Erfenissen

Estland
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

 

Dit informatieblad is opgesteld in samenwerking met de Raad van notarissen van de Europese Unie (CNUE).

 

1 Hoe wordt de uiterste wilsbeschikking (testament, gemeenschappelijk testament, erfovereenkomst) opgesteld?

Een erflater kan de uiterste wilsbeschikking opstellen in de vorm van een testament of een erfovereenkomst. Het testament kan een notarieel of een eigenhandig testament zijn. Een erflater kan het testament of een deel van het testament te allen tijde intrekken door middel van een later testament of een latere erfovereenkomst. Dat geldt niet voor wederzijdse testamenten van echtgenoten, omdat er bijzondere regels voor de wijziging of herroeping van dergelijke testamenten bestaan.

Notariële testamenten

Een notarieel testament is een door een notaris opgesteld testament of een testament dat door de erflater is opgesteld en in een verzegelde envelop in bewaring is gegeven aan een notaris.

In een notarieel testament legaliseert een notaris een testament dat hij of zij heeft opgesteld overeenkomstig de uiterste wilsbeschikking van de erflater, of een door de erflater opgesteld testament dat hij of zij aan de notaris heeft voorgelegd voor legalisering. Een notarieel testament moet door de erflater zijn ondertekend in aanwezigheid van de notaris.

Een door een notaris gelegaliseerd testament kan ook worden opgesteld door minderjarigen van ten minste 16 jaar oud. Dergelijke minderjarige erflaters hebben geen toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger nodig.

In het geval van een ter bewaring bij een notaris gedeponeerd testament overhandigt de erflater zijn of haar uiterste wilsbeschikking persoonlijk aan de notaris in een verzegelde envelop en verklaart de erflater dat dit zijn of haar testament is. In dat geval stelt de notaris een notariële akte op waarin wordt bevestigd dat het testament is gedeponeerd, welke akte door de erflater en de notaris wordt ondertekend. De erflater kan een bij een notaris gedeponeerd testament te allen tijde intrekken. In dat geval stelt de notaris een notariële akte op waarin wordt bevestigd dat het testament is ingetrokken, welke akte ook weer door de erflater en de notaris wordt ondertekend.

Er zijn geen beperkingen gesteld aan de geldigheid van notariële testamenten, d.w.z. dat ze van kracht blijven totdat ze worden herroepen of ingetrokken.

Eigenhandige testamenten

Een eigenhandig testament is ofwel een in aanwezigheid van getuigen ondertekend testament, ofwel een holografisch testament.

De tekst van een eigenhandig testament dat is ondertekend in aanwezigheid van getuigen hoeft niet te zijn opgesteld door de erflater (en hoeft ook niet handgeschreven te zijn), maar moet zijn ondertekend in aanwezigheid van ten minste twee getuigen die handelingsbekwaam zijn, en de datum waarop het testament is opgemaakt moet in het testament worden vermeld. De getuigen moeten allebei tegelijk aanwezig zijn bij de ondertekening. Een erflater moet de getuigen meedelen dat ze als getuige bij het opmaken van een testament zijn opgeroepen en dat het testament zijn of haar uiterste wilsbeschikking vormt. De getuigen hoeven niet in kennis te worden gesteld van de inhoud van het testament. Onmiddellijk nadat de erflater het testament heeft ondertekend, ondertekenen ook de getuigen het testament. De getuigen bevestigen met hun respectieve handtekeningen dat de erflater het testament zelf heeft ondertekend en dat de erflater naar hun beste weten handelings- en wilsbekwaam is. Een persoon kan niet als getuige optreden als zijn of haar bloedverwanten in opgaande of neergaande lijn, broers of zussen en hun afstammelingen, of echtgeno(o)t(e) en zijn of haar bloedverwanten in opgaande of neergaande lijn, begunstigde zijn van het opgestelde testament.

Een holografisch testament moet van begin tot eind eigenhandig door de erflater zijn geschreven (het testament mag niet zijn getypt, zijn uitgeprint of anderszins op mechanische wijze zijn geproduceerd) en de datum waarop het testament is opgemaakt moet in het testament worden vermeld. Een holografisch testament moet persoonlijk door de erflater zijn ondertekend.

De erflater kan een eigenhandig testament zelf bewaren of aan een andere persoon in bewaring geven.

Een eigenhandig testament wordt zes maanden nadat het is opgemaakt ongeldig als de erflater nog in leven is. Als in het eigenhandig testament niet wordt vermeld op welke datum het is opgemaakt en deze datum niet op andere wijze kan worden vastgesteld, is het testament ongeldig.

Wederzijdse testamenten van echtgenoten

Een wederzijds testament van echtgenoten is een gezamenlijk door de echtgenoten opgesteld testament waarin ze elkaar als erfgenaam benoemen of andere bepalingen inzake de behandeling van de nalatenschap in het geval van hun overlijden vastleggen.

In een wederzijds testament van echtgenoten waarin elk de ander als enige erfgenaam aanwijst, kunnen de echtgenoten bepalen aan wie het deel van de nalatenschap van de overlevende echtgeno(o)t(e) na zijn of haar overlijden wordt overgedragen.

Een wederzijds testament van echtgenoten moet notarieel worden gelegaliseerd. Een notaris stelt dit type testament op in overeenstemming met de uiterste wilsbeschikking van de echtgenoten, en de echtgenoten moeten het testament ondertekenen in aanwezigheid van een notaris.

Een bepaling in een wederzijds testament van echtgenoten kan door elk van de echtgenoten worden herroepen zolang beide echtgenoten nog in leven zijn. Een testament waarin de bepaling wordt herroepen, moet notarieel worden gelegaliseerd. De bepaling wordt geacht te zijn herroepen wanneer de andere echtgeno(o)t(e), via de notaris, een kennisgeving heeft ontvangen van de herroeping van de bepaling. Na het overlijden van een echtgeno(o)t(e) kan de overlevende echtgeno(o)t(e) zijn of haar bepaling alleen herroepen indien hij of zij afziet van het aandeel in de nalatenschap dat op grond van het wederzijdse testament aan hem of haar toekomt.

Een wederzijds testament van echtgenoten wordt ongeldig als het huwelijk vóór het overlijden van de erflater wordt ontbonden. Ook wordt het wederzijds testament ongeldig als de erflater vóór zijn of haar overlijden de echtscheiding heeft aangevraagd bij een rechtbank of schriftelijk heeft ingestemd met een echtscheiding of gerechtigd was om het huwelijk nietig te laten verklaren en daartoe een verzoek had ingediend bij de rechtbank.

Erfovereenkomsten

Een erfovereenkomst is een overeenkomst tussen de erflater en een andere persoon waarbij de erflater de wederpartij of een andere persoon benoemt tot erfgenaam en een legaat, een testamentaire verplichting of een testamentaire aanwijzing vastlegt. Ook kan de erflater een erfovereenkomst sluiten met een erfgenaam bij versterf aangaande het feit dat die erfgenaam de erfenis verwerpt.

Voorts kan een erfovereenkomst eenzijdige beschikkingen van de erflater bevatten; in dat geval zullen die beschikkingen worden toegepast conform de voor testamenten geldende bepalingen.

