

Informatie zoeken per regio
Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).
Een testateur kan de uiterste wilsbeschikking opstellen in de vorm van een testament of een erfovereenkomst. Het testament kan een notarieel of een eigenhandig testament zijn. Een testateur kan het testament of een deel van het testament te allen tijde intrekken door middel van een later testament of een latere erfovereenkomst. Dat geldt niet voor wederzijdse testamenten van echtgenoten, omdat er bijzondere regels voor de wijziging of herroeping van dergelijke testamenten bestaan.
Notariële testamenten
Een notarieel testament is een door een notaris opgesteld testament of een testament dat door de testateur is opgesteld en in een verzegelde envelop in bewaring is gegeven aan een notaris.
In een notarieel testament legaliseert een notaris een testament dat hij of zij heeft opgesteld overeenkomstig de uiterste wilsbeschikking van de testateur, of een door de testateur opgesteld testament dat hij of zij aan de notaris heeft voorgelegd voor legalisering. Een notarieel testament moet door de testateur zijn ondertekend in aanwezigheid van de notaris.
Een door een notaris gelegaliseerd testament kan ook worden opgesteld door minderjarigen van ten minste 15 jaar oud. Dergelijke minderjarige testateurs hebben geen toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger nodig.
In het geval van een ter bewaring bij een notaris gedeponeerd testament overhandigt de testateur zijn of haar uiterste wilsbeschikking persoonlijk aan de notaris in een verzegelde envelop en verklaart de testateur dat dit zijn of haar testament is. In dat geval stelt de notaris een notariële akte op waarin wordt bevestigd dat het testament is gedeponeerd, welke akte door de testateur en de notaris wordt ondertekend. De testateur kan een bij een notaris gedeponeerd testament te allen tijde intrekken. In dat geval stelt de notaris een notariële akte op waarin wordt bevestigd dat het testament is ingetrokken, welke akte ook weer door de testateur en de notaris wordt ondertekend.
Er zijn geen beperkingen gesteld aan de geldigheid van notariële testamenten, d.w.z. dat ze van kracht blijven totdat ze worden herroepen of ingetrokken.
Eigenhandige testamenten
Een eigenhandig testament is ofwel een in aanwezigheid van getuigen ondertekend testament, ofwel een holografisch testament.
De tekst van een eigenhandig testament dat is ondertekend in aanwezigheid van getuigen hoeft niet te zijn opgesteld door de testateur (en hoeft ook niet handgeschreven te zijn), maar moet zijn ondertekend in aanwezigheid van ten minste twee getuigen die handelingsbekwaam zijn, en de datum waarop het testament is opgemaakt moet in het testament worden vermeld. De getuigen moeten allebei tegelijk aanwezig zijn bij de ondertekening. Een testateur moet de getuigen meedelen dat ze als getuige bij het opmaken van een testament zijn opgeroepen en dat het testament zijn of haar uiterste wilsbeschikking vormt. De getuigen hoeven niet in kennis te worden gesteld van de inhoud van het testament. Onmiddellijk nadat de testateur het testament heeft ondertekend, ondertekenen ook de getuigen het testament. De getuigen bevestigen met hun respectieve handtekeningen dat de testateur het testament zelf heeft ondertekend en dat de testateur naar hun beste weten handelings- en wilsbekwaam is. Een persoon kan niet als getuige optreden als zijn of haar bloedverwanten in opgaande of neergaande lijn, broers of zussen en hun afstammelingen, of echtgeno(o)t(e) en zijn of haar bloedverwanten in opgaande of neergaande lijn, begunstigde zijn van het opgestelde testament.
Een holografisch testament moet van begin tot eind eigenhandig door de testateur zijn geschreven (het testament mag niet zijn getypt, zijn uitgeprint of anderszins op mechanische wijze zijn geproduceerd) en de datum waarop het testament is opgemaakt moet in het testament worden vermeld. Een holografisch testament moet persoonlijk door de testateur zijn ondertekend.
De testateur kan een eigenhandig testament zelf bewaren of aan een andere persoon in bewaring geven.
Een eigenhandig testament wordt zes maanden nadat het is opgemaakt ongeldig als de testateur nog in leven is. Als in het eigenhandig testament niet wordt vermeld op welke datum het is opgemaakt en deze datum niet op andere wijze kan worden vastgesteld, is het testament ongeldig.
Wederzijdse testamenten van echtgenoten
Een wederzijds testament van echtgenoten is een gezamenlijk door de echtgenoten opgesteld testament waarin ze elkaar als erfgenaam benoemen of andere bepalingen inzake de behandeling van de nalatenschap in het geval van hun overlijden vastleggen.
In een wederzijds testament van echtgenoten waarin elk de ander als enige erfgenaam aanwijst, kunnen de echtgenoten bepalen aan wie het deel van de nalatenschap van de overlevende echtgeno(o)t(e) na zijn of haar overlijden wordt overgedragen.
