerechtigd om onderdelen van de nalatenschap kosteloos van de hand te doen als er daartoe een morele verplichting bestaat of om redenen van fatsoen.

De testateur kan de bevoegdheden van de executeur-testamentair echter naar eigen goeddunken inperken in vergelijking met de in de wetgeving omschreven bevoegdheden. De testateur kan ook een termijn vaststellen waarbinnen het testament moet worden uitgevoerd. De testateur zou bijvoorbeeld kunnen bepalen dat de executeur-testamentair de nalatenschap binnen een bepaalde (korte) tijdspanne moet afhandelen en verdelen. Aan de andere kant zou de testateur in zijn of haar testament of erfcontract ook kunnen bepalen dat de nalatenschap over een lange periode moet worden afgehandeld ("Dauervollstreckung"). Een dergelijke afhandeling kan in beginsel maximaal dertig jaar in beslag nemen, gerekend vanaf de datum van het openvallen van de nalatenschap. De testateur kan echter ook bepalen dat het beheer moet worden voortgezet tot het overlijden van een erfgenaam of de executeur-testamentair, of tot een andere persoonlijke gebeurtenis betreffende een van die personen. In dergelijke gevallen kan de tenuitvoerlegging van het testament feitelijk langer duren dan dertig jaar.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Over het algemeen is een erfrechtverklaring of een Europese erfrechtverklaring vereist om te bewijzen dat een erfgenaam een bepaald recht heeft, bv. als een erfgenaam een stuk grond of een door de overledene aangehouden rekening op zijn of haar eigen naam wil laten zetten. Als er een openbaar testament is (zie hierboven), is het misschien niet nodig om een erfrechtverklaring of een Europese erfrechtverklaring over te leggen.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 11/03/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Estland

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Een erflater kan de uiterste wilsbeschikking opstellen in de vorm van een testament of een erfovereenkomst. Het testament kan een notarieel of een eigenhandig testament zijn. Een erflater kan het testament of een deel van het testament te allen tijde intrekken door middel van een later testament of een latere erfovereenkomst. Dat geldt niet voor wederzijdse testamenten van echtgenoten, omdat er bijzondere regels voor de wijziging of herroeping van dergelijke testamenten bestaan.

Notariële testamenten

Een notarieel testament is een door een notaris opgesteld testament of een testament dat door de erflater is opgesteld en in een verzegelde envelop in bewaring is gegeven aan een notaris.

In een notarieel testament legaliseert een notaris een testament dat hij of zij heeft opgesteld overeenkomstig de uiterste wilsbeschikking van de erflater, of een door de erflater opgesteld testament dat hij of zij aan de notaris heeft voorgelegd voor legalisering. Een notarieel testament moet door de erflater zijn ondertekend in aanwezigheid van de notaris.

Een door een notaris gelegaliseerd testament kan ook worden opgesteld door minderjarigen van ten minste 16 jaar oud. Dergelijke minderjarige erflaters hebben geen toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger nodig.

In het geval van een ter bewaring bij een notaris gedeponeerd testament overhandigt de erflater zijn of haar uiterste wilsbeschikking persoonlijk aan de notaris in een verzegelde envelop en verklaart de erflater dat dit zijn of haar testament is. In dat geval stelt de notaris een notariële akte op waarin wordt bevestigd dat het testament is gedeponeerd, welke akte door de erflater en de notaris wordt ondertekend. De erflater kan een bij een notaris gedeponeerd testament te allen tijde intrekken. In dat geval stelt de notaris een notariële akte op waarin wordt bevestigd dat het testament is ingetrokken, welke akte ook weer door de erflater en de notaris wordt ondertekend.

Er zijn geen beperkingen gesteld aan de geldigheid van notariële testamenten, d.w.z. dat ze van kracht blijven totdat ze worden herroepen of ingetrokken.

Eigenhandige testamenten

Een eigenhandig testament is ofwel een in aanwezigheid van getuigen ondertekend testament, ofwel een holografisch testament.

De tekst van een eigenhandig testament dat is ondertekend in aanwezigheid van getuigen hoeft niet te zijn opgesteld door de erflater (en hoeft ook niet handgeschreven te zijn), maar moet zijn ondertekend in aanwezigheid van ten minste twee getuigen die handelingsbekwaam zijn, en de datum waarop het testament is opgemaakt moet in het testament worden vermeld. De getuigen moeten allebei tegelijk aanwezig zijn bij de ondertekening. Een erflater moet de getuigen meedelen dat ze als getuige bij het opmaken van een testament zijn opgeroepen en dat het testament zijn of haar uiterste wilsbeschikking vormt. De getuigen hoeven niet in kennis te worden gesteld van de inhoud van het testament. Onmiddellijk nadat de erflater het testament heeft ondertekend, ondertekenen ook de getuigen het testament. De getuigen bevestigen met hun respectieve handtekeningen dat de erflater het testament zelf heeft ondertekend en dat de erflater naar hun beste weten handelings- en wilsbekwaam is. Een persoon kan niet als getuige optreden als zijn of haar bloedverwanten in opgaande of neergaande lijn, broers of zussen en hun afstammelingen, of echtgeno(o)t(e) en zijn of haar bloedverwanten in opgaande of neergaande lijn, begunstigde zijn van het opgestelde testament.

Een holografisch testament moet van begin tot eind eigenhandig door de erflater zijn geschreven (het testament mag niet zijn getypt, zijn uitgeprint of anderszins op mechanische wijze zijn geproduceerd) en de datum waarop het testament is opgemaakt moet in het testament worden vermeld. Een holografisch testament moet persoonlijk door de erflater zijn ondertekend.

De erflater kan een eigenhandig testament zelf bewaren of aan een andere persoon in bewaring geven.

Een eigenhandig testament wordt zes maanden nadat het is opgemaakt ongeldig als de erflater nog in leven is. Als in het eigenhandig testament niet wordt vermeld op welke datum het is opgemaakt en deze datum niet op andere wijze kan worden vastgesteld, is het testament ongeldig.

Wederzijdse testamenten van echtgenoten

Een wederzijds testament van echtgenoten is een gezamenlijk door de echtgenoten opgesteld testament waarin ze elkaar als erfgenaam benoemen of andere bepalingen inzake de behandeling van de nalatenschap in het geval van hun overlijden vastleggen.

In een wederzijds testament van echtgenoten waarin elk de ander als enige erfgenaam aanwijst, kunnen de echtgenoten bepalen aan wie het deel van de nalatenschap van de overlevende echtgeno(o)t(e) na zijn of haar overlijden wordt overgedragen.

Een wederzijds testament van echtgenoten moet notarieel worden gelegaliseerd. Een notaris stelt dit type testament op in overeenstemming met de uiterste wilsbeschikking van de echtgenoten, en de echtgenoten moeten het testament ondertekenen in aanwezigheid van een notaris.

Een bepaling in een wederzijds testament van echtgenoten kan door elk van de echtgenoten worden herroepen zolang beide echtgenoten nog in leven zijn. Een testament waarin de bepaling wordt herroepen, moet notarieel worden gelegaliseerd. De bepaling wordt geacht te zijn herroepen wanneer de andere echtgeno(o)t(e), via de notaris, een kennisgeving heeft ontvangen van de herroeping van de bepaling. Na het overlijden van een echtgeno(o)t(e) kan de overlevende echtgeno(o)t(e) zijn of haar bepaling alleen herroepen indien hij of zij afziet van het aandeel in de nalatenschap dat op grond van het wederzijdse testament aan hem of haar toekomt.

Een wederzijds testament van echtgenoten wordt ongeldig als het huwelijk vóór het overlijden van de erflater wordt ontbonden. Ook wordt het wederzijds testament ongeldig als de erflater vóór zijn of haar overlijden de echtscheiding heeft aangevraagd bij een rechtbank of schriftelijk heeft ingestemd met een echtscheiding of gerechtigd was om het huwelijk nietig te laten verklaren en daartoe een verzoek had ingediend bij de rechtbank.

Erfovereenkomsten

Een erfovereenkomst is een overeenkomst tussen de erflater en een andere persoon waarbij de erflater de wederpartij of een andere persoon benoemt tot erfgenaam en een legaat, een testamentaire verplichting of een testamentaire aanwijzing vastlegt. Ook kan de erflater een erfovereenkomst sluiten met een erfgenaam bij versterf aangaande het feit dat die erfgenaam de erfenis verwerpt.

Voorts kan een erfovereenkomst eenzijdige beschikkingen van de erflater bevatten; in dat geval zullen die beschikkingen worden toegepast conform de voor testamenten geldende bepalingen.

Erfovereenkomsten moeten worden opgesteld en gelegaliseerd door een notaris. Erfovereenkomsten worden ondertekend in aanwezigheid van een notaris.

Een erfovereenkomst of een in een erfovereenkomst opgenomen beschikking kan worden geannuleerd of herroepen terwijl de partijen in leven zijn door middel van een notarieel gelegaliseerde overeenkomst tussen de partijen of door een nieuwe erfovereenkomst.

Indien een erfovereenkomst is gesloten onder omstandigheden die op grond van de De link wordt in een nieuw venster geopend.wet inzake het algemene deel van het burgerlijk wetboek aanleiding geven tot opzegging van de erfovereenkomst, kan de rechthebbende in geval van ongeldigheid van de erfovereenkomst of een daarin vervatte beschikking ook na het overlijden van de erflater verzoeken om de opzegging van de overeenkomst.

Daarnaast kan een partij zich terugtrekken uit de erfovereenkomst. De erflater kan zich terugtrekken uit de erfovereenkomst als het recht op terugtrekking in de overeenkomst is vastgelegd. Terugtrekking kan plaatsvinden als de gerechtigde persoon een misdrijf tegen de erflater, zijn of haar echtgeno(o)t(e) of bloedverwanten in opgaande of neergaande lijn heeft begaan of als de wederpartij opzettelijk inbreuk maakt op zijn of haar wettelijke onderhoudsverplichting jegens de erflater. De erflater is ook gerechtigd om zich uit de erfovereenkomst terug te trekken wanneer een partij bij de erfovereenkomst die tijdens het leven van de erflater terugkerende verplichtingen jegens de erflater moet nakomen - bovenal onderhoudsverplichtingen - dergelijke verplichtingen opzettelijk of wezenlijk schendt. Terugtrekking uit de erfovereenkomst vindt plaats door middel van een notarieel gelegaliseerde verklaring aan de wederpartij. In het geval van een wederzijdse erfovereenkomst en als het recht op terugtrekking in de erfovereenkomst is opgenomen, wordt de gehele overeenkomst ongeldig als één partij zich terugtrekt, tenzij in de erfovereenkomst anders is bepaald. Het recht op terugtrekking uit een wederzijdse erfovereenkomst dooft uit bij het overlijden van een van de partijen. Na het overlijden van een partij kan de overlevende partij bij de erfovereenkomst zijn of haar beschikking alleen herroepen als hij of zij afstand doet van de aan hem of haar bij de erfovereenkomst toegewezen activa.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Notariële testamenten en erfovereenkomsten worden altijd ingeschreven in het erfregister op de werkdag volgend op de legalisering van de notariële akte. Bovendien zijn notarissen verplicht om alle wijzigingen in erfovereenkomsten, overeenkomsten inzake de beëindiging van erfovereenkomsten en verklaringen inzake de terugtrekking uit erfovereenkomsten in te schrijven in het erfregister. Schending van de inschrijvingsverplichting heeft geen effect op de geldigheid van het testament.

Een opgemaakt eigenhandig testament kan in het erfregister worden ingeschreven door de erflater of door elke persoon die beschikt over informatie betreffende het eigenhandig testament en door de erflater is gevraagd om de inschrijving te verrichten. Eigenhandige testamenten hoeven niet verplicht te worden ingeschreven in het erfregister.

Notariële testamenten en erfovereenkomsten worden in het erfregister ingeschreven door de notaris die het testament of de erfovereenkomst heeft gelegaliseerd of bij wie het document is gedeponeerd. Daartoe verricht de notaris een inschrijving in het erfregister of zendt hij of zij een kennisgeving aan het register. Vanaf 1 januari 2015 zenden notarissen niet langer kennisgevingen aan het erfregister, maar wijzigen ze de gegevens in het erfregister door deze wijzigingen in te schrijven in het register.

Gegevens over eigenhandige testamenten kunnen in het erfregister worden ingevoerd via het overheidsportaalDe link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.eesti.ee door elke persoon die weet heeft van het testament en aan wie is gevraagd om de desbetreffende gegevens in te voeren.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Over het algemeen zijn er geen beperkingen gesteld aan het opmaken van testamenten, en ook is het eigen beschikkingsrecht van de erflater niet beperkt wanneer hij of zij een testament heeft opgemaakt.

De beschikkingsvrijheid is beperkt door de rechtsfiguur van de legitieme portie, die de vrijheid van de erflater om zijn of haar vermogen aan de erfgenamen van zijn of haar keuze na te laten inperkt. Het recht om een legitieme portie te vorderen van de erfgenaam ontstaat als een erflater bij testament of erfovereenkomst een afstammeling, ouder of echtgeno(o)t(e) die recht op een erfdeel bij versterf heeft en ten aanzien van wie de erflater ten tijde van zijn of haar overlijden een onderhoudsverplichting had uit hoofde van de Estse Wet inzake het familierecht, heeft onterfd of zijn of haar aandeel in de nalatenschap heeft verlaagd tot onder zijn of haar aandeel bij erfopvolging bij versterf. Krachtens de Estse Wet inzake het verbintenissenrecht heeft de ontvanger van de legitieme portie bijgevolg een vordering op de erfgenamen. De persoon die recht heeft op de legitieme portie kan een geldbedrag vorderen dat gelijk is aan de legitieme portie als berekend op basis van de waarde van de nalatenschap. De persoon die het recht op een legitieme portie uitoefent is geen erfgenaam. Het bedrag van de legitieme portie is de helft van de waarde van het aandeel in de nalatenschap dat een erfgenaam zou hebben geërfd in het geval van wettelijke erfopvolging als alle wettelijke erfgenamen de nalatenschap zouden hebben aanvaard.

De echtgeno(ot)e van de erflater kan, behalve om zijn of haar erfdeel, om een persoonlijk gebruiksrecht verzoeken van een onroerende zaak die de echtelijke woning van de echtgenoten vormt, voor zover de kwaliteit van leven van de echtgeno(o)t(e) van de erflater door de nalatenschap wordt beperkt. Overeenkomstig de jurisprudentie van het Hooggerechtshof (Riigikohus) kan de echtgeno(o)t(e) van de erflater dit recht doen gelden ongeacht of hij of zij een aanvullend verzoek doet en of dit verzoek in overeenstemming met het testament (en) of de wet wordt ingediend.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Als de erflater geen geldig testament of geldige erfovereenkomst heeft nagelaten, wordt de erfopvolging geacht bij versterf te zijn en wordt deze wettelijk geregeld. Als het testament of de erfovereenkomst slechts betrekking heeft op een deel van de goederen van een erflater, wordt de erfopvolging voor het resterende deel geregeld overeenkomstig de wet. De erfgenamen bij versterf zijn de echtgeno(o)t(e) en de verwanten van de erflater, en de erfopvolging vindt plaats op drie niveaus. De echtgeno(o)t(e) erft samen met de erfgenamen bij versterf.

De eerste orde omvat de afstammelingen van de erflater (kinderen, geadopteerde kinderen, kleinkinderen enz.). Samen met de erfgenamen van de eerste orde erft de echtgeno(o)t(e) een bedrag dat gelijk is aan het aandeel van een kind van de erflater, en niet minder dan een kwart van de nalatenschap.

Als er geen erfgenamen van de eerste orde zijn, erven de erfgenamen van de tweede orde: de ouders van de erflater en hun afstammelingen (broers en zussen van de erflater). Als beide ouders van de erflater ten tijde van het openvallen van de nalatenschap nog leven, erven ze de hele nalatenschap in gelijke delen. Als de vader of moeder van de overledene niet meer leeft ten tijde van het openvallen van de nalatenschap, nemen de kinderen, geadopteerde kinderen en kleinkinderen enz. de plaats van de overleden ouder in. Samen met de erfgenamen van de tweede orde erft de echtgeno(o)t(e) de helft van de nalatenschap.

Als er geen erfgenamen van de tweede orde zijn, erven de erfgenamen van de derde orde: de grootouders van de erflater en hun afstammelingen (d.w.z. ooms en tantes van de erflater). Als alle grootouders van de erflater ten tijde van het openvallen van de nalatenschap nog leven, erven ze de hele nalatenschap in gelijke delen. Als een grootouder van vaders- en moederskant niet meer leeft ten tijde van het openvallen van de nalatenschap, wordt zijn of haar plaats ingenomen door de kinderen, geadopteerde kinderen en kleinkinderen enz. van de overleden grootouder. Als die er niet zijn, erft de andere grootouder van dezelfde kant van de familie zijn of haar aandeel. Als de andere grootouder ook overleden is, erven zijn of haar kinderen, geadopteerde kinderen, kleinkinderen enz. de nalatenschap. Als beide grootouders van vaderskant dan wel beide grootouders van moederskant van de erflater reeds overleden zijn ten tijde van het openvallen van de nalatenschap en geen afstammelingen hebben, nemen de grootouders van de andere kant van de familie en hun kinderen, geadopteerde kinderen en kleinkinderen enz. de plaats van de overleden grootouders in. De bepalingen inzake erfgenamen van de eerste orde worden toegepast op afstammelingen die de plaats van hun ouders innemen als erfgenamen.

Als de erflater gehuwd was en geen erfgenamen van de eerste of tweede orde had, erft de echtgeno(o)t(e) de gehele nalatenschap.

Als de erflater geen erfgenamen bij versterf of echtgeno(o)t(e) had, is de lokale overheid van de plaats waar de erfopvolging is opengevallen de wettelijke erfgenaam. De plaats waar de erfopvolging is opengevallen, is de laatste wettelijke verblijfplaats van de erflater. Als de laatste wettelijke verblijfplaats van de erflater in een ander land dan Estland ligt, maar het Ests recht moet worden toegepast op de erfopvolging, is de erfgenaam bij versterf de Republiek Estland.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

In Estland worden erfopvolgingsprocedures uitgevoerd door de Estse notaris waar de erfopvolgingsprocedure is ingeleid indien de erflater zijn laatste verblijfplaats in Estland had. De notaris verricht een inschrijving in het erfregister waaruit blijkt dat de procedure is ingeleid. Indien de erflater zijn laatste verblijfplaats in het buitenland had, voert een Estse notaris alleen een erfopvolgingsprocedure uit met betrekking tot de goederen die zich in Estland bevinden, op voorwaarde dat de erfopvolgingsprocedure niet in het buitenland kan worden gevoerd of dat de in het buitenland gevoerde procedure geen betrekking heeft op de zich in Estland bevindende goederen of dat de in het buitenland opgestelde erfrechtverklaring niet wordt erkend in Estland.

De erfopvolgingsprocedure wordt uitgevoerd door een Estse notaris, ook wanneer overeenkomstig Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 107-134), de erfopvolgingsprocedure in Estland moet plaatsvinden, waarbij de artikelen 4 tot en met 15 en artikel 17 van deze verordening worden toegepast.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

Verklaringen van aanvaarding en verwerping van de erfenis moeten worden voorgelegd aan de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert. Deze verklaringen kunnen ook notarieel worden gelegaliseerd door een andere notaris, die de verklaring vervolgens zal doorsturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert.

Ook consulaire ambtenaren met speciale kwalificaties en ambtenaren die werken voor buitenlandse vertegenwoordigingen van Estland kunnen aanvaardings- of verwerpingsverklaringen legaliseren. Consulaire ambtenaren zijn verplicht om de door hen gelegaliseerde verklaringen onmiddellijk door te sturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Ingevolge het systeem voor legaten heeft een legataris het recht om te eisen dat de executeur van het legaat het voorwerp van het legaat aan hem of haar overdraagt. Om het legaat te ontvangen moet de legataris een vordering tot executie van het legaat instellen bij de executeur van het legaat. De erflater kan de executie van het legaat als verplichting opleggen aan de erfgenaam of een andere legataris. Als de erflater geen executeur voor het legaat heeft benoemd, treedt de erfgenaam op als executeur.

Aangezien de bepalingen inzake aanvaarding of verwerping van de erfenis ook gelden voor de aanvaarding of verwerping van een legaat, heeft het verzuim om een verklaring van verwerping in te dienen binnen de daarvoor vastgestelde termijn tot gevolg dat het legaat wordt geacht te zijn aanvaard. Als de legataris het legaat wenst te verwerpen, moet de verklaring van verwerping worden ingediend binnen de hiervoor in de wet vastgestelde termijn, te weten drie maanden na het overlijden van de erflater en de kennisgeving van het recht op het legaat.

Als onderdeel van de erfopvolgingsprocedure moet de notaris contact opnemen met alle in het testament genoemde legatarissen om hen te informeren over hun recht op een legaat. Voordat de vordering tot executie van het legaat wordt ingediend, heeft de legataris het recht om informatie over het legaat te ontvangen. Net als bij de aanvaarding van de erfopvolging is ook de verklaring van aanvaarding of verwerping van het legaat onherroepelijk. Om zijn of haar rechten te staven, heeft de legataris het recht om de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert te verzoeken om een verklaring inzake de uit het legaat voortvloeiende vordering.

Als het legaat betrekking heeft op een onroerende zaak of enig ander object waarbij een verkooptransactie notarieel moet worden gelegaliseerd, moet het contract inzake de overdracht van het legaat tussen de executeur van het legaat en de legataris ook notarieel worden gelegaliseerd.

Een legataris die ook erfgenaam is, heeft recht op het legaat ook al verwerpt hij of zij de erfenis.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Een legitieme portie is een geldelijke vordering op de erfgenamen uit hoofde van het verbintenissenrecht, die moet worden ingediend bij de erfgenamen. Het recht op een legitieme portie ontstaat bij het openvallen van de nalatenschap. Er hoeft geen verzoek bij een notaris te worden ingediend om een legitieme portie te ontvangen.

Als een erflater bij testament of erfovereenkomst een afstammeling, ouder of echtgeno(o)t(e) die recht op een erfdeel bij versterf heeft en ten aanzien van wie de erflater ten tijde van zijn of haar overlijden een onderhoudsverplichting had uit hoofde van de Estse Wet inzake het familierecht, heeft onterfd of zijn of haar aandeel in de nalatenschap heeft verlaagd tot onder zijn of haar aandeel bij erfopvolging bij versterf, heeft deze het recht om een legitieme portie van de erfgenamen te vorderen.

De notaris legaliseert, op grond van een notarieel gelegaliseerd verzoek van een erfgenaam, de executeur van een testament of een persoon die recht heeft op een legitieme portie, de verklaring inzake de vordering op een legitieme portie – ook bekend als de verklaring betreffende het recht op een legitieme portie. In de verklaring betreffende het recht op een legitieme portie worden de ontvanger en de omvang van de legitieme portie in de nalatenschap beschreven.

Van het recht op een legitieme portie kan afstand worden gedaan door middel van een erfovereenkomst tussen de erflater en de persoon die recht heeft op erfopvolging. Deze overeenkomst moet notarieel worden gelegaliseerd.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Bij het openvallen van de nalatenschap – d.w.z. bij het overlijden van de erflater – gaat de nalatenschap over op de erfgenamen, die erfgenamen bij erfovereenkomst, testamentaire erfgenamen dan wel erfgenamen bij versterf kunnen zijn.

Om te bepalen welke personen in aanmerking komen voor een erfenis kan een erfopvolgingsprocedure worden ingeleid door een erfgenaam, een crediteur van de erflater, een legataris of een andere persoon die rechthebbende is met betrekking tot de nalatenschap. Een persoon die een erfopvolgingsprocedure wil starten moet contact opnemen met een notaris; de notaris zal vervolgens een ter zake dienend verzoek opstellen en legaliseren. De procedure kan maar door één notaris worden uitgevoerd; als de erfopvolging reeds is geïnitieerd op verzoek van een notaris, zal de notaris die het latere verzoek heeft aanvaard dit verzoek derhalve doorsturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert.

De erfgenaam kan de erfenis aanvaarden of verwerpen. De termijn voor het afstand doen van het recht op erfopvolging bedraagt drie maanden. Deze termijn begint te lopen vanaf het moment waarop de erfgenaam weet of had moeten weten dat de erflater is overleden en dat hij of zij recht op een erfdeel heeft. Als de erfgenaam de erfenis niet verwerpt binnen deze termijn, wordt hij of zij geacht deze te hebben aanvaard. Om de erfenis te aanvaarden kan de erfgenaam ook binnen bovengenoemde termijn een daartoe strekkend verzoek indienen bij de notaris die de erfopvolgingszaak behandelt.

Het besluit van de erfgenaam om de erfenis te aanvaarden of te verwerpen is onherroepelijk. Na een verwerping van de erfenis kan deze niet meer worden aanvaard; na aanvaarding van de erfenis kan deze niet meer worden verworpen. Dit beginsel is ook van toepassing op de aanvaarding of verwerping van een legaat – zij het dat legatarissen die tevens erfgenaam zijn en de erfenis hebben verworpen nog steeds recht op het legaat hebben.

Verklaringen van aanvaarding of verwerping moeten notarieel worden gelegaliseerd.

De notaris verricht een inschrijving waaruit blijkt dat de erfopvolgingsprocedure is ingeleid zodra hij of zij een verzoek tot inleiding van deze procedure heeft ontvangen. De notaris publiceert uiterlijk twee dagen na de inleiding van de procedure een mededeling in het officiële publicatieblad Ametlikud Teadaanded. Voorts brengt de notaris de bij hem bekende erfgenamen en andere personen die krachtens het testament of de erfovereenkomst rechten of verplichtingen hebben, van de inleiding van de erfopvolgingsprocedure op de hoogte. In geval van erfopvolging op basis van een uiterste wilsbeschikking informeert de notaris eveneens de personen die in geval van erfopvolging bij versterf zouden hebben geërfd.

De notaris gaat na wat de rechten en verplichtingen van de erflater zijn en raadpleegt daartoe de registers en de kredietinstellingen die in de Republiek Estland actief zijn, instellingen die in een besluit van de De link wordt in een nieuw venster geopend.bevoegde minister worden vermeld. Op grond van een notariële verklaring van de persoon die om inleiding van de erfopvolgingsprocedure heeft verzocht, of van een persoon die rechten met betrekking tot de nalatenschap heeft, kan de notaris ook andere personen om inlichtingen verzoeken. Als de erflater gehuwd was op het moment dat de procedure werd ingeleid en de echtgenoten in gemeenschap van goederen gehuwd waren, verzoekt de notaris tevens om informatie over de rechten en verplichtingen van de overlevende echtgeno(o)t(e) van de erflater.

Tijdens de erfopvolgingsprocedure heeft elke persoon die deze procedure mag inleiden, het recht om van de notaris informatie te verkrijgen over de identiteit van de personen die de nalatenschap hebben aanvaard of verworpen. In geval van een nalatenschap op basis van een uiterste wilsbeschikking komt dit recht ook toe aan elke persoon die bij versterf zou hebben geërfd. Deze personen hebben ook het recht om de resultaten in te zien van de verzoeken om inlichtingen aangaande de rechten en verplichtingen van de erflater. In geval van een nalatenschap op basis van een uiterste wilsbeschikking heeft elke persoon die bij versterf zou hebben geërfd, recht op toegang tot het testament en de erfovereenkomst.

Als er voldoende bewijs is voor het recht van erfopvolging van een erfgenaam en voor de omvang daarvan verstrekt de notaris een erfrechtverklaring, maar niet eerder dan een maand na de publicatie van de mededeling over de inleiding van de erfopvolgingsprocedure in het officiële publicatieblad Ametlikud Teadaanded. De notaris vermeldt in het erfregister dat een erfrechtverklaring is verstrekt.

Na het verstrekken van de erfrechtverklaring kunnen de erfgenamen de nalatenschap in onderlinge overeenstemming verdelen. Als hierover een geschil ontstaat, is het aan de rechter om de nalatenschap te verdelen, wanneer een erfgenaam daarom verzoekt.

Bij de verdeling van de nalatenschap moet worden vastgesteld welke goederen of delen van goederen uit de erfenis en welke rechten en verplichtingen aan iedere erfgenaam toekomen. De nalatenschap wordt tussen de erfgenamen verdeeld op grond van hun erfdeel. Daarbij wordt gekeken naar de gebruikelijke waarde van de goederen uit de nalatenschap op het moment van de verdeling. Als de erfgenamen daarmee instemmen, kan een goed uit de nalatenschap worden beoordeeld op basis van het specifieke belang dat een erfgenaam bij dat goed heeft.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

De erfopvolging wordt geïnitieerd bij het overlijden van de erflater. Nadat de erfopvolging is geïnitieerd, gaat de nalatenschap over op de erfgenamen. De basis voor de erfopvolging is de wet of de laatste wens van de erflater, uitgedrukt in een uiterste wilsbeschikking of een erfovereenkomst. Een erfdeel op grond van een overeenkomst krijgt voorrang boven een testamentair erfdeel, en deze beide erfdelen krijgen voorrang boven een erfdeel bij versterf.

Er hoeft geen afzonderlijk verzoek te worden ingediend om de erfenis te ontvangen. Bij aanvaarding van een erfenis gaan alle rechten en verplichtingen van de erflater over op de erfgenaam, behalve die welke door hun aard integraal zijn verbonden met de persoon van de erflater of die wettelijk niet overdraagbaar zijn. Als de erfgenaam de erfenis aanvaardt, wordt de eigendom van de tot de nalatenschap behorende voorwerpen geacht te zijn overgedragen met terugwerkende kracht tot de datum van het openvallen van de nalatenschap. Als de erfenis is aanvaard door meer dan één erfgenaam (mede-erfgenamen), is de nalatenschap hun gezamenlijke eigendom.

Elke persoon met rechtsbevoegdheid kan erven – dit omvat natuurlijke personen die ten tijde van het overlijden van de erflater in leven zijn en rechtspersonen die ten tijde van het overlijden van de erflater bestaan. Een kind dat na het openvallen van de nalatenschap levend wordt geboren, wordt geacht te kunnen erven bij het openvallen van deze nalatenschap als het kind vóór het openvallen van de nalatenschap was verwerkt. Een op grond van een testament of erfovereenkomst opgerichte stichting wordt geacht te hebben bestaan ten tijde van het openvallen van de nalatenschap als de stichting later rechten als rechtspersoon verwerft.

Een overlevende echtgeno(o)t(e) heeft geen recht op een erfdeel of recht op het preferentieel aandeel (de zogeheten preferentiële goederen) als de erflater vóór zijn of haar overlijden de echtscheiding heeft aangevraagd of heeft verzocht om schriftelijke instemming met een echtscheiding, of ten tijde van zijn of haar overlijden gerechtigd was om het huwelijk nietig te laten verklaren en daartoe een verzoek had ingediend bij de rechtbank.

Een ouder die de voogdij over een kind volledig is ontnomen, kan niet de wettelijke erfgenaam van het kind zijn.

Er kan niet worden geërfd in de volgende gevallen:

  • de persoon heeft opzettelijk en onrechtmatig de dood van de erflater veroorzaakt of heeft geprobeerd dit te doen;
  • de persoon heeft de erflater opzettelijk en onrechtmatig in een situatie gebracht waarin de erflater niet in staat was om zijn of haar testamentaire voornemens te uiten of te herroepen;
  • de persoon heeft de erflater door middel van dwang of misleiding belet om een testamentaire beschikking op te stellen of te wijzigen of heeft de erflater er door middel van dwang of misleiding toe aangezet om een testamentaire beschikking op te stellen of te wijzigen terwijl het voor de erflater niet langer mogelijk was om zijn of haar testamentaire voornemens te uiten of te herroepen;
  • de persoon heeft opzettelijk en onrechtmatig een testament of erfovereenkomst weggenomen of vernietigd terwijl het voor de erflater niet langer mogelijk was om het testament of de erfovereenkomst te vernieuwen;
  • de persoon heeft het door de erflater opgemaakte testament of de door de erflater opgemaakte erfovereenkomst of een onderdeel daarvan vervalst.

Volgens het Ests recht wordt een ontvanger van een legitieme portie niet beschouwd als een erfgenaam; de ontvanger van een legitieme portie heeft een opeisbare vordering op de erfgenaam uit hoofde van het verbintenissenrecht. Het recht om een legitieme portie te vorderen van de erfgenaam ontstaat als een erflater bij testament of erfovereenkomst een afstammeling, ouder of echtgeno(o)t(e) die recht op een erfdeel bij versterf heeft en ten aanzien van wie de erflater ten tijde van zijn of haar overlijden een onderhoudsverplichting had uit hoofde van de Estse Wet inzake het familierecht, heeft onterfd of zijn of haar aandeel in de nalatenschap heeft verlaagd tot onder zijn of haar aandeel bij erfopvolging bij versterf. Het bedrag van de legitieme portie is de helft van de waarde van het aandeel in de nalatenschap dat een erfgenaam zou hebben geërfd in het geval van erfopvolging bij versterf als alle wettelijke erfgenamen de nalatenschap zouden hebben aanvaard.

Een erfopvolgingsprocedure kan worden ingeleid door een erfgenaam, een crediteur van de erflater, een legataris of een andere persoon die rechthebbende is met betrekking tot de nalatenschap, op grond van een notarieel gelegaliseerd verzoek. Een erfopvolgingsprocedure wordt uitgevoerd door de Estse notaris bij wie de erfopvolgingsprocedure is ingeleid en die in het erfregister staat ingeschreven als de executeur van de erfopvolgingsprocedure. De procedure kan maar door één notaris worden uitgevoerd; als de erfopvolging reeds is geïnitieerd op verzoek van een notaris, zal de notaris die het latere verzoek heeft aanvaard dit verzoek derhalve doorsturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert. Een notaris moet een erfrechtverklaring legaliseren als er voldoende bewijs is voor het recht van erfopvolging door een erfgenaam. Als er meerdere erfgenamen zijn, stelt de notaris de omvang van het aandeel in de nalatenschap van elke erfgenaam vast.

Een erfgenaam kan de erfenis aanvaarden of verwerpen. Als een persoon die recht heeft op een erfenis niet binnen drie maanden na de datum waarop hij of zij te weten komt of te weten had moeten komen dat hij of zij recht op een erfdeel heeft, geen afstand van dat recht heeft gedaan, wordt hij of zij geacht de erfenis te hebben aanvaard. Een persoon die afstand doet van zijn of haar recht op een erfdeel vermijdt de juridische gevolgen van de erfopvolging.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Ja, een erfgenaam moet alle verplichtingen van de erflater nakomen. Als de nalatenschap ontoereikend is om alle vorderingen te voldoen, moet een erfgenaam de resterende verplichtingen uit zijn of haar eigen vermogen voldoen, tenzij de erfgenaam na een boedelbeschrijving de verplichtingen heeft voldaan krachtens de in de wet vastgestelde procedure, de nalatenschap failliet is verklaard of de faillissementsprocedure is beëindigd zonder dat er een faillissement is uitgesproken.

Als een erfgenaam verzoekt om een boedelbeschrijving, mogen de crediteuren van de erfgenaam hun vorderingen slechts verhalen op de nalatenschap nadat de boedelbeschrijving is uitgevoerd; doch die beperking geldt slechts binnen de termijn die is vastgesteld voor de boedelbeschrijving. Nadat de boedelbeschrijving is verricht, is de aansprakelijkheid van de erfgenaam beperkt tot de waarde van de nalatenschap.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Als de erflater onroerende zaken bezat, wordt de betrokken inschrijving in het kadaster ongeldig bij zijn of haar overlijden, op grond van de overweging dat de persoon die in het kadaster staat ingeschreven als de houder van het reële recht niet de persoon is aan wie het reële recht (volgens het materiële recht) feitelijk toebehoort, omdat alle goederen van de erflater bij het openvallen van de nalatenschap overgaan op een andere persoon – de erfgenaam.

Om de erfgenaam of erfgenamen in het kadaster te kunnen inschrijven, moet de nieuwe houder van het reële recht een inschrijvingsverzoek indienen en moet een document ter staving van de rechtsopvolging – de erfrechtverklaring – worden bijgevoegd.

Als het reële recht is overgedragen aan een gemeenschap van mede-erfgenamen, is de verklaring van één erfgenaam voldoende om de inschrijving te wijzigen en worden de andere erfgenamen geacht niet relevant te zijn, d.w.z. dat hun instemming niet noodzakelijk is voor de inschrijving, aangezien een erfgenaam niet kan voorkomen dat een titel die reeds aan hem of haar is overgedragen, zichtbaar wordt in het kadaster. Hetzelfde beginsel geldt in het geval van de overdracht van een deel van het gezamenlijk vermogen van mede-erfgenamen.

Wanneer de echtgenoten, conform de erfrechtverklaring, een gezamenlijk vermogen hadden, gelden er krachtens de wetgeving bijzondere vereisten. In dat geval kan elk specifiek voorwerp zowel gezamenlijk eigendom als afzonderlijk eigendom zijn, en dit kan niet worden opgehelderd in het kader van de legalisering van de erfrechtverklaring.

Voorts bevat de wetgeving uitzonderingen voor de situatie waarin de erfgenamen de nalatenschap hebben verdeeld met het oog op de ontbinding van de gemeenschap en hebben bepaald welke items of onderdelen, of rechten en verplichtingen die deel uitmaken van de nalatenschap, door elke mede-erfgenaam zullen worden gehouden en welke onroerende zaken die deel uitmaken van de nalatenschap door een specifieke mede-erfgenaam zullen worden gehouden.

Als de erflater nooit gehuwd is geweest, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:

  • een erfrechtverklaring;
  • een inschrijvingsverzoek, notarieel gelegaliseerd of digitaal ondertekend; een digitaal te ondertekenen verzoek moet worden opgesteld en bij het kadaster worden ingediend via het portaal van het kadaster (De link wordt in een nieuw venster geopend.https://kinnistuportaal.rik.ee); toegang tot dit portaal kan worden verkregen met een Estse identiteitskaart, een mobiele identiteitskaart en bepaalde buitenlandse identiteitskaarten of via het overheidsportaal ( De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.eesti.ee).

Er zijn geen kosten verbonden aan het wijzigen van een inschrijving in het kadaster.

In dat geval worden alle erfgenamen die in de erfrechtverklaring worden vermeld ingeschreven in het kadaster als gezamenlijke eigenaars.

Wanneer de nalatenschap op een zodanige wijze wordt verdeeld tussen mede-erfgenamen dat de onroerende zaak wordt gehouden door een specifieke mede-erfgenaam, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:

  • een overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap die notarieel is gelegaliseerd door een Estse notaris;
  • een inschrijvingsverzoek (kan worden opgenomen in de bovenbedoelde notarieel gelegaliseerde overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap).

Voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster moet een vergoeding worden betaald.

In dat geval wordt de in de overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap vermelde persoon aan wie de eigendom van de specifieke onroerende zaak wordt toegekend, ingeschreven in het kadaster als de eigenaar van de onroerende zaak.

De erfrechtverklaring moet aan de notaris worden overgelegd voor de legalisering van de overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap.

Als het huwelijk van de erflater was beëindigd ten tijde van het openvallen van de nalatenschap of eindigde met het overlijden van de erflater, maar de onroerende zaak in de nalatenschap geen gezamenlijk eigendom van de voormalige echtgenoten was, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:

  • een erfrechtverklaring;
  • een certificaat van eigendom waaruit blijkt dat de onroerende zaak het exclusieve eigendom van de erflater was;
  • een inschrijvingsverzoek, notarieel gelegaliseerd of digitaal ondertekend; een digitaal te ondertekenen verzoek moet worden opgesteld en bij het kadaster worden ingediend via het portaal van het kadaster (De link wordt in een nieuw venster geopend.https://kinnistuportaal.rik.ee); toegang tot dit portaal kan worden verkregen met een Estse identiteitskaart, een mobiele identiteitskaart en bepaalde buitenlandse identiteitskaarten of via het overheidsportaal (De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.eesti.ee.

Er zijn geen kosten verbonden aan het wijzigen van een inschrijving in het kadaster.

Alle erfgenamen die in de erfrechtverklaring worden vermeld, worden ingeschreven in het kadaster.

Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak het exclusieve eigendom van de erflater was. In de regel moeten de documenten die de basis voor de verwerving van de onroerende zaak hebben gevormd worden overgelegd aan de notaris, voor zover de notaris deze zelf niet kan verkrijgen, teneinde te bewijzen dat de echtgenoten de eigendom hadden verdeeld of de onroerende zaak als gescheiden eigendom hadden aangemerkt (bv. door middel van een huwelijksvermogensovereenkomst, een overeenkomst inzake de verdeling van gezamenlijk eigendom of een ander document tot staving van de verwerving van gescheiden eigendom, zoals een overeenkomst om niet enz.).

Als het huwelijk van de erflater was beëindigd ten tijde van het openvallen van de nalatenschap of eindigde met het overlijden van de erflater, maar de onroerende zaak in de nalatenschap gezamenlijk eigendom van de voormalige echtgenoten was, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:

  • een erfrechtverklaring;
  • een certificaat van eigendom waaruit blijkt dat de onroerende zaak gezamenlijk eigendom van de erflater en de voormalige echtgeno(o)t(e) was;
  • een inschrijvingsverzoek, notarieel gelegaliseerd of digitaal ondertekend; een digitaal te ondertekenen verzoek moet worden opgesteld en bij het kadaster worden ingediend via het portaal van het kadaster (De link wordt in een nieuw venster geopend.https://kinnistuportaal.rik.ee); toegang tot dit portaal kan worden verkregen met een Estse identiteitskaart, een mobiele identiteitskaart en bepaalde buitenlandse identiteitskaarten of via het overheidsportaal (De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.eesti.ee.

Er zijn geen kosten verbonden aan het wijzigen van een inschrijving in het kadaster.

Alle erfgenamen die in de erfrechtverklaring worden vermeld en de overlevende of voormalige echtgeno(o)t(e) worden ingeschreven in het kadaster, ongeacht of ze al dan niet erfgenaam zijn.

Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak gezamenlijk eigendom was. In de regel moeten de documenten die de basis voor de verwerving van de onroerende zaak hebben gevormd worden overgelegd aan de notaris, voor zover de notaris deze niet zelf kan verkrijgen (o.a. de overeenkomst inzake de verdeling van gezamenlijk eigendom, een huwelijksvermogensovereenkomst).

Als het huwelijk van de erflater was beëindigd ten tijde van het openvallen van de nalatenschap of eindigde met het overlijden van de erflater en de onroerende zaak in de nalatenschap gezamenlijk eigendom van de voormalige echtgenoten was, en de nalatenschap op een zodanige wijze tussen mede-erfgenamen wordt verdeeld dat de onroerende zaak wordt gehouden door een specifieke mede-erfgenaam, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:

  • een certificaat van eigendom en een overeenkomst inzake de verdeling van het gezamenlijk huwelijksvermogen, notarieel gelegaliseerd door een Estse notaris;
  • een inschrijvingsverzoek (kan worden opgenomen in de bovenbedoelde notarieel gelegaliseerde overeenkomst over de verdeling van het gezamenlijk huwelijksvermogen en de nalatenschap).

Voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster moet een vergoeding worden betaald.

Als gevolg van de verdeling van het gezamenlijk huwelijksvermogen worden de erflater en overlevende echtgeno(o)t(e) in het kadaster ingeschreven als eigenaars van hun wettelijke delen. De in de erfrechtverklaring vermelde erfgenamen aan wie de eigendom van een specifieke onroerende zaak krachtens de overeenkomst wordt overgedragen, worden in het kadaster ingeschreven als de eigenaars van het wettelijke deel van de erflater. Als het wettelijke deel dat toebehoort aan de erfgenamen wordt verdeeld tussen de erfgenamen, wordt de omvang van het wettelijke deel van elke erfgenaam vermeld.

Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak gezamenlijk eigendom was.

Een andere optie is in dit geval om de volgende documenten voor te leggen voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster:

  • een overeenkomst inzake de verdeling van het gezamenlijk huwelijksvermogen van de voormalige echtgenoten en een overeenkomst inzake de verdeling van de nalatenschap, notarieel gelegaliseerd door een Estse notaris;
  • een inschrijvingsverzoek (kan worden opgenomen in de bovenbedoelde notarieel gelegaliseerde overeenkomst over de verdeling van het gezamenlijk huwelijksvermogen en de nalatenschap).

Voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster moet een vergoeding worden betaald.

De in de overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap vermelde persoon aan wie de eigendom van de specifieke onroerende zaak wordt toegekend, wordt in het kadaster ingeschreven als de eigenaar van de onroerende zaak.

Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak gezamenlijk eigendom was.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

In het geval van het overlijden van de erflater treft een rechtbank beheermaatregelen indien:

  • er geen erfgenaam bekend is;
  • er geen erfgenaam aanwezig is op de plaats waar de nalatenschap zich bevindt;
  • het niet bekend is of een erfgenaam de erfenis heeft aanvaard;
  • een erfgenaam beperkte handelingsbekwaamheid heeft en er geen voogd is benoemd;
  • er andere wettelijke gronden van toepassing zijn.

De beheermaatregelen omvatten de organisatie van het beheer van de nalatenschap en de toepassing van maatregelen om een in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering vastgestelde actie veilig te stellen. De rechtbank benoemt een beheerder voor de nalatenschap.

De rechtbank treft op eigen initiatief beheermaatregelen, tenzij wettelijk anders wordt bepaald. Ook kan een rechtbank besluiten tot de toepassing van beheermaatregelen op verzoek van een crediteur van de erflater, een legataris of enige andere persoon die een vordering heeft op de nalatenschap, mits het verzuim om beheermaatregelen toe te passen ertoe zou kunnen leiden dat de desbetreffende vordering niet zal kunnen worden voldaan uit de nalatenschap. In het geval van een geschil over de vraag wie recht heeft om te erven, kan de rechtbank eveneens beheermaatregelen uitvaardigen op verzoek van een persoon die erkenning van zijn of haar erfrecht vordert.

Wanneer een testamentaire beschikking niet wordt uitgevoerd, kan de rechtbank een beheerder benoemen teneinde de beschikking op verzoek van een belanghebbende persoon alsnog uit te voeren. De beheerder heeft dezelfde rechten en verplichtingen als een executeur van een testament ten aanzien van het vermogen dat is aangewezen voor de uitvoering van de testamentaire beschikking.

Nationale en lokale overheidsinstanties, notarissen en gerechtsdeurwaarders moeten, indien zij daarvan op de hoogte zijn, de rechtbank in kennis stellen van de noodzaak om beheermaatregelen te treffen.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Als er geen beheermaatregelen zijn getroffen met betrekking tot de nalatenschap, beheren de erfgenamen de nalatenschap gezamenlijk. De erfgenamen zijn verplicht om alle beschikkingen in het testament uit te voeren, inclusief het overdragen van de nalatenschap op grond van de beschikkingen in het testament.

Als er wel beheermaatregelen zijn getroffen met betrekking tot de nalatenschap, wordt de nalatenschap beheerd door een door de rechter benoemde beheerder, aan wie de rechtbank instructies kan geven voor de verwerking, het gebruik en de vervreemding van de goederen. Een beheerder kan alleen over de nalatenschap beschikken om de verplichtingen uit hoofde van de nalatenschap na te komen en om de kosten van het beheer van de nalatenschap te betalen. De beheerder moet voldoen aan alle verplichtingen die beheerders van nalatenschappen volgens de wet hebben.

Als in het testament een executeur is benoemd, kan een erfgenaam niet beschikken over de tot de nalatenschap behorende voorwerpen die de executeur nodig heeft om zijn of haar taken uit te voeren. De executeur dient de goederen prudent te beheren en aan de erfgenamen de voorwerpen te overhandigen die hij of zij niet nodig heeft voor de uitvoering van het testament. Totdat de erfenis door de erfgenaam is aanvaard, moet de executeur de verplichtingen als beheerder van de nalatenschap nakomen of een verzoek tot oplegging van beheermaatregelen indienen.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Rechten, verplichtingen en taken van de beheerder van een nalatenschap

  • De nalatenschap prudent beheren en in stand houden;
  • uit de nalatenschap voorzien in het levensonderhoud van familieleden die tot het overlijden van de erflater met de erflater hebben samengeleefd en door de erflater werden onderhouden;
  • uit de nalatenschap verplichtingen met betrekking tot de nalatenschap voldoen en verslag uitbrengen over het beheer van de nalatenschap aan de rechtbank en de erfgenamen;
  • de nalatenschap die in het bezit van een erfgenaam of derde is in bezit nemen of de scheiding van de goederen van de nalatenschap van een erfgenaam op enige andere wijze waarborgen indien dit noodzakelijk is om de nalatenschap in stand te houden;
  • bij een notaris een verzoek tot inleiding van een erfopvolgingsprocedure indienen, indien noodzakelijk, of andere maatregelen nemen voor de identificatie van de erfgenaam indien Estse notarissen niet bevoegd zijn om de erfopvolgingsprocedure uit te voeren;
  • de beheerder van de nalatenschap moet, na het verrichten van een boedelbeschrijving, de vorderingen op de nalatenschap voldoen als de uiterste termijn daarvoor is verstreken. De beheerder van de nalatenschap mag alleen met toestemming van de erfgenaam vorderingen voldoen waarvan de uiterste termijn nog niet is verstreken. Als een rechtbank ook heeft besloten tot de toepassing van beheermaatregelen op verzoek van een crediteur van de erflater, een legataris of enige andere persoon die een vordering heeft op de nalatenschap, en indien het verzuim om beheermaatregelen toe te passen ertoe zou kunnen leiden dat de desbetreffende vordering niet zal kunnen worden voldaan uit de nalatenschap, moet de beheerder, na het verrichten van de boedelbeschrijving van de nalatenschap, uit de nalatenschap alle vorderingen op de nalatenschap voldoen, in de in de wet bepaalde volgorde. De nalatenschap kan pas aan de erfgenaam worden overgedragen nadat de vorderingen zijn voldaan;
  • als de omvang van een nalatenschap ontoereikend is om alle vorderingen te voldoen en de erfgenaam er niet mee instemt om de vorderingen uit zijn of haar eigen vermogen te voldoen, moet de beheerder van de nalatenschap of de erfgenaam onverwijld een verzoek indienen om de nalatenschap failliet te verklaren. Een beheerder kan alleen over de nalatenschap beschikken om de verplichtingen uit hoofde van de nalatenschap na te komen en om de kosten van het beheer van de nalatenschap te betalen. Een beheerder heeft niet het recht om een onroerende zaak die tot een nalatenschap behoort zonder toestemming van de rechtbank van de hand te doen. Dat geldt niet wanneer er binnen zes maanden na het openvallen van de nalatenschap geen erfgenaam is vastgesteld of een erfgenaam die de erfenis heeft aanvaard niet binnen zes maanden na aanvaarding van de erfenis is begonnen met het beheren van de nalatenschap; in dat geval kan de beheerder de nalatenschap verkopen, na eerst een boedelbeschrijving te hebben verricht, en het uit de verkoop van de nalatenschap ontvangen geldbedrag op een bankrekening zetten;
  • de erfgenaam heeft niet het recht om een nalatenschap die voor beheerdoeleinden aan een beheerder is toegewezen van de hand te doen;
  • de beheerder van de nalatenschap heeft recht op een vergoeding voor de uitvoering van zijn of haar taken, waarvan de hoogte door de rechtbank wordt vastgesteld.

Rechten, verplichtingen en taken van een executeur van een testament

  • Een executeur van een testament moet alle in de wet vermelde taken uitvoeren, tenzij in het testament anders wordt bepaald. Een executeur van een testament kan, met de toestemming van de belanghebbende personen, afwijken van de in het testament aan hem of haar toegewezen taken, indien dit in het belang is van de uitvoering van de testamentaire wil van de erflater;
  • de executeur moet zo spoedig mogelijk na de aanvaarding van zijn of haar taken een lijst van de tot de nalatenschap behorende voorwerpen die hij of zij nodig heeft om zijn of haar taken uit te voeren, aan de erfgenaam overleggen;
  • totdat de erfenis door de erfgenaam is aanvaard, moet de executeur de verplichtingen als beheerder van de nalatenschap nakomen of een verzoek tot oplegging van beheermaatregelen indienen;
  • een executeur van een testament moet legaten, testamentaire beschikkingen, testamentaire aanwijzingen en andere verplichtingen uit hoofde van het testament of de erfovereenkomst ten uitvoer leggen;
  • een executeur van een testament moet de nalatenschap prudent beheren en zorgen voor de instandhouding van de nalatenschap voor zover deze nodig is voor de uitvoering van zijn of haar taken;
  • een executeur van een testament moet een tot de nalatenschap behorend voorwerp in bezit nemen of op enige andere wijze zorgen voor scheiding van het voorwerp van het vermogen van de erfgenaam indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn of haar taken;
  • een executeur van een testament heeft het recht om verplichtingen aan te gaan met betrekking tot een erfenis en om tot de nalatenschap behorende voorwerpen van de hand te doen indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn of haar taken;
  • als een erflater schikkingen heeft getroffen inzake de verdeling van de nalatenschap, moet de executeur van het testament de nalatenschap tussen de erfgenamen verdelen;
  • een executeur van een testament heeft het recht om een erfgenaam of een legataris te vertegenwoordigen voor zover dit noodzakelijk is om de taken van de executeur van een testament te kunnen uitvoeren;
  • een executeur van een testament moet de voorwerpen die deel uitmaken van de nalatenschap en die hij of zij onder zich houdt en niet nodig heeft voor de uitvoering van zijn of haar taken, aan de erfgenaam overhandigen;
  • als een executeur van een testament niet verplicht is om een beschikking van de erflater persoonlijk uit te voeren, kan hij of zij een erfgenaam opdragen dit te doen;
  • een erfgenaam heeft niet het recht om tot de nalatenschap behorende voorwerpen die de executeur nodig heeft om zijn of haar taken te kunnen uitvoeren, van de hand te doen;
  • een executeur van een testament is aansprakelijk voor de schade die onrechtmatig is toegebracht aan een erfgenaam of legataris als hij of zij zijn of haar taken in dit opzicht niet naar behoren heeft vervuld;
  • een executeur van een testament moet aan de erfgenamen en legatarissen verslag uitbrengen van zijn of haar activiteiten;
  • de noodzakelijke kosten die een executeur van een testament maakt voor het uitvoeren van zijn of haar taken, worden vergoed uit de nalatenschap;
  • een executeur van een testament heeft recht op een redelijke vergoeding voor zijn of haar werkzaamheden, tenzij in het testament anders wordt bepaald.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Als er voldoende bewijs wordt verstrekt betreffende het recht van erfopvolging door de erfgenamen en naar gelang van de mate waarin dat het geval is, zal de notaris de erfrechtverklaring, waarin de omvang van het erfdeel van elke erfgenaam wordt vermeld, legaliseren; in de verklaring wordt echter niet de samenstelling van de nalatenschap beschreven.

De rechten en verplichtingen van de erflater gaan vanaf het moment van diens overlijden over op de erfgenaam, overeenkomstig de wet. De erfrechtverklaring heeft geen regelgevende waarde, d.w.z. dat daardoor geen De link wordt in een nieuw venster geopend.eigendomsrecht ongedaan wordt gemaakt of ontstaat. De erfrechtverklaring vormt een document dat de wettelijke erfopvolging regelt vanuit de veronderstelling dat de in de verklaring genoemde perso(o)n(en) erfgenaam zijn in de mate waarin dat wordt aangegeven.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 18/04/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Griekenland

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Α. Vrijwillige erfopvolging is alleen mogelijk door middel van een testament (artikelen 1710 en 1712 van het Burgerlijk Wetboek).

Daarbij kunnen de volgende typen testamenten worden onderscheiden:

a) Gewone testamenten:

  • Holografisch testament: een geheel in eigen handschrift (zonder gebruik van mechanische hulpmiddelen) door de testateur geschreven, gedateerd en ondertekend testament (artikelen 1721-1723 van het Burgerlijk Wetboek). Het is niet nodig om een dergelijk testament bij enige autoriteit in te dienen. Na het overlijden van de testateur moet iedereen die een holografisch testament heeft, na in kennis te zijn gesteld van het overlijden van de testateur en zonder bewuste vertraging, het testament voor bekendmaking overleggen aan de rechter van de arrondissementsrechtbank met jurisdictie in de laatste woon/verblijfplaats van de testateur of in zijn of haar eigen woon/verblijfplaats of aan een Griekse consulaire autoriteit indien de houder van het testament in het buitenland woont/verblijft (artikelen 1774-1775 van het Burgerlijk Wetboek).
  • Verzegeld testament: opgemaakt door de testateur en in een verzegelde envelop overgelegd aan een notaris in het bijzijn van drie getuigen of in het bijzijn van twee notarissen en één getuige. Na het overlijden van de testateur moet de notaris zonder bewuste vertraging persoonlijk het originele testament voor bekendmaking overleggen aan de rechter van de arrondissementsrechtbank met jurisdictie in de regio waarin de notaris zijn of haar standplaats heeft (artikelen 1738-1748 en 1769 van het Burgerlijk Wetboek).
  • Openbaar testament: testament dat mondeling wordt opgemaakt door de testateur ten overstaan van een notaris in het bijzijn van drie getuigen of ten overstaan van twee notarissen in het bijzijn van één getuige. Vervolgens wordt een notariële akte verleden. Deze akte omvat het testament en wordt door de notaris onder zich gehouden; de notaris moet, na in kennis te zijn gesteld van het overlijden van de testateur en zonder bewuste vertraging, een afschrift van het testament voor bekendmaking overleggen aan de rechter van de arrondissementsrechtbank met jurisdictie in de regio waarin de notaris zijn of haar standplaats heeft (artikelen 1724-1737 en 1769 van het Burgerlijk Wetboek).

b) Buitengewone testamenten:

In buitengewone omstandigheden kan een testament worden opgemaakt aan boord van een schip (artikelen 1749-1752 van het Burgerlijk Wetboek), door soldaten tijdens een militaire campagne (artikelen 1753-1756 van het Burgerlijk Wetboek) en door personen die zich in quarantaine bevinden (artikel 1757 van het Burgerlijk Wetboek). Een buitengewoon testament moet onverwijld worden ingediend bij de dichtstbijzijnde Griekse consulaire autoriteit of bij een notaris in Griekenland en aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit worden meegedeeld (artikelen 1761-1762 van het Burgerlijk Wetboek). Een buitengewoon testament wordt ongeldig na drie maanden vanaf de datum waarop de buitengewone omstandigheden ophouden van invloed te zijn op de testateur, mits deze dan nog steeds in leven is (artikelen 1758-1760 van het Burgerlijk Wetboek).

Elk testament is in gelijke mate geldig, en een nieuw testament maakt elk op een eerdere datum opgemaakt testament ongeldig, mits de testateur het eerder opgestelde testament uitdrukkelijk heeft ingetrokken of het latere testament bepalingen bevat die strijdig zijn met die van het eerdere testament. In dat laatste geval trekt een later testament alleen de delen van het eerdere testament in die strijdig zijn met het latere testament (artikelen 1763-1768 van het Burgerlijk Wetboek).

In alle gevallen moet de testateur handelingsbevoegd zijn, uit vrije en onbelemmerde wil handelen en voldoen aan de wettelijke eisen voor het wettig doen verlijden van elk type testament.

B. Ook kan een overeenkomst inzake een donatie bij overlijden worden gesloten (artikelen 2032-2035 van het Burgerlijk Wetboek). In dat geval moet de begunstigde echter niet worden beschouwd als erfgenaam of universele erfopvolger van de donor.

C. Gezamenlijke testamenten (d.w.z. testamenten die door twee of meer personen in één handeling worden opgemaakt) zijn wettelijk verboden (artikel 1717 van het Burgerlijk Wetboek).

D. Ook overeenkomsten inzake toekomstige erfopvolgingen zijn verboden (artikel 368 van het Burgerlijk Wetboek).

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Α. Een holografisch testament hoeft niet te worden ingediend bij een specifieke autoriteit. Om veiligheidsredenen kan de testateur zijn of haar testament echter aan de notaris in bewaring geven (artikel 1722 van het Burgerlijk Wetboek).

B. Verzegelde testamenten en openbare testamenten moeten aan een notaris worden overgelegd, waarna een daarop betrekking hebbende notariële akte moet worden verleden (artikelen 1743 en 1732 van het Burgerlijk Wetboek).

C. Een buitengewoon testament moet worden meegedeeld aan een toezichthoudende autoriteit en moet onverwijld worden ingediend bij de dichtstbijzijnde Griekse consulaire autoriteit of bij een notaris in Griekenland (artikelen 1761-1762 van het Burgerlijk Wetboek).

D. Na het overlijden van de testateur moet een notaris die een testament onder zich houdt in het geval van een openbaar testament een afschrift ervan toezenden aan de rechter van de arrondissementsrechtbank, en in het geval van een verzegeld of buitengewoon testament persoonlijk het originele testament voor bekendmaking overleggen aan de rechter van de arrondissementsrechtbank met jurisdictie in de regio waarin de notaris zijn of haar standplaats heeft (artikelen 1769-1780 van het Burgerlijk Wetboek en artikelen 807-811 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Eenieder bij wie een holografisch testament berust moet, na in kennis te zijn gesteld van het overlijden van de testateur en zonder bewuste vertraging, het testament voor bekendmaking overleggen aan de rechter van de arrondissementsrechtbank met jurisdictie in de laatste woon/verblijfplaats van de testateur of in zijn of haar eigen woon/verblijfplaats (artikelen 1774 – 1775 van het Burgerlijk Wetboek en artikelen 807 – 811 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Indien de houder van een testament in het buitenland woont/verblijft, kan hij of zij het testament overleggen aan een Griekse consulaire autoriteit.

E. Eenieder die een holografisch testament vindt of onder zich houdt en dit niet onmiddellijk aan een bevoegde autoriteit overlegt, kan civielrechtelijk en strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld, en, indien hij of zij een erfgenaam is, worden uitgesloten van erfopvolging (artikelen 914, 902, 903 en 1860 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 811 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikelen 222 en 242 van het Wetboek van Strafrecht).

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Α. De afstammelingen en ouders van de overledene, evenals de langstlevende echtgenoot of de langstlevende geregistreerde partner, die als intestaat erfgenaam tot erfopvolging zouden zijn geroepen, hebben recht op een wettelijk erfdeel (legitieme portie) van de nalatenschap (artikel 1825 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 11 van Wet 3719/2008).

B. Het wettelijke erfdeel van de nalatenschap komt overeen met de helft van het intestate erfdeel. De wettelijke begunstigde van dat erfdeel is een wettige erfgenaam in verband met dat erfdeel (artikel 1825 van het Burgerlijk Wetboek).

C. De methode die wordt gebruikt om die ratio te berekenen is ingewikkeld. Zo wordt er rekening gehouden met de toerekenbare voordelen die de begunstigde reeds van de overledene heeft ontvangen en het totaal van de (notionele) waarde van de nalatenschap (artikelen 1830-1834 van het Burgerlijk Wetboek).

