De Europese justitiële opleiding is belangrijk voor alle beoefenaars van juridische beroepen, waarbij prioriteit wordt gegeven aan rechters en openbaar aanklagers, zodat deze rechtspractici zich kunnen bekwamen in de uitvoering van het Europees wetgevingskader. Vertrouwen en begrip tussen beoefenaars van juridische beroepen zullen ertoe leiden dat de rechten van personen en ondernemingen op een duidelijke en consistente manier worden geëerbiedigd.
MeerMinder
De Europese justitiële opleiding is van cruciaal belang voor alle beoefenaars van juridische beroepen, zoals gerechtelijk personeel, advocaten, deurwaarders, notarissen, bemiddelaars/mediators en, in het bijzonder, rechters en openbaar aanklagers.
In het licht van de nieuwe verantwoordelijkheden die krachtens het Verdrag van Lissabon aan de Europese Unie zijn overgedragen en met het oog op de uitvoering van de prioriteiten op het gebied van de Europese justitiële opleiding in het kader van het programma van Stockholm, heeft de Commissie in september 2011 de mededeling "Opbouwen van vertrouwen in justitie in de hele EU, een nieuwe dimensie in de Europese justitiële opleiding" gepubliceerd. Doel van deze mededeling was de Europese justitiële opleiding een nieuwe dimensie te geven en nog meer rechtsbeoefenaars toegang te bieden tot kwalitatief hoogwaardige opleidingen in het recht van de Europese Unie.
Driekwart van de rechters en openbare aanklagers die reageerden, was van mening dat het aantal zaken met betrekking tot het EU-recht in de loop der jaren is gestegen. De op EU-niveau geboden opleiding moet daarom worden verbeterd en uitgebreid. Bijna de helft van de rechters en openbare aanklagers heeft ten minste eens per drie maanden te maken met zaken op het gebied van het EU-recht. Daarom acht 65 % van de rechters en openbare aanklagers kennis van het EU-recht en de tenuitvoerlegging daarvan relevant voor de uitoefening van hun beroep (resultaten van een enquête onder individuele rechters, openbare aanklagers en gerechtelijk personeel in de lidstaten van de EU over hun ervaringen met justitiële opleidingen: studie van het Europees Parlement "Judicial training in the EU Member States", 2011).
De Commissie heeft zich ten doel gesteld om 700 000 rechtsbeoefenaars, de helft van de rechtsbeoefenaars in de Europese Unie, in staat te stellen om tegen 2020 aan Europese justitiële opleidingsactiviteiten deel te nemen met behulp van de beschikbare bronnen op lokaal, nationaal en Europees niveau, overeenkomstig de doelstellingen van het programma van Stockholm.
De verwezenlijking van deze doelstelling valt onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle belanghebbenden. Lidstaten, Raden voor de rechtspraak, nationale en Europese justitiële opleidingsinstanties en juridische beroepen op nationaal en Europees niveau moeten zich inzetten om het EU-recht en de tenuitvoerlegging daarvan op te nemen in nationale en lokale opleidingen en het aantal opleidingsactiviteiten in EU-recht en het aantal deelnemers aan deze activiteiten uit te breiden.
De Commissie verzoekt de lidstaten en de juridische beroepen te waarborgen dat rechtsbeoefenaars in de loop van hun carrière ten minste één week scholing in het acquis en de rechtsinstrumenten van de Unie krijgen.
De Commissie zegt een verhoging toe van de beschikbare financiële middelen voor de Europese justitiële opleiding met het oog op ondersteuning van projecten van hoge kwaliteit die meer Europese invloed hebben. De projecten zijn bestemd voor de opleiding van rechtsbeoefenaars in het EU-recht, met inbegrip van de ontwikkeling van e-learning. Op grond van het nieuwe meerjarige financiële kader 2014-2020 is de Europese justitiële opleiding een prioriteit geworden en wordt beoogd de opleiding van meer dan 20 000 rechtsbeoefenaars per jaar tegen 2020 te steunen.
Informatie over financiële steun van de EU voor Europese justitiële opleidingsprojecten is te vinden op de websites van het directoraat-generaal Justitie en Consumentenzaken, het directoraat-generaal Concurrentie, het directoraat-generaal Migratie en Binnenlandse Zaken en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).
Sinds 2013 biedt de Commissie steun aan AIAKOS, een uitwisselingsprogramma van twee weken voor nieuwe rechters en openbare aanklagers, beheerd door het Europees netwerk voor justitiële opleiding (ENJO). Daarnaast ontwikkelt zij aanvullende maatregelen door de ondersteunende rol van het Europees e-justitieportaal te bevorderen en praktische richtsnoeren op te stellen, bijvoorbeeld betreffende opleidingsmethoden en beoordelingsprocessen.
De Commissie moedigt ook publiek-private partnerschappen aan voor de ontwikkeling van innovatieve opleidingsmethoden. Die kunnen vooral van nut zijn voor de uitbreiding van de Europese justitiële opleiding wat betreft het aantal aangeboden activiteiten en het aantal deelnemers dat hier gebruik van kan maken.