Een wederzijds testament van echtgenoten moet notarieel worden gelegaliseerd. Een notaris stelt dit type testament op in overeenstemming met de uiterste wilsbeschikking van de echtgenoten, en de echtgenoten moeten het testament ondertekenen in aanwezigheid van een notaris.
Een bepaling in een wederzijds testament van echtgenoten kan door elk van de echtgenoten worden herroepen zolang beide echtgenoten nog in leven zijn. Een testament waarin de bepaling wordt herroepen, moet notarieel worden gelegaliseerd. De bepaling wordt geacht te zijn herroepen wanneer de andere echtgeno(o)t(e), via de notaris, een kennisgeving heeft ontvangen van de herroeping van de bepaling. Na het overlijden van een echtgeno(o)t(e) kan de overlevende echtgeno(o)t(e) zijn of haar bepaling alleen herroepen indien hij of zij afziet van het aandeel in de nalatenschap dat op grond van het wederzijdse testament aan hem of haar toekomt.
Een wederzijds testament van echtgenoten wordt ongeldig als het huwelijk vóór het overlijden van de testateur wordt ontbonden. Ook wordt het wederzijds testament ongeldig als de testateur vóór zijn of haar overlijden de echtscheiding heeft aangevraagd bij een rechtbank of schriftelijk heeft ingestemd met een echtscheiding of gerechtigd was om het huwelijk nietig te laten verklaren en daartoe een verzoek had ingediend bij de rechtbank.
Erfovereenkomsten
Een erfovereenkomst is een overeenkomst tussen de testateur en een andere persoon waarbij de testateur de wederpartij of een andere persoon benoemt tot erfgenaam en een legaat, een testamentaire verplichting of een testamentaire aanwijzing vastlegt. Ook kan de testateur een erfovereenkomst sluiten met een erfgenaam bij versterf aangaande het feit dat die erfgenaam de erfenis verwerpt.
Voorts kan een erfovereenkomst eenzijdige beschikkingen van de testateur bevatten; in dat geval zullen die beschikkingen worden toegepast conform de voor testamenten geldende bepalingen.
Erfovereenkomsten moeten worden opgesteld en gelegaliseerd door een notaris. Erfovereenkomsten worden ondertekend in aanwezigheid van een notaris.
Een erfovereenkomst of een in een erfovereenkomst opgenomen beschikking kan worden geannuleerd of herroepen terwijl de partijen in leven zijn door middel van een notarieel gelegaliseerde overeenkomst tussen de partijen of door een nieuwe erfovereenkomst.
Daarnaast kan een partij zich terugtrekken uit de erfovereenkomst. De testateur kan zich terugtrekken uit de erfovereenkomst als het recht op terugtrekking in de overeenkomst is vastgelegd. Terugtrekking kan plaatsvinden als de gerechtigde persoon een misdrijf tegen de testateur, zijn of haar echtgeno(o)t(e) of bloedverwanten in opgaande of neergaande lijn heeft begaan of als de wederpartij opzettelijk inbreuk maakt op zijn of haar wettelijke onderhoudsverplichting jegens de testateur. De testateur is ook gerechtigd om zich uit de erfovereenkomst terug te trekken wanneer een partij bij de erfovereenkomst die tijdens het leven van de testateur terugkerende verplichtingen jegens de testateur moet nakomen ‑‑ bovenal onderhoudsverplichtingen ‑ dergelijke verplichtingen opzettelijk of wezenlijk schendt. Terugtrekking uit de erfovereenkomst vindt plaats door middel van een notarieel gelegaliseerde verklaring aan de wederpartij. In het geval van een wederzijdse erfovereenkomst en als het recht op terugtrekking in de erfovereenkomst is opgenomen, wordt de gehele overeenkomst ongeldig als één partij zich terugtrekt, tenzij in de erfovereenkomst anders is bepaald. Het recht op terugtrekking uit een wederzijdse erfovereenkomst dooft uit bij het overlijden van een van de partijen. Na het overlijden van een partij kan de overlevende partij bij de erfovereenkomst zijn of haar beschikking alleen herroepen als hij of zij afstand doet van de aan hem of haar bij de erfovereenkomst toegewezen activa.
Notariële testamenten en erfovereenkomsten worden altijd ingeschreven in het erfregister op de werkdag volgend op de legalisering van de notariële akte. Bovendien zijn notarissen verplicht om alle wijzigingen in erfovereenkomsten, overeenkomsten inzake de beëindiging van erfovereenkomsten en verklaringen inzake de terugtrekking uit erfovereenkomsten in te schrijven in het erfregister. Schending van de inschrijvingsverplichting heeft geen effect op de geldigheid van het testament.