D. Elke door het testament aan de begunstigde van het erfdeel opgelegde beperking wordt geacht niet te zijn geschreven voor zover de beperking van toepassing is op het wettelijk erfdeel van de nalatenschap (artikel 1829 van het Burgerlijk Wetboek). Als de nalatenschap die nog bestaat op het moment van het overlijden van de erflater onvoldoende is om het wettelijk erfdeel te dekken, kan de begunstigde van het erfdeel, door een gerechtelijke actie te initiëren tegen een liefdeloze donatie, proberen een donatie die door de overledene tijdens zijn of haar leven is gedaan terug te draaien. Het recht om een dergelijke actie aanhangig te maken verjaart twee jaar na de dood van de erflater (artikelen 1835-1838 van het Burgerlijk Wetboek).

E. De wettelijke begunstigde van het wettelijk erfdeel ontvangt dat wettelijk erfdeel van de nalatenschap niet als hij of zij door de overledene is onterfd (artikelen 1839-1845) of is uitgesloten (artikelen 1860-1864). De wettelijke begunstigde van een wettelijk erfdeel kan afstand doen van de erfopvolging (artikelen 1847-1859 van het Burgerlijk Wetboek) of van het recht op het wettelijk erfdeel (artikel 1826 van het Burgerlijk Wetboek).

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Er zijn zes categorieën van erfopvolging. Een persoon die is opgenomen in een bepaalde categorie komt niet in aanmerking voor erfopvolging als een andere persoon uit een hogere categorie daarvoor in aanmerking komt (artikel 1819 van het Burgerlijk Wetboek):

Α. De afstammelingen van de overledene behoren tot de eerste categorie van intestate erfopvolgers. Er is erfopvolging bij staken. De dichtstbijzijnde afstammeling sluit verdere afstammelingen in dezelfde lijn uit. Kinderen erven gelijke delen van de nalatenschap (artikel 1813 van het Burgerlijk Wetboek).

De langstlevende echtgenoot behoort eveneens tot de eerste categorie en ontvangt een kwart van de nalatenschap (artikel 1820 van het Burgerlijk Wetboek).

Een langstlevende persoon met wie de overledene een geregistreerd partnerschap had gesloten valt ook in de eerste categorie en ontvangt een zesde deel van de nalatenschap (artikel 11 van Wet 3719/2008).

B. De ouders en broers en zussen van de overledene, evenals de kinderen en kleinkinderen van broers of zussen van de overledene die eerder dan de overledene zijn overleden of die afstand hebben gedaan van hun recht op erfopvolging of zijn uitgesloten van erfopvolging, behoren tot de tweede categorie. De ouders en broers en zussen van de overledene, evenals de kinderen en kleinkinderen van broers of zussen van de overledene die eerder dan de overledene zijn overleden of die afstand hebben gedaan van hun recht op erfopvolging of zijn uitgesloten van erfopvolging, erven bij staken (artikel 1814 van het Burgerlijk Wetboek).

Indien halfbroers of halfzussen in dezelfde categorie vallen als ouders of volle broers of zussen of als kinderen of kleinkinderen van volle broers of zussen, ontvangen ze een erfdeel dat de helft bedraagt van het erfdeel van volle broers of zussen. Ook de kinderen en kleinkinderen van broers of zussen van de overledene die eerder dan de overledene zijn overleden of die afstand hebben gedaan van hun recht op erfopvolging of zijn uitgesloten van erfopvolging ontvangen een erfdeel dat de helft bedraagt van dit wettelijk erfdeel (artikel 1815 van het Burgerlijk Wetboek).

De langstlevende echtgenoot behoort eveneens tot de tweede categorie en ontvangt de helft van de nalatenschap (artikel 1820 van het Burgerlijk Wetboek).

Een langstlevende persoon met wie de overledene een geregistreerd partnerschap had gesloten valt ook in de tweede categorie en ontvangt een derde deel van de nalatenschap (artikel 11 van Wet 3719/2008).

C. De grootouders en de kinderen en kleinkinderen van de afstammelingen van de overledene vallen in de derde categorie van intestate erfopvolgers.

Als ten tijde van het overlijden van de erflater de grootouders in beide lijnen nog leven en geen afstand hebben gedaan van hun recht op erfopvolging en daar ook niet van zijn uitgesloten, zullen zij de enige begunstigden zijn van de nalatenschap en deze in gelijke delen ontvangen.

Als ten tijde van het overlijden van de erflater de grootvader of grootmoeder in de lijn van de vader of moeder niet meer leeft of afstand heeft gedaan van zijn of haar recht op erfopvolging of daarvan is uitgesloten, treden zijn of haar kinderen en kleinkinderen in haar of zijn plaats. Bij afwezigheid van kinderen en kleinkinderen, of als deze afstand hebben gedaan van hun recht op erfopvolging of daarvan zijn uitgesloten, komt het erfdeel van de persoon die is overleden of afstand heeft gedaan van het recht op erfopvolging of daarvan is uitgesloten toe aan de grootvader of de grootmoeder in dezelfde lijn, en bij afwezigheid van een dergelijke grootvader of grootmoeder, of indien die grootvader of grootmoeder afstand heeft gedaan van het recht op erfopvolging of daarvan is uitgesloten, komt dit erfdeel toe aan zijn of haar kinderen en kleinkinderen.

Als ten tijde van het overlijden van de erflater de grootvader en de grootmoeder in de lijn van de vader of de moeder niet meer leven of afstand hebben gedaan van het recht op erfopvolging of daarvan zijn uitgesloten en geen kinderen en kleinkinderen hebben of hun kinderen en kleinkinderen afstand hebben gedaan van hun recht op erfopvolging of daarvan zijn uitgesloten, zijn de enige begunstigden de grootvader of grootmoeder en hun kinderen en kleinkinderen in de andere lijn.

Kinderen erven gelijke delen van de nalatenschap en sluiten kleinkinderen in dezelfde lijn uit. Kleinkinderen erven de nalatenschap in lijn (artikel 1816 van het Burgerlijk Wetboek).

Een langstlevende echtgenoot behoort eveneens tot de derde categorie en ontvangt de helft van de nalatenschap (artikel 1820 van het Burgerlijk Wetboek).

Een langstlevende persoon met wie de overledene een geregistreerd partnerschap had gesloten valt ook in de derde categorie en ontvangt een derde deel van de nalatenschap (artikel 11 van Wet 3719/2008).

D. De overgrootouders van de overledene worden tot erfopvolging geroepen in de vierde categorie van erfopvolgers en erven gelijke delen van de nalatenschap, ongeacht de lijn waartoe ze behoren (artikel 1817 van het Burgerlijk Wetboek).

Een langstlevende echtgenoot behoort eveneens tot de vierde categorie en ontvangt de helft van de nalatenschap (artikel 1820 van het Burgerlijk Wetboek).

Een langstlevende persoon met wie de overledene een geregistreerd partnerschap had gesloten valt ook in de vierde categorie en ontvangt een derde deel van de nalatenschap (artikel 11 van Wet 3719/2008).

E. Een langstlevende echtgenoot of een langstlevende persoon met wie de overledene een geregistreerd partnerschap had gesloten valt in de vijfde categorie en ontvangt de gehele nalatenschap (artikel 1821 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 11 van Wet 3719/2008).

Een gescheiden echtgeno(o)t(e) en een langstlevende persoon met wie de overledene een geregistreerd partnerschap had gesloten, indien het partnerschap is beëindigd terwijl de overledene nog leefde, komen niet in aanmerking voor intestate erfopvolging.

Een langstlevende echtgenoot tegen wie de overledene een scheidingsprocedure aanhangig heeft gemaakt, met een geldige reden voor de scheiding, wordt uitgesloten van de intestate erfopvolging (artikel 1822 van het Burgerlijk Wetboek).

F. De Griekse staat wordt tot erfopvolging geroepen in de zesde categorie van intestate erfopvolgers en ontvangt de gehele nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiaire aanvaarding) (artikel 1824 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 118 van de Wet tot instelling van het Burgerlijk Wetboek).

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

De civiele arrondissementsrechtbank van de regio waar de overledene bij zijn of haar overlijden woonde, of, bij afwezigheid van een woonplaats, verbleef, of de civiele arrondissementsrechtbank van de hoofdstad van de staat bij afwezigheid van een verblijfplaats, heeft jurisdictie in erfopvolgingsaangelegenheden (artikelen 30 en 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

Ook notarissen en Griekse consulaire autoriteiten zijn bevoegd om testamenten op te maken en te waarborgen.

Tot slot zijn de Griekse belastingautoriteiten bevoegd om belastingaangiften in verband met successierechten te ontvangen en successiebelasting te heffen.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Met betrekking tot 5 b) t/m d): de volgende verklaringen worden ingediend ter griffie van de bevoegde rechtbank:

  • Verklaringen aangaande het afstand doen van erfopvolging of van een legaat door een (bij testament benoemde, intestate of wettige) erfgenaam. Deze verklaring moet worden ingediend binnen een termijn van vier maanden na de datum waarop de partij die afstand doet in kennis is gesteld van het openen van de erfopvolging en van de reden van dit openen. Als de overledene of een erfgenaam zijn of haar woon/verblijfplaats in het buitenland had/heeft, wordt de termijn voor het doen van afstand verlengd tot een jaar (artikel 812 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikelen 1847-1859 van het Burgerlijk Wetboek).
  • Verklaringen inzake de aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiaire aanvaarding) (artikel 812 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikelen 1902-1912 van het Burgerlijk Wetboek).
  • Verklaringen inzake de aanvaarding of het doen van afstand van de functie van executeur-testamentair of het neerleggen van die functie (artikel 812 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikelen 2017-2031 van het Burgerlijk Wetboek).
  • Verklaringen houdende de aanvaarding of weigering van een benoeming als curator van een vacante erfopvolging (artikel 812 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikelen 1865-1870 van het Burgerlijk Wetboek).

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

A. De erfgenaam kan, binnen de termijn voor het afstand doen van de erfopvolging (d.w.z. vier maanden, of een jaar indien de overledene of een erfgenaam ten tijde van het openen van de erfopvolging zijn of haar woon/verblijfplaats in het buitenland had/heeft – artikel 1847 van het Burgerlijk Wetboek), ter griffie van de bevoegde rechtbank (artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt welke rechtbank bevoegd is) verklaren dat hij of zij de erfenis beneficiair (onder voorrecht van boedelbeschrijving) aanvaardt. In dat geval is de beneficiaire erfgenaam aansprakelijk voor de verplichtingen van de nalatenschap tot de waarde van de baten (artikelen 1902 en 1904 van het Burgerlijk Wetboek).

De beneficiair erfgenaam moet binnen vier maanden een inventaris opmaken van de bezittingen van de nalatenschap. De nalatenschap is een groep eigendommen die niet tot de persoonlijke eigendommen van de erfgenaam behoren. Een beneficiair erfgenaam moet eerst de schulden van de nalatenschap voldoen en (daarna) de legaten uitkeren. Wanneer een beneficiair erfgenaam afstand doet van de bezittingen van de nalatenschap, moet hij of zij daarvoor eerst toestemming van de bevoegde rechtbank verkrijgen (artikelen 1902-1912 van het Burgerlijk Wetboek en artikelen 812, 838-841 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

B. De crediteuren van de nalatenschap of de erfgenamen kunnen de bevoegde rechtbank om de gerechtelijke liquidatie van de nalatenschap verzoeken (artikel 1913 van het Burgerlijk Wetboek). De rechtbank moet op verzoek van een beneficiair erfgenaam bevel tot liquidatie van de nalatenschap geven; in dat geval moet de beneficiair erfgenaam bezittingen van de nalatenschap aan de crediteuren overdragen, waarna hij of zij wordt bevrijd van de verplichtingen (artikel 1909 van het Burgerlijk Wetboek).

De bevoegde rechtbank benoemt een curator die de liquidatie zal uitvoeren en de crediteuren zal uitnodigen om hun vorderingen bekend te maken. Voldoening van de vorderingen van crediteuren heeft voorrang boven voldoening van de legaten (artikelen 1913-1922 van het Burgerlijk Wetboek).

C. Wanneer er geen erfgenaam bekend is (vacante erfopvolging), moet de bevoegde rechtbank een curator voor de vacante nalatenschap benoemen, die verantwoordelijk is voor het beheer van de nalatenschap en het betalen van de vorderingen van crediteuren totdat de erfgena(a)m(en) wordt/worden gevonden (artikelen 1865-1870 van het Burgerlijk Wetboek).

D. Wanneer de overledene reeds failliet is gegaan, wordt de faillissementsprocedure voortgezet tegen de nalatenschap.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Α. De nalatenschap komt na het overlijden van de erflater automatisch toe aan de erfgena(a)m(en). In principe is derhalve geen specifieke aanvaarding van de erfopvolging nodig (artikel 1846 van het Burgerlijk Wetboek).

B. Wanneer een erfgenaam door zijn of haar gedrag te kennen geeft dat hij of zij een erfgenaam wenst te worden (door betrokken te raken bij de erfopvolging), wordt hij of zij geacht de erfopvolging stilzwijgend te hebben aanvaard (artikel 1849 van het Burgerlijk Wetboek).

C. Wanneer een erfgenaam het recht om afstand te doen van de erfopvolging niet binnen de daarvoor vastgestelde termijn heeft uitgeoefend (d.w.z. binnen vier maanden, of binnen een jaar indien de overledene of een erfgenaam ten tijde van het openen van de erfopvolging zijn of haar woon/verblijfplaats in het buitenland had/heeft - artikel 1847 van het Burgerlijk Wetboek), wordt de erfopvolging geacht feitelijk te zijn aanvaard (artikel 1850 van het Burgerlijk Wetboek).

D. Wat betreft de automatische verwerving van de nalatenschap is er een uitzondering van toepassing, namelijk wanneer het te erven voorwerp de eigendom is van, of een ander zakelijk recht is op, een onroerende zaak. In dat geval moet de handeling waarmee de erfopvolging wordt aanvaard of de verklaring van erfopvolging worden geregistreerd in het register van notariële akten of het grondregister en verwerft de erfgenaam het zakelijk recht met terugwerkende kracht vanaf het overlijden van de erflater (artikelen 1846, 1193, 1195 en 1198 van het Burgerlijk Wetboek).

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Α. Een erfgenaam, als de universele erfopvolger van de overledene, is aansprakelijk, ook met zijn of haar persoonlijke bezittingen, voor de verplichtingen van de nalatenschap, anders dan de legatarissen, die specifieke erfopvolgers van de overledene zijn (artikel 1901 van het Burgerlijk Wetboek).

B. De erfgenaam kan, binnen de termijn voor het afstand doen van de erfopvolging (d.w.z. binnen vier maanden, of binnen een jaar indien de overledene of een erfgenaam ten tijde van het openen van de erfopvolging zijn of haar woon/verblijfplaats in het buitenland had/heeft – artikel 1847 van het Burgerlijk Wetboek), ter griffie van de bevoegde rechtbank verklaren dat hij of zij de erfopvolging beneficiair heeft aanvaard. In dat geval is de beneficiaire erfgenaam aansprakelijk voor de verplichtingen van de nalatenschap tot de waarde van de baten (artikelen 1902 en 1904 van het Burgerlijk Wetboek).

C. De beneficiair erfgenaam moet binnen vier maanden een inventaris opmaken van de bezittingen van de nalatenschap. De nalatenschap is een groep eigendommen die niet tot de persoonlijke eigendommen van de erfgenaam behoren. Een beneficiair erfgenaam moet eerst de schulden van de nalatenschap voldoen en (daarna) de legaten uitkeren. Wanneer een beneficiair erfgenaam afstand doet van de bezittingen van de nalatenschap, moet hij of zij daarvoor eerst toestemming van de bevoegde rechtbank verkrijgen (artikelen 1902-1912 van het Burgerlijk Wetboek en artikelen 812, 838-841 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

D. Tijdens het opmaken van de inventaris kunnen de crediteuren van de nalatenschap de bevoegde rechtbank om gerechtelijke liquidatie van de nalatenschap verzoeken (artikel 1913 van het Burgerlijk Wetboek). De rechtbank moet op verzoek van de beneficiair erfgenaam bevel tot liquidatie van de nalatenschap geven; in dat geval moet de beneficiair erfgenaam de bezittingen van de nalatenschap aan de crediteuren overdragen, waarna hij of zij wordt bevrijd van de verplichtingen (artikel 1909 van het Burgerlijk Wetboek).

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Om geërfde onroerende zaken te registreren is een openbaar document (typisch een notariële akte tot aanvaarding van de erfopvolging of een verklaring van erfrecht) vereist. Dit document moet worden ingediend bij de bevoegde autoriteit (register van notariële akten of grondregister) in de plaats waar het goed is gelegen.

Ga voor meer informatie naar:  De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.ktimatologio.gr/

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Krachtens het Griekse erfrecht verwerft de erfgenaam de nalatenschap direct na het overlijden van de erflater, zonder tussenkomst van een vertegenwoordiger of beheerder (artikelen 983 en 1846 van het Burgerlijk Wetboek).

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

De erfgenaam zelf, die de nalatenschap derhalve zal beheren. Als er meerdere erfgenamen zijn, zullen deze de nalatenschap gezamenlijk beheren totdat deze is verdeeld (artikelen 1884-1894 van het Burgerlijk Wetboek).

De overledene kan in zijn of haar uiterste wilsbeschikking, en de erfgena(a)m(en) kunnen in onderlinge overeenstemming of na een verzoek daartoe te hebben ingediend bij de bevoegde rechtbank, een executeur-testamentair benoemen, die belast wordt met het beheer en de verdeling van de nalatenschap (artikelen 2017-2031 van het Burgerlijk Wetboek).

Als er geen erfgenaam bekend is (vacante erfopvolging), benoemt de bevoegde rechtbank een curator, die verantwoordelijk zal zijn voor de het beheer van de nalatenschap totdat de erfgena(a)m(en) wordt/worden gevonden (artikelen 1865-1870 van het Burgerlijk Wetboek).

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Een beneficiair erfgenaam beheert de nalatenschap totdat de vorderingen van de crediteuren van de nalatenschap zijn voldaan (artikelen 1902-1912 van het Burgerlijk Wetboek).

Op verzoek van een crediteur of een erfgenaam kan de bevoegde rechtbank bevel geven tot de gerechtelijke liquidatie van de nalatenschap, die dan zal worden beheerd door een door de bevoegde rechtbank benoemde curator (artikelen 1913-1922 van het Burgerlijk Wetboek).

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Α. Elke betrokken partij (erfgenaam, legataris, curator, executeur-testamentair, crediteuren van de nalatenschap, koper van de nalatenschap) kan de rechter van de civiele arrondissementsrechtbank die verantwoordelijk is voor de erfopvolging verzoeken om een verklaring van erfrecht af te geven als onderdeel van de niet-contentieuze procedure (artikel 819 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

B. De verklaring van erfrecht is een document dat wordt afgegeven door de rechter van de civiele arrondissementsrechtbank die verantwoordelijk is voor de erfopvolging met daarin alle informatie met betrekking tot de erfopvolging (rechtsbekwaamheden en rechten, het erfdeel) (artikel 1961 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 820 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). De verklaring van erfrecht kan een persoonlijk document zijn (waarin de rechtsbekwaamheid en het erfdeel van slechts één persoon wordt beschreven), of een gezamenlijk document (afgegeven aan gezamenlijke erfgenamen of aan meer dan één persoon) (artikel 1960 van het Burgerlijk Wetboek).

C. De persoon die in de verklaring van erfrecht wordt aangemerkt als erfgenaam, legataris, curator of executeur-testamentair wordt vermoed over de in de verklaring genoemde rechtsbekwaamheid en rechten te beschikken. Dit vermoeden kan worden weerlegd (artikel 821 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 1962 van het Burgerlijk Wetboek).

D. De verklaring van erfrecht verleent authenticiteit. Derden die te goeder trouw transacties verrichten met de partij die in de verklaring van erfrecht als erfgenaam wordt aangemerkt, zijn beschermd (artikel 822 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 1963 van het Burgerlijk Wetboek).

E. Wanneer een onjuiste verklaring van erfrecht is afgegeven, moet deze worden ingetrokken, gewijzigd, herroepen of geschrapt, samen met alle gewone en buitengewone beroepen tegen het vonnis inzake de afgifte van de verklaring van erfrecht (artikelen 1964-1966 van het Burgerlijk Wetboek en artikelen 823-824 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

F. Wanneer het voorwerp van de erfopvolging een zakelijk recht op een onroerende zaak is, kan de erfgenaam de verklaring van erfrecht laten registreren (artikelen 1846, 1193, 1195 en 1198 van het Burgerlijk Wetboek).

G. Naast de verklaring van erfrecht zijn er ook andere documenten om de rechtsbekwaamheid en de rechten van een erfgenaam te bekrachtigen (zoals een afschrift van de wilsbeschikking, uittreksels van de burgerlijke stand, een gerechtelijke actie om een declaratoir vonnis te verkrijgen enz.).

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 11/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Spaans) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
De volgende vertalingen zijn al beschikbaar: Engels

Erfenissen - Spanje

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Spanje kent zeven verschillende rechtsstelsels op het gebied van erfrecht. Deze zijn rechtstreeks van toepassing op niet-Spaanse ingezetenen op elk grondgebied met eigen wetgeving die afwijkt van de Spaanse nationale wetgeving. Spaanse onderdanen moeten zich beroepen op hun burgerschap van een autonome gemeenschap (op grond van de verhouding tussen de verschillende territoriale rechtsgebieden overeenkomstig de Spaanse interne collisieregels), conform artikel 36 van Verordening (EU) nr. 650/2012 van 4 juli 2012.

Voor zover het testamentaire beschikkingen betreft, moet onderscheid worden gemaakt tussen de wetgeving van het gewone Spaanse burgerlijk recht, zoals neergelegd in het Spaanse Burgerlijk Wetboek van 1889 en zoals diverse malen gewijzigd, met name sinds de publicatie van de Spaanse Grondwet van 1978, en de lokale of bijzondere wetten (derechos forales o especiales) van de autonome gemeenschappen met bevoegdheden op het gebied van burgerlijk recht (Galicië, Baskenland, Navarra, Aragon, Catalonië en de Balearen).

In het Spaanse nationale burgerlijk recht is het testament de erfopvolgingstitel, aangezien erfovereenkomsten of gezamenlijke testamenten in de regel niet worden aanvaard. Een testament kan de vorm aannemen van een:

- open testament, dat wil zeggen een testament dat wordt opgemaakt ten overstaan van een notaris, die het vervolgens opstelt en in zijn notariële dossier opneemt. Dit is het meest gebruikelijke testament;

- een gesloten testament, dat wil zeggen een testament dat wordt opgemaakt ten overstaan van een notaris, zonder dat de notaris bekend is met de inhoud ervan. Deze vorm is niet langer in gebruik;

- holografisch testament, dat wil zeggen een testament dat door de erflater met de hand is geschreven, ondertekend en gedateerd. Deze vorm is niet gebruikelijk.

U kunt de Spaanse nationale civielrechtelijke wetgeving raadplegen op de website van het Spaanse staatsblad (Boletín Oficial del Estado) (De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.boe.es/buscar/act.php?id=BOE-A-1889-4763). Vertalingen in het Engels en het Frans zijn te vinden op: De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.mjusticia.gob.es/es/areas-tematicas/documentacion-publicaciones/publicaciones/traducciones-derecho-espanol

Lokale of bijzondere wetten hebben elk hun eigen rechtsregels voor testamentaire beschikkingen, met elk hun eigen specifieke concepten. In sommige regio's worden gezamenlijke testamenten en erfovereenkomsten of -contracten wel geaccepteerd.

De tekst van specifieke lokale of bijzondere wetten is beschikbaar op het volgende adres: De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.boe.es/biblioteca_juridica/index.php?tipo=C

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Testamentaire beschikkingen die zijn opgemaakt ten overstaan van een notaris, moeten door de notaris worden ingeschreven in het Algemene Register van testamenten (Registro General de Actos de Última Voluntad), dat onder het ministerie van Justitie ressorteert. Als er een testament is, zullen in dit register de datum van het meest recente testament en die van eerdere testamenten en het officiële notariële dossier waarin deze testamenten zijn opgenomen, worden vermeld. Beroepsverenigingen van notarissen (Colegios Notariales) kunnen actuele informatie verstrekken over de notaris of het archief waar het testament kan worden gevonden als de legaliserende notaris niet langer praktijk houdt (De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.notariado.org).

Dit register is niet openbaar. Alleen personen die, nadat de erflater is overleden, kunnen aantonen dat ze een rechtmatig belang hebben bij de erfopvolging, en tijdens het leven van de erflater de erflater zelf of zijn speciale vertegenwoordiger, hebben toegang tot het register. In geval van rechtsonbekwaamheid is een gerechtelijk bevel nodig om toegang tot het register te krijgen.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Het Spaanse nationale burgerlijk recht reserveert een deel van de erfenis, en dan vooral de bijbehorende activa, voor bepaalde bloedverwanten in de vorm van een wettelijk erfdeel, met inbegrip van de waarde van de vrijwillige beschikkingen van de erflater, ook bij leven, en na aftrek van schulden. Volgens het Spaanse Burgerlijk Wetboek is een wettelijk erfdeel het deel van de nalatenschap dat de erflater niet kan verdelen omdat dit deel wettelijk is voorbehouden aan bepaalde erfgenamen, die legitimarissen worden genoemd.

Legitimarissen zijn:

  • de kinderen en nakomelingen van hun ouders en voorouders;
  • als die er niet zijn, de ouders en voorouders van hun kinderen en nakomelingen;
  • de weduwe of weduwnaar zoals voorzien door de wet.

Het wettelijk erfdeel van kinderen en nakomelingen bestaat uit twee derde van de nalatenschap van de vader en moeder. Laatstgenoemden kunnen echter een van de twee derden die het wettelijk erfdeel uitmaken, gebruiken om het erfdeel van hun kinderen of nakomelingen te verbeteren. Het resterende derde deel kan vrijelijk worden verdeeld. Daarbij wordt een recht op het gehele vermogen gevestigd, aangezien het over het algemeen om een pars bonorum-recht gaat (een persoonlijk schuldvorderingsrecht op basis van bloedverwantschap), met enkele uitzonderingen.

Het wettelijke erfdeel van de voorouders bestaat uit de helft van de nalatenschap van de vader en moeder, tenzij de echtgeno(o)t(e) ook een deel krijgt; in dat geval is het wettelijk erfdeel een derde deel.

Het wettelijk erfdeel dat wordt toegekend aan echtgenoten die niet van tafel en bed zijn gescheiden, bestaat uit het vruchtgebruik van twee derde van de activa van de nalatenschap, als er geen voorouders en nakomelingen zijn. Als er wel nakomelingen zijn, bestaat het wettelijke erfdeel uit het vruchtgebruik van een van de twee derde delen van de nakomelingen. Als er uitsluitend voorouders zijn, bestaat het uit het vruchtgebruik van de helft, dat de erfgenamen in contanten kunnen afwikkelen.

De lokale en bijzondere wetten bevatten specifieke bepalingen inzake wettelijke erfdelen. Deze bepalingen moeten allemaal worden bestudeerd om de specifieke aspecten van de wetgeving van deze verschillende rechtsgebieden te bepalen, waarbij de vorm kan variëren van een wettelijk erfdeel pars bonorum tot een wettelijk erfdeel pars valorum (een recht op een deel van de waarde van het vermogen, dat wordt uitbetaald in contanten en dat een eenvoudig kredietrecht is, zoals in Catalonië) en zelfs een symbolisch wettelijk erfdeel, zoals in Navarra, waarbij een rituele formule in het testament van de erflater wordt toegepast.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Het is goed om hier nogmaals op te merken dat Spanje zeven erfrechtstelsels kent. Als er geen testamentaire erfgenamen zijn, wordt de nalatenschap op grond van het Spaanse nationale burgerlijk recht verdeeld, waarbij de volgende volgorde wordt gehanteerd: 1. nakomelingen; 2. voorouders (in beide gevallen houdt de echtgeno(o)t(e) het recht van vruchtgebruik over een derde of de helft van de nalatenschap); 3. echtgenoten die niet van tafel en bed zijn gescheiden; 4. bloedverwanten van de vierde graad (volle neven en nichten); 5. de staat.

De lokale wetgeving bevat specifieke bepalingen op dit gebied. Behalve een erfrecht voor bloedverwanten wordt in lokale wetgeving ook de mogelijkheid erkend dat de autonome gemeenschap waar de erflater woont, erft, of zelfs een specifieke instelling, in de vorm en onder voorwaarden waarin de wetgeving voorziet.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

Wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is, zijn notarissen bevoegd om te bepalen welke partijen volgens de wet recht hebben op de nalatenschap (verklaring van erfrecht).

Als een van de betrokken partijen de status van de erfgenamen, het vermogen dat de erfenis vormt of de verdeling van de erfenis betwist, wordt het geschil via de geëigende juridische procedure door de rechtbank beslecht.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

In de regel wordt een nalatenschap aanvaard of geweigerd ten overstaan van een notaris. Een nalatenschap kan ook uitdrukkelijk worden aanvaard door middel van een onderhands document. Voor bewijsdoeleinden en als goederen worden toegekend, zal echter een notarieel document vereist zijn. Dit laat een mogelijk optreden van een Spaanse consul of een Spaanse diplomaat met notariële taken onverlet.

Aanvaarding kan ook impliciet zijn (door middel van handelingen die noodzakelijkerwijs een bereidheid tot aanvaarding impliceren, of handelingen waartoe de persoon niet gerechtigd zou zijn als hij geen erfgenaam zou zijn).

Iemand die kan aantonen dat hij er belang bij heeft dat de erfgenaam de nalatenschap aanvaardt of weigert, kan de notaris opdragen de erfgenaam te laten weten dat hij dertig kalenderdagen de tijd heeft om de nalatenschap te aanvaarden of te weigeren.

Als de erfgenaam de nalatenschap ten nadele van zijn schuldeisers weigert, kunnen de schuldeisers de rechter verzoeken hun toestemming te verlenen om de nalatenschap namens de erfgenaam te aanvaarden om het verschuldigde bedrag te verkrijgen.

Gedeeltelijke of voorwaardelijke aanvaarding is niet toegestaan. De erfgenaam kan echter wel de nalatenschap en niet het legaat, of andersom, aanvaarden.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Dezelfde autoriteit als voor de nalatenschap, zoals hierboven beschreven.

Als uitzondering op het verbod op gedeeltelijke aanvaarding geldt echter dat als er diverse legaten bestaan waarover geen belasting hoeft te worden betaald (of als op alle legaten een dergelijke belasting van toepassing is), een legataris deze afzonderlijk kan aanvaarden of weigeren. In geval van een legaat met een belast en een onbelast deel mag een legataris niet het belaste deel van het legaat weigeren en het onbelaste deel aanvaarden.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Het wettelijk erfdeel wordt op zichzelf niet aanvaard of geweigerd, maar wordt ontvangen bij wijze van legaat of erfenis; een uitzondering hierop vormen gerechtelijke acties om de betaling van een bedrag of goederen uit de nalatenschap te vorderen.

Op grond van het Burgerlijk Wetboek kan een legataris de nalatenschap weigeren en de verbetering van de erfenis aanvaarden (dat wil zeggen een van de twee derden van het wettelijk erfdeel van de nakomelingen).

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Als er een testament is en de erflater een executeur heeft aangewezen, is laatstgenoemde bevoegd de begrafeniskosten en eventuele legaten te betalen, het vermogen in stand te houden, de geldigheid van het testament te beschermen en te zorgen voor de uitvoering daarvan.

Als een bewindvoerder (contador-partidor) is aangewezen, is deze persoon verantwoordelijk voor de verdeling van de erfenis. De bewindvoerder kan worden aangewezen door de erflater, door de erfgenamen (in onderlinge overeenstemming), of door de griffier (secretario judicial) of notaris in opdracht van de erfgenamen en legatarissen die 50 % van het vermogen van de nalatenschap vertegenwoordigen.

Als er geen bewindvoerder is of als de erflater geen verdeling heeft gemaakt, kunnen de erfgenamen de nalatenschap naar eigen goeddunken onderling verdelen.

In de praktijk vinden in beide gevallen de verdeling van de erfenis en de toekenning van goederen plaats ten overstaan van een notaris, voor bewijsdoeleinden en om rechten in te schrijven.

Wanneer geen bewindvoerder is aangewezen, kan een rechter tot verdeling overgaan, als een erfgenaam daarom verzoekt. De rechter wijst dan een deskundige aan om de waarde van het vermogen te bepalen, en een bewindvoerder om de erfenis te verdelen. Op verzoek kan ook vooraf overeenstemming worden bereikt over de aanwijzing van een beheerder en de inventarisatie van het vermogen door de rechter. De verdeling die de bewindvoerder maakt (met eventuele wijzigingen van de rechter als een erfgenaam bezwaar aantekent), wordt in het notariële dossier opgenomen.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Personen die bij wet of uiterste wilsbeschikking aanspraak maken op een erfenis of legaat, worden erfgenaam of legataris na aanvaarding van de nalatenschap of het legaat (zie punt 5.2). De gevolgen van de aanvaarding zijn met terugwerkende kracht van toepassing vanaf het overlijden van de erflater.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Bij zuivere of niet-beneficiaire aanvaarding wordt de erfgenaam aansprakelijk voor alle verplichtingen van de nalatenschap, en bij de betaling daarvan zou niet alleen het geërfde vermogen, maar ook het eigen vermogen van de erfgenaam kunnen worden aangesproken.

Bij beneficiaire aanvaarding is de erfgenaam verplicht om de schulden en andere verplichtingen van de nalatenschap te voldoen, maar slechts tot het bedrag van de waarde van de goederen van de nalatenschap.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Wanneer iemand erfgenaam of legataris is, betekent dat niet automatisch dat het recht op specifieke onroerende goederen in het kadaster (Registro de la Propiedad) wordt ingeschreven, omdat die status geen zakelijk recht op specifieke goederen verschaft. Ten hoogste is een voorlopige inschrijving mogelijk. Erfgenamen hebben een evenredig recht op de gehele nalatenschap. Legatarissen mogen op persoonlijke titel de erfgenamen verzoeken de aan hen gelegateerde goederen over te dragen. Voor een daadwerkelijke overdracht van rechten zijn de aanvaarding van de nalatenschap of het legaat en de toekenning van een specifiek onroerend goed nodig. Alleen in bepaalde gevallen (zoals enige erfgenaam, uitsluitende eigendom of een legataris die als enige iets in bezit mag nemen) is het mogelijk de verdeling en de toekenning van de nalatenschap te weigeren.

Voor de inschrijving van onroerende goederen is een notariële akte van aanvaarding van de erfenis en van de toekenning van deze goederen of een gerechtelijke uitspraak nodig, inclusief of samen met, als aanvullende documenten, de erfopvolgingstitel (testament, verklaring van erfrecht, overeenkomst indien toegestaan), de volledige overlijdensakte en de door het Algemene Register van testamenten afgegeven verklaring. Tevens moeten de belastingen op de overdracht van nalatenschap worden betaald.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

De benoeming van een beheerder (administrador) is in het Spaanse recht niet verplicht, maar kan in bepaalde omstandigheden worden overeengekomen voor de verdeling van de erfenis.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Als in het testament een executeur (albacea) is aangewezen (in het Spaanse nationale recht), zal hij de nalatenschap beheren (zie punt 6).

De erflater kan in het testament ook een bewindvoerder voor de nalatenschap aanwijzen, die de waarde van de nalatenschap zal bepalen en de nalatenschap zal verdelen.

Over het algemeen kunnen drie personen worden benoemd – executeur, bewindvoerder en beheerder – die allen administratieve bevoegdheden hebben die kunnen worden aangepast door de erflater of door de rechter, en in bepaalde gevallen door de erfgenamen zelf.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

De belangrijkste taken van de beheerder van de nalatenschap zijn:

  • vertegenwoordiging van de nalatenschap;
  • periodieke verslaglegging over rekeningen;
  • instandhouding van het vermogen van de nalatenschap en het nemen van alle andere beheermaatregelen die hij noodzakelijk acht.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Een niet-testamentaire verklaring van erfrecht is een notariële akte waaruit blijkt wie de wettelijke erfgenamen zijn en wat hun erfdeel is.

In de akte van aanvaarding en verdeling (en waar van toepassing de overdracht van legaten) die ten overstaan van een notaris en met instemming van de partijen is opgemaakt, wordt bepaald aan wie specifieke goederen van de nalatenschap toekomen.

Als de erfopvolging plaatsvindt ten overstaan van een rechter, zal de rechterlijke beslissing waarbij de verdeling wordt goedgekeurd (met oplossing van eventuele geschillen), een afdoende titel vormen en zal de erfopvolging, zoals wettelijk is bepaald, worden geëffectueerd door de notaris.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 14/04/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Frans) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.

Erfenissen - Frankrijk

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

In een grensoverschrijdende situatie is een testament geldig als het in overeenstemming is met de wet van het land waar het is opgemaakt.

Basisvoorwaarden in Frankrijk

De persoon die het testament opmaakt (erflater), moet bij zijn volle verstand zijn (artikel 901 van het Burgerlijk Wetboek (BW) (code civil)).

De erflater moet handelingsbekwaam zijn (artikel 902 BW).

• Er gelden speciale bepalingen voor personen die rechtsbescherming genieten: zo kunnen personen jonger dan zestien jaar geen testament opmaken (artikel 903 BW) en moeten meerderjarigen die onbekwaam zijn verklaard (tutelle), daarvoor toestemming krijgen van de rechtbank of de familieraad (artikel 476 BW). Personen die onder curatele (curatelle) staan, kunnen een testament opmaken (artikel 470 BW) onder de voorwaarden van artikel 901 BW.

Vormvereisten

In Frankrijk worden vier typen testamenten erkend:

eigenhandig testament: testament dat volledig met de hand is geschreven, gedateerd en ondertekend door de erflater (artikel 970 BW);

• notarieel testament: testament dat is opgemaakt ten overstaan van twee notarissen of een notaris en twee getuigen (artikel 971 BW). Wanneer het testament wordt opgemaakt ten overstaan van twee notarissen, moet het door de erflater aan hen worden gedicteerd. Dat vereiste geldt ook wanneer het testament ten overstaan van slechts één notaris wordt opgemaakt. In beide gevallen moet het testament vervolgens aan de erflater worden voorgelezen (artikel 972 BW). Het testament moet door de erflater worden ondertekend in aanwezigheid van de notaris en de twee getuigen (artikel 973 BW) en vervolgens ook door de notaris en de twee getuigen (artikel 974 BW);

• besloten testament: testament dat door de erflater of een andere persoon is getypt of met de hand geschreven, vervolgens door de erflater is ondertekend en daarna in aanwezigheid van twee getuigen in een verzegelde omslag aan een notaris is aangeboden (artikel 976 BW);

• internationaal testament: testament dat door de erflater in aanwezigheid van twee getuigen aan een notaris is aangeboden, door hen is ondertekend en vervolgens door de notaris bij een door hem opgesteld attest is gevoegd en in bewaring genomen (Verdrag van Washington van 26 oktober 1973).

Een erflater kan zijn of haar testament op elk moment herroepen (artikel 895 BW).

Overeenkomsten inzake erfopvolging

Het gebruik van overeenkomsten inzake erfopvolging is in principe verboden (artikel 722 BW).

Sinds januari 2007 kunnen de erfgerechtigden (kinderen) echter wel vooraf afstand doen van hun recht om een vordering wegens tekortkomen op hun erfenis in te stellen ten gunste van een of meer personen die wel of geen erfgenaam kunnen zijn (broers en zusters of hun afstammelingen). Het gaat hierbij om afstand vooraf van een vordering tot inkorting (artikel 929 BW). De bijbehorende verklaring moet worden vastgelegd in een authentieke akte die wordt opgemaakt ten overstaan van twee notarissen. Verder moeten in de overeenkomst de namen van de begunstigden worden genoemd (zie ook vraag 3).

Bovendien kunnen op grond van de regels voor de verdeling bij leven inclusief onder kleinkinderen (donation-partage trans-générationnelle) de erfgerechtigden (kinderen) ermee instemmen dat hun eigen afstammelingen – en niet zijzelf – het aandeel dat hun toekomt, geheel of gedeeltelijk ontvangen (artikel 1078‑4 BW).

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Alle testamenten, en met name eigenhandige testamenten, kunnen door de notaris worden ingeschreven in het centraal register van uiterste wilsbeschikkingen (Fichier central des dispositions de dernières volontés, FCDDV). Niet de inhoud van het testament wordt ingeschreven, maar uitsluitend de burgerlijke staat van de betrokken persoon en de gegevens van de notaris die het testament bewaart. Het FCDDV verwijst de verzoeker dus naar deze notaris, zonder dat de inhoud van het testament openbaar wordt gemaakt.

Iedereen kan het FCDDV raadplegen, op voorwaarde dat hij of zij een overlijdensakte overlegt of een ander document waaruit blijkt dat de persoon van wie het testament wordt gezocht, is overleden. Vervolgens moet de verzoeker zich wenden tot de notaris die het testament heeft ingeschreven. Het verzoek kan online worden ingediend, via De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.adsn.notaires.fr/fcddvPublic/profileChoice.htm.

De notaris kan alleen de erfgenamen en legatarissen (ontvangers van legaten) van de inhoud van het testament op de hoogte brengen, tenzij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg (Tribunal de grande instance) anders beslist.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Volgens Frans recht hebben alleen de afstammelingen van de overledene (kinderen, kleinkinderen enz., volgens de orde van erfopvolging) en, bij afwezigheid van afstammelingen, de overlevende echtgenoot, recht op een legitieme portie.

Ascendenten (bloedverwanten in opgaande lijn) en bloedverwanten in de zijlijn hebben geen recht op een legitieme portie.

Vanwege de rechten op een legitieme portie heeft de erflater een beperkte vrijheid om over zijn of haar nalatenschap te beschikken. Deze rechten kunnen in waarde verschillen afhankelijk van het aantal kinderen van de overledene of de status van de legitimaris (kind of echtgenoot), en maximaal drie kwart van de nalatenschap omvatten. Legitimarissen kunnen geen afstand doen van de legitieme portie (tenzij zij de nalatenschap verwerpen). Zij kunnen wel vooraf afstand doen van het recht tot het instellen van een vordering tot inkorting wegens buitensporige schenkingen (het vooraf afstand doen van een vordering tot inkorting als bedoeld bij vraag 1 over overeenkomsten inzake erfopvolging).

Die erfgenamen kunnen dus hun legitieme portie opeisen (artikelen 721 en 912 BW).

• Legitieme portie voor de kinderen: de helft van de nalatenschap als de overledene één kind nalaat, twee derde als de overledene twee kinderen nalaat en drie kwart als hij of zij drie of meer kinderen nalaat (artikel 913 BW).

• Legitieme portie voor de overlevende echtgenoot: een kwart van de goederen in de nalatenschap (artikel 914‑1 BW). Dit geldt voor alle nalatenschappen die op of na 1 juli 2002 zijn opengevallen, echter alleen als er geen afstammelingen of ascendenten zijn.

Procedure voor het opeisen van de legitieme portie

Een vordering tot inkorting (action en réduction) biedt erfgenamen de mogelijkheid om hun recht op de legitieme portie geldend te maken. Wanneer zij door een directe of indirecte schenking tekortkomen op hun legitieme portie, kan die schenking in mindering worden gebracht op het beschikbare (niet-voorbehouden) deel van de nalatenschap (artikel 920 BW).

De vordering kan alleen worden ingesteld door de legitimarissen en moet aanhangig worden gemaakt binnen vijf jaar na het openvallen van de nalatenschap of binnen twee jaar nadat het tekort is geconstateerd (artikel 921 BW).

Een meerderjarige legitimaris kan vooraf afstand doen van zijn of haar recht op het instellen van een vordering tot inkorting (artikel 929 BW). De bijbehorende verklaring moet worden vastgelegd in een authentieke akte die wordt opgemaakt ten overstaan van twee notarissen. De verklaring moet worden ondertekend door iedere partij die afstand doet van haar recht. Dat moeten zij afzonderlijk doen, uitsluitend in aanwezigheid van de notarissen. In de verklaring moet precies worden vermeld wat de rechtsgevolgen ervan zijn voor elk van deze partijen.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Wanneer de overledene geen testament heeft nagelaten, is de orde van erfopvolging volgens het Franse recht als volgt:

• Wanneer de overledene geen echtgenoot maar wel kinderen nalaat, gaat het vermogen over op de kinderen, die voor gelijke delen erven (artikelen 734 en 735 BW).

• Wanneer de overledene alleenstaand was en geen kinderen nalaat, gaat het vermogen over op de ouders van de overledene, zijn of haar broers en zusters en de afstammelingen van de broers en zusters (artikel 738 BW).

Wanneer de overledene geen broers of zusters of afstammelingen van broers of zusters nalaat, erven zijn of haar moeder en vader elk de helft van de nalatenschap (artikel 736 BW).

Wanneer de moeder en vader zijn vooroverleden, erven de broers en zusters van de overledene, met uitsluiting van de overige bloedverwanten, ascendenten of bloedverwanten in de zijlijn (artikel 737 BW).

• Wanneer de overledene een echtgenoot nalaat, moet eerst de huwelijksgemeenschap worden vereffend, voordat de eigenlijke nalatenschap kan worden vereffend. Nadat de huwelijksgemeenschap is vereffend, gelden de volgende regels:

• Wanneer de overledene een echtgenoot en kinderen nalaat, heeft de overlevende echtgenoot de volgende keuzemogelijkheid: het vruchtgebruik van alle bestaande goederen (het recht om deze te gebruiken en de vruchten ervan te plukken), dan wel de eigendom van een kwart van de goederen, wanneer alle kinderen uit het huwelijk van de twee echtgenoten zijn geboren, of de eigendom van een kwart, wanneer een of meer kinderen niet uit het huwelijk van de twee echtgenoten zijn geboren (artikel 757 BW). De echtgenoot wordt geacht voor het vruchtgebruik te hebben gekozen, als hij of zij overlijdt zonder een keuze te hebben gemaakt.

• Wanneer de overledene een echtgenoot en ascendenten nalaat, gaat de helft van het vermogen over op de overlevende echtgenoot, een kwart op de vader en een kwart op de moeder. Wanneer een van de ascendenten is vooroverleden, gaat het kwart dat die ascendent zou zijn toegekomen, over op de overlevende echtgenoot (artikel 757‑1 BW).

• Wanneer de overledene geen afstammelingen of ascendenten nalaat, gaat het hele vermogen over op de overlevende echtgenoot (artikel 757‑2 BW). Ondanks het bepaalde in artikel 757‑2 BW geldt dat, wanneer er geen ascendenten zijn, de broers en zusters van de overledene of hun afstammelingen de helft ontvangen van de goederen in natura in de nalatenschap die de overledene door erfopvolging of schenking van zijn of haar ascendenten heeft verkregen. Dit is het recht van terugkeer (artikel 757‑3 BW). Alle overige goederen gaan over op de overlevende echtgenoot.

Partners in een geregistreerd partnerschap

De overlevende partner in een geregistreerd partnerschap heeft geen wettelijk erfrecht. Hij of zij kan wel legataris zijn.

De geregistreerde partner wordt dus niet als een erfgenaam van de overledene beschouwd. Na het overlijden van de partner heeft hij of zij uitsluitend recht op een tijdelijk, eenjarig vruchtgebruik van de woning (inclusief meubilair) om niet, op voorwaarde dat dit hun hoofdwoning was ,waarin zij op het moment van overlijden daadwerkelijk woonden (artikel 515‑6 BW). De geregistreerde partner erft dus alleen als hij of zij bij testament als erfgenaam is benoemd.

Als er kinderen zijn, kan alleen het beschikbare (niet-voorbehouden) deel van de nalatenschap aan de overlevende partner worden gelegateerd, waarbij het er niet toe doet of de kinderen gemeenschappelijke kinderen van de partners zijn. De grootte van het beschikbare deel is afhankelijk van het aantal kinderen: een derde als er twee kinderen en een kwart als er drie of meer kinderen zijn (zie de informatie hierboven).

Als er geen kinderen zijn, kan de volledige nalatenschap aan de overlevende partner of een derde worden vermaakt, omdat er geen legitimarissen zijn. Wanneer de ouders van de overledene echter nog in leven zijn, kunnen zij een vordering instellen om de goederen op te eisen die zij aan hun vooroverleden kind hebben geschonken, tot maximaal een kwart van de nalatenschap voor elke overlevende ouder (artikel 738‑2 BW).

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

In Frankrijk is voor erfrechtzaken de notaris de bevoegde autoriteit. Tussenkomst van een notaris is verplicht, als er in de nalatenschap onroerend goed zit. Als onder de nalatenschap geen onroerend goed valt, is tussenkomst van de notaris optioneel.

De notaris maakt de acte de notoriété (akte van bekendheid) op, een verklaring waarin de erfrechtelijke opvolging wordt vastgesteld, en onroerendgoedakten waarin is vastgelegd op wie onroerend goed bij overlijden overgaat. Verder helpt hij of zij de erfgenamen bij het nakomen van hun belastingverplichtingen (opstellen en indienen van de aangifte van nalatenschap binnen de daarvoor gestelde termijn en betalen van de erfbelasting). Wanneer de samenstelling van de nalatenschap dit mogelijk maakt, en afhankelijk van het aantal erfgenamen en hun wensen, regelt hij of zij de verdeling van de nalatenschap en maakt daarvan akte op (acte de partage).

Bij geschillen is de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen, bij uitsluiting absoluut en relatief bevoegd.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

De griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen, is bevoegd voor het behandelen van verklaringen van verwerping en verklaringen van aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving.

Voor de zuivere aanvaarding van een nalatenschap gelden geen bijzondere vormvereisten.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

De griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen, is bevoegd om kennis te nemen van verwerpingen van algemene legaten en legaten onder algemene titel. Volgens het Franse recht is er voor het verwerpen van een bijzonder legaat geen formele verklaring vereist.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Het recht om een nalatenschap te aanvaarden of daarvan afstand te doen, is ondeelbaar. Het omvat de volledige erfenis en kan dus niet tot de legitieme portie worden beperkt.

Erfgenamen kunnen echter afzien van een verzoek om inkorting van schenkingen waardoor zij tekortkomen op hun legitieme portie.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

De nalatenschap valt open bij overlijden, in de laatste woonplaats van de overledene.

De erfgenamen hebben drie opties: de nalatenschap zuiver aanvaarden, de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiair) aanvaarden of de nalatenschap verwerpen.

Zuivere aanvaarding kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren (artikel 782 BW). Van stilzwijgende aanvaarding is sprake wanneer een erfgenaam een handeling verricht die noodzakelijk zijn of haar bedoeling om te aanvaarden insluit, en waartoe hij of zij slechts als zuiver aanvaardende erfgenaam bevoegd zou zijn (artikel 783 BW).

Voor aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving moet een daartoe strekkende verklaring worden afgelegd bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen (artikelen 787 en 788 BW). De verklaring moet vergezeld gaan van of binnen twee maanden worden gevolgd door een boedelbeschrijving. De boedelbeschrijving moet worden opgemaakt door een notaris, veilingmeester (commissaire-priseur) of gerechtsdeurwaarder (huissier) (artikel 789 BW). Wanneer een boedelbeschrijving ontbreekt, wordt de nalatenschap geacht zuiver te zijn aanvaard (artikel 790 BW). De boedelbeschrijving moet een overzicht geven van alle bestanddelen van de nalatenschap, dus zowel van de goederen als van de schulden.

Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving voorkomt dat verwarring ontstaat tussen de persoonlijke goederen van de beneficiair erfgenamen en de goederen van de nalatenschap, zorgt ervoor dat de beneficiair erfgenamen ten aanzien van de nalatenschap dezelfde rechten behouden als zij voorheen ten aanzien van de goederen van de overledene hadden, en biedt hun de zekerheid dat zij slechts aansprakelijk kunnen worden gehouden voor de schulden van de overledene voor zover die uit de baten van de verkregen nalatenschap kunnen worden betaald. Erfgenamen zijn dan ook alleen aansprakelijk voor de schulden uit de nalatenschap voor zover zij uit de baten van de nalatenschap kunnen worden betaald.

De verwerping van een nalatenschap kan niet op basis van een vermoeden worden aangenomen, maar moet uitdrukkelijk gebeuren. De verwerping brengt alleen rechtsgevolgen jegens derden teweeg als een daartoe strekkende verklaring is ingediend bij de griffie van de rechtbank van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen (artikel 804 BW). Een erfgenaam die de nalatenschap verwerpt, wordt geacht nooit erfgenaam te zijn geweest.

Een erfgenaam heeft tien jaar de tijd om de nalatenschap (beneficiair) te aanvaarden of te verwerpen. Daarna wordt hij of zij geacht de nalatenschap te hebben verworpen. Een erfgenaam kan echter worden bevolen een keuze te maken (artikel 771 BW) en in dat geval moet hij of zij binnen twee maanden reageren. Wanneer de erfgenaam na het verstrijken van deze periode geen beslissing heeft genomen, wordt hij of zij geacht de nalatenschap zuiver te hebben aanvaard.

Uitgangspunt in het Franse recht is dat een nalatenschap zonder tussenkomst van de rechter wordt vereffend. Alleen als sprake is van een geschil tussen de erfgenamen, kan om tussenkomst van de rechter worden gevraagd.

De meeste nalatenschappen worden met tussenkomst van een notaris vereffend. In sommige gevallen is tussenkomst van een notaris echter niet nodig. Dat geldt met name voor gevallen waarin geen onroerend goed wordt nagelaten. Wanneer de erfgenamen besluiten om een notaris in te schakelen, kunnen zij elke notaris kiezen die zij wensen. Als zij het niet eens kunnen worden over de keuze van de notaris, kan ieder van hen desgewenst ook een eigen notaris in de arm nemen.

Nadat de notariskeuze is gemaakt, is de volgende stap het bepalen van de samenstelling van de nalatenschap, waarbij wordt gekeken naar het huwelijksvermogensstelsel van de overledene, eventuele schenkingen die zijn gedaan enz. Voor het vaststellen van de samenstelling van de nalatenschap zal de notaris contact opnemen met diverse organisaties, zoals verzekeringsmaatschappijen en banken, en de erfgenamen vragen om een waardebepaling van het onroerend goed en ander niet-beursgenoteerd actief. Wellicht is ook een inventaris van de roerende goederen nodig. Verder wordt een inventaris opgemaakt van de schulden van de overledene, waarbij gedacht kan worden aan gewone facturen, verschuldigde belastingen, terugvorderbare sociale uitkeringen, borgstellingen of eenmalige uitkeringen tot levensonderhoud voor een ex-echtgenoot.

Bij het overlijden van de erflater worden de erfgenamen gemeenschappelijk eigenaar van alle goederen in de nalatenschap, totdat de nalatenschap is verdeeld. Als mede-eigenaars zijn zij ook naar rato van het verkregene aansprakelijk voor de schulden. Over beschikkingshandelingen met betrekking tot onverdeelde goederen moet bij unanimiteit worden beslist. Over administratieve handelingen kan bij meerderheid van ten minste twee derde van de onverdeelde rechten worden beslist. Verder kan elke mede-eigenaar de noodzakelijke maatregelen nemen om onverdeelde goederen te behouden. In geval van een patstelling kan een kwestie aan de rechter worden voorgelegd om buiten bepaalde mede-eigenaren om te beslissen.

De verdeling van de goederen van de nalatenschap tussen de erfgenamen maakt een einde aan de onverdeeldheid. Wanneer de begunstigden het met elkaar eens zijn, gebeurt de verdeling op minnelijke basis (het algemene beginsel, artikel 835 BW). Zijn zij het oneens, dan gebeurt de verdeling via de rechter, met tussenkomst van een notaris (de uitzondering, artikel 840 BW). Verder kan de verdeling volledig of gedeeltelijk zijn. Een gedeeltelijke verdeling vindt plaats als sommige goederen in onverdeeldheid blijven (bijvoorbeeld goederen in vruchtgebruik). Iedere erfgenaam kan bij de rechter een verdeling vorderen (artikel 815 BW). Ook de schuldeiser van een mede-eigenaar kan dat doen (artikelen 815‑817 BW).

De laatste stap in de vereffening is het vastleggen van de overdracht van de goederen op de erfgenamen. De erfgenamen moeten aan de hand van eigendomsakten kunnen bewijzen dat zij de nieuwe eigenaren van de goederen zijn, of die goederen nu onroerend goed, aandelen in civielrechtelijke partnerschappen (sociétés civiles), voertuigen of effecten zijn. In het geval van onroerend goed moeten de erfgenamen de akte in het kadaster doen inschrijven. Hetzelfde geldt voor aandelen in civielrechtelijke partnerschappen, die bij de griffie van de Tribunal du commerce et des sociétés (bevoegde rechtbank voor handels- en vennootschapszaken) moeten worden ingeschreven.

Als de goederen niet worden verdeeld, blijven de erfgenamen mede-eigenaar.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Volgens het Franse recht valt de nalatenschap na het overlijden van een persoon open en worden de wettelijk aangewezen erfgenamen dan automatisch mede-eigenaar van de goederen in de nalatenschap. Deze erfgenamen hebben automatisch recht op de goederen, rechten en rechtsvorderingen van de overledene (artikelen 720 en 724 BW), waardoor zij in principe de goederen in de nalatenschap onmiddellijk fysiek in bezit kunnen nemen. Zij moeten echter nog wel beslissen of zij de nalatenschap zuiver aanvaarden, de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiair) aanvaarden of de nalatenschap verwerpen (zie de uitleg bij vraag 6).

Algemene legatarissen en begiftigden hebben dit recht alleen als er geen legitimarissen zijn (artikel 1006 BW). Als er wel legitimarissen zijn, moet hun worden verzocht om het legaat af te geven (artikel 1004 BW).

Legatarissen onder algemene en onder bijzondere titel moeten contact opnemen met de erfgenamen die automatisch recht, ofwel de saisine hebben (artikelen 1011 en 1014 BW). Via hen krijgen zij hun legaat.

In geval van een erfloze nalatenschap moet de staat aan de rechter een bevelschrift tot inbezitneming vragen. De staat wordt dan vertegenwoordigd door de Administration des domaines (dienst registratie en domeinen).

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Algemene erfgenamen of erfgenamen onder algemene titel die de nalatenschap zuiver aanvaarden, zijn onbeperkt aansprakelijk voor de schulden en lasten die tot de nalatenschap behoren. Zij zijn slechts gehouden tot het uitkeren van legaten van een geldsom, voor zover die uit de baten van de nalatenschap kunnen worden betaald (artikel 785 BW).

Wanneer er meerdere erfgenamen zijn, is ieder van hen persoonlijk aansprakelijk voor de schulden en lasten die aan de nalatenschap toebehoren, naar rato van het verkregene (artikel 873 BW).

Erfgenamen die de nalatenschap zuiver hebben aanvaard, zijn onbeperkt aansprakelijk voor alle schulden en lasten van de overledene. Zij kunnen echter verzoeken om geheel of gedeeltelijk van hun verplichting tot het voldoen van de schulden uit de nalatenschap te worden ontslagen, als zij op het moment van aanvaarding van de nalatenschap niet wisten van het bestaan van die schuld en de betaling ervan hun privévermogen ernstig zou aantasten.

• Erfgenamen die onder voorrecht van boedelbeschrijving hebben aanvaard, zijn slechts aansprakelijk voor de schulden uit de nalatenschap voor zover die uit de baten van de verkregen nalatenschap kunnen worden betaald.

• Erfgenamen die de nalatenschap hebben verworpen, zijn niet aansprakelijk voor de schulden uit de nalatenschap.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Volgens artikel 710‑1 BW kan onroerend goed alleen worden ingeschreven op basis van een authentieke akte die is opgemaakt door een in Frankrijk praktiserende notaris of afgegeven door een administratieve autoriteit, of op basis van een rechterlijke beslissing.

Wanneer een onroerend goed tot een nalatenschap behoort, moet de notaris een notariële akte of "onroerendgoedakte" opmaken. Via deze authentieke akte wordt de overdracht van het onroerend goed aan de erfgenamen vastgelegd. Het goed moet bij het kadaster (service de publicité foncière) worden ingeschreven. De erfgenamen moeten de waarde van het goed aangeven, die vervolgens in de akte wordt opgenomen. Deze waarde moet gelijk zijn aan de marktprijs.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Het Franse recht voorziet niet in de tussenkomst van een beheerder en stelt deze ook niet verplicht. Wel kan een beheerder eventueel door de rechter worden benoemd. Het is de verantwoordelijkheid van de erfgenamen, bijgestaan door een notaris, om het kadaster van de noodzakelijke informatie te voorzien. De erflater kan eventueel een executeur benoemen, wiens bevoegdheden worden omschreven in artikel 1025 e.v. BW.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Het is de verantwoordelijkheid van de erfgenamen om het testament uit te voeren en de nalatenschap te beheren. Eventuele geschillen tussen de erfgenamen worden behandeld door de rechtbank van eerste aanleg waar de nalatenschap is opengevallen.

De rechter kan een beheerder aanwijzen, die binnen de aan hem of haar toegekende bevoegdheden alle erfgenamen vertegenwoordigt (artikel 813‑1 BW).

Het Franse recht voorziet ook in andere typen volmacht voor het beheer van een nalatenschap, in het bijzonder de mandat à effet posthume (volmacht die pas na het overlijden van de volmachtgever in werking treedt) (artikel 812 BW), die de erflater de mogelijkheid biedt om een beheerder aan te wijzen die de nalatenschap of een deel daarvan voor de erfgenamen beheert. Verder is er nog de bedongen volmacht (artikel 813 BW), waarop de regels van het gemeen recht van toepassing zijn, en de eerder genoemde gerechtelijke volmacht.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Erfgenamen die automatisch recht op de goederen, rechten en rechtsvorderingen van de overledene (saisine) hebben, zijn volledig bevoegd. Wanneer zich een probleem voordoet of sprake is van een patstelling, kan de kwestie aan de rechter worden voorgelegd en een beheerder worden benoemd. In dergelijke gevallen is het de taak van de beheerder om voorlopig de nalatenschap te organiseren, wanneer sprake is van niet-handelen, afwezigheid of fouten van een of meer erfgenamen. Daarbij verricht hij of zij uitsluitend conservatoire, toezichthoudende en administratieve handelingen (artikel 813‑4 BW). Binnen de aan hem of haar toegekende bevoegdheden vertegenwoordigt de beheerder het geheel van de erfgenamen ook in civielrechtelijke en justitiële handelingen (artikel 813‑5 BW).

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Volgens het Franse recht maakt de notaris gewoonlijk een akte van bekendheid (acte de notoriété) op als bewijs voor de status van erfgenaam (artikel 730‑1 BW), hoewel zo'n status op elke mogelijke manier kan worden aangetoond. Deze akte van bekendheid is een officieel document, waarin de erfgenamen en hun aandeel in de nalatenschap worden vermeld. Daarom moeten de familieleden van de overledene de notaris documenten verstrekken waaruit blijkt wie van hen recht op de nalatenschap hebben (trouwboekje (livret de famille), huwelijkscontract, echtscheidingsvonnis enz.). De akte van bekendheid wordt als rechtsgeldig beschouwd, tenzij wordt aangetoond dat dat niet zo is. In geval van een kleine nalatenschap kan deze worden vervangen door een verklaring van erfrecht, met daarop een handtekening van de erfgenamen.