Erfovereenkomsten moeten worden opgesteld en gelegaliseerd door een notaris. Erfovereenkomsten worden ondertekend in aanwezigheid van een notaris.

Een erfovereenkomst of een in een erfovereenkomst opgenomen beschikking kan worden geannuleerd of herroepen terwijl de partijen in leven zijn door middel van een notarieel gelegaliseerde overeenkomst tussen de partijen of door een nieuwe erfovereenkomst.

Indien een erfovereenkomst is gesloten onder omstandigheden die op grond van de wet inzake het algemene deel van het burgerlijk wetboek aanleiding geven tot opzegging van de erfovereenkomst, kan de rechthebbende in geval van ongeldigheid van de erfovereenkomst of een daarin vervatte beschikking ook na het overlijden van de erflater verzoeken om de opzegging van de overeenkomst.

Daarnaast kan een partij zich terugtrekken uit de erfovereenkomst. De erflater kan zich terugtrekken uit de erfovereenkomst als het recht op terugtrekking in de overeenkomst is vastgelegd. Terugtrekking kan plaatsvinden als de gerechtigde persoon een misdrijf tegen de erflater, zijn of haar echtgeno(o)t(e) of bloedverwanten in opgaande of neergaande lijn heeft begaan of als de wederpartij opzettelijk inbreuk maakt op zijn of haar wettelijke onderhoudsverplichting jegens de erflater. De erflater is ook gerechtigd om zich uit de erfovereenkomst terug te trekken wanneer een partij bij de erfovereenkomst die tijdens het leven van de erflater terugkerende verplichtingen jegens de erflater moet nakomen - bovenal onderhoudsverplichtingen - dergelijke verplichtingen opzettelijk of wezenlijk schendt. Terugtrekking uit de erfovereenkomst vindt plaats door middel van een notarieel gelegaliseerde verklaring aan de wederpartij. In het geval van een wederzijdse erfovereenkomst en als het recht op terugtrekking in de erfovereenkomst is opgenomen, wordt de gehele overeenkomst ongeldig als één partij zich terugtrekt, tenzij in de erfovereenkomst anders is bepaald. Het recht op terugtrekking uit een wederzijdse erfovereenkomst dooft uit bij het overlijden van een van de partijen. Na het overlijden van een partij kan de overlevende partij bij de erfovereenkomst zijn of haar beschikking alleen herroepen als hij of zij afstand doet van de aan hem of haar bij de erfovereenkomst toegewezen activa.

2 Moet de wilsbeschikking worden geregistreerd en, zo ja, hoe?

Notariële testamenten en erfovereenkomsten worden altijd ingeschreven in het erfregister op de werkdag volgend op de legalisering van de notariële akte. Bovendien zijn notarissen verplicht om alle wijzigingen in erfovereenkomsten, overeenkomsten inzake de beëindiging van erfovereenkomsten en verklaringen inzake de terugtrekking uit erfovereenkomsten in te schrijven in het erfregister. Schending van de inschrijvingsverplichting heeft geen effect op de geldigheid van het testament.

Een opgemaakt eigenhandig testament kan in het erfregister worden ingeschreven door de erflater of door elke persoon die beschikt over informatie betreffende het eigenhandig testament en door de erflater is gevraagd om de inschrijving te verrichten. Eigenhandige testamenten hoeven niet verplicht te worden ingeschreven in het erfregister.

Notariële testamenten en erfovereenkomsten worden in het erfregister ingeschreven door de notaris die het testament of de erfovereenkomst heeft gelegaliseerd of bij wie het document is gedeponeerd. Daartoe verricht de notaris een inschrijving in het erfregister of zendt hij of zij een kennisgeving aan het register. Vanaf 1 januari 2015 zenden notarissen niet langer kennisgevingen aan het erfregister, maar wijzigen ze de gegevens in het erfregister door deze wijzigingen in te schrijven in het register.

Gegevens over eigenhandige testamenten kunnen in het erfregister worden ingevoerd via het overheidsportaalhttps://www.eesti.ee door elke persoon die weet heeft van het testament en aan wie is gevraagd om de desbetreffende gegevens in te voeren.

3 Gelden er beperkingen voor de bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken (bv. een wettelijk erfdeel)?

Over het algemeen zijn er geen beperkingen gesteld aan het opmaken van testamenten, en ook is het eigen beschikkingsrecht van de erflater niet beperkt wanneer hij of zij een testament heeft opgemaakt.

De beschikkingsvrijheid is beperkt door de rechtsfiguur van de legitieme portie, die de vrijheid van de erflater om zijn of haar vermogen aan de erfgenamen van zijn of haar keuze na te laten inperkt. Het recht om een legitieme portie te vorderen van de erfgenaam ontstaat als een erflater bij testament of erfovereenkomst een afstammeling, ouder of echtgeno(o)t(e) die recht op een erfdeel bij versterf heeft en ten aanzien van wie de erflater ten tijde van zijn of haar overlijden een onderhoudsverplichting had uit hoofde van de Estse Wet inzake het familierecht, heeft onterfd of zijn of haar aandeel in de nalatenschap heeft verlaagd tot onder zijn of haar aandeel bij erfopvolging bij versterf. Krachtens de Estse Wet inzake het verbintenissenrecht heeft de ontvanger van de legitieme portie bijgevolg een vordering op de erfgenamen. De persoon die recht heeft op de legitieme portie kan een geldbedrag vorderen dat gelijk is aan de legitieme portie als berekend op basis van de waarde van de nalatenschap. De persoon die het recht op een legitieme portie uitoefent is geen erfgenaam. Het bedrag van de legitieme portie is de helft van de waarde van het aandeel in de nalatenschap dat een erfgenaam zou hebben geërfd in het geval van wettelijke erfopvolging als alle wettelijke erfgenamen de nalatenschap zouden hebben aanvaard.

De echtgeno(ot)e van de erflater kan, behalve om zijn of haar erfdeel, om een persoonlijk gebruiksrecht verzoeken van een onroerende zaak die de echtelijke woning van de echtgenoten vormt, voor zover de kwaliteit van leven van de echtgeno(o)t(e) van de erflater door de nalatenschap wordt beperkt. Overeenkomstig de jurisprudentie van het Hooggerechtshof (Riigikohus) kan de echtgeno(o)t(e) van de erflater dit recht doen gelden ongeacht of hij of zij een aanvullend verzoek doet en of dit verzoek in overeenstemming met het testament (en) of de wet wordt ingediend.

4 Wie erft er en hoeveel, wanneer er geen uiterste wilsbeschikking is?

Als de erflater geen geldig testament of geldige erfovereenkomst heeft nagelaten, wordt de erfopvolging geacht bij versterf te zijn en wordt deze wettelijk geregeld. Als het testament of de erfovereenkomst slechts betrekking heeft op een deel van de goederen van een erflater, wordt de erfopvolging voor het resterende deel geregeld overeenkomstig de wet. De erfgenamen bij versterf zijn de echtgeno(o)t(e) en de verwanten van de erflater, en de erfopvolging vindt plaats op drie niveaus. De echtgeno(o)t(e) erft samen met de erfgenamen bij versterf.