Een opgemaakt eigenhandig testament kan in het erfregister worden ingeschreven door de testateur of door elke persoon die beschikt over informatie betreffende het eigenhandig testament en door de testateur is gevraagd om de inschrijving te verrichten. Eigenhandige testamenten hoeven niet verplicht te worden ingeschreven in het erfregister.
Notariële testamenten en erfovereenkomsten worden in het erfregister ingeschreven door de notaris die het testament of de erfovereenkomst heeft gelegaliseerd of bij wie het document is gedeponeerd. Daartoe verricht de notaris een inschrijving in het erfregister of zendt hij of zij een kennisgeving aan het register. Vanaf 1 januari 2015 zenden notarissen niet langer kennisgevingen aan het erfregister, maar wijzigen ze de gegevens in het erfregister door deze wijzigingen in te schrijven in het register.
Gegevens over eigenhandige testamenten kunnen in het erfregister worden ingevoerd via het overheidsportaal http://www.eesti.ee/ door elke persoon die weet heeft van het testament en aan wie is gevraagd om de desbetreffende gegevens in te voeren.
Over het algemeen zijn er geen beperkingen gesteld aan het opmaken van testamenten, en ook is het eigen beschikkingsrecht van de testateur niet beperkt wanneer hij of zij een testament heeft opgemaakt.
De beschikkingsvrijheid is beperkt door de rechtsfiguur van de legitieme portie, die de vrijheid van de testateur om zijn of haar vermogen aan de erfgenamen van zijn of haar keuze na te laten inperkt. Als een testateur bij testament of erfovereenkomst een afstammeling, ouder of echtgeno(o)t(e) die recht heeft op een erfdeel bij versterf en ten aanzien van wie de testateur ten tijde van zijn of haar overlijden een onderhoudsverplichting had uit hoofde van de Estse Wet inzake het familierecht, heeft onterfd of zijn of haar aandeel in de nalatenschap heeft verlaagd tot onder zijn of haar aandeel bij erfopvolging bij versterf, dan heeft de betrokken persoon het recht om een legitieme portie van de erfgenamen te vorderen. Krachtens de Estse Wet inzake het familierecht heeft de ontvanger van de legitieme portie bijgevolg een vordering op de erfgenamen. De persoon die recht heeft op de legitieme portie kan een geldbedrag vorderen dat gelijk is aan de legitieme portie als berekend op basis van de waarde van de nalatenschap. De persoon die het recht op een legitieme portie uitoefent is geen erfgenaam. Het bedrag van de legitieme portie is de helft van de waarde van het aandeel in de nalatenschap dat een erfgenaam zou hebben geërfd in het geval van wettelijke erfopvolging als alle wettelijke erfgenamen de nalatenschap zouden hebben aanvaard.
Als de erflater geen geldig testament of geldige erfovereenkomst heeft nagelaten, wordt de erfopvolging geacht bij versterf te zijn en wordt deze wettelijk geregeld. Als het testament of de erfovereenkomst slechts betrekking heeft op een deel van de goederen van een testateur, wordt de erfopvolging voor het resterende deel geregeld overeenkomstig de wet. De erfgenamen bij versterf zijn de echtgeno(o)t(e) en de verwanten van de erflater, en de erfopvolging vindt plaats op drie niveaus. De echtgeno(o)t(e) erft samen met de erfgenamen bij versterf.
De eerste orde omvat de afstammelingen van de erflater (kinderen, geadopteerde kinderen, kleinkinderen enz.). Samen met de erfgenamen van de eerste orde erft de echtgeno(o)t(e) een bedrag dat gelijk is aan het aandeel van een kind van de erflater, en niet minder dan een kwart van de nalatenschap.
Als er geen erfgenamen van de eerste orde zijn, erven de erfgenamen van de tweede orde: de ouders van de erflater en hun afstammelingen (broers en zussen van de erflater). Als beide ouders van de erflater ten tijde van het openvallen van de nalatenschap nog leven, erven ze de hele nalatenschap in gelijke delen. Als de vader of moeder van de overledene niet meer leeft ten tijde van het openvallen van de nalatenschap, nemen de kinderen, geadopteerde kinderen en kleinkinderen enz. de plaats van de overleden ouder in. Samen met de erfgenamen van de tweede orde erft de echtgeno(o)t(e) de helft van de nalatenschap.