Zo nodig kan de notaris een akte waarin de keuze met betrekking tot een nalatenschap wordt vastgelegd (acte d'option successorale), en een onroerendgoedakte opmaken.

De erfopvolging eindigt met de verdeling van de goederen, die vaak in een notariële akte van verdeling (acte de partage notarié) wordt vastgelegd.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 14/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Kroatisch) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.

Erfenissen - Kroatië

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Het recht van erfopvolging en de regels die rechtbanken, andere autoriteiten en gemachtigde personen toepassen in erfrechtelijke aangelegenheden zijn vastgelegd in de Successiewet (Narodne Novine (NN – het Staatsblad van de Republiek Kroatië) nrs. 48/03, 163/03, 35/05 en 127/13).

Een uiterste wilsbeschikking met het oog op iemands overlijden kan worden opgemaakt in de vorm van een testament. Een testament kan worden opgemaakt door iedereen van 16 jaar of ouder die niet lijdt aan een psychische stoornis.

Alleen een in de wettelijk voorgeschreven vorm opgesteld testament dat voldoet aan de wettelijk voorgeschreven voorwaarden is geldig. In gewone omstandigheden kan een testament worden opgesteld in de vorm van een eigenhandig testament of een openbaar testament, terwijl in buitengewone omstandigheden ook een mondeling testament kan worden opgesteld.

Een eigenhandig testament is een holografisch testament of een testament dat is opgemaakt in het bijzijn van getuigen. Een holografisch testament is een handgeschreven en door de erflater ondertekend testament. Een testament kan in het bijzijn van getuigen worden opgemaakt door een erflater die kan lezen en schrijven door ten overstaan van twee gelijktijdig aanwezige getuigen te verklaren dat het document, ongeacht wie dat heeft opgesteld, de eigen vrij wil van de erflater weergeeft en het document vervolgens in hun bijzijn te ondertekenen. Ook de getuigen moeten hun handtekening onder het document zetten.

Een openbaar testament is een testament dat is opgemaakt met de hulp van openbare autoriteiten. Eenieder kan een geldig testament opmaken in de vorm van een openbaar testament. Iemand die niet kan lezen of zijn of haar eigen naam niet kan schrijven, kan in gewone omstandigheden alleen een openbaar testament opstellen. Een openbaar testament kan op verzoek van de erflater worden opgesteld door een daartoe wettelijk gemachtigde persoon: een rechter van een gemeentelijke rechtbank, een juridisch adviseur van een gemeentelijke rechtbank of een notaris, of door een diplomatieke/consulaire vertegenwoordiger van de Republiek Kroatië in het buitenland. De procedure die een gemachtigde persoon moet volgen en de stappen die hij of zij moet ondernemen bij het opmaken van een openbaar testament, zijn wettelijk vastgelegd.

Een erflater die zijn of haar testament de vorm van een internationaal testament wil geven, moet daartoe een verzoek indienen bij een persoon die gemachtigd is om openbare testamenten op te maken. Het doel van het opmaken van een internationaal testament is om ervoor te zorgen dat de vorm van het testament wordt erkend door de partijen bij het Verdrag betreffende uniforme regels voor de vorm van een internationaal testament van 1973 en de landen die de bepalingen met betrekking tot internationale testamenten in hun wetgeving hebben opgenomen.

Alleen in buitengewone omstandigheden die het opmaken van een testament in enige andere geldige vorm onmogelijk maken, kan een erflater zijn of haar testament mondeling opmaken ten overstaan van twee gelijktijdig aanwezige getuigen. Een dergelijk testament verliest 30 dagen nadat de buitengewone omstandigheden waarin het is opgemaakt niet langer bestaan, zijn geldigheid.

Erfovereenkomsten (een overeenkomst waarbij een persoon zijn of haar nalatenschap of een deel daarvan toewijst aan een andere partij bij de overeenkomst of aan een derde), overeenkomsten inzake toekomstige erfenissen of legaten (een overeenkomst waarbij een persoon afstand doet van een erfenis die hij of zij verwacht; een overeenkomst inzake de erfenis van een derde die in leven is; een overeenkomst inzake een legaat of ander voordeel dat een contractpartij verwacht te ontvangen uit een nalatenschap die nog niet is opengevallen) en overeenkomsten inzake de inhoud van een testament (een overeenkomst waarbij een persoon zich ertoe verbindt om een bepaalde bepaling wel of niet op te nemen in zijn of haar testament, of om een bepaalde bepaling in zijn of haar testament wel of niet in te trekken) zijn niet toegestaan in het Kroatische recht en zijn derhalve ongeldig.

Het Kroatische recht staat wel het sluiten van een overeenkomst over de overdracht en verdeling van bezittingen tijdens het leven toe. Dit is een overeenkomst die een persoon (de cedent) sluit met zijn of haar nakomelingen waarbij de cedent de bezittingen die hij of zij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst heeft, geheel of gedeeltelijk verdeelt onder en overdraagt aan zijn of haar nakomelingen. Voor de geldigheid van een dergelijke overeenkomst is de instemming vereist van alle kinderen en andere nakomelingen die van de cedent zullen erven. De overeenkomst moet schriftelijk worden opgemaakt en door een rechter van de bevoegde rechtbank worden bekrachtigd, of zijn opgemaakt in de vorm van een notariële akte, of door een notaris worden gelegaliseerd (wettelijk bindend gemaakt). In de overeenkomst kan ook een erfenis worden toegekend aan de echtgeno(o)t(e) van de cedent, in welk geval ook deze echtgeno(o)t(e) met de overeenkomst moet instemmen. De eigendommen waarop deze overeenkomst betrekking heeft worden niet opgenomen in de nalatenschap en worden ook niet in aanmerking genomen bij het bepalen van de waarde van de nalatenschap.

Het Kroatische recht staat niet toe dat een overeenkomst wordt gesloten waarin afstand wordt gedaan van een nalatenschap die nog niet is opengevallen. Bij wijze van uitzondering kan een nakomeling die zelfstandig afstand kan doen van zijn of haar rechten een overeenkomst met de toekomstige erflater sluiten waarbij hij of zij van tevoren afstand doet van de erfenis waarop hij of zij recht zou hebben bij het overlijden van de erflater. Een dergelijke overeenkomst kan ook worden gesloten door een echtgeno(o)t(e) met betrekking tot de erfenis die hij of zij zou ontvangen bij het overlijden van zijn of haar echtgeno(o)t(e). De overeenkomst moet schriftelijk worden opgemaakt en door een rechter van de bevoegde rechtbank worden bekrachtigd, of zijn opgemaakt in de vorm van een notariële akte, of door een notaris worden gelegaliseerd (wettelijk bindend gemaakt).

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Het feit dat een testament is opgemaakt, in bewaring is gegeven en is aangekondigd, wordt vastgelegd in het Kroatische Register van testamenten, dat wordt beheerd door de Kroatische Kamer van notarissen. Op verzoek van de erflater wordt de desbetreffende informatie door een bevoegde rechtbank, een notaris, een advocaat of de persoon die het testament heeft opgemaakt ingediend voor inschrijving in het register. Inschrijving in het Kroatische Register van testamenten is niet verplicht, en het feit dat een testament niet is ingeschreven of niet bij iemand in het bijzonder in bewaring is gegeven doet niets af aan de geldigheid ervan.

Vóór het overlijden van de erflater mag de informatie in het register aan niemand worden verstrekt, behalve aan de erflater zelf of aan een persoon die daartoe uitdrukkelijk door de erflater is gemachtigd.

In een procedure voor de bekrachtiging van de erfopvolging moet de rechtbank of notaris die de procedure uitvoert alle informatie over mogelijke testamenten van de overledene opvragen bij het Kroatische Register van testamenten.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

De vrijheid van de erflater om over zijn of haar eigendommen te beschikken wordt beperkt door het recht van legitimarissen op een legitieme portie.

Legitimarissen zijn:

  • de nakomelingen van de erflater, geadopteerde kinderen van de erflater, kinderen die aan de zorg van de erflater zijn toevertrouwd in zijn of haar hoedanigheid van partner en hun nakomelingen, de echtgeno(o)t(e), buitenechtelijke partner, levenspartner of informele levenspartner van de erflater – deze hebben recht op een legitieme portie die gelijk is aan de helft van de portie die ze zouden hebben ontvangen als er geen testament zou zijn geweest en de erfopvolging wettelijk zou zijn geregeld.
  • de ouders, adoptieouders en andere verwanten in opgaande lijn – deze hebben alleen recht op een legitieme portie als ze permanent arbeidsongeschikt zijn verklaard en onvermogend zijn, en hun legitieme portie is gelijk aan een derde van de portie die ze zouden hebben ontvangen als er geen testament zou zijn geweest en de erfopvolging wettelijk zou zijn geregeld.

Legitimarissen zijn alleen gerechtigd om een legitieme portie te vorderen als ze in een specifieke zaak wettelijke erfgenamen zijn.

De gronden waarop de erflater een erfgenaam die recht heeft op een legitieme portie geheel of gedeeltelijk kan uitsluiten van het testament, zijn wettelijk vastgelegd. De erflater kan dat doen als de erfgenaam zich jegens hem of haar schuldig heeft gemaakt aan een ernstige schending in de vorm van het niet-nakomen van een wettelijke of morele verplichting die voortvloeit uit de familiebetrekking met de erflater, als de erfgenaam opzettelijk een ernstig misdrijf tegen de erflater of zijn of haar echtgeno(o)t(e), kind(eren) of ouder(s) heeft gepleegd, als de erfgenaam een misdrijf tegen de Republiek Kroatië of tegen door het internationaal recht beschermde waarden heeft gepleegd, of als de erfgenaam een ledig of crimineel bestaan leidt. De erflater die een erfgenaam wil uitsluiten moet dat uitdrukkelijk in het testament verklaren, onder vermelding van de gronden voor de uitsluiting. De reden van de uitsluiting moet ten tijde van het opmaken van het testament bestaan. Door de uitsluiting verspeelt de erfgenaam het recht van erfopvolging naar de mate van de omvang van de uitsluiting zelf, en de rechten van andere personen die mogelijk van de erflater erven worden vastgesteld alsof de uitgesloten erfgenaam vóór de erflater is overleden.

Naast de mogelijkheid om legitimarissen uit te sluiten, kan de erflater een nakomeling die recht heeft op een legitieme portie deze portie uitdrukkelijk, geheel dan wel gedeeltelijk, onthouden als de erfgenaam grote schulden of een verkwistende levensstijl heeft. In plaats van naar deze nakomeling gaat de portie dan naar zijn of haar nakomelingen. Een dergelijke beschikking blijft alleen geldig als de persoon aan wie zijn of haar legitieme portie wordt onthouden ten tijde van het overlijden van de erflater een minderjarig kind of een minderjarig kleinkind van een vooroverleden kind heeft, of een meerderjarig kind of een meerderjarig kleinkind van een vooroverleden kind heeft dat arbeidsongeschikt en onvermogend is. De persoon aan wie zijn of haar legitieme portie wordt onthouden erft van de erflater met betrekking tot de portie die niet onder de toepasselijke bepaling valt, en ook als de voorwaarden voor de bepaling bij het overlijden van de erflater niet langer bestaan.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Als de erflater geen testament heeft opgemaakt, erven zijn of haar wettelijke erfgenamen in de wettelijke volgorde, waarbij het beginsel van toepassing is dat erfgenamen die in lijn dichter bij de erflater staan, erfgenamen die verder weg staan uitsluiten.

De wettelijke erfgenamen van de erflater zijn zijn of haar:

  • nakomelingen, geadopteerde kinderen en kinderen die aan de zorg van de erflater zijn toevertrouwd in zijn of haar hoedanigheid van partner en hun nakomelingen;
  • echtgeno(o)t(e);
  • buitenechtelijke partner;
  • levenspartner;
  • informele levenspartner;
  • ouders;
  • adoptanten;
  • broers en zussen en hun nakomelingen;
  • grootouders en hun nakomelingen;
  • andere voorouders.

Met betrekking tot het recht van erfopvolging is een buitenechtelijke partner gelijk aan een echtgeno(o)t(e), terwijl buiten het huwelijk geboren kinderen en hun nakomelingen gelijk zijn aan binnen het huwelijk geboren kinderen en hun nakomelingen. Een buitenechtelijke verbintenis die het recht van erfopvolging met zich meebrengt is een juridisch verankerde samenlevingsvorm tussen een ongehuwde vrouw en een ongehuwde man die enige tijd heeft bestaan (ten minste drie jaar als er een gemeenschappelijk kind uit de verbintenis is geboren) en is opgehouden te bestaan bij het overlijden van de erflater, mits aan de voorwaarden voor de geldigheid van een huwelijk is voldaan.

Met betrekking tot het recht van erfopvolging is een levenspartner gelijk aan een echtgeno(o)t(e), en de kinderen die aan zijn of haar zorg zijn toevertrouwd in zijn of haar hoedanigheid van partner zijn gelijk aan zijn of haar eigen kinderen. Een levenspartnerschap is een verbintenis tussen twee samenlevende personen van hetzelfde geslacht die een samenlevingscontract ten overstaan van een bevoegde autoriteit hebben gesloten, in overeenstemming met de bepalingen van een speciale wet (de Wet inzake partnerschappen tussen personen van hetzelfde geslacht).

Met betrekking tot het recht van erfopvolging is een informele levenspartner gelijk aan een buitenechtelijke partner. Een informeel levenspartnerschap is een verbintenis tussen twee samenlevende personen van hetzelfde geslacht die geen samenlevingscontract ten overstaan van een bevoegde autoriteit hebben gesloten, mits de verbintenis ten minste drie jaar heeft bestaan en vanaf het begin aan de voorwaarden voor de geldigheid van een levenspartnerschap is voldaan.

De nakomelingen en echtgeno(o)t(e) van de erflater zijn erfgenamen in eerste lijn. De erfgenamen in eerste lijn erven in gelijke delen. In deze lijn is per stirpes-verdeling van toepassing, waardoor het deel van de nalatenschap dat naar een vooroverleden kind zou zijn gegaan als dit de erflater had overleefd in gelijke delen wordt geërfd door zijn of haar kinderen (de kleinkinderen van de erflater); als er een kleinkind vooroverleden is, wordt het deel dat naar dat kleinkind zou zijn gegaan als dit ten tijde van het overlijden van de erflater nog in leven was geweest in gelijke delen geërfd door zijn of haar kinderen (de achterkleinkinderen van de erflater), enzovoorts, zolang er nog nakomelingen van de erflater over zijn.

Een erflater die geen nakomelingen heeft, wordt opgevolgd door erfgenamen in de tweede lijn van erfopvolging – de ouders en echtgeno(o)t(e) van de erflater. De ouders van de erflater erven de helft van de nalatenschap, de echtgeno(o)t(e) de andere helft. Als beide ouders vóór de erflater zijn overleden, erft de echtgeno(o)t(e) de gehele nalatenschap. Als de erflater niet wordt overleefd door de echtgeno(o)t(e), erven de ouders van de erflater de gehele nalatenschap in gelijke delen; als een van de ouders van de erflater vóór de erflater is overleden, wordt het deel van de nalatenschap dat naar die ouder zou zijn gegaan als hij of zij de erflater had overleefd geërfd door de andere ouder. De broers en zussen van de erflater en hun nakomelingen erven van de erflater in tweede lijn van erfopvolging als de erflater niet wordt overleefd door de echtgeno(o)t(e) en als een van de of beide ouders van de erflater vóór de erflater is of zijn overleden. In dat geval (of als beide ouders van de erflater vóór de erflater zijn overleden en de erflater niet wordt overleefd door de echtgeno(o)t(e)), wordt het deel van de nalatenschap dat naar elke ouder zou zijn gegaan als hij of zij de erflater had overleefd geërfd door hun kinderen (de broers/zussen van de erflater), hun kleinkinderen, achterkleinkinderen en verdere nakomelingen, volgens de regels die van toepassing zijn op de gevallen waarin de kinderen en andere nakomelingen van de erflater erven. Als een van de ouders van de erflater vóór de erflater is overleden en de erflater niet wordt overleefd door de echtgeno(o)t(e), zonder nakomelingen achter te laten, wordt het deel van de nalatenschap dat naar die ouder zou zijn gegaan als deze de erflater had overleefd geërfd door de andere ouder; als de andere ouder ook vóór de erflater is overleden en de erflater niet wordt overleefd door de echtgeno(o)t(e), erven de nakomelingen van die ouder het deel dat anders naar beide ouders was gegaan.

Een erflater die geen nakomelingen of echtgeno(o)t(e) of ouders achterlaat, of van wie de ouders geen andere nakomelingen hebben achtergelaten, wordt opgevolgd door erfgenamen in de derde lijn van erfopvolging. In de derde lijn van erfopvolging wordt de erflater opgevolgd door de grootouders van de erflater, waarbij de ene helft van de nalatenschap wordt geërfd door de grootouders aan vaderszijde en de andere helft door de grootouders aan moederszijde. De grootouders in dezelfde lijn erven in gelijke delen. Als een van deze voorouders in de ene lijn vóór de erflater is overleden, wordt het deel van de nalatenschap dat naar die voorouder zou zijn gegaan als hij of zij de erflater had overleefd geërfd door zijn of haar nakomelingen (kinderen, kleinkinderen en verdere nakomelingen), volgens de regels die van toepassing zijn op de gevallen waarin de kinderen en andere nakomelingen van de erflater erven. Als de grootouders in de ene lijn vóór de erflater zijn overleden zonder dat deze nakomelingen heeft, wordt het deel van de nalatenschap dat naar hen zou zijn gegaan als ze de erflater hadden overleefd geërfd door de grootouders in de andere lijn of hun nakomelingen.

Een erflater die geen nakomelingen of ouders achterlaat, of van wie de nakomelingen of echtgeno(o)t(e) of grootouders ook geen nakomelingen hebben achtergelaten, wordt opgevolgd door erfgenamen in de vierde lijn van erfopvolging. De overgrootouders van de erflater vormen de vierde lijn van erfopvolging. De ene helft wordt geërfd door de overgrootouders aan vaderszijde (deze helft wordt in gelijke delen geërfd door de ouders van de grootvader aan vaderszijde en de ouders van de grootmoeder aan vaderszijde van de erflater) en de andere helft wordt geërfd door de overgrootouders aan moederszijde (deze helft wordt in gelijke delen geërfd door de ouders van de grootvader aan moederszijde en de ouders van de grootmoeder aan moederszijde van de erflater). Als een van deze voorouders niet meer in leven is, wordt het deel dat naar hem of haar zou zijn gegaan als hij of zij nog in leven was geweest, geërfd door de voorouder die zijn of haar echtgeno(o)t(e) was. Als een duo van deze voorouders niet meer in leven is, worden de delen die naar hen zouden zijn gegaan als ze nog in leven waren geweest geërfd door het andere duo in dezelfde lijn. Als de overgrootouders in één lijn niet meer in leven zijn, wordt het deel van de nalatenschap dat naar hen zou zijn gegaan als ze nog in leven waren geweest geërfd door de overgrootouders in de andere lijn.

Als er geen erfgenamen in de vierde lijn van erfopvolging zijn, wordt de erflater opgevolgd door zijn of haar verdere voorouders, volgens de regels van erfopvolging die van toepassing zijn op zijn of haar overgrootouders.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

De procedure voor de bekrachtiging van de erfopvolging in eerste aanleg wordt uitgevoerd door een gemeentelijke rechtbank of door een notaris als bewindvoerder van de rechtbank.

De territoriale jurisdictie van de gemeentelijke rechtbank voor de bekrachtigingsprocedure wordt bepaald aan de hand van de wettige verblijfplaats van de erflater bij zijn of haar overlijden, en subsidiair aan de hand van zijn of haar woonplaats, de plaats waar het grootste deel van zijn of haar nalatenschap zich bevindt in Kroatië of de plaats waar de erflater is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De rechtbank vertrouwt de uitvoering van de bekrachtigingsprocedure toe aan notarissen, en wanneer meerdere notarissen hun standplaats hebben binnen het rechtsgebied van de rechtbank, worden zaken gelijkmatig en in alfabetische volgorde, op basis van hun achternaam, aan hen toegewezen.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

Een verklaring van aanvaarding of weigering van een nalatenschap kan mondeling worden afgelegd ten overstaan van een gemeentelijke rechtbank, de rechtbank die het testament bekrachtigt of de notaris die de procedure uitvoert, of door een gewaarmerkt document met de verklaring van aanvaarding of weigering in te dienen bij de rechtbank die het testament bekrachtigt of de notaris die de procedure uitvoert.

Een verklaring van aanvaarding of weigering van de nalatenschap kan niet worden ingetrokken.

Het is niet verplicht om een verklaring van aanvaarding of weigering op te stellen. Een persoon die geen verklaring van weigering van de nalatenschap heeft afgelegd of ingediend, wordt geacht de erfenis te aanvaarden. Een persoon die een geldige verklaring van aanvaarding van de nalatenschap heeft afgelegd of ingediend, kan daarna geen afstand meer doen van de erfenis.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Een verklaring van aanvaarding of weigering van een legaat kan mondeling worden afgelegd ten overstaan van de rechtbank die het legaat bekrachtigt of de notaris die de procedure uitvoert, of door een gewaarmerkt document met de verklaring van aanvaarding of weigering van het legaat in te dienen bij de rechtbank die het legaat bekrachtigt of de notaris die de procedure uitvoert.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Het recht op een legitieme portie is een erfelijke aanspraak die wordt verworven bij het overlijden van de erflater. Een legitimaris kan een verklaring van aanvaarding of weigering van een legitieme portie mondeling afleggen ten overstaan van een gemeentelijke rechtbank, de rechtbank die de legitieme portie bekrachtigt of de notaris die de procedure uitvoert, of door een gewaarmerkt document met een verklaring van erfrecht in te dienen bij de rechtbank die de legitieme portie bekrachtigt of de notaris die de procedure uitvoert.

Het recht op een legitieme portie wordt in bekrachtigingsprocedures alleen uitgeoefend op verzoek van een legitimaris – als een legitimaris in een bekrachtigingsprocedure geen legitieme portie opeist, is de rechtbank of de notaris niet verplicht om het recht van de legitimaris op een legitieme portie vast te stellen.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

De bekrachtigingsprocedure is een niet-contentieuze procedure om vast te stellen wie de erfgenamen van de erflater zijn, wat de nalatenschap van de erflater is en welke andere rechten met betrekking tot de nalatenschap erfgenamen, legatarissen en andere personen hebben.

De bekrachtigingsprocedure wordt uitgevoerd door een gemeentelijke rechtbank of door een notaris als bewindvoerder van de rechtbank. Een gemeentelijke rechtbank die territoriale jurisdictie heeft om een bekrachtigingsprocedure uit te voeren wordt ook wel “successierechtbank” genoemd. De territoriale jurisdictie van de gemeentelijke rechtbank voor de bekrachtigingsprocedure wordt bepaald aan de hand van de wettige verblijfplaats van de erflater bij zijn of haar overlijden, en subsidiair aan de hand van zijn of haar woonplaats, de plaats waar het grootste deel van zijn of haar nalatenschap zich bevindt in Kroatië of de plaats waar de erflater is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

Bekrachtigingsprocedures worden ambtshalve ingesteld nadat de rechtbank een overlijdensakte, een uittreksel uit een overlijdensregister of een gelijkwaardig document heeft ontvangen. De rechtbank vertrouwt de uitvoering van de bekrachtigingsprocedure toe aan een notaris die zijn of haar standplaats heeft binnen het rechtsgebied van de rechtbank, verstrekt de notaris de overlijdensakte en stelt een tijdschema vast voor de uitvoering van de procedure. Een notaris voert de procedure uit als bewindvoerder van de rechtbank op grond van een gerechtelijke beschikking waarbij de rechtbank hem of haar belast met de uitvoering van de procedure en op grond van de bepalingen van de Kroatische Successiewet. In de regel wordt een bekrachtigingsprocedure uitgevoerd door een notaris in de hoedanigheid van bewindvoerder van de rechtbank, en alleen bij uitzondering door de rechtbank zelf.

Wanneer een notaris in het kader van een bekrachtigingsprocedure als bewindvoerder van de rechtbank maatregelen treft, is hij of zij gemachtigd, zoals een rechter of juridisch adviseur van een gemeentelijke rechtbank dat zou zijn, om alle benodigde maatregelen te treffen en alle benodigde besluiten te nemen in de procedure, tenzij de Successiewet anders bepaalt. Als de partijen in een procedure bij een notaris de feiten betwisten waarop een van hun rechten berust (bv. het recht van erfopvolging, de omvang van hun aandeel in de nalatenschap, enz.), of waarop de samenstelling van de nalatenschap of het voorwerp van een legaat berust, moet de notaris het dossier retourneren aan de rechtbank, die vervolgens de opschorting van de procedure zal gelasten en de partijen zal instrueren om civielrechtelijke of administratieve stappen te ondernemen. Als de partijen in een procedure bij een notaris de feiten betwisten waarop het recht op een testamentair legaat of een ander recht berust, moet de notaris het dossier retourneren aan de rechtbank, die de partijen vervolgens zal instrueren om civielrechtelijke of administratieve stappen te ondernemen, maar de procedure niet zal opschorten. In specifieke gevallen waarin de Successiewet voorziet (besluiten over scheiding van de nalatenschap van het vermogen van een erfgenaam, over de rechten van mede-erfgenamen die met de erflater hebben samengeleefd of in een vermogensgemeenschap hebben geleefd, of over de verdeling van de inboedel) kan de notaris alleen besluiten nemen met instemming van alle partijen bij de procedure; anders moet de notaris het dossier terugsturen aan de rechtbank. Een rechtbank die de uitvoering van de bekrachtigingsprocedure heeft toevertrouwd aan een notaris, houdt doorlopend toezicht op diens werkzaamheden.

Het belangrijkste onderdeel van de bekrachtigingsprocedure is een hoorzitting, en indien nodig kunnen er meerdere hoorzittingen worden gehouden.

Er wordt geen hoorzitting gehouden als de overledene geen nalatenschap heeft nagelaten, of als de erflater alleen roerende zaken en daaraan gelijkwaardige rechten heeft nagelaten, en geen van de personen met erfrecht eist dat de bekrachtigingsprocedure wordt uitgevoerd.

De partijen (erfgenamen, legatarissen, andere personen die een recht met betrekking tot de nalatenschap uitoefenen), personen die mogelijk een rechtmatige vordering op de erfenis kunnen instellen (indien er een testament is), de executeur van het testament (indien er een executeur is aangewezen) en andere belanghebbenden worden gedagvaard voor de hoorzitting. In de dagvaarding voor de hoorzitting zal de rechtbank of een notaris belanghebbenden in kennis stellen van de inleiding van de procedure en meedelen of er een testament is overgelegd, en belanghebbenden sommeren om onverwijld een schriftelijk testament of een document waarin de mondelinge uiterste wilsbeschikking is vastgelegd in te dienen, als zij daarover beschikken, of om de namen van de getuigen van de mondelinge wilsbeschikking te verstrekken. Deze belanghebbenden zullen er in de dagvaarding specifiek op worden gewezen dat zij, totdat een beslissing in eerste aanleg over de erfopvolging is genomen, tijdens de hoorzitting een mondelinge verklaring van aanvaarding of weigering van de nalatenschap kunnen afleggen of deze verklaring kunnen indienen in de vorm van een gewaarmerkt openbaar document, en dat zij bij verzuim om op de hoorzitting te verschijnen of een dergelijke verklaring in te dienen, geacht worden de erfenis te aanvaarden.

Alle kwesties die relevant zijn voor het nemen van een besluit in een bekrachtigingsprocedure, met name het recht van erfopvolging, de omvang van het erfdeel en het rechten op een legaat, zullen worden besproken tijdens een hoorzitting. De rechtbank of de notaris neemt een besluit op basis van de resultaten van alle hoorzittingen. De rechtbank of de notaris is gemachtigd om feiten vast te stellen die de partijen bij de procedure niet hebben aangedragen en om bewijs te presenteren dat zij niet hebben voorgesteld als de rechtbank of de notaris van oordeel is dat deze feiten en/of dat bewijs relevant zijn/is voor de besluitvorming. In de regel neemt de rechtbank of de notaris een besluit over de rechten nadat belanghebbenden de nodige verklaringen hebben kunnen afleggen. De rechtbank of de notaris zal de rechten van personen die, hoewel ze naar behoren zijn gedagvaard, niet op de hoorzitting zijn verschenen in beraad nemen op basis van de informatie waarover de rechtbank of de notaris beschikt, rekening houdend met de schriftelijke verklaringen van deze personen voor zover deze zijn ontvangen tot de datum waarop het besluit wordt genomen.

Verklaringen van erfopvolging zijn verklaringen waarbij een erfgenaam de nalatenschap aanvaardt of weigert. Iedereen is gerechtigd, maar niemand is verplicht, om een verklaring van erfopvolging af te leggen of in te dienen. Een persoon die geen verklaring van weigering van de nalatenschap heeft afgelegd of ingediend, wordt geacht de erfenis te aanvaarden. Een persoon die een geldige verklaring van aanvaarding van de nalatenschap heeft afgelegd of ingediend, kan daarna geen afstand meer doen van de erfenis. De rechtbank of de notaris zal niet van iedereen verlangen dat hij of zij een verklaring van erfopvolging aflegt of indient, maar een erfgenaam die een dergelijke verklaring wil afleggen of indienen kan dat mondeling doen ten overstaan van de rechtbank die het testament bekrachtigt of de notaris die de bekrachtigingsprocedure uitvoert of ten overstaan van een gemeentelijke rechtbank, of door een gewaarmerkt document met een verklaring van erfopvolging in te dienen bij de rechtbank die het testament bekrachtigt of de notaris die de bekrachtigingsprocedure uitvoert. Bij het afleggen of indienen van een verklaring tot weigering van de nalatenschap moet de rechtbank of de notaris de erfgenaam waarschuwen voor de gevolgen van een dergelijke verklaring en de erfgenaam erop wijzen dat hij of zij een erfenis alleen in zijn of haar eigen naam kan weigeren, of in zijn of haar eigen naam en die van zijn of haar nakomelingen.

De rechtbank zal de bekrachtigingsprocedure opschorten en de partijen opdragen om civielrechtelijke of administratieve stappen te ondernemen als de partijen de feiten betwisten waarvan een van hun rechten, de samenstelling van de nalatenschap of het voorwerp van het legaat afhangt. De partij wier recht door de rechtbank het minst plausibel wordt geacht, zal worden geïnstrueerd om civielrechtelijke of administratieve stappen te ondernemen. Als de partijen de feiten betwisten waarop het recht op een testamentair legaat of een ander recht berust, zal de rechtbank de partijen instrueren om civielrechtelijke of administratieve stappen te ondernemen, maar de procedure niet opschorten.

Aan het eind van de procedure zal de rechtbank of de notaris een besluit over de erfopvolging nemen. Aangezien erfopvolging in Kroatië ipso iure (“van rechtswege”) plaatsvindt bij het overlijden van de erflater, is een besluit over erfopvolging een besluit van declaratoire aard. In het besluit wordt vastgesteld wie na het overlijden van de erflater erfgenaam wordt of worden en welke andere rechten zijn verworven door andere personen. De inhoud van het besluit is vastgesteld in de Successiewet, en het besluit bevat informatie over de erflater (voor- en achternaam, persoonlijk identificatienummer, naam van een van de ouders, geboortedatum, nationaliteit, en voor personen die tijdens het huwelijk zijn overleden hun achternaam vóór het huwelijk), over de samenstelling van de nalatenschap (toewijzing van onroerende zaken onder vermelding van de verplichte gegevens voor registratie in het kadaster; toewijzing van roerende zaken en andere rechten die door de rechtbank geacht worden onderdeel van de nalatenschap te zijn), over de erfgenamen (voor- en achternaam, persoonlijk identificatienummer, adres, relatie tot de erflater, of de erfgenaam als legitimaris of als testamentair erfgenaam erft, of er meerdere erfgenamen zijn, het erfdeel van elke erfgenaam uitgedrukt in fracties), over beperkingen of bezwaringen van de rechten van de erfgenaam (of het recht van de erfgenaam gebonden is aan een voorwaarde, een tijdslimiet of een instructie en zo ja, of en hoe het anderszins is beperkt of bezwaard en ten gunste van wie), en over personen die recht hebben op een legaat of enig ander recht dat uit de nalatenschap voortvloeit, met een precieze toewijzing van dat recht (voor- en achternaam, persoonlijk identificatienummer en adres van de persoon). Een besluit over erfopvolging wordt meegedeeld aan alle erfgenamen en legatarissen, evenals aan personen die tijdens de procedure een verzoek tot erfopvolging hebben ingediend; definitieve besluiten worden ook meegedeeld aan de bevoegde belastingautoriteit. In een besluit over erfopvolging zal de rechtbank of de notaris de instructie geven om, zodra dat besluit definitief wordt, de vereiste inschrijvingen te verrichten in het kadaster, in overeenstemming met de regels van de Kadasterwet, en om de roerende zaken die worden bewaard door de rechtbank, de notaris of, in opdracht van een van deze, een derde, over te dragen aan de gemachtigde personen.

Voordat een besluit over de erfopvolging wordt genomen, kan de rechtbank of de notaris op verzoek van een legataris een afzonderlijk besluit over het legaat nemen, mits dat legaat niet wordt betwist door de erfgenamen. Wanneer de samenstelling van de nalatenschap slechts gedeeltelijk niet wordt betwist, kan een gedeeltelijk besluit over de erfopvolging worden genomen om de erfgenamen en legatarissen vast te stellen en te bepalen welk deel van de nalatenschap niet wordt betwist.

Tegen een besluit van een notaris over de erfopvolging dat deze heeft genomen in zijn of haar hoedanigheid van bewindvoerder van de rechtbank in een bekrachtigingsprocedure, kan bezwaar worden aangetekend. Dit bezwaar kan binnen acht dagen na de kennisgeving van het besluit aan de partijen worden aangetekend bij de notaris, die dit bezwaar samen met het dossier onverwijld moet voorleggen aan de bevoegde gemeentelijke rechtbank. Bezwaren worden behandeld door een enkelvoudige rechtbank (één rechter). Alle te laat ingediende, onvolledige of niet-toelaatbare bezwaren zullen door de rechtbank terzijde worden geschoven. Bij het nemen van een besluit over een bezwaar tegen een besluit van een notaris kan de rechtbank het besluit geheel of gedeeltelijk handhaven of het besluit herroepen. Wanneer het besluit (geheel of gedeeltelijk) wordt herroepen, zal de rechtbank zich zelf over het herroepen deel van het besluit buigen. Tegen een besluit van de rechtbank tot gedeeltelijke of gehele herroeping van het besluit van de notaris kan geen afzonderlijk beroep worden ingesteld. Een besluit over het ingediende bezwaar zal aan de partijen en aan de notaris worden betekend.

Tegen besluiten van een rechtbank van eerste aanleg in een bekrachtigingsprocedure kan beroep worden ingesteld, tenzij in de Successiewet anders wordt bepaald. Een beroep kan binnen vijftien dagen na de kennisgeving van het besluit van de rechtbank van eerste aanleg worden ingesteld. Een beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg, die tijdig een besluit over het beroep moet nemen en een nieuw besluit tot wijziging van het betwiste besluit kan vaststellen, mits dit geen op dat besluit gebaseerde rechten van andere personen schendt. Als de rechtbank van eerste aanleg haar besluit niet wijzigt, zal ze het beroep doorverwijzen naar de rechtbank van tweede aanleg, ongeacht of het beroep binnen de wettelijk vastgestelde termijn is ingesteld. In de regel besluit de rechtbank van tweede aanleg alleen over tijdig ingestelde beroepen, maar de rechtbank kan ook een te laat ingesteld beroep in behandeling nemen, mits dat geen op het betwiste besluit gebaseerde rechten van andere personen schendt.

In bekrachtigingsprocedures zijn geen buitengewone rechtsmiddelen toegestaan.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Erfgenaam, hetzij wettelijk, hetzij testamentair, wordt men ipso iure (“van rechtswege”) bij het overlijden van de erflater. Op dat moment verwerft de erfgenaam een erfelijk recht en gaat de nalatenschap van de overledene krachtens de wet over op hem of haar en wordt de nalatenschap zijn of haar erfenis. Een verklaring van aanvaarding van de nalatenschap is niet vereist voor de verwerving van een erfelijk recht. Een erfgenaam die geen erfgenaam wenst te zijn heeft het recht om afstand te doen van de nalatenschap totdat een beslissing in eerste aanleg over de erfopvolging is genomen.

Een legataris verwerft bij het overlijden van de erflater een recht op een legaat.

De bekrachtigingsprocedure om vast te stellen wie de erfgenamen van de erflater zijn, wat de nalatenschap van de erflater is en welke andere rechten met betrekking tot de nalatenschap de erfgenamen, legatarissen en andere personen verwerven, wordt beschreven in het antwoord op vraag 6 over de bekrachtigingsprocedure.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Erfgenamen die geen afstand doen van de nalatenschap zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de erflater, elk tot de waarde van zijn of haar erfdeel.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Ten behoeve van de inschrijving in het kadaster moeten de volgende documenten worden ingediend bij de kadasterafdeling van de gemeentelijke rechtbank in wier rechtsgebied de onroerende zaak is gelegen:

  1. een voorstel voor inschrijving;
  2. het originele document, of een gewaarmerkt afschrift daarvan, op grond waarvan een eigendomstitel is verkregen (de rechtsgrond voor de verwerving van de titel – een koopcontract, een schenkingsovereenkomst, een overeenkomst inzake een onderhoudsplicht, een beslissing inzake erfopvolging, enz.);
  3. bewijs voor de nationaliteit van de verwerver van de titel (een verklaring van burgerschap, een gewaarmerkte kopie van het paspoort, enz.) of bewijs voor de status van de rechtspersoon (een uittreksel uit het handelsregister) als de verwerver een buitenlandse rechtspersoon is;
  4. wanneer een verzoeker wordt vertegenwoordigd door een advocaat: een volmacht (het originele document of een gewaarmerkt afschrift);
  5. als een verzoeker geen advocaat heeft aangewezen om hem of haar te vertegenwoordigen wanneer hij of zij in het buitenland verblijft, is de verzoeker verplicht om een advocaat in Kroatië aan te wijzen om documenten te ontvangen;
  6. bewijs voor de betaling van griffierechten ten bedrage van 200,00 HRK, rubriek nr. 16, en een zegelrecht van 50,00 HRK, rubriek nr. 15, in overeenstemming met de Wet inzake de griffierechten (NN nrs. 74/95, 57/96, 137/02, 26/03, 125/11, 112/12 en 157/13).

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Het Kroatische recht voorziet niet in de verplichte benoeming van een bewindvoerder voor de nalatenschap. De reden hiervoor is dat op het moment dat de nalatenschap openvalt (wanneer de erflater overlijdt of dood wordt verklaard), deze van rechtswege overgaat op de erfgenamen.

In het Kroatische recht wordt echter wel bepaald dat de rechtbank die de erfopvolging moet bekrachtigen, in specifieke gevallen een tijdelijke beheerder van de nalatenschap zal benoemen. Dat zal de rechtbank doen wanneer de erfgenamen of hun verblijfplaats niet bekend zijn of wanneer ze niet kunnen worden bereikt, en in voorkomend geval in andere omstandigheden. De tijdelijke beheerder van de nalatenschap is gemachtigd om te procederen, vorderingen te innen of schulden te betalen namens en als vertegenwoordiger van de erfgenamen. Indien nodig kan de rechtbank bijzondere rechten en plichten van de beheerder van de nalatenschap vaststellen. Ook kan de rechtbank een beheerder benoemen voor een nalatenschap die op verzoek van de crediteuren van de erflater is gescheiden van het vermogen van de erfgenamen.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

De nalatenschap wordt beheerd door de erfgenamen, behalve als dit beheer is toevertrouwd aan de executeur van het testament of de beheerder van de nalatenschap.

De erflater kan bij testament een of meer executeurs van het testament aanwijzen. Een persoon die is aangewezen als executeur van het testament is niet verplicht om deze taak op zich te nemen. De taken van de executeur van het testament worden door de erflater in het testament gespecificeerd. Als de erflater geen specifieke instructies heeft gegeven, zijn de taken van de executeur met name de volgende:

  • zorg dragen voor en doen wat nodig is voor de veilige bewaring van de nalatenschap namens en voor rekening van de erfgenamen;
  • de nalatenschap beheren;
  • doen wat nodig is voor de betaling van schulden en legaten namens en voor rekening van de erfgenamen.

Daarbij dient de executeur er in elk opzicht voor te zorgen dat het testament wordt uitgevoerd volgens de wensen van de erflater.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Volgens het Kroatische recht hoeft er niet verplicht een beheerder te worden benoemd. De reden hiervoor is dat op het moment dat de nalatenschap openvalt (wanneer de erflater overlijdt of dood wordt verklaard), deze van rechtswege overgaat op de erfgenamen. De erfgenamen beheren alles wat tot de erfenis behoort en kunnen daarover beschikken. Als er meerdere erfgenamen zijn, beheren de mede-erfgenamen, totdat de erfdelen van elke erfgenaam zijn bepaald, als gezamenlijke eigenaars alles wat tot de erfenis behoort en handelen ze als gezamenlijke eigenaars alles af, met uitzondering van datgene waarover het beheer is toevertrouwd aan de executeur van het testament of aan de beheerder van de nalatenschap.

Nadat een definitief besluit over het erfdeel van elke erfgenaam is genomen, wordt alles wat tot dan toe gezamenlijk eigendom was beheerd en afgehandeld door de mede-erfgenamen, totdat de nalatenschap wordt ontbonden, volgens de regels op grond waarvan de mede-erfgenamen de goederen van de nalatenschap beheren en afhandelen, met uitzondering van datgene waarvan het beheer is toevertrouwd aan de executeur van het testament of aan de beheerder van de nalatenschap.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

In de loop van de procedure zal de rechtbank, als er een executeur voor het testament is benoemd, op zijn of haar verzoek en onverwijld een verklaring aan de executeur afgeven ten bewijze van zijn of haar hoedanigheid en bevoegdheden, met een instructie aan eenieder dat de verklaringen van de executeur moeten worden opgevat als waren ze van de erflater. Eenieder die te goeder trouw handelt, in overeenstemming met de verklaring van de persoon die zichzelf met behulp van een verklaring van de rechtbank heeft geïdentificeerd als de executeur van het testament, zal niet aansprakelijk zijn voor enige schade voor de erfgenamen. Als de rechtbank de executeur van het testament uit zijn of haar functie ontzet, is hij of zij verplicht om de verklaring ten bewijze van zijn of haar hoedanigheid en bevoegdheden onverwijld naar de rechtbank terug te sturen; doet hij of zij dat niet, dan is hij of zij aansprakelijk voor eventuele schade die daaruit resulteert.

Na afronding van de bekrachtigingsprocedure wordt een besluit over de erfopvolging afgegeven. In dat besluit wordt bepaald wie bij het overlijden van de erflater zijn of haar erfgenamen worden en welk rechten door andere personen worden verworven. Aangezien een erfgenaam dat volgens het Kroatische recht ipso iure (“van rechtswege”) wordt, is het doel van de vaststelling van de erfgenamen niet om het erfelijke recht of de erfenis zelf te verwerven (beide gebeurtenissen vinden plaats bij het overlijden van de erflater), maar alleen om de uitoefening van de uit hoofde van de erfenis verworven rechten en plichten mogelijk te maken en te vergemakkelijken.

Het effect van het definitieve besluit over de erfopvolging is dat dit besluit geacht wordt bepalend te zijn voor de samenstelling van de nalatenschap, wie de erfgenamen van de erflater zijn, de omvang van hun erfdelen, of hun erfrecht beperkt of bezwaard is en zo ja, hoe, en of er rechten op legaten zijn en zo ja, welke.

Hetgeen is bepaald in het definitieve besluit over de erfopvolging kan worden betwist door eenieder die volgens de bepalingen van de Successiewet niet gebonden is aan de onherroepelijkheid van het besluit over de erfopvolging, en wel door een civielrechtelijke vordering in te stellen tegen de personen die profiteren van de bevinding waarvan de correctheid door de betrokkene wordt betwist.

Het definitieve besluit over de erfopvolging is niet bindend voor personen die recht menen te hebben op een onderdeel van de nalatenschap, mits zij niet als partij hebben deelgenomen aan de hoorzitting in het kader van de bekrachtigingsprocedure en daar ook niet naar behoren persoonlijk voor zijn gedagvaard. Ook is een dergelijk besluit niet bindend voor personen die claimen dat zij vanwege het overlijden van de erflater recht hebben op een erfenis, op grond van het testament of op grond van de wet, mits zij niet als partij hebben deelgenomen aan de hoorzitting in het kader van de bekrachtigingsprocedure en daar ook niet naar behoren persoonlijk voor zijn gedagvaard.

Bij wijze van uitzondering zijn personen die als partij hebben deelgenomen aan de hoorzitting in het kader van de bekrachtigingsprocedure of daarvoor naar behoren zijn gedagvaard, niet gebonden aan het definitieve besluit over de erfopvolging met betrekking tot eventuele rechten die ze genieten op grond van een later gevonden testament of met betrekking tot rechten die zijn vastgesteld in een civielrechtelijke of administratieve procedure (die ze hebben ingesteld na een instructie daartoe) nadat het besluit over de erfopvolging definitief is geworden, mits is voldaan aan de voorwaarden waaronder ze in een civielrechtelijke procedure kunnen eisen dat de procedure wordt herhaald.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 06/02/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Italië

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Uiterste wilsbeschikkingen kunnen alleen worden opgesteld door middel van een testament. Gezamenlijke testamenten en overeenkomsten inzake toekomstige erfopvolging zijn niet toegestaan.
Een testamentaire beschikking kan een van de volgende twee vormen aannemen:

  • de aanwijzing van een erfgenaam, waarbij de erflater beschikt over zijn of haar gehele nalatenschap of een portie daarvan zonder de goederen waarop de beschikking betrekking heeft te specificeren;
  • een legaat, waarbij de erflater beschikt over een of meer gespecificeerde goederen.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Testamentaire beschikkingen hoeven niet te worden geregistreerd, ongeacht de gekozen vorm.
In geval van een openbaar testament, d.w.z. een testament dat is opgesteld in de vorm van een notariële akte, moet de notaris het testament na het overlijden van de erflater uitschrijven uit het register van laatste wilsbeschikkingen en testamenten en inschrijven in het register van transacties inter vivos en de verklaring inzake deze wijziging registreren.
Een holografisch testament, dat een onderhands document is, moet na het overlijden van de erflater worden ingediend bij een notaris, zodat deze ervoor kan zorgen dat het testament rechtskracht heeft door het te registreren.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Een erflater kan wettelijk over zijn of haar gehele nalatenschap beschikken. Zijn of haar echtgeno(o)t(e), kinderen en hun nakomelingen en (als er geen kinderen zijn) ouders hebben recht op een legitieme portie, d.w.z. een minimumaandeel in de nalatenschap dat voor hen is gereserveerd, maar een testament dat dit recht niet in acht neemt is nog steeds geldig en van kracht, mits het niet wordt betwist door (een van) de hierboven genoemde erfgenamen. Als het testament niet wordt betwist of als een procedure om het testament te betwisten ongegrond wordt bevonden, zal het testament onverkort van kracht blijven.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Bij ontbreken van een testament zijn de regels inzake wettelijke erfopvolging van het Italiaanse Burgerlijk Wetboek van toepassing. Er kunnen gevallen zijn waarin er weliswaar een testament is, maar dat daarin alleen wordt beschikt over een deel van de nalatenschap; voor het resterende deel van de nalatenschap zullen de regels van de wettelijke erfopvolging naast de regels inzake testamentaire beschikkingen van toepassing zijn. De personen die wettelijk erven zijn de echtgeno(o)t(e), kinderen, ouders, broers en zussen en bloedverwanten tot de zesde graad. De porties van de geërfde nalatenschap zijn afhankelijk van de vraag welke van de hierboven genoemde personen feitelijk bestaan. Het bestaan van kinderen sluit zowel ouders als broers en zussen uit, evenals bloedverwanten die verder van de overledene afstaan.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Een erfenis valt toe aan de erfgenaam op grond van een verklaring van aanvaarding, terwijl een legaat automatisch toevalt, mits er geen afstand van het legaat wordt gedaan. Een erfenis kan niet gedeeltelijk worden aanvaard of geweigerd en kan uitdrukkelijk (door middel van een overeenkomstige verklaring) of stilzwijgend worden aanvaard (in dat laatste geval verricht een erfgenaam een handeling die alleen kan worden verricht door erfgenamen, zoals het verkopen van een onderdeel van de nalatenschap). De verklaring van aanvaarding of weigering moet worden bekrachtigd door een notaris of een griffier van de bevoegde rechtbank in het rechtsgebied waar de nalatenschap openvalt. Dezelfde regels zijn van toepassing op personen die recht hebben op een legitieme portie, die niet uitsluitend de legitieme portie kunnen aanvaarden of weigeren. Deze erfgenamen kunnen echter afstand doen van hun recht op een legitieme portie wanneer die portie is beschadigd. Als een erfgenaam van een legitieme portie is uitgesloten van een aandeel in de nalatenschap of een aandeel in de nalatenschap is toegewezen dat kleiner is dan zijn of haar legitieme portie, kan hij of zij alleen een procedure aanhangig maken om het recht op de legitieme portie te doen gelden.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Er is niet één enkele wettelijk vastgelegde procedure.

De nalatenschap valt open bij het overlijden van de erflater. De als erfgenaam of legataris aangewezen personen worden geïdentificeerd onder verwijzing naar de datum van het overlijden van de erflater en op grond van het testament of de toepasselijke wettelijke voorschriften. Deze personen dienen de benodigde stappen te ondernemen om een verklaring van aanvaarding of weigering in te dienen, welke verklaringen vervolgens worden gebruikt om vast te stellen wie wat ontvangt uit de nalatenschap.

Als er gezamenlijke eigenaars zijn, heeft elk van deze eigenaars het recht om een verzoek tot verdeling van de nalatenschap in te dienen, die kan plaatsvinden door middel van een contract of door middel van een verzoek aan de rechtbank in een gewone civiele procedure om een beslissing over de verdeling van de nalatenschap te nemen.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Legatarissen verwerven automatisch deze status, tenzij ze het legaat weigeren. De status van erfgenaam wordt verworven door middel van een uitdrukkelijke verklaring van aanvaarding of door een handeling die stilzwijgende aanvaarding impliceert. Personen die zijn aangewezen als erfgenaam en in het bezit zijn van goederen van de nalatenschap worden drie maanden na de datum waarop de nalatenschap is opengevallen, automatisch erfgenaam.
Uitdrukkelijke aanvaarding, die binnen tien jaar na het openvallen van de nalatenschap moet plaatsvinden, kan de vorm aannemen van zuivere aanvaarding dan wel van beneficiaire aanvaarding, in welk geval de aansprakelijkheid voor de schulden van de overledene wordt beperkt.
Aanvaarding van een erfenis die toevalt aan minderjarigen of andere rechtsonbekwame personen moet beneficiair en uitdrukkelijk plaatsvinden.
De rechtsgevolgen van aanvaarding van een erfenis of legaat hebben terugwerkende kracht tot het moment waarop de nalatenschap is opengevallen.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

De erfgenamen zijn aansprakelijk voor alle schulden van de overledene in verhouding tot de waarde van de portie van de nalatenschap die ze elk ontvangen. Legatarissen zijn daarentegen niet aansprakelijk voor deze schulden.

De zuivere erfgenaam is onbeperkt persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de overledene en is derhalve ook aansprakelijk als het bedrag van de schulden hoger is dan de waarde van de ontvangen goederen.

Als de nalatenschap beneficiair is aanvaard, is de erfgenaam slechts voor de schulden van de overledene aansprakelijk tot de waarde van de ontvangen goederen.

Als de nalatenschap beneficiair is aanvaard, moet een verslag worden opgesteld waarin alle bestanddelen die tezamen de goederen en verplichtingen van de nalatenschap vormen worden beschreven onder vermelding van hun waarde: de erfgenaam moet toestemming van de rechtbank krijgen om handelingen te verrichten om goederen uit de nalatenschap te verkopen, welke toestemming alleen zal worden verleend als deze handelingen in overeenstemming zijn met de belangen van de crediteuren van de nalatenschap.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Erfgenamen en legatarissen zijn verplicht om een verklaring van erfrecht in te dienen bij de belastingautoriteiten, welke verklaring informatie bevat over alle geërfde goederen, waaronder onroerende zaken, inclusief de gegevens van de overeenkomstige inschrijving in het kadaster. Een kopie van de verklaring van erfrecht wordt gebruikt om de kadastrale inschrijving te wijzigen door de desbetreffende onroerende zaken in te schrijven op naam van de erfgenamen of legatarissen die de nieuwe eigenaars zijn.

De procedure die van toepassing is op de inschrijving, in de betreffende registers, van de verwerving van onroerende zaken door erfgenamen of legatarissen, loopt uiteen voor beide categorieën. Voor een legataris wordt de verwerving van het eigendomsrecht ingeschreven op grond van een kopie van het testament waarin het legaat wordt toegekend. Voor een erfgenaam wordt de uitdrukkelijke aanvaarding of de handeling die stilzwijgende aanvaarding impliceert vastgelegd.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

De benoeming van een beheerder is niet verplicht.

Iedereen die een testament opmaakt kan een executeur benoemen, die verantwoordelijk is voor het beheer van de goederen, maar alleen voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn of haar taak.

De wet bepaalt welke personen verantwoordelijk zijn voor het beheer van een nalatenschap als de erfgenamen rechtsonbekwaam zijn.
Als geen van de als erfgenaam aangewezen personen de nalatenschap aanvaardt, kan de rechtbank worden verzocht om een bewindvoerder voor de onbeheerde nalatenschap te benoemen, die de goederen van de nalatenschap zal beheren tot er een eerste verklaring van aanvaarding is afgegeven, op welk moment de functie van bewindvoerder automatisch ophoudt te bestaan.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Als een legataris verwacht dat er actie zal worden ondernomen door erfgenamen, zijn deze personen verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen van het testament.

De erflater kan een executeur van het testament benoemen, die er vervolgens voor moet zorgen dat de bepalingen van het testament in acht worden genomen.
De goederen van de nalatenschap worden beheerd door de personen die de bepalingen van het testament moeten uitvoeren, totdat deze taken volledig zijn vervuld.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Over het algemeen zijn beheerders alleen bevoegd voor het gewone beheer van de nalatenschap, hetgeen de bescherming van de goederen van de nalatenschap en hun waarde inhoudt. Voor handelingen die verband houden met de verkoop van goederen of voor buitengewone beheermaatregelen is toestemming van de rechtbank vereist.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

De gemeente waarin de overledene is geboren of woonde geeft een overlijdensakte, een uittreksel uit het register van de burgerlijke stand of een verklaring inzake de gezinsstatus af, die alle informatie met betrekking tot het overlijden van de erflater, zijn of haar persoonsgegevens en zijn of haar familierelaties bevat.

Geen enkel door overheidsorganen afgegeven document vormt bewijs voor de status van erfgenaam of legataris.

Iedereen die de status van erfgenaam of legataris wenst te bekrachtigen, kan een gelegaliseerd document indienen, d.w.z. een verklaring die is afgelegd ten overstaan van een notaris en twee getuigen die niet betrokken zijn bij de erfopvolging (op straffe van strafrechtelijke vervolging). Overheidsorganen aanvaarden ook een door betrokkene opgestelde verklaring ter vervanging van een dergelijk gelegaliseerd document, waarvoor eveneens geldt dat in geval van onjuistheid strafrechtelijke vervolging kan worden ingesteld.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 22/12/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Cyprus

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

In beginsel voorziet de nationale wetgeving niet in gezamenlijke testamenten. In de praktijk kunnen echtgenoten elkaar bij het opstellen van hun testament tot hun enige erfgenaam benoemen.

Testamenten worden opgesteld en uitgevoerd in overeenstemming met artikel 23 van hoofdstuk 195.

Testamenten moeten schriftelijk worden opgesteld en worden ondertekend door de erflater of door enige andere persoon op verzoek van en in het bijzijn van de erflater. Ook moeten gelijktijdig twee getuigen aanwezig zijn bij de ondertekening door de erflater om het testament te bevestigen en te bekrachtigen. Als het testament bestaat uit meer dan één bladzijde, moeten alle bladzijden worden ondertekend of geparafeerd.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Een testament kan:

a) worden ingeschreven in het register van de provincie waar de erflater woonde, op grond van artikel 9 van hoofdstuk 189;

b) worden bewaard ten kantore van de advocaat van de erflater; of

c) worden bewaard door de erflater zelf of door enige andere hiertoe aangewezen persoon.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Het beginsel van de legitieme portie is opgenomen in het nationale recht en wordt geregeld door artikel 41 van hoofdstuk 195. Ook artikel 51 van hoofdstuk 195 is relevant.

Kinderen hebben recht op een aandeel van maximaal 25% van de nettowaarde van de nalatenschap. Als er geen kinderen zijn maar wel een langstlevende echtgeno(o)t(e) of een ouder (vader of moeder), heeft deze recht op maximaal 50%, terwijl in alle andere gevallen de gehele nalatenschap aan een erfgenaam kan toevallen.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Als er bij het overlijden geen testamentaire beschikking is, zal de erfenis overgaan in overeenstemming met artikel 44 en volgende van hoofdstuk 195.

Als er kinderen en een echtgeno(o)t(e) zijn, zal de nettowaarde van de nalatenschap in gelijke delen tussen de kinderen en de echtgeno(o)t(e) worden verdeeld. Als er geen kinderen of andere nakomelingen zijn, zal het erfdeel van de echtgeno(o)t(e) toenemen, afhankelijk van of er andere verwanten tot de vierde graad van verwantschap zijn. Als er broers of zussen of ouders van de overledene zijn, is het aandeel van een echtgeno(o)t(e) 50% van de nettowaarde, en als er geen verwanten tot de vierde graad zijn, heeft de echtgeno(o)t(e) recht op ¾ van de nalatenschap. In alle andere gevallen zal de gehele nalatenschap toevallen aan de echtgeno(o)t(e).

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

In alle hierboven genoemde gevallen is de districtsrechtbank van de laatste woonplaats van de erflater/overledene de bevoegde autoriteit.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Indienen van een verzoekschrift

Aanvragen van een door de belastingdienst goedgekeurde tijdelijke vrijstelling

Afgifte van een akte van cessie

Registratie van een boedelbeschrijving

Afbetaling van eventuele schulden van de nalatenschap, waaronder belastingverplichtingen

Verdeling van de nalatenschap

Inschrijving van de eindrekeningen

Het nationale recht voorziet niet in een ambtshalve door de rechtbank ingeleide erfopvolgingsprocedure.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Een persoon kan erfgenaam worden als hij of zij een verwant(e) van de overledene tot in de zesde graad is. Een relevante bepaling is te vinden in artikel 44 en volgende van hoofdstuk 195 en bijlage 1 en 2 bij hoofdstuk 195.

Een persoon kan erfgenaam worden als de erflater in zijn of haar testament een erfenis aan hem of haar heeft toegewezen.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Overeenkomstig het nationale recht zijn erfgenamen niet aansprakelijk voor de schulden van de overledene. Schulden worden alleen aangegaan door de nalatenschap, die alleen onder de erfgenamen/legatarissen zal worden verdeeld als deze schulden (met inbegrip van belastingverplichtingen) zijn voldaan. Een relevante bepaling is te vinden in artikel 41, onder b), en artikel 42 van hoofdstuk 189.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Als de term "inschrijving" van een onroerende zaak verwijst naar de overdracht van de onroerende zaak van de overledene aan de erfgenamen/legatarissen, zijn de documenten die moeten worden overgelegd:

de akte van cessie;

een door de belastingdienst afgegeven verklaring inzake het voldaan hebben aan belastingverplichtingen en toestemming voor de overdracht;

een verklaring inzake het voldaan hebben aan belastingverplichtingen in verband met de onroerende zaak en eventuele kapitaalwinsten;

een bewijs van betaling van de gemeentelijke en rioolheffingen en een plechtige verklaring inzake de verdeling van de nalatenschap door de beheerder en/of executeur;

enig ander door het kadaster en/of de belastingdienst vereist document.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Voor de verdeling van de nalatenschap moet verplicht een beheerder worden benoemd. De benoeming geschiedt bij een gerechtelijke beschikking en op verzoek. Het verzoek om de benoeming van een beheerder wordt ingediend krachtens hoofdstuk 189, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de artikelen 18, 19, 20, 29, 49, en hoofdstuk 192. Het verzoek moet vergezeld gaan van een beëdigde verklaring van de beoogde beheerder of executeur, een beëdigde verklaring van een garant, indien vereist, en onderpand, indien vereist, Ook moet het verzoek vergezeld gaan van een overlijdensakte en een verklaring van erfrecht, die worden afgegeven door het hoofd van de gemeente van het gebied waar de overledene woonde, en van een document waarin de erfgenamen instemmen met de benoeming van een beheerder. In alle andere opzichten wordt de onder vraag 6 beschreven procedure gevolgd.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Het recht om de testamentaire beschikking uit te voeren na het overlijden van de erflater berust bij de executeur, en als de executeur overlijdt of geen executeur wil zijn, komt het recht te berusten bij enige andere persoon met een wettelijk belang in de nalatenschap, d.w.z. een legataris of een erfgenaam.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

De bevoegdheden van de beheerder worden beschreven in artikel 41 van hoofdstuk 189.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

De akte van cessie waarin de beheerder en/of de executeur worden benoemd. De namen van de begunstigden worden vermeld in het verzoek tot benoeming van een beheerder en/of tot validatie van het testament, en op de overlijdensakte en verklaring van erfrecht afgegeven door het hoofd van de gemeente van het gebied waar de overledene woonde.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 10/02/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Letland

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Krachtens artikel 418 van het burgerlijk wetboek (Civillikums) is een testament een door een persoon opgestelde eenzijdige beschikking waarin wordt bepaald wat er na zijn of haar overlijden moet gebeuren met al zijn of haar goederen, een deel van zijn of haar goederen of afzonderlijke bestanddelen van zijn of haar vermogen of rechten. Krachtens artikel 420 van het burgerlijk wetboek kan iedere persoon, minderjarigen uitgezonderd, een testament opmaken. Minderjarigen die leeftijd van 16 jaar hebben bereikt, mogen een testament opmaken dat betrekking heeft op hun eigen vermogen (artikel 195 van het burgerlijk wetboek). Ook personen die onder curatele zijn gesteld, mogen een testament opmaken. Krachtens artikel 421 van het burgerlijk wetboek mogen personen die niet in staat zijn om hun wil kenbaar te maken evenwel geen testament opmaken.