De eerste orde omvat de afstammelingen van de erflater (kinderen, geadopteerde kinderen, kleinkinderen enz.). Samen met de erfgenamen van de eerste orde erft de echtgeno(o)t(e) een bedrag dat gelijk is aan het aandeel van een kind van de erflater, en niet minder dan een kwart van de nalatenschap.

Als er geen erfgenamen van de eerste orde zijn, erven de erfgenamen van de tweede orde: de ouders van de erflater en hun afstammelingen (broers en zussen van de erflater). Als beide ouders van de erflater ten tijde van het openvallen van de nalatenschap nog leven, erven ze de hele nalatenschap in gelijke delen. Als de vader of moeder van de overledene niet meer leeft ten tijde van het openvallen van de nalatenschap, nemen de kinderen, geadopteerde kinderen en kleinkinderen enz. de plaats van de overleden ouder in. Samen met de erfgenamen van de tweede orde erft de echtgeno(o)t(e) de helft van de nalatenschap.

Als er geen erfgenamen van de tweede orde zijn, erven de erfgenamen van de derde orde: de grootouders van de erflater en hun afstammelingen (d.w.z. ooms en tantes van de erflater). Als alle grootouders van de erflater ten tijde van het openvallen van de nalatenschap nog leven, erven ze de hele nalatenschap in gelijke delen. Als een grootouder van vaders- en moederskant niet meer leeft ten tijde van het openvallen van de nalatenschap, wordt zijn of haar plaats ingenomen door de kinderen, geadopteerde kinderen en kleinkinderen enz. van de overleden grootouder. Als die er niet zijn, erft de andere grootouder van dezelfde kant van de familie zijn of haar aandeel. Als de andere grootouder ook overleden is, erven zijn of haar kinderen, geadopteerde kinderen, kleinkinderen enz. de nalatenschap. Als beide grootouders van vaderskant dan wel beide grootouders van moederskant van de erflater reeds overleden zijn ten tijde van het openvallen van de nalatenschap en geen afstammelingen hebben, nemen de grootouders van de andere kant van de familie en hun kinderen, geadopteerde kinderen en kleinkinderen enz. de plaats van de overleden grootouders in. De bepalingen inzake erfgenamen van de eerste orde worden toegepast op afstammelingen die de plaats van hun ouders innemen als erfgenamen.

Als de erflater gehuwd was en geen erfgenamen van de eerste of tweede orde had, erft de echtgeno(o)t(e) de gehele nalatenschap.

Als de erflater geen erfgenamen bij versterf of echtgeno(o)t(e) had, is de lokale overheid van de plaats waar de erfopvolging is opengevallen de wettelijke erfgenaam. De plaats waar de erfopvolging is opengevallen, is de laatste wettelijke verblijfplaats van de erflater. Als de laatste wettelijke verblijfplaats van de erflater in een ander land dan Estland ligt, maar het Ests recht moet worden toegepast op de erfopvolging, is de erfgenaam bij versterf de Republiek Estland.

5 Welke autoriteiten zijn bevoegd:

5.1 op het gebied van erfopvolging?

In Estland worden erfopvolgingsprocedures uitgevoerd door de Estse notaris waar de erfopvolgingsprocedure is ingeleid indien de erflater zijn laatste verblijfplaats in Estland had. De notaris verricht een inschrijving in het erfregister waaruit blijkt dat de procedure is ingeleid. Indien de erflater zijn laatste verblijfplaats in het buitenland had, voert een Estse notaris alleen een erfopvolgingsprocedure uit met betrekking tot de goederen die zich in Estland bevinden, op voorwaarde dat de erfopvolgingsprocedure niet in het buitenland kan worden gevoerd of dat de in het buitenland gevoerde procedure geen betrekking heeft op de zich in Estland bevindende goederen of dat de in het buitenland opgestelde erfrechtverklaring niet wordt erkend in Estland.

De erfopvolgingsprocedure wordt uitgevoerd door een Estse notaris, ook wanneer overeenkomstig Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 107-134), de erfopvolgingsprocedure in Estland moet plaatsvinden, waarbij de artikelen 4 tot en met 15 en artikel 17 van deze verordening worden toegepast.

5.2 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van de nalatenschap te ontvangen?

Verklaringen van aanvaarding en verwerping van de erfenis moeten worden voorgelegd aan de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert. Deze verklaringen kunnen ook notarieel worden gelegaliseerd door een andere notaris, die de verklaring vervolgens zal doorsturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert.

Ook consulaire ambtenaren met speciale kwalificaties en ambtenaren die werken voor buitenlandse vertegenwoordigingen van Estland kunnen aanvaardings- of verwerpingsverklaringen legaliseren. Consulaire ambtenaren zijn verplicht om de door hen gelegaliseerde verklaringen onmiddellijk door te sturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert.

5.3 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een legaat te ontvangen?

Ingevolge het systeem voor legaten heeft een legataris het recht om te eisen dat de executeur van het legaat het voorwerp van het legaat aan hem of haar overdraagt. Om het legaat te ontvangen moet de legataris een vordering tot executie van het legaat instellen bij de executeur van het legaat. De erflater kan de executie van het legaat als verplichting opleggen aan de erfgenaam of een andere legataris. Als de erflater geen executeur voor het legaat heeft benoemd, treedt de erfgenaam op als executeur.

Aangezien de bepalingen inzake aanvaarding of verwerping van de erfenis ook gelden voor de aanvaarding of verwerping van een legaat, heeft het verzuim om een verklaring van verwerping in te dienen binnen de daarvoor vastgestelde termijn tot gevolg dat het legaat wordt geacht te zijn aanvaard. Als de legataris het legaat wenst te verwerpen, moet de verklaring van verwerping worden ingediend binnen de hiervoor in de wet vastgestelde termijn, te weten drie maanden na het overlijden van de erflater en de kennisgeving van het recht op het legaat.

Als onderdeel van de erfopvolgingsprocedure moet de notaris contact opnemen met alle in het testament genoemde legatarissen om hen te informeren over hun recht op een legaat. Voordat de vordering tot executie van het legaat wordt ingediend, heeft de legataris het recht om informatie over het legaat te ontvangen. Net als bij de aanvaarding van de erfopvolging is ook de verklaring van aanvaarding of verwerping van het legaat onherroepelijk. Om zijn of haar rechten te staven, heeft de legataris het recht om de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert te verzoeken om een verklaring inzake de uit het legaat voortvloeiende vordering.

Als het legaat betrekking heeft op een onroerende zaak of enig ander object waarbij een verkooptransactie notarieel moet worden gelegaliseerd, moet het contract inzake de overdracht van het legaat tussen de executeur van het legaat en de legataris ook notarieel worden gelegaliseerd.

Een legataris die ook erfgenaam is, heeft recht op het legaat ook al verwerpt hij of zij de erfenis.

5.4 om een verklaring houdende verwerping of aanvaarding van een wettelijk erfdeel te ontvangen?

Een legitieme portie is een geldelijke vordering op de erfgenamen uit hoofde van het verbintenissenrecht, die moet worden ingediend bij de erfgenamen. Het recht op een legitieme portie ontstaat bij het openvallen van de nalatenschap. Er hoeft geen verzoek bij een notaris te worden ingediend om een legitieme portie te ontvangen.