Als er geen erfgenamen van de tweede orde zijn, erven de erfgenamen van de derde orde: de grootouders van de erflater en hun afstammelingen (d.w.z. ooms en tantes van de erflater). Als alle grootouders van de erflater ten tijde van het openvallen van de nalatenschap nog leven, erven ze de hele nalatenschap in gelijke delen. Als een grootouder van vaders- en moederskant niet meer leeft ten tijde van het openvallen van de nalatenschap, wordt zijn of haar plaats ingenomen door de kinderen, geadopteerde kinderen en kleinkinderen enz. van de overleden grootouder. Als die er niet zijn, erft de andere grootouder van dezelfde kant van de familie zijn of haar aandeel. Als de andere grootouder ook overleden is, erven zijn of haar kinderen, geadopteerde kinderen, kleinkinderen enz. de nalatenschap. Als beide grootouders van vaderskant dan wel beide grootouders van moederskant van de erflater reeds overleden zijn ten tijde van het openvallen van de nalatenschap en geen afstammelingen hebben, nemen de grootouders van de andere kant van de familie en hun kinderen, geadopteerde kinderen en kleinkinderen enz. de plaats van de overleden grootouders in. De bepalingen inzake erfgenamen van de eerste orde worden toegepast op afstammelingen die de plaats van hun ouders innemen als erfgenamen.
Als de erflater gehuwd was en geen erfgenamen van de eerste of tweede orde had, erft de echtgeno(o)t(e) de gehele nalatenschap.
Als de erflater geen erfgenamen bij versterf of echtgeno(o)t(e) had, is de lokale overheid van de plaats waar de erfopvolging is opengevallen de wettelijke erfgenaam. De plaats waar de erfopvolging is opengevallen, is de laatste wettelijke verblijfplaats van de erflater. Als de laatste wettelijke verblijfplaats van de erflater in een ander land dan Estland ligt, maar het Ests recht moet worden toegepast op de erfopvolging, is de erfgenaam bij versterf de Republiek Estland.
In Estland worden erfopvolgingsprocedures uitgevoerd door de Estse notaris waar de erfopvolgingsprocedure is ingeleid. De notaris verricht een inschrijving in het erfregister waaruit blijkt dat de procedure is ingeleid.
Verklaringen van aanvaarding en verwerping van de erfenis moeten worden voorgelegd aan de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert. Deze verklaringen kunnen ook notarieel worden gelegaliseerd door een andere notaris, die de verklaring vervolgens zal doorsturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert.
Ook consulaire ambtenaren met speciale kwalificaties en ambtenaren die werken voor buitenlandse vertegenwoordigingen van Estland kunnen aanvaardings- of verwerpingsverklaringen legaliseren. Consulaire ambtenaren zijn verplicht om de door hen gelegaliseerde verklaringen door te sturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert.
Ingevolge het systeem voor legaten heeft een legataris het recht om te eisen dat de executeur van het legaat het voorwerp van het legaat aan hem of haar overdraagt. Om het legaat te ontvangen moet de legataris een vordering tot executie van het legaat instellen bij de executeur van het legaat. De testateur kan de executie van het legaat als verplichting opleggen aan de erfgenaam of een andere legataris. Als de testateur geen executeur voor het legaat heeft benoemd, treedt de erfgenaam op als executeur.
Aangezien de bepalingen inzake aanvaarding of verwerping van de erfenis ook gelden voor de aanvaarding of verwerping van een legaat, heeft het verzuim om een verklaring van verwerping in te dienen binnen de daarvoor vastgestelde termijn tot gevolg dat het legaat wordt geacht te zijn aanvaard. Als de legataris het legaat wenst te verwerpen, moet de verklaring van verwerping worden ingediend binnen de hiervoor in de wet vastgestelde termijn, te weten drie maanden na het overlijden van de testateur en de kennisgeving van het recht op het legaat.
Als onderdeel van de erfopvolgingsprocedure moet de notaris contact opnemen met alle in het testament genoemde legatarissen om hen te informeren over hun recht op een legaat. Voordat de vordering tot executie van het legaat wordt ingediend, heeft de legataris het recht om informatie over het legaat te ontvangen. Net als bij de aanvaarding van de erfopvolging is ook de verklaring van aanvaarding of verwerping van het legaat onherroepelijk. Om zijn of haar rechten te staven, heeft de legataris het recht om de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert te verzoeken om een verklaring inzake de uit het legaat voortvloeiende vordering.
Als het legaat betrekking heeft op een onroerende zaak of enig ander object waarbij een verkooptransactie notarieel moet worden gelegaliseerd, moet het contract inzake de overdracht van het legaat tussen de executeur van het legaat en de legataris ook notarieel worden gelegaliseerd.
Een legataris die ook erfgenaam is, heeft recht op het legaat ook al verwerpt hij of zij de erfenis.
Een legitieme portie is een geldelijke vordering op de erfgenamen uit hoofde van het verbintenissenrecht, die moet worden ingediend bij de erfgenamen. Het recht op een legitieme portie ontstaat bij het openvallen van de nalatenschap. Er hoeft geen verzoek bij een notaris te worden ingediend om een legitieme portie te ontvangen.
Als een testateur bij testament of erfovereenkomst een afstammeling, ouder of echtgeno(o)t(e) die recht op een erfdeel bij versterf heeft en ten aanzien van wie de testateur ten tijde van zijn of haar overlijden een onderhoudsverplichting had uit hoofde van de Estse Wet inzake het familierecht, heeft onterfd of zijn of haar aandeel in de nalatenschap heeft verlaagd tot onder zijn of haar aandeel bij erfopvolging bij versterf, heeft deze het recht om een legitieme portie van de erfgenamen te vorderen.