In het burgerlijk wetboek is bepaald dat testamenten qua vorm openbaar dan wel particulier zijn.

Openbare testamenten worden opgemaakt ten overstaan van een notaris of een familierechtbank. Een openbaar testament moet worden opgemaakt in aanwezigheid van de erflater. Het origineel van een openbaar testament wordt geacht het testament te zijn dat is geregistreerd in het register van documenten van een notaris of een consul of in het testamentenregister van een familierechtbank. De erflater ontvangt een kopie van het testament nadat het origineel is ondertekend.

Met betrekking tot particuliere testamenten is krachtens de artikelen 445 en 446 van het burgerlijk wetboek het volgende van toepassing: een dergelijk testament is alleen geldig wanneer met zekerheid is vastgesteld dat het is opgemaakt door de erflater en dat hierin zijn of haar laatste wil correct tot uitdrukking is gebracht. Particuliere testamenten worden schriftelijk opgemaakt. Het volledige testament moet met de hand zijn geschreven en door de erflater zijn ondertekend.

Overeenkomstig artikel 604 van het burgerlijk wetboek kunnen twee of meer personen een gezamenlijk wederzijds testament (savstarpējs testaments) opstellen; zij wijzen elkaar dan aan als erfgenaam in een enkel document. Als in een dergelijk testament de aanwijzing van een persoon als erfgenaam echter onderworpen is aan de voorwaarde dat er een geldige aanwijzing moet zijn van de andere persoon, zodat beide aanwijzingen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, dan is er sprake van een co‑testament (korrespektīvs testaments).

Krachtens artikel 639 van het burgerlijk wetboek komt contractuele erfopvolging tot stand via een overeenkomst waarin een partij de rechten op zijn of haar toekomstige nalatenschap of een deel daarvan toekent aan een andere partij, of waarin meerdere partijen dergelijke rechten aan elkaar toekennen. Dergelijke overeenkomsten worden erfovereenkomsten genoemd. In een erfovereenkomst mag een partij ook een legaat toekennen aan een andere partij of aan een derde. Het is niet toegestaan een persoon in een erfovereenkomst uit te sluiten van een nalatenschap.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Als er een uiterste wilsbeschikking is opgemaakt als een openbaar document (notariële akte, een testament dat is gewaarmerkt door een familierechtbank), wordt dit geregistreerd in het openbare testamentenregister. Uiterste wilsbeschikkingen die particulier zijn opgesteld, worden alleen geregistreerd indien deze in bewaring zijn gegeven bij een notaris of een familierechtbank.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

De erflater kan vrij bepalen hoe na zijn of haar overlijden zijn of haar volledige nalatenschap moet worden verdeeld, met uitzondering van de legitieme portie, die toekomt aan de legitimarissen. Personen die recht hebben op een legitieme portie, kunnen alleen aanspraak maken op de overdracht daarvan in geldelijke vorm.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Op grond van het burgerlijk wetboek zijn echtgenoten, naaste familieleden en geadopteerde kinderen erfgerechtigd.

Een geadopteerd kind en zijn of haar nakomelingen kunnen erven van de adoptieouder of zijn of haar familieleden. De nakomelingen van een geadopteerd kind erven van het geadopteerde kind, evenals de adoptieouder of zijn of haar familieleden. Een erfgenaam die tot een lagere orde van erfopvolging behoort, erft niet indien een erfgenaam die tot een hogere orde van erfopvolging behoort, heeft aangegeven te willen erven.

Een echtgeno(o)t(e) erft samen met een erfgenaam die tot de eerste, tweede of derde orde van erfopvolging behoort. Wanneer een echtgeno(o)t(e) erft samen met een erfgenaam uit de eerste orde, ontvangt de echtgeno(o)t(e) een deel dat gelijk is aan dat van de nakomelingen wanneer het aantal nakomelingen dat heeft aangegeven te willen erven lager is dan vier. Indien vier of meer nakomelingen hebben aangegeven te willen erven, erft de echtgeno(o)t(e) een kwart. Wanneer de echtgeno(o)t(e) erft samen met erfgenamen uit de tweede of derde orde van erfopvolging, ontvangt de echtgeno(o)t(e) de helft van de nalatenschap. Een echtgeno(o)t(e) ontvangt de volledige nalatenschap indien er geen erfgenamen uit de eerste, tweede of derde orde van erfopvolging zijn of indien deze erfgenamen geen aanspraak hebben gemaakt op de erfenis.

De naaste familieleden van een erflater erven in een specifieke volgorde, die deels gebaseerd is op het soort verwantschap en deels op de mate van verwantschap. Met het oog op de volgorde van erfopvolging zijn wettelijke erfgenamen verdeeld in vier specifieke orden:

  1. in de eerste orde erven, zonder onderscheid op grond van de mate van verwantschap, alle nakomelingen van de erflater voor zover er tussen enerzijds hen en anderzijds de erflater geen andere nakomelingen zijn die erfgerechtigd zijn;
  2. in de tweede orde erven de meest naaste ascendenten van de erflater, evenals de volle broers en zussen van de erflater en de kinderen van de vooroverleden volle broers en zussen van de erflater;
  3. in de derde orde erven de halfbroers en -zussen van de erflater, alsook de kinderen van de vooroverleden halfbroers en -zussen van de erflater;
  4. in de vierde orde erven de andere meest naaste familieleden uit de zijlijn, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen volledige of gedeeltelijke bloedverwantschap.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

De notaris (zvērināts notārs).

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

De notaris.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

De notaris.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

De notaris.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Zodra de nalatenschap openvalt, moet de erfgenaam aangeven of hij of zij deze al dan niet wil aanvaarden. Hiertoe kan een erfrechtverzoek worden ingediend bij een notaris. De notaris initieert de erfopvolgingsprocedure, maakt het openvallen van de nalatenschap bekend, spoort de personen die recht hebben op de nalatenschap op en geeft een erfrechtverklaring af.

Als de erfopvolging plaatsvindt op basis van een wilsbeschikking, dient deze te worden overhandigd aan een notaris, die de wilsbeschikking zal voorlezen en zal verklaren dat deze van kracht is geworden conform de wetgeving. Ook in dit geval moet de erfgenaam aangeven of hij of zij de nalatenschap al dan niet wil aanvaarden. Indien er een legataris is aangewezen, wordt hij of zij ook vermeld in de erfrechtverklaring.

De Letse wetgeving bevat geen regeling betreffende de verkoop en verdeling van de goederen van een erflater. Dergelijke maatregelen kunnen door een erflater zijn neergelegd in een wilsbeschikking, maar dat gebeurt niet vaak. Zodra de notaris heeft vastgesteld welke personen recht hebben op de nalatenschap, kunnen de erfgenamen gezamenlijk eigenaar blijven van de geërfde goederen of kunnen zij de nalatenschap verdelen door een overeenkomst op te stellen over de verdeling van die goederen. Indien een van de erfgenamen de nalatenschap willen verdelen terwijl de andere erfgenamen zich daartegen verzetten, heeft die erfgenaam het recht de rechter te verzoeken de nalatenschap te verdelen.

Het enige geval waarin de wetgeving voorziet in de verkoop van de goederen van een erflater, is wanneer er geen erfgenamen zijn en het vermogen erkend is als een onbeheerde nalatenschap, waardoor het onder de bevoegdheid van de staat valt. Als er schuldeisers zijn, worden de goederen geveild door een gerechtsdeurwaarder. Als er geen schuldeisers zijn, neemt de belastingdienst een beslissing over de verkoop van de goederen.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Met betrekking tot legatarissen is in artikel 500 van het burgerlijk wetboek het volgende bepaald: wanneer aan personen slechts een afzonderlijk voorwerp uit de nalatenschap wordt nagelaten en dus niet de volledige nalatenschap of een deel daarvan, wordt dit nagelaten voorwerp een legaat genoemd en de persoon aan wie dit voorwerp is nagelaten een legataris.

Deze persoon moet een erfrechtverzoek indienen bij een notaris. Indien er een wilsbeschikking bestaat, moet deze eveneens aan de notaris worden overhandigd, die ze dan zal voorlezen. De notaris geeft een erfrechtverklaring af aan de erfgenamen en legatarissen na het verstrijken van de termijn voor aanvaarding van de erfenis zoals aangegeven door de notaris (minstens 3 maanden) of zoals bepaald in het burgerlijk wetboek (een jaar na het openvallen van de nalatenschap of de kennisneming van het openvallen van de nalatenschap).

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

In het burgerlijk wetboek is bepaald dat door de aanvaarding en verwerving van een nalatenschap alle rechten en plichten van de erflater, voor zover deze niet zijn uitgedoofd ten gevolge van het overlijden van de erflater, overgaan op de erfgenamen. Erfgenamen zijn aansprakelijk voor de schulden van de erflater, ook met hun persoonlijke goederen als de nagelaten goederen ontoereikend zijn. Een erfgenaam die een nalatenschap beneficiair (ar inventāra tiesību) heeft aanvaard, is voor de schulden en andere verplichtingen van de erflater slechts aansprakelijk ten belope van de waarde van de geërfde goederen.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

De erfrechtverklaring en het verzoek om inschrijving worden ingediend bij het kadaster.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

De volgende personen kunnen worden aangewezen:

  • na het openvallen van de nalatenschap: een beheerder voor de nalatenschap. Op verzoek van de erfgenamen of in sommige wettelijk bepaalde gevallen (bijvoorbeeld wanneer een nalatenschap ernstig bezwaard is met schulden of wanneer er geen erfgenamen zijn of deze niet kunnen worden gevonden enzovoort), stelt de notaris een beheersmandaat op via een afzonderlijke akte, die naar een familierechtbank wordt gestuurd met het oog op het aanwijzen van een beheerder;
  • executeur-testamentair: deze wordt aangewezen wanneer de erflater zijn of haar testament opmaakt.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Een rechtsgeldig testament wordt uitgevoerd door de executeur-testamentair van het testament die hiervoor is aangewezen in het testament of een andere testamentaire akte. Als er geen executeur is aangewezen, wordt het testament uitgevoerd door een erfgenaam die in het testament is aangewezen. Als het testament echter geen directe testamentaire erfgenaam bevat, wordt het uitgevoerd door een beheerder van de nalatenschap die is aangewezen door een familierechtbank op basis van een beslissing van de notaris.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

De juridische status van een executeur-testamentair en de omvang van zijn of haar rechten en plichten worden bepaald op grond van de in het testament geuite wil van de erflater. Als de erflater geen nadere instructies heeft gegeven, dient de executeur-testamentair er slechts zorg voor te dragen dat aan de laatste wil van de erflater wordt voldaan en dat deze wordt uitgevoerd en dat, voor zover dit daartoe nodig is, de nalatenschap wordt afgehandeld en verdeeld onder de erfgenamen en legatarissen.

Beheerders van een nalatenschap handelen bij het beheer en de vertegenwoordiging van de nalatenschap onafhankelijk en in het belang van de nalatenschap. Beheerders beheren de nalatenschap met dezelfde zorg als die waarmee zij als eigenaar hun eigen zaken zouden beheren. Tijdens de beheerperiode dienen beheerders jaarlijks een beheersverslag in bij de bevoegde familierechtbank. Zodra de nalatenschap onder de erfgenamen is verdeeld of wanneer het beheer om andere redenen wordt beëindigd, moet een definitief beheersverslag worden ingediend. Wanneer de notaris een erfrechtverklaring afgeeft, wordt het beheer beëindigd en derhalve ook het recht van de beheerder om namens de nalatenschap te handelen.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Een notaris geeft een erfrechtverklaring af in de vorm van een notariële akte. De geldigheid van een notariële akte kan niet worden betwist. Een dergelijke akte kan alleen worden betwist in het kader van een afzonderlijke procedure.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 06/02/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Litouwen

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

De uiterste wilsbeschikking wordt opgesteld in de vorm van een testament, conform het burgerlijk wetboek van de Republiek Litouwen (Lietuvos Respublikos civilinis kodeksas). Een testament kan officieel zijn (in tweevoud op schrift gesteld en gecertificeerd door ofwel een notaris ofwel een consulaire ambtenaar van Litouwen in een ander land) of particulier (een holografisch testament dat de voor- en achternaam van de erflater, de datum (dag, maand en jaar) en de plaats waar het testament is opgesteld, vermeldt en dat een beschrijving geeft van de wensen van de erflater en door de erflater is ondertekend; dit type testament kan in elke taal worden opgesteld). Echtgenoten kunnen een gezamenlijk testament opstellen waarin beide echtgenoten elkaar wederzijds als erfgenaam aanwijzen. Op grond daarvan erft, wanneer een van de echtgenoten overlijdt, de overlevende echtgenoot/echtgenote de volledige boedel van de overleden echtgenoot/echtgenote (met inbegrip van de gemeenschappelijke goederen), met uitzondering van de legitieme portie.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Een officieel testament wordt in aanwezigheid van de erflater bekrachtigd en geregistreerd in het notarieel register. Eén exemplaar van het testament is voor de erflater en het andere exemplaar blijft bij de certificerende instantie. De erflater kan een particulier testament in bewaring geven bij een notaris of een consulaire ambtenaar van Litouwen in het buitenland. Het register van in Litouwen opgestelde testamenten wordt beheerd door het Centraal Bureau voor Hypotheken (Centrinė hipotekos įstaiga). Binnen drie werkdagen nadat een testament is bekrachtigd, in bewaring is gegeven of nietig is verklaard, moet de betreffende notaris of consulaire ambtenaar het Centraal Bureau voor Hypotheken hiervan in kennis stellen. De kennisgeving moet de volgende gegevens bevatten: voor- en achternaam, persoonlijk identificatienummer en woonplaats van de erflater, de datum waarop het testament is opgesteld, de plaats waar het is opgesteld, het type testament en de locatie waar het in bewaring wordt gehouden. Over de inhoud van het testament worden geen nadere gegevens vermeld.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Ja, het burgerlijk wetboek voorziet in het recht op een legitieme portie: de kinderen (geadopteerde kinderen), echtgenoot/echtgenote en ouders (adoptieouders) van de erflater die financieel afhankelijk van de erflater waren op de dag van zijn of haar overlijden, erven, ongeacht de inhoud van het testament, de helft van het deel waarop ieder van hen recht zou hebben gehad als er geen testament was geweest (de legitieme portie), tenzij volgens het testament meer wordt nagelaten. De legitieme portie wordt vastgesteld op basis van de waarde van de boedel, met inbegrip van de gewone inboedel en huisraad.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Wanneer er geen testament is, wordt de erfopvolging bij versterf toegepast. Bij erfopvolging bij versterf zijn de volgende personen in gelijke delen begunstigde van de boedel: eerstegraadserfgenamen – de kinderen, met inbegrip van geadopteerde kinderen, van de erflater en de kinderen van de erflater die na zijn of haar overlijden zijn geboren; tweedegraadserfgenamen – de ouders (adoptieouders) van de erflater, kleinkinderen; derdegraadserfgenamen – de grootouders van de erflater van vaders- en moederskant, de achterkleinkinderen van de erflater; vierdegraadserfgenamen – de broers en zussen van de erflater en de overgrootouders van de erflater van vaders- en moederskant; vijfdegraadserfgenamen – kinderen van de broers en zussen van de erflater (neven en nichten), en broers en zussen van de ouders van de erflater (ooms en tantes); zesdegraadserfgenamen – kinderen van de broers en zussen van de ouders van de erflater (neven en nichten). Tweedegraadserfgenamen erven uitsluitend bij versterf wanneer er geen eerstegraadserfgenamen zijn, wanneer de laatstbedoelden de erfenis verwerpen of afstand doen van de nalatenschap, of in gevallen waarin alle eerstegraadserfgenamen het recht om te erven ontnomen is. De derde-, vierde-, vijfde- en zesdegraadserfgenamen erven bij afwezigheid van erfgenamen van een hogere graad of wanneer dezen afstand doen van de nalatenschap of wanneer dezen het recht om te erven ontnomen is. Geadopteerde kinderen en hun nakomelingen die een erfenis krijgen na het overlijden van hun adoptieouder of zijn of haar verwanten worden behandeld als gelijkwaardig aan de kinderen van de adoptieouder en hun nakomelingen. Zij erven niet bij versterf na het overlijden van hun biologische ouders en andere bloedverwanten van een hogere graad in de afstammingslijn, en evenmin na het overlijden van hun biologische broers en zussen. Adoptieouders en hun verwanten die een erfenis ontvangen na het overlijden van hun adoptiekind of zijn of haar nakomelingen worden behandeld als gelijkwaardig aan biologische ouders en andere bloedverwanten. De biologische ouders van een geadopteerd kind en andere bloedverwanten van een hogere graad in de afstammingslijn erven niet bij versterf na het overlijden van het geadopteerde kind of zijn of haar nakomelingen. Kinderen die geboren zijn terwijl de ouders getrouwd waren of waarvan het huwelijk van de ouders is ontbonden hebben recht op erfopvolging bij versterf. Dit geldt ook voor buitenechtelijke kinderen van wie het ouderschap in overeenstemming met de wet is vastgesteld. Wanneer een ouder van de kleinkinderen of de achterkleinkinderen van de overledene erfgerechtigd zou zijn geweest, maar ten tijde van het openvallen van de nalatenschap is overleden, erven de kleinkinderen of de achterkleinkinderen bij versterf samen met de desbetreffende eerste- en tweedegraadserfgenamen die erfgerechtigd zijn. Zij erven gelijke delen van dat gedeelte van de boedel dat hun overleden vader of moeder zou hebben geërfd bij versterf. De overlevende echtgenoot/echtgenote van de erflater erft bij versterf of samen met eventuele eerste- of tweedegraadserfgenamen. De echtgenoot/echtgenote erft een vierde van de erfenis samen met de eerstegraadserfgenamen en wanneer er naast de echtgenoot/echtgenote niet meer dan drie erfgenamen zijn. Wanneer er meer dan drie erfgenamen zijn, erft de echtgenoot/echtgenote in gelijke delen met de andere erfgenamen. Als de echtgenoot/echtgenote samen met tweedegraadserfgenamen erft, heeft hij/zij recht op de helft van de erfenis. Wanneer er geen eerste- of tweedegraadserfgenamen zijn, erft de echtgenoot/echtgenote de volledige boedel. Erfgenamen bij versterf erven de gewone inboedel en huisraad ongeacht de graad van hun verwantschap en hun erfdeel, mits ze minimaal een jaar bij de overledene woonden tot aan zijn of haar overlijden.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

De notaris en de rechtbank van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

De notaris van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

De notaris van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

De notaris van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Volgens het burgerlijk wetboek moet een erfopvolger een erfenis aanvaarden om deze te verkrijgen. Gedeeltelijke aanvaarding of aanvaarding onder voorwaarden of met uitzonderingen is niet mogelijk. Een erfopvolger wordt geacht een erfenis te hebben aanvaard wanneer hij of zij daadwerkelijk begint de boedel te beheren of een aanvraag met het oog op aanvaarding van de erfenis heeft ingediend bij een notaris van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen. Een erfopvolger wordt geacht een erfenis te hebben aanvaard wanneer hij of zij begonnen is de boedel te beheren en deze behandelt als zijn of haar eigen bezit (wanneer hij of zij de boedel beheert, gebruikt, van de hand doet of er toezicht op houdt, er belasting over betaalt en bij de rechtbank een verzoekschrift heeft ingediend waarin hij of zij meedeelt de erfenis te willen aanvaarden en een beheerder van de nalatenschap te willen aanstellen etc.). Een erfopvolger die begonnen is een deel van of zelfs afzonderlijke voorwerpen binnen de boedel te beheren, wordt geacht de erfenis volledig te hebben aanvaard. Een erfopvolger die begonnen is de boedel te beheren heeft het recht om binnen de voor aanvaarding vastgelegde periode afstand te doen van zijn of haar erfenis door een aanvraag daartoe in te dienen bij een notaris van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen. In dat geval wordt de erfopvolger geacht de boedel te hebben beheerd in het belang van andere begunstigden. Deze stappen moeten worden ondernomen binnen drie maanden nadat de nalatenschap is opengevallen. Personen die pas recht op erfopvolging hebben wanneer andere erfopvolgers afstand van de nalatenschap doen, kunnen binnen drie maanden vanaf de dag waarop hun recht op de erfenis ontstond, meedelen de erfenis te aanvaarden. De tijdslimiet voor het aanvaarden van de erfenis kan door een rechtbank worden verlengd, mits erkend wordt dat de tijdslimiet om ernstige redenen werd overschreden. De erfenis kan ook zonder inschakeling van de rechter worden aanvaard nadat de tijdslimiet is verstreken als alle andere erfopvolgers die de erfenis hebben aanvaard hiermee akkoord gaan. De notaris is verplicht binnen drie werkdagen het Centraal Bureau voor Hypotheken op de hoogte te stellen van de aanvaarding van de erfenis. De erfgenaam of begunstigde van een legaat heeft het recht om binnen drie maanden nadat de nalatenschap is opengevallen, afstand te doen van de nalatenschap. Gedeeltelijke afstand of afstand onder voorwaarden of met uitzonderingen is niet mogelijk. Afstand doen van de nalatenschap heeft dezelfde rechtsgevolgen als niet‑aanvaarding van de erfenis. De erfopvolger doet afstand van de nalatenschap door daartoe een verzoek in te dienen bij een notaris van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen. Een erfopvolger mag geen afstand doen van de nalatenschap als hij of zij bij een notaris van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen een verzoek heeft ingediend om de erfenis te aanvaarden of verzocht heeft om de verklaring van erfrecht. Wanneer sprake is van meerdere begunstigden valt de geërfde boedel onder het gedeelde eigenaarschap van alle begunstigden, tenzij in het testament anders is bepaald. Niemand kan worden gedwongen afstand te doen van zijn of haar recht om het deel waarop hij of zij recht heeft, te scheiden van de boedel. De boedel wordt in onderlinge overeenstemming tussen de erfgenamen verdeeld. De boedel mag niet worden verdeeld voordat de erfgenaam of begunstigde van een legaat is geboren of als de erflater in zijn of haar testament een bepaalde periode heeft vastgesteld waarin de erfopvolgers de geërfde boedel in gezamenlijk eigendom hebben. Deze periode mag niet langer duren dan vijf jaar gerekend vanaf het openvallen van de nalatenschap, behalve wanneer zich onder de erfopvolgers minderjarigen bevinden. In dat geval kan de erflater bepalen dat de boedel niet mag worden verdeeld voordat de betrokken erfopvolgers de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt. Erfopvolgers kunnen de geërfde boedel in onderlinge overeenstemming verdelen voordat hun aanspraak op de boedel in het openbaar register is vastgelegd. De scheiding van onroerende zaken wordt formeel vastgelegd in een notariële akte, die in het openbaar register moet worden opgenomen. Als de erfopvolgers het niet eens worden over de verdeling van de boedel, wordt deze verdeeld door de rechter op basis van de door elke erfopvolger ingestelde vorderingen. Deelbare goederen worden in natura verdeeld en ondeelbare goederen vallen toe aan een van de erfopvolgers, waarbij rekening wordt gehouden met de aard van de goederen en de behoeften van de erfopvolger, en de andere erfopvolgers compensatie ter waarde van de betreffende goederen ontvangen in de vorm van andere goederen of contant geld. Met wederzijds goedvinden van de begunstigden kan de gehele boedel of kunnen afzonderlijke onderdelen daarvan worden geveild, waarna de opbrengst onder de begunstigden wordt verdeeld. Ook kunnen de erfopvolgers onderling bieden op afzonderlijke onderdelen van de boedel. De betreffende zaak valt toe aan de erfopvolger die het hoogste bod doet. De overdracht van afzonderlijke onderdelen van de boedel aan specifieke erfopvolgers kan met wederzijdse instemming worden bepaald door loting.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Het tijdstip waarop de nalatenschap openvalt, is het tijdstip van overlijden van de erflater of de dag waarop de rechterlijke uitspraak waarbij de betrokkene overleden wordt verklaard definitief wordt of de dag van overlijden die in de rechterlijke uitspraak wordt vermeld. Om erfgenaam te worden, moet een persoon de erfenis aanvaarden (ofwel door feitelijk de geërfde boedel in beheer te nemen ofwel door een verzoek met het oog op aanvaarding van de erfenis in te dienen bij een notaris van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen). Een begunstigde van een legaat maakt zijn of haar aanvaarding daarvan kenbaar aan de executeur van het testament (beheerder van de boedel), aan een erfopvolger die de erfenis heeft aanvaard en gemachtigd is de erfenis af te wikkelen of aan een notaris van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen. Wanneer het legaat betrekking heeft op onroerende zaken, moet er altijd een verzoek worden ingediend bij een notaris.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Een erfgenaam die de erfenis heeft aanvaard door de boedel in beheer te nemen of een verzoek in te dienen bij een notaris is met zijn of haar gehele vermogen aansprakelijk voor de schulden van de erflater. Wanneer de boedel op de bovenstaande wijze door verschillende erfgenamen is aanvaard, zijn zij allen gezamenlijk met hun gehele vermogen aansprakelijk voor de schulden van de erflater. De erfopvolger heeft het recht in zijn of haar aanvraag aan een notaris met het oog op aanvaarding van de erfenis aan te geven dat hij of zij de erfenis wenst te aanvaarden op basis van een boedelbeschrijving. In dat geval is de erfopvolger uitsluitend met de geërfde boedel aansprakelijk voor de schulden van de erflater. Als minimaal één erfopvolger de erfenis op basis van een boedelbeschrijving heeft aanvaard, worden alle andere erfgenamen geacht de erfenis ook op deze basis te hebben aanvaard. De schuldeisers van de erflater kunnen eveneens verzoeken om een boedelbeschrijving. Als de erfopvolger ten tijde van het opstellen van de boedelbeschrijving door zijn of haar eigen schuld niet de volledige boedel heeft aangegeven waaruit de erfenis bestaat of schuldenaren van de erflater niet vermeld heeft, of wanneer op initiatief van de erfopvolger niet-bestaande schulden in de boedelbeschrijving zijn opgenomen, of wanneer de erfopvolger niet voldaan heeft aan zijn of haar plicht volledige gegevens te verschaffen voor het opstellen van de boedelbeschrijving, is deze erfopvolger met zijn of haar gehele vermogen aansprakelijk voor de schulden van de erflater.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

De volgende onroerende zaken worden geregistreerd in het Register van Onroerende Zaken, mits het gaat om afzonderlijke onroerende zaken die een uniek nummer hebben gekregen overeenkomstig de procedure die wordt beschreven in de Litouwse wet op het kadaster (Lietuvos Respublikos nekilnojamojo turto kadastro įstatymas): percelen, gebouwen, appartementen in appartementencomplexen, en panden en erven. Aanvragen voor het opnemen van onroerende zaken in het Register van Onroerende Zaken (Nekilnojamojo turto registras) dienen vergezeld te gaan van de volgende documenten:

  1. een aanvraag tot registratie van eigendomsrechten (eigenaarschap of beheer) betreffende onroerende zaken of tot wijziging van de gegevens in het Register van Onroerende Zaken betreffende eigendomsrechten;
  2. documenten uit het kadaster van onroerende zaken waarin gegevens zijn vastgelegd over een onroerende zaak die is geregistreerd als een afzonderlijk onroerend goed, en eventuele documenten waarin deze gegevens gewijzigd worden (een besluit van een overheids- of beheersinstantie, een rechterlijke uitspraak, beschikking, beslissing of verordening, schriftelijke transacties, documenten van andere nationale kadasters en registers, of andere documenten zoals vastgelegd in wetgeving of bepaald door de overheid);
  3. documenten ter bevestiging van de verwerving van de eigendom van de goederen, de totstandbrenging van eigendomsrechten, beperkingen van deze rechten en juridische aspecten, en de schenking, verkoop en aankoop of leasing van bedrijven; notariële documenten ter bevestiging van de totstandbrenging van eigendomsrechten, beperkingen van deze rechten en juridische aspecten, die de notaris langs elektronische weg heeft ingediend bij een plaatselijk register;
  4. documenten ter bevestiging van de identiteit van de persoon die de aanvraag indient, behalve wanneer de aanvraag per post of langs elektronische weg of via een notaris wordt ingediend.

Wanneer onroerende zaken worden geërfd waarbij de eigendomsrechten al zijn geregistreerd in het Register van Onroerende Zaken, hoeft de erfopvolger slechts één document in te dienen bij het register, namelijk de verklaring van erfrecht die hij of zij heeft ontvangen van de notaris (of de verklaring van eigendom ingeval een van de echtgenoten is overleden en de volledige boedel toevalt aan de overlevende echtgenoot/echtgenote). In het Register van Onroerende Zaken kan ook, na ontvangst van een kennisgeving van een notaris in dit verband, een vermelding worden opgenomen van de uitgifte van een verklaring van erfrecht wanneer onroerende zaken worden geërfd en/of een verklaring van eigendom wanneer een van de echtgenoten is overleden.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Wanneer de nalatenschap bestaat uit een eenmanszaak of een boerderij, of wanneer de schulden van de erflater mogelijk hoger zijn dan de waarde van de boedel, kan de erfopvolger, nadat hij of zij de erfenis aanvaard heeft, een verzoek indienen bij een rechtbank van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen om een beheerder van de boedel aan te stellen, of om een beheerder aan te stellen en een beslissing te nemen over het veilen van de boedel of het inleiden van een faillissementsprocedure. In dat geval worden de schulden van de erflater uitsluitend gedekt door de boedel. Als de boedel goederen omvat die beheerd moeten worden (een eenmanszaak, een boerderij, aandelen enz.) en de executeur van het testament of de erfopvolger dit zelf niet kan doen, of als de schuldeisers van de erflater een vordering instellen voordat de erfenis is aanvaard, stelt de arrondissementsrechtbank een beheerder van de boedel aan. Het beheer van de boedel wordt nader bepaald in een beslissing van de arrondissementsrechtbank van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen. De rechtbank stelt in zijn beslissing een beheerder van de boedel aan en bepaalt de vergoeding die hij of zij ontvangt.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Een testament wordt afgewikkeld door de executeur van het testament of een door de erflater aangewezen erfopvolger of een door de rechtbank aangewezen beheerder van de boedel. Wanneer de erflater geen executeur heeft aangewezen, of wanneer de aangewezen executeur of erfopvolger niet in staat is zijn of haar taken te vervullen, stelt de arrondissementsrechtbank van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen een beheerder van de boedel aan die alle taken moet verrichten die noodzakelijk zijn voor de afwikkeling van het testament. De executeur van het testament verricht alle taken die noodzakelijk zijn voor de afwikkeling van het testament. In afwachting van de aanstelling van een beheerder van de boedel of de opsporing van erfopvolgers voert de executeur van het testament de taken van erfopvolger uit: het beheer van de boedel, het opstellen van de boedelbeschrijving, het betalen van schulden in verband met de boedel, het innen van schuldvorderingen bij de schuldenaren van de erflater, het betalen van verschuldigd onderhoudsgeld aan personen die afhankelijk waren van de erflater, het opsporen van erfopvolgers, het nagaan of de erfopvolgers de erfenis aanvaarden enz.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

De beheerder van de boedel heeft dezelfde rechten en plichten als de executeur van het testament en is mutatis mutandis onderworpen aan de in het burgerlijk wetboek opgenomen eigendomsrechtelijke bepalingen betreffende het beheer van goederen of activiteiten van derden.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Na een periode van drie maanden, gerekend vanaf het openvallen van de nalatenschap, kunnen erfgenamen of begunstigden van een legaat een notaris van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen, verzoeken om een verklaring van erfrecht. Een verklaring van erfrecht is een document dat is opgesteld volgens de door de staat vastgestelde voorschriften en waarin wordt bevestigd dat de erfopvolger de erfenis heeft aanvaard en een recht op de boedel heeft verworven. Opgemerkt moet worden dat volgens het burgerlijk wetboek een recht op de boedel niet zozeer voortvloeit uit de verstrekking van een verklaring van erfrecht, als wel uit het aanvaarden van de erfenis. Bovendien heeft de begunstigde recht op een verklaring van erfrecht, maar is hij of zij niet verplicht deze aan te vragen. De verklaring van erfrecht bevestigt de aanvaarding van de erfenis en voorziet in rechtsgronden voor de registratie van het eigendomsrecht betreffende geërfde onroerende zaken. Overeenkomstig het Litouwse wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Lietuvos Respublikos civilinio proceso kodeksas) wordt een door een notaris verstrekte verklaring van erfrecht beschouwd als een officieel schriftelijk bewijs, dat een grotere bewijskracht heeft. De omstandigheden waarnaar in officiële schriftelijke bewijsstukken wordt verwezen, worden beschouwd als volledig bewezen totdat ze weerlegd worden door ander relevant bewijsmateriaal, met uitzondering van getuigenverklaringen.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 15/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Luxemburg

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Bij het opmaken van een testament moeten de volgende regels in acht worden genomen:

Om te beginnen moet de erflater bij zijn volle verstand zijn. Personen die handelingsonbekwaam zijn verklaard, kunnen geen testament opmaken. In het geval van minderjarigen gelden specifieke regels, die vooral zijn bedoeld om de nalatenschap van de betrokken personen te beschermen.

Sommige testamenten zijn verboden, waaronder gemeenschappelijke testamenten. Hetzelfde geldt voor overeenkomsten inzake erfopvolging.

Het burgerlijk wetboek noemt de volgende vormen van testament, die zijn geregeld in het erfrecht:

  • eigenhandig testament;
  • notarieel testament;
  • besloten testament.

De toepasselijke procedures en regelingen zijn afhankelijk van het type testament.

Eigenhandig testament

Een eigenhandig testament is een door de erflater volledig met de hand geschreven, gedateerd en ondertekend testament.

Het voordeel van een eigenhandig testament is de eenvoud. Het nadeel van dit type testament is dat het door de erflater kan worden opgesteld zonder medeweten van anderen, zodat niemand weet van het bestaan ervan. Het risico bestaat dus dat het testament na het overlijden van de erflater niet wordt gevonden.

Ook is er het risico van vervalsing of vernietiging. Verder kan een eigenhandig testament ongeldig zijn omdat het onleesbaar, ambigu of onvolledig is. Zelfs een onjuiste datering kan een eigenhandig testament ongeldig maken. Een materieel gebrek kan eveneens reden voor ongeldigverklaring zijn.

Het is bijgevolg in het belang van de erflater dat hij het bestaan van het testament en de plaats waar het wordt bewaard, bekend maakt en dat hij zich ervan verzekert dat het testament geldig is.

De erflater kan ervoor zorgen dat het bestaan van het eigenhandig testament bekend is door een vertrouwenspersoon over het bestaan ervan te vertellen of door de belangrijkste gegevens van het testament (zoals naam en adres van de erflater en plaats van bewaring) tegen betaling van een vergoeding in het centraal register van testamenten te doen aantekenen. Het centraal register van testamenten is een databank die wordt beheerd door de Administration de l’Enregistrement et des Domaines (dienst registratie en onroerend goed) (zie tevens beneden).

Wat de geldigheid van het testament betreft, moet het door de erflater volledig met de hand zijn geschreven, gedateerd en ondertekend. Gezien het bovenstaande wordt aanbevolen om een deskundige in erfrecht, zoals een notaris, in de arm te nemen om er zeker van te zijn dat het testament rechtsgeldig is.

Notarieel testament

Een notarieel testament wordt opgemaakt ten overstaan van twee notarissen of een notaris en twee getuigen.

Vergeleken met een eigenhandig testament heeft een notarieel testament aanzienlijke voordelen.

Ten eerste voorziet de notaris die het testament opmaakt, de erflater van rechtskundig advies. Dat geeft de erflater de zekerheid dat het testament geen vorm- of materiële gebreken heeft en geldig is.

Ten tweede wordt een notarieel testament door een notaris bewaard, waardoor het tot het overlijden van de erflater blijft verzegeld en de erflater tegelijkertijd niet bang hoeft te zijn dat het testament na zijn overlijden niet wordt teruggevonden. Verder wordt in dit verband opgemerkt dat de notaris die het testament heeft opmaakt, de belangrijkste gegevens van het testament in het centraal register van testamenten moet doen inschrijven.

Besloten testament

Een besloten testament is een door de erflater of andere persoon geschreven document dat door de erflater in een verzegelde omslag aan een notaris is aangeboden, in aanwezigheid van twee getuigen of een tweede notaris. De notaris die het besloten testament overneemt, maakt hiervan een minuut- of brevetakte van superscriptie op (acte de suscription en minute ou en brevet).

De notaris neemt het besloten testament in bewaring en voorkomt zo dat het wordt vervangen of vervalst.

Net als de inhoud van een notarieel testament kan ook de inhoud van een besloten testament gedurende het leven van de erflater geheim worden gehouden. En aangezien het bij een notaris is gedeponeerd, hoeft de erflater niet bang te zijn dat het testament na zijn overlijden niet wordt teruggevonden.

Het feit dat de notaris bij ontvangst van het testament een akte van superscriptie opmaakt, betekent niet dat het bij hem gedeponeerde testament geldig is. Zelfs een besloten testament dat volgens alle toepasselijke procedurele regels is opgemaakt en bij een notaris is gedeponeerd, kan op grond van een materieel gebrek ongeldig worden verklaard. Aangezien het testament de notaris wordt aangeboden in een verzegelde omslag, kan hij het immers niet op geldigheid controleren.

Van een besloten testament wordt in Luxemburg maar zelden gebruik gemaakt.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Van sommige testamenten moeten de belangrijkste gegevens in het centraal register van testamenten worden aangetekend (zie tevens het antwoord op de vorige vraag). Registratie is verplicht voor notariële testamenten en voor besloten en eigenhandige testamenten die bij een notaris zijn gedeponeerd. Ook wanneer dergelijke testamenten worden ingetrokken of gewijzigd, moet daarvan aantekening in het register worden gemaakt. Voor eigenhandige testamenten die niet bij een notaris zijn gedeponeerd, is registratie optioneel.

Het testament zelf wordt niet in het register bewaard. De aantekening in het register vermeldt alleen de voor- en achternaam van de erflater en, voor zover van toepassing, de voor- en achternaam van de echtgenoot, alsook de geboortedatum en -plaats van de erflater, diens identiteitsnummer, beroep en woonplaats of -adres, het type testament dat moet worden geregistreerd en de datum ervan, naam en adres van de notaris die het testament heeft opgemaakt of bij wie het testament is gedeponeerd of, in het geval van eigenhandige testamenten die niet bij een notaris zijn gedeponeerd, naam en adres van de persoon of instelling aan wie of waaraan het testament is toevertrouwd of de plaats waar het wordt bewaard.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Het Luxemburgse erfrecht stelt beperkingen aan de mate waarin iemand over zijn nalatenschap kan beschikken.

Meer in het bijzonder belet de legitieme portie de erflater om wettelijke erfgenamen door middel van schenkingen of bij testament te onterven.

Alleen de afstammelingen van de overledene (de kinderen of, bij vooroverlijden van de kinderen, de kleinkinderen) hebben recht op de legitieme portie.

De legitieme portie is de helft van de waarde van de nalatenschap wanneer de overledene één kind, twee derde wanneer hij twee kinderen en drie kwart wanneer hij drie of meer kinderen nalaat.

Van de legitieme portie kan afstand worden gedaan. Dat kan echter alleen middels een uitdrukkelijke verklaring bij de griffie van de rechtbank van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen. Van die verklaring wordt vervolgens aantekening gemaakt in een speciaal daartoe gehouden register.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Wanneer de overledene geen testament heeft nagelaten, wordt de erfopvolging geregeld door de toepasselijke rechtsregels.

De orde van erfopvolging is in de regel als volgt:

  • afstammelingen (kinderen, kleinkinderen);
  • overlevende echtgenoot;
  • vader en moeder, samen met de broers en zusters van de overledene en de afstammelingen van laatstgenoemden;
  • ascendenten andere dan vader en moeder (grootouders, overgrootouders, enz.);
  • bloedverwanten in de zijlijn andere dan broers en zusters (ooms en tantes, neven en nichten, enz.);
  • de staat.

Met deze volgorde van erfgenamen kunnen zich verscheidene situaties voordoen:

Situatie 1: De overledene heeft een overlevende echtgenoot en kinderen (of kleinkinderen)

De wet verstaat onder overlevende echtgenoot een weduwe die niet van tafel en bed van de overledene was gescheiden.

De nalatenschap wordt gelijkelijk verdeeld tussen de kinderen van de overledene, naar rato van hun aantal en behoudens de rechten van de overlevende echtgenoot.

Voorbeeld:

Wanneer de overledene één kind heeft nagelaten, erft dat kind de hele nalatenschap, behoudens de rechten van de overlevende echtgenoot.

Wanneer de overledene twee kinderen heeft nagelaten, delen die kinderen de nalatenschap, opnieuw behoudens de rechten van de overlevende echtgenoot.

In die situatie kan de overlevende echtgenoot kiezen tussen

  • vruchtgebruik van de echtelijke woning en inboedel (het recht om deze te gebruiken en de vruchten ervan te trekken), mits de overledene het onroerend goed in volle eigendom had of in gemeenschappelijke eigendom met de overlevende echtgenoot, en
  • het kleinste kindsdeel, mits dit erfdeel niet kleiner is dan een kwart van de nalatenschap.

Vanaf het tijdstip van overlijden heeft de overlevende echtgenoot drie maanden en veertig dagen de tijd om gebruik te maken van deze keuzemogelijkheid door bij de griffie van de rechtbank van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen, een daartoe strekkende verklaring af te leggen. Wanneer binnen deze termijn geen keuze wordt gemaakt, wordt de overlevende echtgenoot geacht voor vruchtgebruik te hebben gekozen.

Wanneer de overlevende echtgenoot kiest voor het kleinste kindsdeel, worden de overige kindsdelen naar rato verminderd voor zover noodzakelijk om het deel van de overlevende echtgenoot te vormen.

Wat gebeurt er als een van de kinderen van de overledene is vooroverleden maar wel kinderen heeft nagelaten?

In dat geval geldt het beginsel van plaatsvervulling (représentation). De kinderen van het vooroverleden kind (de kleinkinderen van de overledene) verdelen dan onderling de legitieme portie van hun vader of moeder.

Met andere woorden: ze ontvangen het deel dat die persoon zou hebben geërfd als hij niet was vooroverleden.

Wat gebeurt er als een overlevende echtgenoot die heeft gekozen voor vruchtgebruik van de echtelijke woning hertrouwt?

In dat geval kunnen de kinderen – of kleinkinderen, wanneer kinderen zijn vooroverleden – gezamenlijk vorderen dat het vruchtgebruik in een som geld wordt omgezet.

De hoogte van die som geld moet gelijk zijn aan de waarde van het vruchtgebruik, die onder meer afhangt van de leeftijd van de vruchtgebruiker.

Een verzoek om omzetting moet door de kinderen – of kleinkinderen, wanneer kinderen zijn vooroverleden – gezamenlijk bij de rechter worden ingediend binnen zes maanden nadat de overlevende echtgenoot is hertrouwd.

Wanneer niet alle kinderen om omzetting in geld verzoeken, beslist de rechter naar eigen goeddunken.

Situatie 2: De overledene laat een echtgenoot maar geen kinderen na

Wanneer de overledene geen kinderen of kleinkinderen nalaat, heeft de overlevende echtgenoot voorrang boven alle andere bloedverwanten van de overledene en erft de overlevende echtgenoot bijgevolg de volledige nalatenschap, ongeacht of hij hertrouwt.

De overlevende echtgenoot is echter geen legitimaris (héritier réservataire). In tegenstelling tot de kinderen heeft hij dus geen recht op een legitieme portie. Met andere woorden: wanneer de overledene geen kinderen nalaat, kan de overlevende echtgenoot theoretisch van de nalatenschap worden uitgesloten, door middel van een schenking of bij testament.

Situatie 3: De overledene laat geen kinderen of echtgenoot na, maar wel broers en zusters (of neven en nichten)

In die situatie moet onderscheid worden gemaakt tussen gevallen waarin de ouders van de overledene al overleden zijn en die waarin ze nog leven.

Als de vader en moeder van de overledene nog leven, ontvangen ze elk een kwart van de nalatenschap. Ze erven dus samen de helft van de nalatenschap.

De andere helft wordt verdeeld tussen de broers en zusters van de overledene of hun afstammelingen.

Als maar een van de ouders nog in leven is, ontvangt die ouder een kwart van de nalatenschap en gaat de resterende drie kwart naar de broers en zusters of hun afstammelingen.

De kinderen van de broers en zusters (de neven en nichten van de overledene) erven bij plaatsvervulling de legitieme portie van hun vader of moeder als die zijn vooroverleden.

Ze erven dus samen het deel van de nalatenschap dat aan hun vader en/of moeder zou zijn toegekomen als ze niet waren vooroverleden.

Situatie 4: De overledene heeft geen kinderen, echtgenoot, broers en zusters of neven en nichten, maar de ouders zijn nog in leven

In die situatie gaat de hele nalatenschap naar de vader en moeder van de overledene, die ieder de helft erven.

Wanneer alleen de vader of de moeder nog in leven is, erft hij of zij de volledige nalatenschap van het vooroverleden kind.

Situatie 5: De overledene heeft geen kinderen, echtgenoot, broers en zusters of neven en nichten, en ook de ouders en andere ascendenten zijn dood

In die situatie zijn de ooms en tantes, de oudooms en oudtantes, de kinderen van de (oud)ooms en (oud)tantes en de afstammelingen van die kinderen erfgenaam.

De nalatenschap wordt in twee gelijke delen gekloofd tussen de bloedverwanten van vaderszijde en die van moederszijde.

Bloedverwanten van vaders- of moederszijde die verder zijn verwijderd dan de kinderen van een oudoom of -tante kunnen niet erven. In die situatie is sprake van een onbeheerde nalatenschap en gaat de erfenis naar de staat.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

De erfopvolgingsprocedure wordt ingesteld door de erfgenamen die, op eigen initiatief, voor de vereffening van de nalatenschap een notaris naar keuze benoemen, voor zover de erflater niet al een notaris heeft aangewezen.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

De Luxemburgse wet voorziet niet in een specifieke autoriteit voor de aanvaarding van nalatenschappen. Volgens de toepasselijke wettelijke bepalingen kan een nalatenschap zowel expliciet als stilzwijgend worden aanvaard. Van expliciete aanvaarding is sprake wanneer iemand in een authentieke of onderhandse akte de titel of hoedanigheid van erfgenaam aanneemt. Van stilzwijgende aanvaarding is sprake wanneer een erfgenaam een handeling verricht die noodzakelijk zijn bedoeling om te aanvaarden insluit en die hij slechts in zijn hoedanigheid van erfgenaam bevoegd zou zijn te verrichten.

Ingevolge het burgerlijk wetboek moet voor het verwerpen van een nalatenschap een daartoe strekkende verklaring worden afgelegd bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg in het rechtsgebied waarbinnen de nalatenschap is opengevallen, waarvan aantekening wordt gemaakt in een speciaal daartoe gehouden register.

Gezien de mogelijke gevolgen van een nalatenschap en de rechten en verplichtingen die daaruit kunnen voortvloeien, is het verstandig om eerst een notaris te raadplegen alvorens een beslissing te nemen over de aanvaarding dan wel verwerping van een nalatenschap.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Het burgerlijk wetboek bevat geen specifieke bepalingen ten aanzien van dit punt. De jurisprudentie is gebaseerd op het beginsel dat voor het aanvaarden van een legaat (algemeen, onder algemene titel of bijzonder) elke procedure kan worden gevolgd.

Hetzelfde geldt voor het verwerpen van een bijzonder legaat. Verwerping kan bijgevolg ook stilzwijgend gebeuren, bijvoorbeeld wanneer de legataris weigert om bepaalde met het legaat samenhangende verplichtingen na te komen.

Wat de verwerping van algemene legaten of legaten onder algemene titel betreft, stellen sommige rechtbanken dat de vormvoorschriften voor verwerping van nalatenschappen van toepassing zijn, terwijl andere deze voorschriften niet van toepassing achten.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Bovenstaande regels gelden voor het aanvaarden van de legitieme portie.

Van de legitieme portie kan alleen afstand worden gedaan met een daartoe strekkende verklaring bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg in het rechtsgebied waarbinnen de nalatenschap is opengevallen, waarvan aantekening wordt gemaakt in een speciaal daartoe gehouden register.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

De erfopvolgingsprocedure wordt ingesteld door de erfgenamen die, op eigen initiatief, voor de vereffening van de nalatenschap een notaris naar keuze benoemen, voor zover de erflater niet al een notaris heeft aangewezen.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Op het tijdstip van overlijden gaat het vermogen van de overledene rechtstreeks over op diens erfgenamen. Dat betekent echter niet dat de erfgenamen de nalatenschap moeten aanvaarden (zie boven).

Om te kunnen erven, moet met name aan de volgende voorwaarden zijn voldaan. De persoon in kwestie moet

  • op het tijdstip van overlijden van de erflater rechtens bestaan, dat wil zeggen: hij moet ten minste zijn verwekt en levensvatbaar geboren worden;
  • volgens de wet in aanmerking kunnen komen voor het erfgenaamschap. De volgende personen kunnen volgens de wet geen erfgenaam zijn:
    • personen die niet handelingsbekwaam zijn;
    • artsen, apothekers en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die de overledene hebben behandeld voor de ziekte die tot zijn dood heeft geleid als het testament waarin ze als erfgenaam worden aangewezen, is opgemaakt tijdens de ziekte;
  • personen die wegens onwaardigheid van de nalatenschap zijn uitgesloten.

Wat legaten betreft, moet de procedure voor de afgifte van legaten (délivrance de legs) of de procedure tot het verkrijgen van een bevelschrift tot inbezitstelling (envoi en possession) worden gevolgd, naar gelang van wat van toepassing is.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Ja, als de erfgenamen de nalatenschap zuiver aanvaarden.

Maar op het moment dat de nalatenschap openvalt, kunnen de erfgenamen de nalatenschap ook onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarden.

Het doen opmaken van een inventaris van de nalatenschap heeft tot gevolg dat de erfgenamen alleen aansprakelijk zijn voor de schulden van de overledene voor zover die uit de baten van de verkregen nalatenschap kunnen worden betaald. Het is dan zelfs zo dat ze van de verplichting tot betaling van die schulden worden ontslagen als ze alle aan hun deel van de nalatenschap toebehorende goederen aan schuldeisers en legatarissen doen overgaan.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

De erflater kan iedereen aanwijzen die hem goeddunkt voor het uitvoeren van het testament, behalve minderjarigen.

Zie boven voor de rol van de beheerder van de nalatenschap.

Ingevolge artikel 1 van de wet van 25 september 1905 inzake de inschrijving van zakelijke rechten op onroerend goed, moeten alle transacties onder de levenden, wel of niet tegen betaling, waarbij zakelijke rechten op onroerend goed, niet zijnde voorrechten en hypotheken, worden overgedragen, worden ingeschreven in het hypotheekregister van de plaats waar dat onroerend goed is gelegen. Artikel 2 van diezelfde wet bepaalt dat alleen gerechtelijke beslissingen, authentieke akten en administratieve akten kunnen worden ingeschreven.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Het Luxemburgse erfrecht voorziet met betrekking tot het beheer van een nalatenschap in de volgende situaties:

1) Beheer van onbeheerde nalatenschap

In het geval van een onbeheerde nalatenschap wijst de bevoegde rechtbank van eerste aanleg op verzoek van belanghebbende personen of de procureur van Staat (procureur d’Etat) een beheerder aan.

2) Beheershandelingen wanneer de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving wordt aanvaard

In dit bijzondere geval ligt de verantwoordelijkheid voor het beheer van de nalatenschap bij de beneficiair erfgenaam, die daarover jegens de schuldeisers en legatarissen rekening en verantwoording moet afleggen.

Volgens de Luxemburgse jurisprudentie is de verplichting tot het verhalen van de vorderingen uit de nalatenschap een integraal onderdeel van dat beheer.

De rechter kan bij uitzondering een derde met het beheer van de nalatenschap belasten. Dat is mogelijk wanneer de beneficiair erfgenamen door verzuim, wanbeheer of incompetentie de belangen van de schuldeisers van de nalatenschap in gevaar brengen of kunnen schaden (Luxemburgse jurisprudentie).

3) Beheershandelingen wanneer de nalatenschap in gemeenschappelijke eigendom is

Wanneer de nalatenschap in gemeenschappelijke eigendom is, kan de president van de bevoegde rechtbank een mede-eigenaar als beheerder aanwijzen.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

De erflater kan iedereen aanwijzen die hem goeddunkt voor het uitvoeren van het testament, behalve minderjarigen.

Zie boven voor de rol van de beheerder van de nalatenschap.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Zie boven.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

De door een notaris opgemaakte acte de notoriété (akte van bekendheid), die extra bewijskracht heeft.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 15/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Hongarije

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

a) Testamenten

Het Hongaarse rechtsstelsel kent drie hoofdtypen testamenten: authentieke testamenten, schriftelijke particuliere testamenten en (als uitzondering) mondelinge testamenten (artikel 7:13 van het burgerlijk wetboek (Polgári Törvénykönyv)).

aa) Een authentiek testament moet worden opgesteld in aanwezigheid van een notaris. Wanneer een authentiek testament wordt opgesteld, past de notaris de desbetreffende speciale juridische voorschriften toe (de bepalingen van de Wet op het notarisambt, die van toepassing zijn op notariële akten).

ab) In het Hongaars recht worden drie subcategorieën van schriftelijke particuliere testamenten erkend:

holografisch testament: dit testament is geldig wat de vorm betreft als het volledig door de erflater is geschreven en ondertekend (artikel 7:17(1)(a) van het burgerlijk wetboek);

door andere personen geschreven testament (allografisch testament): een dergelijk testament moet door de erflater worden ondertekend in de gelijktijdige aanwezigheid van twee getuigen of de erflater moet, als het testament eerder is ondertekend, ten overstaan van twee getuigen die gelijktijdig aanwezig zijn verklaren dat de handtekening van hem of haar is. De getuigen moeten het testament ondertekenen en daarbij aangeven dat zij getuige zijn. Getypte testamenten worden altijd als allografisch beschouwd, zelfs als de erflater het zelf getypt heeft (artikel 7:17(1)(b) van het burgerlijk wetboek);

particulier testament dat bij een notaris is gedeponeerd: dit testament is pas geldig wat betreft de vorm als de erflater het zelf ondertekend heeft (allografisch dan wel holografisch) en het vervolgens persoonlijk heeft gedeponeerd bij een notaris, waarbij het specifiek is aangemerkt als testament. Testamenten kunnen bij een notaris worden gedeponeerd als open of gesloten document (artikel 7:17(1)(c) van het burgerlijk wetboek).

Voor alle drie de soorten particuliere testamenten geldt wat betreft de vorm nog een andere formele vereiste, namelijk dat de datum waarop het is opgesteld duidelijk in de akte zelf moet worden vermeld.

Binnen de categorie schriftelijke particuliere testamenten gelden er speciale regels voor testamenten die bestaan uit verschillende afzonderlijke bladen:

- als het testament holografisch is, moet elk blad doorlopend genummerd zijn;

- als het testament allografisch is, moet niet alleen elk blad doorlopend genummerd zijn, maar moeten de erflater en de twee getuigen ook elk blad ondertekenen (artikel 7:17(2) van het burgerlijk wetboek).

Een schriftelijk testament mag worden opgesteld in een taal die de erflater kan begrijpen en

- schrijven (in het geval van holografische testamenten), en

- lezen (in het geval van allografische testamenten).

Testamenten die zijn opgesteld in steno of een ander schrift dat anders dan gewoon schrift uit symbolen of codes bestaat, zijn ongeldig (artikel 7:16 van het burgerlijk wetboek).

ac) Mondelinge testamenten kunnen worden geformuleerd door personen die zich bevinden in een buitengewone, levensbedreigende situatie waarin het niet mogelijk is een schriftelijk testament op te stellen (artikel 7:20 van het burgerlijk wetboek). Om een mondeling testament te formuleren, moet de erflater aan twee gelijktijdig aanwezige getuigen zijn of haar testament mondeling in zijn geheel presenteren in een taal die de getuigen begrijpen – of in gebarentaal als de erflater gebarentaal gebruikt – en gelijktijdig bekendmaken dat zijn of haar mondelinge verklaring zijn of haar testament vormt (artikel 7:21 van het burgerlijk wetboek). De uitzonderlijke aard van mondelinge testamenten wordt bevestigd door de bepaling dat een dergelijk testament zijn geldigheid verliest als de erflater gedurende een periode van dertig opeenvolgende dagen nadat de situatie is beëindigd die het maken van een mondeling testament rechtvaardigde, de gelegenheid had om zonder enig probleem een schriftelijk testament op te stellen (artikel 7:45 van het burgerlijk wetboek).

b) Speciale voorschriften met betrekking tot de vorm van gezamenlijke testamenten

Echtgenoten kunnen op grond van het burgerlijk wetboek een gezamenlijk testament opstellen zolang zij getrouwd zijn (artikel 7:23 van het burgerlijk wetboek).

Er moet worden opgemerkt dat, behalve echtgenoten, ook geregistreerde partners een gezamenlijk testament kunnen opstellen, met inachtneming van artikel 3, lid 1, van de Wet op het geregistreerde partnerschap (Wet XXIX van 2009).

Echtgenoten (geregistreerde partners) kunnen een gezamenlijk testament opstellen in de volgende vormen:

ba) in de vorm van een authentiek testament (notarieel bekrachtigd);

bb) in de vorm van een holografisch particulier testament: in dit geval wordt de akte geheel door een van de erflaters eigenhandig geschreven en ondertekend en verklaart de andere erflater in hetzelfde document, in een eigenhandig opgestelde en ondertekende verklaring dat het document ook zijn of haar testament bevat;

bc) in een allografische vorm: in dit geval wordt de akte door de erflaters ondertekend in de gelijktijdige aanwezigheid van de andere erflater en twee getuigen of verklaren beide erflaters afzonderlijk, als het testament eerder is ondertekend, in de aanwezigheid van de andere erflater en de getuigen dat de handtekening onder het testament van hen is.

Er gelden speciale regels voor de vorm van gezamenlijke testamenten die bestaan uit verschillende afzonderlijke bladen:

- als het testament eigenhandig is geschreven door een van de erflaters, moet elk blad doorlopend genummerd zijn en ondertekend worden door de andere erflater;

- als het testament allografisch is, moet niet alleen elk blad doorlopend genummerd zijn, maar moeten de twee erflaters en beide getuigen ook elk blad ondertekenen (artikel 7:23(3) van het burgerlijk wetboek).

c) Overeenkomst inzake erfopvolging

Conform de Hongaarse wetgeving is een overeenkomst inzake erfopvolging een overeenkomst waarin een van de overeenkomstsluitende partijen (de erflater) de andere partij tot zijn of haar erfgenaam benoemt in ruil voor levensonderhoud, jaargeld of zorg (artikel 7:48 van het burgerlijk wetboek).

Bijgevolg is een overeenkomst inzake erfopvolging volgens het Hongaars recht altijd een overeenkomst onder bezwarende titel. In de overeenkomst inzake erfopvolging kan de erflater de andere partij tot zijn of haar erfgenaam benoemen met betrekking tot zijn of haar volledige boedel of een specifiek deel daarvan of met betrekking tot bepaalde goederen. Het levensonderhoud, het jaargeld of de zorg dat/die als tegenprestatie wordt aangeboden, kan worden gegeven aan de erflater zelf of aan een derde partij die in de overeenkomst wordt genoemd. Een overeenkomst inzake erfopvolging is uitsluitend een uiterste wilsbeschikking met betrekking tot de contractuele verklaring van de erflater, maar niet met betrekking tot de andere overeenkomstsluitende partij (de persoon die voorziet in levensonderhoud, jaargeld of zorg).

De bepalingen betreffende geschreven testamenten gelden ook voor de formele geldigheidsvereisten van overeenkomsten inzake erfopvolging, met als uitzondering dat de formele vereisten voor allografische testamenten zelfs van toepassing zijn als dergelijke overeenkomsten eigenhandig zijn geschreven door een van de partijen (artikel 7:49(1) van het burgerlijk wetboek). Bijgevolg heeft een overeenkomst inzake erfopvolging rechtskracht als

- zij door een notaris wordt bekrachtigd in een authentieke akte (net als bij een authentiek testament), of

- zij wordt bekrachtigd op de wijze die vereist is voor allografische testamenten (d.w.z. dat er twee getuigen bij betrokken zijn).

Een overeenkomst inzake erfopvolging is alleen dan geldig wanneer de wettelijke vertegenwoordiger met de overeenkomst heeft ingestemd en de voogd de overeenkomst heeft goedgekeurd als de partij die als de erflater een overeenkomst inzake erfopvolging aangaat

- een minderjarige met beperkte handelingsbevoegdheid is of

- een persoon is van wie de handelingsbevoegdheid gedeeltelijk is beperkt wat betreft het afleggen van juridische verklaringen betreffende goederen (artikel 7:49(2) van het burgerlijk wetboek).

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Nee. De geldigheid van de wilsbeschikking is er niet van afhankelijk of zij in een officieel register is opgenomen. In gevallen waarin een notaris betrokken is bij de opstelling van een wilsbeschikking, zorgt deze notaris er echter ambtshalve voor dat het feit dat er een wilsbeschikking is opgesteld (of herroepen, gewijzigd of, in het geval van een testament dat bij een notaris is gedeponeerd, ingetrokken) wordt geregistreerd in het Nationaal Register van Testamenten (Végrendeletek Országos Nyilvántartása). In het Nationaal Register van Testamenten wordt dus de opstelling (of herroeping, wijziging of, in het geval van testamenten die bij een notaris zijn gedeponeerd, intrekking) van de volgende soorten uiterste wilsbeschikking geregistreerd:

- authentiek testament (een door een notaris in een authentieke akte neergelegd testament);

- particulier testament dat bij een notaris is gedeponeerd:

- overeenkomst inzake erfopvolging (indien door een notaris in een authentieke akte neergelegd);

- schenking bij testament (indien door een notaris in een authentieke akte neergelegd).

Wanneer het testament om welke reden dan ook niet in het register is opgenomen, heeft dat echter geen gevolgen voor de rechtsgeldigheid ervan.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Op grond van artikel 7:10 van het burgerlijk wetboek hebben erflaters het recht om via een uiterste wilsbeschikking vrijelijk te beschikken over hun goederen, of een deel daarvan.

De vrijheid van testamentaire beschikking strekt zich dus uit tot alle goederen van de erflater. Hoewel in de Hongaarse wetgeving is geregeld hoe aan bepaalde nauwe verwanten (nakomeling, echtgenoot of echtgenote, ouder) van de erflater een legitieme portie toekomt, is de legitieme portie een recht dat onder het Hongaarse overeenkomstenrecht valt en dat de begunstigde jegens de erfgenamen kan afdwingen; de verjaringstermijn voor dit recht bedraagt vijf jaar. De persoon die recht heeft op een legitieme portie wordt geen erfgenaam, d.w.z. hij of zij heeft geen recht op enig zakelijk aandeel (in rem) van de boedel, zelfs als hij of zij jegens de erfgenamen met succes aanspraak heeft gemaakt op de legitieme portie.