Als een erflater bij testament of erfovereenkomst een afstammeling, ouder of echtgeno(o)t(e) die recht op een erfdeel bij versterf heeft en ten aanzien van wie de erflater ten tijde van zijn of haar overlijden een onderhoudsverplichting had uit hoofde van de Estse Wet inzake het familierecht, heeft onterfd of zijn of haar aandeel in de nalatenschap heeft verlaagd tot onder zijn of haar aandeel bij erfopvolging bij versterf, heeft deze het recht om een legitieme portie van de erfgenamen te vorderen.

De notaris legaliseert, op grond van een notarieel gelegaliseerd verzoek van een erfgenaam, de executeur van een testament of een persoon die recht heeft op een legitieme portie, de verklaring inzake de vordering op een legitieme portie – ook bekend als de verklaring betreffende het recht op een legitieme portie. In de verklaring betreffende het recht op een legitieme portie worden de ontvanger en de omvang van de legitieme portie in de nalatenschap beschreven.

Van het recht op een legitieme portie kan afstand worden gedaan door middel van een erfovereenkomst tussen de erflater en de persoon die recht heeft op erfopvolging. Deze overeenkomst moet notarieel worden gelegaliseerd.

6 Korte beschrijving van de procedure voor de behandeling van een erfopvolging uit hoofde van het nationale recht, waaronder de vereffening van de nalatenschap en de verdeling van de goederen (geef ook aan of de erfopvolgingsprocedure ambtshalve wordt ingeleid door een gerecht of een andere bevoegde autoriteit).

Bij het openvallen van de nalatenschap – d.w.z. bij het overlijden van de erflater – gaat de nalatenschap over op de erfgenamen, die erfgenamen bij erfovereenkomst, testamentaire erfgenamen dan wel erfgenamen bij versterf kunnen zijn.

Om te bepalen welke personen in aanmerking komen voor een erfenis kan een erfopvolgingsprocedure worden ingeleid door een erfgenaam, een crediteur van de erflater, een legataris of een andere persoon die rechthebbende is met betrekking tot de nalatenschap. Een persoon die een erfopvolgingsprocedure wil starten moet contact opnemen met een notaris; de notaris zal vervolgens een ter zake dienend verzoek opstellen en legaliseren. De procedure kan maar door één notaris worden uitgevoerd; als de erfopvolging reeds is geïnitieerd op verzoek van een notaris, zal de notaris die het latere verzoek heeft aanvaard dit verzoek derhalve doorsturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert.

De erfgenaam kan de erfenis aanvaarden of verwerpen. De termijn voor het afstand doen van het recht op erfopvolging bedraagt drie maanden. Deze termijn begint te lopen vanaf het moment waarop de erfgenaam weet of had moeten weten dat de erflater is overleden en dat hij of zij recht op een erfdeel heeft. Als de erfgenaam de erfenis niet verwerpt binnen deze termijn, wordt hij of zij geacht deze te hebben aanvaard. Om de erfenis te aanvaarden kan de erfgenaam ook binnen bovengenoemde termijn een daartoe strekkend verzoek indienen bij de notaris die de erfopvolgingszaak behandelt.

Het besluit van de erfgenaam om de erfenis te aanvaarden of te verwerpen is onherroepelijk. Na een verwerping van de erfenis kan deze niet meer worden aanvaard; na aanvaarding van de erfenis kan deze niet meer worden verworpen. Dit beginsel is ook van toepassing op de aanvaarding of verwerping van een legaat – zij het dat legatarissen die tevens erfgenaam zijn en de erfenis hebben verworpen nog steeds recht op het legaat hebben.

Verklaringen van aanvaarding of verwerping moeten notarieel worden gelegaliseerd.

De notaris verricht een inschrijving waaruit blijkt dat de erfopvolgingsprocedure is ingeleid zodra hij of zij een verzoek tot inleiding van deze procedure heeft ontvangen. De notaris publiceert uiterlijk twee dagen na de inleiding van de procedure een mededeling in het officiële publicatieblad Ametlikud Teadaanded. Voorts brengt de notaris de bij hem bekende erfgenamen en andere personen die krachtens het testament of de erfovereenkomst rechten of verplichtingen hebben, van de inleiding van de erfopvolgingsprocedure op de hoogte. In geval van erfopvolging op basis van een uiterste wilsbeschikking informeert de notaris eveneens de personen die in geval van erfopvolging bij versterf zouden hebben geërfd.

De notaris gaat na wat de rechten en verplichtingen van de erflater zijn en raadpleegt daartoe de registers en de kredietinstellingen die in de Republiek Estland actief zijn, instellingen die in een besluit van de bevoegde minister worden vermeld. Op grond van een notariële verklaring van de persoon die om inleiding van de erfopvolgingsprocedure heeft verzocht, of van een persoon die rechten met betrekking tot de nalatenschap heeft, kan de notaris ook andere personen om inlichtingen verzoeken. Als de erflater gehuwd was op het moment dat de procedure werd ingeleid en de echtgenoten in gemeenschap van goederen gehuwd waren, verzoekt de notaris tevens om informatie over de rechten en verplichtingen van de overlevende echtgeno(o)t(e) van de erflater.

Tijdens de erfopvolgingsprocedure heeft elke persoon die deze procedure mag inleiden, het recht om van de notaris informatie te verkrijgen over de identiteit van de personen die de nalatenschap hebben aanvaard of verworpen. In geval van een nalatenschap op basis van een uiterste wilsbeschikking komt dit recht ook toe aan elke persoon die bij versterf zou hebben geërfd. Deze personen hebben ook het recht om de resultaten in te zien van de verzoeken om inlichtingen aangaande de rechten en verplichtingen van de erflater. In geval van een nalatenschap op basis van een uiterste wilsbeschikking heeft elke persoon die bij versterf zou hebben geërfd, recht op toegang tot het testament en de erfovereenkomst.

Als er voldoende bewijs is voor het recht van erfopvolging van een erfgenaam en voor de omvang daarvan verstrekt de notaris een erfrechtverklaring, maar niet eerder dan een maand na de publicatie van de mededeling over de inleiding van de erfopvolgingsprocedure in het officiële publicatieblad Ametlikud Teadaanded. De notaris vermeldt in het erfregister dat een erfrechtverklaring is verstrekt.

Na het verstrekken van de erfrechtverklaring kunnen de erfgenamen de nalatenschap in onderlinge overeenstemming verdelen. Als hierover een geschil ontstaat, is het aan de rechter om de nalatenschap te verdelen, wanneer een erfgenaam daarom verzoekt.

Bij de verdeling van de nalatenschap moet worden vastgesteld welke goederen of delen van goederen uit de erfenis en welke rechten en verplichtingen aan iedere erfgenaam toekomen. De nalatenschap wordt tussen de erfgenamen verdeeld op grond van hun erfdeel. Daarbij wordt gekeken naar de gebruikelijke waarde van de goederen uit de nalatenschap op het moment van de verdeling. Als de erfgenamen daarmee instemmen, kan een goed uit de nalatenschap worden beoordeeld op basis van het specifieke belang dat een erfgenaam bij dat goed heeft.