De notaris legaliseert, op grond van een notarieel gelegaliseerd verzoek van een erfgenaam, de executeur van een testament of een persoon die recht heeft op een legitieme portie, de verklaring inzake de vordering op een legitieme portie – ook bekend als de verklaring betreffende het recht op een legitieme portie. In de verklaring betreffende het recht op een legitieme portie worden de ontvanger en de omvang van de legitieme portie in de nalatenschap beschreven.
Van het recht op een legitieme portie kan afstand worden gedaan door middel van een erfovereenkomst tussen de erflater en de persoon die recht heeft op erfopvolging. Deze overeenkomst moet notarieel worden gelegaliseerd.
Bij het openvallen van de nalatenschap – d.w.z. bij het overlijden van de erflater – gaat de nalatenschap over op de erfgenamen, die erfgenamen bij erfovereenkomst, testamentaire erfgenamen dan wel erfgenamen bij versterf kunnen zijn.
Om te bepalen welke personen in aanmerking komen voor een erfenis kan een erfopvolgingsprocedure worden ingeleid door een erfgenaam, een crediteur van de erflater, een legataris of een andere persoon die rechthebbende is met betrekking tot de nalatenschap. Een persoon die een erfopvolgingsprocedure wil starten moet contact opnemen met een notaris; de notaris zal vervolgens een ter zake dienend verzoek opstellen en legaliseren. De procedure kan maar door één notaris worden uitgevoerd; als de erfopvolging reeds is geïnitieerd op verzoek van een notaris, zal de notaris die het latere verzoek heeft aanvaard dit verzoek derhalve doorsturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert.
De erfgenaam kan de erfenis aanvaarden of verwerpen. De termijn voor het afstand doen van het recht op erfopvolging bedraagt drie maanden. Deze termijn begint te lopen vanaf het moment waarop de erfgenaam weet of had moeten weten dat de erflater is overleden en dat hij of zij recht op een erfdeel heeft. Als de erfgenaam de erfenis niet verwerpt binnen deze termijn, wordt hij of zij geacht deze te hebben aanvaard. Om de erfenis te aanvaarden kan de erfgenaam ook binnen bovengenoemde termijn een daartoe strekkend verzoek indienen bij de notaris die de erfopvolgingszaak behandelt.
Het besluit van de erfgenaam om de erfenis te aanvaarden of te verwerpen is onherroepelijk. Na een verwerping van de erfenis kan deze niet meer worden aanvaard; na aanvaarding van de erfenis kan deze niet meer worden verworpen. Dit beginsel is ook van toepassing op de aanvaarding of verwerping van een legaat – zij het dat legatarissen die tevens erfgenaam zijn en de erfenis hebben verworpen nog steeds recht op het legaat hebben.
Verklaringen van aanvaarding of verwerping moeten notarieel worden gelegaliseerd.
De erfopvolging wordt geïnitieerd bij het overlijden van de erflater. Nadat de erfopvolging is geïnitieerd, gaat de nalatenschap over op de erfgenamen. De basis voor de erfopvolging is de wet of de laatste wens van de erflater, uitgedrukt in een uiterste wilsbeschikking of een erfovereenkomst. Een erfdeel op grond van een overeenkomst krijgt voorrang boven een testamentair erfdeel, en deze beide erfdelen krijgen voorrang boven een erfdeel bij versterf.
Er hoeft geen afzonderlijk verzoek te worden ingediend om de erfenis te ontvangen. Bij aanvaarding van een erfenis gaan alle rechten en verplichtingen van de erflater over op de erfgenaam, behalve die welke door hun aard integraal zijn verbonden met de persoon van de erflater of die wettelijk niet overdraagbaar zijn. Als de erfgenaam de erfenis aanvaardt, wordt de eigendom van de tot de nalatenschap behorende voorwerpen geacht te zijn overgedragen met terugwerkende kracht tot de datum van het openvallen van de nalatenschap. Als de erfenis is aanvaard door meer dan één erfgenaam (mede-erfgenamen), is de nalatenschap hun gezamenlijke eigendom.
Elke persoon met rechtsbevoegdheid kan erven – dit omvat natuurlijke personen die ten tijde van het overlijden van de erflater in leven zijn en rechtspersonen die ten tijde van het overlijden van de erflater bestaan. Een kind dat na het openvallen van de nalatenschap levend wordt geboren, wordt geacht te kunnen erven bij het openvallen van deze nalatenschap als het kind vóór het openvallen van de nalatenschap was verwerkt. Een op grond van een testament of erfovereenkomst opgerichte stichting wordt geacht te hebben bestaan ten tijde van het openvallen van de nalatenschap als de stichting later rechten als rechtspersoon verwerft.