In dit verband heeft de persoon die recht heeft op een legitieme portie recht op een derde van het deel dat hij als wettelijke erfgenaam zou erven. Wanneer een echtgenoot of echtgenote als wettelijke erfgenaam een recht van vruchtgebruik heeft, is de legitieme portie een beperkt vruchtgebruik om te voorzien in zijn of haar levensbehoeften, rekening houdend met de goederen die hij of zij heeft geërfd.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Wanneer een uiterste wilsbeschikking ontbreekt, vindt de erfopvolging plaats volgens de regels voor erfopvolging bij versterf. In het geval van erfopvolging bij versterf erven zowel verwanten (nakomelingen, verwanten in de opgaande of zijwaartse lijn) als de overlevende echtgenoot of echtgenote (of geregistreerde partner) van de overledene, overeenkomstig de hieronder beschreven regels.

a) Erfopvolging door verwanten

aa) Erfopvolging door nakomelingen (artikel 7:55 van het burgerlijk wetboek)

De wettelijke erfgenamen zijn allereerst de kinderen van de overledene; twee of meer kinderen erven in gelijke delen. In de plaats van een kind (of een verdere afstammeling) dat (die) van de erfopvolging is uitgesloten, erven de nakomelingen van een uitgesloten persoon conform de substitutieregeling, dat wil zeggen:

- onderling in gelijke delen;

- in totaal het deel dat hun uitgesloten voorouder zou hebben geërfd.

Bij het bepalen van het deel van de boedel dat toekomt aan de nakomelingen van de overledene, moet echter ook rekening worden gehouden met de zogeheten verplichting van de nakomelingen geschenken terug te geven (zie punt e)).

ab) Erfopvolging door ouders en nakomelingen van ouders (artikel 7:63 van het burgerlijk wetboek)

Als de overledene geen nakomelingen heeft en niet getrouwd is geweest (of als de echtgenoot of echtgenote is uitgesloten van de erfopvolging), erven de ouders van de overledene in gelijke delen. In de plaats van een ouder die is uitgesloten van de erfopvolging erven de nakomelingen van deze ouder op dezelfde wijze als die waarop de nakomelingen van een kind erven in de plaats van dat kind (conform de substitutieregeling). Als een ouder die is uitgesloten van de erfopvolging geen nakomelingen heeft of als de nakomelingen eveneens zijn uitgesloten van de erfopvolging, gaat de erfenis naar de andere ouder alleen of naar zijn of haar nakomelingen.

ac) Erfopvolging door grootouders en nakomelingen van grootouders (artikel 7:63 van het burgerlijk wetboek)

Als de overledene geen nakomelingen heeft en geen overlevende ouders heeft en zijn of haar ouders geen verdere nakomelingen hadden en als de overledene geen echtgenoot of echtgenote had (of dezen van erfopvolging zijn uitgesloten), zijn de grootouders van de overledene de wettelijke erfgenamen en erven zij in gelijke delen. In de plaats van een grootouder die is uitgesloten van de erfopvolging erven de nakomelingen van deze grootouder op dezelfde wijze als die waarop de nakomelingen van een ouder erven in de plaats van die ouder (conform de substitutieregeling).

Als een grootouder die is uitgesloten van de erfopvolging geen nakomelingen heeft of als de nakomelingen zijn uitgesloten van de erfopvolging, erft de echtgenoot of echtgenote van deze grootouder in zijn of haar plaats en als ook deze is uitgesloten van de erfopvolging, erven zijn of haar nakomelingen. Als de grootouders van vaderskant zijn uitgesloten en er geen nakomelingen in hun plaats zijn (of als dezen zijn uitgesloten van de erfopvolging), wordt de gehele boedel geërfd door de grootouders van moederskant of hun nakomelingen, en vice versa.

ad) Erfopvolging door overgrootouders en nakomelingen van overgrootouders (artikel 7:65 van het burgerlijk wetboek)

Als er geen erfgenamen zijn in de groep verwanten van de grootouders (of als deze zijn uitgesloten van de erfopvolging), zijn de overgrootouders van de overledene de wettelijke erfgenamen en erven zij in gelijke delen. In de plaats van een overgrootouder die is uitgesloten van de erfopvolging erven de nakomelingen van deze overgrootouder op dezelfde wijze als die waarop de nakomelingen van een grootouder erven in de plaats van die grootouder (conform de substitutieregeling).

Als een overgrootouder die is uitgesloten van de erfopvolging geen nakomelingen heeft of als de nakomelingen zijn uitgesloten van de erfopvolging, erft de echtgenoot of echtgenote van deze overgrootouder in zijn of haar plaats en als ook deze is uitgesloten van de erfopvolging, erven zijn of haar nakomelingen. Als de overgrootouders van vaderskant zijn uitgesloten en er geen nakomelingen in hun plaats zijn (of als dezen zijn uitgesloten van de erfopvolging), wordt de gehele boedel in gelijke delen geërfd door de overgrootouders van moederskant of hun nakomelingen, en vice versa.

ae) Erfopvolging bij versterf door verre verwanten (artikel 7:66 van het burgerlijk wetboek)

Als de overledene geen overlevende overgrootouders heeft en zijn of haar overgrootouders geen verdere nakomelingen hebben (of dezen van erfopvolging zijn uitgesloten), worden verre verwanten van de overledene de wettelijke erfgenamen en erven zij in gelijke delen.

af) Heerloze goederen (artikel 7:74 van het burgerlijk wetboek)

Wanneer er geen wettelijke erfgenamen zijn, valt de boedel toe aan de staat.

De staat is een noodzakelijke erfgenaam, wat wil zeggen dat de staat geen afstand mag doen van de nalatenschap. In andere opzichten heeft de staat echter dezelfde juridische status als andere erfgenamen. Conform het Hongaars recht vallen erfenissen van de staat niet onder het publiek recht, maar wel onder het burgerlijk recht.

b) Erfopvolging door de echtgenoot of echtgenote (de artikelen 7:58 en 7:62 van het burgerlijk wetboek)

Voor de erfopvolging bij versterf door de overlevende echtgenoot of echtgenote is vereist dat deze wettig getrouwd was met de overledene. Een wettig huwelijk op zich is echter onvoldoende grond voor erfopvolging bij versterf door de overlevende echtgenoot of echtgenote. Artikel 7:62 van het burgerlijk wetboek bevat een bijzondere uitsluitingsgrond in het geval dat er geen huwelijksgemeenschap was: de overlevende echtgenoot of echtgenote mag niet erven als het paar op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap gescheiden leefde en uit de omstandigheden duidelijk blijkt dat er geen redelijke hoop op verzoening was. Alle personen die, als gevolg van deze uitsluiting, zelf zouden erven of zouden worden vrijgesteld van een verplichting of andere last die als gevolg van het overlijden op hen rust, kunnen zich beroepen op deze uitsluitingsgrond.

Er moet worden opgemerkt dat de in het burgerlijk wetboek opgenomen regels inzake de erfopvolging van echtgenoten mutatis mutandis moeten worden toegepast op de geregistreerde partner van de overledene; geregistreerde partners hebben bijgevolg dezelfde status als echtgenoten wat betreft erfopvolging, rekening houdend met artikel 3(1) van de Wet op het geregistreerde partnerschap (Wet XXIX van 2009).

In tegenstelling tot geregistreerde echtgenoten hebben zogeheten feitelijke partners (personen die feitelijk samenwoonden met de erflater, maar geen echtgenoot of geregistreerde partner van de erflater waren) volgens het Hongaars recht geen recht op erfopvolging bij versterf.

De status van echtgenoten in de erfopvolging bij versterf is afhankelijk van het feit of er eventueel andere wettelijke erfgenamen zijn.

ba) Erfopvolging door echtgenoten en nakomelingen (artikel 7:58 van het burgerlijk wetboek)

Als de overledene nakomelingen en een overlevende echtgenoot of echtgenote heeft, heeft deze laatste de volgende rechten in de erfopvolging:

- levenslang vruchtgebruik van de gezinswoning waar hij of zij samen met de overledene gewoond heeft, met inbegrip van meubilair en huisraad, en

- een deel van het resterende deel van de boedel dat gelijk is aan het deel dat de kinderen van de overledene erven (één 'kindsdeel').

De echtgenoot of echtgenote kan te allen tijde verzoeken om de uitbetaling van het levenslange vruchtgebruik (met betrekking tot de toekomst) (artikel 7:59 van het burgerlijk wetboek). In dit geval heeft de echtgenoot of echtgenote recht op één 'kindsdeel' – in natura of in geld – van de af te kopen boedel. Het vruchtgebruik kan eveneens worden afgekocht in het kader van de erfrechtprocedure. Bij het afkopen van het levenslange vruchtgebruik moet naar behoren rekening worden gehouden met de redelijke belangen van de belanghebbende partijen (de echtgenoot of echtgenote en de nakomelingen).

In het kader van de erfrechtprocedure kunnen de nakomelingen en de echtgenoot of echtgenote in hun overeenkomst betreffende de verdeling van de boedel (de zogeheten verdelingsovereenkomst) vastleggen dat de echtgenoot of echtgenote in plaats van het 'kindsdeel' het levenslange vruchtgebruik van de totale boedel krijgt.

bb) Erfopvolging door echtgenoten en ouders (artikel 7:60 van het burgerlijk wetboek)

Als de overledene geen nakomelingen heeft (of de nakomelingen zijn uitgesloten van de erfopvolging) en de overledene zowel overlevende ouders als een overlevende echtgenoot of echtgenote heeft, heeft deze laatste de volgende rechten in de erfopvolging:

- de gezinswoning waar hij of zij samen met de erflater gewoond heeft, met inbegrip van meubilair en huisraad (niet het levenslange vruchtgebruik maar het eigendomsrecht op deze goederen), en

- de helft van het resterende deel van de boedel.

De andere helft van de boedel wordt als volgt verdeeld:

- dit deel van de boedel wordt in gelijke delen verdeeld onder de twee ouders van de overledene;

- als een van de ouders evenwel is uitgesloten van de erfopvolging, erven de andere ouder en de echtgenoot of echtgenote van de overledene in gelijke delen het deel dat anders zou zijn toegewezen aan de uitgesloten ouder.

bc) Echtgenoot of echtgenote als enige erfgenaam (artikel 7:61 van het burgerlijk wetboek)

Als de overledene geen nakomelingen of overlevende ouders heeft (of als dezen zijn uitgesloten van de erfopvolging), erft de overlevende echtgenoot of echtgenote de volledige boedel. De erfopvolging bij versterf door de overlevende echtgenoot of echtgenote sluit bijgevolg erfopvolging bij versterf door de nakomelingen van de ouders van de overledene (of broers of zussen van de overledene) of door verre verwanten in de opgaande of zijwaartse lijn uit.

c) Rechtsgevolgen van adoptie ten aanzien van erfopvolging bij versterf

Adoptie leidt tot recht op erfopvolging bij versterf tussen de geadopteerde persoon en de adoptieouder en zijn of haar verwanten. Daarnaast is er in bepaalde gevallen ook sprake van recht op erfopvolging bij versterf tussen de geadopteerde en zijn of haar bloedverwanten.

ca) Erfopvolging bij versterf door de geadopteerde

Geadopteerde personen worden, zolang zij geadopteerd zijn, behandeld als biologische nakomelingen van de adoptieouders: zij erven zoals een biologische nakomeling van de adoptieouder van de boedel van de adoptieouder en zijn of haar verwanten. De geadopteerde behoudt tevens het recht om te erven van zijn of haar bloedverwanten, maar alleen als de geadopteerde is geadopteerd door een verwant in de opgaande lijn, een broer of zus, of een nakomeling van de verwant in de opgaande lijn. (artikel 7:72 van het burgerlijk wetboek)

cb) Erfopvolging bij versterf ten aanzien van de goederen van de geadopteerde

De gevolgen van adoptie met betrekking tot erven gelden ook 'omgekeerd'. De volgende personen hebben het recht wettelijke erfgenamen te zijn van een geadopteerde persoon:

- de nakomelingen en de overlevende echtgenoot of echtgenote van de geadopteerde;

- wanneer de geadopteerde geen nakomelingen heeft: zijn of haar echtgenoot of echtgenote en adoptieouders;

- wanneer de geadopteerde geen nakomelingen en geen overlevende echtgenoot of echtgenote heeft: de adoptieouders en hun verwanten,

conform de algemene regels inzake erfopvolging bij versterf.

Voorwaarde voor de erfopvolging bij versterf door een adoptieouder en zijn of haar verwanten is dat de overledene op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap officieel geadopteerd was.

Als de bovengenoemde personen echter niet van de geadopteerde erven, zijn de bloedverwanten van de geadopteerde zijn of haar wettelijke erfgenamen, mits de geadopteerde geadopteerd was door een verwant in de opgaande lijn, een broer of zus, of een nakomeling van de verwant in de opgaande lijn (artikel 7:73 van het burgerlijk wetboek).

d) 'Directe erfopvolging' [ági öröklés] – bijzondere regels voor erfopvolging bij versterf met betrekking tot bepaalde goederen

De zogeheten 'directe erfopvolging' is een speciaal onderdeel van het Hongaars recht. Met directe erfopvolging worden specifieke regels voor erfopvolging bij versterf bedoeld waarbij voor bepaalde goederen van de boedel (de zogeheten directe activa [ági vagyon]) een regeling wordt toegepast die afwijkt van de algemene regeling inzake erfopvolging bij versterf.

Er moet worden opgemerkt dat de regels inzake directe erfopvolging uitsluitend van toepassing zijn als er geen nakomelingen zijn. Als de overledene nakomelingen als wettelijke erfgenamen heeft, zijn de algemene regels inzake erfopvolging bij versterf van toepassing.

da) Goederen die tot de directe activa behoren (artikel 7:67 van het burgerlijk wetboek)

De directe activa vormen een sub-boedel binnen de boedel van de overledene. Deze sub‑boedel omvat die goederen die

- de overledene door erfenis of schenking heeft verworven van een voorouder, en

- de overledene heeft geërfd of ontvangen als geschenk van een broer of zus of een nakomeling van een broer of zus, mits de broer of zus of de nakomeling van de broer of zus de goederen in kwestie door erfenis of schenking verworven hebben van een gemeenschappelijke voorouder van hem of haar en de overledene.

Bepaalde goederen worden echter op grond van de wet buiten de directe activa gehouden (zogeheten 'van directe erfopvolging uitgesloten goederen'); zie punt dd) hieronder.

De rechtstreekse aard van het bezit (met andere woorden, het feit dat het bezit in kwestie tot de directe activa behoort) moet worden aangetoond door de persoon die op grond daarvan zou erven.

db) Het erven van de directe activa (artikel 7:68 van het burgerlijk wetboek)

De directe activa worden geërfd door de ouders van de overledene (of de nakomelingen van de ouders, als deze laatsten zijn uitgesloten) en de grootouders en verre voorouders van de overledene ('directe erfgenamen'). Voor het erven van de directe activa gelden de volgende regels:

- een ouder erft goederen die van hem of haar of een van zijn of haar voorouders zijn overgegaan op de overledene. Als de ouder van erfopvolging is uitgesloten, erven zijn of haar nakomelingen in zijn of haar plaats overeenkomstig de algemene bepalingen inzake erfopvolging bij versterf;

- als de ouder en de nakomelingen van de ouder die gerechtigd zijn de directe activa te erven allen zijn uitgesloten van erfopvolging, worden de directe activa geërfd door de grootouder van de overledene;

- als de grootouder van de overledene eveneens is uitgesloten, worden de directe activa geërfd door een verder verwijderde voorouder van de overledene.

Als de overledene geen van de bovengenoemde erfgenamen heeft, worden de regels van directe erfopvolging niet toegepast: in dat geval worden voor het erven van de directe activa de algemene regels inzake erfopvolging bij versterf toegepast.

dc) Levenslang vruchtgebruik van de directe activa door de echtgenoot of echtgenote (artikel 7:69 van het burgerlijk wetboek)

De in punt db) genoemde erfgenamen (directe erfgenamen) erven het eigendomsrecht op de directe activa. De overlevende echtgenoot of echtgenote van de overledene heeft echter recht op het levenslange vruchtgebruik van de directe activa.

Op de volgende manieren kan worden verzocht om uitbetaling van het recht op levenslang vruchtgebruik:

- een van de belanghebbende partijen – d.w.z. ofwel de echtgenoot of echtgenote die recht heeft op het levenslange vruchtgebruik ofwel de directe erfgenaam – kan verzoeken om uitbetaling van het levenslange vruchtgebruik;

- uitsluitend de echtgenoot of echtgenote mag echter verzoeken om uitbetaling van het levenslange vruchtgebruik met betrekking tot de gezinswoning waarin hij of zij samen met de overledene heeft gewoond, inclusief meubilair en huisraad.

Wanneer het levenslange vruchtgebruik wordt afgekocht, heeft de echtgenoot of echtgenote recht op een derde van de directe activa.

dd) Van directe erfopvolging uitgesloten goederen (artikel 7:70 van het burgerlijk wetboek)

Ongeacht de bepalingen onder da) zijn de volgende voorwerpen uitgesloten van directe erfopvolging:

- geschenken met een gebruikelijke waarde;

- goederen die niet langer bestaan op het moment dat de erflater overlijdt. De bepalingen inzake directe erfopvolging zijn evenwel van toepassing op eventueel vervangende goederen, of goederen die zijn gekocht met de opbrengst die voor deze goederen is ontvangen.

Als een overledene een overlevende echtgenoot of echtgenote heeft, kan geen aanspraak op grond van directe erfopvolging worden gemaakt op meubilair en huishoudelijke voorwerpen met een gebruikelijke waarde.

e) Verplichting geschenken terug te geven (boedelvereniging)

Als de erfgenamen nakomelingen van de overledene zijn, is de verplichting van de nakomelingen geschenken terug te geven van invloed op het deel dat aan ieder van hen wordt toegewezen. Het komt erop neer dat als verschillende nakomelingen samen erven, iedere erfgenaam de waarde van voorschotten die hij of zij van de overledene heeft ontvangen gedurende zijn of haar leven, toevoegt aan de waarde van de boedel (artikel 7:56 van het burgerlijk wetboek).

Wat betreft de verplichting geschenken terug te geven, gelden de onderstaande hoofdregels.

Op grond van de verplichting geschenken terug te geven, moet de mede-erfgenaam voorschotten op de erfenis toevoegen aan de boedel als

- de overledene uitdrukkelijk heeft bepaald dat deze voorschotten moesten worden opgenomen in het voor de erfgenamen bestemde deel van de boedel, of

- de omstandigheden erop wijzen dat de schenking gepaard ging met de verplichting ze op te nemen in het voor de erfgenamen bestemde deel van de boedel.

Desalniettemin is de verplichting geschenken terug te geven niet van toepassing op de volgende geschenken (artikel 7:56(3) van het burgerlijk wetboek):

- voorschotten met een gebruikelijke waarde, en

- levensonderhoud voor nakomelingen die ondersteuning nodig hebben

zelfs als de overledene dat uitdrukkelijk heeft bepaald.

Voor het teruggeven van geschenken geldt de volgende procedure (artikel 7:57(1) van het burgerlijk wetboek):

- erfgenamen moeten de waarde van de voorschotten die zij van de overledene hebben ontvangen, toevoegen aan de waarde van de boedel;

- de daaruit volgende totale waarde (d.w.z. de totale waarde die is vastgesteld door de waarde van de boedel en de nettowaarde van de teruggegeven voorschotten bij elkaar op te tellen) moet evenredig worden verdeeld onder de erfgenamen, al naar gelang hun aandeel in het kader van erfopvolging bij versterf;

- de waarde van het voorschot dat door iedere erfgenaam is teruggegeven (d.w.z. de waarde van het voorschot dat de erfgenaam heeft ontvangen van de overledene) moet worden afgetrokken van het deel dat aan die erfgenaam wordt toegewezen.

Als de waarde van de door een mede-erfgenaam teruggegeven geschenken de waarde van zijn of haar deel van de boedel, zoals berekend aan de hand van de waarde van de teruggegeven geschenken, bereikt of overschrijdt, wordt hij of zij geacht voldoende te hebben ontvangen van de te verdelen erfenis. Hij of zij hoeft echter de waarde van eventueel te veel ontvangen voorschotten niet terug te betalen (artikel 7:57(4) van het burgerlijk wetboek).

Nakomelingen zijn verplicht geschenken terug te geven

- in het geval van erfopvolging bij versterf, of

- als de nakomelingen delen erven die overeenkomen met het deel van de boedel dat hun wettelijk toekomt op grond van een testament (artikel 7:56(2) van het burgerlijk wetboek).

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

In Hongarije vallen erfrechtprocedures onder de bevoegdheid van notarissen en/of rechtbanken.

- Indien er geen geschillen zijn tussen de belanghebbende partijen bij de erfopvolging, handelt een notaris de juridische kwesties in verband met de boedel doorgaans af via een erfrechtprocedure (zie punt 6 voor meer informatie). De erfrechtprocedure die door een notaris wordt toegepast, is een niet-contentieuze procedure, waarbij de notaris een rol heeft die vergelijkbaar is met die van een rechter en de procedure afsluit met een formele beslissing ('beslissing inzake vermogensoverdracht').

- Als er echter wel juridische geschillen zijn tussen de belanghebbende partijen, kunnen deze niet worden beslecht door de notaris; in zulke gevallen volgt er een gerechtelijke procedure.

Aangezien juridische geschillen met betrekking tot erfopvolging relatief weinig voorkomen, worden veruit de meeste erfopvolgingszaken in Hongarije definitief door een notaris afgehandeld via een erfrechtprocedure.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

In het Hongaars recht wordt het beginsel toegepast van erfopvolging ipso iure (van rechtswege); de boedel wordt bij overlijden van de erflater overgedragen aan de erfgenamen zonder dat daarvoor een afzonderlijke rechtshandeling hoeft te worden verricht. Het is volgens het Hongaars recht dan ook niet noodzakelijk een verklaring af te leggen inzake het aanvaarden van een erfenis.

Als een erfgenaam niet wenst te erven, kan hij of zij verklaren afstand te doen van de nalatenschap. De wet stelt geen specifieke eisen aan de vorm van deze afstandsverklaring; deze is qua vorm altijd geldig, ongeacht of zij mondeling of schriftelijk wordt afgelegd.

In Hongarije wordt de volgorde inzake erfopvolging echter vastgesteld in het kader van een formele juridische procedure, de zogeheten erfrechtprocedure (zie punt 6). Bijgevolg moet de notaris die de erfrechtprocedure afhandelt op de hoogte worden gebracht van de afstandsverklaring, omdat daarmee in de erfrechtprocedure rekening moet worden gehouden. In de praktijk wordt een afstandsverklaring daarom ofwel afgelegd ten overstaan van de notaris die de erfrechtprocedure afhandelt, ofwel schriftelijk bij deze notaris ingediend.

Als een erfgenaam afstand doet van de nalatenschap, treedt deze toestand in werking met terugwerkende kracht tot de datum waarop de erflater is overleden: de nalatenschap wordt geacht niet te zijn toegevallen aan de betreffende erfgenaam.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

De regels inzake de overdracht en het afstand doen van de nalatenschap die in punt 5.2 worden toegelicht, zijn mutatis mutandis van toepassing op vindicatielegaten (legatum vindicationis).

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Zoals hierboven aangegeven, valt de legitieme portie volgens het Hongaars recht onder het overeenkomstenrecht en kan de begunstigde deze jegens een erfgenaam afdwingen. De legitieme portie houdt geen zakelijk recht (in rem) op de erfenis in. Daarom kent het Hongaars recht geen 'verklaring van afstand of aanvaarding van een legitieme portie'. De wijze waarop de aanspraak op een legitieme portie wordt afgehandeld, hangt hoofdzakelijk af van de verhouding tussen de erfgenamen en degene die recht heeft op een legitieme portie:

- als er wat dit betreft overeenstemming is bereikt tussen de erfgenamen en degene die recht heeft op een legitieme portie (d.w.z. als de erfgenamen de aanspraak op een legitieme portie erkennen), kunnen zij in het kader van de erfrechtprocedure een overeenkomst opstellen met een regeling betreffende de legitieme portie (de erfgenamen kunnen bijv. enkele goederen die deel uitmaken van de boedel overdragen aan de persoon die recht heeft op een legitieme portie om op die manier aan de eis tegemoet te komen);

- in het tegenovergestelde geval kan de persoon die recht heeft op een legitieme portie zich tot de rechter wenden om zijn of haar aanspraak jegens de erfgenamen te doen gelden.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

In het Hongaars recht is een formele juridische procedure vastgesteld, de zogeheten erfrechtprocedure. Deze procedure wordt ex officio (ambtshalve) geïnitieerd en heeft tot doel om, voor zover mogelijk, alle belanghebbende partijen (erfgenamen, legatarissen, personen die recht hebben op een legitieme portie, schuldeisers enz.) te laten deelnemen aan een enkele procedure waarbij alle juridische kwesties in verband met de erfopvolging worden behandeld.

In Hongarije bestaat de erfrechtprocedure uit twee fasen. De eerste fase is de inventarisatieprocedure, die wordt uitgevoerd door een ambtenaar van de betrokken gemeente (de inventarisatieambtenaar). Deze procedure heeft tot doel de werkzaamheden van de notaris voor te bereiden en moet duidelijkheid verschaffen over de persoonlijke en materiële omstandigheden van de betrokken nalatenschap. Meer bepaald wordt nagegaan welke goederen deel uitmaken van de boedel, wie de belanghebbenden zijn en of de overledene een uiterste wilsbeschikking heeft opgesteld. Al deze elementen worden vastgelegd in de boedelbeschrijving, die na de opstelling ervan, naar de bevoegde notaris wordt gestuurd.

De tweede fase is de procedure bij de notaris, waarbij de regels inzake niet-contentieuze gerechtelijke procedures worden toegepast. In het kader van deze procedure voert de notaris dezelfde taken uit als een rechter en oefent hij of zij de bevoegdheden van de staat uit.

Voor deze procedure gelden specifieke bevoegdheidsregels: zij mag alleen worden uitgevoerd door de notaris die daartoe wettelijk bevoegd is. Met andere woorden: bij erfrechtprocedures mogen de belanghebbende partijen (bijv. de erfgenamen) niet zelf de notaris kiezen.

Tijdens de procedure onderzoekt de notaris ambtshalve de feiten en omstandigheden die bepalend zijn voor de regeling van de erfopvolging. Gewoonlijk is het noodzakelijk een hoorzitting te houden om de feiten te verduidelijken; de notaris roept de belanghebbende partijen op voor deze hoorzitting. Als er aanwijzingen zijn dat de overledene een uiterste wilsbeschikking heeft opgesteld, onderneemt de notaris ambtshalve stappen om deze wilsbeschikking te verkrijgen.

In Hongarije vindt de verdeling van de boedel (hagyatéki osztály) onder de erfgenamen doorgaans plaats in het kader van de erfrechtprocedure. De boedelverdeling vormt in wezen de beëindiging van de uit de erfopvolging voortvloeiende mede-eigendom tussen de erfgenamen. Dit gebeurt meestal via een overeenkomst tussen de erfgenamen: de verdelingsovereenkomst (osztályos egyezség). Als erfgenamen een verdelingsovereenkomst sluiten, vaardigt de notaris de beslissing inzake vermogensoverdracht uit, die gebaseerd is op die overeenkomst en inhoudelijk daarmee overeenstemt.

In het kader van de erfrechtprocedure kan ook een overeenkomst worden gesloten tussen erfgenamen en andere belanghebbende partijen: erfgenamen kunnen de goederen die zij geërfd hebben gedeeltelijk of geheel overdragen aan een schuldeiser of een persoon die recht heeft op een legitieme portie, om op die manier aan de eisen van deze belanghebbenden tegemoet te komen. Hierdoor kunnen aanspraken van schuldeisers of personen die recht hebben op een legitieme portie in onderlinge overeenstemming worden afgehandeld tijdens de erfrechtprocedure.

Aan het einde van de erfrechtprocedure volgt een formele beslissing van de notaris: een beslissing inzake vermogensoverdracht. Met deze beslissing draagt de notaris de verschillende elementen van de boedel juridisch over aan de erfgenamen (of legatarissen).

De belanghebbende partijen kunnen beroep instellen tegen de door de notaris gegeven beslissing inzake vermogensoverdracht; over dit beroep wordt geoordeeld door het bevoegde regionale gerecht. Bij gebreke van beroep wordt de beslissing inzake vermogensoverdracht definitief. De definitieve beslissing inzake vermogensoverdracht is een authentiek, openbaar document waarin de status van de erfgenamen (of legatarissen) die erin worden genoemd officieel wordt bevestigd. De notaris draagt er ambtshalve zorg voor dat de definitieve beslissing inzake vermogensoverdracht wordt verzonden naar de instantie die het kadaster (of een register van andere goederen) bijhoudt.

Er moet worden opgemerkt dat wanneer er juridische geschillen zijn tussen de belanghebbende partijen, de notaris die geschillen niet kan beslechten via de erfrechtprocedure; juridische geschillen kunnen uitsluitend via een gerechtelijke procedure worden beslecht.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Volgens artikel 7:1 van het burgerlijk wetboek valt de boedel van een persoon na het overlijden in zijn geheel toe aan de erfgenamen. In het Hongaars recht wordt dan ook het beginsel van erfopvolging ipso iure gevolgd. De erfgenamen verwerven de boedel op grond van de wet, zonder dat daarvoor een afzonderlijke rechtshandeling is vereist (bijv. een aanvaardingsverklaring); het Hongaars recht kent geen 'vacante boedel' (hereditas iacens). Wanneer er meerdere erfgenamen zijn, verwerven zij op het ogenblik van het overlijden van de erflater de boedel in verhouding tot hun aandeel in de boedel; zij worden dan dus mede-eigenaars van de onverdeelde boedel.

Het Hongaarse burgerlijk recht kent twee soorten legaten: het vindicatielegaat (legatum vindicationis) en het damnatielegaat (legatum damnationis).

Een vindicatielegaat is de schenking door de erflater, in een uiterste wilsbeschikking, van een bepaald goed van de boedel aan een specifieke begunstigde (de specifieke legataris). Een vindicatielegaat behelst de rechtstreekse verwerving van een recht op de boedel; d.w.z. de legataris verwerft het voorwerp van het vindicatielegaat van rechtswege op het tijdstip van het overlijden van de erflater.

Een damnatielegaat is een legaat waarbij de erflater in een uiterste wilsbeschikking zijn of haar erfgenaam verplicht een specifieke begunstigde een bepaald financieel voordeel te verlenen (bijv. een bepaald geldbedrag te betalen). In juridische zin is een damnatielegaat een bindende rechtsvordering tegen de erfgenamen en behelst het niet de rechtstreekse verwerving van rechten van de erflater.

In het licht van het bovenstaande verwerven erfgenamen en specifieke legatarissen op grond van het Hongaars recht de boedel of het legaat op het moment dat de erflater overlijdt. Daarbij moet echter worden aangetekend dat het, ondanks de rechtstreekse verwerving ipso iure van rechten, krachtens het Hongaars recht doorgaans noodzakelijk is een formele juridische procedure te volgen (de erfrechtprocedure) om een authentieke erfrechtverklaring te kunnen verkrijgen.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Ja. Volgens artikel 7:96 van het burgerlijk wetboek zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de boedelschulden. Deze aansprakelijkheid van erfgenamen is als volgt beperkt:

- erfgenamen zijn in de eerste plaats met de goederen van de boedel ('met de voorwerpen en opbrengsten van de boedel') aansprakelijk voor boedelschulden (cum viribus‑aansprakelijkheid);

- als echter op het moment dat de vorderingen worden ingediend de voorwerpen of opbrengsten van een boedel niet in het bezit van de erfgenamen zijn, zal er beslag worden gelegd op de overige goederen van de erfgenamen tot de waarde van hun erfdeel om op die manier de schulden te betalen (pro viribus-aansprakelijkheid).

Opgemerkt moet worden dat er in het Hongaars recht, anders dan in andere rechtsstelsels, geen verband wordt gelegd tussen de aansprakelijkheid van erfgenamen en de boedelbeschrijving. De beperkte aansprakelijkheid van erfgenamen vindt haar oorsprong in de wet: erfgenamen hoeven geen 'aansprakelijkheidsbeperkende verklaring' af te leggen wanneer zij een erfenis aanvaarden.

In artikel 7:94 van het burgerlijk wetboek wordt nader bepaald welke vorderingen boedelschulden zijn:

a) de kosten van een fatsoenlijke uitvaart voor de overledene;

b) de kosten van het verwerven, het veilig stellen en het beheren van een boedel ('boedelkosten'), alsmede de kosten van een erfrechtprocedure;

c) de schulden van de overledene;

d) verplichtingen in verband met de legitieme portie;

e) verplichtingen in verband met legaten en testamentaire beschikkingen.

De bovenstaande vijf categorieën boedelschulden staan in hiërarchische volgorde (artikel 7:95 van het burgerlijk wetboek). Schulden worden voldaan in de volgorde die voor de verschillende categorieën boedelschulden is vastgesteld. Als het niet mogelijk is alle schulden in een bepaalde schuldencategorie te voldoen, worden vorderingen binnen de categorie naar evenredigheid betaald (in verhouding tot de relatieve omvang van de vorderingen).

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Als de boedel onroerende zaken omvat, verzendt de notaris ambtshalve de definitieve beslissing inzake vermogensoverdracht naar de bevoegde instantie die het kadaster bijhoudt (zie punt 6), zodat wijzigingen met betrekking tot de betrokken onroerende zaken in het kadaster kunnen worden opgenomen.

Volgens artikel 29 van Wet CXLI van 1997 inzake het kadaster (1997. évi CXLI. törvény az ingatlan-nyilvántartásról; 'Wet inzake het kadaster') kunnen rechten en feiten in principe worden vastgelegd op basis van openbare documenten, particuliere documenten met volledige bewijskracht of door een notaris gewaarmerkte kopieën van dergelijke documenten waaruit de totstandbrenging, wijziging of beëindiging van het recht of het feit dat het voorwerp van de registratie is, blijkt. Deze stukken bevatten bovendien een verklaring van de houder van het recht of van de potentiële houder van het recht die in het kadaster zal worden opgenomen als interim-begunstigde, dat hij of zij toestemming geeft voor de registratie (d.w.z. een machtiging tot registratie, die de houder van het recht kan verlenen via een document dat aan dezelfde formele vereisten voldoet als het document op basis waarvan de registratie plaatsvindt).

In artikel 32 van de Wet inzake het kadaster wordt nader bepaald welke gegevens een document moet bevatten met het oog op de registratie van onroerende zaken:

a) de normale identificatiegegevens, het adres en het persoonlijk identificatienummer van de cliënt,

b) voor organisaties die een statistisch nummer hebben: de naam, het statistisch nummer, de hoofdvestiging en het nummer van registratie bij het gerecht of bij het handelsregister; voor kerkelijke instellingen: het registratienummer,

c) het volledig adres en een volledige beschrijving van de goederen in kwestie (gemeente, topografisch perceelnummer), alsmede het deel van de eigendom waarop de registratie betrekking heeft,

d) een uitvoerige beschrijving van het recht of het feit,

e) de rechtsgrond voor de wijziging,

f) de instemming van de betrokken partijen en/of een onvoorwaardelijke en onherroepelijke machtigingsverklaring van de geregistreerde eigenaar,

g) een verklaring van de overeenkomstsluitende partijen over hun staatsburgerschap.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

De rechtsfiguur 'boedelbeheerder' (gevolmachtigde) bestaat niet in het Hongaars recht.

Niettemin kan de notaris die de procedure afhandelt in bepaalde gevallen een beheerder aanstellen om bepaalde beheerstaken te verrichten met betrekking tot de goederen van de boedel. Dit gebeurt in de volgende gevallen:

aa) beheerder voor de uitoefening van ondernemingsrechtelijke rechten (artikel 32(2) van de Successiewet).

Als een deelneming/aandeel in een onderneming (of coöperatie) tot de boedel behoort, kan de notaris een beheerder aanstellen voor de tijdelijke uitoefening van rechten die verband houden met de deelneming of het aandeel. De beheerder wordt aangesteld op verzoek van de onderneming (coöperatie) of van een persoon (of entiteit) die belang heeft bij dat beheer;

ab) beheerder voor de inning van vorderingen (artikel 32(3) van de Successiewet).

Als vorderingen deel uitmaken van de boedel, kan de notaris een beheerder aanstellen om deze vorderingen te innen, op verzoek van een belanghebbende partij bij de erfopvolging. Deze beheerder heeft tot taak de noodzakelijke juridische stappen te zetten om die vorderingen te innen.

In beide bovenstaande gevallen wordt er geen beheerder aangesteld indien de genoemde handelingen worden verricht door een executeur van het testament.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

In Hongarije worden juridische kwesties in verband met erfopvolging afgehandeld in een formele juridische procedure (de erfrechtprocedure). Deze wordt uitgevoerd door een notaris, die tijdens de procedure de taken van een rechter vervult (zie punt 6).

De notaris verifieert ambtshalve of er een uiterste wilsbeschikking van de overledene is geregistreerd in het Nationaal Register van Testamenten. In voorkomend geval zorgt de notaris er ambtshalve voor dat hij of zij deze wilsbeschikking verkrijgt.

Het is volgens het Hongaars recht bijgevolg de taak en verantwoordelijkheid van de notaris die de erfrechtprocedure afhandelt ervoor te zorgen dat een uiterste wilsbeschikking ten uitvoer wordt gelegd.

Conform het Hongaars recht mag een erflater echter ook zelf een executeur van zijn of haar wilsbeschikking (testament) aanstellen. Beklemtoond moet echter worden dat de aanstelling van een executeur van het testament niet in de plaats mag komen van de erfrechtprocedure; een executeur kan niet de taken van een notaris overnemen.

De voorwaarden van de uiterste wilsbeschikking zijn bepalend voor de rechten en plichten van een executeur. Als de wilsbeschikking geen bepalingen dienaangaande bevat, heeft de executeur de volgende rechten en plichten (artikel 99 van de Successiewet):

- de instanties die de erfrechtprocedure uitvoeren, bijstaan bij het opstellen van een boedelbeschrijving;

- indien nodig maatregelen voorstellen om de boedel veilig te stellen;

- de boedel beheren. In deze rol van activabeheerder heeft de executeur het recht en de plicht om

- te eisen dat erfgenamen of legatarissen de bepalingen van het testament ten uitvoer leggen;

- schuldeisers van de boedel te betalen (waarbij hij of zij in eigen naam handelt, maar ten laste van de boedel);

- tijdelijk de rechten uit te oefenen die verband houden met eventuele deelnemingen (aandelen) in ondernemingen (of coöperaties) die tot de boedel behoren;

- vorderingen te innen die deel uitmaken van de boedel (waarbij hij of zij in eigen naam handelt, maar ten bate van de boedel).

De rechten die de executeur als activabeheerder heeft, zijn echter beperkt: hij of zij mag geen verplichtingen aangaan met betrekking tot de goederen van de boedel en hij of zij mag geen goederen verkopen, tenzij alle belanghebbende partijen bij de erfopvolging daarmee hebben ingestemd; bovendien mag hij of zij geen handelingen om niet verrichten ten nadele van de boedel.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

De rechten en plichten van de door de notaris aangestelde beheerder en van de executeur van het testament worden beschreven in punt 9.1.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Zoals hierboven aangegeven (zie punt 6) worden erfrechtprocedures in Hongarije afgehandeld door een notaris. Deze procedure wordt afgesloten met een formele beslissing, de beslissing inzake vermogensoverdracht. Met deze beslissing draagt de notaris de elementen van de boedel juridisch over aan de afzonderlijke erfgenamen.

Er moet echter worden opgemerkt dat erfgenamen het eigendomsrecht niet verkrijgen op grond van de beslissing inzake vermogensoverdracht. Zoals hierboven al is vermeld, wordt in het Hongaars recht het beginsel van erfopvolging ipso iure toegepast; de boedel valt de erfgenamen toe op het moment dat de erflater overlijdt. In dit opzicht heeft de beslissing inzake vermogensoverdracht een declaratoire werking.

Zodra de beslissing inzake vermogensoverdracht definitief is, heeft zij een legitimerende functie: de beslissing inzake vermogensoverdracht is een authentiek document waarin de status van de personen die erin worden genoemd als erfgenamen (of legatarissen) officieel wordt bevestigd tegenover derde partijen, tenzij een rechtbank in een juridische procedure een andere beslissing neemt.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 15/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Malta

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

De nalatenschap van een overledene kan op drie manieren worden verdeeld: (a) op grond van een testament, dat een gezamenlijk testament tussen twee echtgenoten kan zijn (ook 'unica carta' genoemd), of (b) op grond van een geheim testament dat door de erflater of een notaris bij het gerecht is neergelegd, of, wanneer er geen testament is, (c) door erfopvolging bij versterf (intestaat-erfopvolging).

In een testament kan worden beschikt over alle goederen of een deel ervan. Over goederen die niet in het testament zijn opgenomen, wordt beschikt conform het bepaalde in de wetgeving. Testamenten kunnen beschikkingen onder algemene titel bevatten, waarbij de erflater al zijn/haar goederen nalaat aan een of meerdere personen (erfgenamen genoemd), en beschikkingen onder bijzondere titel, waarbij personen die erven op basis van die beschikkingen legatarissen worden genoemd.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Binnen vijftien dagen na de datum van het testament stelt de betrokken notaris een notitie van inschrijving op en registreert hij/zij die bij de directeur van het openbare register. Geheime testamenten kunnen door de erflater worden opgemaakt voor een rechter of magistraat van het Court of Voluntary Jurisdiction (vrijwillige rechtspraak). Een geheim testament kan ook persoonlijk worden overhandigd aan een notaris, die daarna vier werkdagen de tijd heeft om het testament in te dienen bij het Court of Voluntary Jurisdiction, waar het zal worden bewaard op de griffie.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

In het burgerlijk wetboek wordt verwezen naar de legitieme portie. Dit is een wettelijk recht dat de nakomelingen van de overledene en de langstlevende echtgeno(o)t(e) hebben op een deel van de nalatenschap van de overledene. Conform artikel 616 van het burgerlijk wetboek bedraagt de legitieme portie die voor alle kinderen, zowel binnen als buiten het huwelijk verwekt of geboren, of geadopteerd, wordt gereserveerd een derde van de nalatenschap wanneer er niet meer dan vier kinderen zijn, en de helft van de nalatenschap als er vijf of meer kinderen zijn.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Als er geen testament is, het testament niet geldig is, de erfgenamen niet willen of kunnen erven, of er geen recht op aanwas bestaat tussen de erfgenamen, worden de regels van erfopvolging bij versterf toegepast.

In dergelijke situaties gaat de nalatenschap volgens de wet over op de nakomelingen, de bloedverwanten in opgaande lijn, de aanverwanten in de zijlijn, de echtgeno(o)t(e) van de overledene en de regering van Malta. Bij de verdeling wordt rekening gehouden met de graad van verwantschap, waarbij wordt gekeken naar het aantal generaties. Als de overledene geen erfgenamen heeft, vervalt de nalatenschap aan de regering van Malta.

Van erfopvolging bij versterf zijn uitgesloten personen die op frauduleuze of gewelddadige wijze geprobeerd hebben te voorkomen dat de overledene een testament zou opmaken. Dergelijke personen worden geacht onwaardig te zijn om te erven.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

Maltese gerechten hebben een algemene bevoegdheid om geschillen over erfopvolging te beslechten. De Partition of Inheritances Tribunal (rechtbank voor de verdeling van nalatenschappen) heeft in bepaalde specifieke omstandigheden een bijzondere bevoegdheid wanneer erfgenamen het niet eens worden over de verdeling van de nalatenschap.

Als er geen geschillen over de erfopvolging zijn, worden er over het algemeen notarissen en advocaten ingeschakeld.

Elke belanghebbende kan zich ook tot het Court of Voluntary Jurisdiction wenden en verzoeken dat een nalatenschap in zijn/haar voordeel wordt geopend.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

De griffie van het gerecht en notarissen

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

De griffie van het gerecht en notarissen

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

De griffie van het gerecht en notarissen

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

De erfopvolgingsprocedure vangt aan wanneer een belanghebbende naar een notaris/advocaat stapt en deze laatste bij het openbaar register of het gerecht nagaat of er openbare testamenten en/of geheime testamenten zijn opgesteld. Daarna wordt de nalatenschap geopend: de notaris of advocaat gaat, in voorkomend geval, na wie de erfgenamen en legatarissen zijn en informeert hen over de resultaten van het onderzoek. De goederen worden vervolgens verdeeld conform de wil van de erflater. Als de overledene geen testament heeft opgesteld, worden de goederen verdeeld conform het bepaalde in de wet.

Zowel roerende als onroerende zaken kunnen worden verkocht mits alle erfgenamen daarmee instemmen. Daarna wordt de opbrengst onder de erfgenamen verdeeld op basis van de in het testament aangegeven verhouding.

In het geval van een geschil, bijvoorbeeld met betrekking tot de echtheid van het testament of de verdeling van de nalatenschap, kan de desbetreffende erfgenaam naar de First Hall of the Civil Court (eerste kamer van de civiele rechtbank) of de Partition of Inheritances Tribunal stappen.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

De nalatenschap valt open op het moment van overlijden of op de datum waarop de uitspraak waarbij een langdurig afwezige persoon overleden is verklaard, in kracht van gewijsde is gegaan.

Niemand is verplicht de nalatenschap te aanvaarden die aan hem/haar toevalt. Aanvaarding geschiedt uitdrukkelijk of impliciet. Zij is impliciet als de erfgenaam enige handeling verricht waaruit blijkt dat de erfgenaam de erfenis wenst te aanvaarden; zij is uitdrukkelijk als de erfgenaam de status van erfgenaam aanneemt in een openbare akte of in een particulier document. Er kan echter niet worden vermoed dat de erfenis werd verworpen.

In het geval van een legaat heeft de legataris vanaf de datum van overlijden van de erflater het recht om de erfgenaam te verzoeken hem/haar zijn/haar legaat te geven.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Ja, de erfgenamen zijn aansprakelijk voor de schulden van de overledene in de verhouding en op de wijze die zijn vastgelegd door de erflater. Als de erflater intestaat overlijdt of niet heeft voorzien in de verdeling van de schulden, betalen de erfgenamen de schulden in verhouding tot hun respectievelijke aandeel in de nalatenschap. Elke erfgenaam is hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de boedel.

Als een van de erfgenamen goederen in bezit heeft waarop een hypotheek gevestigd is ter zekerstelling van een schuld, is hij, met betrekking tot dergelijke goederen, aansprakelijk voor die gehele schuld. Indien een erfgenaam als gevolg van een dergelijke hypotheek meer dan zijn/haar aandeel van de gezamenlijke schulden heeft betaald, kan hij/zij van de andere erfgenamen een compensatie verlangen, die echter beperkt is tot het aandeel van die erfgenamen.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

In het erfrecht wordt aan erfgenamen niet de verplichting opgelegd om onroerende zaken die zij hebben geërfd te registreren. Krachtens de Duty on Documents and Transfers Act (wet betreffende de belasting op documenten en overdrachten) moeten personen die onroerende zaken erven echter een zogeheten mortis causa-verklaring laten registreren in het openbare register. Deze verklaring bevat in essentie nadere gegevens over de overledene en de erfgenamen/legatarissen, de datum en plaats van overlijden, een omschrijving van de geërfde goederen, de titel van de overdracht, de waarde van de onroerende zaak, de plaats waar de verklaring is opgesteld en de handtekeningen van de verzoeker en de notaris.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Het is niet verplicht een beheerder aan te wijzen.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

De erfgenaam of de executeur-testamentair.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Een beheerder of executeur-testamentair stelt een boedelbeschrijving op. Hij/zij beheert de aan die nalatenschap verbonden rechten en oefent deze uit door te reageren op tegen de nalatenschap ingestelde rechtsvorderingen; hij/zij beheert, met inachtneming van de verplichting tot doorstorting, alle tot de nalatenschap behorende gelden en de gelden die zijn ontvangen als gevolg van de verkoop van roerende of onroerende zaken en legt daarover verantwoording af aan de betrokken personen.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

In het algemeen worden er geen documenten afgegeven als bewijs van de status en rechten van de begunstigden, aangezien de nalatenschap automatisch overgaat na overlijden. Een belanghebbende kan zich echter ook tot het Court of Voluntary Jurisdiction wenden met een verzoek om opening van de nalatenschap in zijn/haar voordeel.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 15/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Nederland

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Een testament kan alleen worden opgemaakt bij een notariële akte (notarieel testament) of door een handgeschreven wilsverklaring die aan een notaris in bewaring is gegeven (depot-testament) (Art. 4:94 BW). Hierop bestaat een beperkt aantal uitzonderingen in bijzondere gevallen (art. 4: 97-107 Burgerlijk Wetboek ). Een gezamenlijk testament wordt niet geaccepteerd (artikel 4: 93 BW). Een overeenkomst met betrekking tot een toekomstige nalatenschap wordt eveneens niet geaccepteerd. Volgens art. 4:4 lid 2 BW zijn overeenkomsten die handelen over nog niet open gevallen nalatenschappen, in hun geheel of delen daarvan nietig.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

De notaris die het testament heeft opgemaakt moet de gegevens de eerste werkdag na opmaking inschrijven in het Centraal Testamenten Register (CTR).

Zie ook: De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.centraaltestamentenregister.nl/. Informatie over hoe te bewaren, te registreren en te zoeken naar een testament is ook beschikbaar op de website van het Europees Netwerk van Register van Wills Association (ENRWA) in de sectie "Informatieblad": De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.arert.eu/

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

De afstammelingen van de overledene (kinderen of - als de kinderen al overleden zijn - hun kinderen) kunnen niet geheel onterfd worden. Zij hebben recht op een legitieme portie. Noch de echtgenoot noch de ascendenten hebben recht op een legitieme portie. De legitieme portie omvat de helft van het wettelijk erfdeel, zie artikel 4:64 BW. Als een afstammeling zich beroept op zijn legitieme portie wordt hij niet meer als erfgenaam beschouwd, maar is hij een schuldeiser van de nalatenschap.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Indien er geen testament is, zijn de volgende uitgangspunten van toepassing op de verschillende scenario's:

Als de overledene ongehuwd was en geen kinderen had, erven ouders, broers en zussen in beginsel in gelijke delen waarbij elke ouder altijd minstens een kwart erft.

Als de overledene ongehuwd was en kinderen heeft, wordt de erfenis gelijkelijk verdeeld tussen de kinderen.

Als de overledene een echtgenoot nalaat en geen kinderen heeft, erft de langstlevende echtgenoot de hele nalatenschap.

Als de overledene een echtgenoot en kinderen nalaat, erven de kinderen met de echtgenoot in gelijke delen, maar de overlevende echtgenoot krijgt van rechtswege de activa van de nalatenschap. Afwikkeling van de nalatenschap is voor rekening van de echtgenoot. Elk van de kinderen zal als zijnde een erfgenaam, van rechtswege, een recht op een geldvordering hebben op de langstlevende echtgenoot. De geldvordering komt overeen met het aandeel van het kind in de nalatenschap. Deze vordering wordt opeisbaar indien de langstlevende echtgenoot failliet wordt verklaard of in de schuldsanering (zie ook de Wet schuldsanering natuurlijke personen) wordt opgenomen of overlijdt. (Art. 4:13 BW). In sommige situaties kunnen de kinderen hun geldvordering ook eerder opeisen, bijvoorbeeld als de langstlevende een nieuw huwelijk aangaat.

Getrouwde echtgenoten en geregistreerde partners worden gelijk behandeld.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

De notaris is in Nederland de bevoegde autoriteit met betrekking tot het erfrecht. De partijen zijn vrij om een notaris te kiezen, ongeacht de laatste verblijfplaats van de overledene.

De erfgenaam heeft drie opties:

  1. de nalatenschap zuiver aanvaarden;
  2. de nalatenschap aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiair aanvaarden)
  3. de nalatenschap verwerpen.

Als de erfgenaam de nalatenschap zondermeer wil accepteren (zuiver aanvaarden), dan kan dat vormvrij en ook impliciet door bepaalde handelingen te verrichten, zoals het verkopen van de bezittingen van de overledene of deze zich op een andere manier toe-eigenen. Gevolg van de zuivere aanvaarding van de nalatenschap is dat de erfgenaam met zijn eigen vermogen persoonlijk aansprakelijk is voor de schulden van de nalatenschap. De erfgenaam kan deze aansprakelijkheid beperken door de nalatenschap expliciet te aanvaarden voor zover de schulden van de erfenis de baten niet overstijgen. Dit doet de erfgenaam door het afleggen van een verklaring van beneficiaire aanvaarding bij de griffie van de rechtbank. Dit moet de erfgenaam ook doen als hij de nalatenschap niet wil ontvangen en wil verwerpen Voor deze verklaringen geldt geen termijn, maar een schuldeiser of andere belanghebbende kan de rechtbank wel verzoeken om de erfgenaam een termijn te stellen. Als de erfgenaam deze termijn ongebruikt laat verstrijken, wordt de nalatenschap zuiver aanvaard. Dit is ook het geval als de erfgenaam voor het uitbrengen van een verklaring zich al heeft gedragen als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam. Een eenmaal gemaakte keuze kan niet worden teruggedraaid.

Legaten kunnen vormvrij worden aanvaard of worden geweigerd. In het Nederlands recht is de beperkte aanvaarding niet mogelijk voor legaten.

Een legitimaris kan simpel door geen beroep te doen op de legitieme portie daarmee afzien van dat recht. Daarvoor voorziet de wet niet in bepaalde verklaringen. Wel is het mogelijk wanneer legitmarissen afstand doen van hun legitieme portie, dit vast te leggen in een verklaring.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

In de meeste gevallen, met name wanneer er een huwelijkscontract of een testament is, is het raadzaam om een notaris in te schakelen voor de afwikkeling van de nalatenschap. Elk van de erfgenamen of een executeur-testamentair, als die in het testament is aangewezen, kan een notaris in Nederland inschakelen. De partijen hebben vrije notaris-keuze, ongeacht de laatste verblijfplaats van de overledene. De notaris zal de erfgenamen helpen de erfenis te regelen. Hij zal uitzoeken/vaststellen wie de erfgenamen zijn, vervolgens controleren of er een testament is opgesteld en de begunstigden voorlichten en adviseren over de gevolgen van het aanvaarden of weigeren van de nalatenschap. Ook kan hij hen helpen om aan hun fiscale verplichtingen te voldoen. Slechts in enkele situaties speelt de rechter een rol bij de afwikkeling van erfenissen. Dit kan gebeuren als afwikkeling van de nalatenschap wordt betwist of indien een van de erfgenamen (bijvoorbeeld door minderjarigheid) zijn belangen niet kan behartigen.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

In Nederland is geen procedure bij de rechtbank voorzien. Als er geen testament is, bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn. Is er een testament, dan staat daarin wie de erfgenamen en legatarissen zijn. De notaris kan in verklaring van erfrecht (Verklaring van Erfrecht) vastleggen wie erfgenamen zijn van de nalatenschap, zie artikel 4:188 BW. De executeur testamentair kan ook een verklaring van erfrecht vragen. In de Verklaring van Erfrecht noemt de notaris, op basis van zijn bevoegdheid, de namen van de personen die recht hebben op de erfenis, hun aandeel in de erfenis en, indien van toepassing, de naam van de executeur. Met de Verklaring van Erfrecht kunnen de erfgenamen / executeur zich identificeren bij de debiteuren van de erfenis en zullen zij de beschikking kunnen krijgen over de banktegoeden enz. Voor de overdracht van een onroerende zaak of een recht op een onroerende zaak aan een van de erfgenamen is een notariële akte noodzakelijk.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Als de erfgenaam de nalatenschap zuiver heeft aanvaard, zal hij / zij volledig aansprakelijk zijn voor de schulden van de overledene (art. 4:182 BW ). Als de erfenis onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiair) is aanvaard, is de erfgenaam alleen aansprakelijk voor de schulden voor zover deze worden gedekt door de baten van de erfenis. Hij / zij is niet persoonlijk aansprakelijk.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

De verklaring van erfrecht kan in het openbaar register van onroerend goed worden geregistreerd. Voor de overdracht van de eigendom van onroerend goed of rechten op onroerend goed is een aparte authentieke akte nodig.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

De Nederlandse wet voorziet niet in de verplichte aanstelling van een beheerder van de nalatenschap.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Erflaters kunnen in hun testament een executeur testamentair aanwijzen die de erfenis kun afwikkelen. In het geval van een aanvaarding onder het voorrecht van boedelbeschrijving kan een speciale beheerder worden benoemd door de rechtbank.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

De in het testament benoemde executeur heeft normaal gesproken beperkte bevoegdheden overeenkomstig artikel 4:144 BW. Hij kan de nalatenschap beheren en de schulden van de nalatenschap voldoen. Erflaters kunnen de executeur meer rechten geven, bijvoorbeeld het overdragen van goederen van de nalatenschap zonder toestemming van de erfgenamen. Als de executeur wordt benoemd als speciale executeur (de afwikkelingsbewindvoerder), kan hij goederen overdragen en alle beslissingen nemen met betrekking tot de verdeling van de boedel.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Een akte van verdeling kan door de erfgenamen worden opgesteld. Authentiek wordt de akte als deze door de notaris worden opgemaakt. Dit is voorgeschreven in geval een erfgenaam handelingsonbekwaam is (vanwege minderjarigheid of vanwege curatele/bewindvoering). Voor de overdracht van onroerend goed of rechten op onroerend goederen in Nederland is een authentieke akte noodzakelijk, zie bovenstaande vraag 7. In alle andere gevallen is een akte van verdeling van de nalatenschap niet voorgeschreven. De Verklaring van Erfrecht is voldoende voor de overdracht van goederen, zoals bankrekeningen en andere roerende goederen.

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

 

Your-Europe

Laatste update: 31/07/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Duits) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.

Erfenissen - Oostenrijk

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Bij het opstellen van een testament moet aan specifieke formele eisen worden voldaan. De typen testamenten die door het Oostenrijks recht worden erkend, zijn onder meer de volgende:

  • een door een notaris of een rechtbank opgesteld openbaar testament;
  • een holografisch testament, dat door de testateur volledig met de hand moet zijn geschreven en zijn ondertekend;
  • een schriftelijk testament (handgeschreven of getypt door een andere persoon dan de testateur), dat moet zijn opgesteld in aanwezigheid van drie getuigen.

Een erfcontract (§ 1249 et seq. van het Oostenrijkse Algemeen Burgerlijk Wetboek (Allgemeines bürgerliches Gesetzbuch – ABGB)) kan alleen worden gesloten door echtgenoten of verloofde stellen die ook daadwerkelijk gaan trouwen en door (toekomstige) geregistreerde partners, en moet de vorm hebben van een notariële akte (in overeenstemming met § 1, lid 1, onder a), van de Wet notariële akten (Notariatsaktsgesetz)); de aanwezigheid van twee getuigen of een tweede notaris is vereist. In een erfcontract, dat moet voldoen aan de geldigheidsvereisten voor testamentaire beschikkingen, mag niet over meer dan driekwart van de nalatenschap worden beschikt. In dit verband hebben geregistreerde partners dezelfde rechten als echtgenoten en verloofden die gaan trouwen (§ 1217 ABGB).

Een gezamenlijk testament kan alleen worden opgesteld door echtgenoten of geregistreerde partners (§ 586 ABGB).

Donationes mortis causa [giften uit het persoonlijk vermogen door iemand die verwacht in de nabije toekomst te sterven, die pas van kracht worden nadat de donor is overleden] worden geregeld door § 603 ABGB en worden gedaan door middel van een contract, dat de vorm van een notariële akte moet aannemen.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Testamenten, erfcontracten en eventuele contracten waarin afstand wordt gedaan van het recht op de erfenis of het voorbehouden erfdeel kunnen worden geregistreerd in het Oostenrijkse Centrale Register van uiterste wilsbeschikkingen (§ 140 ter van de Oostenrijkse Wet op het notariaat (Notariatsordnung)), mits ze zijn gedeponeerd bij een notaris, rechtbank of advocaat. Dit elektronisch register wordt beheerd door de Oostenrijkse Kamer van notarissen (Österreichische Notariatskammer) en is het enige register van uiterste wilsbeschikkingen dat wettelijk is geregeld. Rechtbanken en notarissen moeten het bestaan van dergelijke documenten melden aan het register (§ 140 quater, lid 2, van de Oostenrijkse Wet op het notariaat). Het doel van registratie is dat deze documenten zo gemakkelijker te vinden zijn tijdens erfrechtelijke procedures. Advocaten en advocatenkantoren kunnen testamenten en andere testamentaire beschikkingen registreren in het door Oostenrijkse advocaten aangehouden Register van uiterste wilsbeschikkingen.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Het voorbehouden erfdeel (dat de testamentaire vrijheid inperkt) bedraagt de helft van het erfdeel bij versterf in de nalatenschap van de overledene. De nakomelingen van de overledene en de overlevende echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner hebben recht een voorbehouden erfdeel. Als een persoon die recht heeft op het voorbehouden erfdeel nooit een nauwe familiebetrekking met de overledene heeft gehad of een dergelijke betrekking niet lang heeft bestaan (ongeveer twintig jaar), kan het voorbehouden erfdeel worden verlaagd.

Het voorbehouden erfdeel is het deel van de waarde van de goederen van de overledene dat moet worden verdeeld onder de personen die recht hebben op dat erfdeel. Het voorbehouden erfdeel moet in contanten worden betaald. Het kan evenwel ook worden voldaan door een schenking bij overlijden van de erflater (§ 780 ABGB) of een gift inter vivos (§ 781 ABGB).

Het recht op een voorbehouden erfdeel moet binnen drie jaar na de constatering van de vordering en uiterlijk binnen dertig jaar worden aangemeld bij de rechtbank (§ 1487 ABGB). De verjaringstermijn vangt aan met de constatering van de feiten waaruit het bestaan van de vordering blijkt, doch niet eerder dan één jaar na het overlijden van de erflater (§§ 765 en 1487 bis ABGB).

Van het voorbehouden erfdeel kan afstand worden gedaan terwijl de erflater nog leeft. Dit moet worden gedaan in de vorm van een notariële akte of een officieel document van de rechtbank (§ 551 ABGB).

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Als de overledene geen echtgeno(o)t(e), geregistreerde partner en kinderen nalaat, erven de ouders van de overledene en hun nakomelingen (de broers en zussen van de overledene) (§§ 735 en 736 ABGB).

Als de overledene geen echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner maar wel kinderen nalaat, erven de kinderen in gelijke delen (§ 732 ABGB).

Als de overledene een echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner nalaat maar geen kinderen, wordt de overlevende echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner de enige erfgenaam.

Als de overledene een echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner en kinderen nalaat, erft de echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner een derde van de nalatenschap plus een wettelijk toegestaan preferentieel legaat [dat hem of haar recht geeft op de huishoudelijke zaken]. Twee derde van de nalatenschap wordt in gelijke delen verdeeld onder de kinderen van de overledene (§ 744 ABGB).