7 Hoe en wanneer wordt iemand erfgenaam of legataris?

De erfopvolging wordt geïnitieerd bij het overlijden van de erflater. Nadat de erfopvolging is geïnitieerd, gaat de nalatenschap over op de erfgenamen. De basis voor de erfopvolging is de wet of de laatste wens van de erflater, uitgedrukt in een uiterste wilsbeschikking of een erfovereenkomst. Een erfdeel op grond van een overeenkomst krijgt voorrang boven een testamentair erfdeel, en deze beide erfdelen krijgen voorrang boven een erfdeel bij versterf.

Er hoeft geen afzonderlijk verzoek te worden ingediend om de erfenis te ontvangen. Bij aanvaarding van een erfenis gaan alle rechten en verplichtingen van de erflater over op de erfgenaam, behalve die welke door hun aard integraal zijn verbonden met de persoon van de erflater of die wettelijk niet overdraagbaar zijn. Als de erfgenaam de erfenis aanvaardt, wordt de eigendom van de tot de nalatenschap behorende voorwerpen geacht te zijn overgedragen met terugwerkende kracht tot de datum van het openvallen van de nalatenschap. Als de erfenis is aanvaard door meer dan één erfgenaam (mede-erfgenamen), is de nalatenschap hun gezamenlijke eigendom.

Elke persoon met rechtsbevoegdheid kan erven – dit omvat natuurlijke personen die ten tijde van het overlijden van de erflater in leven zijn en rechtspersonen die ten tijde van het overlijden van de erflater bestaan. Een kind dat na het openvallen van de nalatenschap levend wordt geboren, wordt geacht te kunnen erven bij het openvallen van deze nalatenschap als het kind vóór het openvallen van de nalatenschap was verwerkt. Een op grond van een testament of erfovereenkomst opgerichte stichting wordt geacht te hebben bestaan ten tijde van het openvallen van de nalatenschap als de stichting later rechten als rechtspersoon verwerft.

Een overlevende echtgeno(o)t(e) heeft geen recht op een erfdeel of recht op het preferentieel aandeel (de zogeheten preferentiële goederen) als de erflater vóór zijn of haar overlijden de echtscheiding heeft aangevraagd of heeft verzocht om schriftelijke instemming met een echtscheiding, of ten tijde van zijn of haar overlijden gerechtigd was om het huwelijk nietig te laten verklaren en daartoe een verzoek had ingediend bij de rechtbank.

Een ouder die de voogdij over een kind volledig is ontnomen, kan niet de wettelijke erfgenaam van het kind zijn.

Er kan niet worden geërfd in de volgende gevallen:

  • de persoon heeft opzettelijk en onrechtmatig de dood van de erflater veroorzaakt of heeft geprobeerd dit te doen;
  • de persoon heeft de erflater opzettelijk en onrechtmatig in een situatie gebracht waarin de erflater niet in staat was om zijn of haar testamentaire voornemens te uiten of te herroepen;
  • de persoon heeft de erflater door middel van dwang of misleiding belet om een testamentaire beschikking op te stellen of te wijzigen of heeft de erflater er door middel van dwang of misleiding toe aangezet om een testamentaire beschikking op te stellen of te wijzigen terwijl het voor de erflater niet langer mogelijk was om zijn of haar testamentaire voornemens te uiten of te herroepen;
  • de persoon heeft opzettelijk en onrechtmatig een testament of erfovereenkomst weggenomen of vernietigd terwijl het voor de erflater niet langer mogelijk was om het testament of de erfovereenkomst te vernieuwen;
  • de persoon heeft het door de erflater opgemaakte testament of de door de erflater opgemaakte erfovereenkomst of een onderdeel daarvan vervalst.

Volgens het Ests recht wordt een ontvanger van een legitieme portie niet beschouwd als een erfgenaam; de ontvanger van een legitieme portie heeft een opeisbare vordering op de erfgenaam uit hoofde van het verbintenissenrecht. Het recht om een legitieme portie te vorderen van de erfgenaam ontstaat als een erflater bij testament of erfovereenkomst een afstammeling, ouder of echtgeno(o)t(e) die recht op een erfdeel bij versterf heeft en ten aanzien van wie de erflater ten tijde van zijn of haar overlijden een onderhoudsverplichting had uit hoofde van de Estse Wet inzake het familierecht, heeft onterfd of zijn of haar aandeel in de nalatenschap heeft verlaagd tot onder zijn of haar aandeel bij erfopvolging bij versterf. Het bedrag van de legitieme portie is de helft van de waarde van het aandeel in de nalatenschap dat een erfgenaam zou hebben geërfd in het geval van erfopvolging bij versterf als alle wettelijke erfgenamen de nalatenschap zouden hebben aanvaard.

Een erfopvolgingsprocedure kan worden ingeleid door een erfgenaam, een crediteur van de erflater, een legataris of een andere persoon die rechthebbende is met betrekking tot de nalatenschap, op grond van een notarieel gelegaliseerd verzoek. Een erfopvolgingsprocedure wordt uitgevoerd door de Estse notaris bij wie de erfopvolgingsprocedure is ingeleid en die in het erfregister staat ingeschreven als de executeur van de erfopvolgingsprocedure. De procedure kan maar door één notaris worden uitgevoerd; als de erfopvolging reeds is geïnitieerd op verzoek van een notaris, zal de notaris die het latere verzoek heeft aanvaard dit verzoek derhalve doorsturen naar de notaris die de erfopvolgingsprocedure uitvoert. Een notaris moet een erfrechtverklaring legaliseren als er voldoende bewijs is voor het recht van erfopvolging door een erfgenaam. Als er meerdere erfgenamen zijn, stelt de notaris de omvang van het aandeel in de nalatenschap van elke erfgenaam vast.

Een erfgenaam kan de erfenis aanvaarden of verwerpen. Als een persoon die recht heeft op een erfenis niet binnen drie maanden na de datum waarop hij of zij te weten komt of te weten had moeten komen dat hij of zij recht op een erfdeel heeft, geen afstand van dat recht heeft gedaan, wordt hij of zij geacht de erfenis te hebben aanvaard. Een persoon die afstand doet van zijn of haar recht op een erfdeel vermijdt de juridische gevolgen van de erfopvolging.

8 Zijn de erfgenamen aansprakelijk voor de schulden van de erflater en, zo ja, onder welke voorwaarden?

Ja, een erfgenaam moet alle verplichtingen van de erflater nakomen. Als de nalatenschap ontoereikend is om alle vorderingen te voldoen, moet een erfgenaam de resterende verplichtingen uit zijn of haar eigen vermogen voldoen, tenzij de erfgenaam na een boedelbeschrijving de verplichtingen heeft voldaan krachtens de in de wet vastgestelde procedure, de nalatenschap failliet is verklaard of de faillissementsprocedure is beëindigd zonder dat er een faillissement is uitgesproken.

Als een erfgenaam verzoekt om een boedelbeschrijving, mogen de crediteuren van de erfgenaam hun vorderingen slechts verhalen op de nalatenschap nadat de boedelbeschrijving is uitgevoerd; doch die beperking geldt slechts binnen de termijn die is vastgesteld voor de boedelbeschrijving. Nadat de boedelbeschrijving is verricht, is de aansprakelijkheid van de erfgenaam beperkt tot de waarde van de nalatenschap.