Een overlevende echtgeno(o)t(e) heeft geen recht op een erfdeel of recht op het preferentieel aandeel (de zogeheten preferentiële goederen) als de erflater vóór zijn of haar overlijden de echtscheiding heeft aangevraagd of heeft verzocht om schriftelijke instemming met een echtscheiding, of ten tijde van zijn of haar overlijden gerechtigd was om het huwelijk nietig te laten verklaren en daartoe een verzoek had ingediend bij de rechtbank.
Een ouder die de voogdij over een kind volledig is ontnomen, kan niet de wettelijke erfgenaam van het kind zijn.
Er kan niet worden geërfd in de volgende gevallen:
Volgens het Ests recht wordt een ontvanger van een legitieme portie niet beschouwd als een erfgenaam; de ontvanger van een legitieme portie heeft een opeisbare vordering op de erfgenaam uit hoofde van het verbintenissenrecht. Het recht om een legitieme portie te vorderen van de erfgenaam ontstaat als een erflater bij testament of erfovereenkomst een afstammeling, ouder of echtgeno(o)t(e) die recht op een erfdeel bij versterf heeft en ten aanzien van wie de erflater ten tijde van zijn of haar overlijden een onderhoudsverplichting had uit hoofde van de Estse Wet inzake het familierecht, heeft onterfd of zijn of haar aandeel in de nalatenschap heeft verlaagd tot onder zijn of haar aandeel bij erfopvolging bij versterf. Het bedrag van de legitieme portie is de helft van de waarde van het aandeel in de nalatenschap dat een erfgenaam zou hebben geërfd in het geval van erfopvolging bij versterf als alle wettelijke erfgenamen de nalatenschap zouden hebben aanvaard.
Een erfopvolgingsprocedure kan worden ingeleid door een erfgenaam, een crediteur van de erflater, een legataris of een andere persoon die rechthebbende is met betrekking tot de nalatenschap, op grond van een notarieel gelegaliseerd verzoek. Een erfopvolgingsprocedure wordt uitgevoerd door de Estse notaris bij wie de erfopvolgingsprocedure is ingeleid en die in het erfregister staat ingeschreven als de executeur van de erfopvolgingsprocedure. De procedure kan maar door één notaris worden uitgevoerd; als de erfopvolging reeds is geïnitieerd op verzoek van een notaris, zal de notaris die het latere verzoek heeft aanvaard dit verzoek derhalve doorsturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert. Een notaris moet een erfopvolgingsverklaring legaliseren als er voldoende bewijs is voor het recht van erfopvolging door een erfgenaam. Als er meerdere erfgenamen zijn, stelt de notaris de omvang van het aandeel in de nalatenschap van elke erfgenaam vast.
Een erfgenaam kan de erfenis aanvaarden of verwerpen. Als een persoon die recht heeft op een erfenis niet binnen drie maanden na de datum waarop hij of zij te weten komt of te weten had moeten komen dat hij of zij recht op een erfdeel heeft, geen afstand van dat recht heeft gedaan, wordt hij of zij geacht de erfenis te hebben aanvaard. Een persoon die afstand doet van zijn of haar recht op een erfdeel vermijdt de juridische gevolgen van de erfopvolging.
Ja, een erfgenaam moet alle verplichtingen van de erflater nakomen. Als de nalatenschap ontoereikend is om alle vorderingen te voldoen, moet een erfgenaam de resterende verplichtingen uit zijn of haar eigen vermogen voldoen, tenzij de erfgenaam na een boedelbeschrijving de verplichtingen heeft voldaan krachtens de in de wet vastgestelde procedure, de nalatenschap failliet is verklaard of de faillissementsprocedure is beëindigd zonder dat er een faillissement is uitgesproken.
Als een erfgenaam verzoekt om een boedelbeschrijving, mogen de crediteuren van de erfgenaam hun vorderingen slechts verhalen op de nalatenschap nadat de boedelbeschrijving is uitgevoerd; doch die beperking geldt slechts binnen de termijn die is vastgesteld voor de boedelbeschrijving.
Nadat de boedelbeschrijving is verricht, is de aansprakelijkheid van de erfgenaam beperkt tot de waarde van de nalatenschap.
Als de erflater onroerende zaken bezat, wordt de betrokken inschrijving in het kadaster ongeldig bij zijn of haar overlijden, op grond van de overweging dat de persoon die in het kadaster staat ingeschreven als de houder van het reële recht niet de persoon is aan wie het reële recht (volgens het materiële recht) feitelijk toebehoort, omdat alle goederen van de erflater bij het openvallen van de nalatenschap overgaan op een andere persoon – de erfgenaam.