De niet-geregistreerde partner (samenlevende partner) erft als er geen andere wettelijke erfgenamen zijn; is dat wel het geval, dan erft deze partner enkel als dit bij testament is beschikt. De overlevende samenlevende partner wordt echter beschermd door de Oostenrijkse Huurwet (Mietrechtsgesetz) en de Oostenrijkse Wet inzake mede-eigendom van appartementen (Wohnungseigentumsgesetz). Als de overledene en zijn of haar samenlevende partner samen eigenaar van een appartement waren (gezamenlijk appartementseigendom), gaat het deel van de overledene naar de overlevende partner. Voorts heeft de samenlevende partner een wettelijk toegestaan preferentieel legaat en daarmee het voor de duur van één jaar geldende recht om in de voorheen gemeenschappelijke woning te blijven wonen en gebruik te maken van de voorheen gezamenlijke huishoudelijke zaken, voor zover die nodig zijn om daar in dezelfde omstandigheden als voorheen te kunnen blijven wonen.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

Districtsgerecht (Bezirksgericht); gerechtelijke executeur-testamentair (notaris) als orgaan van de rechtbank.

De instantie met jurisdictie op het desbetreffende rechtsgebied en in het desbetreffende geografische gebied is het districtsgerecht van de laatste wettelijke woonplaats (laatste gewone verblijfplaats) van de overledene (§ 105 van de Oostenrijkse Wet betreffende de jurisdictie van rechtbanken (Jurisdiktionsnorm – JN) juncto §§ 65 en 66 van de Oostenrijkse Wet betreffende de jurisdictie van rechtbanken). Bij de uitvoering van de procedure doet het districtsgerecht een beroep op een notaris die optreedt in de hoedanigheid van gerechtelijke executeur-testamentair (§ 1 van de Wet inzake gerechtelijke executeurs-testamentair (Gerichtskommissärsgesetz, GKG)).

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

Districtsrechtbank; gerechtelijke executeur-testamentair (notaris) als orgaan van de rechtbank.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Districtsrechtbank; gerechtelijke executeur-testamentair (notaris) als orgaan van de rechtbank.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Districtsrechtbank; gerechtelijke executeur-testamentair (notaris) als orgaan van de rechtbank.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

De erfprocedure (of verificatieprocedure (Verlassenschaftsverfahren)) wordt door het districtsgerecht ingeleid zodra het ontstaan van de erfenis officieel bekend is gemaakt. Het bevoegde districtsgerecht is dat van het district waarin de laatste woonplaats of gewone verblijfplaats van de overledene is gelegen. De procedure wordt afgehandeld door een notaris in zijn of haar hoedanigheid van gerechtelijke executeur-testamentair en wordt afgesloten met een gerechtelijke beschikking.

De verificatieprocedure moet officieel worden ingeleid zodra het gerecht kennis krijgt van het overlijden van de overledene (§ 143, lid 1, van de Wet inzake niet-contentieuze procedures (Außerstreitgesetz, AußStrG)).

De gerechtelijke executeur-testamentair stelt in het kader van de verificatieprocedure vast wie de erfgenamen zijn (§ 797 ABGB).

De gerechtelijke executeur-testamentair (§ 1, lid 2, alinea 2 ter, en § 2, lid 2, van de Wet inzake gerechtelijke executeurs-testamentair) stelt een inventaris van de nalatenschap op, als er een verklaring van voorwaardelijke aanvaarding van de erfenis is ingediend [die de aansprakelijkheid van een erfgenaam beperkt tot de goederen van de nalatenschap]; als de personen die mogelijk recht hebben op een voorbehouden erfdeel minderjarig zijn of om andere redenen wettelijk moeten worden vertegenwoordigd; als er toestemming is verleend om de erfenis afgescheiden te houden van het vermogen van de erfgenaam; als er rekening moet worden gehouden met de erfenis door een volgende erfgenaam of er een particuliere testamentaire trust in het leven is geroepen; als er een mogelijkheid bestaat dat de erfenis vanwege het ontbreken van erfgenamen naar de staat gaat; of als daartoe een verzoek is ingediend door een gemachtigde persoon of door de curator van de nalatenschap (§ 165 van de Wet inzake niet-contentieuze procedures).

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Niemand mag op eigen gezag bezit nemen van de erfenis. In plaats daarvan moet de erfenis officieel worden overgedragen, zodat deze wettelijk in bezit kan worden genomen door de erfgena(a)m(en), een procedure die bekendstaat als de “devolutie” (“Einantwortung”) en de vorm aanneemt van een beschikking van de erfrechtbank (Abhandlungsgericht) (§ 797 ABGB en § 177 van de Wet inzake niet-contentieuze procedures). Devolutie kan alleen plaatsvinden, wanneer de betrokken personen als bewijs voor hun erfrecht een verklaring van aanvaarding van de erfenis hebben ingediend en de gerechtelijke verificatieprocedure is afgerond. Zelfs in het geval van vastgoed wordt de eigendom op het moment van de devolutie overgedragen, d.w.z. onafhankelijk van de inschrijving van de nieuwe eigenaar in het kadaster. Als de erfgenamen echter verzuimen om binnen een redelijke termijn een verzoek om inschrijving in het kadaster in te dienen, moet de gerechtelijke executeur-testamentair dit in hun plaats doen.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

De erfgenamen zijn aansprakelijk voor de schulden van de overledene tot het totaal van hun vermogen. Als er echter een inventaris is opgesteld, zijn zij slechts aansprakelijk tot de waarde van de nalatenschap.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Het document waaruit de wettelijke titel van verwerving blijkt, moet worden overgelegd aan het gerecht dat de inschrijving in het kadaster moet goedkeuren (Grundbuchsgericht). Erfgenamen moeten de devolutiebeschikking presenteren en legatarissen moeten een officiële bevestiging laten zien. Daarnaast moet mogelijkerwijs een inkomstenbelastingverklaring worden overgelegd en, afhankelijk van de wet van de betrokken deelstaat, een speciale vergunning uit hoofde van de wetgeving inzake de overdracht van vastgoed, alsmede – indien van toepassing – bewijs van het staatsburgerschap van de begunstigde.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Het is niet nodig een beheerder aan te wijzen.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Een erfgenaam die bij aanvaarding van de erfenis zijn of haar recht om te erven voldoende kan aantonen, is gerechtigd om de geërfde goederen te gebruiken en te beheren en om de erfenis te vertegenwoordigen, tenzij anders wordt bepaald door de erfrechtbank (Verlassenschaftsgericht); wanneer dit van toepassing is op meer dan één partij, oefenen alle partijen dit recht gezamenlijk uit, tenzij zij anders overeenkomen (§ 810, lid 1, ABGB).

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

De executeur-testamentair speelt in de Oostenrijkse gerechtelijke verificatieprocedure slechts een secundaire rol. De reden hiervan is dat de gerechtelijke verificatieprocedure wordt afgehandeld door de rechtbank en dat het aan de gerechtelijke executeur-testamentair, als orgaan van de rechtbank, is om ervoor te zorgen dat de wensen van de overledene worden uitgevoerd. Volgens § 816 ABGB kan de overledene bij testamentaire beschikking iemand aanwijzen die belast wordt met de uitvoering van zijn of haar laatste wensen. De reikwijdte van de taken van deze persoon wordt bepaald door de testamentaire beschikking en kan uiteenlopen van het erop toezien dat de erfgenamen/legatarissen zich houden aan bepaalde voorwaarden of het correct verdelen van de nalatenschap tot het beheren van de nalatenschap.

Als in het kader van de dagvaarding van crediteuren van de nalatenschap (§§ 813 tot en met 815 ABGB) een mondelinge procedure wordt georganiseerd, moet de gerechtelijke executeur-testamentair de datum van deze procedure meedelen en ook de door de overledene aangewezen executeur-testamentair dagvaarden (§ 174 van de Wet inzake niet-contentieuze procedures).

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

De gerechtelijke executeur-testamentair moet de begunstigden op verzoek een officiële bevestiging verstrekken als bewijs van zijn of haar vertegenwoordigingsbevoegdheid (§ 172 van de Wet inzake niet-contentieuze procedures) (zie punt 9.2).

Wanneer de erfgenamen en hun erfdelen definitief zijn vastgesteld en bewijs is verstrekt inzake de inachtneming van de andere voorwaarden, moet het gerecht de erfenis overdragen aan de erfgenamen (§ 177 van de Wet inzake niet-contentieuze procedures: devolutiebeschikking). Een officieel afschrift van de devolutiebeschikking met een verklaring van onherroepelijkheid is voldoende om bij kredietinstellingen berustende geldmiddelen te deblokkeren (§ 179 van de Wet inzake niet-contentieuze procedures).

De Europese erfrechtverklaring overeenkomstig de artikelen 62 et seq. van de Europese erfrechtverordening nr. 650/2012 wordt afgegeven door de gerechtelijke executeur‑testamentair. Als de aanvrager het niet eens is met deze erfrechtverklaring, moet de rechtbank zich daarover buigen. Oordeelt de rechtbank anders, dan is de door de gerechtelijke executeur-testamentair afgegeven verklaring niet langer geldig en komt de door de rechtbank afgegeven verklaring hiervoor in de plaats.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 15/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Polen

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Volgens Pools recht kan een uiterste wilsbeschikking alleen in de vorm van een testament worden opgemaakt. Gemeenschappelijke testamenten zijn echter verboden. De volgende vormen van testament worden erkend:

  • een holografisch testament, dat door de erflater geheel met de hand is geschreven, gedateerd en ondertekend;
  • een notarieel testament, dat door een notaris is opgemaakt in de vorm van een notariële akte;
  • een testament dat mondeling wordt voorgedragen in aanwezigheid van twee getuigen en ten overstaan van een burgemeester (die in landelijke gemeenten, stedelijk-landelijke gemeenten en grotere steden wordt aangeduid als respectievelijk wójt, burmistrz en prezydent miasta);
  • een testament dat mondeling wordt voorgedragen in aanwezigheid van drie getuigen (alleen mogelijk voor personen die op zeer korte termijn dreigen te overlijden en voor wie het onmogelijk of erg moeilijk is om een testament in de bovenbeschreven vormen te maken).

Wat erfovereenkomsten betreft, worden alleen overeenkomsten inzake verwerping van een nalatenschap erkend. Een dergelijke overeenkomst kan worden afgesloten door de toekomstige erflater en de wettelijke erfgenaam, maar is alleen rechtsgeldig als ze in een notariële akte is vastgelegd.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Een testament hoeft niet te worden geregistreerd om rechtsgeldig te zijn. Testamenten die zijn opgemaakt in de vorm van een notariële akte of in bewaring zijn gegeven bij een notaris, kunnen worden geregistreerd bij de nationale raad voor notarissen (Krajowa Rada Notarialna).

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

De vrijheid om een erfgenaam of erfgenamen aan te wijzen, wordt door de wet op geen enkele wijze beperkt. Ook het recht van de nauwste verwanten en de echtgenoot op een legitieme portie stelt in beginsel geen beperking aan de vrijheid van de erflater om over zijn vermogen te beschikken, maar beschermt de belangen van die erfgenamen, die recht hebben op een bepaalde som geld.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Wanneer er geen testament is, geldt het onderstaande.

Als de overledene ongehuwd en kinderloos was, erven zijn ouders. Als een van de ouders op het tijdstip van het openvallen van de nalatenschap is overleden, wordt het deel van die ouder gelijkelijk verdeeld tussen de broers en zussen van de erflater. Als een van de broers of zussen van de erflater vóór het openvallen van de nalatenschap is overleden en nakomelingen nalaat, wordt zijn/haar deel gelijkelijk verdeeld tussen zijn/haar nakomelingen. Als de erflater geen broers en zussen of nakomelingen van broers en zussen nalaat, erven de grootouders van de erflater voor gelijke delen. Als een van de grootouders op het tijdstip van het openvallen van de nalatenschap is overleden, wordt het deel van die grootouder verdeeld tussen zijn nakomelingen. Als een vooroverleden grootouder geen nakomelingen nalaat, wordt zijn deel in gelijke delen verdeeld tussen de andere grootouders. Als er geen verwanten zijn die een wettelijk erfrecht hebben, vervalt de nalatenschap aan de gemeente waar de erflater zijn laatste woonplaats had. Als niet kan worden vastgesteld waar de erflater zijn laatste woonplaats in Polen had of wanneer de erflater in het buitenland woonde, vervalt de nalatenschap aan de staat.

Als de overledene ongehuwd was maar wel kinderen nalaat, erven alleen de kinderen.

Als de overledene een echtgenoot nalaat en geen kinderen, ouders, broers en zussen of nakomelingen van broers en zussen, dan is de echtgenoot de enige erfgenaam.

Als de overledene een echtgenoot en kinderen nalaat, wordt de nalatenschap gelijkelijk tussen hen verdeeld. Het deel van de echtgenoot kan echter niet minder zijn dan een kwart van de nalatenschap. Als de echtgenoten in gemeenschap van goederen waren getrouwd, komt de helft van het gemeenschappelijke vermogen dat op het tijdstip van de ontbinding tot de huwelijksgemeenschap behoorde, aan de langstlevende echtgenoot toe, terwijl de andere helft in de nalatenschap valt.

Als er geen langstlevende echtgenoot is en evenmin verwanten die een wettelijk erfrecht hebben, wordt de nalatenschap gelijkelijk verdeeld tussen de kinderen van de echtgenoot van de overledene, mits geen van hun ouders nog in leven was op het tijdstip van het openvallen van de nalatenschap (erfopvolging stiefkinderen).

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

De aanvrager dient zich te wenden tot een notaris of de rechter van de laatste woonplaats van de erflater.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

Verklaringen houdende verwerping of aanvaarding van een nalatenschap moeten worden gedaan ten overstaan van de rechter van de woon- of verblijfplaats van de persoon die de verklaring doet of ten overstaan van een notaris. Personen die in het buitenland wonen, kunnen een verklaring houdende verwerping van een nalatenschap indienen in de vorm die is vastgesteld in het recht van de plaats waar deze handeling wordt verricht.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Het Poolse recht voorziet in twee soorten legaten: eenvoudige legaten en uitvoerbare legaten. De verwerping of aanvaarding heeft alleen betrekking op uitvoerbare legaten; deze keuze bestaat niet in het geval van eenvoudige legaten.

De in het antwoord op de vorige vraag genoemde autoriteiten zijn bevoegd om een verklaring betreffende een uitvoerbaar legaat in ontvangst te nemen.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

De Poolse wet bevat geen voorbehouden. Wel is het zo dat uitkering van de legitieme portie (d.w.z. een passende som geld) kan worden gevorderd. Er kunnen geen verklaringen van verwerping of aanvaarding van een legitieme portie worden ingediend.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Een persoon die bewijs wil hebben van zijn hoedanigheid van erfgenaam moet ofwel bij de rechter om een verklaring van erfrecht verzoeken of bij een notaris een akte van erfrecht doen opmaken. Als er meerdere erfgenamen zijn, kan de nalatenschap worden verdeeld via een gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling van de nalatenschap, op basis van een daartoe strekkend verzoek van de erfgenamen, of bij notariële akte.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Een persoon wordt erfgenaam of legataris bij het openvallen van de nalatenschap (de nalatenschap/het legaat kan echter worden verworpen).

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

De erfgenaam is in beginsel onbeperkt aansprakelijk voor de schulden van de overledene. Die aansprakelijkheid kan echter worden beperkt door de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving te aanvaarden. De erfgenaam moet dan binnen zes maanden nadat hij kennis heeft genomen van het feit dat hij erfgenaam is, ten overstaan van een notaris of de bevoegde rechter een daartoe strekkende verklaring afleggen. Wanneer er meerdere erfgenamen zijn, zijn deze gezamenlijk aansprakelijk voor de schulden van de overledene.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Voor de kadastrale registratie van onroerende zaken die deel uitmaken van de nalatenschap moet de erfgenaam in de regel schriftelijk bewijs van zijn hoedanigheid van erfgenaam overleggen, d.w.z. een gerechtelijke verklaring of notariële akte van erfrecht.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Een beheerder kan ambtshalve of op verzoek worden aangesteld wanneer, om wat voor reden dan ook, het risico bestaat dat de nalatenschap niet volgens de wensen van de overledene wordt verdeeld. Belanghebbenden kunnen daartoe een verzoekschrift indienen bij de bevoegde rechter, dat vergezeld moet gaan van bewijs van hun hoedanigheid van erfgenaam, legataris of legitimaris. Andere personen die om aanstelling van een beheerder kunnen verzoeken, zijn de executeur van het testament, mede-eigenaren van onroerende zaken van de nalatenschap, personen die gezamenlijk aanspraak maken op bepaalde rechten die tot de nalatenschap behoren, personen die een schriftelijk bewijs van hun vordering op de erflater hebben en de belastingdienst.

Ook in het geval van een onbeheerde nalatenschap stelt de rechter ambtshalve of op verzoek een beheerder aan.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

De erflater kan in zijn testament een executeur aanwijzen, die de nalatenschap beheert na het overlijden.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

De executeur beheert de nalatenschap, betaalt de schulden die tot de nalatenschap behoren en voert de instructies van de erflater uit, zoals het uitkeren en afgeven van eenvoudige legaten. Vervolgens, maar in ieder geval onmiddellijk nadat de nalatenschap is vereffend, wordt de nalatenschap overeenkomstig de testamentaire beschikkingen en de wet onder de erfgenamen verdeeld.

De executeur kan in rechte optreden en aangesproken worden in verband met zaken die voortvloeien uit het beheer van de nalatenschap, een georganiseerd deel daarvan of een duidelijk omschreven goed. Hij kan ook rechtsvorderingen instellen in verband met rechten die tot de nalatenschap behoren en worden aangesproken voor tot de nalatenschap behorende schulden.

De executeur geeft ook de legaten af aan de personen waaraan een legaat is vermaakt.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

De wettelijke erfgenaam moet afschriften van documenten van de burgerlijke stand overleggen waaruit zijn verwantschap met de overledene blijkt (bijv. geboorte- of huwelijksakte). Een erfgenaam of legataris moet als bewijs van zijn hoedanigheid van erfgenaam/legataris een testament overleggen.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 23/10/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Portugees) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
De volgende vertalingen zijn al beschikbaar: Engels

Erfenissen - Portugal

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Een wilsbeschikking kan in twee vormen worden opgemaakt: i) als testament, en ii) als erfovereenkomst.

i) Testament

Een testament is persoonlijk en kan niet worden opgemaakt door een vertegenwoordiger of gevolmachtigde.

Gemeenschappelijke testamenten (d.w.z. uiterste wilsbeschikkingen die door twee of meer personen in hetzelfde document zijn neergelegd, ten behoeve van een derde of ten behoeve van elkaar) zijn niet toegestaan.

Een testament is een wilsverklaring van één enkele persoon, die niet aan een bepaalde persoon hoeft te zijn gericht en ook niet ter kennis van een bepaalde persoon hoeft te worden gebracht. Een testament kan altijd worden herroepen en het desbetreffende vermogen gaat pas na het overlijden van de erflater over op de erfgenamen en eventuele legatarissen.

Er bestaan gewone en bijzondere testamenten.

Gewone testamenten zijn: bij notariële akte opgemaakte (authentieke) testamenten en besloten testamenten.

Een authentiek testament wordt opgemaakt door een notaris en wordt door de notaris geregistreerd.

Een besloten testament wordt opgemaakt en ondertekend door de erflater of op verzoek van de erflater door een andere persoon, maar moet door een notaris worden goedgekeurd. Een besloten testament kan door de erflater zelf of een derde persoon worden bewaard of bij een notaris in bewaring worden gegeven. Iemand die een besloten testament onder zich heeft, moet dat overleggen binnen drie dagen nadat hij kennis heeft gekregen van het overlijden van de erflater. Doet die persoon dat niet, dan is hij of zij aansprakelijk voor eventuele schade die daardoor ontstaat en kan hij of zij, als hij of zij erfopvolger is, wegens onwaardigheid worden uitgesloten van erfopvolging.

De wet voorziet in de volgende bijzondere testamenten: militaire testamenten, testamenten die op een schip of in een vliegtuig zijn opgemaakt, en testamenten die bij een ramp zijn opgemaakt. Deze testamenten zijn alleen rechtsgeldig wanneer ze in uitzonderlijke, in de wet omschreven omstandigheden zijn opgemaakt. Twee maanden nadat de omstandigheid die de erflater heeft belet om het testament in de gebruikelijke vorm op te maken heeft opgehouden te bestaan, wordt het testament van rechtswege nietig.

De wet voorziet ook in een bijzondere vorm van testament voor in het buitenland verblijvende Portugese onderdanen die hun uiterste wilsbeschikking onder vreemd recht opmaken. Een dergelijk testament heeft rechtsgevolgen in Portugal als het formeel is opgemaakt of bekrachtigd.

ii) Erfovereenkomst

Het Portugese recht erkent in bijzondere gevallen erfovereenkomsten. Dit zijn erf- of schenkingsovereenkomsten die worden gesloten met het oog op een aanstaand huwelijk en die in werking treden bij het overlijden van de schenker. Dergelijke overeenkomsten zijn alleen geldig wanneer ze in een huwelijkscontract zijn neergelegd.

De algemene regel is echter dat erfovereenkomsten verboden zijn. Erfovereenkomsten zijn bijgevolg in beginsel niet rechtsgeldig. Schenkingsovereenkomsten die pas na het overlijden van de schenker worden uitgevoerd zijn eveneens verboden. In tegenstelling tot erfovereenkomsten zijn schenkingsovereenkomsten echter niet ongeldig, maar worden ze van rechtswege omgezet in testamentaire beschikkingen en zijn ze vrijelijk herroepbaar.

Er zijn twee typen erfovereenkomst die bij wijze van uitzondering rechtsgeldig zijn: a) aanwijzing van een echtgenoot als erfgenaam of legataris door de andere echtgenoot of een derde, en b) aanwijzing van een derde als erfgenaam of legataris door een van de echtgenoten. Het onderscheid tussen erfgenaam en legataris wordt hieronder uiteengezet in het antwoord op de vraag “Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?”

Geldige erfovereenkomsten treden pas in werking na het overlijden van de erflater. De onder a) bedoelde overeenkomst kan echter niet eenzijdig worden herroepen na de aanvaarding ervan, en de erflater kan tijdens zijn leven de begunstigde niet benadelen door goederen weg te schenken. De onder b) bedoelde overeenkomst is vrijelijk herroepbaar wanneer de derde geen aanvaardende partij is bij het huwelijkscontract.

Naast deze twee typen van erfovereenkomst erkent de wet in het kader van een aanstaand huwelijk ook schenkingen bij overlijden. Het betreft schenkingen tussen aanstaande echtgenoten of schenkingen van een derde aan een van de aanstaande echtgenoten. Op schenkingen bij overlijden in het kader van een aanstaand huwelijk zijn de regels voor erfovereenkomsten van toepassing. Dergelijke schenkingen moeten in het huwelijkscontract worden neergelegd.

NB:

De Portugese wet voorziet in twee vormen van erfopvolging. De eerste is testamentaire of contractuele erfopvolging. Dat is de vorm die in dit antwoord wordt behandeld. De tweede is wettelijke (rechtmatige of legitieme) erfopvolging. Deze vorm van erfopvolging komt aan de orde in de antwoorden op de volgende vragen:“Gelden er beperkingen voor de vrijheid om bij uiterste wil te beschikken (bijv. een legitieme portie)?” en “Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?”.

De testamentaire of contractuele erfopvolging is het resultaat van een bewuste handeling van de erflater.

Wettelijke erfopvolging vindt plaats conform de wet. Deze vorm van erfopvolging wordt “legitieme erfopvolging” (sucessão legitimária) genoemd wanneer de erfopvolging van rechtswege plaatsvindt en de erflater niet anders kan beschikken. Wettelijke erfopvolging wordt “rechtmatige erfopvolging” (sucessão legítima) genoemd wanneer de erfopvolging weliswaar voortvloeit uit de wet, maar de erflater wel anders kan beschikken.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Uiterste wilsbeschikkingen hoeven in beginsel niet te worden geregistreerd.

Er zijn echter uitzonderingen, die in verschillende bepalingen zijn geregeld. In de volgende gevallen moeten uiterste wilsbeschikkingen bijvoorbeeld wel worden geregistreerd: i) preferentiële testamentaire beschikkingen waaraan daadwerkelijke rechtsgevolgen zijn verleend, ii) vestiging van een voorrecht en wijzigingen daarvan, iii) verplichting tot het inkorten van schenkingen die aan inbreng zijn onderworpen, iv) huwelijkscontracten.

In de onder i), ii) en iii) genoemde gevallen moet het document worden geregistreerd bij het kadaster (Conservatórias do Registo Predial) door de schuldeisers of schuldenaren waartussen de rechtsbetrekking bestaat, door personen die belang hebben bij registratie of door personen of instanties die daar in bepaalde gevallen wettelijk toe verplicht zijn (de rechtbank, het openbaar ministerie of het kadaster zelf). Registratie vindt plaats middels een beschrijving van het goed, het vermelden van de feiten en bijbehorende opmerkingen en het maken van een aantekening van bepaalde omstandigheden.

In het onder iv) genoemde geval vindt de registratie plaats bij de burgerlijke stand (Conservatórias do Registo Civil) op basis van een verklaring van de partijen. In dat geval kan iedere persoon op wie het feit rechtstreeks betrekking heeft of van wie de toestemming is vereist om het rechtsgevolgen te verlenen als partij bij de registratie aanwezig zijn.

NB:

Het voorrecht behelst het recht van de langstlevende echtgenoot op levensonderhoud uit de nalatenschap.

Bij inbreng geven nakomelingen die hopen te erven, activa en goederen die ze tijdens het leven van de overledene hebben ontvangen terug aan de nalatenschap.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Ja, in het Portugese recht vormt de legitieme portie een beperking op de vrijheid om bij uiterste wil te beschikken. De legitieme portie is het deel van het vermogen waarover de erflater niet vrij kan beschikken omdat het volgens de wet aan de legitimaris toekomt. Dit is een vorm van wettelijke erfopvolging waarvan de erflater niet kan afwijken.

Legitimarissen zijn de echtgenoot, nakomelingen en ascendenten. De echtgenoot en nakomelingen vormen de eerste groep die voor erfopvolging in aanmerking komt. Als er geen nakomelingen zijn, zijn de echtgenoot en ascendenten de erfopvolgers.

De regels betreffende het vermogen waarover de erflater niet vrij kan beschikken (legitieme portie) zijn als volgt:

  • de legitieme portie van de echtgenoot en kinderen is twee derde van de nalatenschap;
  • wanneer de erflater geen nakomelingen of ascendenten nalaat, is de legitieme portie van de echtgenoot de helft van de nalatenschap;
  • wanneer de erflater geen echtgenoot, maar wel kinderen nalaat, is de legitieme portie van de kinderen de helft van de nalatenschap als er één kind is en twee derde als er twee of meer kinderen zijn;
  • de legitieme portie van nakomelingen in de tweede en hogere graden is het deel dat zou toekomen aan hun ascendent;
  • als er geen nakomelingen zijn, is de legitieme portie van de echtgenoot en ascendenten twee derde van de nalatenschap;
  • als er geen nakomelingen zijn en ook geen langstlevende echtgenoot, is de legitieme portie van de ouders de helft van de nalatenschap; als ascendenten in de tweede en hogere graden erfgenaam zijn, is hun legitieme portie een derde van de nalatenschap.

NB:

Een langstlevende (ex-)echtgenoot is geen erfgenaam wanneer de (ex-)echtgenoten op het tijdstip van overlijden van de erflater waren gescheiden (van tafel en bed) krachtens een uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan of die op een later tijdstip in kracht van gewijsde gaat. Wanneer op het tijdstip van overlijden van de erflater een procedure voor echtscheiding of scheiding van tafel en bed hangende is, kunnen de begunstigden die procedure voortzetten met het oog op de gevolgen voor de nalatenschap. Wanneer het verzoek om echtscheiding of scheiding van tafel en bed vervolgens wordt toegewezen, is de echtgenoot automatisch geen erfgenaam meer.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Wanneer de overledene geen uiterste wilsbeschikking heeft opgesteld die geheel of gedeeltelijk geldig is en rechtsgevolgen heeft, worden de legitimarissen aangewezen als erfopvolgers. Dit staat bekend als “rechtmatige erfopvolging”, een vorm van wettelijke erfopvolging waarvan de erflater kan afwijken.

Gedwongen erfgenamen zijn de echtgenoot, bloedverwanten en de staat, in de volgende volgorde: a) echtgenoot en nakomelingen, b) echtgenoot en bloedverwanten in opgaande lijn, c) broers en zussen en hun nakomelingen, d) andere bloedverwanten in de zijlijn tot en met de vierde graad, e) de staat.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

Dat is afhankelijk van de vraag of de nalatenschap wordt betwist (aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving) of niet (zuivere aanvaarding).

In zaken waarin de nalatenschap wordt betwist, zijn notarissen en rechtbanken bevoegd. In de gevallen waarin wordt voorzien in artikel 1083, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (bv. wanneer de verblijfplaats van een erfgenaam onbekend is, een erfgenaam niet rechtsbekwaam is of het openbaar ministerie om een boedelbeschrijving vraagt), moet de boedelbeschrijving worden verricht ten overstaan van een rechtbank. In andere gevallen kan de betrokken persoon ervoor kiezen om de boedelbeschrijving te verrichten ten overstaan van een notaris (Cartório Notarial) of een rechtbank.

In zaken waarin de nalatenschap niet wordt betwist, zijn behalve notarissen ook ambtenaren van de burgerlijke stand (Conservatórias dos Registos) bevoegd. In dat geval zijn zij bevoegd om iemands hoedanigheid van erfgenaam vast te stellen en de nalatenschap te verdelen.

Door het authentiseren van een onderhandse akte kunnen ook advocaten een onbetwiste nalatenschap verdelen, maar zij zijn niet bevoegd om vast te stellen dat iemand de hoedanigheid van erfgenaam heeft.

5.1 op het gebied van erfopvolging?

Wanneer de nalatenschap wordt betwist, kan de rechtbank of de notaris de boedelbeschrijving verrichten, in overeenstemming met artikel 1083 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Bij zuivere aanvaarding van de nalatenschap is geen procedure tot boedelbeschrijving en verdeling nodig. De erfgenamen en legatarissen vereffenen en verdelen de nalatenschap dan in onderlinge overeenstemming, zonder dat een notariële of gerechtelijke procedure hoeft te worden ingeleid.

Wanneer de nalatenschap aan de staat vervalt, wordt voor de rechter een bijzondere procedure voor het vereffenen van de nalatenschap ten behoeve van de staat gevoerd (artikelen 2152-2155 van het burgerlijk wetboek).

Wanneer de nalatenschap niet wordt betwist, zijn behalve notarissen ook ambtenaren van de burgerlijke stand en het kadaster bevoegd, zonder beperking wat de territoriale bevoegdheid betreft. Belanghebbenden kunnen de vereiste handelingen in dat geval dus overal in het land via de instantie van hun keuze verrichten.

Niet-betwiste nalatenschappen kunnen ten overstaan van iedere advocaat in het land worden verdeeld, mits dit gebeurt overeenkomstig de genoemde voorwaarden (door de burgerlijke stand of een notaris).

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Voor de vraag welke autoriteit bevoegd is om een verklaring van aanvaarding of verwerping van een nalatenschap of legaat in ontvangst te nemen, zijn er geen wezenlijke verschillen tussen een nalatenschap en een legaat, en ook niet tussen wettelijke erfopvolging en erfopvolging bij testament of erfovereenkomst. Op bovenstaande drie vragen kan daarom hetzelfde antwoord worden gegeven.

Bij aanvaarding van een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving wordt de daartoe strekkende verklaring gedaan in de procedure tot boedelbeschrijving en verdeling. In dat geval zijn de rechtbank of de notaris de bevoegde autoriteiten die de verklaring van aanvaarding in ontvangst nemen.

Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving vindt plaats door een verzoek daartoe in te dienen of door te interveniëren in de procedure.

Een nalatenschap kan ook zuiver worden aanvaard, d.w.z. dat de nalatenschap zonder boedelbeschrijvingsprocedure wordt aanvaard en verdeeld.

De regels voor de aanvaarding van een nalatenschap gelden ook voor de aanvaarding van een legaat. Het verschil tussen een nalatenschap en een legaat wordt uiteengezet in het antwoord op de volgende vraag.

Indien een procedure tot boedelbeschrijving en verdeling wordt ingeleid, moet een verwerping van de nalatenschap in die procedure plaatsvinden. In dat geval is de rechtbank of de notaris de bevoegde autoriteit die de verklaring van verwerping in ontvangst neemt.

De betrokkene moet een van de volgende documenten indienen: een authentieke akte of een gelegaliseerde onderhandse akte waarvoor geldt dat de wet deze vormen voorschrijft voor de overdracht van goederen, en een onderhandse akte in alle andere gevallen.

De aanvaarding of verwerping van een nalatenschap of legaat is een eenzijdige wettelijke transactie die niet kan worden afgewezen, d.w.z. dat zowel in het geval van een nalatenschap als in het geval van een legaat de aanvaarding/verwerping geschiedt door middel van een verklaring van de erfgenaam/legataris die niet ter kennis van bepaalde persoon hoeft te worden gebracht.

In het geval van een onbeheerde nalatenschap kunnen belanghebbenden of het openbaar ministerie de rechtbank verzoeken de erfgenaam te vragen of hij of zij de nalatenschap aanvaardt of verwerpt (artikelen 1039-1041 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). In dat geval is de rechter de bevoegde autoriteit die de verklaring van aanvaarding of verwerping in ontvangst neemt. Een nalatenschap wordt geacht onbeheerd te zijn wanneer deze niet is aanvaard en evenmin aan de staat vervallen is verklaard.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

De te volgen procedure hangt af van de vraag of de nalatenschap wel of niet wordt betwist.

BETWISTE NALATENSCHAP

De procedure tot boedelbeschrijving en verdeling heeft de volgende doeleinden: het verdelen van de nalatenschap teneinde de onverdeeldheid op te heffen, het inventariseren van de boedel van de nalatenschap indien dat nodig is voor de verdeling, en het vereffenen van de nalatenschap (artikel 1082 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Wanneer de boedelbeschrijving wordt verricht ten overstaan van een rechtbank, gebeurt dat in de vorm van een gerechtelijke boedelbeschrijving als bedoeld in titel XVI van boek V van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (artikelen 1082-1129). De interne lokale bevoegdheid van de nationale rechtbanken wordt bepaald aan de hand van de in artikel 72A van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering beschreven factoren.

Een procedure tot boedelbeschrijving en verdeling bestaat uit de volgende fasen: i) inleidend verzoek, ii) oppositie en verificatie van verplichtingen, iii) voorafgaande hoorzitting(en) met de belanghebbende partijen, iv) identificatie en oproeping van belanghebbende partijen, v) in mindering brengen van schenkingen of legaten die de beschikbare portie overstijgen, vi) verklaring inzake de verdeling en rechterlijke beschikking tot bekrachtiging daarvan. De beschikking kan worden gevolgd door vernietiging of wijziging van de verdeling, een aanvullende verdeling of de toewijzing van een deel aan een over het hoofd geziene erfgenaam.

Wanneer de boedelbeschrijving wordt verricht ten overstaan van een notaris, gebeurt dat in de vorm van een notariële boedelbeschrijving als bedoeld in de bijlage bij wet 117/2019 van 13 september 2019, waarin wordt verwezen naar de benodigde wijzigingen in titel XVI van boek V van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Volgens de artikelen 1-5 van de bijlage bij wet 117/2019: publiceert de Portugese orde van advocaten een lijst van notarissen die boedelbeschrijvingen kunnen verwerken (www.notarios.pt), heeft bij notariële boedelbeschrijvingen de notaris tot taak om de nodige stappen te zetten, maar wordt de gerechtelijke beschikking altijd gegeven door de rechtbank waaraan de zaak voor dat doel is verwezen, onverminderd andere kwesties die de notaris aan de rechter kan voorleggen voor een uitspraak, is het de taak van de rechtbank om uitspraak te doen over beroepen die zijn ingesteld tijdens notariële boedelbeschrijvingsprocedures, en staat het de partijen vrij om de notaris te kiezen, mits er een relevant verband met de erfopvolging bestaat (bv.: de notaris heeft zijn of haar standplaats in de gemeente waar de erfopvolging is opengevallen of waar de eigendommen zich bevinden of waar de meeste belanghebbenden wonen).

NIET-BETWISTE NALATENSCHAP

De belanghebbende partij kan zich wenden tot een notaris of tot de burgerlijke stand. Via het “onestopshop” van de burgerlijke stand kunnen belanghebbenden alle kwesties in verband met een nalatenschap afhandelen, van het vaststellen van de hoedanigheid van erfgenaam tot het definitief registreren van de toebedeelde goederen.

Nadat belanghebbenden op een notariskantoor of bij de burgerlijke stand formeel hebben laten vaststellen dat ze erfgenaam zijn, kunnen zij de nalatenschap ook bij onderhandse akte verdelen. De akte moet dan wel worden gelegaliseerd door een advocaat.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

De erfgenamen erven de nalatenschap in haar geheel of voor een deel, d.w.z. zonder dat vooraf is bepaald welke goederen aan welke erfgenaam toevallen.

Legatarissen verkrijgen specifieke goederen van de nalatenschap.

Bij wettelijke erfopvolging bepaalt de wet de erfopvolging. Bij testamentaire of contractuele erfopvolging bepaalt de erflater dit. Bij beide vormen van erfopvolging kunnen erfopvolgers de hoedanigheid van erfgenaam of legataris hebben.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Wanneer de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving wordt aanvaard, kunnen de schulden van de nalatenschap en de andere lasten waarmee de nalatenschap is bezwaard alleen worden verhaald op de in de boedelbeschrijving opgenomen goederen, tenzij de schuldeisers of legatarissen bewijzen dat er nog andere goederen zijn. Wanneer er een boedelbeschrijving is, rust de bewijslast van het bestaan van die goederen op laatstgenoemden.

Ook bij zuivere aanvaarding zijn de erfgenamen slechts aansprakelijk voor schulden en andere lasten waarmee de nalatenschap is bezwaard voor zover die schulden en lasten niet hoger zijn dan de waarde van de geërfde goederen. In het geval van zuivere aanvaarding is het echter aan de erfgenamen om te bewijzen dat het saldo van de nalatenschap onvoldoende is om daaruit alle schulden te voldoen of legaten uit te keren. De bewijslast voor het niet-bestaan van bedoelde andere goederen rust dan op de erfgenamen of de legatarissen.

Uit de nalatenschap moeten de volgende kosten en lasten worden voldaan: begrafeniskosten en daarmee verband houdende lasten, kosten van executie, beheer en vereffening, schulden van de overledene, en uit te keren legaten.

Zolang de nalatenschap onverdeeld is, zijn de erfgenamen gezamenlijk aansprakelijk voor bovengenoemde kosten en lasten. Zodra de onverdeeldheid is beëindigd, zijn zij nog slechts aansprakelijk in verhouding tot hun aandeel in de nalatenschap.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Hieronder wordt achtereenvolgens en afzonderlijk aangegeven welke documenten en informatie voor de registratie van onroerende zaken zijn vereist, wat de verschuldigde rechten zijn en hoe het registratieverzoek kan worden ingediend (in persoon, per post of via internet).

Vereiste documenten en informatie

In een verzoek om registratie van onroerende zaken moeten de gegevens van de verzoeker, de feiten en zaken die moeten worden geregistreerd en de lijst van ondersteunende documenten worden vermeld.

Alleen feiten die worden vermeld in documenten die daarvan het wettelijke bewijs zijn, kunnen worden geregistreerd.

In een vreemde taal gestelde documenten worden alleen aanvaard als ze overeenkomstig de wet zijn vertaald, behalve als ze in het Engels, Frans of Spaans zijn gesteld en de bevoegde ambtenaar die taal beheerst.

Wanneer de geldigheid van een registratieverzoek moet worden beoordeeld op basis van vreemd recht, moet de belanghebbende de inhoud ervan bewijzen met een daarvoor geschikt document.

Wanneer een registratieverzoek betrekking heeft op een gebouw dat niet is beschreven, moet een aanvullende verklaring worden bijgevoegd waarin de naam, de rechtspositie en het adres van de onmiddellijk aan de overdrager voorafgaande eigenaren staan vermeld, alsook het voorafgaande kadastraal artikel, tenzij de verzoeker in zijn verklaring aangeeft waarom hij of zij niet over deze gegevens beschikt.

Wanneer de registratie betrekking heeft op een aandeel in een onverdeeld gebouw dat niet is beschreven, moeten de naam, de rechtspositie en het adres van alle mede-eigenaren worden vermeld.

Verschuldigde rechten

Het verschuldigde bedrag aan rechten moet worden voldaan bij de indiening van het verzoek of moet met het verzoek worden meegezonden. Het bedrag komt overeen met het geraamde verschuldigde totaalbedrag. Wanneer dit bedrag niet bij de indiening van het registratieverzoek wordt betaald, kan het verzoek onmiddellijk worden afgewezen.

Wanneer de verschuldigde rechten niet zijn voldaan, maar het verzoek vooralsnog niet is afgewezen, stelt het kadaster de verzoeker in kennis van de uiterste datum waarop de rechten moeten zijn voldaan om afwijzing te voorkomen.

Dezelfde procedure wordt gevolgd wanneer de rechten niet in hun geheel zijn voldaan.

Verzoek om registratie in persoon, per post of via internet

Verzoeken om registratie van onroerende zaken kunnen in persoon, per post of via internet worden ingediend.

Verzoeken om registratie in persoon of per post moeten op schrift zijn gesteld, overeenkomstig de bij besluit van de raad van bestuur van het Instituut voor registerambtenaren en notarissen (Instituto dos Registos e do Notariado, I.P.) goedgekeurde formulieren. De formulieren moeten vergezeld gaan van documenten ter staving van de feiten om de registratie waarvan wordt verzocht en, voor zover van toepassing, van bovengenoemde aanvullende verklaringen.

De in de vorige alinea bedoelde formulieren hoeven niet te worden gebruikt voor schriftelijke registratieverzoeken van overheden die in een gerechtelijke procedure als eiser of verweerder optreden, het openbaar ministerie, curatoren en deurwaarders, ongeacht of het verzoek in persoon of per post wordt ingediend.

Registratieverzoeken die worden ingediend door rechtbanken en het openbaar ministerie en door deurwaarders en gerechtsambtenaren in de uitoefening van hun functie, dienen bij voorkeur elektronisch te worden ingediend, samen met de vereiste documenten en het verschuldigde bedrag.

Registratieverzoeken kunnen via internet worden ingediend op het volgende adres: http://www.predialonline.mj.pt. Via internet kan geen rectificatie- of bezwaarprocedure worden ingeleid tegen de beslissing van een kadasterambtenaar en kan evenmin om motivering van een dergelijke beslissing worden verzocht.

Voor het online aanvragen van een kadastrale akte is een digitaal certificaat vereist. Portugese onderdanen die in het bezit zijn van een identiteitskaart en die hun digitaal certificaat hebben geactiveerd, alsook advocaten en notarissen, beschikken al over een dergelijk certificaat.

Managers en directeuren van handelsondernemingen of van burgerlijke vennootschappen met handelsvorm kunnen bij het online indienen van registratieverzoeken waarbij de betreffende onderneming belanghebbende is, verklaren dat de elektronische documenten die ze hebben ingediend conform de originele stukken zijn.

NB:

Alleen personen en/of entiteiten die wettelijk bevoegd zijn, kunnen een verzoek om registratie van onroerende zaken indienen. Deze personen of entiteiten zijn hierboven omschreven in het antwoord op de vraag “Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?” in het onderdeel over de bij het kadaster in te dienen gegevens.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

De aanstelling van een beheerder is verplicht als er om een procedure tot boedelbeschrijving en verdeling wordt verzocht. In dat geval moet er iemand worden aangesteld die verantwoordelijk is voor het beheer van de nalatenschap. De persoon die om de procedure verzoekt, moet aangeven wie volgens de wet als beheerder moet optreden. Dat doet hij of zij in het inleidende verzoekschrift.

Bij een onbeheerde nalatenschap kan zich de omstandigheid voordoen dat niemand volgens de wet bevoegd is om het beheer over die nalatenschap te voeren. In dat geval kan ieder van de erfgenamen de nalatenschap beheren, ook als de nalatenschap nog niet is aanvaard. Wanneer het risico bestaat dat goederen van een onbeheerde nalatenschap verloren gaan of beschadigd raken, stelt de rechter een curator aan. Dat gebeurt op verzoek van het openbaar ministerie of andere belanghebbenden. De definitie van “onbeheerde nalatenschap” is al gegeven in het antwoord op de vraag “Welke autoriteiten zijn bevoegd: (…) om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een nalatenschap in ontvangst te nemen?”

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Beheerder

De beheerder is in beginsel verantwoordelijk voor het beheer van de nalatenschap totdat deze is vereffend en verdeeld.

De wet bepaalt wie tot het beheer van de nalatenschap worden opgeroepen en in welke volgorde:

a) de langstlevende echtgenoot, niet gescheiden van tafel en bed, wanneer hij of zij erfgenaam is of recht heeft op een deel van het huwelijksvermogen;

b) de executeur-testamentair, tenzij de erflater anders heeft beschikt;

c) de verwanten die wettelijke erfgenaam zijn;

d) de erfgenamen krachtens testament.

Wanneer de hele nalatenschap bij legaat is vermaakt en er meerdere legatarissen zijn, wordt de meest begunstigde de beheerder, ter vervanging van de erfgenamen. Als er geen meest begunstigde is, heeft de oudste voorrang.

Er zijn specifieke gevallen waarin het beheer van de gehele of een deel van de nalatenschap aan de executeur-testamentair of een bezwaarde erfgenaam kan worden toevertrouwd (zie hieronder).

Executeur-testamentair

In het geval van erfopvolging bij testament kan de erflater een of meer personen aanstellen die erop moeten toezien dat het testament wordt uitgevoerd of die zorg dragen voor de executie van het volledige of een deel van het testament. Dit wordt ‘executeurschap’ genoemd. De aangestelde persoon wordt aangeduid met het woord ‘executeur’.

Bezwaarde erfgenaam

Een erfstelling over de hand, of fideï-commis, is een beschikking waarbij de erflater de aangestelde erfgenaam opdraagt om de nalatenschap tot aan zijn dood te bewaren en in stand te houden, waarna ze wordt overgedragen aan een bepaalde derde. De erfgenaam die deze opdracht krijgt, wordt ‘bezwaarde erfgenaam’ genoemd. De begunstigde van een fideï-commis wordt de ‘verwachter’ genoemd. De bezwaarde erfgenaam heeft het genotsrecht op de onder fideï-commis nagelaten goederen en beheert ze.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Bevoegdheden van de beheerder

De beheerder beheert de goederen van de overledene en, indien laatstbedoelde in gemeenschap van goederen was getrouwd, het gemeenschappelijk vermogen van de echtgenoten.

De beheerder kan erfgenamen of derden die goederen die hij moet beheren onder zich houden, verzoeken om die goederen aan hem over te dragen. Hij kan tegen erfgenamen en derden bezitsvorderingen instellen en vorderingen van de nalatenschap innen wanneer het risico bestaat dat ze later niet meer invorderbaar zijn of wanneer een vordering spontaan wordt voldaan.

De beheerder moet fruit en andere bederfelijke waren verkopen en kan met de opbrengst daarvan de begrafeniskosten en aanverwante kosten alsook de administratiekosten voldoen.

De beheerder kan ook niet-bederfelijk fruit verkopen, voor zover dat nodig is om bovenbedoelde kosten te voldoen.

Buiten de bovengenoemde gevallen kunnen rechten met betrekking tot de nalatenschap alleen gezamenlijk worden uitgeoefend door alle erfgenamen of tegen alle erfgenamen.

Bevoegdheden van de executeur-testamentair

Wanneer een executeur bij testament is aangesteld, heeft deze de bevoegdheden die hem door de erflater zijn verleend.

Wanneer de erflater de taken en bevoegdheden van de executeur-testamentair niet nader heeft omschreven, is laatstbedoelde verantwoordelijk voor het volgende: het regelen van de begrafenis en de daaraan gerelateerde zaken en het betalen van de begrafeniskosten, het houden van toezicht op de uitvoering van het testament en, voor zover nodig, het in rechte verdedigen van de geldigheid van de daarin opgenomen beschikkingen, en het uitvoeren van de taken die eigen zijn aan het beheer van een nalatenschap.

De erflater kan de executeur-testamentair opdragen om de legaten uit te keren en andere op de nalatenschap rustende verplichtingen te voldoen wanneer deze optreedt als beheerder en er geen procedure tot boedelbeschrijving en verdeling nodig is. Daartoe kan de erflater de executeur-testamentair machtigen tot de verkoop van alle goederen (zowel roerende als onroerende) of tot de verkoop van de goederen die in het testament zijn vermeld.

Bevoegdheden van de bezwaarde erfgenaam

De bezwaarde erfgenaam beheert niet alleen de onder fideï-commis nagelaten goederen, maar heeft ook het genotsrecht op die goederen. Hierop zijn de bepalingen inzake vruchtgebruik van toepassing voor zover die bepalingen niet in strijd zijn met de fideï-commis. De bezwaarde erfgenaam kan onder fideï-commis nagelaten goederen slechts met toestemming van de rechter vervreemden of bezwaren.

Erfgenamen en curator van een onbeheerde nalatenschap

Een onbeheerde nalatenschap vormt een autonoom vermogen met rechtspersoonlijkheid. De nalatenschap kan bijgevolg in rechte als eiser of als verweerder optreden. Wanneer niemand de nalatenschap beheert, kan worden gekozen voor een van de onderstaande oplossingen.

Iedere erfgenaam kan, nog voordat hij de nalatenschap heeft aanvaard, dringende administratieve maatregelen nemen zolang de nalatenschap onbeheerd is. Als er meerdere erfgenamen zijn en een van hen maakt bezwaar, geldt de wil van de meerderheid.

Een andere mogelijkheid is dat de rechter een curator voor de onbeheerde nalatenschap aanstelt. De curator is bevoegd om zo nodig bij de rechter om voorlopige maatregelen te verzoeken en in rechte vorderingen in te stellen als uitstel de belangen van de nalatenschap kan schaden. Ook vertegenwoordigt hij de nalatenschap in alle zaken die tegen de nalatenschap aanhangig worden gemaakt. Voor het vervreemden of bezwaren van onroerende zaken, kostbare voorwerpen, handelspapieren, commerciële vestigingen en andere vermogensbestanddelen om andere dan administratieve redenen heeft de curator de toestemming van de rechter nodig. Die toestemming wordt alleen gegeven als de vervreemding of bezwaring noodzakelijk is ter voorkoming van de verslechtering of het verlies van de betreffende goederen, ter voldoening van de schulden van de nalatenschap, ter voldoening van de kosten van noodzakelijke of zinvolle verbeteringen of om in andere urgente behoeften te kunnen voorzien.

Wanneer de nalatenschap niet langer onbeheerd is omdat ze is aanvaard, maar wel nog steeds onverdeeld is, kan iedere erfgenaam krachtens de wet bij de rechter een verzoek indienen tot erkenning van zijn hoedanigheid van erfgenaam en een vordering tot teruggave van alle of een deel van de goederen van de nalatenschap instellen tegen iedere persoon die deze onder zich houdt als erfgenaam, op grond van een andere titel of zonder titel. Dit wordt ‘bezitsvordering’ genoemd. Deze vordering, die kan worden ingesteld door een enkele erfgenaam (zonder betrokkenheid van de andere erfgenamen), doet geen afbreuk aan het recht van de beheerder om te verzoeken om de overdracht van goederen die door hem moeten worden beheerd, zoals hierboven vermeld.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Documenten ter staving van de hoedanigheid van erfgenaam of legataris

  1. rechterlijke uitspraak;
  2. notariële akte;
  3. document in het kader van een vereenvoudigde procedure bij de burgerlijke stand waarin de hoedanigheid van erfgenaam/legataris wordt bevestigd.

Bovengenoemde stukken vormen bewijs van de hoedanigheid van erfgenaam/legataris.

Rechterlijke uitspraken, notariële akten en documenten van de burgerlijke stand houdende vaststelling van de hoedanigheid van erfgenaam/legataris hebben volledige bewijskracht.

Het feit dat iemands hoedanigheid van erfgenaam of legataris is vastgesteld, wordt vastgelegd in de burgerlijke stand middels een aantekening op de overlijdensakte.

Documenten ter staving van de verdeling

Bij een betwiste nalatenschap:

  1. een uitspraak van de bevoegde rechter houdende bekrachtiging van de verdeling van de nalatenschap zoals vastgesteld in een procedure tot boedelbeschrijving en verdeling. In de uitspraak bepaalt de rechter hoe de nalatenschap wordt verdeeld (bijv. de goederen die iedere erfgenaam of legataris erft). Dit is een authentieke akte met volledige bewijskracht.

Bij een testamentaire/contractuele erfopvolging:

  1. een gelegaliseerde onderhandse akte die is opgemaakt ten overstaan van een advocaat, waarin is vastgelegd hoe de nalatenschap wordt verdeeld. Hoewel dat geen authentieke akte is, heeft een dergelijk document in dit geval net als een authentieke akte volledige bewijskracht;
  2. een document ter staving van de verdeling van de nalatenschap zoals vastgesteld in een vereenvoudigde procedure van erfopvolging ten overstaan van een ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit is een authentieke akte met volledige bewijskracht.
  3. een akte van verdeling die is opgemaakt door een notaris. Dit is een authentieke akte met volledige bewijskracht.

Elk van bovengenoemde documenten ter staving van de verdeling kan als basis dienen voor registratie van de goederen van de nalatenschap ten behoeve van de erfgenaam of de legataris, ongeacht of het document al dan niet volledige bewijskracht heeft.

Slotopmerking

De informatie op deze pagina is algemeen van aard, niet uitputtend en niet bindend voor het Contactpunt, het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken, de rechtbanken of enige andere ontvanger. Raadpleging van deze informatie kan niet in de plaats komen van het raadplegen van de toepasselijke wetgeving.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 31/10/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Roemenië

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Gezamenlijke testamenten en erfovereenkomsten zijn in Roemenië wettelijk verboden.

Bij gewone testamenten kan het gaan om holografische of authentieke testamenten.

Een holografisch testament is handgeschreven, gedateerd en ondertekend door de erflater en wordt vóór de tenuitvoerlegging aan een notaris overgelegd om naar behoren te worden voorzien van een stempel en te worden gevalideerd.

Een authentiek testament wordt verleden door een notaris of een andere persoon met de bevoegdheid om testamenten te authenticeren. De erflater dicteert het testament aan de notaris, die het testament opstelt en voorleest, onder vermelding van de toepasselijke formaliteiten. Als het testament reeds is opgesteld door de erflater, wordt het door de notaris voorgelezen en verklaart de erflater dat het testament zijn of haar uiterste wilsbeschikking vertegenwoordigt. Het testament wordt ondertekend door de erflater, terwijl het authenticatiecertificaat wordt ondertekend door de notaris. Tijdens de authenticatie kan de erflater vergezeld zijn van een of twee getuigen.

Geprivilegieerde testamenten, d.w.z. noodtestamenten die in bijzondere situaties worden opgemaakt door bepaalde functionarissen in het bijzijn van twee getuigen, hebben de bewijskracht van een authentieke akte.

Als er in het testament bedragen worden toegekend aan gespecialiseerde instellingen, moet worden voldaan aan de specifieke formele vereisten die zijn vastgesteld in de bijzondere wetgeving die de organisatie van deze instellingen regelt.

Het testament bevat bepalingen inzake de aanwijzing van een (in)directe legataris, de verdeling van de nalatenschap, onterving, de benoeming van een executeur van het testament, verantwoordelijkheden, de herroeping van legaten enz.

De bepalingen inzake de overdracht van de nalatenschap/goederen van de overledene worden legaten genoemd. Legaten kunnen worden onderverdeeld in de volgende categorieën: universele legaten of legaten onder universele/bijzondere titel. Een universeel legaat verleent een recht op de hele nalatenschap, terwijl een legaat onder universele titel een recht op een fractie van de totale nalatenschap verleent.

Zie de artikelen 1034 en volgende van het burgerlijk wetboek.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

De notaris die het testament authenticeert, moet het testament inschrijven in het nationaal notarieel register inzake het bewijs van liberaliteiten (Registrul național notarial de evidență a liberalităților RNNEL), waarin ook schenkingen worden geregistreerd.

Zie artikel 1046 van het burgerlijk wetboek en artikel 164 van wet nr. 36/1995 betreffende het notarisambt, opnieuw gepubliceerd.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

De legitieme portie is het deel van de nalatenschap waarop legitimarissen (langstlevende echtgeno(o)t(e), bloedverwanten in neergaande lijn en bevoorrechte bloedverwanten in opgaande lijn – d.w.z. de ouders van de overledene) recht hebben, ook al gaat dit in tegen de wensen van de overledene. De legitieme portie voor elke legitimaris is de helft van het deel dat ze zouden hebben ontvangen als ze wettelijk zouden erven bij het ontbreken van liberaliteiten en ontervingsbepalingen in het testament.

Zie de artikelen 1086 en volgende van het burgerlijk wetboek.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

De nalatenschap gaat over op de wettelijke erfgenamen, te weten de langstlevende echtgeno(o)t(e) en verwanten van de overledene, in de volgende volgorde:

  • bloedverwanten in neergaande lijn – eerste lijn van erfgenamen;
  • bevoorrechte bloedverwanten in opgaande lijn (d.w.z. de ouders) en bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn – tweede lijn van erfgenamen;
  • gewone bloedverwanten in opgaande lijn – derde lijn van erfgenamen;
  • gewone bloedverwanten in de zijlijn – vierde lijn van erfgenamen.

Bloedverwanten in neergaande en opgaande lijn hebben recht op de nalatenschap ongeacht hun graad van verwantschap met de overledene, terwijl bloedverwanten in de zijlijn niet verder dan tot de vierde graad recht op de nalatenschap hebben.

Alleen bloedverwanten in neergaande lijn van de kinderen van de overledene en bloedverwanten in neergaande lijn van de broers en zussen van de overledene kunnen op grond van een recht van vertegenwoordiging deelnemen aan de erfopvolging. In geval van vertegenwoordiging wordt de nalatenschap verdeeld langs de ouderlijke lijn. Als een lijn meer dan één tak heeft, vindt binnen de lijn een onderverdeling plaats waarbij de nalatenschap in gelijke porties wordt verdeeld.

De langstlevende echtgeno(o)t(e) neemt samen met wettelijke erfgenamen deel aan de erfopvolging in de volgende verhouding:

  • 1/4 van de nalatenschap als het resterende deel overgaat op de bloedverwanten in neergaande lijn;
  • 1/3 van de nalatenschap als het resterende deel overgaat op de bevoorrechte bloedverwanten in opgaande lijn (d.w.z. de ouders) en de bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn;
  • 1/2 van de nalatenschap als het resterende deel overgaat op hetzij de bevoorrechte bloedverwanten in opgaande lijn (d.w.z. de ouders), hetzij de bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn;
  • 3/4 van de nalatenschap als het resterende deel overgaat op hetzij de gewone bloedverwanten in opgaande lijn, hetzij de gewone bloedverwanten in de zijlijn.

De langstlevende echtgeno(o)t(e) kan het recht hebben om in de echtelijke woning te blijven wonen en kan ook het meubilair en de huishoudelijke goederen (de inboedel) erven.

Bloedverwanten in neergaande lijn, de kinderen van de overledene en hun directe nakomelingen, sluiten alle erfgenamen uit de andere categorieën uit en hebben recht op de nalatenschap in de volgorde die wordt bepaald door de graad van verwantschap met de overledene. Als de langstlevende echtgeno(o)t(e) recht heeft op de erfenis, ontvangen de bloedverwanten in neergaande lijn gezamenlijk 3/4 van de nalatenschap.

De bevoorrechte bloedverwanten in opgaande lijn zijn de vader en de moeder van de overledene, en zij erven in gelijke delen.

De bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn zijn de broers en zussen van de overledene en hun nakomelingen, tot de vierde graad.

Als de langstlevende echtgeno(o)t(e) samen met zowel de bevoorrechte bloedverwanten in opgaande lijn als de bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn deelneemt aan de erfopvolging, ontvangt de tweede lijn van erfgenamen 2/3 van de nalatenschap; de tweede lijn van erfgenamen ontvangt 1/2 als er bevoorrechte bloedverwanten in opgaande lijn of bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn zijn, d.w.z. een van beide categorieën.

De portie voor de bevoorrechte bloedverwanten in opgaande lijn en de bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn wordt onder hen verdeeld, en de individuele porties zijn derhalve afhankelijk van het aantal bevoorrechte bloedverwanten in opgaande lijn. Als er maar één ouder is, ontvangt deze 1/4 van de nalatenschap en ontvangen de bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn 3/4 van de nalatenschap. Als er twee ouders zijn, ontvangen deze samen 1/2 van de nalatenschap en ontvangen de bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn de andere helft van de nalatenschap.

De erfenis van de bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn wordt in gelijke delen tussen hen verdeeld of, als ze door een recht van vertegenwoordiging deelnemen aan de erfopvolging, tussen ouderlijke lijnen. Indien er verschillende verwantschappen in de zijlijnen zijn, wordt de nalatenschap in gelijke delen verdeeld tussen de moederlijke lijn en de vaderlijke lijn, waarbij de hierboven beschreven regels van toepassing zijn. Bloedverwanten in de zijlijn die via beide lijnen verwant zijn aan de overledene ontvangen cumulatieve porties.

Als er geen erfgenamen zijn, wordt de nalatenschap geacht vacant te zijn en gaat deze naar de gemeente of stad waar de nalatenschap zich op het moment van het openvallen ervan bevindt.

Zie de artikelen 970 tot en met 983 en de artikelen 1135 tot en met 1140 van het burgerlijk wetboek.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

De bevoegde organen voor niet-contentieuze erfopvolgingsprocedures zijn notarissen, terwijl rechtbanken van eerste aanleg (‘judecătorie’) bevoegd zijn voor contentieuze erfopvolgingsprocedures.

De erfgenaam of andere belanghebbenden kunnen zich rechtstreeks tot de rechtbank wenden via overlegging van een notarieel certificaat inzake de verificatie van het erfregister.

Zie de artikelen 103 en volgende van wet nr. 36/1995 en artikel 193 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

Een erfgenaam aanvaardt de erfenis uitdrukkelijk wanneer hij of zij uitdrukkelijk de titel/hoedanigheid van erfgenaam aanvaardt. Deze aanvaarding vindt stilzwijgend plaats als de erfgenaam een akte laat verlijden of een handeling verricht die alleen kan worden verleden of worden verricht in de hoedanigheid van erfgenaam (artikel 1108 van het burgerlijk wetboek).