9 Welke documenten en/of informatie zijn normaliter vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Als de erflater onroerende zaken bezat, wordt de betrokken inschrijving in het kadaster ongeldig bij zijn of haar overlijden, op grond van de overweging dat de persoon die in het kadaster staat ingeschreven als de houder van het reële recht niet de persoon is aan wie het reële recht (volgens het materiële recht) feitelijk toebehoort, omdat alle goederen van de erflater bij het openvallen van de nalatenschap overgaan op een andere persoon – de erfgenaam.

Om de erfgenaam of erfgenamen in het kadaster te kunnen inschrijven, moet de nieuwe houder van het reële recht een inschrijvingsverzoek indienen en moet een document ter staving van de rechtsopvolging – de erfrechtverklaring – worden bijgevoegd.

Als het reële recht is overgedragen aan een gemeenschap van mede-erfgenamen, is de verklaring van één erfgenaam voldoende om de inschrijving te wijzigen en worden de andere erfgenamen geacht niet relevant te zijn, d.w.z. dat hun instemming niet noodzakelijk is voor de inschrijving, aangezien een erfgenaam niet kan voorkomen dat een titel die reeds aan hem of haar is overgedragen, zichtbaar wordt in het kadaster. Hetzelfde beginsel geldt in het geval van de overdracht van een deel van het gezamenlijk vermogen van mede-erfgenamen.

Wanneer de echtgenoten, conform de erfrechtverklaring, een gezamenlijk vermogen hadden, gelden er krachtens de wetgeving bijzondere vereisten. In dat geval kan elk specifiek voorwerp zowel gezamenlijk eigendom als afzonderlijk eigendom zijn, en dit kan niet worden opgehelderd in het kader van de legalisering van de erfrechtverklaring.

Voorts bevat de wetgeving uitzonderingen voor de situatie waarin de erfgenamen de nalatenschap hebben verdeeld met het oog op de ontbinding van de gemeenschap en hebben bepaald welke items of onderdelen, of rechten en verplichtingen die deel uitmaken van de nalatenschap, door elke mede-erfgenaam zullen worden gehouden en welke onroerende zaken die deel uitmaken van de nalatenschap door een specifieke mede-erfgenaam zullen worden gehouden.

Als de erflater nooit gehuwd is geweest, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:

  • een erfrechtverklaring;
  • een inschrijvingsverzoek, notarieel gelegaliseerd of digitaal ondertekend; een digitaal te ondertekenen verzoek moet worden opgesteld en bij het kadaster worden ingediend via het portaal van het kadaster (https://kinnistuportaal.rik.ee); toegang tot dit portaal kan worden verkregen met een Estse identiteitskaart, een mobiele identiteitskaart en bepaalde buitenlandse identiteitskaarten of via het overheidsportaal ( https://www.eesti.ee).

Er zijn geen kosten verbonden aan het wijzigen van een inschrijving in het kadaster.

In dat geval worden alle erfgenamen die in de erfrechtverklaring worden vermeld ingeschreven in het kadaster als gezamenlijke eigenaars.

Wanneer de nalatenschap op een zodanige wijze wordt verdeeld tussen mede-erfgenamen dat de onroerende zaak wordt gehouden door een specifieke mede-erfgenaam, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:

  • een overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap die notarieel is gelegaliseerd door een Estse notaris;
  • een inschrijvingsverzoek (kan worden opgenomen in de bovenbedoelde notarieel gelegaliseerde overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap).

Voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster moet een vergoeding worden betaald.

In dat geval wordt de in de overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap vermelde persoon aan wie de eigendom van de specifieke onroerende zaak wordt toegekend, ingeschreven in het kadaster als de eigenaar van de onroerende zaak.

De erfrechtverklaring moet aan de notaris worden overgelegd voor de legalisering van de overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap.

Als het huwelijk van de erflater was beëindigd ten tijde van het openvallen van de nalatenschap of eindigde met het overlijden van de erflater, maar de onroerende zaak in de nalatenschap geen gezamenlijk eigendom van de voormalige echtgenoten was, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:

  • een erfrechtverklaring;
  • een certificaat van eigendom waaruit blijkt dat de onroerende zaak het exclusieve eigendom van de erflater was;
  • een inschrijvingsverzoek, notarieel gelegaliseerd of digitaal ondertekend; een digitaal te ondertekenen verzoek moet worden opgesteld en bij het kadaster worden ingediend via het portaal van het kadaster (https://kinnistuportaal.rik.ee); toegang tot dit portaal kan worden verkregen met een Estse identiteitskaart, een mobiele identiteitskaart en bepaalde buitenlandse identiteitskaarten of via het overheidsportaal (https://www.eesti.ee.

Er zijn geen kosten verbonden aan het wijzigen van een inschrijving in het kadaster.

Alle erfgenamen die in de erfrechtverklaring worden vermeld, worden ingeschreven in het kadaster.

Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak het exclusieve eigendom van de erflater was. In de regel moeten de documenten die de basis voor de verwerving van de onroerende zaak hebben gevormd worden overgelegd aan de notaris, voor zover de notaris deze zelf niet kan verkrijgen, teneinde te bewijzen dat de echtgenoten de eigendom hadden verdeeld of de onroerende zaak als gescheiden eigendom hadden aangemerkt (bv. door middel van een huwelijksvermogensovereenkomst, een overeenkomst inzake de verdeling van gezamenlijk eigendom of een ander document tot staving van de verwerving van gescheiden eigendom, zoals een overeenkomst om niet enz.).

Als het huwelijk van de erflater was beëindigd ten tijde van het openvallen van de nalatenschap of eindigde met het overlijden van de erflater, maar de onroerende zaak in de nalatenschap gezamenlijk eigendom van de voormalige echtgenoten was, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:

  • een erfrechtverklaring;
  • een certificaat van eigendom waaruit blijkt dat de onroerende zaak gezamenlijk eigendom van de erflater en de voormalige echtgeno(o)t(e) was;
  • een inschrijvingsverzoek, notarieel gelegaliseerd of digitaal ondertekend; een digitaal te ondertekenen verzoek moet worden opgesteld en bij het kadaster worden ingediend via het portaal van het kadaster (https://kinnistuportaal.rik.ee); toegang tot dit portaal kan worden verkregen met een Estse identiteitskaart, een mobiele identiteitskaart en bepaalde buitenlandse identiteitskaarten of via het overheidsportaal (https://www.eesti.ee.

Er zijn geen kosten verbonden aan het wijzigen van een inschrijving in het kadaster.

Alle erfgenamen die in de erfrechtverklaring worden vermeld en de overlevende of voormalige echtgeno(o)t(e) worden ingeschreven in het kadaster, ongeacht of ze al dan niet erfgenaam zijn.

Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak gezamenlijk eigendom was. In de regel moeten de documenten die de basis voor de verwerving van de onroerende zaak hebben gevormd worden overgelegd aan de notaris, voor zover de notaris deze niet zelf kan verkrijgen (o.a. de overeenkomst inzake de verdeling van gezamenlijk eigendom, een huwelijksvermogensovereenkomst).