Om de erfgenaam of erfgenamen in het kadaster te kunnen inschrijven, moet de nieuwe houder van het reële recht een inschrijvingsverzoek indienen en moet een document ter staving van de rechtsopvolging – de erfopvolgingsverklaring – worden bijgevoegd.
Als het reële recht is overgedragen aan een gemeenschap van mede-erfgenamen, is de verklaring van één erfgenaam voldoende om de inschrijving te wijzigen en worden de andere erfgenamen geacht niet relevant te zijn, d.w.z. dat hun instemming niet noodzakelijk is voor de inschrijving, aangezien een erfgenaam niet kan voorkomen dat een titel die reeds aan hem of haar is overgedragen, zichtbaar wordt in het kadaster. Hetzelfde beginsel geldt in het geval van de overdracht van een deel van het gezamenlijk vermogen van mede-erfgenamen.
Wanneer de echtgenoten, conform de erfopvolgingsverklaring, een gezamenlijk vermogen hadden, gelden er krachtens de wetgeving bijzondere vereisten. In dat geval kan elk specifiek voorwerp zowel gezamenlijk eigendom als afzonderlijk eigendom zijn, en dit kan niet worden opgehelderd in het kader van de legalisering van de erfopvolgingsverklaring.
Voorts bevat de wetgeving uitzonderingen voor de situatie waarin de erfgenamen de nalatenschap hebben verdeeld met het oog op de ontbinding van de gemeenschap en hebben bepaald welke items of onderdelen, of rechten en verplichtingen die deel uitmaken van de nalatenschap, door elke mede-erfgenaam zullen worden gehouden en welke onroerende zaken die deel uitmaken van de nalatenschap door een specifieke mede-erfgenaam zullen worden gehouden.
Als de erflater nooit gehuwd is geweest, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:
Er zijn geen kosten verbonden aan het wijzigen van een inschrijving in het kadaster.
In dat geval worden alle erfgenamen die in de erfopvolgingsverklaring worden vermeld ingeschreven in het kadaster als gezamenlijke eigenaars.
Wanneer de nalatenschap op een zodanige wijze wordt verdeeld tussen mede‑erfgenamen dat de onroerende zaak wordt gehouden door een specifieke mede‑erfgenaam, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:
Voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster moet een vergoeding worden betaald.
In dat geval wordt de in de overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap vermelde persoon aan wie de eigendom van de specifieke onroerende zaak wordt toegekend, ingeschreven in het kadaster als de eigenaar van de onroerende zaak.
De erfopvolgingsverklaring moet aan de notaris worden overgelegd voor de legalisering van de overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap.
Als het huwelijk van de erflater was beëindigd ten tijde van het openvallen van de nalatenschap of eindigde met het overlijden van de erflater, maar de onroerende zaak in de nalatenschap geen gezamenlijk eigendom van de voormalige echtgenoten was, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:
Er zijn geen kosten verbonden aan het wijzigen van een inschrijving in het kadaster.
Alle erfgenamen die in de erfopvolgingsverklaring worden vermeld, worden ingeschreven in het kadaster.
Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak het exclusieve eigendom van de erflater was. In de regel moeten de documenten die de basis voor de verwerving van de onroerende zaak hebben gevormd worden overgelegd aan de notaris, voor zover de notaris deze zelf niet kan verkrijgen, teneinde te bewijzen dat de echtgenoten de eigendom hadden verdeeld of de onroerende zaak als gescheiden eigendom hadden aangemerkt (bv. door middel van een huwelijksvermogensovereenkomst, een overeenkomst inzake de verdeling van gezamenlijk eigendom of een ander document tot staving van de verwerving van gescheiden eigendom, zoals een overeenkomst om niet enz.).
Als het huwelijk van de erflater was beëindigd ten tijde van het openvallen van de nalatenschap of eindigde met het overlijden van de erflater, maar de onroerende zaak in de nalatenschap gezamenlijk eigendom van de voormalige echtgenoten was, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:
Er zijn geen kosten verbonden aan het wijzigen van een inschrijving in het kadaster.
Alle erfgenamen die in de erfopvolgingsverklaring worden vermeld en de overlevende of voormalige echtgeno(o)t(e) worden ingeschreven in het kadaster, ongeacht of ze al dan niet erfgenaam zijn.
Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak gezamenlijk eigendom was. In de regel moeten de documenten die de basis voor de verwerving van de onroerende zaak hebben gevormd worden overgelegd aan de notaris, voor zover de notaris deze niet zelf kan verkrijgen (o.a. de overeenkomst inzake de verdeling van gezamenlijk eigendom, een huwelijksvermogensovereenkomst).
Als het huwelijk van de erflater was beëindigd ten tijde van het openvallen van de nalatenschap of eindigde met het overlijden van de erflater en de onroerende zaak in de nalatenschap gezamenlijk eigendom van de voormalige echtgenoten was, en de nalatenschap op een zodanige wijze tussen mede-erfgenamen wordt verdeeld dat de onroerende zaak wordt gehouden door een specifieke mede-erfgenaam, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:
Voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster moet een vergoeding worden betaald.