De Commissie heeft opleidingsmodules ontwikkeld met betrekking tot de uitvoering van specifieke Europese rechtsinstrumenten. Deze worden kosteloos ter beschikking gesteld en kunnen door opleiders die gespecialiseerde opleidingen aanbieden, worden aangepast aan nationale omstandigheden en verschillende doelgroepen. De modules zijn te vinden in het onderdeel "opleidingsmateriaal" van het portaal.
De Commissie publiceert een jaarverslag in het Engels over de deelname van rechtsbeoefenaars aan de opleiding in het EU-recht in de Europese Unie:
In 2013-2014 heeft de Commissie het proefproject over de Europese justitiële opleiding uitgevoerd dat was voorgesteld door het Europees Parlement om beste praktijken in de opleiding van rechtsbeoefenaars in het EU-recht vast te stellen. De resultaten zijn gepubliceerd in:
In 2006 heeft de Europese Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een mededeling over de justitiële opleiding in de Europese Unie gepresenteerd.
In 2008 is een resolutie aangenomen van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de opleiding van rechters, openbare aanklagers en justitieel personeel in de Europese Unie.
In 2009 publiceerde het Europees Parlement studie over het versterken van de justitiële opleiding in de Europese Unie (553 Kb)
, in het Frans.
De inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in december 2009 verschafte een juridische basis voor activiteiten met betrekking tot de Europese justitiële opleiding. De artikelen 81 en 82 noemen onder meer 'de ondersteuning van de opleiding van magistraten en justitieel personeel' als maatregel die nodig is om de justitiële samenwerking op civiel, handelsrechtelijk en strafrechtelijk gebied te versterken.
In december 2009 heeft de Raad het programma van Stockholm aangenomen, gericht op de Europese justitiële opleiding voor alle rechtsbeoefenaars.
In het actieplan van het programma van Stockholm en het verslag over het EU-burgerschap van 2010 verklaarde de Commissie dat de Europese justitiële opleiding prioriteit krijgt. Het Europees Parlement heeft ook steeds benadrukt dat een behoorlijke justitiële opleiding een aanzienlijke bijdrage levert aan de verbetering van de werking van de interne markt en de burgers steunt bij de uitoefening van hun rechten.
Eind 2010 heeft de Commissie een raadpleging georganiseerd onder de belanghebbenden, met inbegrip van de lidstaten, leden van het Justice Forum en Europese netwerken en structuren voor opleiding en hun leden. Een samenvatting van de resultaten van de raadpleging is hier (192 Kb)
te vinden.
Op 13 september 2011 gaf de Europese Commissie haar goedkeuring aan de mededeling "Opbouwen van vertrouwen in justitie in de hele EU, een nieuwe dimensie in de Europese justitiële opleiding".
In zijn conclusies van 27 en 28 oktober 2011 met betrekking tot de Europese justitiële opleiding (verkrijgbaar in het Engels) pleitte de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken voor de jaarlijkse uitwisseling van informatie met de Commissie over beschikbare opleidingen in EU-recht en het aantal opgeleide rechtsbeoefenaars, en verzocht de Raad de Commissie te overwegen jaarlijks verslag uit te brengen over de Europese justitiële opleiding.
In 2012 diende het Europees Parlement een voorstel in voor een proefproject over de Europese justitiële opleiding, om bij te dragen aan:
In november 2013 heeft vicevoorzitter Reding in het Engels een toespraak gehouden in de workshop van het Europees Parlement getiteld "Legal training: an essential tool for European judicial excellence" (Juridische opleiding: een essentieel instrument voor Europese justitiële excellentie).
In juni 2016 heeft het Europees netwerk voor justitiële opleiding (ENJO) negen beginselen van justitiële opleiding vastgesteld, die zowel een basis waarmee de rechterlijke macht zijn opleidingsbehoeften kan beheren, als een kader waarmee aanbieders van opleiding opleiding van rechters en openbare aanklagers kunnen plannen en uitvoeren. De beginselen hebben betrekking op kwesties als het recht op justitiële opleiding tijdens de arbeidstijd, verantwoordelijkheid voor het verstrekken van de noodzakelijke middelen, verplichte basisopleiding aan het begin van de loopbaan, het gebruik van moderne opleidingsmethoden en integratie van technieken en niet-juridische kwesties in de opleidingsthema's. De tekst van de beginselen en achtergrondinformatie kan hier worden gevonden in het Engels en in het Frans.
Vers un renforcement des outils de coopération européenne en matière pénale (1694 Kb)
, 2009, in het Frans
Judicial training in the EU Member States, 2011, in het Engels
Workshop van het Europees Parlement over "the training of legal practitioners: teaching EU law and judgecraft": Session I – Learning and Accessing EU Law: Some Best Practices en Session II – Improving Mutual Trust (in het Engels), 2013
Deze pagina wordt beheerd door de Europese Commissie. De informatie op deze pagina geeft niet noodzakelijk het officiële standpunt van de Europese Commissie weer. De Commissie aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens waarnaar in dit document wordt verwezen. Gelieve de juridische mededeling te raadplegen voor de auteursrechtelijke regeling voor Europese pagina's.