De verklaring van afstand van de nalatenschap wordt afgelegd ten overstaan van een notaris of een diplomatieke missie of consulaire vertegenwoordiging van Roemenië (artikel 1120, lid 2, van het burgerlijk wetboek).

Alle notariële akten die betrekking hebben op de aanvaarding of weigering van de nalatenschap worden geregistreerd in het nationaal notarieel register inzake het bewijs van liberaliteiten (Registrul național notarial de evidență a opțiunilor succesorale RNNEOS).

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Zie punt 5.2.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Zie punt 5.2.

Na de opening van een erfopvolgingsprocedure worden liberaliteiten (onverplichte handelingen van vrijgevigheid) die inbreuk maken op legitieme porties op verzoek van legitimarissen, erfopvolgers en niet-zekergestelde crediteuren van legitimarissen onderworpen aan een korting. Wanneer er meerdere legitimarissen zijn, wordt deze korting slechts toegepast tot het niveau van de legitieme portie van de verzoeker en is de verzoeker de enige begunstigde van de korting. De korting kan ertoe leiden dat legaten ongeldig worden en dat schenkingen worden geannuleerd.

Zie de artikelen 1092 tot en met 1097 van het burgerlijk wetboek.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

De notariële erfopvolgingsprocedure wordt op verzoek geopend. Het verzoek wordt ingeschreven in het erfregister van de betreffende notaris, nadat het eerst is ingeschreven in het erfregister van de kamer van notarissen. De aangestelde notaris verifieert de territoriale jurisdictie voor de nalatenschap en geeft opdracht tot oproeping van de personen die recht hebben op erfopvolging, en wanneer er een testament is, van eventuele legatarissen, executeurs van het testament, wettelijke vertegenwoordigers van rechtsonbekwame erfgenamen, vertegenwoordigers van het toezichthoudende orgaan (indien van toepassing) en vertegenwoordigers van de bevoegde overheidsinstantie (in geval van een vacante nalatenschap). De notaris stelt de hoedanigheid van de erfgenamen en legatarissen en hun rechten vast en bepaalt hoe de nalatenschap van de overledene is samengesteld.

Het aantal erfgenamen en/of legatarissen en hun respectieve hoedanigheden worden vastgesteld door raadpleging van de registers van de burgerlijke stand, door middel van een testament en met behulp van getuigen. De goederen van de nalatenschap worden vastgesteld met behulp van officiële documenten of enig ander wettelijk toegelaten bewijsmiddel.

Zie de artikelen 103 tot en met 120 van wet nr. 36/1995, opnieuw gepubliceerd.

De erfgenamen of andere belanghebbenden kunnen zich rechtstreeks tot de bevoegde rechtbank wenden via overlegging van een notarieel certificaat inzake de verificatie van het erfregister. De gerechtelijke verdeling van de nalatenschap kan worden uitgevoerd op grond van overeenstemming tussen de partijen. Wanneer er geen overeenstemming is, moet de rechtbank de goederen, de status van elke erfgenaam, het aandeel van elke erfgenaam in de nalatenschap en alle op de nalatenschap rustende vorderingen, schulden en verplichtingen vaststellen. De rechtbank kan een beschikking inzake de korting van buitensporige liberaliteiten en het annuleren van schenkingen geven. De verdeling van de goederen vindt plaats in natura, door de vorming van kavels of door de toekenning van afzonderlijke goederen aan een van de erfgenamen mits deze een geldbedrag betaalt aan de overige erfgenamen. De rechtbank kan gelasten dat bezittingen worden verkocht, met toestemming van de partijen of door een deurwaarder middels een openbare veiling. De rechtbank doet een uitspraak en beslist over de verdeling van de bedragen die door een van de erfgenamen voor de andere erfgenamen zijn gedeponeerd en van de bedragen die voortvloeien uit de verkoop van goederen.

Zie artikel 110 van wet nr. 36/1995 en artikel 193, lid 3, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Met de toestemming van alle erfgenamen kan de notaris overgaan tot de afwikkeling van de verplichtingen van de nalatenschap, d.w.z. de inning van vorderingen, de betaling van schulden, de verkoop van roerende/onroerende zaken en de tenuitvoerlegging van specifieke legaten.

In de verplichte eerste fase zal de notaris een certificaat inzake de afwikkeling van de nalatenschap afgeven, waarin de nalatenschap (vorderingen en verplichtingen), de erfgenamen en hun respectieve aandelen in de nalatenschap, de toestemming van de erfgenamen voor de wijze waarop de verplichtingen worden afgewikkeld, de benoeming van een curator en een termijn voor de voltooiing van de procedure worden vermeld.

De curator int de vorderingen, betaalt de schulden en verkoopt de goederen van de nalatenschap. De curator dient bij de aangestelde notaris een verslag in met een beschrijving van de door hem of haar voor de inning van de vorderingen verrichte handelingen en de gebruikte methode voor het betalen van de schulden. Na afloop van de procedure geeft de notaris een erfrechtcertificaat (erfrechtverklaring) af en wordt het nettoproduct van de afwikkeling aangegeven in het document waarin de nalatenschap wordt beschreven.

Zie de artikelen 121 tot en met 134 van wet nr. 36/1995 en artikel 1114 van het burgerlijk wetboek.

De verdeling van de nalatenschap tussen de erfgenamen vindt plaats nadat, na de afwikkeling, het erfrechtcertificaat is afgegeven. De verdeling van de nalatenschap kan op vrijwillige basis plaatsvinden. Met betrekking tot schenkingen is het de verplichting van langstlevende echtgeno(o)t(e) en de bloedverwanten in neergaande lijn van de overledene die recht hebben op een wettelijk erfdeel om de geschonken goederen die niet zijn vrijgesteld terug in de nalatenschap te brengen.

Voldoening van verplichtingen. Uitzonderingen op de wettelijke verdeling van de verplichtingen van de nalatenschap

De universele erfgenamen en erfgenamen onder universele titel moeten bijdragen aan de voldoening van de schulden en verplichtingen van de nalatenschap naar rato van hun respectieve aandeel in de nalatenschap.

De persoonlijke crediteuren van de erfgenamen en belanghebbenden kunnen om de verdeling van de nalatenschap verzoeken of het recht uitoefenen om aanwezig te zijn bij de vrijwillige verdeling of tussenbeide te komen in de verdeling. Verzoeken van crediteuren worden geregistreerd in het nationaal notarieel register voor bewijs van crediteuren die natuurlijke personen zijn en bewijs van bezwaren tegen verdelingen van nalatenschappen (RNNEC – Registrul național notarial de evidență a creditorilor persoanelor fizice și a opozițiilor la efectuarea partajului succesoral).

De universele erfgenaam of erfgenaam onder universele titel die te veel heeft bijgedragen aan de betaling van een gezamenlijke schuld heeft een verhaalsrecht jegens de anderen, maar alleen voor het deel van de gezamenlijke schuld dat aan elke erfgenaam kan worden toegeschreven, ook als hij of zij in de rechten van de crediteuren was getreden.

Verdeling van de goederen van bloedverwanten in opgaande lijn

Bloedverwanten in opgaande lijn kunnen hun goederen onder bloedverwanten in neergaande lijn verdelen door middel van schenkingen of bij testament. Wanneer niet alle goederen van de nalatenschap zijn opgenomen, worden de niet-opgenomen goederen verdeeld conform de wet.

Zie de artikelen 669 tot en met 686 en de artikelen 1143 tot en met 1163 van het burgerlijk wetboek.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Een persoon kan erven als hij of zij op het moment van het openvallen van de nalatenschap bestaat en/of rechtsbekwaam is om liberaliteiten te ontvangen, recht heeft op de nalatenschap, niet door gedrag onwaardig is om te erven en niet onterfd is.

De persoon die wordt geroepen om een erfenis te ontvangen kan de erfenis aanvaarden of weigeren. De legataris die tevens een wettelijke erfgenaam is, kan maar in een van deze hoedanigheden optreden. Wanneer de legitieme portie niet is geschonden, maar uit het testament blijkt dat de overledene het erfdeel van de wettelijke erfgenaam wilde verlagen, kan deze laatste alleen als legataris optreden.

Zie de artikelen 957 tot en met 963 en de artikelen 987, 989, 993, 1074, 1075, 1076, 1100, 1101 en 1102 van het burgerlijk wetboek.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Ja, zie punt 6.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Het verzoek om inschrijving in het kadaster moet vergezeld gaan van het originele document of een door een notarieel bekrachtigde kopie daarvan, en in geval van een gerechtelijke beslissing, van een gewaarmerkt afschrift met de vermelding “definitief”. Het kadaster schrijft de zaak in indien het document aan diverse formele eisen voldoet: de identificatie van de partij en van de onroerende zaak; het bestaan van een notarieel bekrachtigde vertaling (in geval van een authentieke notariële akte moet die door een Roemeense notaris zijn afgegeven); het bestaan van uittreksels uit het kadaster; de betaling van de vergoeding enz. De eerste inschrijving van de onroerende zaak in het geïntegreerde informatiesysteem van het kadaster kan ook op basis van het erfrechtcertificaat en de kadastrale documentatie worden verricht.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Vrijwillige benoeming

De erflater kan een of meer personen benoemen tot executeur van het testament. De executeur van het testament beheert de nalatenschap tot maximaal twee jaar na het openvallen van de nalatenschap. Deze termijn kan bij gerechtelijke beschikking worden verlengd.

Verplichte benoeming

Als de debiteur overlijdt voordat hij of zij een executeur heeft kunnen benoemen, kan de tenuitvoerlegging niet worden gestart. Als de debiteur overlijdt na de start van de tenuitvoerlegging, kan de procedure niet worden voortgezet totdat de erfenis is aanvaard of totdat er een bewindvoerder van de (bijzondere) nalatenschap is benoemd. Als de crediteur of de executeur kennis krijgt van het overlijden van de debiteur, is hij of zij verplicht de kamer van notarissen van de laatste woonplaats van de overledene te verzoeken dit feit in te schrijven in het speciale register betreffende tenuitvoerleggingsprocedures en een certificaat af te geven. In dit certificaat moet worden vermeld of de nalatenschap is afgewikkeld, en, zo ja, wie de erfgenamen zijn en of er een bewindvoerder is benoemd in afwachting van de aanvaarding van de erfenis.

Als het risico bestaat dat goederen worden verkocht, zoekraken of worden vervangen of vernietigd, verzegelt de notaris de goederen of overhandigt hij of zij deze aan een bewaarnemer.

Totdat de erfenis is aanvaard of als de erfgenaam niet bekend is, kan de notaris een speciale bewindvoerder voor de nalatenschap benoemen om de rechten van potentiële erfgenamen te beschermen.

Zie artikel 686 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en artikel 1117, lid 3, artikel 1136 en de artikelen 1077 tot en met 1085 van het burgerlijk wetboek.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

De executeur van het testament, de curator, een wettelijke erfgenaam/testamentaire erfgenaam, een benoemde bewaarnemer/bewindvoerder (zie punt 9.1).

De curator, die zijn of haar taken onder toezicht van de notaris verricht, kan worden benoemd door de overledene, de erfgenamen of de rechtbank.

Zie artikel 124 van wet nr. 36/1995 en artikel 1117, lid 3, en artikel 1136 van het burgerlijk wetboek.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Zie punt 9.1.

De executeur van het testament verzegelt de goederen, stelt de boedelbeschrijving op, verzoekt de rechtbank om de verkoop van goederen goed te keuren, betaalt de schulden van de nalatenschap en int de vorderingen van de nalatenschap.

Zie de artikelen 1077 tot en met 1085 van het burgerlijk wetboek en de artikelen 103 tot en met 134 van wet nr. 36/1995.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

De notaris stelt gemotiveerde conclusies op en stelt na de afwikkeling van de nalatenschap een definitief certificaat op op basis waarvan het erfrechtcertificaat/legatariscertificaat wordt afgegeven.

Het erfrechtcertificaat omvat een beschrijving van de wijze waarop de omvang van rechten is vastgesteld en dient als bewijs voor de hoedanigheid van erfgenaam en voor het eigendomsrecht. De notaris kan een certificaat inzake de status van erfgenaam afgeven, waarin het aantal erfgenamen, hun hoedanigheid en de omvang van hun rechten worden beschreven, maar niet de nalatenschap.

Wanneer er geen erfgenamen zijn, wordt de nalatenschap geacht vacant te zijn en wordt een certificaat inzake de vacatie van de nalatenschap afgegeven.

De notaris kan de procedure hervatten om het definitieve notariële certificaat met de ontbrekende goederen af te geven en geeft daartoe een addendum bij het erfrechtcertificaat af.

Personen die van mening zijn schade te hebben geleden, kunnen de rechtbank om nietigverklaring van het certificaat en vaststelling van hun rechten verzoeken. In geval van nietigverklaring geeft de notaris een nieuw erfrechtcertificaat af op basis van de definitieve gerechtelijke beslissing. De belanghebbende partijen kunnen ook een authentieke akte laten opstellen door een notaris waarin de minnelijke schikking van het geschil wordt gecertificeerd. In dat geval wordt er een nieuw erfrechtcertificaat afgegeven. In afwachting van de minnelijke schikking van het geschil door middel van een notariële akte, of in afwachting van de nietigverklaring van het erfrechtcertificaat door de rechtbank, dient het nieuwe certificaat als bewijs van de hoedanigheid van wettelijke of testamentaire erfgenaam, en van de eigendomsrechten van de erfgenamen die de goederen van de nalatenschap aanvaarden naar rato van hun respectieve aandeel.

Een universele erfgenaam/de erfgenaam onder universele titel kan te allen tijde verzoeken om de erkenning van die hoedanigheid jegens een persoon die ten onrechte goederen uit de nalatenschap bezit, door een procedure in te leiden waarbij de rechten van een erfgenaam worden opgeëist.

In contentieuze erfrechtprocedures wijzen de rechtbanken uitspraken, beslissingen en vonnissen. De verdelingsbeslissing heeft een constitutief effect en wordt afdwingbaar nadat zij definitief is geworden.

Zie de artikelen 1130 tot en met 1134 en de artikelen 1635 tot en met 1639 van het burgerlijk wetboek en de artikelen 113 tot en met 120 van wet nr. 36/1995.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 06/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Slovenië

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

a) Testamenten: een testament is geldig als het is opgemaakt in een vorm die wordt bepaald in de Wet inzake nalatenschappen (hierna "ZD" genoemd) en conform de voorwaarden die in deze wet zijn bepaald.

In de ZD worden de volgende soorten testamenten erkend: een holografisch testament, een testament dat is ondertekend in aanwezigheid van getuigen, een testament dat is opgesteld door de rechtbank, een mondeling testament, een testament dat in het buitenland is opgemaakt, een testament dat is opgemaakt aan boord van een Sloveens vaartuig, een testament dat is opgemaakt ten tijde van een noodsituatie of oorlog, en een internationaal testament.

Met betrekking tot de vereisten gerelateerd aan de vorm van een testament, voorziet de ZD in het onderstaande.

Een holografisch testament is geldig als de erflater het zelf heeft geschreven en ondertekend (artikel 63, lid 1, ZD).

Een erflater die kan lezen en schrijven, maakt een testament op dat in aanwezigheid van getuigen is ondertekend door een document te ondertekenen dat namens hem/haar is opgemaakt door een derde persoon en waarin hij/zij in aanwezigheid van twee getuigen verklaart dat dit zijn/haar testament is. De getuigen ondertekenen op het testament zelf in een schriftelijke aantekening waarin is opgenomen dat zij het testament als getuigen ondertekenen. Deze schriftelijke aantekening is geen voorwaarde voor de geldigheid van het testament (artikel 64 ZD).

Een testament opgemaakt door de rechtbank kan ten behoeve van een erflater worden opgemaakt, op zijn/haar verzoek, door een rechter van de bevoegde rechtbank die eerst de identiteit van de erflater vaststelt. De erflater leest en ondertekent het testament, waarna de rechter op het testament bevestigt dat de erflater het in zijn/haar aanwezigheid heeft gelezen en ondertekend. Als de erflater het testament dat door de rechter is opgesteld niet kan lezen, of daar niet toe in staat is, leest de rechter het testament voor aan de erflater in aanwezigheid van twee getuigen. De erflater ondertekent het testament vervolgens in het bijzijn van diezelfde getuigen of voorziet het van zijn/haar paraaf na te hebben verklaard dat dit zijn/haar testament is. De getuigen ondertekenen vervolgens het testament (artikelen 65 en 66 ZD).

Een testament dat is opgemaakt in het buitenland kan worden opgemaakt voor een burger van de Republiek Slovenië in het buitenland, in overeenstemming met de voorwaarden die van toepassing zijn op het opmaken van testamenten door een rechtbank, door een consulair vertegenwoordiger of een diplomatiek vertegenwoordiger van de Republiek Slovenië die consulaire zaken afhandelt (artikel 69 ZD).

De kapitein van een schip mag een testament opmaken aan boord van een Sloveens vaartuig in overeenstemming met de voorwaarden die van toepassing zijn op het opmaken van testamenten door een rechtbank. De geldigheid van het testament vervalt 30 dagen nadat de erflater is teruggekeerd in de Republiek Slovenië (artikel 70 ZD).

Testament opgemaakt tijdens een noodsituatie of oorlog: tijdens een noodsituatie of oorlog is het een compagniecommandant of een commandant van een equivalente of hogere eenheid, of eenieder in de aanwezigheid van een commandant, toegestaan een testament op te maken voor een lid van de militaire staf in overeenstemming met de voorwaarden die van toepassing zijn op het opmaken van testamenten door een rechtbank. De geldigheid van het testament vervalt 60 dagen na het einde van de noodsituatie of oorlog, of 30 dagen na het einde van de militaire dienstplicht van de erflater wanneer die militaire dienstplicht hiervoor of hierna eindigt (artikel 71 ZD).

Een internationaal testament moet in schriftelijke vorm worden opgemaakt. Het is niet vereist dat de erflater het testament eigenhandig opmaakt en het mag zijn opgesteld in om het even welke taal, met de hand of op een andere wijze. De rechter van de bevoegde rechtbank kan een internationaal testament opmaken op verzoek van een erflater, terwijl dit voor een burger van de Republiek Slovenië die zich in het buitenland bevindt, kan worden uitgevoerd door een consulaire of diplomatieke vertegenwoordiger, zoals vermeld in artikel 69 ZD (hierna "gemachtigde" genoemd). De erflater moet, in aanwezigheid van twee getuigen en de gemachtigde, verklaren dat dit zijn/haar testament is en dat hij/zij op de hoogte is van de inhoud daarvan. Vervolgens dient de erflater het testament in hun aanwezigheid te ondertekenen of, als het testament al is ondertekend, te erkennen en te bevestigen dat het zijn/haar handtekening betreft. Als de erflater niet in staat is om te ondertekenen, informeert hij/zij de gemachtigde over de reden daarvan. De gemachtigde vermeldt dit op het testament. In aanvulling hierop kan de erflater een andere persoon verzoeken het testament namens hem/haar te ondertekenen. In aanwezigheid van de erflater voegen de getuigen en de gemachtigde hun handtekeningen toe in een schriftelijke aantekening waarin wordt vermeld dat zij hebben ondertekend als getuigen of als de gemachtigde (artikel 71a ZD). De wet bevat daarnaast nog nadere bijzonderheden over wie mag optreden als getuige bij een internationaal testament (artikel 71b), de handtekeningen en datums die aan een internationaal testament worden toegevoegd (artikel 71c), het bewaren van een internationaal testament (artikel 71č), het herroepen van een internationaal testament (artikel 71d), het bekrachtigen van een internationaal testament (artikel 71e), het bekrachtigen van de geldigheid van een internationaal testament (artikel 71f) en de geldigheid met betrekking tot de vorm en formaliteiten voor handtekeningen (artikel 71g).

Mondeling testament: een erflater kan zijn/haar laatste wil en testament alleen mondeling presenteren voor twee getuigen in het geval van uitzonderlijke omstandigheden waardoor hij/zij niet in staat is een geschreven testament op te maken. De geldigheid van een mondeling testament vervalt 30 dagen nadat de uitzonderlijke omstandigheden waaronder het is opgemaakt, zijn geëindigd (artikel 72 ZD). De wet bevat daarnaast nog nadere bijzonderheden over wie mag optreden als getuige bij een mondeling testament (artikel 73), wat de plichten van die getuige zijn (artikel 74), oneerlijke wilsbeschikkingen in een mondeling testament (artikel 75), de eindtermijn voor het ongeldig doen verklaren van een testament (artikel 76) en bewijs voor het bestaan van een testament (artikel 77).

In de Wet op het notarisambt (hierna "ZN" genoemd) wordt ook voorzien in een notarieel testament, d.w.z. een testament dat is opgemaakt door een notaris in de vorm van een notariële akte conform het dictaat van de erflater of een testament dat de erflater, nadat hij/zij eerst een geschreven verklaring van zijn/haar laatste wil en testament heeft gemaakt, ter bevestiging afgeeft bij een notaris. Een notarieel testament heeft dezelfde rechtsgeldigheid als een testament dat is opgemaakt door de rechtbank (artikel 46, lid 1, van de ZN).

Voor de geldigheid van een testament moet aan de bovenstaande formele vereisten worden voldaan én moet de erflater handelingsbekwaam zijn. Volgens de ZD kan een testament worden opgemaakt door eenieder die wilsbekwaam is en die de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt (artikel 59, lid 1, ZD). Wanneer een erflater een testament opmaakt onder bedreiging, onder dwang of op basis van bedrog, of abusievelijk, is dat testament niet geldig, aangezien de wil in dat document niet overeenkomt met de juiste en daadwerkelijke wil van de erflater (artikel 60, lid 1, ZD).

b) Gemeenschappelijk testamenten: in de ZD worden gemeenschappelijke testamenten niet genoemd en, aangezien het niet een van de testamentvormen betreft waarin de wet voorziet, worden dergelijke testamenten als ongeldig beschouwd conform artikel 62 ZD. In de jurisprudentie wordt een testament echter alleen als ongeldig beschouwd wanneer het gaat om een testament waarin twee personen, in het algemeen echtgenoten, elkaar aanwijzen als erfgenamen (dat is hoogstwaarschijnlijk zo omdat een dergelijk testament zeer sterk lijkt op een erfovereenkomst, die is verboden krachtens artikel 103 ZD), maar niet wanneer het gaat om een testament dat is opgesteld door twee personen ten gunste van een derde persoon (zie prof. K. Zupančič, prof. V. Žnidaršič Skubic, Dedno pravo (Erfrecht), Uradni list, 2009, pp. 127–128).

c) Erfovereenkomst: volgens de ZD is een erfovereenkomst waarin een persoon zijn/haar nalatenschap of een deel daarvan nalaat aan zijn/haar medeondertekenaar of aan een andere persoon, ongeldig (artikel 103); evenzo zijn volgens de wet ook een overeenkomst inzake een verwachte erfopvolging of een verwacht legaat (artikel 104) en een overeenkomst betreffende de inhoud van een testament (artikel 105) ongeldig.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Nee. De wet voorziet niet in bijzondere legalisatie van een testament.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Ja. Legitimarissen hebben recht op een deel van de nalatenschap waarover de erflater niet mag beschikken (artikel 26, lid 1, ZD). Dit deel van een nalatenschap wordt de ‘legitieme portie’ genoemd. Legitimarissen zijn: de nakomelingen van de overledene, zijn/haar geadopteerde kinderen en hun nakomelingen, zijn/haar ouders en zijn/haar echtgeno(o)t(e). Aangezien de bepalingen van de ZD betreffende de rechten, de verplichtingen, de beperkingen en de status van echtgenoten ook van toepassing zijn op een man en een vrouw die een langdurige relatie hebben gehad zonder te trouwen, kunnen deze van elkaar erven als echtgenoten, maar alleen als er geen redenen zijn ten gevolge waarvan een huwelijk tussen de twee ongeldig zou zijn geweest. Hetzelfde geldt als de ongehuwde of gehuwde partners van hetzelfde geslacht zijn (partners in een geregistreerd of niet-geregistreerd partnerschap van twee mannen of twee vrouwen). Grootvaders, grootmoeders, broers en zussen zijn alleen legitimaris als zij permanent arbeidsongeschikt zijn en niet beschikken over de middelen die vereist zijn om te voorzien in hun levensonderhoud. De hierboven genoemde personen zijn legitimarissen indien zij erfgerechtigd zijn in het kader van de wettelijke volgorde van erfopvolging (artikel 25 ZD).

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

In dergelijke gevallen geschiedt erfopvolging zoals in de wet is bepaald: de nalatenschap van de erflater wordt geërfd door zijn/haar nakomelingen, zijn/haar geadopteerde kinderen en hun nakomelingen, zijn/haar echtgeno(o)t(e), zijn/haar ouders, zijn/haar adoptieouder en diens verwanten, zijn/haar broers en zussen en hun nakomelingen en zijn/haar grootouders en hun nakomelingen. Een man en een vrouw die een langdurige relatie hebben gehad zonder te trouwen, kunnen van elkaar erven als echtgenoten, maar alleen als er geen redenen zijn ten gevolge waarvan een huwelijk tussen de twee ongeldig zou zijn geweest. Hetzelfde geldt als de ongehuwde of gehuwde partners van hetzelfde geslacht zijn, d.w.z. partners in een geregistreerd of niet-geregistreerd civiel partnerschap van twee mannen of twee vrouwen (partnerska zveza). Deze personen erven in overeenstemming met de volgorde van erfopvolging, waarbij de erfgenamen uit de hogere orde van erfopvolging de tot een lagere orde behorende personen uitsluiten van erfopvolging (artikel 10 ZD).

Eerste orde van erfopvolging

De nakomelingen en echtgeno(o)t(e), en de ongehuwde partner of de partner in een civiel partnerschap van de overledene behoren tot de eerste orde van erfopvolging en erven gelijke delen voorafgaand aan alle andere erfgenamen (artikel 11 ZD).

Op basis van afstamming in lijn wordt het deel van de nalatenschap dat in eerste instantie naar een persoon zou zijn gegaan die de erflater had overleefd, in gelijke delen geërfd door zijn/haar kinderen (de kleinkinderen van de erflater). Als kleinkinderen vóór de erflater komen te overlijden, wordt het deel dat zij zouden ontvangen als zij nog in leven waren geweest ten tijde van het overlijden van de erflater, in gelijke delen geërfd door de kinderen van die kleinkinderen (de achterkleinkinderen van de erflater). Dit geldt tot aan de laatste nakomelingen van de erflater (artikel 12 ZD).

Als de echtgeno(o)t(e) of de ongehuwde partner of de partner in een civiel partnerschap van de erflater niet over de nodige middelen beschikt om te voorzien in zijn/haar levensonderhoud en samen met de andere erfgenamen erft in de eerste orde van erfopvolging, kan het gerecht, op verzoek van de echtgeno(o)t(e) of de partner, beslissen dat de echtgeno(o)t(e) of de ongehuwde partner of de partner in een civiel partnerschap tevens een deel erft van dat deel van de nalatenschap dat, volgens de wet, zou zijn toegevallen aan de mede-erfgenamen van de echtgeno(o)t(e). De echtgeno(o)t(e) of de ongehuwde partner of de partner in een civiel partnerschap kan verzoeken zijn/haar deel van de nalatenschap te verhogen ten nadele van alle of een deel van de mede-erfgenamen. Het gerecht kan beslissen dat de echtgeno(o)t(e) of de ongehuwde partner of de partner in een civiel partnerschap de volledige nalatenschap erft als de waarde van die nalatenschap zo gering is dat de echtgeno(o)t(e) in problemen zou komen als deze zou worden verdeeld (artikel 13, lid 1, ZD).

Als andere erfgenamen uit de eerste orde van erfopvolging die over onvoldoende middelen beschikken om in hun levensonderhoud te voorzien, samen erven met de echtgeno(o)t(e) of de ongehuwde partner of de partner in een civiel partnerschap van de erflater, kan het gerecht, op hun verzoek, beslissen dat zij ook een deel kunnen erven van dat deel van de nalatenschap dat, volgens de wet, door de echtgeno(o)t(e) of de ongehuwde partner of de partner in een civiel partnerschap zou worden geërfd. Mede-erfgenamen kunnen gezamenlijk of afzonderlijk verzoeken om hun deel van de erfenis te verhogen ten nadele van de echtgeno(o)t(e), de ongehuwde partner of de partner in een civiel partnerschap (artikel 13, lid 2, ZD).

Afzonderlijke mede-erfgenamen die niet over de benodigde middelen beschikken om te voorzien in hun levensonderhoud mogen ook verzoeken om hun deel van de erfenis te verhogen ten nadele van andere mede-erfgenamen (artikel 13, lid 3, ZD).

Het gerecht kan beslissen dat alle of afzonderlijke mede-erfgenamen de volledige nalatenschap erven als de waarde van die nalatenschap zo gering is dat zij in problemen zouden komen als deze zou worden verdeeld (artikel 13, lid 4, ZD).

Tijdens de besluitvorming met betrekking tot bovenstaande verzoeken voor een verhoging of verlaging van een erfdeel, houdt het gerecht rekening met alle omstandigheden van de zaak, met name de financiële situatie van de mede-erfgenamen en de mogelijkheid om betaald werk te verrichten alsook de waarde van de nalatenschap (artikel 13, lid 5, ZD).

Tweede orde van erfopvolging

In de tweede orde van erfopvolging wordt de nalatenschap van een overledene zonder overlevende nakomelingen geërfd door zijn/haar ouders en zijn/haar echtgeno(o)t(e) of zijn/haar ongehuwde partner of zijn/haar partner in een civiel partnerschap. De ouders van de overledene erven gelijke delen van één helft van de nalatenschap en zijn/haar echtgeno(o)t(e) of zijn/haar ongehuwde partner of zijn/haar partner in een civiel partnerschap erft de andere helft. Als de echtgeno(o)t(e) of de ongehuwde partner of de partner in een civiel partnerschap van de overledene niet meer in leven is, erven zijn/haar ouders gelijke delen van de volledige nalatenschap (artikel 14 ZD).

Als een van beide ouders van de erflater eerder is overleden dan de erflater zelf, wordt dat deel van de nalatenschap dat die ouder had geërfd als hij/zij de erflater had overleefd, op basis van verdeling naar afstamming in lijn, geërfd door de kinderen van die ouder (d.w.z. de broers en zussen van de erflater) en de kleinkinderen, achterkleinkinderen en overige nakomelingen van die ouder, volgens de regels die van toepassing zijn op die gevallen waarbij kinderen en andere nakomelingen de nalatenschap van een overledene erven (artikel 15, lid 1).

Als beide ouders van de erflater eerder zijn overleden dan de erflater zelf, wordt dat deel van de nalatenschap dat eenieder van hen had geërfd als zij de erflater hadden overleefd, geërfd door hun nakomelingen: het deel van de vader door de nakomelingen van de vader en het deel van de moeder door de nakomelingen van de moeder. In alle gevallen erven de halfbroers en halfzussen aan vaders kant gelijke delen van hun vaders deel van de nalatenschap; de halfbroers en halfzussen aan moeders kant erven gelijke delen van hun moeders deel van de nalatenschap. De volle broers en zussen daarentegen erven het deel van hun vader in gelijke delen met de halfbroers en halfzussen aan vaderskant en de halfbroers en halfzussen aan moeders kant (artikel 15, leden 2 en 3, ZD).

Als een van beide ouders van de erflater eerder is overleden dan de erflater zelf en er geen nakomelingen zijn, wordt dat deel van de nalatenschap dat zou zijn geërfd door die ouder als die de erflater had overleefd, geërfd door de andere ouder. Als die andere ouder eveneens eerder is overleden dan de erflater, erven de nakomelingen van die ouder dat deel van de nalatenschap dat door de ene of de andere ouder zou zijn geërfd (artikel 15 ZD). Als beide ouders van de erflater eerder zijn overleden dan de erflater en geen van beide ouders nakomelingen heeft, valt de volledige nalatenschap toe aan de langstlevende echtgeno(o)t(e) of de ongehuwde partner of de partner in een civiel partnerschap van de erflater (artikelen 16 en 17 ZD).

Derde orde van erfopvolging

Als er niemand is die kan erven in de eerste of tweede orde van erfopvolging, wordt de derde orde van erfopvolging in aanmerking genomen.

In de derde orde van erfopvolging valt de nalatenschap van een overledene die geen nakomelingen of ouders meer heeft en waarvan de nakomelingen en ouders ook geen nakomelingen of echtgeno(o)t(e) of ongehuwde partner of partner in een civiel partnerschap meer hebben, toe aan de grootvaders en grootmoeders van de overledene. De helft van de nalatenschap valt toe aan de grootvader en grootmoeder aan vaders kant en de andere helft aan de grootvader en grootmoeder aan moeders kant (artikel 18 ZD).

De grootvader en grootmoeder aan dezelfde kant erven in gelijke delen van hun deel van de nalatenschap. Als een van de voorouders van de erflater aan één kant eerder zijn overleden dan de erflater zelf, wordt dat deel van de nalatenschap dat die voorouder had geërfd als hij/zij de erflater had overleefd, geërfd door de kinderen van die voorouder, zijn/haar kleinkinderen en overige nakomelingen, volgens de regels die van toepassing zijn op die gevallen waarbij kinderen en andere nakomelingen de nalatenschap van een overledene erven. Wat betreft alle andere personen, zijn de regels op basis waarvan de ouders van de erflater en hun nakomelingen erven (artikel 19 ZD) van toepassing op het erfrecht van een grootvader en grootmoeder aan één kant en hun nakomelingen.

Als de grootvader en grootmoeder aan één kant eerder zijn overleden dan de erflater zelf en zij geen nakomelingen hebben, wordt dat deel van de nalatenschap dat aan hen zou zijn toegevallen als zij de erflater hadden overleefd, geërfd door de grootvader en grootmoeder aan de andere kant en door hun kinderen, kleinkinderen en overige nakomelingen, zoals bepaald in artikel 19 ZD (artikel 20 ZD).

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

Zaken die verband houden met het erfrecht worden geregeld door de gerechten in de Republiek Slovenië. Het gerecht dat materieel bevoegd is voor dergelijke zaken is het lokale gerecht (okrajno sodišče).

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

Het gerecht in het kader van een hoorzitting in erfrechtzaken.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Het gerecht in het kader van een hoorzitting in erfrechtzaken.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Het gerecht in het kader van een hoorzitting in erfrechtzaken.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Wanneer een persoon overlijdt of dood wordt verklaard, verzendt de ambtenaar van de burgerlijke stand die verantwoordelijk is voor het inschrijven van het overlijden in het register van de burgerlijke stand de overlijdensakte binnen 30 dagen naar het gerecht voor erfrechtzaken (artikel 179, lid 1, ZD).

De procedure vangt ambtshalve aan zodra het gerecht de overlijdensakte ontvangt.

Als de overledene volgens de overlijdensakte geen nalatenschap heeft, bepaalt het gerecht voor erfrechtzaken dat er geen hoorzitting wordt gehouden; het gerecht komt tot dezelfde conclusie als de overledene alleen roerende zaken heeft nagelaten en geen van de personen die erfgerechtigd zijn om een hoorzitting verzoeken (artikel 203, leden 1 en 2, ZD). In alle andere gevallen beslist het gerecht om een hoorzitting met betrekking tot erfrechtzaken te houden. Tijdens de erfrechtprocedure bepaalt het gerecht wie de erfgenamen zijn, uit welke eigendommen de nalatenschap bestaat en welke rechten van de nalatenschap toekomen aan de erfgenamen, legatarissen en andere personen (artikel 162 ZD).

Erfrechtprocedures zijn van nature niet-litigieuze procedures. Als de partijen bepaalde feiten aanvechten waarop hun rechten gebaseerd zijn, schort het gerecht de hoorzitting op en verwijst het de partijen naar een civiele procedure of een administratieve procedure (artikel 210, lid 1, ZD).

Wanneer het gerecht heeft vastgesteld welke personen recht hebben op de nalatenschap, worden deze personen aangewezen als erfgenamen op basis van een beslissing betreffende de erfenis (artikel 214, lid 1, ZD). De beslissing betreffende de erfenis wordt kenbaar gemaakt aan alle erfgenamen en legatarissen, en aan personen die gedurende de procedure een vordering op de nalatenschap hebben ingediend (artikel 215, lid 1, ZD).

Het gerecht zorgt ervoor dat de benodigde gegevens worden ingeschreven in het kadaster zodra de beslissing betreffende de erfenis definitief wordt.

Alle erfgenamen mogen op enig moment verzoeken om verdeling van de nalatenschap, zij het niet op een niet-passend moment. Dit recht kan niet verjaren. Een overeenkomst waarin een erfgenaam afstand doet van zijn/haar recht betreffende de verdeling van een nalatenschap, is ongeldig, evenals eventuele voorwaarden in een testament waarin een dergelijke verdeling wordt verboden of beperkt (artikel 144 ZD). In de Wet inzake nalatenschappen zijn geen voorwaarden opgenomen over de implementatie van de verdeling van een nalatenschap; dat wordt geregeld in het wetboek betreffende eigendommen (Stvarnopravni zakonik – SPZ) als onderdeel van de voorwaarden voor verdeling van gezamenlijk eigendom. Dat wil zeggen dat de nalatenschap het gezamenlijk eigendom is van de mede-erfgenamen. Mede-erfgenamen kunnen in een overeenkomst vastleggen hoe een nalatenschap moet worden verdeeld. Als zij niet tot overeenstemming komen, beslist het gerecht in een niet-litigieuze procedure over de methode van verdeling. Als alle erfgenamen in het kader van de erfrechtprocedure een gezamenlijk voorstel voor verdeling doen en de methode van verdeling vastleggen in een overeenkomst, verwijst het gerecht in de beslissing betreffende de erfenis naar deze overeenkomst (artikel 214, lid 3, ZD).

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

In de Wet inzake nalatenschappen wordt bepaald dat de nalatenschap van een overledene wordt overgedragen aan de erfgenamen krachtens de wet zelf (van rechtswege) op het moment van overlijden van de erflater (artikel 132 ZD). De beslissing betreffende de erfenis waarin het gerecht de erfgenamen aanwijst aan het einde van de erfrechtprocedure, is derhalve slechts van declaratoire aard.

Een legataris verkrijgt eveneens een legaat bij het overlijden van de erflater, tenzij het legaat afhankelijk is van bepaalde voorwaarden of is gebonden aan een bepaalde termijn; in dat geval ontvangt de legataris het legaat wanneer aan die voorwaarde is voldaan of wanneer die termijn is verstreken. De verwerving van een legaat betekent dat de legataris kan verzoeken dat aan de voorwaarden van het legaat wordt voldaan. De algemene voorwaarden in de SPZ zijn van toepassing op het overdragen van het recht van eigendom aan de legataris.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Ja. Deze aansprakelijkheid is echter beperkt. Een erfgenaam is aansprakelijk voor de schulden van een erflater tot aan de waarde van de nagelaten goederen. Als er meer dan één erfgenaam is, zijn zij gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de erflater, d.w.z. eenieder tot aan de waarde van zijn/haar respectievelijke deel van de nalatenschap ongeacht of de verdeling van de nalatenschap al ten uitvoer is gebracht. Wat betreft de interne verdelingsverhoudingen tussen de erfgenamen, worden de schulden gedekt in verhouding tot hun respectievelijke delen van de nalatenschap, tenzij in het testament anders is bepaald (artikel 142 ZD).

Een erfgenaam die afstand heeft gedaan van zijn/haar deel van een nalatenschap, is niet aansprakelijk voor de schulden van de erflater (artikel 142, lid 2, ZD).

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Het gerecht van het kadaster beslist of de gegevens kunnen worden ingeschreven op basis van documenten waaruit blijkt dat er een rechtsgrondslag bestaat voor de verwerving van het recht dat onderwerp is van die inschrijving, mits is voldaan aan de andere wettelijke voorwaarden.

De grondslag voor inschrijving van onroerende zaken die zijn onderworpen aan erfopvolging, is een juridische, definitieve beslissing betreffende de erfenis die wordt afgegeven in het kader van de erfrechtprocedure (punt 6 van artikel 40, lid 1, van de Kadasterwet, ZZK-1). Het gerecht van het kadaster gelast ambtshalve de inschrijving van het recht van een erfgenaam op eigendom in het kadaster, volgend op een juridisch definitieve beslissing betreffende de erfenis.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Het is niet verplicht om een beheerder voor de nalatenschap aan te wijzen.

In principe wordt een nalatenschap, totdat deze is verdeeld, gezamenlijk beheerd en afgehandeld door de erfgenamen. Als de erfgenamen het daarover eens zijn, kan het beheer van de nalatenschap worden toegewezen aan een speciale beheerder. Als de erfgenamen het niet eens kunnen worden over het beheer van de nalatenschap, wijst het gerecht een beheerder aan, op verzoek van (een van) de erfgenamen, om de nalatenschap te beheren namens alle erfgenamen, of bepaalt het gerecht welk deel van de nalatenschap elke erfgenaam zelf zal beheren (artikel 145 ZD).

Een erflater kan in zijn/haar testament één of meerdere personen aanwijzen als executeur-testamentair (artikel 95, lid 1, ZD). Een executeur-testamentair beheert onder andere de nalatenschap (artikel 96, lid 1, ZD).

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Een erflater kan in zijn/haar testament één of meerdere personen aanwijzen als executeur-testamentair (artikel 95, lid 1, ZD). Tenzij de erflater anders heeft aangegeven, zijn de taken van een executeur-testamentair met name het zorgvuldig beheren van de nalatenschap, het verrichten van de betaling van de schulden en legaten en, in het bijzonder, het uitvoeren van het testament volgens de wensen van de erflater (artikel 96, lid 1, ZD). Als er geen executeur-testamentair is benoemd, kunnen de erfgenamen die de nalatenschap gezamenlijk beheren totdat deze is verdeeld, het beheer van de nalatenschap toewijzen aan een speciale beheerder. Als de erfgenamen het niet eens kunnen worden over het beheer van de nalatenschap, wijst het gerecht een beheerder aan, op verzoek van (een van) de erfgenamen, om de nalatenschap te beheren namens alle erfgenamen, of bepaalt het gerecht welk deel van de nalatenschap elke erfgenaam zelf zal beheren (artikel 145 ZD).

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Als een erflater een executeur-testamentair heeft aangewezen in het testament, worden daarin ook de taken van de executeur bepaald.

Tenzij de erflater anders heeft bepaald, is ingevolge de wet het volgende van toepassing (artikel 96, lid 1, ZD):

  • de executeur dient de nalatenschap zorgvuldig te beheren. Hij/zij dient met name zorg te dragen voor verzekeringskwesties, voor de boedelbeschrijving en voor het taxeren van de nalatenschap (artikel 184 ZD) en voor het bewaren van bepaalde roerende zaken (artikelen 190 en 191 ZD);
  • de executeur dient de nalatenschap te beheren, waarbij onder regulier beheer ook het beschikken over afzonderlijke onderdelen van de nalatenschap wordt verstaan. Gedurende de periode waarin hij/zij deze functie uitvoert, sluit de executeur-testamentair alle erfgenamen uit van het beheer van de nalatenschap en van het beschikken over onderdelen uit de nalatenschap;
  • de executeur dient ervoor te zorgen dat de schulden van de erflater worden vereffend, dat aan de voorwaarden van de legaten wordt voldaan en dat de opgelegde taken (lasten) worden uitgevoerd;
  • de executeur dient er in het algemeen voor te zorgen dat het testament wordt afgewikkeld volgens de wensen van de erflater (zie prof. K. Zupančič, prof. V. Žnidaršič Skubic, Dedno pravo (Erfrecht), Uradni list 2009, pp. 170–171).

Wanneer er meer dan één executeur-testamentair is aangewezen, voeren zij de aan hen toevertrouwde taken gezamenlijk uit, tenzij de erflater anders heeft bepaald (artikel 96, lid 2, ZD). Een executeur-testamentair moet een verslag van zijn/haar werkzaamheden indienen bij het gerecht, aangezien hij/zij recht heeft op een vergoeding van zijn/haar kosten en voor zijn/haar inspanningen, die wordt betaald uit het beschikbare deel van de nalatenschap conform een beslissing van het gerecht (artikel 97 ZD).

Als er geen executeur-testamentair is benoemd, kunnen de erfgenamen die de nalatenschap gezamenlijk beheren totdat deze is verdeeld, het beheer van de nalatenschap toewijzen aan een speciale beheerder. Als de erfgenamen het niet eens kunnen worden over het beheer van de nalatenschap, wijst het gerecht een beheerder aan, op verzoek van (een van) de erfgenamen, om de nalatenschap te beheren namens alle erfgenamen, of bepaalt het gerecht welk deel van de nalatenschap elke erfgenaam zelf zal beheren (artikel 145 ZD).

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Het gerecht vaardigt aan het einde van de erfrechtprocedure een beslissing betreffende de erfenis uit; dit is een beslissing ten gronde. In de beslissing wordt de omvang van de nalatenschap vastgesteld, evenals de erfgenamen en legatarissen en eventuele andere personen die recht hebben op een deel van de nalatenschap. In overeenstemming met de ZD moet de beslissing betreffende de erfenis de volgende onderdelen bevatten (artikel 214, lid 2):

  1. de naam en voornaam (en eventuele eerdere namen) van de overledene en de naam van zijn/haar vader, het beroep van de overledene, de geboortedatum en nationaliteit en, voor een overleden getrouwde vrouw, haar meisjesnaam;
  2. een overzicht van de onroerende zaken, met gegevens van het kadaster en een overzicht van de roerende zaken met verwijzing naar de boedelbeschrijving;
  3. de naam, de voornaam, het beroep en de woonplaats van de erfgenaam, de relatie tussen de erfgenaam en de erflater, of de erfgenaam erft als wettelijke erfgenaam of op grond van een testament en, als er meer dan één erfgenaam is, hun respectievelijke delen in de nalatenschap;
  4. of de procedure voor het bepalen van een erfgenaam is opgeschort;
  5. of de rechten van een erfgenaam zijn opgeschort omdat het passende moment nog niet is aangebroken of omdat de rechten zijn beperkt tot een specifieke periode, omdat er niet is voldaan aan een voorwaarde of omdat de rechten afhankelijk zijn van een ontbindende voorwaarde of een taak die kan worden beschouwd als een ontbindende voorwaarde, of omdat de rechten zijn beperkt door een recht op vruchtgebruik en ten behoeve van wie;
  6. de naam, de voornaam, het beroep en de woonplaats van personen die recht hebben op een legaat, op vruchtgebruik of andere rechten die voortkomen uit de nalatenschap, met een specifieke omschrijving van die rechten.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 16/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Slowakije

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

In het Slowaaks recht zijn erfovereenkomsten of gezamenlijke testamenten niet toegestaan.

Er zijn diverse methoden voor het opmaken van een testament:

1. Een handgeschreven testament van de erflater moet zijn of haar handtekening en de datum bevatten. Een dergelijk testament hoeft niet door getuigen te worden ondertekend.

2. Een testament dat op andere wijze is opgemaakt, (bijvoorbeeld met gebruikmaking van een computer, een typemachine of geschreven door een ander persoon dan de erflater) moet worden ondertekend in aanwezigheid van twee getuigen, die het testament moeten ondertekenen om te verklaren dat het document daadwerkelijk de laatste wil van de erflater tot uiting brengt. Een testament dat op deze wijze is opgemaakt, moet ook de handtekening van de betrokken persoon en de datum bevatten.

3. Een notarieel testament. De notaris is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en formele aspecten van dit type testament. Elk notarieel testament moet worden geregistreerd in het centrale notariële testamentenregister.

4. Er wordt een speciale testamentvorm gebruikt, als de auteur van het testament in slechte gezondheid verkeert, niet kan horen of zien, of niet kan lezen of schrijven. In dergelijke gevallen moeten er drie getuigen aanwezig zijn. Zij valideren het testament door het te ondertekenen, nadat de inhoud ervan aan hen is voorgelezen. In het document moeten de persoon die het heeft geschreven, en de persoon die het hardop heeft voorgelezen, worden vermeld, evenals de wijze waarop is bevestigd dat het document de daadwerkelijke laatste wil van de erflater bevat.

Alleen handelingsbekwame personen kunnen als getuigen optreden. Blinde, dove of doofstomme personen, personen die de taal waarin het testament is opgesteld niet beheersen, en begunstigden van het testament mogen niet als getuige optreden.

Een testament is pas geldig als de datum waarop het is opgemaakt, erin wordt vermeld (dag, maand en jaar). Een belangrijk onderdeel van de inhoud is vanzelfsprekend het aanwijzen van de begunstigden die de volledige nalatenschap erven of een bepaald deel daarvan, of specifieke goederen (wie ontvangt wat).

Als de erflater het testament met de hand heeft geschreven, is het raadzaam dat de erflater zijn of haar naasten hiervan op de hoogte brengt, zodat zij weten waar het testament zich bevindt.

Eventuele voorwaarden die aan het testament zijn gehecht, hebben geen rechtsgevolgen.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Notarissen moeten testamenten die in de vorm van een notariële akte zijn opgesteld, ambtshalve registreren in het centrale notariële testamentenregister, dat wordt bijgehouden door de kamer van notarissen. Testamenten die zijn opgemaakt zoals omschreven in bovenstaande punten (1), (2) en (4) hoeven niet te worden geregistreerd, maar kunnen op verzoek van de erflater of een andere persoon bij een notaris in bewaring worden gegeven. De notaris moet een dergelijke bewaring ook registreren in het centrale notariële testamentenregister.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Ja. In artikel 479 van het burgerlijk wetboek (Občiansky zákonník) (wet nr. 40/1964) worden de legitieme porties van de nalatenschap gespecificeerd, alsook de begunstigden die er recht op hebben (zij worden aangeduid met “legitimaris”, neopomenuteľný dedič): “Minderjarige nakomelingen moeten ten minste even veel ontvangen als het deel van de nalatenschap waarop zij wettelijk recht hebben, en meerderjarige nakomelingen moeten ten minste de helft van hun wettelijke deel ontvangen. Als in een testament anders wordt bepaald, is het desbetreffende gedeelte van het testament niet geldig, tenzij de betrokken nakomelingen zijn onterfd.”

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

De nalatenschap gaat over op basis van de wetgeving, een testament of op basis van beide. Als de overledene geen testament heeft opgemaakt of als er goederen zijn die niet zijn opgenomen in het testament, gaat de nalatenschap over conform de wetgeving, waarbij wordt gekeken naar de orden van begunstigden.

Eerste orde

In de eerste orde erven de kinderen en de echtgeno(o)t(e) van de overledene in gelijke delen. Als een kind niet erft, wordt het erfdeel van dat kind in gelijke delen verdeeld onder zijn of haar kinderen. Als ook die kinderen niet erven, dan erven hun nakomelingen in gelijke delen.

Als de overledene geen nakomelingen heeft of als zijn of haar nakomelingen niet erven (bijvoorbeeld als allen de nalatenschap hebben geweigerd, of als niemand van hen in staat is om te erven, of als zij allen rechtsgeldig zijn onterfd of niet in aanmerking komen), wordt overgegaan naar de tweede orde van begunstigden.

Tweede orde

Als de nakomelingen van de overledene niet erven, zijn de begunstigden in de tweede orde onder andere de echtgeno(o)t(e) en de ouders van de overledene alsook eenieder die vóór het overlijden ten minste één jaar een gezamenlijk huishouden met de overledene heeft gevoerd en daarom zorg heeft gedragen voor het gezamenlijke huishouden dan wel voor levensonderhoud afhankelijk was van de overledene. Begunstigden van de tweede orde erven in gelijke delen. De echtgeno(o)t(e) erft echter altijd ten minste de helft van de nalatenschap.

Derde orde

Als zowel de echtgeno(o)t(e) als de ouders niet erven, erven de begunstigden in de derde orde in gelijke delen. Het betreft onder andere de broers en zussen van de overledene en ook eenieder die vóór het overlijden ten minste één jaar een gezamenlijk huishouden met de overledene heeft gevoerd en daarom zorg heeft gedragen voor het gezamenlijke huishouden, dan wel voor levensonderhoud afhankelijk was van de overledene. Als er broers en zussen zijn die niet erven, ontvangen de kinderen van die broer(s) of zus(sen) het deel van de betreffende broer of zus in gelijke delen.

Vierde orde

Als er in de derde orde geen begunstigden zijn, bestaat de vierde orde uit de grootouders van de overledene, die erven in gelijke delen. Als de grootouders niet erven, erven de kinderen van de grootouders in gelijke delen.

Als er geen begunstigden zijn, vervalt de nalatenschap aan de staat.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

De districtsrechtbank van het rechtsgebied waarin de overledene op het moment van overlijden zijn of haar vaste woon- of verblijfplaats had of, als de overledene geen vaste woon- of verblijfplaats in Slowakije had, van het rechtsgebied waar de overledene goederen had of, als een dergelijke rechtbank niet kan worden vastgesteld, de rechtbank van de plaats waar de erflater is overleden. De districtsrechtbank benoemt een notaris die in de zaak handelt en besluit. De handelingen van de notaris worden aangemerkt als gerechtelijke handelingen. Deze machtiging geldt niet voor een besluit tot het instellen van een erfopvolgingsprocedure, noch voor het indienen van aanvragen om rechtsbijstand in het buitenland, noch voor een besluit tot het ontslaan van de notaris en diens medewerkers, noch voor een besluit om de beslissing inzake de erfopvolging te vernietigen, indien naderhand wordt geconstateerd dat de erflater nog leeft of dat de overlijdensverklaring is ingetrokken.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

Begunstigden leggen een mondelinge verklaring van aanvaarding of weigering van de nalatenschap af voor een notaris, of sturen een schriftelijke verklaring op naar het voor erfrechtzaken bevoegde gerecht, binnen één maand vanaf de dag dat zij door het gerecht op de hoogte zijn gebracht van hun recht om de nalatenschap te aanvaarden of te weigeren en van de gevolgen van deze verklaring.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

De Slowaakse wetgeving bevat geen regeling voor legaten.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Er is geen speciale verklaring van weigering of aanvaarding van een legitieme portie. De procedure is analoog aan de verklaring van aanvaarding of weigering van de nalatenschap, alleen is de termijn van één maand niet van toepassing.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Het bureau van de burgerlijke stand brengt de bevoegde districtsrechtbank op de hoogte van een sterfgeval in het betrokken district. Het gerecht initieert ambtshalve de procedure, zodra het ervan op de hoogte is gesteld dat een persoon is overleden of overleden is verklaard. Het gerecht raadpleegt eerst het centrale notariële testamentenregister om te bepalen of de overledene al dan niet een testament, een akte van onterving, een herroeping van een van deze beide akten of een verklaring inzake de keuze voor een bepaalde nationaal recht overeenkomstig afzonderlijke wetgeving heeft opgemaakt, en gaat na welke notaris deze documenten in bewaring heeft. Het gerecht verricht een voorbereidend onderzoek om de begunstigden en de nalatenschap en de schulden van de overledene vast te stellen, en neemt de dringende maatregelen die nodig zijn om de nalatenschap veilig te stellen. Indien het gerecht bevestigt dat één enkele begunstigde de nalatenschap ontvangt of indien de nalatenschap aan de staat vervalt, hoeft er geen hoorzitting over de erfopvolging plaats te vinden.

Als de erfopvolging niet wordt aangevochten, geeft de notaris als gemachtigde gerechtelijk commissaris in de volgende gevallen een erfrechtverklaring af:

  • één enkele begunstigde ontvangt de nalatenschap;
  • de nalatenschap vervalt aan de staat;
  • de begunstigden zijn het eens geworden over de verdeling; de eventuele schuldeisers van de overledene zijn ook partij bij deze overeenkomst, indien de vorderingen van de schuldeisers onderdeel van de schikking zijn;
  • de begunstigden en de schuldeisers van de overledene hebben een akkoord gesloten om een nalatenschap met buitensporige schulden over te dragen met het oog op de betaling van deze schulden;
  • indien de partijen niet tot een overeenkomst kunnen komen, bekrachtigt de notaris het aandeel van iedere begunstigde in de nalatenschap of hij verdeelt de nalatenschap onder de begunstigden en besluit wat iedere begunstigde ontvangt;
  • de notaris onthoudt zijn goedkeuring aan de overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap en bekrachtigt het aandeel van iedere begunstigde in de nalatenschap of verdeelt de nalatenschap onder de begunstigden en besluit wat iedere begunstigde ontvangt.

Een definitieve erfrechtverklaring is een document dat de overdracht van de eigendom naar de begunstigden officieel doet ingaan.

Als het besluit over de erfrechten afhankelijk is van de verificatie van betwiste feiten en bemiddeling niet heeft gewerkt, beveelt de rechter de begunstigde wiens recht minder waarschijnlijk lijkt, een vordering in te stellen tot vaststelling van de feiten. Het gerecht stelt tevens een termijn vast voor het instellen van een vordering, die ten minste één maand moet bedragen.

Wanneer de nalatenschap belast is met buitensporige schulden en de begunstigden en de schuldeisers van de overledene niet tot een akkoord kunnen komen om de nalatenschap over te dragen met het oog op de betaling van de schulden, kan het gerecht beslissen de nalatenschap te vereffenen. In de daartoe strekkende beslissing verzoekt het gerecht de schuldeisers om hun vorderingen binnen een bepaalde termijn aan te melden; doen zij dat niet dan komen hun vorderingen te vervallen.

Het gerecht (de notaris als gerechtelijk commissaris) vereffent nalatenschappen die met buitensporige schulden zijn belast door alle goederen van de overledene te verkopen tegen de prijs die gebruikelijk is voor dergelijke goederen. Tijdens de verkoop van de goederen handelt de gerechtelijk commissaris in eigen naam voor de partijen, maar houdt hij rekening met de door de partijen gedane voordeligere voorstellen voor de tegeldemaking van de goederen. De notaris stort de opbrengsten uit de liquidatie op een bankrekening die hij daartoe heeft geopend. Indien er nog goederen overblijven, vallen deze toe aan de staat, en wel met ingang van de dag van overlijden van de erflater.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

De nalatenschap valt open bij het overlijden van de erflater. De erfrechtverklaring of de rechterlijke beslissing heeft dus slechts een declaratoir effect met betrekking tot een feit dat in het verleden heeft plaatsgevonden. Het is echter alleen mogelijk volledig over de nalatenschap te beschikken op grond van een definitieve erfrechtverklaring of een rechterlijke beslissing.

De dag van overlijden van de erflater moet worden bewezen met behulp van een overlijdensakte, een kennisgeving van overlijden afgegeven door een speciaal register van het Slowaakse ministerie van Binnenlandse Zaken, wanneer een Slowaakse burger overlijdt in het buitenland, of een rechterlijke beslissing in een procedure om een vermiste persoon overleden te verklaren, waarbij de datum van overlijden door het gerecht wordt vastgesteld. Alleen een Slowaaks gerecht kan Slowaakse burgers overleden verklaren. Slowaakse gerechten kunnen buitenlandse onderdanen overleden verklaren, maar de rechtsgevolgen gelden alleen voor personen die permanent in Slowakije wonen, en alleen voor goederen die zich in Slowakije bevinden.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Ja, begunstigden zijn aansprakelijk voor de schulden van de overledene en voor de redelijke kosten van de begrafenis van de overledene, maar slechts ten belope van de waarde van hun erfdeel. Begunstigden zijn niet verplicht om de schulden van de overledene te betalen uit hun eigen middelen. Indien er meerdere begunstigden zijn, zijn deze verantwoordelijk voor de begrafenis en de schulden van de overledene naar verhouding van het aandeel in de gehele nalatenschap dat een ieder heeft ontvangen. Indien de nalatenschap belast is met buitensporige schulden kunnen de begunstigden en de schuldeisers afspreken om de nalatenschap over te dragen met het oog op de betaling van de schulden. Het gerecht verleent zijn goedkeuring aan deze overeenkomst, tenzij die in strijd is met de wet of de goede zeden.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

De toezichthoudende instantie van het district waar de onroerende zaak is gelegen, is bevoegd deze in het kadaster te registreren. De toezichthoudende instantie van het district voert de registratie ambtshalve uit of op basis van een door de eigenaar of een andere gemachtigde persoon ingediende aanvraag. Een registratieaanvraag moet schriftelijk worden ingediend en bevat:

a) de naam van de aanvrager (handelsnaam) en de vaste woon- of verblijfplaats (statutaire zetel);

b) de naam van de toezichthoudende instantie van het district waaraan de aanvraag is gericht;

c) een authentieke akte of ander document ter bevestiging van het eigendomsrecht van het onroerend goed;

d) een lijst van bijlagen; de bijlagen bij een registratieaanvraag bestaan uit:

i) een authentieke akte of ander document ter bevestiging van het eigendomsrecht van het onroerend goed; indien deze betrekking heeft op de registratie van een krachtens de wet ingesteld pandrecht, is het niet nodig een document ter bevestiging van het bestaan van de vordering bij te voegen;

ii) de specificaties van het perceel, als het eigendomsrecht van het onroerend goed niet is vastgelegd in het bewijs van eigendom;

iii) andere documenten met bewijskracht in het kader van de procedure.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Er hoeft geen beheerder te worden aangesteld. Als zulks echter is vereist omwille van het algemeen belang of een zwaarwegend belang van de partijen, neemt het gerecht ambtshalve dringende maatregelen om de nalatenschap veilig te stellen en kan het ook een beheerder aanstellen. In de meeste gevallen is een van de begunstigden of een andere naaste van de overledene de beheerder, maar het kan ook een notaris zijn die niet de gerechtelijk commissaris is voor de desbetreffende erfopvolgingsprocedure.

Een beheerder die is aangesteld krachtens het Slowaaks recht verschilt van een beheerder in de zin van het “common law”.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

De notaris die wordt aangesteld als gerechtelijk commissaris voert het testament uit. Begunstigden beheren de nalatenschap die is verkregen door erfopvolging, maar zij moeten de toestemming van het gerecht hebben om te beschikken over bestanddelen van de nalatenschap alvorens de erfopvolgingsprocedure wordt beëindigd, en voor andere handelingen die niet onder het dagelijks beheer vallen.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Tijdens de erfopvolgingsprocedure verricht de beheerder de handelingen die nodig zijn om de goederen uit de nalatenschap in stand te houden, binnen de door het gerecht vastgestelde grenzen. Het gerecht bepaalt de reikwijdte van de machtiging van de beheerder teneinde hem of haar in staat te stellen de waarde van de goederen uit de nalatenschap in stand te houden. De beheerder is aansprakelijk voor de schade die voortvloeit uit het niet-nakomen van zijn of haar verplichtingen die in de wet dan wel door het gerecht zijn vastgesteld. Aan het eind van de erfopvolgingsprocedure dient hij of zij bij de begunstigden een eindverslag in en beslist het gerecht over zijn of haar honorarium en de vergoeding van de gemaakte kosten, die moeten worden betaald door de begunstigde(n) die de nalatenschap ontvang(t)(en).

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Aan het eind van de erfopvolgingsprocedure geeft de notaris een erfrechtverklaring af, die geacht wordt een rechterlijke beslissing te zijn. De verklaring bevat de namen van de begunstigden en beschrijft de goederen die overgaan naar elke begunstigde en de delen van de nalatenschap.