Als het huwelijk van de erflater was beëindigd ten tijde van het openvallen van de nalatenschap of eindigde met het overlijden van de erflater en de onroerende zaak in de nalatenschap gezamenlijk eigendom van de voormalige echtgenoten was, en de nalatenschap op een zodanige wijze tussen mede-erfgenamen wordt verdeeld dat de onroerende zaak wordt gehouden door een specifieke mede-erfgenaam, moeten de volgende documenten worden overgelegd om de inschrijving in het kadaster te wijzigen:

  • een certificaat van eigendom en een overeenkomst inzake de verdeling van het gezamenlijk huwelijksvermogen, notarieel gelegaliseerd door een Estse notaris;
  • een inschrijvingsverzoek (kan worden opgenomen in de bovenbedoelde notarieel gelegaliseerde overeenkomst over de verdeling van het gezamenlijk huwelijksvermogen en de nalatenschap).

Voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster moet een vergoeding worden betaald.

Als gevolg van de verdeling van het gezamenlijk huwelijksvermogen worden de erflater en overlevende echtgeno(o)t(e) in het kadaster ingeschreven als eigenaars van hun wettelijke delen. De in de erfrechtverklaring vermelde erfgenamen aan wie de eigendom van een specifieke onroerende zaak krachtens de overeenkomst wordt overgedragen, worden in het kadaster ingeschreven als de eigenaars van het wettelijke deel van de erflater. Als het wettelijke deel dat toebehoort aan de erfgenamen wordt verdeeld tussen de erfgenamen, wordt de omvang van het wettelijke deel van elke erfgenaam vermeld.

Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak gezamenlijk eigendom was.

Een andere optie is in dit geval om de volgende documenten voor te leggen voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster:

  • een overeenkomst inzake de verdeling van het gezamenlijk huwelijksvermogen van de voormalige echtgenoten en een overeenkomst inzake de verdeling van de nalatenschap, notarieel gelegaliseerd door een Estse notaris;
  • een inschrijvingsverzoek (kan worden opgenomen in de bovenbedoelde notarieel gelegaliseerde overeenkomst over de verdeling van het gezamenlijk huwelijksvermogen en de nalatenschap).

Voor een wijziging van de inschrijving in het kadaster moet een vergoeding worden betaald.

De in de overeenkomst over de verdeling van de nalatenschap vermelde persoon aan wie de eigendom van de specifieke onroerende zaak wordt toegekend, wordt in het kadaster ingeschreven als de eigenaar van de onroerende zaak.

Om het certificaat van eigendom te legaliseren, moet de verzoeker bij de notaris bewijzen dat de onroerende zaak gezamenlijk eigendom was.

9.1 Is de benoeming van een beheerder verplicht of op verzoek verplicht? Indien dat verplicht is of verplicht is op verzoek, welke maatregelen moeten er dan worden genomen?

In het geval van het overlijden van de erflater treft een rechtbank beheermaatregelen indien:

  • er geen erfgenaam bekend is;
  • er geen erfgenaam aanwezig is op de plaats waar de nalatenschap zich bevindt;
  • het niet bekend is of een erfgenaam de erfenis heeft aanvaard;
  • een erfgenaam beperkte handelingsbekwaamheid heeft en er geen voogd is benoemd;
  • er andere wettelijke gronden van toepassing zijn.

De beheermaatregelen omvatten de organisatie van het beheer van de nalatenschap en de toepassing van maatregelen om een in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering vastgestelde actie veilig te stellen. De rechtbank benoemt een beheerder voor de nalatenschap.

De rechtbank treft op eigen initiatief beheermaatregelen, tenzij wettelijk anders wordt bepaald. Ook kan een rechtbank besluiten tot de toepassing van beheermaatregelen op verzoek van een crediteur van de erflater, een legataris of enige andere persoon die een vordering heeft op de nalatenschap, mits het verzuim om beheermaatregelen toe te passen ertoe zou kunnen leiden dat de desbetreffende vordering niet zal kunnen worden voldaan uit de nalatenschap. In het geval van een geschil over de vraag wie recht heeft om te erven, kan de rechtbank eveneens beheermaatregelen uitvaardigen op verzoek van een persoon die erkenning van zijn of haar erfrecht vordert.

Wanneer een testamentaire beschikking niet wordt uitgevoerd, kan de rechtbank een beheerder benoemen teneinde de beschikking op verzoek van een belanghebbende persoon alsnog uit te voeren. De beheerder heeft dezelfde rechten en verplichtingen als een executeur van een testament ten aanzien van het vermogen dat is aangewezen voor de uitvoering van de testamentaire beschikking.

Nationale en lokale overheidsinstanties, notarissen en gerechtsdeurwaarders moeten, indien zij daarvan op de hoogte zijn, de rechtbank in kennis stellen van de noodzaak om beheermaatregelen te treffen.

9.2 Wie is er gerechtigd de uiterste wilsbeschikking van de erflater uit te voeren en/of de nalatenschap te beheren?

Als er geen beheermaatregelen zijn getroffen met betrekking tot de nalatenschap, beheren de erfgenamen de nalatenschap gezamenlijk. De erfgenamen zijn verplicht om alle beschikkingen in het testament uit te voeren, inclusief het overdragen van de nalatenschap op grond van de beschikkingen in het testament.

Als er wel beheermaatregelen zijn getroffen met betrekking tot de nalatenschap, wordt de nalatenschap beheerd door een door de rechter benoemde beheerder, aan wie de rechtbank instructies kan geven voor de verwerking, het gebruik en de vervreemding van de goederen. Een beheerder kan alleen over de nalatenschap beschikken om de verplichtingen uit hoofde van de nalatenschap na te komen en om de kosten van het beheer van de nalatenschap te betalen. De beheerder moet voldoen aan alle verplichtingen die beheerders van nalatenschappen volgens de wet hebben.

Als in het testament een executeur is benoemd, kan een erfgenaam niet beschikken over de tot de nalatenschap behorende voorwerpen die de executeur nodig heeft om zijn of haar taken uit te voeren. De executeur dient de goederen prudent te beheren en aan de erfgenamen de voorwerpen te overhandigen die hij of zij niet nodig heeft voor de uitvoering van het testament. Totdat de erfenis door de erfgenaam is aanvaard, moet de executeur de verplichtingen als beheerder van de nalatenschap nakomen of een verzoek tot oplegging van beheermaatregelen indienen.