Als gevolg van de verdeling van het gezamenlijk huwelijksvermogen worden de erflater en overlevende echtgeno(o)t(e) in het kadaster ingeschreven als eigenaars van hun wettelijke delen. De in de erfopvolgingsverklaring vermelde erfgenamen aan wie de eigendom van een specifieke onroerende zaak krachtens de overeenkomst wordt overgedragen, worden in het kadaster ingeschreven als de eigenaars van het wettelijke deel van de erflater. Als het wettelijke deel dat toebehoort aan de erfgenamen wordt verdeeld tussen de erfgenamen, wordt de omvang van het wettelijke deel van elke erfgenaam vermeld.
Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak gezamenlijk eigendom was.
Een andere optie is in dit geval om de volgende documenten voor te leggen voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster:
Voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster moet een vergoeding worden betaald.
De in de overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap vermelde persoon aan wie de eigendom van de specifieke onroerende zaak wordt toegekend, wordt in het kadaster ingeschreven als de eigenaar van de onroerende zaak.
Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak gezamenlijk eigendom was.
In het geval van het overlijden van de erflater treft een rechtbank beheermaatregelen indien:
De beheermaatregelen omvatten de organisatie van het beheer van de nalatenschap en de toepassing van maatregelen om een in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vastgestelde actie veilig te stellen. De rechtbank benoemt een beheerder voor de nalatenschap.
De rechtbank treft op eigen initiatief beheermaatregelen, tenzij wettelijk anders wordt bepaald. Ook kan een rechtbank besluiten tot de toepassing van beheermaatregelen op verzoek van een crediteur van de erflater, een legataris of enige andere persoon die een vordering heeft op de nalatenschap, mits het verzuim om beheermaatregelen toe te passen ertoe zou kunnen leiden dat de desbetreffende vordering niet zal kunnen worden voldaan uit de nalatenschap. In het geval van een geschil over de vraag wie recht heeft om te erven, kan de rechtbank eveneens beheermaatregelen uitvaardigen op verzoek van een persoon die erkenning van zijn of haar erfrecht vordert.
Wanneer een testamentaire beschikking niet wordt uitgevoerd, kan de rechtbank een beheerder benoemen teneinde de beschikking op verzoek van een belanghebbende persoon alsnog uit te voeren. De beheerder heeft dezelfde rechten en verplichtingen als een executeur van een testament ten aanzien van het vermogen dat is aangewezen voor de uitvoering van de testamentaire beschikking.
Nationale en lokale overheidsinstanties, notarissen en gerechtsdeurwaarders moeten, indien zij daarvan op de hoogte zijn, de rechtbank in kennis stellen van de noodzaak om beheermaatregelen te treffen.
Als er geen beheermaatregelen zijn getroffen met betrekking tot de nalatenschap, beheren de erfgenamen de nalatenschap gezamenlijk. De erfgenamen zijn verplicht om alle beschikkingen in het testament uit te voeren, inclusief het overdragen van de nalatenschap op grond van de beschikkingen in het testament.
Als er wel beheermaatregelen zijn getroffen met betrekking tot de nalatenschap, wordt de nalatenschap beheerd door een door de rechter benoemde beheerder, aan wie de rechtbank instructies kan geven voor de verwerking, het gebruik en de vervreemding van de goederen. De beheerder kan alleen over de nalatenschap beschikken om te voldoen aan zijn of haar verplichtingen en om de kosten van het beheer van de nalatenschap te voldoen. De beheerder moet voldoen aan alle verplichtingen die beheerders van nalatenschappen volgens de wet hebben.
Als in het testament een executeur is benoemd, kan een erfgenaam niet beschikken over de tot de nalatenschap behorende voorwerpen die de executeur nodig heeft om zijn of haar taken uit te voeren. De executeur dient de goederen prudent te beheren en aan de erfgenamen de voorwerpen te overhandigen die hij of zij niet nodig heeft voor de uitvoering van het testament. Totdat de erfenis door de erfgenaam is aanvaard, dient de executeur zijn of haar verplichtingen als beheerder van de nalatenschap na te komen of een verzoek tot oplegging van beheermaatregelen in te dienen.
Rechten, verplichtingen en taken van de beheerder van een nalatenschap
Rechten, verplichtingen en taken van een executeur van een testament
Als er voldoende bewijs wordt verstrekt betreffende het recht van erfopvolging door de erfgenamen en naar gelang van de mate waarin dat het geval is, zal de notaris de erfopvolgingsverklaring, waarin de omvang van het erfdeel van elke erfgenaam wordt vermeld, legaliseren; in de verklaring wordt echter niet de samenstelling van de nalatenschap beschreven.
Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.
Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.