Op verzoek van een begunstigde kan de notaris tijdens de erfopvolgingsprocedure een verklaring van de groep van begunstigden opstellen. Het betreft een “bevestiging van de feiten uit het dossier”, opgesteld als een authentieke akte door de notaris die de erfopvolging afhandelt en met name bedoeld als bewijs van de status van begunstigde of andere gerechtigde aan wie een recht van de overledene wordt overgedragen (bijvoorbeeld een verzekeringsuitkering, lidmaatschapsrechten, een rol in lopende procedures enzovoort).

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 03/01/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Finland

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Erfeniskwesties worden geregeld door de Finse Erfwet (40/1965). Bij een overlijden kan alleen een testament bepalen wat er met de nalatenschap moet gebeuren. Een testament moet schriftelijk worden opgemaakt in het gelijktijdige bijzijn van twee getuigen. De erflater moet het testament ondertekenen of zijn/haar eerder gezette handtekening bevestigen. De getuigen moeten het testament bekrachtigen door het na de erflater te ondertekenen of door de handtekening van de erflater op het testament te bevestigen. Ook een mondeling testament kan in bepaalde uitzonderlijke gevallen bindend zijn.

Voorts kan een wederzijds testament worden opgemaakt, dat in de meeste gevallen een door echtgenoten opgemaakt testament is waarin eigendomsrechten aan elkaar worden overgedragen. Wederzijdse testamenten zijn onderworpen aan dezelfde formele vereisten als andere testamenten. De regels die van toepassing zijn op wederzijdse testamenten tussen echtgenoten zijn ook van toepassing op wederzijdse testamenten tussen personen die een geregistreerd partnerschap hebben gesloten.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

De autoriteiten in Finland houden geen register van testamenten bij.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

De vrijheid om legaten toe te kennen is beperkt, ten bate van de directe nakomelingen en de echtgeno(o)t(e) van de overledene. Directe nakomelingen en geadopteerde kinderen, evenals hun nakomelingen, hebben recht op een legitieme portie van de nalatenschap van de overledene. De legitieme portie bedraagt de helft van de waarde van de nalatenschap die aan de erfgenaam zou toevallen bij het volgen van de wettelijke volgorde van erfopvolging.

Een echtgeno(o)t(e) geniet altijd bescherming tegen een door de overleden echtgeno(o)t(e) opgemaakt testament. De langstlevende echtgeno(o)t(e) kan de onverdeelde nalatenschap van de overleden echtgeno(o)t(e) houden, tenzij anders wordt bepaald op basis van een verzoek van een directe nakomeling om verdeling van de nalatenschap of op basis van een door de overledene opgemaakt testament. De langstlevende echtgeno(o)t(e) kan de echtelijke woning evenwel altijd onverdeeld houden, evenals de normale huishoudelijke goederen, tenzij de langstlevende echtgeno(o)t(e) vastgoed bezit dat als woning kan worden gebruikt.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

De primaire begunstigden zijn de directe nakomelingen, die elk een gelijk deel van de nalatenschap ontvangen. Als er een kind is overleden, zullen eventuele nakomelingen van dat kind de plaats van het kind innemen, en zal elke tak van de familie een gelijke portie ontvangen.

Als de overledene was gehuwd en niet wordt overleefd door enige directe nakomeling, zal primair de langstlevende echtgeno(o)t(e) de nalatenschap van de overleden echtgeno(o)t(e) erven. Geregistreerde partners hebben recht om te erven onder dezelfde voorwaarden als echtgenoten.

Als de overledene niet wordt overleefd door enige directe nakomeling en ten tijde van zijn of haar overlijden niet was gehuwd, zullen de vader en de moeder van de overledene elk de helft van de nalatenschap ontvangen. Als de vader en de moeder van de overledene zijn overleden, zal dat erfdeel worden verdeeld onder de broers en zussen van de overledene. Als er een broer of zus is overleden, zullen eventuele nakomelingen van die broer of zus zijn of haar plaats innemen, en zal elke tak van de familie een gelijke portie ontvangen. Als er geen broers of zussen zijn, of nakomelingen van broers of zussen, maar een van de ouders van de overledene nog in leven is, zal die ouder de gehele nalatenschap ontvangen.

Als geen van bovengenoemde erfgenamen de overledene heeft overleefd, zullen de ouders van de vader en moeder van de overledene de gehele nalatenschap ontvangen. Als de grootvader aan vaderskant, de grootmoeder aan vaderskant, de grootvader aan moederskant of de grootmoeder aan moederskant zijn overleden, gaat het deel van de nalatenschap dat naar die grootouder zou zijn gegaan naar zijn of haar kinderen. Volle neven en nichten hebben geen recht op een erfenis.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

De verantwoordelijkheid voor kwesties rond het beheer van erfrechtelijke zaken is verdeeld over verschillende autoriteiten. De belastingdienst van de plaats waar de overledene woonde moet binnen een maand nadat deze is opgesteld een boedelbeschrijving ontvangen, d.w.z. een lijst van de bezittingen en schulden van de overledene. Ook het agentschap voor digitale diensten en diensten betreffende bevolkingsgegevens, of, in de provincie Åland, de Ålandse overheid, kan worden verzocht om de lijst van personen met een aandeel in de nalatenschap te controleren. Het ministerie van Financiën is de centrale autoriteit voor aangelegenheden in verband met de verwerving van eigendommen door de staat. De districtsrechtbank (käräjäoikeus) in het rechtsgebied waar de overledene woonde zal de bevoegde rechtbank zijn voor alle zaken die verband houden met de nalatenschap.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

Een erfenis kan in ontvangst worden genomen door deze feitelijk in bezit te nemen. De erfgenaam kan ook een afzonderlijke verklaring van ontvangst opstellen. Als de nalatenschap is verdeeld, moet een verklaring van ontvangst van de erfenis worden opgesteld voor de begunstigde(n). Als de nalatenschap niet is verdeeld, moet een verklaring van ontvangst worden opgesteld voor de persoon die de nalatenschap beheert. Deze verklaring kan ook bij een rechtbank worden ingediend.

Het weigeren van een erfenis is een vrijwillige keuze, maar deze weigering dient wel schriftelijk te gebeuren. Een weigeringsverklaring kan worden opgesteld voor elke persoon met een aandeel in de nalatenschap van de overledene, de beheerder van de nalatenschap, de persoon die de nalatenschap verdeelt, de executeur van het testament of nakomelingen die de plaats van overleden erfgenamen innemen. Wil de weigering rechtskracht hebben met betrekking tot een beslaglegging door een erfgenaam, dan moet de erfgenaam ofwel een schriftelijke verklaring van weigering van de nalatenschap van de overledene afgeven, voor informatiedoeleinden, of de weigeringsverklaring deponeren bij het agentschap voor digitale diensten en diensten betreffende bevolkingsgegevens, of, in de provincie Åland, bij de Ålandse overheid, zodat de verklaring kan worden ingeschreven in de registers (artikel 81 van hoofdstuk 4 van het Finse Wetboek van Rechtsvordering).

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Er bestaat geen voorgeschreven vorm voor het meedelen van iemands intenties betreffende de begunstigde(n) van een testament. Een verklaring van begunstiging die is afgelegd of ingediend bij de feitelijke beheerder van de nalatenschap of de persoon die de nalatenschap verdeelt, zal worden beschouwd als een verklaring dat de betrokken persoon begunstigde is van het testament en zal dienen als uitgangspunt voor de te nemen maatregelen ten aanzien van de desbetreffende bezitting. Voor de kennisgeving aan de erfgenamen zal een mededeling dat een begunstigde zijn of haar rechten op grond van het testament wenst te doen gelden, volstaan.

Elke verklaring van weigering van een legaat moet schriftelijk worden ingediend. Wil de weigering rechtskracht hebben met betrekking tot een beslaglegging door een legataris, dan moet de legataris ofwel een schriftelijke verklaring van weigering van de nalatenschap van de overledene afgeven, voor informatiedoeleinden, of de weigeringsverklaring deponeren bij het agentschap voor digitale diensten en diensten betreffende bevolkingsgegevens, of, in de provincie Åland, bij de Ålandse overheid, zodat de verklaring kan worden ingeschreven in de registers (artikel 81 van hoofdstuk 4 van het Finse Wetboek van Rechtsvordering).

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

De erfgenaam moet de vordering van zijn of haar legitieme portie binnen zes maanden na in kennis te zijn gesteld van het bestaan van het testament indienen bij de begunstigde via een deurwaarder of op een andere verifieerbare manier. Een vordering van een legitieme portie kan ook worden ingediend door binnen de hierboven vermelde termijn een mededeling te plaatsen in een staatsblad of soortgelijke publicatie als de vordering niet is betekend aan de begunstigde omdat hij of zij vermoedelijk heeft geprobeerd om informatie die voor de vordering van belang is achter te houden of als zijn of haar adres niet bekend is.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

In Finland initiëren de autoriteiten niet op eigen initiatief erfrechtelijke procedures. Na het overlijden van een persoon wordt eerst de documentatie voor de nalatenschap, waaronder een boedelbeschrijving, opgesteld. De boedelbeschrijving is een document dat duidelijkheid verschaft over de status van de nalatenschap van de overledene; in de boedelbeschrijving worden de goederen en op het vermogen drukkende verplichtingen van de overledene opgesomd. Ook de personen die een aandeel hebben in de nalatenschap van de overledene worden in de boedelbeschrijving vermeld, samen met de goederen en verplichtingen van de langstlevende echtgeno(o)t(e) en de gezamenlijke goederen en verplichtingen van de twee echtgenoten. De documentatie voor de nalatenschap moet binnen drie maanden na het overlijden worden opgesteld, maar de belastingdienst kan deze termijn verlengen indien daar een bijzondere reden voor bestaat.

De verplichting om de documentatie voor de nalatenschap op te stellen berust bij de persoon die een aandeel in de nalatenschap heeft en verantwoordelijk is voor het beheer van het vermogen dat de nalatenschap uitmaakt, of bij de beheerder van de nalatenschap of de executeur van het testament. Deze persoon moet twee personen selecteren om de documentatie voor de nalatenschap op te stellen. De stamboom van de overledene moet bij de boedelbeschrijving worden gevoegd. In Finland houden zowel kerken als de burgerlijke stand bevolkingsregisters bij, en officiële uittreksels uit de registers kunnen worden aangevraagd bij het agentschap voor digitale diensten en diensten betreffende bevolkingsgegevens, of, in de provincie Åland, de Ålandse overheid, of bij de kerkelijke gemeenschap waar de overledene stond ingeschreven. De boedelbeschrijving moet binnen een maand nadat de documentatie voor de nalatenschap is opgesteld worden ingediend bij de Finse belastingdienst (Verohallinto).

Wanneer een persoon die een testament heeft opgemaakt overlijdt, moet de begunstigde van het testament het testament ter informatie meedelen aan de erfgenamen, via een deurwaarder of op een andere verifieerbare manier, en hun een gewaarmerkt afschrift van het testament doen toekomen. Als een erfgenaam het testament wenst te betwisten, moet hij of zij binnen zes maanden na in kennis te zijn gesteld van het testament een klacht indienen.

De nalatenschap kan pas worden verdeeld nadat deze is afgewikkeld. De afwikkeling van een nalatenschap omvat het bepalen van het vermogen in de nalatenschap, het vervullen van de verplichtingen van de overledene en zijn of haar nalatenschap in verband met eventuele schulden, en het doen gelden van de rechten van eventuele specifieke begunstigden en/of legatarissen. Met het oog op de afwikkeling van de nalatenschap zijn de personen met een aandeel in de nalatenschap de gezamenlijke eigenaars van het vermogen in de nalatenschap, tenzij er is voorzien in een specifieke wijze van beheer van de nalatenschap. De personen met een aandeel in de nalatenschap kunnen ook de rechtbank verzoeken om, in plaats van dit gezamenlijke beheer, een specifieke beheerder van de nalatenschap van de overledene te benoemen. Zodra de nalatenschap onder het beheer van de beheerder is geplaatst, houdt het gezamenlijk beheer door de personen met een aandeel in de nalatenschap op te bestaan en hebben ze niet langer het recht om te beslissen over aangelegenheden met betrekking tot de nalatenschap van de overledene. De beheerder van de nalatenschap heeft tot taak om alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn voor de afwikkeling ervan. Nadat de nalatenschap is afgewikkeld, moet de beheerder de personen met een aandeel in de nalatenschap daarvan in kennis stellen en een verklaring over zijn of haar beheer opstellen.

Na de afwikkeling van de nalatenschap heeft elke persoon met een aandeel in de nalatenschap het recht te verzoeken om de verdeling ervan. Als de overledene was gehuwd of een geregistreerd partnerschap had gesloten, moet het vermogen eerst worden verdeeld voordat de erfgenamen hun erfenis ontvangen. De personen met een aandeel in de nalatenschap kunnen de nalatenschap verdelen op de wijze die ze onderling zijn overeengekomen. Voor de verdeling van de nalatenschap moet een notariële akte worden verleden, die moet worden ondertekend door de personen met een aandeel in de nalatenschap en die als waarheidsgetrouw en correct moet worden bekrachtigd door twee onpartijdige getuigen.

De verdeler van de nalatenschap kan ook de rechtbank verzoeken om deze te verdelen. Dit gebeurt doorgaans wanneer de personen met een aandeel in de nalatenschap het niet eens kunnen worden over de verdeling. De persoon die de nalatenschap verdeelt zal de beheerder van de nalatenschap of de executeur van het testament zijn, tenzij anders wordt bepaald, als hij of zij geen aandeel in de nalatenschap heeft en de personen met een aandeel in de nalatenschap hem of haar verzoeken om deze te verdelen en er in het testament geen andere persoon voor deze verdeling is aangewezen.

De persoon die de nalatenschap verdeelt moet het tijdstip waarop en de plaats waar de verdeling zal geschieden bepalen en de personen met een aandeel in de nalatenschap daarvoor uitnodigen op verifieerbare wijze. De persoon die de nalatenschap verdeelt moet ernaar streven dat de personen met een aandeel in de nalatenschap het eens zijn over de verdeling. Als die overeenstemming wordt bereikt, moet de nalatenschap dienovereenkomstig worden verdeeld. Als er geen overeenstemming wordt bereikt, moet de persoon die de nalatenschap verdeelt dit zodanig doen dat elk van de personen met een aandeel in de nalatenschap een deel van het totale vermogen ontvangt. Als de nalatenschap niet op enige andere wijze kan worden verdeeld, kan de rechtbank, op verzoek van de persoon die de nalatenschap verdeelt, gelasten dat bepaalde bestanddelen van het vermogen of, indien nodig, het gehele vermogen dat de nalatenschap uitmaakt, moet(en) worden verkocht door de persoon die de nalatenschap verdeelt. Deze persoon zal een document inzake de verdeling van de nalatenschap opstellen en ondertekenen. Elke persoon met een aandeel in de nalatenschap kan de resulterende verdeling aanvechten door binnen zes maanden na de verdeling een klacht in te dienen tegen de andere personen met een aandeel in de nalatenschap.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Een persoon heeft de hoedanigheid van erfgenaam als hij of zij in een familie-, huwelijks- of adoptierelatie staat tot de overledene, naar gelang van hetgeen de wet vereist. Een begunstigde kan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn.

Een erfgenaam of begunstigde kan alleen iemand zijn die ten tijde van het overlijden met de overledene, of degene die het testament heeft opgemaakt, samenleefde. Een uitzondering op deze regel is een kind dat vóór het overlijden van de overledene is verwekt en erna levend is geboren.

Een erfgenaam of begunstigde die zijn of haar rechten wil doen gelden moet de erfenis in ontvangst nemen of zijn of haar vordering bij de persoon of personen die de erfenis in ontvangst heeft of hebben genomen, indienen. Als de erfenis niet is verdeeld, moet de vordering worden ingediend bij de persoon die de nalatenschap beheert. De vordering kan ook worden ingediend bij de rechtbank. De erfgenaam of begunstigde moet de erfenis die of het testament dat hij of zij heeft ontvangen beheren als hij of zij de zorg voor de nalatenschap op zich heeft genomen – hetzij alleen, hetzij samen met andere personen –, heeft deelgenomen aan het opstellen van de documentatie inzake de verdeling van de nalatenschap of andere stappen heeft ondernomen in verband met het vermogen in kwestie.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Een persoon met een aandeel in de nalatenschap van de overledene is niet persoonlijk aansprakelijk voor diens schulden. Een persoon die een aandeel in de nalatenschap van de overledene heeft en de documentatie inzake de verdeling van de nalatenschap moet opstellen, zal slechts dan persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de overledene als hij of zij verzuimt deze documentatie tijdig in te dienen.

De schulden van de overledene en diens nalatenschap zullen worden vereffend uit de goederen van de nalatenschap. De personen met een aandeel in de nalatenschap van de overledene zullen echter persoonlijk aansprakelijk zijn voor schulden en verplichtingen die in de nalatenschap zijn opgenomen.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

De documenten die vereist zijn om onroerende zaken in te schrijven zullen variëren, afhankelijk van de vraag of de onroerende zaak in kwestie is verkregen door wettelijk te erven of bij testament. Bij het indienen van een verzoek om bevestiging van een inschrijving in het kadaster op basis van een wettelijk verkregen erfenis moeten de boedelbeschrijving, de stamboom van de overledene, eventuele documenten inzake de verdeling van de nalatenschap en eventuele documenten inzake de overdracht van geërfde onroerende zaken bij het verzoek worden gevoegd. De verzoeker moet ook bewijzen dat de verdeling van de nalatenschap rechtskracht heeft door bij het verzoek ook hetzij een door alle personen met een aandeel in de nalatenschap ondertekend aanvaardingsdocument, hetzij een door de bevoegde rechtbank van de woonplaats van de overledene afgegeven verklaring van rechtskracht te voegen.

Bij het indienen van een verzoek om bevestiging van een inschrijving in het kadaster op basis van een testament moeten de boedelbeschrijving, de stamboom van de overledene, het originele testament, een verklaring dat het testament rechtskracht heeft en bewijs dat alle erfgenamen in kennis zijn gesteld van het testament, bij het verzoek worden gevoegd. Als de lijst van personen met een aandeel in de nalatenschap (in de boedelbeschrijving) als waarheidsgetrouw en correct moet worden bekrachtigd door het agentschap voor digitale diensten en diensten betreffende bevolkingsgegevens, of, in de provincie Åland, de Ålandse overheid, hoeft er geen stamboom bij het verzoek te worden gevoegd.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Het is niet verplicht om een verzoek tot benoeming van een beheerder van de nalatenschap in te dienen. Als bij de rechtbank een dergelijk verzoek wordt ingediend, moet de rechtbank een beheerder van de nalatenschap benoemen. Zo'n verzoek kan worden ingediend door elke persoon met een aandeel in de nalatenschap, de executeur van het testament of een begunstigde van het testament. Het vermogen dat de nalatenschap uitmaakt kan ook worden overhandigd aan de beheerder van de nalatenschap na een verzoek daartoe door een crediteur van de nalatenschap, op instructie van de overledene of op verzoek van een persoon die aansprakelijk is voor de schulden van de overledene.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

De personen met een aandeel in de nalatenschap zullen het vermogen dat de nalatenschap uitmaakt gezamenlijk beheren, tenzij er is voorzien in een specifieke wijze van beheer van de nalatenschap. De personen met een aandeel in de nalatenschap kunnen ook overeenkomen om de nalatenschap gezamenlijk te beheren en dat de nalatenschap tot nader order of gedurende een bepaalde termijn onverdeeld blijft.

De nalatenschap van een overledene kan op grond van een beslissing van de rechtbank worden overgedragen aan de beheerder van de nalatenschap. In dat geval houdt het gezamenlijke beheer door de personen met een aandeel in de nalatenschap op en zullen deze personen geen besluiten meer kunnen nemen over de nalatenschap, ook geen unanieme besluiten.

De overledene kan in zijn of haar testament een bepaalde persoon tot executeur van het testament benoemen. De executeur is belast met de afwikkeling van de nalatenschap en de uitvoering van het testament. De executeur zal alle aangelegenheden afhandelen die anders de verantwoordelijkheid zouden zijn geweest van personen met een aandeel in de nalatenschap of van de beheerder van de nalatenschap. De benoeming van een executeur staat de benoeming van een beheerder van de nalatenschap niet in de weg. Als in het testament een executeur wordt benoemd, zal deze ook tot beheerder van de nalatenschap worden benoemd, tenzij er een goede reden is om dat niet te doen.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Gezamenlijk beheer van de nalatenschap van een overledene is een unanieme vorm van beheer, waarop slechts in bepaalde bijzondere gevallen uitzonderingen van toepassing zijn. Bij gezamenlijk beheer van een nalatenschap zullen de personen met een aandeel in de nalatenschap deze vertegenwoordigen tegenover derden en kunnen ze gezamenlijk procederen in zaken die verband houden met de nalatenschap. Een maatregel die geen uitstel kan verdragen, kan echter ook worden genomen zonder dat álle personen met een aandeel in de nalatenschap daarin hebben toegestemd. De personen met een aandeel in de nalatenschap kunnen ook iemand machtigen om deze af te handelen.

Wanneer de rechtbank een beheerder van de nalatenschap benoemt, zal de rechtbank een benoemingsdocument aan de beheerder afgeven waarin de nalatenschap waarop het beheer betrekking heeft wordt gespecificeerd. De bevoegdheden van de beheerder van de nalatenschap hebben uitsluitend betrekking op de nalatenschap waarvoor de rechtbank hem of haar heeft benoemd. Nadat de nalatenschap van de overledene is overgedragen aan de beheerder ervan, zal deze de nalatenschap vertegenwoordigen tegenover derden en kan hij of zij procederen in zaken die verband houden met de nalatenschap. Het is de taak van de beheerder van de nalatenschap om alle stappen te ondernemen die nodig zijn voor de afwikkeling ervan. De beheerder van de nalatenschap moet het advies van de personen met een aandeel in de nalatenschap inwinnen over aangelegenheden die van belang zijn voor een of meerdere van hen. Zelfs in dat geval is toestemming van de personen met een aandeel in de nalatenschap voor de beheerder van de nalatenschap geen absolute voorwaarde om actie te ondernemen.

De reikwijdte van de bevoegdheden van de executeur tijdens het afwikkelingsproces is afhankelijk van het testament. Tenzij in het testament anders wordt bepaald, zal de executeur dezelfde bevoegdheden hebben als de beheerder van de nalatenschap.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

De boedelbeschrijving en het document inzake de verdeling van de nalatenschap zijn documenten die de status van een legataris of een begunstigde aangeven en moeten tijdens de erfopvolgingsprocedure worden opgesteld.

In de boedelbeschrijving moeten de personen met een aandeel in de nalatenschap, de goederen en verplichtingen van de overledene, de begunstigden en de langstlevende echtgeno(o)t(e) (als deze geen aandeel in de nalatenschap heeft) worden vermeld.

Het document inzake de verdeling van de nalatenschap vormt de basis voor de verdeling ervan. Het is echter geen afdwingbaar document in die zin dat het kan worden gebruikt als rechtsgrondslag voor een beslaglegging of als instrument voor de overdracht van het beheer. Voor elke tenuitvoerleggingsmaatregel zal een afzonderlijke gerechtelijke uitspraak met rechtskracht nodig zijn.

Het concept van de formele bewijskracht van een document wordt in Finland niet erkend.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 15/02/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Zweden

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Iedereen van 18 jaar of ouder heeft het recht om een testament op te maken. Een testament is ongeldig als het is opgemaakt onder invloed van een psychische stoornis of geestesziekte. Om geldig te zijn moet een testament schriftelijk zijn opgemaakt en zijn ondertekend door de erflater. Bij de ondertekening moeten gelijktijdig twee getuigen aanwezig zijn, die het testament eveneens moeten ondertekenen. De getuigen moeten weten dat het een testament is waarvoor ze als getuigen optreden, maar hoeven niet op de hoogte te zijn van de inhoud ervan.

De twee getuigen moeten ouder dan 15 jaar zijn en mogen niet de echtgeno(o)t(e), de samenlevende partner, een broer of zus of een directe bloedverwant van de erflater zijn of anderszins een nauwe relatie hebben met de erflater. Indien een persoon of diens echtgeno(o)t(e), samenlevende partner, broer of zus, directe verwant of iemand die anderszins met hem of haar verwant is, in het testament als erfgenaam wordt aangewezen, mag hij of zij niet als getuige optreden.

De erflater kan een zogeheten "geprivilegieerd testament" (d.w.z. een noodtestament) opmaken als hij of zij als gevolg van een ziekte of een andere noodsituatie niet op de hierboven beschreven wijze een testament kan opmaken. In dat geval wordt het testament mondeling opgemaakt in het bijzijn van twee getuigen, of handgeschreven en ondertekend door de erflater.

Als een partij een testament nietig wil doen verklaren, moet hij of zij bezwaar tegen het testament aantekenen bij de rechtbank. Dit bezwaar moet binnen zes maanden na ontvangst van het testament worden aangetekend.

De uiterste wilsbeschikking is alleen geldig als deze is opgemaakt overeenkomstig de wetgeving inzake testamenten. Erfovereenkomsten of andere overeenkomsten inzake de overdracht van eigendommen na het overlijden zijn derhalve niet geldig.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Er bestaan in Zweden geen regels voor het registreren van testamenten.

Om er zeker van te zijn dat er een testament is dat na het overlijden van de erflater kan worden gebruikt, dient de erflater aan iemand in wie hij of zij vertrouwen heeft te vertellen waar het testament wordt bewaard. Het is gebruikelijk dat testamenten worden bewaard door een notariskantoor of een bank. Als er na het overlijden van de erflater geen testament kan worden gevonden, wordt de in de wet vastgelegde erfopvolging toegepast. De nalatenschap kan worden herverdeeld als op een latere datum een testament wordt gevonden. De verjaringstermijn hiervoor bedraagt tien jaar.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Ja, als een persoon gehuwd is en/of kinderen heeft, zijn er beperkingen op het recht om over de nalatenschap te beschikken.

Als de erflater was gehuwd, heeft de langstlevende echtgeno(o)t(e) recht op het vermogen dat, samen met wat de langstlevende echtgeno(o)t(e) ontvangt bij de verdeling van de gezamenlijke boedel van de echtgenoten of wat het eigen vermogen van de langstlevende echtgeno(o)t(e) vormt, overeenkomt met vier maal het basisbedrag ingevolge hoofdstuk 2, artikelen 6 en 7 van de Zweedse Socialeverzekeringswet. (2014: 44 400 SEK x 4 = 177 600 SEK) (basisbedragregel). Dit recht is geldig voor zover de waarde van de nalatenschap dat toelaat. Dat betekent dat als de waarde van het vermogen lager is, de langstlevende echtgeno(o)t(e) het bestaande vermogen erft. Testamenten die dit recht beperken zijn in dit opzicht niet geldig.

Kinderen van de overledene zijn erfgenaam en hebben recht op een legitieme portie van de nalatenschap. De legitieme portie is de helft van het erfdeel dat erfgenamen wettelijk toekomt. De erfgenamen van de erflater hebben volgens de wet gelijke rechten op de erfenis. Testamenten die het recht op een legitieme portie beperken zijn in dit opzicht niet geldig. Om een legitieme portie te ontvangen, moet de erfgenaam binnen zes maanden na ontvangst van het testament om wijziging van het testament verzoeken.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Als er geen specifieke uiterste wilsbeschikking is, wordt de erfenis verdeeld overeenkomstig de wettelijk bepaalde erfopvolging. Eén vereiste waaraan een persoon moet voldoen om recht op een erfenis te hebben is dat de persoon ten tijde van het overlijden van de erflater in leven is. Ook iemand die bij het overlijden van de erflater reeds is verwekt en later wordt geboren heeft recht op een erfenis.

Volgens de wet zijn er drie categorieën erfgenamen. De eerste categorie bestaat uit de kinderen of kleinkinderen van de erflater. De tweede categorie bestaat uit de ouders en broers en zussen van de erflater, terwijl de derde categorie bestaat uit de grootouders en hun kinderen, d.w.z. de broers en zussen van de ouders van de erflater. In elke categorie wordt de erfenis in gelijke delen verdeeld. De tweede categorie erfgenamen erft niet als er in de eerste categorie iemand in leven is. De derde categorie erfgenamen erft als er in de tweede categorie niemand meer in leven is.

Als de overledene was gehuwd, gaat de nalatenschap naar de langstlevende echtgeno(o)t(e). Na het overlijden van de langstlevende echtgeno(o)t(e) zullen de gezamenlijke erfgenamen erven; als er geen gezamenlijke erfgenamen zijn, erft de tweede of derde categorie erfgenamen. De gezamenlijke erfgenamen hebben derhalve een secundair erfrecht na het overlijden van de langstlevende echtgeno(o)t(e).

Als de erflater erfgenamen heeft die geen erfgenaam van de langstlevende echtgeno(o)t(e) zijn, hebben deze na het overlijden van de erflater recht op hun erfdeel.

Als er geen erfgenamen zijn, gaat de nalatenschap naar het Zweedse Erfenissenfonds.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

De verdeling van de erfenis wordt doorgaans uitgevoerd zonder bemoeienis van de autoriteiten. In plaats daarvan zijn het de partijen die recht hebben op de erfenis, ofwel de gezamenlijke eigenaars van de nalatenschap van de overledene, die de nalatenschap na het overlijden van de erflater samen verdelen. De partijen bij de nalatenschap zijn de langstlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner, erfgenamen en universele legatarissen. Drie maanden na het overlijden van de erflater moet een boedelbeschrijving worden ingediend bij de Zweedse belastingdienst (Skatteverket). Hierin worden de goederen en schulden van de nalatenschap opgesomd. In de boedelbeschrijving wordt tevens vermeld welke personen bevoegd zijn om de nalatenschap te vertegenwoordigen. De Zweedse belastingdienst is ook de bevoegde autoriteit voor het zoeken naar een erfgenaam met een onbekende verblijfplaats door een oproep te plaatsen in Post- och Inrikes Tidningar (het Zweedse staatsblad).

Als een van de partijen bij de nalatenschap daarom verzoekt, kan de rechtbank gelasten dat de nalatenschap onder beheer van een officiële bewindvoerder wordt geplaatst en ook iemand tot bewindvoerder benoemen. Als de partijen het niet eens kunnen worden over de verdeling van de nalatenschap, zal hiervoor een speciale verdeler worden aangewezen. Deze persoon is bevoegd om de nalatenschap dwingend te verdelen. De verdeler van de nalatenschap wordt benoemd door een gewone rechtbank met rechtsbevoegdheid.

Ook geschillen over erfenissen worden behandeld door een gewone rechtbank met rechtsbevoegdheid.

Als een van de partijen bij de nalatenschap minderjarig of rechtsonbekwaam is, zal een voogd worden benoemd. Een voogd wordt benoemd door het hoofd van de voogdijraad van de gemeente.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Een erfgenaam hoeft geen speciale verklaring van aanvaarding van het recht op een erfenis in te dienen. Hij of zij zal zich echter bekend moeten maken, en als hij of zij partij is bij de nalatenschap, moet hij of zij helpen bij het beheer daarvan.

Als iemand recht heeft op een erfenis op grond van een testament, moet de legataris, indien deze zijn of haar recht wenst te doen gelden, daarvan kennisgeving doen aan de wettelijke erfgenamen. Deze kennisgeving moet gebeuren door de overhandiging van een gewaarmerkt afschrift van het testament aan de erfgena(a)m(en), die de ontvangst moet(en) bevestigen. Na de kennisgeving hebben erfgenamen die van mening zijn dat het testament nietig moet worden verklaard, erfgenamen die het testament willen wijzigen om hun legitieme portie te ontvangen of een langstlevende echtgeno(o)t(e) die een beroep wil doen op de basisbedragregel, zes maanden om bezwaar aan te tekenen bij de rechtbank.

Een erfgenaam van de overledene kan afzien van de uitoefening van zijn of haar recht op een erfenis ten gunste van de langstlevende echtgeno(o)t(e). Dit is niet hetzelfde als afstand doen van de erfenis; in plaats daarvan stelt de erfgenaam de uitoefening van zijn of haar recht op een erfenis uit. De erfgenaam zal recht hebben op de secundaire erfenis uit de nalatenschap van de langstlevende echtgeno(o)t(e), en bij diens overlijden zal de erfgenaam zijn of haar erfdeel ontvangen. Als de erfgenaam niet meer in leven is bij het overlijden van de langstlevende echtgeno(o)t(e), zal de erfgenaam van de erfgenaam in zijn of haar plaats de erfenis ontvangen.

Een erfgenaam of legataris kan rechtstreeks tegenover de erflater afstand doen van zijn of haar recht, d.w.z. vóór het overlijden van de erflater. Dit geldt, tenzij anders wordt bepaald, voor alle erfgenamen van de erflater. Een erfgenaam of zijn of haar erfgenamen hebben altijd recht op een legitieme portie.

Als een erfgenaam of legataris geen aanspraak maakt op zijn of haar erfenis, kan de Zweedse belastingdienst hem of haar instrueren om zijn of haar recht binnen zes maanden na de instructie alsnog te doen gelden. Laat de erfgenaam of legataris dit na, dan verliest hij of zij zijn of haar recht op de erfenis. Een erfgenaam of legataris kan afstand doen van zijn of haar recht op een erfenis tot het moment dat de nalatenschap wordt verdeeld.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Wanneer de erflater overlijdt, moeten de partijen bij de nalatenschap, d.w.z. de langstlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner, erfgenamen en legatarissen, de bezittingen van de overledene gezamenlijk beheren. Ze zijn verantwoordelijk voor het opstellen van de boedelbeschrijving en de indiening daarvan bij de Zweedse belastingdienst. Als de bezittingen meer waard zijn dan de schulden, zal het overschot worden verdeeld op grond van de wettelijke regels inzake erfopvolging of op grond van het testament. De erfgenamen en universele legatarissen verdelen de nalatenschap door een document op te stellen waarin die verdeling wordt vastgelegd. Dit moet een schriftelijk document zijn dat door de erfgenamen wordt ondertekend. Als de erfgenamen het niet eens kunnen worden over de verdeling, kan hiervoor een speciale bewindvoerder worden benoemd en kan de verdeling van de nalatenschap gedwongen plaatsvinden. Als er een executeur wordt benoemd, zal deze verantwoordelijk zijn voor de verdeling.

Als de overledene gehuwd was of samenleefde, zal normaliter een verdeling van de gezamenlijke boedel plaatsvinden. De verdeling van de gezamenlijke boedel zal plaatsvinden voordat de nalatenschap van de overledene wordt verdeeld.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Een persoon wordt erfgenaam bij wet. Om erfgenaam te kunnen worden, moet de persoon bij het overlijden van de erflater in leven zijn, of vóór het overlijden van de erflater zijn verwekt en daarna zijn geboren. Er bestaan drie verschillende categorieën personen die recht hebben op een erfenis; zie voor meer informatie het antwoord op vraag 4.

Een persoon wordt legataris als hem of haar een bezitting wordt toegewezen middels een geldig testament. Als de legataris bij het overlijden van de erflater niet meer in leven is, nemen de verwanten van de legataris zijn of haar plaats in als ze recht hebben op een erfenis volgens de wettelijke erfopvolging.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Nee, de erfgenamen zijn niet aansprakelijk voor de schulden van de overledene. Wanneer iemand overlijdt, gaan de bezittingen en schulden over in een nalatenschap. De nalatenschap is een afzonderlijke rechtspersoon, waaraan derhalve afzonderlijke rechten en verplichtingen zijn verbonden. Als de waarde van de schulden hoger is dan die van de bezittingen, gaat de nalatenschap failliet en kan er geen verdeling van de erfenis plaatsvinden.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Eenieder die een onroerende zaak met eigendomsrecht heeft verworven moet een verzoek tot inschrijving van (de titel van) de verworven onroerende zaak in het Zweedse nationale kadaster (De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.lantmateriet.se/) indienen, normaliter binnen drie maanden na de verwerving. Een persoon die een verzoek tot inschrijving van een titel indient moet het verwervingsdocument en de andere benodigde documenten ter staving van de verwerving overleggen. Dit betekent dat bijvoorbeeld in geval van een aankoop onder andere het koopcontract moet worden overgelegd. Als de onroerende zaak middels erven wordt verworven, is het in bepaalde gevallen (als er maar één partij bij de nalatenschap is) in principe voldoende om het origineel en een gewaarmerkt afschrift van de geregistreerde boedelbeschrijving over te leggen. In andere gevallen moeten het origineel en een gewaarmerkt afschrift van het document inzake de verdeling van de nalatenschap worden overgelegd. Mogelijk zullen ook andere documenten moeten worden overgelegd, zoals de toestemming van het hoofd van de voogdijraad als een minderjarige of een rechtsonbekwame persoon partij is bij de nalatenschap. In bepaalde gevallen kan iemand om de inschrijving van een titel verzoeken door in plaats van het document inzake de verdeling van de nalatenschap een testament met rechtskracht over te leggen.

De persoon die het laatst een verzoek om inschrijving van een titel indient, wordt geacht de eigenaar van de onroerende zaak te zijn.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Het is verplicht om een officiële bewindvoerder voor de nalatenschap te benoemen als een partij bij de nalatenschap daarom verzoekt. Een legataris, d.w.z. iemand aan wie in het testament een specifieke bezitting wordt toegekend, heeft het recht om een verzoek tot benoeming van een dergelijke bewindvoerder in te dienen. De bewindvoerder wordt benoemd door een daartoe bevoegde rechtbank. De bewindvoerder moet beschikken over de kennis die nodig is om de nalatenschap te beheren.

Een erflater kan in zijn of haar testament bepalen dat in plaats van de erfgenamen en universele legatarissen een executeur moet worden belast met het beheer van de nalatenschap.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

In de eerste plaats zijn dat de partijen bij de nalatenschap, d.w.z. de langstlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner, erfgenamen en universele legatarissen. De personen die partij zijn bij de nalatenschap moeten worden vermeld in de boedelbeschrijving. Als er een officiële bewindvoerder of een executeur van het testament is benoemd, is deze gemachtigd om in plaats van de partijen bij de nalatenschap de nalatenschap te vertegenwoordigen.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Een officiële bewindvoerder is belast met het analyseren van de bezittingen en schulden van de nalatenschap en het beheer van het vermogen van de erflater. Ook moet worden vastgesteld welke erfgenamen of legatarissen er zijn om de nalatenschap vervolgens in overeenstemming met de wettelijke erfopvolging of het testament te kunnen verdelen. De bewindvoerder over de nalatenschap is daarom bevoegd om de hiervoor noodzakelijke juridisch bindende documenten te ondertekenen. De bevoegdheid van de bewindvoerder is aan enkele beperkingen gebonden; zo moet hij of zij, om een onroerende zaak te kunnen verkopen, schriftelijke toestemming van alle gezamenlijke eigenaars hebben of, als dat niet mogelijk is, van een bevoegde arrondissementsrechtbank.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

De meest gebruikelijke documenten zijn de boedelbeschrijving en het document inzake de verdeling van de nalatenschap.

Boedelbeschrijving: Na de procedure voor de inventarisatie van de nalatenschap, waarbij alle erfgenamen en legatarissen moeten worden betrokken, wordt een boedelbeschrijving opgesteld die moet worden ingediend bij de Zweedse belastingdienst. Uit de boedelbeschrijving blijkt onder andere wie de erfgenamen en de legatarissen zijn en welke bezittingen en schulden de nalatenschap uitmaken. De persoon die de nalatenschap het best kent, de indiener van de boedelbeschrijving, moet plechtig verklaren dat de informatie in de boedelbeschrijving juist is. Twee personen moeten verklaren dat alles correct is genoteerd in de boedelbeschrijving. Het testament en eventuele huwelijkse voorwaarden moeten bij de boedelbeschrijving worden gevoegd. De Zweedse belastingdienst registreert de boedelbeschrijving. Een geregistreerde boedelbeschrijving heeft een belangrijke civielrechtelijke functie. Dit document is, op zichzelf of samen met het document inzake de verdeling van de nalatenschap, een identificatiedocument voor de partijen bij de nalatenschap, dat bijvoorbeeld kan worden gebruikt als er geld van de bankrekening(en) van de overledene moet worden opgenomen, of als er een verzoek om registratie van de titel van een onroerende zaak moet worden ingediend.

Document inzake de verdeling van de nalatenschap: Bij het verdelen van de nalatenschap moet een document inzake de verdeling van de nalatenschap worden opgesteld. Dit moet een schriftelijk document zijn dat door de erfgenamen en/of legatarissen wordt ondertekend. Ook het document inzake de verdeling van de nalatenschap is een belangrijk civielrechtelijk document en een identificatiedocument voor de partijen bij de nalatenschap.

Het Zweedse recht kent vrije bewijsbeoordeling, wat inhoudt dat er geen bijzondere bepalingen gelden voor de bewijskracht van specifieke documenten.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 16/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Engeland en Wales

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie(CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

De wilsbeschikking wordt opgesteld door de erflater(s). Er bestaat geen vereiste ten aanzien van juridisch advies of betrokkenheid van een juridische beroepsbeoefenaar.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Het is evenmin vereist het testament te registreren.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Nee, maar bepaalde gezins-/familieleden en personen die door de erflater werden onderhouden, kunnen bij de rechter een verzoek tot toekenning van een financiële voorziening uit de nalatenschap indienen krachtens de De link wordt in een nieuw venster geopend.Inheritance (Provision for Family and Dependants) Act 1975.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Krachtens een geldig testament gaat de nalatenschap van de erflater over naar de executeurs (persoonlijke vertegenwoordigers) van de erflater. Het testament houdt geen eigendomsoverdracht aan de erfgenamen in.

Indien, of voor zover, de erflater geen geldig testament heeft opgesteld, zal de nalatenschap worden verdeeld volgens de regels voor erfopvolging bij versterf zoals opgenomen in de De link wordt in een nieuw venster geopend.Administration of Estates Act 1925 (zoals gewijzigd).

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

De nalatenschap van de erflater gaat over naar de persoonlijke vertegenwoordigers van de erflater, die verklaringen van afstand of aanvaarding kunnen ontvangen. Zij kunnen de rechter verzoeken om een grant of representation, d.w.z. een document ten bewijze van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid (in het geval van een testament gaat het om een probate en in het geval van erfopvolging bij versterf gaat het om een letters of administration, een document waarmee een persoon wordt aangewezen als beheerder van een nalatenschap). De grant bevestigt hun bevoegdheid om de nalatenschap af te wikkelen overeenkomstig het testament of de regels voor erfopvolging bij versterf, al naargelang hetgeen van toepassing is. Geschillen met betrekking tot het recht op erfopvolging of de grant kunnen aan de rechter worden voorgelegd. Gerechtelijke procedures worden geregeld door de De link wordt in een nieuw venster geopend.Non-Contentious Probate Rules of de De link wordt in een nieuw venster geopend.Civil Procedure Rules.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

De persoonlijke vertegenwoordigers zijn verantwoordelijk voor het inventariseren en bijeenbrengen van de goederen van de erflater in de nalatenschap, waarna de schulden van de erflater worden voldaan (met inbegrip van de De link wordt in een nieuw venster geopend.successierechten) en het saldo van de nalatenschap wordt verdeeld onder de begunstigden overeenkomstig het testament of de regels voor erfopvolging bij versterf.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Een erflater kan zijn erfgenamen aanwijzen door een geldig testament op te stellen. Bij gebrek aan een geldig testament wordt krachtens de regels voor erfopvolging bij versterf bepaald wie de begunstigden zijn. De begunstigden worden erfgenaam bij overlijden van de erflater of, in het geval van begunstigden die komen te overlijden tijdens de afwikkeling van de nalatenschap, bij overlijden van de eerdere rechthebbende.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Nee. De aansprakelijkheid rust op de nalatenschap van de erflater.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Zoals vermeld in het antwoord op vraag 5, gaat de nalatenschap van de erflater over naar de persoonlijke vertegenwoordigers van de erflater. Deze vertegenwoordigers zullen onroerende goederen overdragen aan de rechthebbende tijdens de afwikkeling van de nalatenschap. De begunstigde zal van de grant of representation en de overdracht bewijs overhandigen aan het Land Registry (het kadaster) overeenkomstig de desbetreffende Land Registration Rules (kadastrale voorschriften).

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Zie het antwoord op vraag 9.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Zie het antwoord op vraag 9.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Zie het antwoord op vraag 9.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

De persoonlijke vertegenwoordigers beheren de nalatenschap en dragen zorg voor de verdeling van de nettobaten. De vorm waarin de betreffende goederen worden overgedragen, hangt af van de aard ervan. Bepaalde goederen kunnen in bezit worden gesteld. Geld kan per cheque worden uitbetaald. Zie vraag 9 wat betreft grond.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 31/08/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Noord-Ierland

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie(CNUE).

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

De uiterste wilsbeschikking kan worden uitgevoerd op grond van de wet (bij gebrek aan een testament) of op grond van een testament. Het is niet verplicht om een testament op te maken. Als er echter een testament wordt opgemaakt, kan dit worden gedaan met of zonder de hulp van een juridische beroepsbeoefenaar. Er bestaat geen vereiste ten aanzien van juridisch advies of betrokkenheid van een juridische beroepsbeoefenaar.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Het is evenmin vereist het testament te registreren. Testamenten kunnen echter tegen een passende vergoeding in bewaring worden gegeven bij het High Court van Noord-Ierland.

Krachtens het testament gaat de nalatenschap van de erflater over naar de executeurs (persoonlijke vertegenwoordigers) van de erflater. Het testament houdt geen eigendomsoverdracht in.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Ja, er kunnen beperkingen gelden met betrekking tot de boedel. Als er bijvoorbeeld sprake is van mede-eigendom, gaat de eigendom automatisch over op de langstlevende mede-eigenaar(s) (‘survivorship’).

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Indien, of voor zover, de erflater geen geldig testament heeft opgemaakt, zal de nalatenschap worden verdeeld volgens de regels voor erfopvolging bij versterf zoals opgenomen in de De link wordt in een nieuw venster geopend.Administration of Estates Act (Northern Ireland) 1955 (zoals gewijzigd).

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

De nalatenschap van de erflater gaat over naar de persoonlijke vertegenwoordigers van de erflater. Zij kunnen de rechter verzoeken om een grant of representation, d.w.z. een document ten bewijze van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid (in het geval van een testament gaat het om een probate en in het geval van erfopvolging bij versterf gaat het om een letters of administration, een document waarmee een persoon wordt aangewezen als beheerder van een nalatenschap). De grant bevestigt hun bevoegdheid om de nalatenschap af te wikkelen overeenkomstig het testament of de regels voor erfopvolging bij versterf, al naargelang hetgeen van toepassing is. Geschillen met betrekking tot het recht op erfopvolging of de grant kunnen aan de rechter worden voorgelegd. Gerechtelijke procedures worden geregeld door de De link wordt in een nieuw venster geopend.County Court Rules (NI) 1981 en de De link wordt in een nieuw venster geopend.Rules of the Court of Judicature (NI) 1980.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

De persoonlijke vertegenwoordigers zijn verantwoordelijk voor het inventariseren en bijeenbrengen van de goederen van de erflater in de nalatenschap, waarna de schulden van de erflater worden voldaan (met inbegrip van de De link wordt in een nieuw venster geopend.successierechten) en het saldo van de nalatenschap wordt verdeeld onder de begunstigden overeenkomstig het testament of de regels voor erfopvolging bij versterf.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Bij overlijden van de erflater of, in het geval van begunstigden die komen te overlijden tijdens de afwikkeling van de nalatenschap, bij overlijden van de eerdere rechthebbende.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Nee. De aansprakelijkheid rust op de nalatenschap van de erflater.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Deze vertegenwoordigers zullen onroerende goederen overdragen aan de rechthebbende tijdens de afwikkeling van de nalatenschap. De begunstigde zal van de grant of representation en de overdracht eventueel een bewijs moeten overhandigen aan het Land Registry (het kadaster) of het Registry of Deeds (het aktenregister) overeenkomstig de De link wordt in een nieuw venster geopend.Land Registration Rules (Northern Ireland) 1994 of de De link wordt in een nieuw venster geopend.Registration of Deeds Regulations (Northern Ireland) 1997.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Zie het antwoord op vraag 9.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Zie het antwoord op vraag 9.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Zie het antwoord op vraag 9.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

De persoonlijke vertegenwoordigers beheren de nalatenschap en dragen zorg voor de verdeling van de nettobaten. De vorm waarin de betreffende goederen worden overgedragen, hangt af van de aard ervan. Bepaalde goederen kunnen in bezit worden gesteld. Geld kan per cheque worden uitbetaald. Zie vraag 9 wat betreft grond.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 24/08/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Schotland

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie(CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Een persoon kan bij overlijden eigendom nalaten aan een andere persoon door in een testament een legaat op te nemen. Op grond van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Requirements of Writing (Scotland) Act 1995 (Schotse wet met voorschriften voor akten) moeten testamenten sinds 1 augustus 1995 schriftelijk worden opgesteld en worden ondertekend door de erflater.

Een persoon kan ook roerend en onroerend goed dat hij of zij in mede-eigendom heeft, nalaten aan de langstlevende (dit wordt gewoonlijk een langstlevendeclausule genoemd).

Ook kan een persoon roerend en onroerend goed in persoonlijke eigendom of in gedeelde eigendom met anderen hebben, waarbij een specialebestemmingsclausule geldt voor het eigendom of het aandeel daarin van die persoon, ten gunste van een andere persoon wanneer de persoon in kwestie komt te overlijden.

Bij het ontbreken van een testament, langstlevendeclausule of speciale bestemming worden de activa verdeeld conform de De link wordt in een nieuw venster geopend.Succession (Scotland) Act 1964 (successiewet).

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Het is in Schotland niet verplicht een testament te laten registreren.

Het eigendomsrecht op onroerend goed, met inbegrip van rechten op grond van een specialebestemmings- of langstlevendeclausule, wordt geregistreerd in ofwel het De link wordt in een nieuw venster geopend.Register of Sasines (register van eigendomsrechten) ofwel het De link wordt in een nieuw venster geopend.Land Register of Scotland (kadaster).

In sommige gevallen wordt het eigendomsrecht op roerend goed, met inbegrip van rechten op grond van een specialebestemmings- of langstlevendeclausule, geregistreerd in bijvoorbeeld het register van aandeelhouders van een onderneming.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Volgens de Schotse wetgeving kan een kind of overlevende echtgenoot/echtgenote/geregistreerde partner bij het overlijden van de ouder/echtgenote/echtgenoot/geregistreerde partner wettelijk aanspraak maken op roerend goed, zelfs als de erflater een testament heeft nagelaten. Deze wettelijke rechten vormen een bescherming tegen onterving. Kinderen hebben recht op een derde van de roerende goederen van de erflater (geld, aandelen enz.) als er een overlevende echtgenoot, echtgenote of geregistreerde partner is. Als er geen overlevende echtgenoot, echtgenote of geregistreerde partner is, hebben kinderen recht op de helft. Overlevende echtgenoten of geregistreerde partners hebben recht op een derde van de roerende goederen van de erflater (geld, aandelen enz.) als er kinderen zijn. Als er geen kinderen zijn, hebben overlevende echtgenoten of geregistreerde partners recht op de helft.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Activa worden op grond van de Succession (Scotland) Act 1964 verdeeld in de hieronder aangegeven volgorde.

(a) OUDERE RECHTEN

Een weduwe, weduwnaar of overlevende geregistreerde partner (de overlevende) heeft oudere rechten met betrekking tot de boedel van zijn of haar overleden echtgenote/echtgenoot of geregistreerde partner.

Als de erflater een huis bezat en de overlevende daar woonde, heeft hij of zij, binnen bepaalde grenzen, recht op het huis en de inboedel daarvan. De overlevende kan aanspraak maken op:

  • het huis, mits de waarde daarvan lager is dan 473 000 GBP
  • de inboedel tot een waarde van 29 000 GBP
  • als de erflater kinderen of afstammelingen nalaat, heeft de overlevende recht op de eerste 50 000 GBP van de boedel. Als de erflater geen kinderen of afstammelingen nalaat, heeft de overlevende recht op de eerste 89 000 GBP van de boedel.

(b) WETTELIJKE RECHTEN

Als er, nadat de 'oudere rechten' zijn voldaan, nog activa over zijn, kunnen de overlevende echtgenoot/echtgenote of geregistreerde partner en kinderen aanspraak maken op bepaalde 'wettelijke rechten' met betrekking tot de roerende goederen van de erflater, zoals beschreven wordt in het antwoord op vraag 3.

(c) VRIJE BOEDEL

Nadat de oudere en wettelijke rechten zijn voldaan, wordt het restant van de goederen van een persoon die zonder testament is overleden, conform de wettelijke voorschriften als volgt verdeeld:

  • kinderen,
  • als er overlevende ouders en broers of zussen zijn, erven ouders de helft en broers en zussen de helft,
  • broers en zussen, als er geen overlevende ouders zijn,
  • ouders, als er geen overlevende broers en zussen zijn,
  • overlevende echtgenoot/echtgenote of geregistreerde partner,
  • ooms of tantes (van zowel vaders- als moederskant),
  • grootouders (van zowel vaders- als moederskant),
  • broers en zussen van grootouders (van zowel vaders- als moederskant),
  • andere voorouders – verder verwijderd dan grootouders,
  • de Kroon.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Bij de meeste boedels moet een executeur (die ofwel is aangewezen in het testament van de erflater ofwel is aangesteld door een rechtbank van het sheriffdom (het zogeheten 'Sheriff Court') 'bevestiging' van het Sheriff Court krijgen. Het verlenen van een bevestiging geeft de executeur het recht de boedel te beheren die wordt aangegeven in de boedelbeschrijving die de bevestigingsaanvraag vergezelt – en geeft de executeur eveneens de volmacht alle erfrechtelijke kwesties in verband met deze boedel af te handelen

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

  • Bij de meeste boedels is het nodig dat er voor het beheer van de boedel een executeur wordt aangewezen – ofwel in een testament ofwel, wanneer er geen geldig testament is of de aangewezen executeurs niet in staat of niet bereid zijn als executeur op te treden, door een Sheriff Court (een executeur-datief).
  • Bij de meeste boedels moet(en) de executeur(s) een bevestiging aanvragen bij het Sheriff Court.
  • Een executeur-datief zal, behalve wanneer de boedel niet onderworpen is aan de kleine boedelprocedure en in een beperkt aantal andere omstandigheden, een aansprakelijkheidsverzekering ('bond of caution') moeten afsluiten alvorens het beheer van een boedel op zich te nemen.
  • Bij de aanvraag van een bevestiging moet behalve het testament, als dat er is, een boedelbeschrijving worden gevoegd waarin alle onderdelen van de boedel worden opgesomd.
  • De rechtbank verleent bevestiging met betrekking tot de onderdelen van de boedel die genoemd worden in de boedelbeschrijving en dat geeft de executeur de bevoegdheid die onderdelen bijeen te brengen.
  • Als dat eenmaal gebeurd is, moet de executeur eventuele schulden en verschuldigde belastingen betalen voordat hij of zij de boedel verdeelt overeenkomstig het testament dan wel de Succession (Scotland) Act 1964.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Wanneer er een testament is, zullen daarin de begunstigden of de categorie begunstigden worden genoemd die een deel of het geheel van de boedel zouden moeten erven, afhankelijk van eventuele aanspraken op wettelijke rechten.

Wanneer er geen testament is, wordt in de Succession (Scotland) Act 1964 bepaald welke rechten van toepassing zijn en in welke volgorde erfgenamen de boedel erven.

Wanneer er geen testament is, kan een overlevende samenwonende partner zich binnen zes maanden op grond van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Family Law (Scotland) Act 2006 (Schotse wet op het familierecht) ook tot de rechter wenden om aanspraak te maken op de boedel.

'Verwerving' houdt in dat een begunstigde 'een eigendomsrecht' ten aanzien van een erfenis verkrijgt. Volgens de Succession (Scotland) 1964 Act verwerft de executeur de boedel met het oog op het beheer ervan. Op dat moment verkrijgt de begunstigde een persoonlijk recht jegens de executeur op overdracht van het deel van de erfenis dat hem/haar toekomt. Wanneer het betreffende deel aan de begunstigde wordt overgedragen, verkrijgt hij of zij een 'reëel recht'.

De timing van de verwerving hangt af van de intentie van de erflater, zoals die op grond van zijn of haar testament wordt vastgesteld.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Alvorens de boedel onder de begunstigden te verdelen, moet de executeur alle uitstaande schulden betalen. Om schuldeisers de tijd te geven een claim in te dienen, mag de boedel pas na zes maanden, gerekend vanaf het overlijden, worden verdeeld. Als een schuldeiser niet binnen zes maanden een claim indient en de executeur de boedel verdeelt, zijn de begunstigden in theorie ten belope van hun erfdeel aansprakelijk voor eventuele schulden.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Het recht op onroerend goed kan worden overgedragen aan een begunstigde door middel van een beschikking die moet worden geregistreerd in het Land Register of Schotland of door een ondertekend document (ceel) te hechten aan de bevestiging (of aan een bevestigingsverklaring).

Als er een langstlevendeclausule is, valt het eigendomsrecht automatisch toe aan de overlevende eigenaar en moet er een uittreksel uit het overlijdensregister bij de eigendomsbewijzen worden gevoegd.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Niet bij alle boedels is een bevestiging van de rechtbank vereist – sommige beleggingsmaatschappijen zullen uitbetalen zonder dat daar een bevestiging voor nodig is. Als een bevestiging wel vereist is, moet een executeur worden aangesteld, hetzij door aanwijzing in een testament hetzij middels een verzoek tot aanstelling door de rechtbank van een executeur-datief.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Een executeur die ofwel op grond van een testament ofwel door de rechtbank is aangesteld en aan wie de rechtbank bevestiging verleent, zal de boedel beheren. In sommige gevallen zullen beleggingsmaatschappijen de boedel van de erflater echter overdragen zonder dat hiervoor een bevestiging nodig is.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

  • Het bijeenbrengen van de boedel die wordt genoemd in de boedelbeschrijving bij de aanvraag van de bevestiging.
  • Het betalen van schulden en belastingen.
  • Het verdelen van het restant van de boedel onder de begunstigden volgens het testament of, wanneer er geen testament is, volgens de Succession (Scotland) Act 1964.
  • Het innen van aan de erflater te betalen schulden.
  • Als een erflater vóór zijn of haar overlijden lichamelijk letsel heeft opgelopen, heeft de executeur dezelfde rechten op schadevergoeding als de erflater.
  • De executeur heeft het recht een vordering tot schadevergoeding wegens lichamelijk letsel die de erflater vóór zijn of haar overlijden heeft ingesteld en waarover nog niet is besloten, voort te zetten.
  • Als de erflater een vordering tot schadevergoeding wegens smaad heeft ingesteld waarover ten tijde van het overlijden nog geen beslissing is genomen, kan het recht op schadevergoeding worden overgedragen op de executeur.
  • Als de erflater recht had op schadevergoeding wegens contractbreuk, kan dat het voorwerp zijn van een vordering die wordt voortgezet of ingesteld door de executeur.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Er hoeven geen documenten te worden verstrekt waarmee de status en rechten van begunstigden worden gestaafd. Onderdelen van de boedel worden door de executeur die de boedel beheert aan de begunstigden overgedragen en voor een aantal zal hiervoor een formele overdracht en eventueel een registratie van het eigendomsrecht nodig zijn. Zoals hierboven al is aangegeven, valt het eigendomsrecht, als er een langstlevendeclausule is, automatisch toe aan de overlevende eigenaar en moet er een uittreksel uit het overlijdensregister bij de eigendomsbewijzen worden gevoegd. Als onderdeel van de bevestigingsprocedure in Schotland moet een successierechtenformulier worden ingediend, ook als er geen successierechten verschuldigd zijn.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 30/08/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Erfenissen - Gibraltar

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de De link wordt in een nieuw venster geopend.Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

De wilsbeschikking wordt opgesteld door de erflater(s). Er bestaat geen vereiste ten aanzien van juridisch advies of betrokkenheid van een juridische beroepsbeoefenaar.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Het is evenmin vereist het testament te registreren.

Krachtens het testament gaat de nalatenschap van de erflater over naar de executeurs (persoonlijke vertegenwoordigers) van de erflater. Het testament houdt geen eigendomsoverdracht in.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Nee.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Indien, of voor zover, de erflater geen geldig testament heeft opgesteld, zal de nalatenschap worden verdeeld volgens de regels voor erfopvolging bij versterf zoals opgenomen in de De link wordt in een nieuw venster geopend.Administration of Estates Act 1933 (zoals gewijzigd).

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

De nalatenschap van de erflater gaat over naar de persoonlijke vertegenwoordigers van de erflater. Zij kunnen de rechter verzoeken om een grant of representation, d.w.z. een document ten bewijze van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid (in het geval van een testament gaat het om een probate en in het geval van erfopvolging bij versterf gaat het om een letters of administration, een document waarmee een persoon wordt aangewezen als beheerder van een nalatenschap). De grant bevestigt hun bevoegdheid om de nalatenschap af te wikkelen overeenkomstig het testament of de regels voor erfopvolging bij versterf, al naargelang hetgeen van toepassing is. Geschillen met betrekking tot het recht op erfopvolging of de grant kunnen aan de rechter worden voorgelegd. Gerechtelijke procedures worden geregeld door de De link wordt in een nieuw venster geopend.Non-Contentious Probate Rules of de De link wordt in een nieuw venster geopend.Civil Procedure Rules.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

De persoonlijke vertegenwoordigers zijn verantwoordelijk voor het inventariseren en bijeenbrengen van de goederen van de erflater in de nalatenschap, waarna de schulden van de erflater worden voldaan en het saldo van de nalatenschap wordt verdeeld onder de begunstigden overeenkomstig het testament of de regels voor erfopvolging bij versterf.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

Bij overlijden van de erflater of, in het geval van begunstigden die komen te overlijden tijdens de afwikkeling van de nalatenschap, bij overlijden van de eerdere rechthebbende.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Nee. De aansprakelijkheid rust op de nalatenschap van de erflater.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Deze vertegenwoordigers zullen onroerende goederen overdragen aan de rechthebbende tijdens de afwikkeling van de nalatenschap. De begunstigde zal van de grant of representation en de overdracht bewijs overhandigen aan het Land Registry (het kadaster) overeenkomstig de De link wordt in een nieuw venster geopend.Gibraltar Land Titles Act 2011.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

Zie het antwoord op vraag 9.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Zie het antwoord op vraag 9.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Zie het antwoord op vraag 9.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

De persoonlijke vertegenwoordigers beheren de nalatenschap en dragen zorg voor de verdeling van de nettobaten. De vorm waarin de betreffende goederen worden overgedragen, hangt af van de aard ervan. Bepaalde goederen kunnen in bezit worden gesteld. Geld kan per cheque worden uitbetaald. Zie vraag 9 wat betreft grond.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website De link wordt in een nieuw venster geopend.Uw Europa.

Al uw De link wordt in een nieuw venster geopend.feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 16/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.