9.3 Over welke bevoegdheden beschikt een beheerder?

Rechten, verplichtingen en taken van de beheerder van een nalatenschap

  • De nalatenschap prudent beheren en in stand houden;
  • uit de nalatenschap voorzien in het levensonderhoud van familieleden die tot het overlijden van de erflater met de erflater hebben samengeleefd en door de erflater werden onderhouden;
  • uit de nalatenschap verplichtingen met betrekking tot de nalatenschap voldoen en verslag uitbrengen over het beheer van de nalatenschap aan de rechtbank en de erfgenamen;
  • de nalatenschap die in het bezit van een erfgenaam of derde is in bezit nemen of de scheiding van de goederen van de nalatenschap van een erfgenaam op enige andere wijze waarborgen indien dit noodzakelijk is om de nalatenschap in stand te houden;
  • bij een notaris een verzoek tot inleiding van een erfopvolgingsprocedure indienen, indien noodzakelijk, of andere maatregelen nemen voor de identificatie van de erfgenaam indien Estse notarissen niet bevoegd zijn om de erfopvolgingsprocedure uit te voeren;
  • de beheerder van de nalatenschap moet, na het verrichten van een boedelbeschrijving, de vorderingen op de nalatenschap voldoen als de uiterste termijn daarvoor is verstreken. De beheerder van de nalatenschap mag alleen met toestemming van de erfgenaam vorderingen voldoen waarvan de uiterste termijn nog niet is verstreken. Als een rechtbank ook heeft besloten tot de toepassing van beheermaatregelen op verzoek van een crediteur van de erflater, een legataris of enige andere persoon die een vordering heeft op de nalatenschap, en indien het verzuim om beheermaatregelen toe te passen ertoe zou kunnen leiden dat de desbetreffende vordering niet zal kunnen worden voldaan uit de nalatenschap, moet de beheerder, na het verrichten van de boedelbeschrijving van de nalatenschap, uit de nalatenschap alle vorderingen op de nalatenschap voldoen, in de in de wet bepaalde volgorde. De nalatenschap kan pas aan de erfgenaam worden overgedragen nadat de vorderingen zijn voldaan;
  • als de omvang van een nalatenschap ontoereikend is om alle vorderingen te voldoen en de erfgenaam er niet mee instemt om de vorderingen uit zijn of haar eigen vermogen te voldoen, moet de beheerder van de nalatenschap of de erfgenaam onverwijld een verzoek indienen om de nalatenschap failliet te verklaren. Een beheerder kan alleen over de nalatenschap beschikken om de verplichtingen uit hoofde van de nalatenschap na te komen en om de kosten van het beheer van de nalatenschap te betalen. Een beheerder heeft niet het recht om een onroerende zaak die tot een nalatenschap behoort zonder toestemming van de rechtbank van de hand te doen. Dat geldt niet wanneer er binnen zes maanden na het openvallen van de nalatenschap geen erfgenaam is vastgesteld of een erfgenaam die de erfenis heeft aanvaard niet binnen zes maanden na aanvaarding van de erfenis is begonnen met het beheren van de nalatenschap; in dat geval kan de beheerder de nalatenschap verkopen, na eerst een boedelbeschrijving te hebben verricht, en het uit de verkoop van de nalatenschap ontvangen geldbedrag op een bankrekening zetten;
  • de erfgenaam heeft niet het recht om een nalatenschap die voor beheerdoeleinden aan een beheerder is toegewezen van de hand te doen;
  • de beheerder van de nalatenschap heeft recht op een vergoeding voor de uitvoering van zijn of haar taken, waarvan de hoogte door de rechtbank wordt vastgesteld.

Rechten, verplichtingen en taken van een executeur van een testament

  • Een executeur van een testament moet alle in de wet vermelde taken uitvoeren, tenzij in het testament anders wordt bepaald. Een executeur van een testament kan, met de toestemming van de belanghebbende personen, afwijken van de in het testament aan hem of haar toegewezen taken, indien dit in het belang is van de uitvoering van de testamentaire wil van de erflater;
  • de executeur moet zo spoedig mogelijk na de aanvaarding van zijn of haar taken een lijst van de tot de nalatenschap behorende voorwerpen die hij of zij nodig heeft om zijn of haar taken uit te voeren, aan de erfgenaam overleggen;
  • totdat de erfenis door de erfgenaam is aanvaard, moet de executeur de verplichtingen als beheerder van de nalatenschap nakomen of een verzoek tot oplegging van beheermaatregelen indienen;
  • een executeur van een testament moet legaten, testamentaire beschikkingen, testamentaire aanwijzingen en andere verplichtingen uit hoofde van het testament of de erfovereenkomst ten uitvoer leggen;
  • een executeur van een testament moet de nalatenschap prudent beheren en zorgen voor de instandhouding van de nalatenschap voor zover deze nodig is voor de uitvoering van zijn of haar taken;
  • een executeur van een testament moet een tot de nalatenschap behorend voorwerp in bezit nemen of op enige andere wijze zorgen voor scheiding van het voorwerp van het vermogen van de erfgenaam indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn of haar taken;
  • een executeur van een testament heeft het recht om verplichtingen aan te gaan met betrekking tot een erfenis en om tot de nalatenschap behorende voorwerpen van de hand te doen indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn of haar taken;
  • als een erflater schikkingen heeft getroffen inzake de verdeling van de nalatenschap, moet de executeur van het testament de nalatenschap tussen de erfgenamen verdelen;
  • een executeur van een testament heeft het recht om een erfgenaam of een legataris te vertegenwoordigen voor zover dit noodzakelijk is om de taken van de executeur van een testament te kunnen uitvoeren;
  • een executeur van een testament moet de voorwerpen die deel uitmaken van de nalatenschap en die hij of zij onder zich houdt en niet nodig heeft voor de uitvoering van zijn of haar taken, aan de erfgenaam overhandigen;
  • als een executeur van een testament niet verplicht is om een beschikking van de erflater persoonlijk uit te voeren, kan hij of zij een erfgenaam opdragen dit te doen;
  • een erfgenaam heeft niet het recht om tot de nalatenschap behorende voorwerpen die de executeur nodig heeft om zijn of haar taken te kunnen uitvoeren, van de hand te doen;
  • een executeur van een testament is aansprakelijk voor de schade die onrechtmatig is toegebracht aan een erfgenaam of legataris als hij of zij zijn of haar taken in dit opzicht niet naar behoren heeft vervuld;
  • een executeur van een testament moet aan de erfgenamen en legatarissen verslag uitbrengen van zijn of haar activiteiten;
  • de noodzakelijke kosten die een executeur van een testament maakt voor het uitvoeren van zijn of haar taken, worden vergoed uit de nalatenschap;
  • een executeur van een testament heeft recht op een redelijke vergoeding voor zijn of haar werkzaamheden, tenzij in het testament anders wordt bepaald.

10 Welke documenten worden krachtens het nationale recht gewoonlijk gebruikt tijdens of aan het einde van een erfopvolgingsprocedure ter staving van de rechtspositie en de rechten van de rechthebbenden? Hebben zij een specifieke bewijskracht?

Als er voldoende bewijs wordt verstrekt betreffende het recht van erfopvolging door de erfgenamen en naar gelang van de mate waarin dat het geval is, zal de notaris de erfrechtverklaring, waarin de omvang van het erfdeel van elke erfgenaam wordt vermeld, legaliseren; in de verklaring wordt echter niet de samenstelling van de nalatenschap beschreven.

De rechten en verplichtingen van de erflater gaan vanaf het moment van diens overlijden over op de erfgenaam, overeenkomstig de wet. De erfrechtverklaring heeft geen regelgevende waarde, d.w.z. dat daardoor geen eigendomsrecht ongedaan wordt gemaakt of ontstaat. De erfrechtverklaring vormt een document dat de wettelijke erfopvolging regelt vanuit de veronderstelling dat de in de verklaring genoemde perso(o)n(en) erfgenaam zijn in de mate waarin dat wordt aangegeven.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 18/04/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.